ONTMOETING PETRUS EN JUDAS

 

Samen bij Jezus

Petrus en Judas hebben samen met de Here Jezus en de andere discipelen het Pascha gevierd. De Here Jezus heeft laten zien dat een leven met Hem een leven van dienen is. Dienstbaar zijn vanuit de liefde van Christus. De voetwassing door de Here Jezus heeft dat aan o.a. aan Petrus en Judas zo duidelijk laten zien.

Judas en Petrus zoeken een leven in dienstbaarheid en jezelf wegcijferen niet. Toch is er een goot verschil tussen deze twee. Bij Petrus is er de liefde voor Christus. Hij is bereid te leren hoe moeilijk hij dat ook vindt. Hij neemt geen afstand van de Here Jezus als zijn heer. Bij Judas is het anders. Hij ergert zich kapot. Hij wil belangrijk en rijk zijn. Nu blijkt dat dit niet gaat gebeuren als hij Jezus blijft volgens, neemt hij afscheid. Zelfs nog erger. Hij wil meewerken aan het gevangennemen van Jezus en het doden van Hem door Zijn tegenstanders. Dat levert geld op. Petrus laat zich in avond voor Jezus veroordeling en kruisdood leren. Al begrijpt hij nog lang niet alles. Wanneer de Here Jezus hem aanspreekt als Petrus niet wil dat Jezus zijn voeten wast, zegt hij: “Heere, niet alleen mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd.” Joh 13:9

Judas blijft zich in zijn hart ergeren. De Here Jezus ontmaskert hem. Hij vertelt de 12 leerlingen dat een van hen Hem zal verraden. De reactie van Judas is niet dat hij zich bekeert. Nee, hij raakt nog meer ervan overtuigd om Zijn verraderswerk te gaan doen. Judas blijft niet bij de Here Jezus. Wanneer de Here Jezus aan Judas een stuk brood gegeven heeft, lezen we het volgende: “Toen hij dan het stuk brood genomen had, ging hij meteen naar buiten. En het was nacht.” Joh 13:30

De woorden van de Here Jezus werken verharding in het hart van judas uit.

Is het nu zo dat Petrus een voorbeeldige gelovige geworden is? Dat wil hij wel graag, maar dat is niet zo. Petrus bouwt nog te veel op zichzelf. Op zijn eigen gevoel. In de nacht die komt, zal de zwakheid van Petrus en zijn geloof zo duidelijk naar voren komen. De Here Jezus laat als de Zoon van God horen dat Petrus niet zo zeker van zichzelf moet zijn: “Petrus zei tegen Hem: Heere, waarom kan ik U nu niet volgen? Mijn leven zal ik voor U geven. Jezus antwoordde hem: Zult u uw leven voor Mij geven? Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: De haan zal niet kraaien, voordat u Mij driemaal verloochend zult hebben.” Joh 13:37,38

Petrus heeft nog hard onderwijs door God nodig. Hij heeft nodig dat Jezus hem recht in de ogen kijkt nadat hij drie keer gezegd heeft dat hij niet bij jezus hoort.

De twee mannen, Petrus en Judas, ontmoeten elkaar later in de nacht weer.

 

Weer samen bij Jezus 

De Here Jezus is van de zaal waar het Pascha gevierd is en ook voor de eerste keer het avondmaal met nog 11 leerlingen naar Getsemane gegaan. Wat was het zwaar voor de Here Jezus daar. Hij voelde hoe Gods straf en toorn die wij verdiend hebben, op Hem drukte. Wat een angst bij de Here Jezus. Bij de ene zondeloze mens die voelde hoe onze zonden al meer op Hem gelegd werden. Toch blijft Hij al biddend tot Vader in de hemel trouw aan Zijn opdracht om te redden wie met eigen schuld en zonden naar de HEERE vluchten. Niet Mijn wil maar uw wil moet gebeuren. Daarvoor zal Jezus Christus alles geven. Hoe verschrikkelijk zwaar ook!

Dan geeft de Here Jezus de 11 nog heel belangrijk onderwijs. Zie Johannes 14-17. Onderwijs dat Judas gemist heeft omdat hij niet meer wilde luisteren.

Dan komt het moment dat zichtbaar wordt dat Judas zich bij de vijanden van Christus, de vijanden van God aangesloten heeft. Dat wordt voor Petrus en andere leerlingen duidelijk wanneer ze Judas zien bij de soldaten en de dienaren van de hogepriester die komen om Jezus gevangen te nemen.

Ook dan zien we hoe Petrus, met nog veel onderstand en onbegrip, en Judas tegenover elkaar staan. Zij horen bij twee verschillende groepen. Het zaad van de vrouw en het zaad van de slang staan hier tegenover elkaar. Waar je bij hoort, heeft alles te maken hoe je tegenover Jezus Christus staat.

Petrus staat bij Jezus als de vijanden komen om Hem gevangen te nemen. Judas komt naar voren om de soldaten te laten zien wie ze moeten hebben. Hij geeft Jezus zijn verraderszoen!

Bij wie ben je nu veilig? Wie heeft de situatie echt in handen?

De Here Jezus vraagt in het donker nog een keer wie deze soldaten zoeken. We lezen daarover dan in Johannes 18 o.a. dit: “Jezus de Nazarener. Jezus zei tegen hen: Ik ben het. En Judas, die Hem verraadde, stond ook bij hen. Toen Hij dan tegen hen zei: Ik ben het, deinsden zij terug en vielen op de grond.”

Let erop dat Judas bij deze soldaten staat. Hij kan ook niet op zijn benen blijven staan als de Here Jezus laat zien dat Hij Heer is! Hij zorgt ervoor dat ze allemaal hulpeloos op de grond liggen. Judas besef waar jij mee bezig bent.

Wat doet Petrus als deze mannen Jezus willen gevangennemen? Wanneer Judas heeft aangewezen wie ze moeten hebben. Petrus heeft alles nog niet goed begrepen, maar zijn liefde voor Jezus brengt hem ertoe om het zwaard te pakken. Om een van de knechten van de Hogepriester aan te vallen. Hij slaat Malchus het oor af.

Petrus moet leren dat geweld niet de oplossing is. Hij moet leren vertrouwen op Christus, ook als Hij geen geweld gebruikt, maar zich juist gevangen laat nemen. Jezus laat de echte liefde zien. Liefde die zelfs naar vijanden uitgaat. Hij zorgt ervoor dat het oor van Malchus weer aan zijn hoofd zit en hij genezen is. De Here Jezus zegt dan tegen Zijn leerling Petrus: “Steek uw zwaard in de schede. De drinkbeker die de Vader Mij gegeven heeft, zal Ik die niet drinken?” Joh 18:11

Uitgebreider lezen we reactie van de Here Jezus in Mattheus 26: “Doe uw zwaard terug op zijn plaats, want allen die naar het zwaard grijpen, zullen door het zwaard omkomen. Of denkt u dat Ik Mijn Vader nu niet kan bidden, en Hij zal Mij meer dan twaalf legioenen engelen ter beschikking stellen? Hoe zouden anders de Schriften vervuld worden, die zeggen dat het zo geschieden moet?" vs 52-54

Petrus gehoorzaamt Christus als zijn koning.

Judas gaat verder met zijn werk tegen de Here Jezus en Zijn Koninkrijk. Judas en Petrus gaan nu weer gescheiden de nacht in.

 

 

Gescheiden in de nacht 

Judas en Petrus gaan in de rest van de nacht verschillende wegen. Ze zien elkaar niet meer, maar toch is deze nacht voor alle twee van beslissend belang. Laten we eerst onze blik op Judas richten. Wanneer judas merkt dat jezus niet alleen gevangengenomen wordt, maar overgegeven zal worden om gedood te worden, wordt dat hem te veel. Het lijkt erop dat hij dit niet verwacht heeft. Hij schrikt hiervan en krijgt berouw. Hij geeft het geld dat hij gekregen heeft voor zijn verraad terug. Hij krijgt geen hulp in het kamp van de vijanden van Christus. Hij moet het zelf met zijn eigen geweten maar uitzoeken. De onbarmhartigheid van de duivel is hier duidelijk zien. Ieder voor zichzelf en zijn of haar eigen belang.

Wat betekent het berouw van Judas? Is dit terugkeer naar de Here Jezus. Nee, hij gaat niet terug naar de Here Jezus, niet terug naar de leerling van Christus om verslagen over eigen gedrag om vergeving te vragen. Het gaat hier om wat de Geest door Paulus het berouw van de wereld noemt. Judas pleegt zelfmoord om, maar niet meer met de negatieven gevoelens en andere gevolgen van zijn verraad geconfronteerd te worden. We lezen over dit soort berouw in 2 Korinthe 7: “Want de droefheid die overeenkomstig de wil van God is, brengt een onberouwelijke bekering tot zaligheid teweeg, maar de droefheid van de wereld brengt de dood teweeg.”

Bij Judas niet de echte erkenning wie Jezus Christus is en daarom komt hij niet uit het donker van leven voor zichzelf.

Dat is dezelfde nacht heel anders met Petrus. Ook met hem gaat het niet goed. Hij moet ondervinden dat vertrouwen op jezelf en je eigen geloof niet standhoudt. Hij volgt de gevangengenomen Jezus. Tot bij het paleis van de Hogepriester. Uit liefde voor Zijn Meester. Die liefde wordt op e proef gesteld. Judas heeft Jezus verraden. Petrus zegt uit angst drie keer dat hij Jezus niet kent, dat hij niet bij hem hoort. Dat laat zien zijn belofte dat als dat nodig was Jezus in de dood zou volgen overmoedige woorden waren. Petrus moet erkennen dat hij op zijn manier de Here Jezus verraden heeft. Toch zo anders als Judas blijkt uit het vervolg. Ondanks die drie keer verloochening van Jezus zoekt Petrus Hem. Zijn droefheid, zijn teleurstelling in zichzelf, zijn echte berouw tegenover Christus, tegenover God komt zo duidelijk naar voren als hij na de drie keer verloochening in de ogen van de Here Jezus kijkt. We lezen daarvan in Lukas 22. De Here Jezus zoekt met Zijn ogen met opzet de ogen van zijn zo zwakke leerling die toch echt volgeling van de Here Jezus wil zijn. We lezen dan: “En de Heere keerde Zich om en keek Petrus aan. En Petrus herinnerde zich het woord van de Heere, hoe Hij tegen hem gezegd had: Voordat de haan gekraaid zal hebben, zult u Mij driemaal verloochend hebben. En Petrus ging naar buiten en huilde bitter.”

In de ogen van Christus, in de ogen van Gods vriendelijke gezicht leer je de diepte van je zonden kennen. Dat laat het verdriet zo diep je hart binnenkomen. Dan gebeurt in je leven wat we in 2 Korinthe 7 lezen over het verdriet naar de wil van God: “Want al heb ik u in de brief bedroefd, ik heb er geen berouw van. Hoewel ik er wel berouw van gehad heb, want ik zie dat die brief, ook al is het voor een korte tijd, u bedroefd heeft. Nu verblijd ik mij, niet omdat u bedroefd bent geweest, maar omdat u bedroefd bent geweest tot bekering. Want u bent bedroefd geweest overeenkomstig de wil van God, zodat u in geen enkel opzicht door onze schade hebt geleden. Want de droefheid die overeenkomstig de wil van God is, brengt een onberouwelijke bekering tot zaligheid teweeg, maar de droefheid van de wereld brengt de dood teweeg. Want zie, juist dit, dat u overeenkomstig de wil van God bedroefd bent geworden, wat een grote inzet heeft dat in u teweeggebracht! Ja, wat een verdediging, ja, wat een verontwaardiging, ja, wat een vrees, ja, wat een vurig verlangen, ja, wat een ijver, ja, wat een bestraffing! In alles hebt u bewezen zelf rein te zijn in deze zaak.” vs 8-11

Het verdriet over de zonden brengt Petrus ertoe om toch bij Christus zijn leven te zoeken. Hij keert terug naar de andere leerlingen. Hij is erbij als de eerste dag aanbreekt en de Here Jezus uit de doop opstaat. Hij wil ondanks al zijn zwakheid in geloof bij de Here Jezus horen, Zijn leerling zijn.

Het is de Here Jezus zelf die zelfs hem de taak geeft om Zijn apostel te zijn en de boodschap van Christus over de wereld te gaan brengen. De Here Jezus herstelt Petrus openlijk in zijn ambt. Zie Johannes 21.

 

Judas en Petrus bij hun sterven 

Judas sterft zonder Christus als zijn Verlosser en God. Hij zoekt de dood om in de dood te blijven. Met Petrus gaat het zo anders. Bij het herstellen van Petrus in Zijn ambt spreekt de Here Jezus als daarover. Daarover lezen we in Johannes 21: “Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u: Toen u jonger was, omgordde u uzelf en liep u waar u wilde; maar als u oud geworden bent, zult u uw handen uitstrekken, en een ander zal u omgorden en u brengen waar u niet heen wilt. En dit zei Hij om aan te duiden met wat voor dood hij God verheerlijken zou. En nadat Hij dit gezegd had, zei Hij tegen hem: Volg Mij!” vs 18,19

Petrus zal aan het einde van zijn leven gevangengenomen worden als zijn Meester en Verlosser. Hij krijgt dan de kracht om Christus iet te verloochenen maar te blijven getuigen van Jezus Christus als de enige Verlosser. Hij kent heel goed het onderscheid tussen de Here Jezus en hem. Hij is zelfs in zijn lijden niet uit op eigen eer. Hij vraagt als hij tot het kruis veroordeeld wordt om niet zoals de Here Jezus aan het kruis gehangen te worden. Hij vraagt of hij met het hoofd naar beneden gekruisigd mag worden. Het moet duidelijk zijn dat mensen niet naar hem moeten opkijken, maar naar Christus omhoog moeten kijken. Christus is de enige Verlosser voor Petrus en voor ieder die bij Christus schuilt met zijn of haar leven. Al wordt Petrus gekruisigd en vindt zo de dood toch heeft hij de echte rust en vrede gevonden. Zoals hij daar later ook over schrijft in een van zijn brieven die we in de Bijbel vinden. Dan denk ik o.a. aan: “Daarom, broeders, beijver u des te meer om uw roeping en verkiezing vast te maken; want als u dat doet, zult u nooit struikelen. Want zo zal u in rijke mate de toegang worden verleend tot het eeuwig Koninkrijk van onze Heere en Zaligmaker, Jezus Christus. Daarom zal ik niet nalaten u altijd aan deze dingen te herinneren, hoewel u ze weet en in de waarheid, die bij u is, versterkt bent. En ik acht het juist, zolang ik in deze tent ben, u op te wekken door de herinnering hieraan, omdat ik weet dat het afbreken van mijn tent nu snel zal plaatsvinden, zoals onze Heere Jezus Christus mij ook duidelijk heeft gemaakt. Maar ik zal mij ook voortdurend beijveren dat u na mijn heengaan deze dingen in gedachten blijft houden.” 2 Petrus 1:10-15. Petrus heeft in zijn leven ervaren hoe nodig we Christus hebben. Dat we ons leven, ons eeuwig leven alleen te danken hebben aan het gebed van Christus voor ons. Op grond van Zijn lijden voor wie tot Hem vlucht als de God en Verlosser van je leven. De Here Jezus in de nacht voor Zijn kruisiging ook dit tegen Petrus persoonlijk gezegd: “En de Heere zei: Simon, Simon, zie, de satan heeft u allen opgeëist om te ziften als de tarwe. Maar Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoudt. En u, als u eens tot inkeer gekomen bent, versterk dan uw broeders.” Luks 22:31,32

Laten we dus tot in de donkerste momenten van ons leven en ook na de meest zwakke en zondige momenten van ons leven bij Christus vergeving en leven zoeken. Bouwen op Christus en bouwen op Zijn gebed voor ons. Dan is het leven door alles heen goed en is er een eeuwig goede toekomst door Christus alleen.