'

HISTORIA REVELATIONES PROFETEN

 

HANDBOEKen:  P.A. VERHOEF:  PROFETE EN PROFESIE

                               VAN GEMEREN: THE PROFETIC WORD

                                BIJBEL: KENNIS VAN DE BOEKEN VAN DE PROFETEN

 

Leerdoel: Kennis van die profeten in hun historiech verband en kennis van de ontwikkeling van die openbaring.

 

Gelegenheid tot bespreking Profete en Profesie

Week 5  Inleiding en Hoofstuk 1  Profete en profesie buite Israël

Week 6  Hoofdstuk 2  Die ware profete in die Ou Testament

Week 7  Hoofdstuk 3  Die “vals” profete

Week 8  Hoofdstuk 4 Profete en profesie by die latere Jode en in  die Nuwe Testament; Hoofstuk 5 Enkele slotopmerkingen. Daarna bespreking van delen

Bakker Jezus

Murray   Die zijn het die van Mij getuige

Roose Hij is goed Hij is Koning

 

 Bijbelstof:  Profetenboeken

 

Week 3   Jesaja 1-33

Week 4   Jesaja 33-66

Week 5   Jeremia 1-28

Week 6   Jeremia 29-52

Week 7   Ezechiël  1-24

Week 8   Ezechiël  25-48

Week 9   Daniël -Hosea

Week 10 Joël-Nahum

Week 11 Habakuk-Maleachi

 

  

OPENBARINGSGESCHIEDENIS VANUIT HET PERSPECTIEF VAN DE PROFETEN

 

  1. Welke profeten in de Bijbel hebben geen boek geschreven en waren toch profeten en kan een rede gegeven worden waarom hun profetieën niet in een apart boek opgeschreven zijn?

 

Eerst enkele opmerkingen over wat profetische boeken zijn. Wat is bijvoorbeeld profetische geschiedsbeschrijving? Hierbij ook van belang wat we profetisch noemen. Petrus spreekt over het profetische Woord.

 

De vraag onder 1 kunnen  we beantwoorden wanneer we  eerst eens naar het overzicht  van de profeten van de 10e tot de 9e eeu kijken

 

  1. De profeten van de 10e eeuw voor Christus

 

  1. Natan

 

Natan treedt op in de tyd dat Dawid koning is.

  1. Wanneer David de tempel wil bouwen komt Natan om te zeggen dat Dawid dit niet mag doen. Het is ook een profetie over de toekomst en wijst op Christus. (2 Sam 7:1-17; 1 Kron 17:1-27) Deze profetie is concreet en Messiaans.
  2. Natan komt en bestraft David in verband met zijn overspel met Batseba en zijn moord op Uria. Zie 2 Sam 11 en 12. Profetie concreet.
  3. Natan speelt een belangrijke rol wanneer Salomo David als koning opvolgt. Profetie concreet. 1 Kon 1:10
  4. Er was een aparte beschrijving van wat Natan gedaan en gezegd heeft. 1 Kron 29:29. Dit was met  het leven van David  verbonden
  5. Gad

Hij treedt op als David het volk geteld heeft. 2 Sam 24: 10 e.v. Concreet.  Er was ‘n aparte beschrijving van wat hij gedaan en gezegd heeft. 1 Kron 29:29. Dit was met het leven van  David  verbonden.

  1. Ahia omstreeks 930. Salomo is koning.
  2. Hij zalft Jerobeam tot koning over het 10 Stammenrijk. 1 Kon 11:29 e.v. Concreet.
  3. Profeteert  aan de vrouw van Jerobeam die zich vermomd heeft dat haar zoon zal sterven en dat de ondergang van het koningshuis van Jerobeam komt. 1 Kon 14: 1 e.v. Concreet
  4. Semaja Rehabeam is koning.

Verhindert dat Rehabeam teen Israel optrekt. 1 Kon 12: 21 e.v. Concreet

  1. Profeet “zonder naam”. Komt uit Juda en profeteert tegen Jerobeam. 1 Kon 13
  2. Tegen het altaar in Betel.
  3. Bidt voor Jerobeam wanneer zijn verstijfd is.
  4. Overtreedt Gods gebod en eet door de woorden van de oude profeet in Betel. Alles concreet.
  5. Hanani tijdens de regering van Asa (Juda)

Wijst Asa erop dat hij op Aram in plaats van op de HERE gesteund heeft en dat  Aram daarom machtig blijft en een bedreiging. Anders zou hij Aram zelfs verslagen hebben.  2 Kron 16:7-10. Asa laat Hanani gevangen nemen. Concreet

  1. Jehu de zoon van Hanani  Tijdens  het koningschap van Baësa (Israel) . Omstreeks dezelfde tijd bezoekt zijn vader  koning Asa.

Hij profeteert de ondergang van het koningschap  van het huis van Baesa  aan. (1 Kon 16:1 e.v.) Concreet

 

 

  1. De profeten van de 9e eeu voor Christus

 

  1. Elia tijdens Achab. Omstreeks 850

 

We lezen  in de Bijbel verhalen over het optreden van Elia

  1. Wanneer onder Achab de afval van de HERE tot ongekende hoogte komt. Hij is de eerste koning die openlijk en officieel ander goden dan de HERE dient en aanbidt. 1 Koning 16:31-33. Elia kondigt een lange tijd van droogte en daardoor hongersnood aan. Hy verbergt zich bij de beek Krit en later by de weduwe in Sarfat. Elia wekt de zoon van de weduwe uit die dood op. (1 Kon 17) Grondige bespreking van dit hoofdstuk.
  2. Elia keert na drie en een half jaar terug. Belangriik 1 Kon 18:18. De gebeurtenis op de Karmel. Die regen komt. Wie is God? Ook op het terrein dat aan Baal wordt toegekend(1 Kon 18)
  3. Elia wordt moedeloos. De HERE geeft hem nieuwe kracht. Hij krijgt voor 40 dagen kracht om zonder eten te lopen. (1 Kon 19:8) Denk ook aan de 40 dagen van de Here Jezus in de woestijn. De HERE verschijnt aan hem in het gesuis van een zachte koelte. Dan komt Elia weer tot nieuwe profetische activiteit. De volgende 3 dingen doet hij:
  4. Hij zalft Hasaël tot koning over Aram
  5. Hij zalft Jehu tot koning over Israel
  6. Hij zalft Elisa tot zijn opvolger (hier duidelijk sprake van een  profeet wat in een bepaalde tijd heel opvallend is!) 1 Kon 19
  7. Profeteert aan Achab straf vanwege zijn behandeling van Nabot en het stelen van zijn wijngaard. 1 Kon 21. Straf vanaf vers 21
  8. Profeteert in verband met de ziekte van Ahasia. Bestraft Ahasia omdat hij bij Baal-Zebub hulp is gaan vragen. Laat in de vernietiging van 2 keer 50 soldaten zien dat hij profeet van die HERE. Derde overste buigt eerbiedig vir Elia. De HERE laat zien dat Hij ook de God is die straft en de macht over leven en dood heeft. Niemand anders heeft dit. Ahasia zal niet van zijn bed komen en daarop sterven. 2 Kon 1
  9. Elia vaar op na die hemel. 2 Kon 2: 1-12
  10. Brief van Elia voor koning Joram van Juda. 2 Kron 21:12-15.

 

Enkele opmerkingen over het optreden van Elia als profeet. 

 

  1. Zijn profetieën zijn concreet.
  2. Hij treedt op een moment in de heilsgeschiedenis dat op een koning van die 10 stammenryk voor de eerste keer ook officieel ander goden dient en daartoe het volk oproept. Bij Salomo lezen  we bij het met zijn vrouwen naar tempels van andere goden meegaan geen oproep om ook andere goden te dienen. Elia’s optrede wordt gekenmerkt door het aanwijzen en verkondigen dat alleen de HERE God is. Denk vooral aan zijn optreden op de Karmel. Zijn hele optreden tegenover Achab en Ahasia en zijn brief aan Joram zijn daarvan doortrokken.  Het is opvallend dat bij de eerste koning van Juda wat officieel een andere god gaat dienen een brief van Elia komt!
  3. De HERE laat zien dat Hij achter Zijn profeet staat. Hij wordt tijdens hongersnood verzorgd. Zijn profetieën worden werkelijkheid. De HERE verschijnt aan Elia zoals Hij aan Mozes verschenen is. Mozes neemt onder de profeten een bijzondere plaats in. Deuteronomium 18. Mozes en Elia op de berg van de verheerlijking, Mattheus
  4. Verband met 2 dat Elia vooral in verhaal van Nabot tegen het overtreden van het recht van God reg protesteert en dit in de naam van God bestraft.
  5. We zien bij Elia dat als kind van God en ook als iemand die geroepen is om het Woord steeds weer te brengen er heel moe van kunt worden. Dat je daarmee erg kunt worstelen. Zelfs zo dat je het niet meer ziet zitten om Gods Woord nog te spreken. God is hem te machtig.
  6. 40 dagen kan Elia zonder eten reizen. Op weg naar de berg van God. De HERE verschijnt daar aan hem in de zachte koelte – 40 dagen Mozes op de berg en God houdt hem in leven 40 dagen Christus in de woestijn zonder eten voordat Hij Zijn wet afkondigt. Mozes kondigt Gods wet af – Elia is handhaver van Gods wet – Christus vervuller van Gods wet.
  7. Profeet staat in zijn taak tegenover: koning

                                                                 volk

                                                               priesters

    Koning, priester en volk heb een vaste taak. Het optreden een profeet hangt af van de historische omstandigheden. Het hangt er van af hoe een van deze 3 groepen er voor staat.

                        

                  

  1. Bij Elia en Elisa zie je dat zij onder de profeten van hun tijd de belangrijkste zijn. Zij leiden de profetenscholen, de profetenzonen. Zonen betekent niet dat ze jong moeten zijn maar dat er een vader, een belangrijke profeet hun leraar is. Zij zijn zijn leerlingen.
  1. Onbekende profeten in 1 Kon 20

Een profeet komt plotseling bij Achab en profeteerzijn overwinning op Benhadad. Zie vers 13,22-25. Volgende gebeurtenis een jaar daarna zie vers 26. Dezelfde profeet vers 28.

Een andere profeet vers 36 e.v.

  1. Micha in 1 Kon 22

                    Achab en Josafat willen tegen Aram optrekken. 400 profete van Agab   zeggen dat dit goed zal gaan. Josafat vraagt:  “Is er hier nog een profeet van de HERE, zodat we  de HERE door hem kunnen raadplegen? “ (vers 7) Zie ook vers 5,6. Wat voor een profeten zijn dit?  Micha komt en is al bekend vs 8.   

Profetie vs 17 en 19-23.

Valse profeet Zedekia zijn tegenstander vs 11, 24.

Profetie teen Zedekia vs 25.

Zie ook vs 28!!

Micha in die gevangenis gezet. vs 27.

Alles concreet

  1. Elisa tijdens Joram, Jehu, Joas,
  2. Zijn roeping 1 Kon 19:16,19-21
  3. Getuige van Elia’s hemelvaart. Hij is de wettige opvolger van Elia. Neemt dan een speciale plaats onder de profeten van de HERE in.
  4. Doet wonderen. Slaan met de mantel van Elia op het water. Maakt water weer gezond. 2 Kon 2: 13-22.

                                                         2 Kon 4: 1-7

                                                         2 Kon 4:18-37 opwekking van een jongen

                                      2 Kon 4:38-41 dood in de pot, maakt het voor elkaar voor de profetenzonen

                                      2 Kon 4:42-44  Maakt van heel weinig eten heel veel.

                                                         2 Kon 6: 1-7     Laat bijl drijven

                                                         2 Kon 6:18-23  Arameërs met blindheid

                                                                                   geslagen  

  1. Straft de minachting van die HERE. Twee berinnen verscheuren 22 kinderen in Betel. Denk aan de geschiedenis van Betel en dit kan heel goed zo zijn dat er daar een concentratie van valse profeten van die HERE was. Zie geschiedenis van Micha. 2 Kon 2:23-25.

Gehasi 2 Kon 5:20-27

  1. Mensen vragen Elisa om hulp:
  2. Josafat vraagt zijn hulp by de oorlog tegen Mesa. Josafat helpt Joram de koning van Israel. 2 Kon 3: 11 e.v. Profetie over het verloop van deze oorlog.
  3. Vrouw van een van de profetenzonen die gestorven is, vraagt Elisa om hulp. 2 Kon 4. Olie in veel kannen.
  4. Naaman vraagt om genezing 2 Kon 5
  5. Profetie geboorte van een kind 2 Kon 4:8-17

                                       Gehasi                        2 Kon 5:20-27     

                                       Waarskuwing  koning van Israel waar de koning van                   

                                       Aram wil binnenvallen. 2 Kon 6:8-12

  1. Elisa kijkt achter de zichtbare werkelijkheid 2 Kon 6:15-17.
  2. De HERE beschermt Elisa. Op het gebed van Elisa slaat de HERE de soldaten met blindheid en leidt ze binnen de muren van Samaria. Hij zorgt er voor dat de soldaten goed gehandeld worden. 2 Kon 6: 13-23.                                                                                                                                              
  3. Samaria wordt door de Arameeërs belegerd. De hongersnood is heel erg. Vs 25. Mensen elkaars kinderen op. Elisa krijgt hiervan de schuld. Vs 31. De koning beschuldigt de HERE! De koning van Aram is Benhadad II, opvolger van Hadadeser. De koning van Israël moet Joram zijn. Hoe kan dit verhaal met vers 23 kloppen?  Strooptocht vers 23. Hier totale oorlog door de koning bedacht. Elisa profeteert dat de volgende dag er een geweldige overvloed in Samaria zal komen. De dood van de adjudant zal het teken zijn dat het van de HERE komt en dat Elisa Zijn profeet is. 2 Kon 7: 2  vgl 16-20 
  4. Elisa waarschuwt de vrouw van wie hij de zoon heeft opgewekt uit de dood dat een hongersnood van 7 jaren Israël zal treffen. De vrouw en haar zoon gaan op zijn advies naar het land van de Filistijnen als vreemdeling. Sien 1,2. Het lijkt er op dat Elisa bij de terugkeer van deze vrouw niet meer leeft. Het is Gehasi die bij de koning over Elisa vertelt. Hij is melaats maar rijk. Hij kan op een afstand met mensen praten. Het was koning Jehu en niet meer Joram. Joram heeft Elisa goed gekend. Jehu wil meer weten over de man die hem tot koning over Israël gezalfd heeft. Elia heeft de opdracht gekregen en die is later door Elisa uitgevoerd  2 Kon 9:1,2.
  5. Elisa zalft Hasael tot koning over Damascus. Elisa is bekend aan het hof vers 1. Er is ook ontzag voor hem. Ook hierover is de opdracht al aan Elia verleend 1 Kon 19:15. Elisa de wettige opvolger van Elia. Hij neemt ook het  werk over dat Elia nog ni kon doen. We zien hier hoe het profetische amt een is.

Elisa huilt om wat hij ziet. Vs 11. De daden van Hasael die Israel raken lezen we in: 2 Kon 10:32,33; 13:3,22. Juda ook door hem geraakt: 2 Kon 12:17,18 

  1. Let op toen van 2 Kon 9:1. Profetenzonen gaan in opdracht van Elisa Jehu tot koning over Israel zalfen! Elisa stuurt uit. Zoals Jezus Zijn discipelen uitstuurde. Deze profetenzoon de dienaar van de profeet vs 4. Opvolger Gehasi. Hij heeft ook zo bekend gestaan want Jehu gaat meteen met hem mee. Profetenzoon vertelt ook wat hij zal gaan doen: Uitroeiing van het huis van Achab, Het lijk van Izebel  zullen de honden likken. Let ook op vers 25,26.
  2. Het sterven van Elisa. 2 Kon 13: 14 e.v. Joas is koning over Israël. Joas heeft ondanks zijn zondige leven respect voor Elisa. Boog en pijlen. Pijl schieten en drie keer op de grond geslagen = drie overwinningen op Aram. Elisa is gestorven. Let op het tweede deel van vers 20! Vervulling van vers 19 in vers 25.

Elisa spreekt nog nadat hij gestorven is vers 21.

 

Twee Schriftprofeten

 

JESAJA

 

Koningen: Uzzia, Jotam, Achaz en Hizkia

Betrekking op Juda en Jerusalem

Let er op hoe scherp Jesaja moet profeteren terwijl Uzzia, Jotam en Hizkia gelovige koningen waren. Dit zegt iets over het leven van het volk.

 

HISTORISCHE VERDELING VAN HET BOEK JESAJA

 

  1. Periode van Uzzia en Jotam. We zullen hier al moeten denken aan de laatste tijd van Uzzia moeten denken waarin hij door melaatsheid getroffen was. 2 Kon 15:5. Jotam regeerde toen in plaats van zijn vader. Uzzia is dan officieel nog de koning. Het is een tijd van grote welvaart voor een deel van de mensen in Juda. Een ander deel leeft door sociaal onrecht in bittere armoede. Hoofstuk 1-6
  2. De periode van koning Achaz. (743-727) Tijdens deze periode de Syro-Fenisischese oorlog (734-732) Hierop hebben de hoofdstukken 7,8 betrekking.
  3. Regering van Hizkia. (727/714-686) 713 opstand tegen Assyrië. Hizkia staat daar sympathiek tegenover. De leiding van de opstand vooral by Asdod. Hier achter zit het Egypt dat dan door die Kusitische dynastie geregeerd word. Die Kusitische dynastie is de 25e dynastie die van 745-655 regeerde. Tijdens de opstand tegen Assyrië is Shabako de faroa. De laatste van het Kusitische huis is farao Tirhaka (2 Kon 19:9; Jes 37:9).   zie vooral hoofdstuk 20.

Andere belangrijke politieke gebeurtenissen tijdens de regering van Hizkia zijn de opstand tegen die Assyrische koning Sanherib. (705-681) Deze opstand word deur Merodach-Baladan van Babel geleidt. Hij sleept o.a. met zich mee: Juda, Edom, Moab, Fenisië, Filistea. Sanherib slaat deze opstand neer, hij belegert in 701 Jeruzalem maar kan dit niet veroveren. We lezen lees over deze tijd in de hoofdstukken 30-39

 

 

Enkele opmerkingen per hoofdstuk

 

  1. De ernst van afwijking van Juda 1:5,6 - Sodom en Gomorra  vs 9

Al met die daad gewaarskuuwd 1:7,8

De HERE wil niet een alleen uiterlijke mooie godsdienst. 1:11-17  Zie ook Psalm 81. Zie daarvoor Goeie wet   bladzij 5,6

Zie ook Amos 5.

Zie voor vers 17   Jak 1 laatste verzen.

De vijanden van vers 24 is het ongelovige deel van Gods volk!

Beelden van vers 29-31???

 

  1. Zie herhaling van adres van deze profetie in 2:1.

De toekomst wordt aansporing voor Juda om volgens Gods wil te leven. Het gaat om dezelfde aarde!!

Syncretisme vs 6.

Wie spreekt er in vers 9???

Vs 20-22  zie Openb 6

De situatie van dit hoofdstuk wijst op een welvarend volk.

 

  1. Het openlijke van de zonde van Gods volk vers 9!! Bemoediging van de rechtvaardige vs 10. Waarom neemt de HERE de versiering, het opmaken weg? Niet omdat dit op zichzelf verkeerd is maar vanwege de houding waarmee het gedragen wordt en wat de mensen er mee uitdragen. Vs 16. De kerk als bruid maakt zich mooi voor Christus Openbaring 21:2
  2. Aandacht vers 1. Dit vers laat de verkeerde sociale situatie zien. Geen recht voor de zwakken. Het recht van de sterken. Een wolk overdag, rook in de nacht. Vergelijk uittocht uit Egypte.
  3. Inwoners van Jeruzalem opgeroepen om te oordelen terwijl ze zelf deel van die wijngaard zijn. Wie is die wijngaard? Zie vers 7. Dit kan omdat de feiten die de HERE voorhoudt geen enkele andere uitspraak rechtvaardigen. Zo is het ook bij het laatste oordeel Matt 25.
  4. We zijn nu in het sterfjaar van koning Uzzia gekomen. Wordt Jesaja hier geroepen of was hij al een profeet? Heeft deze bijzondere roeping met die tyd en omstandigheden te maken? Er ligt voor Jesaja een heel zware tijd voor Jesaja voor. De tijd van Achaz  Let  er op wat meteen na hoofdstuk 6 volgt!!!! Het hart van het volk is al zo hard terwijl die levensrichting van 3 van die vier koningen nog goed is.
  5. Ken de historische achtergrond goed! Ken de betekenis van de name van de kinderen van Jesaja . Zie de aantekeningen Hermeneutiek.
  6. Assur sal Gods gericht over Israël en Juda uitoefenen. Waarom het woord Immanuel in vers 8? Einde hoofdstuk 8 zijn zij die niet op de HERE bouwen.
  7. Het huis van David vs 6. Vanaf vers 7 weer vooral tegen het 10 stammenrijk gericht. Wie was daar koning tijdens Achaz? Sterke aandacht voor weduwen en wezen. Zie perspectief/ verschil vers 16 en 10:2
  8. Verschil tussen Gods bedoeling en Assur als Zijn instrument 6,7. Opvallend vs 20-22. Let ook op het overvloeien van gerechtigheid. Versta het vervolg vanuit vers 24.
  9. Versta vers 1 vanuit de situatie van de rest die we hier te zien krijgen. Hier in Jesaja de eerste keer over de Wortel van Isai. Wat is die tweede keer van vers 11?  Eerste keer uittocht uit Egypte. Tweede uit ballingschap.
  10. Vs1!!
  11. Hoofdstuk 13-21 Profetieën tegen de volken.

Babel  13,14  De dag van die HERE de dag van Zijn oordeel door Babel  13:9 let op Meden in vers 17. Vergelijk voor hoofdstuk 14 vooral de geschiedenis van Nebukadnesar.

Assyrië  14:24-27  Ook algemeen bedoeld!

Filistijnen 14: 28-32  Let op datum

Moab      15,16  Deze profetieën kennen ook nog hoop! 16:4,5 e.v. Let ook op vers 14   3 jaren   715 toch Assyriers tegen o.a. Moab

Damaskus 17 Let er op dat Efraim voor Israël staat.

Efraim, Israël  17 Let op beeld 10,11

17:12,13  Algemene typering van deze profetieën?

Assyrië? 18

Egypte  19,20  Hier ook weer hoop. Zelfs profetie over het dienen van die HERE. Let ook vers 25! Zie ook Jer 43:7; 44:1,15

Onias  naar Egypte gevlucht. Vluchten voor Assyriërs. Hij bouwt omstreeks 160 v Christus tempel in Leontopolis. Bestaat tot 72 na Christus.

Kus  20  Tijdsbepaling hier nagaan. Wat is de historische gebeurtenis? Zie Historisch overzicht.

Babel  21 Zoals in hoofdstuk 13 gaat het hier om het begin van de ballingschap en laat het zien dat Babel door Meden en Persen veroverd wordt. Elam was toen nog een zelfstandig land. Elam is in 640 door Assurbanipal tot val gebracht en dan zijn het de Perzen die het oostelijke deel van Elam in bezit nemen.

Edom  21:11,12

Arabië  21: 13-17      

22 Profetie over de komst van Babel dat Jerusalem zal verwoesten.  De inwoners van Jeruzalem zoeken overal in eigen kracht bescherming maar zoeken het niet bij de HERE Vers 11. Zelfs nood brengt ze niet bij God, niet tot bekering. Vers 13!!

22:15 e.v. Hier is zijn we terug bij de geschiedenis van dat moment. Zie 36:3.  Over welke Sebna gaat het hier  Was Sebna een vreemdeling? (o.a. Ridderbos)

  1. Wat moet we van vers 18 denken? Let op Ezra 1:4; 3:7; Hand 12:20. Vgl ook Openb 21:24.

 

  1. Let op de toestand van Gods volk, in het bijzonder hun leiders. Vers 7. 9!! Lev 10:8-10. Vers 10e.v. wijst er op dat ze geen onderwijs kunnen geven. Vers 12 laat zien dat het volk het evangelie vanuit vroeger tijden kon kennen. Toch nemen ze met de vervorming, met de dwaalleer genoegen. Wat is de bedoeling van vers 23-28?
  2. Zie vers 10,11, 13,14
  3. Hulp zoeken bij Egypte 1-3. Ze kijken niet uit naar Gods boodschap. 10,11, 15. 18!   Let op de zonde van vers 22.
  4. Weer tegen het hulp bij Egypte zoeken gericht. Zie vers 3! Hoe zal Assur vallen? Vers 8
  5. Vers 3 zie Jes 6. Is vers 1-8 echt Messiaans? Hoe vers 10 opvatten? Wat wordt bedoeld met 1 jaar en een paar dagen? Gaat het hier over het beleg door Sanherib in 701? We lezen hierover in hoofdstuk 35 e.v.
  6. Let op vers 15,16. Zie voor vers 19  hoofdstuk 28
  7. Wat is de rede voor het oordeel over al deze landen en volken? Vers 8. Edom het voorbeeld van dit oordeel vs 5,6. Let op vers 11 en zie 1:1.  Zie verband vs 16 en art 5 NGB. De ‘zij’  in vers 17 zijn niet de Edomieten!
  8. Waarop duidt 1-3? Moeten we hier niet aan het gebied van hoofdstuk 34 denken? Ridderbos heeft het hier over de ballingschap. Kan dat wel? Is de groei en bloei van de woestijn van Edom niet een teken van de scheppingskracht van HERE? De HERE die dit doet zal ook Juda uit de hand van de Assyriërs verlossen! Vers 4. Verlossing word beschreven in beelden van de volkomen verlossing. Zoals de  oordelen in beelden van het eeuwig laatste oordeel. Hier ook  beeld van terugkeer – ballingschap vs 10.
  9. Wat zegt vers 7 over de godsdienst van Juda? De koning van Assyrië verheft zich boven de goden en ook boven de HERE 18-20.
  10. Vs 9 Tirhaka de laatste Kussitische farao van Egipte. 690-664. Let erop dat hij hier de koning van Kus genoemd word. Heel belangrijk dat die HERE hier vs 16 “die HERE van die legerscharen, God van Israël die op de cherubs troont, genoemd wordt. Zijn Koningschap over alle volken en koningen. Hizkia ontmaskert de woorden van de rabsake vs 20. Vers 35 ook ‘om Dawid’. Esar-Haddon koning.
  11. Vs 22?
  12.    
  13. Hoe passen de eerste verzen van dit hoofdstuk bij hoofdstuk 39! De ballingschap van het volk en het huis van Dawid wordt heel concreet in 39 geprofeteerd. Gras, volk verdort maar Gods Woord van belofte houdt stand. Dit betekent dat ondanks uiterlijke verdorring een deel van het volk toch blijft bestaan. De garantie daarvoor is Gods almacht die in de schepping, onderhouding en regering van de wereld zichtbaar is. Het volk in ballingschap niet verloren gaat. Gods  kracht is mee als de kracht van de sterkste macht op deze wereld. 
  14. Gaat het hier over Kores? Wijst wat we hier lezen niet eerder op Nebukadnesar die de volken onderwerpt en Juda in ballingschap voert? Let op vers 4

Let op de naam van Abraham vers 8. De volken moeten beven maar de HERE heeft Israël uitgekozen. Ondanks alles mag Gods volk in ballingschap goeie moed hebben. De HERE zegent Zijn volk. Hoe klein het volk in die wereldpolitiek ook lijkt. Vers 14

De volken moeten hun onmacht  tegenover de HERE, die God van Israël onder ogen zien. Zie vers 22,23. Zie ook 26-29.

  1. Wie is de grote Verlosser van Gods volk? De Knecht van de HERE. Hij is niet alleen de Verlosser van Israël. Vers 1,6.

Het perspectief van de lof op de HERE door die hele aarde. De hele aarde wordt tot lof op Hem opgeroepen. Vers 8 e.v. Let op de omsluiting door vers 8,17

Jesaja wendt zichzelf  tot het volk. Al zien ze al die dingen gebeuren toch blijven ze daarvoor doof en blind. Ondanks het heel goede onderwijs is het volk in verdrukking. Dat wijst op hun ongehoorzaamheid.

  1. Ondanks de situatie die de HERE in die heden tekent, komt de genadige, onverdiende wending van hoofdstuk 43. Terugkeer uit ballingschap geprofeteerd. Dit is een wonder waarin we zien dat die HERE Zijn volk eerst  heeft liefgehad. Zie ook 1 Johannes 4:19

De volken moeten zien dat alleen de HERE God is. Vanaf vers 9. Ze zien dit juist in de ondergang van Babel. Vers 14. Let ook op vers 15. Hij maakt iets nieuws. Zorgt dat Zijn volk ook door de woestijn kan treken. Zonder gevaar en dorst.

Ondanks alles wat de HERE geeft, is het op geen enkele manier door Israël verdiend. Toch vergeeft de HERE en begint Hij weer opnieuw met hen.

  1. Het geschenk van Gods Gees laat het vette hart van velen onder het volk veranderen. 1-5

Let op de insluiting van vers 6 en 21. Daartussen wordt de onmacht en bedrieglijkheid van de afgoden van de volken aangewezen. Weer het wonder van het nieuwe begin dr vergeving vers 22.

Het verschil tussen de leugenprofeten en de ware profeten. De boodschap is dat Juda’s steden weer herbouwd zullen worden. Hier eerste keer naam Kores vers 28. Nog een keer 45:1.

  1. De HERE roept Kores. Waarom vers 4. Doel vers 5,6. Wat is de twist met zijn Formeerder? Zie ook vers 11. Is dit een vermaning voor hen die in Kores niet de bevrijder zien die de HERE stuurt en die in Babel wil blijven wonen?!

Doel van de schepping door de HERE  van de aarde vers 18.

  1. Bel en Nebo de goden van die Babyloniërs staan nou beschaamd, nu Kores overwonnen heeft. Dit geldt niet voor Jahwe want heeft de  ballingschap als straf van Hom voorzegd. Let hierbij op vers 9-11.
  2. Let op vers 4. Let op vers 6,7. Ook met die oog op Daniël 4. De onmacht van die toverij en bezweringen vers 9.
  3. Vers 3 wijst op de ballingschap waarin die volk is/zal gaan. Je ziet in dit hoofdstuk hoe belangrijk het is dat die HERE de dinge vooruit gezegd heeft!! Vers 5. Zie vers 9-11!!!

Vanaf vers 14 over Kores? Oproep om weg te trekken. Vers 20-22.

  1. Eerste profetie over de Knecht van die HERE vers 1-7. Let vooral op vers 6. Knecht kan niet met het volk samenvallen. Vers 7! De profetie van de Knecht loopt zeker tot 9a door. Waarschijnlijk zelfs tot vers 13!

Waaraan moeten we bij Sion in vers 14 denken? Is hetgeen deel van het volk dat in Kanaän achtergebleven is? Gaat het hier over het volk of om de stad? Gods eer vers 26.

  1. Jeruzalem en het volk zijn vanwege eigen schuld door God verstoten. Voor het volk komt de Knecht van de HERE. Let op de duidelijke profetie over het lijden van Christus.
  2. Hier spreekt de HERE over hen die Hem willen volgen en naar Hem willen luisteren. Straf, oordeel en heil sluiten elkaar zeker niet uit vers 6. Bescherming bij de HERE. Steeds weer een beroep op Zijn macht die Hij bij de schepping heeft laten zien.

De God die ellende over Jeruzalem gebracht heeft, neemt dat ook weer weg! Dit is voor Jerusalem echte troost. Zie vooral vers 22.

  1. Jeruzalem kan juichen. De terugkeer bereikt haar hoogtepunt in vers 8. Oproep om echt naar het beloofde land terug te gaan. Ook de stam van Levi. Zie voor wat er echt gebeurd later Ezra 1 en 2.
  2. Ook hier is de exegese dat de Knecht Israël is onmogelijk. Gaat hier duidelijk om een persoon die ter wille van het heil voor Gods volk lijdt.
  3. Sion wordt weer vruchtbaar. God is goed, ondanks de zonden van Zijn volk, blijft Zijn liefde.
  4. De HERE geeft uit genade! Zie voor wat genade is vers 1. Sion wordt zo rijk en vruchtbaar dat andere volken deel van Sion worden. vers 5. Vaak worden vers 8,9 verkeerd, te algemeen gebruik!! Zie ook vers 11.
  5. Voorbereiding op de komst van Gods heil is nodig. Vers 1. Johannes die Doper. Elke gelovige ontvangt bemoediging. Ook de vreemdeling en de ontmande.
  6. Deze prachtige toekomst is er niet voor die goddelozen. Zij moeten beseffen dat zij gestraft zullen worden. Zie ook vers 13b. Vanaf vers 14 is duidelijk voor wie deze toekomst is: voor de verbrijzelden en nederigen van geest.
  7. Godsdienstige plichten worden uitgevoerd maar niet met het hart. Dan protesteren ze omdat die HERE ze niet helpt ondanks de vervulling van hun godsdienstige plichten. Echt vasten vers 6,7!! Alleen op die manier vers 12. Zie voor de sabbat 13,14!!
  8. Bekering nodig. Zie voor de wapenrusting van God vs17,18. Hier niet de wapenrusting die van Hom komt, zoals in Ef 6 maar de wapenrusting die Hij zelf draagt. Binnen Jakob bekering vers 20.
  9. Hier nadruk op het oecumenische, het katholieke van de kerk. De stad is open! Vers 11. Vers 14,15 e.v. dit is waar de terugkeer naar Jeruzalem op zal uitlopen!
  10. Christus haalt het begin aan om te laten zien wie Hij is! De kerk als bruid vers 10,11
  11. Je mag je echt op Gods beloften beroepen! Vers 6,7.
  12. Die HERE bedien Zijn toorn alleen!!

De ik van vers 7  is Jesaja. Vers 8 e.v. laten vanuit de geschiedenis van een zondig volk zien hoe groot de goedheid van de HERE is.

Vader in vers 16 wijst op de schepping en laten zien hoe Hij de mens als Zijn kind gemaakt heeft.

  1. Let op vers 4!! Zonde als oorzaak erkennen vers 5,6. Beroep op Zijn liefde en vergeving. Vers 8 e.v. Duidelijk in verband met ballingschap 10-12.
  2. De HERE en Zijn verkiezing zijn altijd eerste. Vers 1. Let op het woord heilig in vers 5. Beeld van de rest in vers 8.

Vers 17,18. Aandacht vers 20! Vgl 22. Volkomen vrede met de natuur 25.

  1. Wat zal alles anders zijn! vers 3.

 

 

 

EZECHIëL 1-20

 

Ezechiël is een balling. Hij is in 597 samen met koning Jojakin in ballingschap gegaan. Hij komt uit een priesterlijk geslacht. Hij woont in Tel-Abib. Dat is bij die rivier, of kanaal die Kebar. Ezechiël was getrouwd maar heeft zijn vrouw vroeg verloren. Het sterven van zijn vrouw en de verwerking daarvan heeft symbolische waarde gehad. Ez 24:15-24. Zie ook 33:21 e.v.

Hij begint te profeteren in het vijfde jaar dat hij in ballingschap is 1:3.

Indeling:  1-24  Profetieën  over de val van Jerusalem.  (587)

                25-32 Profetieën tegen de volken.

                33-48 Profetieën over het herstel Israël. 

 

  1. Het lijkt het meest waarschijnlijk dat het 30e jaar het 30e jaar van het leven van Ezechiël is. Vierde maand is van half juni tot half juli. Zie voor de personen ook Openb 4. Zien vers 20. Het gaan hier om die verschijning van Gods heerlijkheid vers 28. Het is Gods troon  waarop Hij door Zijn lijfwacht, de 4, omringd wordt. De heerlijkheid van God die alle kanten op kan bewegen. Hiermee begint boek en zet de toon. Zie voor de heerlijkheid van God vooral twee boeken van ds P. De Vries.
  2. Let op mensenkind. Adres van de profetie vers 3. Gaat het hier om Juda en Israël als volken of gaat het om de volken van 25-32? Onverschrokken Gods woorden verkondigen. Boekrol.
  3. Boekrol opeten. Proeft als honing. Toch zal het volk dat dit kan begrijpen niet willen luisteren. Ze hebben een heel hard hoofd. De HERE zal het hoofd van Ezechiël  zo hard als diamant maken om  er voor te zorgen dat hij het  blijft volhouden. Ezechiël hoort de heerlijkheid van de HERE als bemoediging. Dan brengt de Gees hem daar waar hij moet preken.

Ezechiël als wachter aangesteld. Heel belangrijk voor de roeping van elke predikant! Mag niet zwijgen. Als jy dat toch doet wordt dit  jou toegerekend.

22 e.v. Geest in de laagte. Weer ziet Ezechiël Gods heerlijkheid. Let op de laatste verzen van dit hoofdstuk.

  1. 390 jaar van ongerechtigheid vers 5. De betekenis van deze jaren. Aalders denkt aan 390 + 40= 430. Is de tijd van de slavernij in Egypte. Dit lijkt mij niet te kloppen. Daarover gaat de straf van de HERE hier niet. Het gaat juist om de tijd daarna.

592+390= 982+40= 1032. As dat klopt gaat het dan om de tijd vanaf het koningskap van Israël?

Symbolische handelingen. Zien voor bedoeling o.a: vers 13,16,17

  1. vers 2 slot. Uitleg vers 12.

Zie ook  4:1. Gaat om de stad zoals hij die moest maken hij.

  1. Vers 13 hoogten.
  2. Vers 10,11 zwaard, pest, hongersnood komt steeds weer voor. Ook in vorige hoofdstukken Zie Lev 26

Vers 21,22

  1. Let op tijdsaanduiding! 1-7 dus in het 5e jaar ! 593. Nu vanaf 592.

Ezechiël kijkt in  Jerusalem. Afgodendienst door priesters. Hij ziet mensen en hoort en kent hun namen! Hoe ze denken vers 12!

Tammuz oude Babylonische god van de vruchtbaarheid

Net na de oogst juni/juli hebben vrouwenzijn weggaan beweend.

Vers 16!

  1. Zes die het oordeel uitvoeren. Leiding Christus. Zie Openb 1 en 6.

Vers 3 Gods heerlijkheid. Vgl 10e plaag.

Teken vers 4 voor wie?

Oordeel begint bij het huis van God! 1 Petrus 4:17.

  1. Gods troon – Christus daarop – Hij voltrekt Gods oordeel – tempel word vol van Gods heerlijkheid. (Boek DKW Hoog bezoek)

Vs 7   Gaan doen wat God in vers 2 zegt.

Vs 12

Vs 18  Gods heerlijkheid trekt terug!

  1. Namen van concrete persone!

Vs 11. Die plaats van het oordeel. De muren van Jeruzalem zullen niet altijd beschermd worden.

13!!

Vs 15  Tegenstelling ballingen en dat deel van het volk dat in Jeruzalem en daar om heen woont.

19 vgl Jer 31

23 Gods heerlijkheid zelfs uit de stad. Berg: Olijfberg.

  1. vs 2 vgl Jes 6

vs 5  Eigen huis – gedroogde kleitegels die makkelijk verwijderd kunnen worden.

vs 6 Bedoeling vanaf vers 10. Koning -  Zedekia. Hij vlucht ook in de nacht.

Vs 22  idioom.

Vs 23. Dit zal in hun leven gebeuren.

  1. Valse profeten typering vers 2-4. Ook profetessen vers 17.

Vs 9

Vs 14 Val van de stad laat het bedrog zien.

  1. Vraag om hulp. Hulp van de HERE vers 1,2

Geen antwoord maar oproep tot bekering.

De HERE geeft een algemene regel wat Hij in zo’n  situatie doet.  Vers 8 en verder. Ook regel wat Hij met een profeet zal doen. Dit en vers 11 laten ook licht schijnen over Hand 5. Annanias en Saffira.

Vers 14. Wie is deze Danel of Daniël? Zie Lettinga Godsdiensten van de wereld II 333,334. Bij Aalders zien we op dit punt een verschil tussen zijn kommentaar van 1955 en zijn aantekeningen in Beknopt Commentaar op die Bijbel 1963.

Vgl Het gebed van Abraham voor Sodom. Gen 18.

Vers 22,23.  Een deel blijft over.  Het is de rest die in ballingschap zal gaan. Zij komen hen die al ballingen zijn. Wanneer de ballingen zien wat hun gedrag en leven is, zullen ze begrijpen wat er met Jeruzalem gebeurd is.

  1. Gods volk is wijnstok. Zie bijv. ook Jes 5:1. Het hout van een wijnstok kun je niet echt gebruiken. Het heeft geen waarde. Een wijnstok heeft alleen waarde vanwege die vruchten, de druiven.

De twee die geënt zijn:  Juda  en Israël. Het middelste stuk Jeruzalem en omgeving  dat na die ballingschap van Israel in 722 en de ballingschap van een belangrijk deel van Juda in 597 nog overgebleven is. Ook Jeruzalem zal verbrand worden. vers 7,8   

  1. Profetische geschiedenisbeschrijving van Jeruzalem. Ontstaan 3,4  -  groei 6-13 – wil in eigen kracht mooi en belangrijk zijn 14- 15.  Pleegt overspel, dient andere goden. Egypte, Filistijnen, Assur, handel. Zo wellustig dat zij zelfs niet op beloning let 31, 33,34!!  Hoe slecht het ook gaat toch geen bekering tot die HERE. Hoe Hij ze bij gehoorzaamheid ook gezegend heeft!! Die onbeschaamdheid van de hoererij van Jeruzalem vs 32.     

Jeruzalem gaat in het spoor van de eerste bewoners. Ze gaan die weg in plaats dat ze als volk van God leven. Ze laten in hun daden zien dat ze geestelijk niet et nageslacht  van Abraham zijn. vers 45. In gezelschap van Samaria en Sodom. 46.  Vers 47,48 – Matt 11.

Vers 60!! Gods liefde laat mensen hun zonden ontdekken. Vers 61!!

  • Let op de tyd van deze profetie. Vers 16,17. Vers 22-24 Pinksteren.
  • Betekenis van dit spreekwoord. Vers 2. Antwoord vers 4! Het vervolg is uitwerking daarvan. Dit is een duidelijke beschuldiging. Zie vooral vers 25,29 e.v. Hier zien we de nadruk op de persoonlijke verantwoordelijkheid. Zie ook Num 26:11.

Belangrijk voor de prediking  vers 32. Altijd weer het welmenende aanbod van genade.

  1. De Leeuw van Juda!! De eerste jong leeuw Joahas. 2 Kon 23:30,31. Zelfs worden mensen verscheurd. 2 Kon 23: 32. Farao Necho 2 Kon 23:33. Naar Egypte 2 Kon 23:34.

Tweede jong leeuw Jojakin.  2 Kon 24:8. Jojakim wordt hier overgeslagen. Het optreden van Jojakin  2 Kon 24:9. Gevangengenomen en naar Babel gebracht 2 Kon 24:10-12.

Geen leeuw meer. Hoe arm en zwak is Israel geworden. Israel hier naam voor Juda, hele verbondsvolk.

  1. Nu 2 jaar na eerste profetische optreden van Ezechiël. Zie 1:1. Zie vers 7-10. Ter wille van Mijn Naam 9,14,22,40,44

Vers 25? Aalders zegt hier dat God het zegenrijke van Zijn wetten toen voor Israël weggenomen heeft.

Aantekeningen Statenvertaling: straffen en wijst dan op Num 16:23; 21:6;25:4.

Wijst ook op de mogelijkheid van verband met Ps 81:12, Rom 1:24.

Verklaringen blijven moeilijk en bijna altijd onbevredigend. Een oplossing die mij hier logisch en natuurlijk lijkt, is om dit vers en 25,26 als  een retorische vraagzin te lezen. Hiertegen bestaan geen grammaticale bezwaren. Het Hebreeuws kent meerdere voorbeelden van vragen zonder een opzettelijke vragend voornaamwoord.. Voorbeelden in het boek Ezechiël 11:13b; 15:5b; 18:13a; 24a; 33:26b. Zie hiervoor ook Gesenius Kautsch Hebrew Grammar  & 150a p 473.

Zie voor het verband vers 31. Het antwoord op de vraag in het begin. Vers 33 wijst  er op dat het gaat om hen die nog niet in ballingschap zijn.

Vers 37  onder de herdersstaf door. Staf schuin. Ze moeten een voor een binnenkomen. Herder schift. Zo binnen de band van het verbond dat de HERE gegeven heeft. Anderen komen  er buiten te staan. Zie 38.

Vs 49

 

  

BIJLAGE

 

  1. DE KNECHT IN JESAJA 40-55

 

Dit naar aanleiding van opmerkingen van Verhoeff op blz 77

  

  1. Spreekwoorden in het boek Ezechiël

 

  1. 12:22

De ballingen leven met een verkeerde mening en voorstellingen ten aanzien van Jeruzalem en de terugkeer naar Jeruzalem. Zij hebben gedacht  dat Jeruzalem niet zou vallen. Ze dachten dat ze vrij snel naar Jeruzalem konden terugkeren. Reactie op de symbolische handelingen van Ezechiël die de val van Jeruzalem aanwijzen. 12:22 

Volk gelooft Ezechiël niet.

Let op volgende verzen.

Dan b.

  1. 12:27

De reactie van het volk wordt voorzichtiger. Wanneer dit gebeurt ligt het in de verre toekomst. Niet tijdens hun leven.

Geen uitstel. Dit steeds zo in het vervolg tot en met hoofdstuk 17.

  1. 18:2

Reactie op de boodschap van Ezechiël  dat Jeruzalem gauw zal vallen en de ballingschap nog een tijd zal duren. Vergelijk Jer 31:29-30. Ze beschuldigen die HERE nu van oneerlijkheid. Toch laten deze woorden zien dat het besef van het volk dat  Jeruzalem kan vallen en de ballingschap langer kan duren, groter wordt. Hun diepe klacht in vers 25

  1. 18:25

Gods antwoord is dat Hij hen wijst op hun eigen verantwoordelijkheid. Zie hier ook 33:17,20.

  1. 33:10

Jeruzalem en de tempel zijn verwoest! Ezechiëls  woorden zijn uitgekomen. Ze erkennen dat in dit spreekwoord. Zie ook 37:11

 

KONINGEN EN PROFETEN

Enkele heilshistorische opmerkingen bij Richteren tot Maleachi

 

  1. Een onmogelijke opdracht.  Toch  zinvol overzicht.

 

  1. Enkele handige hulpmiddelen
  • A.  Chronologische gegevens

 

Tijd Richteren t/m Salomo (12 stammenrijk)

ca. 1040 - 1000

Tijd van Samuël, de laatste richter, en Saul, de eerste koning

10e eeuw

Bloeitijd uit de geschiedenis van Israël, nooit was het rijk zo groot. Tijd van David en zijn zoon Salomo.

ca. 1000 - 960

koningschap van David. Jeruzalem wordt hoofdstad van het door veroveringen gegroeide Israëlitische rijk.

ca. 964 - 926

Koningschap Salomo;  bouw eerste tempel (1 Kon. 6, 2 Kron. 3).

926

Dood Salomo; scheuring van het rijk in Israël en Juda. Het verval was al ingezet tijdens Salomo's bewind, doordat hij het vereren van andere goden toeliet en zelfs tempeltjes liet bouwen voor zijn vrouwen die andere goden dienden.

 

 

Israël (noordelijke rijk; hoofdstad: Samaria) 926 - 722

ca. 871 - 852

Koning Achab voert de Baälverering in. De profeet Elia

ca. 845

Machtsgreep Jehu, moord op aanhangers Baäl; profeet Elisa

ca. 787 - 747

Bloeiperiode onder Jerobeam II,  profeten Hosea  en Amos.

722

Verovering door de Assyriërs o.l.v. Salmaneser V. Ballingschap

 

 

Juda (zuidelijke rijk; hoofdstad: Jeruzalem) 926 - 586

871 - 849

Koning Josafat

787 - 736

Koning Azaria (Uzzia): voorspoedige ontwikkeling, o.a. verovering Negev.

ca. 740 - 700

Profeten Jesaja en Micha; Zij veroordelen de heersende afgoderij

735

Assyrië verslaat de vijanden van Juda, maar keert zich daarna tegen Juda

ca. 725 - 697

Koning Hizkia

701

Belegering van Jeruzalem door de Assyriërs o.l.v. Sanherib

638 - 608

Koning Josia, vergroot de zelfstandigheid van Juda, annexeert de noordelijke provincies Galilea, Gilead en Samaria; hij verwijdert afgodsbeelden uit de tempel en voert hervormingen door, o.a. onder invloed van de vondst van een oud wetboek in de tempel (621).

627

Jeremia krijgt een visioen en treedt op als profeet (tot ca. 586)

612

Verovering Nineve door de Meden, beschreven door de profeet Nahum; feitelijk einde Assyrische invloed.

608

Egyptische opmars, slag bij Megiddo (bij de berg Karmel): dood Josia.

597

Babyloniërs o.l.v. Nebukadnezar II voeren koning Jojakim en de profeet Ezechiël weg in ballingschap.

586

Babyloniërs verwoesten nu Jeruzalem en de tempel (onder het oog van de profeet Jeremia); begin Babylonische ballingschap.

 

 

Babylonische ballingschap

tot 538

Babylonische ballingschap. Nebukadnezar liet de Judeëers bij elkaar blijven en stond ze toe hun eigen godsdienst uit te oefenen. Sommigen bereikten hoge plaatsen aan het hof, waaronder Daniël. Babylon werd in 539 door de Perzen veroverd.

538

Eerste terugkeer, o.l.v. Zerubbabel, kleinzoon van Jojakim.

516

Herbouw van de tempel, met Perzisch geld en aanbevolen door de profeten Haggai en Zacharia.

rond 450

Nehemia herbouwt stadsmuren Jeruzalem; Ezra rondt herbouw tempel af.

ca. 300

Ptolemaeus I, veldheer van Alexander de Grote, verovert vanuit Alexandrië Palestina.

ca. 200

De Romeinen hebben de macht van de Ptolemeërs in de regio gebroken, waarop de Seleuciden vanuit Syrië Palestina veroveren. Onder koning Antiochos IV ontwijden zij de tempel.

ca. 160

o.l.v. Judas Makkabeüs verslaan de joden de Seleuciden. De geschiedenis van de joodse vrijheidsstrijd wordt in twee apocriefe boeken beschreven (1 en 2 Makkabeeën.

63

De Romeinen o.l.v. Pompejus nemen Jeruzalem in.

37 - 4

Herodes de Grote, koning der joden, viervorst namens Rome, voert een wreed beleid, o.a. kindermoord te Bethlehem.

7 of 6 v.Chr.

Geboorte van Jezus

(alle genoemde jaartallen voor Christus)

 

  • B.  Overzicht  
    Hieronder een heel handig overzicht dat te vinden is op: www.verhoevenmarc.be
     

 

 

De Israëlische regio in de 9e eeuw v. Chr.  Bron: Wikipedia (Bewerkt)

 

  • C.  Achtergrond van het boek Richteren 

Dit boek geeft aan wat de achtergrond is van wat we in 1 Samuël vinden. Het grote refrein van het boek Richteren is dat ieder deed wat goed was in eigen ogen. De hoofdstukken 17-21 zijn daar een verschrikkelijke illustratie van. Zie het laatste vers van Richteren.

Dat is de situatie die we aantreffen als we in 1 Samuël 1 terecht komen.  Eli is richter.

Wie is Eli? 

Wat doet Eli in die tijd? Eli die zelf wel een gelovige man is. Toch is er iets heel belangrijks wat Eli steeds niet doet.

Dat kom je op het spoor als je er eens op let hoe het in die geestelijke donkere tijd in de kerk het er in de tabernakel aan toegaat. Eli is de hogepriester, je kunt zeggen hij is in de tabernakel de baas en is volledig verantwoordelijk voor wat daar gebeurt. Zijn twee zonen Hofni en Pinehas zijn de priesters die het dagelijkse werk in Gods heiligdom doen. Zij zorgen er voor dat de dagelijkse offers gebracht worden. Zij gaan om met de broeders en zusters die komen om hun offers voor de HERE te brengen.

Zij vertegenwoordigen daarbij de HERE. Maar wat maken ze er een zooitje van! Ze staan daar niet in diepe liefde en eerbied voor de HERE. Nee,  ze zoeken zichzelf. Het priester zijn moet hen voor het leven hier en nu veel opleveren. Ze nemen als het moet zelfs met geweld een deel van het offer voor zichzelf terwijl de HERE het anders geregeld had. Ze nemen zelfs wat in die tijd als het beste wordt gezien, wat in die tijd het duurste deel van het vlees is voor zichzelf. Terwijl het voor de HERE is om te laten zien dat je Hem het kostbaarste van je leven wil geven. Het moet allemaal niet zo moeilijk, als je toch een deel van het offer aan de HERE geeft dan is dat toch goed genoeg. Niet allemaal zo precies en niet allemaal zo moeilijk. De HERE is er toch om je vrij te laten voelen.

Het is ook heel opvallend dat Eli als hij zijn zonen op hun gedrag aanspreekt o.a. dit zegt: “Dit kan niet, mijn zonen! Nee, dit is geen goed bericht dat ik hoor; jullie laten het volk van de HERE overtredingen begaan.” 2:24  (HSV)

Als het volk let op de mensen die hen voorgaan in Gods huis dan zien ze mensen die juist dingen doen waarvan de HERE gezegd heeft dat Hij dat niet wil. Ze pakken vlees dat ze niet mogen pakken. Ze slapen met vrouwen die rond de tabernakel helpen en werken. Ze houden er rond Gods huis als bijzondere knechten van God wisselende seksuele contacten op na. Ze doen dat zelfs niet in het geheim zoals in onze tijd via allerlei sites. Nee, ze doen het openlijk. Ze leven open ongehoorzaam en losbandig. Het gevolg is dat velen onder het volk hen navolgen. Hofni en Pinehas moeten  juist voorbeelden in een heilig en teer leven met de HERE zijn en ze zijn voorbeelden van een leven waarin godsdienst een vorm geworden is waarbij je het doet volgens je eigen smaak en behoefte. Gods dienst wordt iets om je eigen behoefte te bevredigen in plaats van om de HERE in liefde en gehoorzaamheid te dienen. Het wordt door hun voorbeeld al donkerder onder Gods volk.

Eli heeft als de hogepriester, als de baas namens God in Gods heiligdom er met zijn zonen over gesproken. Hij heeft laten weten dat het niet goed is wat ze doen. Samuël moet nadat de HERE met hem gesproken heeft aan Eli vertellen hoe de HERE er over denkt. Wat Hij gaat doen. Hij moet vertellen dat Gods eerdere oordeel over Eli en zijn zonen en familie er echt zal komen!  De reden daarvoor vat de HERE in 3:13 zo samen: “Want Ik heb hem bekendgemaakt dat Ik over zijn huis voor eeuwig gericht zal oefenen, omwille van de ongerechtigheid die hij geweten heeft; want toen zijn zonen zich vervloekt gemaakt hebben, heeft hij hen niet eens zuur aangekeken.”  (HSV)

Ik kan me voorstellen dat je hier toch wel met een vraag blijft zitten. We lezen in vertaling dat Eli zijn zonen niet eens zuur heeft aangekeken.  Toch lezen we op een andere plaats dat Eli toch echt wel iets tegen zijn zonen gezegd heeft. 1 Sam 2:22-25 Hoe zit dat nu? Het woord dat hier met “niet zuur aankijken” vertaald is, is een woord dat alleen hier in de Bijbel voorkomt. Het is een sterk woord. Het is duidelijk dat het hier om meer gaat dan terechtwijzen. We moeten denken in de richting van schorsen of afzetten. Eli ziet hoe Gods naam in Zijn huis door Zijn knechten ontheiligd wordt. Eli gaat er iets van zeggen maar als het dan verder gaat, doet hij er verder niets aan terwijl hij in Gods naam hier de baas en de verantwoordelijke is. Ondanks zijn bestraffende woorden laat hij het gewoon verder gaan.

Wat is de oorzaak daarvan?  Dat heeft er mee te maken waar je hart voor brandt!   Brandt je hart voor de HERE, brandt je hart voor Christus? Is Christus de liefde van je hart? Is Hij die Zijn leven ook voor jouw zonden en schuld aan het kruis moest geven jouw grote Geliefde. Doet je hart zeer als er tegen Zijn wil en woorden wordt ingeleefd? Ken jy Christus als de Heer van alles en waarvan je ook zo graag wilt dat Hij zo erkent wordt door de mensen omdat Hij het verdiend en omdat de redding voor mensen is?

Bij Eli ging de vrede met zijn zonen boven de liefde voor en gehoorzaamheid aan de HERE. Dat is voor ons mensen vaak ook heel moeilijk. Toch kan dat als door de Geest je hart voor de HERE brandt, daarin moeten juist de ambtsdragers voorbeelden zijn voor de gemeente. Christus zelf leert ons die liefde voor Hem boven alles ook in Mattheus 10: “Wie meer van zijn vader of moeder houdt dan van mij, is mij niet waard, en wie meer houdt van zijn zoon of dochter dan van mij, is mij niet waard. Wie niet zijn kruis op zich neemt en mij volgt, is mij niet waard.“   vs 37,38 

 

Samuel is de overgangsfiguur. Het volk komt weer meer naar de HERE toe door Zijn leiding. Hij was de laatste richter. Hij was ook een belangrijke profeet. Zie Hand 2:22-26

Samuël was ook een belangrijke voorbidder.  Psalm 99:6

Samuël was ook betrokken bij de komst van de eerste koning van Israël: Saul.

 

Saul is groot en steekt boven het volk uit. Het volk krijgt de koning die ze willen. Een koning zoals de volken die hebben. Een koning die op zichzelf en zijn eigen kracht bouwt. Komt uit in de latere ontmoetingen met Samuël.

Geen offers maar gehoorzaamheid! 1 Sam 15:22

Er komt een heel duidelijk omkeer op het moment dat de HERE afstand neemt van Saul en David is gezalfd door Samuël tot koning. Zie 1 Samuël 16:13,14!   

De HERE was niet tegen een koning maar dan een zoals Hij die voorgeschreven had: Deuteronomium 17:14-20

Enkele opmerkingen over de verhouding tussen koning – priester en profeet.

Let erop dat deze drie ambten vlak bij elkaar genoemd worden in Deuteronomium 17,18.

Anders als bij de andere volken waar deze dingen in een hand konden zijn. Koning en priester mag in Israël niet!  Waarom niet?  Bij Christus juist wel in een hand. Al geprofeteerd in Psalm 110. Waarom bij Christus wel?

 

 

  1. Profeten die geen Bijbelboek geschreven hebben
  • a. Profeten in de 10e eeuw voor Christus
    • 1.  Nathan
      • Nathan treedt op in de tijd van David koning is.
      • Wanneer David als koning de tempel voor de HERE wil bouwen komt Nathan vertellen dat hij dat niet mag doen.  Deze profetie wijst ook op de toekomst en spreekt ook over Christus.  (2 Sam 7:1-17) Deze profetie is concreet en Messiaans.
      • Nathan komt David bestraffen in verband met zijn overspel met Batseba en zijn moord op Uria. Zie 2 Samuël 11,12.
      • Nathan speelt  een belangrijke rol bij de opvolging van David door Salomo. 1  Koningen 1
         
    • 2.  Gad
      • We lezen over Gad wanneer David het volk laat tellen om te zien hoe sterk hij is.  2 Sam 24: 10 e.v. t.
         
    • 3.  Ahia,  ongeveer 930. Salomo is koning.
      • Hij zalft  Jerobeam tot koning over het 10 stammenrijk. 1 Kon 11:29 e.v.
      • Profeteert als de vermomde vrouw van Jerobeam bij hem komt. Hij vertelt dat haar zoon zal sterven en dat het koningshuis van Jerobeam zal ondergaan. 1 Kon 14: 1 e.v.
         
    • 4.  Semaja.   Rehabeam is koning.
      • Hij verhindert dat Rehabeam tegen Israël optrekt.  1 Kon 12: 21 e.v.
         
    • 5.  Profeet “zonder naam”. 
      • Komt uit Juda en profeteert tegen Jerobeam. 1 Kon 13
      • Tegen het altaar in Bethel.
      • Hij bidt voor Jerobeam wanneer zijn hand verstijfd is.
      • Deze profeet overtreedt  Gods gebod en eet door de woorden van een oude profeet in Bethel. Gevolg is dat hij sterft.
         
    • 6.  Hanani  tijdens de regering van Asa (Juda)
      • Hij wijst koning Asa er op dat hij op Aram in plaats van op de HERE gesteund heeft. Dat is de reden waarom Aram machtig zal blijven en ook een bedreiging. Als Asa echt op de HERE gebouwd had zou hij Aram zelf hebben kunnen verslaan. 2 Kron 16:7-10.
    • 7.  Jehu  de zoon van Hanani.
      • Hij profeteert tijdens het koningschap van Baësa. (Israël) Ongeveer in dezelfde tijd bezoekt zijn vader koning Asa. (Juda).
      • Hij profeteert de ondergang van het koningshuis van Baësa. (1 Kon 16:1 e.v.)

 

  • b. De profeten van de 9e eeuw voor Christus
    • 1.  Elia  tijdens de regering van Achab. 
      • We lezen over het optreden van Elia:
      • Wanneer onder Achab de afval van de HERE tot ongekende hoogte komt. Hij is de eerste koning die openlijk andere goden dan de HERE gaat vereren. Elia profeteert dat er een lange tijd van droogte komt en daardoor ook hongersnood. Bedenk hierbij dat Baal voor wie Achab een tempel heeft laten bouwen juist de god van de regen en de vruchtbaarheid op het land was. Hij verschuilt zich bij de beek Krit en gaat later naar de weduwe in Sarfat. Elia wekt de zoon van de weduwe op uit de dood.  1 Koningen 16,17
      • Elia keert na drie en een half jaar weer terug. Belangrijk 1 Kon 18:18.  De gebeurtenissen op de Karmel  laten zien wie God is! Juist in het berglandschap waar volgens de gedachten juist Baal heer en meester was.  De regen komt! Van de HERE! 1 Kon 18
      • Elia wordt moedeloos.  De HERE geeft hem nieuwe kracht. Hij krijgt de kracht om 40 dagen zonder eten door te lopen. 1 Kon 19:8   De HERE verschijnt aan Elia in het gesuis van een zachte stilte. Hier ook een verband met Lucas 9:51-56. Elia komt daarna weer tot nieuwe profetische activiteit.
         
      • De volgende drie dingen gaat hij dan doen:
      • Hij  zalft Hazaël tot koning over Aram
      • Hij  zalft Jehu tot koning over Israël.
      • Hij zalft Elisa tot zijn opvolger  (Het gaat hier duidelijk om een profeet die boven de anderen uitstijgt. Denk hier aan de profetenscholen die er toen waren) 1 Kon 19
         
      • Hij profeteert aan Achab wat zijn straf zal zijn in verband met zijn behandeling van Naboth. 1 Koningen 21. De aangekondigde straf vanaf vers 21.
      • Hij profeteert in verband met de ziekte van Ahazia. Ahazia  wordt gestrafd omdat in zijn ziekte zijn hulp bij Baal-Zebub is gaan zoeken.  De HERE laat in het doden van 2 keer 50 soldaten dat Hij en niemand anders God is. De derde overste buigt eerbiedig voor Elia. Ahazia zal niet meer van zijn bed komen en sterven. 2 koningen 1
      • Elia vaart op naar de hemel. 2 Kon 2: 1-12
      • Een brief van Elia na zijn sterven voor koning Joram van Juda. 2 Kron 21:12-15.
         

Elia betekent: De HERE is God


    • Enkele opmerkingen over het optreden van Elia als profeet. 
       
      • Zijn profetieën zijn heel concreet. Profetie gaat niet alleen over wat er in de verre toekomst gaan gebeuren.
      • Hij treedt op een tijd in de heilsgeschiedenis op dat de koning van het 10 Stammenrijk voor de eerste keer officieel andere goden gaat dienen  en ook het verbondsvolk daartoe oproept. Bij Salomo lezen over een meegaan met zijn vrouwen maar niet een oproep tot het volk om deze goden te gaan vereren. Salomo gaat samen met enkele van zijn vrouwen mee.
        Elia’s optreden wordt gekenmerkt door het steeds weer aanwijzen van de HERE als de enige God. Zijn naam getuigt daar al van. Die betekent namelijk: De HERE is God. Denk ook maar aan wat er bij de Karmel gebeurde. Het is opvallend dat bij de eerste koning van Juda die officieel andere goden gaat dienen (2 Kron 21:6)  er een brief van Elia komt terwijl Elia al in de hemel is! 
      • De HERE laat zien dat Hij achter Zijn profeet staat. Elia wordt tijdens de hongersnood verzorgd. De profetieën die Elia uitspreekt worden ook werkelijkheid. De HERE verschijnt aan Elia zoals Hij dat aan Mozes ook deed. Zie Exodus 33 en 1 Koningen 19. Let er ook op dat Mozes en Elia op een bijzondere manier het leven op aarde verlaten. Daarbij komt ook nog dat Mozes en Elia op de berg aan de Here Jezus en 3 leerlingen verschijnen. Mattheus 17.
      • Met punt 2 houdt ook verband dat Elia vooral in het verhaal van naboth tegen de overtreding van Gods recht protesteert en dit in Gods naam bestraft.
      • We zien hier hoe iemand zo moe en moedeloos wordt dat hij eigenlijk tegen de stroom op Gods Woord niet meer wil brengen. Toch is het dan God die Elia te machtig wordt.
      • Elia kan 40 dagen zonder eten reizen. Op weg naar de berg van God. De HERE verschijnt daar aan hem in het suizen van de stilte. Die veertig dagen zijn ook opvallend als je ziet dat Mozes 40 dagen zonder eten op de berg was en God hem in leven hield (Ex 34:28) en dat Christus 40 dagen in de woestijn is zonder eten (Matt 4). Je ziet deze dingen bij Mozes als de afkondiger van Gods wet, Elia de handhaver van Gods wet en de Here Jezus als de Vervuller van Gods wet.
      • Een profeet staat in zijn taak tegenover :
        - koning
        - volk
        - priesters
        Koning, priester en volk hebben een vaste taak. Het optreden van een profeet verschilt steeds weer. De omstandigheden bepalen wat de boodschap is die de profeet namens de HERE moet brengen. 
      • Je ziet dat Elia en Elisa boven de andere profeten in hun tijd uitsteken. Zij zijn de leiders van de profetenscholen en de profetenzonen. Het woord zoon hoeft in deze setting niet te betekenen dat die andere jong zijn maar dat een vader, een boven hen uitstijgende profeet hen leidt. Hij is hun leraar, zij zijn de leerlingen

         
    • 2.  Onbekende profeet in 1 Kon 20
      • Een profeet  verschijnt plotseling en profeteert aan Achab zijn overwinning op Benhaddad. Zie vers 13,22-25. De volgende gebeurtenis wordt in vers 26 genoemd. Dezelfde profeet in vers 28. Een andere profeet in vers 36 e.v.
         
    • 3.  Miga in 1 Kon 22
      • Achab en Josafat willen tegen Aram optrekken. De 400 profeten van Achab zeggen dat het goed is om te gaan.  Hier het verschijnsel van de valse profetie. Dat zou nog een aparte bespreking verdienen. Dan  vraagt Josafat of er geen profeet van de HERE is!  Zie vers 5-7.
        Micha komt en is duidelijk al bekend. Vs 8.
        Profetie vs 17 en 19-23
        Valse profeet Zedekia is de tegenstander. De woordvoerder van de valse profeten. Vs 11,24
        Dan volgt de profetie tegen Zedekia.  Vers 25
        Zie ook vers 28!!
        Micha wordt in de gevangenis gezet. Vs 27
         
    • 4.  Elisa  tijdens Joram, Jehu, Joas.
      • Zijn roeping 1 Kon 19:16,19-21
      • Getuige van de hemelvaar van Elia. Hij is de wettige opvolger van Elia. Hij neemt nu die speciale plaats onder de profeten in.
      • Hij doet opvallend veel wonderen.
        • 2 Kon 2: 13-22. Maakt water weer gezond
        • 2 Kon 4: 1-7      Olie  voor de weduwe
        • 2 Kon 4:18-37   Opwekking van de zoon van de weduwe
        • 2 Kon 4:38-41   Dood in de pot en maakt het weer goed.
        • 2 Kon 4:42-44   Maakt van heel weinig eten heel veel.
        • 2 Kon 5             Genezing Naäman
        • 2 Kon 6: 1-7      Laat een bijl drijven
        • 2 Kon 6:18-23  Arameërs met blindheid  geslagen                                                                      
      • Elisa straft ook de minachting van de HERE. Twee berinnen verscheuren 22 kinderen uit Bethel.  2 Kon 2:23-25  Hierbij zie je ook de doorwerking van het tweede gebod. Het zou heel goed zo kunnen zijn dat er in Bethel  en concentratie van valse profeten was. Daar ook een van de twee tempels.  Denk ook aan de geschiedenis van Micha. 1 Koningen 22.
        Ook bij Gehazi wordt de minachting van de HERE gestraft.  2 Kon 5:20-27 
      • Mensen vragen de hulp van Elisa
        • Josafat vraagt hulp bij de oorlog tegen Mesa.  Josafat helpt Joram de koning van Israël. 2 Kon 3:11 e.v.  Hier lezen we een profetie over het verloop van de oorlog.
        • Een vrouw van een van de profetenzonen vraagt hulp. 2 Kon 4.
        • Naaman vraagt om genezing.  2 Kon 5
      • Profetie over toekomst of dingen die op afstand gebeuren:
        • De geboorte van een kind  2 Kon 4:8-17
        • Over Gehazi                       2 Kon 5:20-27
        • Waarschuwing voor wat de koning van Aram van plan is.  2 Kon 6:8-12
      • Elisa  kan achter de zichtbare werkelijkheid kijken.  2 Kon 6:15-17.
      • De HERE beschermt Elisa. De HERE slaat op Elisa’s gebed de soldaten met blindheid en brengt ze binnen de muren van Samaria. Hij zorgt dat deze soldaten goed behandeld worden.  2 Kon 6: 13-23.
      • Samaria is door de Arameërs belegerd. De hongersnood is heel erg. Dan laat Gods profeet zien dat alles in Gods hand is. Onverklaarbaar maar toch. 2 Kon 7:1

 

 

  1. Kleine greep uit literatuur die beschikbaar is en je makkelijk kunt gebruiken :
  • James K. Hoffmeier.  De archeologie van de Bijbel  2009  Ark Media
  • Dr. Jochem  Douma  Van Jozua tot Salomo  Uitgeverij Kok
  • Dr. Jochem  Douma   Scheuring ballingschap en herstel.  Uitgeverij Kok
  • Ds. Rob Visser  Crisistijd: Richt je hart op God!  
    (Met een overzicht van de geschiedenis van 721 – 537 voor Christus. Verder verklaring van Haggai).  
  •  Rob Visser  De HERE is trouw tot in de verste toekomst. (Verklaring Daniël) 
'