Verwerkingsblad bij preek over 1 Sam 9-10:1

 

 Hier volgt een leesrooster waarbij we nog een keer door 1 Samuel 8 en 9 gaan. Met enkele vragen die gebruikt kunnen worden. Ook bij het voorbereiden op het Avondmaal.

 

Maandag       27 September   Lezen: 1 Samuël 8:1-6.  Aan welke andere geschiedenis in de Bijbel doet vers 1-3 je denken? Wat zegt wat je hier leest over het voorgaan in geloof  van kinderen of kleinkinderen?  Hoe geven we ons geloof en leven met de HERE vorm in de opvoeding? Welke plaats heeft de viering van het Avondmaal daarbij?

 

Dinsdag         28 September    Lezen: 1 Samuël 8:7-17  Wat was nu het verkeerde in het vragen om een koning? Hoe zie je dat in jouw leven dat Christus Koning is?  Hoe raakt dat jouw dagelijkse leven?

 

Woensdag    29  September    Lezen: 1 Samuël 8:18-22   waarom was het nu verkeerd dat ze een koning als alle volken wilden hebben? Kun je voorbeelden noemen dat de HERE voor Zijn volk strijdt en er geen slachtoffer onder Gods volk vallen? Wat betekent dit voor ons vandaag?

 

Donderdag   30 September     Lezen:  1 Samuël 9:1-10     Waarom worden de gebeurtenissen in  1 Samuël 9 zo uitgebreid beschreven? Waarom niet de korte mededeling dat Samuël in Gods naam Saul tot koning heeft gezalfd?  Wat heeft dat met 1 Samuël 8 te maken? Wat laat de HERE hier van zichzelf zien?

   

Vrijdag             1 Oktober          Lezen:  1 Samuël 9:11-19    Saul moet het volk gaan verlossen van de Filistijnen. Wat zegt het over het geestelijke peil van het volk in het Oude Testament als een ander volk over Gods volk heerst? Wat is de invloed van de wereld op jouw leven? Wat heeft het avondmaal voor jou te betekenen terwijl je in de wereld van vandaag leeft? 

 

 

Zaterdag          2 oktober          Lezen:  1 Samuël 9:20-10:1   Saul wordt tot koning gezalfd. Christus wordt vanuit de hemel gezalfd. Hoe breng je op weg naar het Avondmaal in praktijk dat Christus de Koning van je leven is? Waar heb je het in dat verband moeilijk mee? Wat betekent daarbij de viering van het Heilig Avondmaal? 

 

VOOR DE JONGEREN EN WIE HET VERDER WIL LEZEN

 

SAULUS IN JERUZALEM

 

Een jongen is op weg van Tarsus naar Jerusalem. Zijn naam is Saulus. Hij is ongeveer 14 jaar. Hij moet een reis van ongeveer 1000 kilometer naar het zuiden maken. Hij is heel dicht bij de Bijbel, bij het Oude testament opgevoed. Hij kan wat er in de boeken Genesis tot en met Deuteronomium staat uit zijn hoofd opzeggen.

Je moet goed bedenken dat mensen toen bijna nog geen boeken in huis hadden. Als ze wel iets in huis hadden was het een aantal boekrollen. Waneer je als Joodse jongen in die tijd naar de kerk ging hingen daar heel veel boekrollen aan een wand. Elke boekrol was met de hand overgeschreven. Je kon niet zomaar gauw iets opzoeken. Je begrijpt dat juist ook daarom het heel nodig was om dingen uit je hoofd te weten.

Saulus is in een gelovig gezin opgegroeid. Bij hem is er het verlangen gekomen om zelf een Schriftgeleerde te worden. Om te worden opgeleid als een Farizeeër die anderen onderwijs kan geven. Dat kun je gaan doen in die tijd als je 30 jaar bent.

Dan moet hij wel vanaf zijn 14e in opleiding.  Hij krijgt vanaf zijn 14e tot ongeveer zijn 30e les van een van de beroemste leraren in die tijd. Van Gamaliël. Paulus zegt er later dit van: “Ik ben een Joodse man, geboren te Tarsus in Cilicië, maar opgevoed in deze stad (Jeruzalem) aan de voeten van Gamaliël op de meest nauwgezette wijze onderwezen in de wet van de vaderen, een ijveraar voor God zoals u heden allemaal bent.” Hand 22:3

Wat moet de verandering voor Saulus groot zijn geweest. Bijvoorbeeld op de sabbat. In Tarsus werkte en leefde de grote meerderheid van de mensen door. De winkels waren open en alles ging gewoon door. Alleen de Joden in de stad werkte niet. Ze gingen naar de synagoge, naar de kerk. Het was daar ongeveer zo zoals wij het op veel plekken in ons land meemaken. Dan komt hij na de lange reis in Jeruzalem.

Hij ziet daar de tempel van God. Op de sabbat gaan de mensen in een grote stroom naar de tempel of naar synagoges. De meeste mensen houden de sabbat als rustdag. Dat moet in het begin voor Saulus heel mooi en bijzonder zijn geweest. In Jeruzalem is het de tempel die alle aandacht trekt. In Tarsus waren juist heel veel tempels voor de afgoden. Daar was het leven zo anders. Zo veel meer als de wereld die zonder de HERE leeft.

Saulus raakt ook heel enthousiast over wat hij leert. Hij wil zich helemaal inzetten voor de HERE en al meer precies doen hoe de Farizeeën zeggen dat je voor God moet leven. In die tijd als Paulus in de laatste jaren van zijn opleiding is, komt de Here Jezus in beeld. Hij moet niets van Jezus hebben en later ook niet van Zijn volgelingen. Bij Saulus ontstaat er een haat tegen de Here Jezus en de mensen die in Hem geloven. Bij Hem is er een verkeerde ijver voor God. Goed te begrijpen vanuit de opleiding die hij had gekregen. Toch gaat God met hem een andere weg. Volgende keer verder.