VOORBEREIDINGSBLAD  PREEK OPENBARING 14:1-5  14 JUNI 2020

 

Maandag        8 juni     Lezen:   Joël 2:28-32    Er is ontkoming op de berg Sion. Wat moet ik me daarbij voorstellen? Wat betekent dat voor ons vandaag en morgen?

Dinsdag          9  juni    Lezen:   1 Korinthe 11:1-6  Wat betekent vers 2 voor ons leven? 

Woensdag   10  juni    Lezen:    1 Petrus 1:13-25  Wat zegt 15 over leer en leven? Hoe geef je dat vorm in jouw leven?

Donderdag   11 juni     Lezen:     Markus 8:31-38   Hoe verloochen jij jezelf en welk kruis neem jij in jouw leven op om Christus?

Vrijdag           12 juni   Lezen:      Psalm 15               Maak eens op 1 of 2 dingen die de Geest hier noemt het concreet in je eigen leven.

Zaterdag        13 juni   Lezen:     Efeze 5:21-33         Smetteloos of zonder smet of rimpel voor God staan. Hoe kan dat?  Wat zegt dat over de lof op God?

 

 

VOOR DE KINDEREN 

 

PETRUS (VI)

 

Petrus en Johannes maken alles klaar voor maaltijd. Ze hebben de goede zaal gevonden. Het wordt de paasmaaltijd. Alles moet heel goed schoongemaakt worden. Er mag geen vuil achterblijven. Alles moet echt schoon zijn. Zo wil de HERE het.

Weet je waarom dat zo is? Omdat de HERE alles wat vuil, wat verkeerd is haat. Bij Hem en bij wat Hij gedaan heeft,  hoort niets dat verkeerd is. Als alles schoon is kan de Here Jezus met de andere leerlingen komen. Alles wat ze nodig hebben wordt gehaald om de maaltijd op een goede manier te houden.

Dan komt de Here Jezus. Ze gaan eten. Daar hoort bij dat ze vlees van een Lam eten. Ze eten ook bijzonder brood. Brood dat niet gerezen is. Waarom is dat eigenlijk?  Dat wordt duidelijk als de jongste in het gezelschap aan de Here Jezus vraagt waarom ze deze maaltijd eigenlijk hebben. Dan wordt door de vader of de leraar het verhaal van de bevrijding uit Egypte verteld. De Here Jezus heeft dus toen dat weer verteld. Heel bijzonder. De Here Jezus is God zelf. Niemand kan dit verhaal beter vertellen dan Hij.

Het is de HERE zelf die Zijn volk in Egypte in de avond een Lam heeft laten eten. Daarbij was er bloed. Wat moesten de Israëlieten met dat bloed doen?  Weet je dat nog? Aan de deurposten van hun huis smeren. Dan zou de engel die overal in Egypte de dood zou brengen voorbij gaan. Dan werden ze gered van de dood. De Here Jezus vertelt daarover. Hij die het Lam van God is die morgen aan het kruis zal hangen.

Petrus maakt mee dat de Here Jezus ook vertelt van het brood dat de Israëlieten snel moesten bakken.  Er was geen tijd om het nog te laten rijzen. Ze eten nu ook van dat brood om er aan te denken hoe snel de HERE Zijn volk gered heeft. Dan zijn er ook nog de bittere kruiden. Als ze die proeven voel je de bittere smaak. Niet lekker. Dat laat ze denken aan Gods volk dat het zo moeilijk had. Verdrukt werd. Ze vieren feest. Ze denken aan wat de HERE allemaal gedaan heeft. Hoe Hij alleen kan redden.  Dan gaat de Here Jezus iets doen wat niet bij deze maaltijd hoort. Iets nieuws. Daarover volgende week.