Voorbereidingsblad preek Lukas 1:48b-50 – Voorbereiding viering Heilig Avondmaal

 

Maandag     6 december    Lezen:  Mattheus 1:18-25  Wat zegt vers 25 van Jozef? Waarom zou de HERE het zo geleid hebben? Wat zegt dit over de Here Jezus?    

Diensdag     7 december     Lezen:  Lukas 1:26-38  In Lukas 1:48-50 lezen we dat de HERE de Machtige en de Heilige is. Hoe zie je dat in het gedeelte dat je net gelezen hebt terug? Hoe zie je dat in de viering van het Heilig  Avondmaal?    

Woensdag   8 december     Lezen: Micha 5  Wat zegt de geboorte van de Here Jezus in Bethlehem over de macht en heiligheid van de HERE?  Wat betekent het dat God de Heilige is? Wat betekent dat voor jouw voorbereiding op het Avondmaal?   

Donderdag  9 december     Lezen:  Exodus 15: 1-11  De HERE doet grote daden en Zijn naam is Heilig. Hoe zie je dat in het gedeelte dat je gelezen hebt?

Vrijdag        10 december    Lezen:  Exodus 15: 12-21 Wat zegt het wonder dat hier beschreven wordt over Gods barmhartigheid?  Hoe kun je dat verbinden met het Avondmaal?

Zaterdag     11 december    Lezen:  Openbaring 15   Wat heeft vers 8 met Gods heiligheid te maken?  Wat zegt het dat wij in het Avondmaal bij Christus aan tafel mogen zitten?

 

VOOR DE KINDEREN 

 

 

 

 

VOOR DE KINDEREN UIT DE KERKGESCHIEDENIS

 

Vader zit op zijn praatstoel. Het is gezellig thuis. Ze zitten samen om het brandende hout in de open haard. Buiten is het donker en koud. Hier is het lekker warm.  Rufus ziet dat vader er heel ontspannen bij zit. Hij vraagt  of vader nog iets weet over christenen in andere plaatsen dan Rome.

‘Rufus  jongen, ik heb net gehoord dat onze broers en zussen voor wie het gevaarlijk is om als christen bekend te staan een nieuwe manier hebben om aan elkaar te laten weten dat ze gelovig zijn. Je moet wel bedenken dat we dat zo lang mogelijk geheim moeten houden.”

“Maar  waarom doen ze dat en hoe dan?” “Ze doen dat omdat er op veel plaatsen mensen zijn die een hekel aan christenen hebben. Als ze weten dat er in de stad een rechter of burgemeester is die een hekel aan christenen heeft, gaan ze daarnaar toe. Dan zeggen ze dat iemand christen is en is de kans groot dat die in de gevangenis komt.”

“Maar vader wat heeft  dat  met wat u net zei te maken?”

“Jongen als je weet dat iemand een christen is en je wilt met hem of haar praten, kun je dat waar anderen bij zijn laten zien. Dat doen ze  door gauw een visje in het zand te tekenen. Of met je vinger gauw een visje te tekenen in de lucht.”

“Dat is gek vader! Wat heeft een vis nu met de Here Jezus te maken?”  “Heel veel!”

“Wat dan vader?”

“Wij praten Rufus  Latijn maar het Nieuwe Testament in het Grieks geschreven.  Ze hebben nu iets heel  handigs bedacht. Je kunt het woord ICHTUS als een heel mooie afkorting gebruiken. Ik zal het even voor je op de vloer in het zand schrijven:

ICHTUS:

    I:  Jezus        (Grieks: Iesous)

CH:  Christus   (Grieks: Christos)

   T:  van God   (Grieks: Theou)

   U:  Zoon        (Grieks: Huios)

   S:  Verlosser  (Grieks:  Soter)

Dus wat staat hier Rufus?”

“Ja, ik zie het:  Jezus Christus Zoon van God Verlosser.”

“Precies! Dus als je aan iemand wil laten weten dat je christen bent en het is beter dat anderen het niet weten, maak dan gauw het tegen van een vis.”

Dat was wel heel slim en mooi bedacht, vond Rufus.