VOORBEREIDINGSBLAD PREEK  1 KONINGEN 17:2-6

 

Maandag         3 Augustus   Lezen:  1 Koningen 18:7-16  Elia is een profeet maar wat doen al die andere profeten?  Wat zou hun taak onder het volk zijn geweest?

Dinsdag            4 Augustus   Lezen:  Psalm 74: 1-13    Waarom is er geen profeet meer?  Wat zegt dat van de geestelijke situatie van Gods volk? Wat doet een profeet?

Woensdag       5 Augustus   Lezen:   Psalm 74:14-23   Wanneer mogen we de HERE op Zijn verbond aanspreken? Op welke manier?

Donderdag      6 Augustus   Lezen:   Amos 5:18-27      Wat betekenen vers 21-24 voor ons vandaag?

Vrijdag              7 Augustus  Lezen:    Openbaring 2:1-7  Wat is het grootste gevaar dat dreigt? Wanneer verlaten we de eerste liefde?

Zaterdag           8 Augustus  Lezen:    1 Samuël 3:1-10    We lezen in vers 1 dat het woord van de HERE in die tijd schaars geworden is. Hoe kijk je daarnaar als het om onze tijd gaat?  Wat is onze opdracht in zo’n tijd?

 

 

VOOR DE KINDEREN

PETRUS (XIII)

 

Petrus is in en in verdrietig. Hoe heeft hij tot drie keer kunnen zeggen dat hij niet bij de Here Jezus hoort. Hij valt zichzelf zo tegen. Wat ben ik een lafaard denkt hij. Wat heb ik de Here Jezus een verdriet gedaan. Hij zal de ogen van de Here Jezus die hem aankeken nooit vergeten.

Dan wordt de Here Jezus naar Pilatus gebracht vrijdagochtend vroeg. Pilatus is de hoogste Romeinse baas die nu in Jeruzalem is. De Joodse leiders moeten nu Pilatus hebben om Jezus nog deze dag aan het kruis te krijgen. Wat Petrus daarvan gezien heeft weten we niet. Hij heeft het zeker gehoord. Wat is het erg wat de Here Jezus moet meemaken. Ook voor Petrus. Al snapt hij dat dan nog niet.

De Here Jezus die nooit een zonde gedaan heeft. Die altijd met liefde gedaan heeft wat Vader in de hemel wil. De Here Jezus wordt door de Joden behandeld alsof hij de Here God haat.  De Here Jezus zou met opzet heel lelijke dingen van de Here God gezegd hebben. Daarom moet Hij dood.

Wanneer de Here Jezus bij Pilatus gebracht is, zeggen de Joden dat Hij doet alsof Hij de koning is. Daarom moet Pilatus Hem dood laten maken. Opstandelingen horen dood gemaakt te worden. De Here Jezus zou een misdadiger zijn. Wat erg!  Pilatus laat de Here Jezus geselen.  Veertig keer geslagen op Zijn rug met een touw met scherpe stukjes ijzer eraan. Wat doet dat een pijn. Dan probeert Pilatus de   Here Jezus toch nog vrij te laten. Dan roepen de mensen op het plein: Kruisig Hem, Kruisig Hem, Kruisig Hem. De mensen willen de Here Jezus niet omdat Hij ons onze schuld en zonden laat zien.

Dat Petrus Hem verloochend heeft en al dat anderen moet de Here Jezus dragen. De schuld en straf die jij en ik verdiend hebben. Petrus is verdrietig dat dit gebeurd is. Hij is bang dat de Here Jezus zal sterven. Dan kan hij het niet meer goed met Hem maken. Petrus vergeet iets heel belangrijks. Wat is dat?