Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes
Niet stelen. Misschien is het in jou nog nooit opgekomen om iets van een ander te stelen. Iets wat van een ander is, mag jij niet zomaar pakken en doen alsof het van jou is. Toch is dat nog niet altijd het moeilijkste. Het is vaak nog veel moeilijker om tevreden te zijn met wat je hebt. Om aan andere mensen te geven die het in deze wereld veel minder hebben dan jij en ik. Ook daarover gaat het in het achtste gebod. Luister maar wat er ook in de catechismus bij de uitleg van dit gebod staat: “ook verbiedt God alle hebzucht, evenals alle misbruik en verkwisting van zijn gaven.”
“Bovendien dat ik mijn arbeid trouw verricht, om ook de behoeftige te kunnen helpen.”
Jongens en meisjes jullie krijgen misschien ook wel eens geld. Meerdere van jullie krijgen zakgeld of je verdient elke week wat met werk dat je doet. Je hebt misschien wel vakantiewerk gedaan. Dat betekent dat je wat geld om handen hebt. Dan is het altijd weer belangrijk dat je er over nadenkt: Hou ik dat geld alleen voor mezelf? Of wil ik ook heel bewust geven voor mensen die het zoveel moeilijker als ik het hebben. Ben jij bereid om elke maand 10% van je zakgeld voor mensen in nood en voor de verkondiging van het evangelie te geven? Ben je bereid om daardoor op een avond dat je gezellig weg bent minder te besteden of om wat langer te sparen voor iets dat je graag wilt hebben? Als je alles voor jezelf wilt houden en dat geld ook voor ons als ouderen, als we niet meer bereid zijn om offers voor Christus’ kerk en voor mensen in nood te geven, leven we in strijd met het achtste gebod. Ook hier gaat het erom dat ons leven beheerst wordt door de liefde van God en de liefde tot onze naaste. Een liefde die je leven goed maakt. We zien dat als ik jullie het rijke Woord van het geloof onder het volgende thema verkondig:
Rijk in de HERE zijn is pas echt goed
- Dan ben je rijk zonder onrust
- Dan ben je rijk zonder haat.
- Dan ben je rijk zonder onrust
Waarom komt je in de kerk? Waarom ben jij lid van de kerk? Waarom bidt jij eigenlijk? Waarom leest u uit de Bijbel? Waarom geloof jij eigenlijk? Waarom heb je vorige week het avondmaal gevierd? Waarom komen we in de kerk? Deze vragen raken je leven. Deze vragen raken je hart. Deze vragen leggen het binnenste van jou en mij bloot. Dan hebben we onszelf ook de vraag te stellen of wij de HERE dienen om ons eigen voordeel. Leven wij met God omdat we denken dat we dan verzekerd zijn van een leven waarin we het materieel goed zullen hebben? Komen we in de kerk, bidden en lezen we omdat we dan denken dat we dan meer kans hebben dat moeiten ons leven niet treffen? Is geloven voor jou een soort verzekering voor een makkelijk leven op aarde? Als dat zo is zal jouw geloof eens in elkaar storten. Dan is het op zand gebouwd in plaats van op de rots. De duivel lacht wanneer hij bij jou zo'n geloof ziet. Hij dacht dat ook Job zo geloofde. Want als de HERE de duivel wijst op Job. Op het geloofsleven van Job zegt de hij: “Is het om niet, dat Job God vreest? Hebt U zelf niet hem en zijn huis en al wat hij bezit aan alle kanten beschut? Het werk zijner handen hebt U gezegend, en zijn bezit is zeer toegenomen in het land. Strek daarentegen uw hand uit en tast alles aan wat hij bezit – of hij U dan niet openlijk zal vaarwel zeggen! ’ (Job 1:9-11) De HERE laat de duivel toe bij Job de proef op de som te nemen. Zoals de HERE zelf Abraham op de proef gesteld heeft toen Hij hem opdracht gaf Isaak te offeren op het gebergte Moria.
Zijn wij tegen die proef bestand? Is jouw geloof gebouwd op Christus als de rots of op het drijfzand van uw eigen belang op deze aarde? Ons geloof houdt stand wanneer we rijk
zijn in God.
Het is goed om in deze preek dan ook bijzondere aandacht aan Spreuken 15:16,17 te geven. We lezen in vers 16: “Beter is een weinig in de vreze des Heren, dan een grote schat en onrust daarbij. ”
Dus: Beter weinig spullen met daarbij eerbied en liefde tot de HERE dan een grote
schat met onrust daarbij. Het kan zijn dat je weinig bezit hebt. Dat je weinig geld hebt om te besteden. Het lijkt in je leven zo schamel. De een heeft weinig en de ander heeft veel. De een kan net rondkomen de ander heeft veel en heeft ook nog een bankrekening waar meer dan genoeg op staat. Tegenstellingen zijn zelfs in ons eigen land groot. In andere landen in de wereld zijn die verschillen nog veel groter en schrijnender. Als je er op let hoe mensen zonder geld en goed over de wereld zwerven terwijl bepaalde voetballers voor meer dan 200 miljoen euro verkocht worden. Als je er dan op let dat bepaalde voetballers geweldige bedragen verdienen om mensen te vermaken. Als je dat ziet en mensen angstig zonder iets op deze wereld ziet leven, vol angst vanwege de honger dan wordt je er misselijk van. Laten we ons nu vooral richten op onze eigen omstandigheden in het Nederland van 2017. Ook dan is het zo dat de een denkt: laat er alsjeblieft niks
stukgaan want ik heb geen geld om nieuw te kopen. Laat er alsjeblieft geen extra mensen komen want dan heb ik niet genoeg te eten. Er is eigenlijk geen geld om iets extra’s te kopen. Voor de ander is het geen enkel probleem als iets stukgaat en als er extra mensen komen. Als je deze dingen ziet, is het logisch dat je als mens uitkijkt naar de omstandigheden dat je ruimer in je geld en goed zit. Dat die omstandigheden je voorkeur hebben is logisch. Daar is ook niets verkeerds van te zeggen. Rijkdom wordt in de Bijbel dan ook niet veroordeeld. Daarin mag je zelfs Gods zegen zien. De Heilige Geest leert ons om ons niet dood te staren op al dat geld. Op al die welvaart. Het lijkt zo mooi. Maar vaak is het lang zo mooi niet als je denkt. Het is echt waar dat geld niet gelukkig maakt. Veel hebben, een grote voorraad hebben lijkt prachtig. Maar het brengt zo vaak onrust met zich mee. Aan wat voor onrust kunnen we dan denken?
Die onrust, die rusteloosheid kan er in ons leven zijn omdat we zo graag veel willen hebben. We willen het zo goed hebben als die ander die zoveel heeft. Die zoveel mooie en dure dingen kan kopen. Dan kan ons leven al meer in beslag genomen worden door de drie H's. De h's van halen, hebben en houden. Dan lopen je achter je eigen hebzucht aan. Je werkt altijd omdat je meer wilt. In je gezin is alles gericht op meer en daardoor is er geen echte tijd voor elkaar. Je wilt zoveel verdienen dat er een moment komt dat je eens op je lauweren kunt rusten. Je werkt je kapot om eens in alle rust te kunnen doen wat je wilt. Je hebt daar nu een rusteloos leven voor over. Wie zo leeft moet eens denken aan dat verhaal wat de Here Jezus in Lukas 12 verteld heeft. De gelijkenis die we deze kerkdienst gelezen hebben. Dat verhaal maakt duidelijk dat het steeds maar weer rusteloos op meer uit zijn echt geen verzekering is voor een rustig leven op het moment dat jij dat gepland hebt. Want jij hebt je leven niet in de hand. Dat zegt de Here Jezus heel duidelijk in Luc 12:15: “Ziet toe, dat u u wacht voor alle hebzucht, want ook als iemand overvloed heeft, behoort zijn leven niet tot zijn bezit.”
Als jij altijd voor dat moment gewerkt hebt, is het voor niks geweest. Wanneer jouw leven gericht is op veel geld en goed is jouw hart bezet. Dan is jouw hart niet open voor God die echte rust kan geven. Dat maakt de Here Jezus ons duidelijk in vers 21: "Zó vergaat het hem, die voor zichzelf schatten verzamelt en niet rijk is in God.."
Wie veel heeft kan ook veel moeten doen om dat velen wat hij heeft te beschermen. Rijke mensen leven lang niet altijd rustig. Wat moeten ze vaak geen maatregelen nemen,
voorzorgsmaatregelen nemen om de veiligheid van hun bezit te waarborgen. Dan kun je je een gevangene voelen op je eigen bezit. Wie weinig kostbaars bezit hoeft zich daarover
geen zorgen te maken.
Er is nog een andere onrust die er in je leven kan zijn als je veel hebt. Dat is dat je heel je bezit of een deel daarvan op een oneerlijke manier gekregen hebt. Die oneerlijkheid komt van tijd tot tijd weer in je gedachte. Maakt je hart onrustig. Zeker als je aan die oneerlijkheid herinnerd wordt. Of als er over oneerlijk naar je toehalen van bezit gesproken wordt. Hoe kom je van die onrust af? Hoe kom je van Gods boosheid over die oneerlijkheid van jou af? Door je eigen bezit kleiner te laten worden. Door aan de ander of aan zijn nabestaanden met rente terug te geven wat jij eens naar je toegehaald hebt. Je leest dat ook heel duidelijk bij Zacheus die als tollenaar veel geld oneerlijk zich toegeëigend had. Wanneer hij op de oproep van de Here Jezus zich bekeert en tot geloof komt, lezen we: “Maar Zacheüs ging staan en zei tot de Here: Zie, de helft van mijn bezit, Here, geef ik de armen, en indien ik iemand iets heb afgeperst, vergoed ik het viervoudig.” Lukas 19:8
Dan laat je zien dat je je echt tot God bekeerd hebt. Rijk zijn in God houdt ook in dat je jouw schuld concreet belijdt al kost dat jou veel geld en welvaart. We zien dat dus in het leven van de tollenaar Zacheus gebeuren. Wanneer deze man die een groot deel van zijn bezit op een oneerlijke manier gekregen Christus leert kennen als zijn Redder en Koning verandert hij zijn leven. Op deze concrete schuldbelijdenis spreekt Jezus dan dit bevrijdende en rustgevende woord: "Heden is aan dit huis redding geschonken, omdat ook deze een zoon van Abraham is. Want de Zoon des mensen is gekomen om het verlorene te zoeken en te redden." (Lukas 19:9,10)
Al die onrust blijft buiten je leven wanneer je weinig hebt en je leven vol is van de vreze des HERE. Al die onrust gaat jouw leven uit wanneer het leven met en het gehoorzamen van
de HERE je boven aards bezit gaat. Of je nu veel of weinig hebt: een leven in diepe eerbied voor de HERE kan je pas echt rijk maken. Kan jou pas echt rust geven. Dan alleen leer je
zien dat werken en werken voor meer niet brengt wat je eigenlijk wil. Echte rust, echt geluk vind je alleen in je verhouding met de HERE. Wanneer je weet dat Hij je Vader is. Dat Hij jou altijd weer in Zijn liefde wil opnemen. Je steeds weer wil vergeven. Wanneer je die rijke God leert kennen, verbleekt de glans van al meer willen hebben. Dan staat dat niet meer boven aan de agenda van je leven. Boven aan je agenda staat dan: Hoe doe ik God in mijn leven plezier. Hoe draag ik in mijn leven de eer van Christus uit. Hoe komt God in mijn leven aan zijn eer. Ook als het om het uitgeven van mijn geld gaat en het omgaan met mijn bezit. Dan is Christus, het leven met Hem het kostbaarste wat je hebt. Hem wil je voor geen goud missen. Jezus Christus heeft voor zichzelf geen rijkdom gezocht. Hij wilde arm zijn om ons rijk te maken. Hij wilde voor jou en mij meer geven dan al het goud van de aarde. Hij wilde zelfs Zijn leven geven. Het leven van Hem als de Zoon van God. Bij dat leven vergeleken, bij het leven met Christus vergeleken stellen geld en goed heel weinig meer voor. Christus en Zijn liefde beheersen toch wel jouw levensagenda? Dan valt je geloof niet om wanneer jij veel geld en bezit kwijtraakt. Dan ben en blijf je rijk voor eeuwig. Dan haat je als echt rijk mens de haat en de jaloezie die er onder mensen is. We zien dan ook in de tweede plaats
- Rijk zonder haat.
“Beter een schotel groente, waar liefde heerst, dan een gemeste os en haat daarbij.” Dat is Spreuken 15:17. Een bord met groente zonder vlees was onder Israël een sobere, een karige maaltijd. Er zullen wel tijden geweest zijn veel Israëlieten bij hun dagelijkse eten geen vlees kregen. Alleen op bijzondere dagen. Alleen bij de rijkeren aan tafel. En wanneer er een offer in de tempel gebracht werd. Een deel van het vlees dat overbleef was voor de persoon
die het offer bracht.
Toch was een maaltijd zonder vlees karig. Iemand die bijna nooit vlees op zijn bord krijgt, kan dan verlangen naar een lekker stukje vlees. Je kunt naar gezinnen waar het er elke dag wel zo is vol verlangen kijken. Zo kan het ook bij ons zijn. Bij jou thuis staan elke dag de pannen wel dampend op tafel maar voor iets extra's is er geen geld. Je komt wel eens ergens anders, je komt wel bij je vriendje of vriendinnetje thuis en daar is altijd wel wat extra's. Daar staan als ze brood eten veel meer soorten beleg klaar. Daar krijgen ze tussendoor ook meer. Dan kun je denken: Was het bij ons thuis ook maar zo. En nu zegt de HERE tegen jou en mij: Denk er aan dat al die extra dingen het echte geluk niet brengen. Er is iets anders wat jou gelukkig kan maken. Wat is dat? Dat is de echte liefde! Dat is dat je in het gezin, dat je met de mensen met wie je aan tafel zit vol liefde omgaat. Dan is er de sfeer van elkaar vertrouwen, van je bij elkaar geborgen weten.
Wat heb je er aan wanneer er van alles op tafel staat maar er is spanning aan tafel. Je zit wel met elkaar aan tafel maar je mag elkaar niet. Je geeft niet echt om elkaar. Je maakt alleen maar ruzie met elkaar. Dan eet je met een hart vol haat en achterdocht. Een sfeer en omgeving waarin je elkaar heel weinig gunt. Waarin de een altijd meer dan de ander wil. Dan kunnen er nog zoveel lekkere dingen op tafel staan maar je bent heel wat gelukkiger wanneer je bij een sobere maaltijd bent waar er vanuit Christus liefde liefde voor elkaar is. Wanneer we het samen van Christus verwachten is Hij bij ons aanwezig. Ook onder het eten. Dan zitten we samen als rijke mensen aan tafel hoe sober de maaltijd ook is. Dan kunnen mensen denken: wat een stakkers daar in dat gezin. Dan kunnen mensen denken: Wat zijn die lui gek dat ze zoveel geld geven voor de kerk, voor zending en evangelisatie, voor de diaconie, voor de medemens in nood. Veel mensen verklaren je dan voor gek en denken: Dat kost die mensen juist het mooie van het leven. Maar de werkelijkheid is dat de mensen die Christus niet kennen maar wel geregeld biefstuk en wijn bij het eten hebben armzalig zijn. Wat kun je gelukkig en rijk lijken. Je bent dan zo arm. Wie Christus liefde niet kent, wie welvaart en geld nummer een zet op zijn levensagenda is arm, straatarm. Bij die mens ligt ook de haat op de loer om eigen leven voor altijd te vergallen. Deze dingen zijn ook heel belangrijk als je op het punt staat om een opleiding en een beroep te kiezen. Wat is beslissend bij jouw beroepskeuze? Dat je zoveel mogelijk verdiend? Of dat je echt met jouw gaven het meest dienstbaar aan de HERE en je naasten bent? Dat is de keuze waar we in ons leven voor staan.
Dit zijn allemaal dingen die alles te maken hebben met het echt leven met Christus. Met echt geloven. Alles te maken met het echt in verbondenheid met Christus het Avondmaal vieren zoals we dat vorige week gedaan hebben. Het samen eten van het brood en de wijn dat echt rijk maakt, het leven met Christus is beslissend voor echte rijkdom.
Wat ben je rijk wanneer je bij een sober maal in geloof beseft dat Christus’ bloed ook voor dat eten uit Zijn lichaam is gelopen. Laat dat bloed en die liefde van Christus ons onderlinge gekrakeel, geruzie en gepest laten verstommen. Laat Zijn liefde de dingen die verkeerd zijn geweest bedekken. En eet, leef, geloof, heb echte gemeenschap met elkaar door Christus liefde. Dan zijn we samen en persoonlijk rijk omdat je rijk in God bent.
AMEN