DE STEM VAN VOLK EN PARTIJ

 

Wanneer ik dit schrijf staan de verkiezingen voor de deur.  We kunnen kiezen op plaatselijk niveau. Politici doen hun uitspraken. In de commentaren hoor je ook steeds weer dat bepaalde dingen juist wel of niet gezegd worden omdat er verkiezingen aankomen. Je ziet ook al meer dat bepaalde politieke partijen bepaalde standpunten innemen omdat die de kans op winst bij verkiezingen groter maken. Je ziet dat partijbelang al meer de dienst gaat uitmaken. Partijen zoeken in bepaalde delen van de samenleving stemmen en stemmen hun programma daarop af. Op die manier zie je niet alleen bij de PVV of het Forum voor Democratie populisme. Ook bij andere partijen zie je vormen van populisme opkomen. Hoe moet je nu tegen zo’n ontwikkeling aankijken?  Laten we eerst eens kijken naar het woord populisme en wat daarvan de belangrijkste achtergronden zijn.

 

Populisme

 

Wanneer het over populisme gaat lees je allerlei omschrijvingen. Ik neem er hier een over die een neutrale omschrijving geeft met daarin heel duidelijk wat het kenmerkende er van is. Populisme wordt o.a. zo omschreven:  “Populistische bewegingen ontstaan als grote groepen mensen in de samenleving zich machteloos en ongehoord voelen. Het populisme beweert te luisteren naar het volk en vindt dat de wil van het volk het uitgangspunt moet zijn in de politiek. Doordat de wil van het volk zowel linkse als rechtse denkbeelden kan inhouden, komen populistische bewegingen voor in de vorm van linkse en rechtse bewegingen.”[i]

Er zijn twee kenmerken waar ik het nu over wil hebben. Dat zijn dat het om het volk of de groep gaat en dat een tegenstelling tussen een groep en de regeerders een belangrijke rol speelt.

 

Volk – groep

We leven in een democratische samenleving. In zo’n samenleving is de gedachte bij velen populair dat het om de wil van het volk gaat. Het hoogste gezag zou bij het volk liggen.  Die gedachte kun je ook in de kerk terugvinden. Dan zou het zo zijn dat wat de meerderheid van de gemeente wil beslissend is. We vinden dat vaak heel aantrekkelijk. Je ziet dan ook dat er in allerlei kerken gezocht wordt naar draagkracht voor bepaalde beslissingen. Je ziet dat bijvoorbeeld in de GKV als het over het invoeren van de vrouw in het ambt gaat. Dan wordt er vaak geredeneerd vanuit wat de gemeente er van vindt. In feite zijn dat vormen van populisme. Het woord populisme is afgeleid van het Latijnse woord populus dat volk betekent.

Dezelfde manier van denken vind je ook in groepen. Als politieke partijen hun stemmen zoeken in een bepaalde groep  en hun standpunten en uitspraken gaan afstemmen op wat populair is. Dat kan ook in de kerk gebeuren. Als we een groep van gelijkgezinden willen en uit zijn op een kerk naar onze eigen smaak. Daarbij komt zowel in kerk als in de staat dat dit soort dingen nogal eens door ontevredenheid met de mensen die geroepen zijn om te regeren gevoed wordt.

Hoe moeten wij tegenover dit soort dingen staan? Ook in eigen kring hoor je van tijd tot tijd gesprekken die sympathie met dit soort redeneringen verraden. Dan gaat het me nu niet om standpunten die ingenomen worden maar de manier waarop je tot die standpunten komt.

Heel belangrijk hierbij is dat het bij ons niet mag gaan om de mening van het volk of de meerderheid. Terecht is onder ons altijd de zogenaamde ‘volkssoevereiniteit’ verworpen. De wil van het volk, de wil van een groep is niet beslissend.

Waarom is de wil van het volk of een groep op zichzelf niet beslissend? Omdat wij allemaal zondige mensen zijn en in ons verstand verduisterd. Wij zijn uit onszelf mensen die door de zonde voor ons eigen belang gaan. Met als gevolg dat juist de zwakkeren of de minderheid vanwege onze belangen in verdrukking komen.

Het is heel belangrijk om te zien dat de wil van God als de Enige die goed is, steeds boven alles moet blijven staan. Zowel in kerk als staat. We lezen niet voor niets in Romeinen 13: “Ieder mens moet zich onderwerpen aan de gezagsdragers die over hem gesteld zijn, want er is geen gezag dan van God, en de gezagsdragers die er zijn, zijn door God ingesteld, zodat hij die zich verzet tegen het gezag, tegen de instelling van God ingaat, en wie daartegen ingaan, zullen over zichzelf een oordeel halen….. Zij is immers Gods dienares, u ten goede.”vs 1,2,4

De Geest laat ook zien dat ambtsdragers in de kerk door de HERE zijn gegeven en daarmee gezag hebben gekregen: “Gehoorzaam uw voorgangers en wees hun onderdanig, want zij waken over uw zielen omdat zij rekenschap moeten afleggen, opdat zij dat mogen doen met vreugde en niet al zuchtend. Dat heeft immers voor u geen nut.” Hebr 13:17

De regeerders in staat en kerk hebben de verantwoordelijkheid om ieder te wijzen op de wil van God. Om juist de wil van God meer gehoorzaam te zijn dan de meerderheid die een andere kant op wil. Je leest in Gods Woord heel duidelijk dat de meerderheid of de stem van een grote of luidruchtige groep niet beslissend is. Ik noem een voorbeeld: “U mag de meerderheid niet volgen in het kwaad, en u mag in een rechtszaak niet zo antwoorden dat u zich schikt naar  meerderheid om zo het recht te buigen.” Ex 23:2

Het gaat in de regering van kerk en staat niet in de eerste plaats om het volk en om de wil van het volk maar om Christus. De wil van Christus als de Koning van de koningen is beter dan de wil van het volk wanneer die met elkaar strijden.  Christus is de Koning die alles overziet en die weet wat voor iedereen goed is. Hij verdiend ook de eer om als de Koning van alle koningen geëerbiedigd te worden.

 

Populisme en groepsdenken is een vorm van kortzichtigheid. Het is ook gegrond op eigen belang en op eigen smaak. Het is bijna ook altijd gegrond op een vorm van het recht van de sterkste. Je eigen groep en je eigen mening boven dat van anderen te verheffen. Dat zorgt voor verdeeldheid, voor het uiteendrijven van mensen en ook voor onrecht tegenover de zwakken. Het is dus heel belangrijk om boven onszelf uit te willen stijgen. Om te letten op de Drie-enige God die alles overziet en echt in en in goed is. 

 

 Oog voor het geheel

 

Oog hebben voor het geheel en daarmee ook oog hebben voor het recht van de zwakken betekent dat we op Jezus  Christus hebben te letten. Niet het volk of de groep is de norm maar de HERE en daarmee Zijn Woord.

Wanneer komt de ellende in de wereld? Wanneer wij als mensen zogenaamd ons belang tegenover het belang van God stellen.  Wanneer wij denken wijzer of even wijs als God te zijn. Dan zie je ook de afgunst en het leven vanuit eigen belang  de wereld binnenkomen. Denk maar aan Adam die de schuld op Eva wil schuiven, denk maar aan Kain die Abel vermoord heeft. Het leven gaat stuk als een groep, als een volk, als een persoon zegt dat hij of zij eerst moeten komen. De HERE geeft ons de opdracht om vanuit Zijn woord het belang van het geheel op het oog te hebben. Het is juist ook daarom dat we in Romeinen 13 lezen dat de overheid er is ons ten goede.  Dat is wel iets anders als voor mijn of ons belang gaan!  Het ons ten goede heeft alles te maken met het in dienst staan van God. Het heeft te maken met de roeping om het volk te leiden volgens de wil van Christus.

Je ziet hetzelfde bij de broeders die geroepen worden om samen de gemeente te leiden en te regeren. We zien dat heel duidelijk in 1 Petrus 5:2,3: “Hoed de kudde van God die bij u is en houd daar toezicht op, niet gedwongen, maar vrijwillig; niet uit winstbejag, maar bereidwillig; ook niet als mensen die heerschappij voeren over het erfdeel van de Heere, maar als mensen die voorbeelden voor de kudde geworden zijn.”

Opkomen voor bepaalde belangen, je vertegenwoordigd weten om een bepaalde groep of een bepaald belang te bevorderen, leidt tot verdeeldheid en partijdigheid.  Je ziet in de politiek heel duidelijk hoe het zoeken van het partijbelang heel veel energie en tijd vraagt die een echt gesprek om verder te komen voor het hele land in de weg staan.

Zeker in de kerk mag het niet zo zijn dat het om eigen voorkeuren en groepen gaat. Paulus weet er alles van. Hij maakt het op een heel duidelijke manier mee in de gemeente van Korinthe.  Daar hebben bepaalde mensen echt hun eigen voorkeuren. Ze vinden de ene dominee veel beter als de andere. Terwijl ze hetzelfde evangelie verkondigen. De een is voor de ander aansprekender dan de ander. Mensen gaan in de gemeente groepen vormen rond hun eigen voorkeur. Heeft Paulus daarvoor begrip?    Laat de Geest Paulus de ruimte om te zeggen dat we best een kerk mogen hebben volgens eigen voorkeur en smaak? Nee! De Geest laat in dit verband Paulus o.a. dit schrijven: “En ik, broeders, kon tot u niet spreken als tot mensen die geestelijk zijn, maar als tot mensen die nog vleselijk zijn, als tot jonge ​kinderen​ in ​Christus. Ik heb u met melk gevoed en niet met vast voedsel, want u kon dat nog niet verdragen; ja, u kunt dat ook nu nog niet, want u bent nog vleselijk. Als er immers onder u afgunst is en ruzie en tweedracht, bent u dan niet vleselijk en wandelt u dan niet naar de mens? Want als iemand zegt: Ik ben van ​Paulus, en een ander: Ik van Apollos, bent u dan niet vleselijk?” 1 Kor 3:1-4

Vleselijk betekent dat je vanuit je eigen zondige hart denkt en niet vanuit wat Christus ons leert. Je leeft nog vanuit je zondige hart en niet vanuit het nieuwe leven dat Christus verdiend heeft. Elkaar zoeken volgens wat Christus ons leert, is onopgeefbaar.  Dan vormen we geen partijen in Christus kerk rond zaken die onze eigen smaak zijn en niet echt de gehoorzaamheid aan Christus raken. Dan komt partijdigheid die verdeeldheid zaait de kerk binnen. Dat is zonde!     

 

 Tegenstelling volk elite?

 

 Een ander element van populisme is het verzet van een groep tegen de regeerders.  Is dat een goede manier van denken? Natuurlijk kan het zo zijn dat mensen die tot regeren geroepen zijn er een potje van maken. Dat ze hun macht misbruiken voor eigen belang. Dat kan in kerk en staat gebeuren. Dat is niet goed en moet aangesproken worden. Het gaat mij er nu om of het goed is om in de tegenstelling tussen volk en regeerders te denken.

Als het goed is begint ons denken daar niet. Je leest steeds weer in de Schrift dat onze starthouding tegenover regeerders en ambtsdrager er een van eerbied en liefde hoort te zijn. Iemand is niet verdacht omdat die tot regeren geroepen is. Onze houding tegenover regering en kerkenraad mag er niet een zijn die bij oppositie en wantrouwen begint. Zo’n houding hoort ons als gelovigen al meer vreemd te zijn. Ik noem ook hiervan twee voorbeelden uit de Bijbel. Een als het gaat om de gewone regering en een als het gaat om de ambtsdragers.

Als het om de regering gaat moeten we bedenken dat het in de tijd van de Bijbel niet om een overheid gaat die sympathiek tegen Christus en Zijn kerk staat. In die omstandigheden schrijft Petrus: “Onderwerp u dan omwille van de Heere aan alle menselijke orde, hetzij aan de koning, als hoogste machthebber, hetzij aan de stadhouders, als mensen die door hem gezonden worden totstraf van de kwaaddoeners, maar tot lof van hen die goeddoen. ….. Houd iedereen in ere; heb al uw broeders lief; vrees God; eer de koning.” 1 Petrus 2:13,14,17

De Geest zegt over de ambtsdragers in de gemeente o.a. dit: “En wij vragen u, broeders, hen te erkennen die onder u arbeiden, u leiding geven in de Heere en u terechtwijzen,en hen uitermate hoog te achten in ​liefde, om hun werk. Leef in ​vrede​ met elkaar.’ 1 Tes 5:12,13

 

Onze conclusie kan geen andere zijn dan dat de pijlers waarop populisme in staat en kerk gebouwd is in het leven van een christen niet thuis horen.  Populisme is  op geen enkele manier een aanvaardbare optie.  Het is nodig dat we onder elkaar onze verantwoordelijkheden kennen en respecteren. Dat we samen vanuit Gods wijsheid onder het koningschap van Christus het echte goede voor elkaar zoeken.

 

[i] https://www.parlement.com/id/vhnnmt7l7vux/populisme