GETUIGENDE KERKELIJKE EENHEID
“.. opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn, opdat de wereld zal geloven dat U Mij gezonden hebt.” Johannes 17:21
Er wordt veel over kerkelijke eenheid gesproken Er worden veel gesprekken gevoerd. Wat is het belangrijk om daarbij in het oog te houden hoe we samen in eenheid kerk in deze wereld hebben te zijn. Een van de ontwikkelingen op dit punt zijn de gesprekken tussen GKN en DGK. Dat is de concrete aanleiding voor dit artikel. Wat hier geschreven wordt heeft juist de bedoeling om ook deze gesprekken te zetten in het kader van Christus' werk om Zijn kerk in eenheid te laten leven. Daarom heeft het ook betekenis voor veel meer dan alleen deze gesprekken
De gesprekken tussen de deputaten van de DGK en de GKN zijn in een stadium waarin kerkelijke eenheid tussen deze twee kerkverbanden al dichterbij komt. Een vereniging op grond van Gods Woord en de belijdenis van de kerk die daarmee overeenstemt. Dat is iets om heel dankbaar voor te zijn. Toch is dat niet genoeg. Het is ook niet genoeg als we over de kerkorde en allerlei dingen die geregeld moeten worden gesproken hebben en dat ook dat goed verloopt.
Het moet meer zijn dan dat alle formele zaken goed geregeld worden. Het gevaar is namelijk dat we juist op al die punten onze aandacht gaan richten. Want wat is het doel om een te zijn? Wat is het doel er van dat plaatselijke kerken in een kerkverband functioneren en zich zo ook naar buiten toe presenteren? Dat mag nooit het kerkverband zelf zijn. Dat mogen nooit onze regels zijn. Dat mag nooit onze eigen identiteit in de kerkelijke wereld zijn. Dan worden we navelstaarders. Dan is de kans groot dat we al onze aandacht naar binnen gaan richten. Met ook de kans dat we van kleine dingen grote dingen gaan maken die onnodig veel energie gaan vragen. Het samen kerkverband zijn, mag nooit een soort doel op zichzelf zijn of worden. In dit artikel vraag ik aandacht voor een heel belangrijk element van het zoeken en vinden van eenheid, ook kerkelijk. In dat heel bekende deel van het Hogepriesterlijk gebed wijst Christus als de Koning van de kerk ons daarop. Hij noemt als doel van één zijn: “opdat de wereld zal geloven dat u Mij gezonden hebt.”
Open naar de wereld
Kerkelijke eenheid is gericht op het elkaar helpen. De plaatselijke kerk wordt niet pas echt kerk van Christus wanneer het bij een kerkverband hoort. Er is juist in de gereformeerde kerken altijd weer gezegd dat het kerkverband niet met het wezen maar wel met het welwezen van de kerk te maken heeft. Kerk ben je vooral als plaatselijke kerk. Zonder dat dit iets van de roeping afdoet om samen met andere kerken van Christus de eenheid te zoeken en dat in het samenleven met elkaar ook te laten zien. Elkaar helpen als er vragen zijn, elkaar helpen als het om de opleiding van dienaren van het Woord gaat. Elkaar helpen om samen op de weg van het Woord te blijven. Hulp vragen als er ergens problemen zijn en dan gebruik maken van de wijsheid die er in andere gemeenten te vinden is. Het zijn maar een paar dingen die bij het samenleven als kerken van Christus horen.
Juist wanneer we zo kerken van Christus zijn in een kerkverband, is het nodig om in het oog te houden dat ons leven als kerken en kerkverband juist ook gericht moet zijn op de wereld. Het mag niet zo zijn dat we het goed met elkaar hebben, dat we het heel knus en gezellig hebben, dat we elkaar vetmesten met kennis en dat allemaal voor onszelf doen. Dan worden we een godsdienstige club die het goed met zichzelf heeft. Dan schieten we het doel van kerk van Christus zijn voorbij. De vereniging van bijvoorbeeld DGK en GKN moet er juist op gericht zijn dat de omgeving getrokken wordt tot Christus. De vereniging van kerken moet gedragen worden door het geloof, het verlangen om juist samen van Christus te getuigen in onze eigen omgeving. We vinden dat hier in het gebed van de Here Jezus, maar ook bijvoorbeeld in wat Petrus schrijft over de kerk van Christus. Ik denk nu aan 1 Petrus 2. We lezen daar hoe Petrus ons oproept om de zonde al meer uit ons leven weg te doen. Om juist te groeien door het al meer kunnen horen en kennen van het Woord. Om dus juist te bouwen in de gemeente aan een leven met Christus en aan het kennen van God. Om zo te bouwen aan de kerk van Christus. Om, zowel Joden als mensen die uit de heidenen komen, samen kerk van Christus te zijn. Waar is die opbouw in geloof dan op gericht? We lezen daarover in vers 9,10: “Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht, u, die voorheen geen volk was, maar nu Gods volk bent; u, die zonder ontferming was, maar nu in ontferming aangenomen bent.”
Wij zijn kerk van Christus om juist zijn deugden te verkondigen. Om die uit te dragen. Zo zijn juist ook de mensen die geen Jood zijn deel van Christus’ kerk geworden. In opdracht van Christus is aan hen over Christus verteld. Eerst alleen door mensen die Joden waren en later ook door anderen. Zoals Christus ook daarover spreekt in het Hogepriesterlijk gebed: “En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen die door hun woord in Mij zullen geloven”. Johannes 17:20
We krijgen geweldige dingen van God uit genade. Juist in Christus zien we dat heerlijke, dat genadige, dat grote van Christus. Om juist vanuit de gemeente daar anderen vol geestdrift over te vertellen. Om mensen te roepen tot Christus en daardoor vanuit het donker in het licht te komen staan. Gericht zijn op anderen, vol bewogenheid met mensen die Christus niet kennen en dreigen verloren te gaan, hebben we als kerk in de samenleving te staan. Verenigen om juist dit met nog meer kracht te doen! Dat mogen we nooit vergeten en ook niet als iets tweederangs zien.
Open naar elkaar
Verenigen met ieder en elke vergadering die in verbondenheid aan Christus volgens zijn Woord leeft, betekent ook dat dit in onze onderlinge omgang duidelijk te zien is. Kerken waar de Geest in ons woont en waarin we daarom in tere liefde leven.
Een kerk waar het niet alleen om het formele gaat, maar waarin er echt vanuit Gods liefde in Christus geleefd wordt. Waarin het niet om zaken gaat, maar om de HERE en om jouw broer en zus in het geloof die Christus jou gegeven heeft. Zodat we een aantrekkelijke plaats zijn waar mensen met verwondering naar kijken omdat ze zien en merken dat de liefde er heerst. Liefde die we zelf uitstralen naar elkaar en die zo vanuit ons samen uitstraalt naar de samenleving. Het gaat er dan om dat we het licht van Christus uitstralen niet door ons aan de tijdgeest aan te passen maar wel door samen vanuit Gods Woord in liefde voor elkaar te leven. We zijn kerk om juist ook zo samen de grootheid en aantrekkelijkheid van Christus te laten zien. Een paar duidelijke plaatsen in Gods eigen Woord waar ons dit geleerd wordt, zijn o.a.:
Matt 5: “U bent het zout van de aarde; maar als het zout zijn smaak verloren heeft, waarmee zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer voor dan om weggeworpen en door de mensen vertrapt te worden. U bent het licht van de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen zijn. En ook steekt men geen lamp aan en zet die onder de korenmaat, maar op de standaard, en hij schijnt voor allen die in het huis zijn. Laat uw licht zo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken zien en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken.” vs. 13-17
Joh 13: “Een nieuw gebod geef Ik u, namelijk dat u elkaar liefhebt; zoals Ik u liefgehad heb, moet u ook elkaar liefhebben. Hierdoor zullen allen inzien dat u Mijn discipelen bent: als u liefde onder elkaar hebt.” vs. 34,35
Het gaat er als we als kerk verenigen om dat dit juist stimuleert dat we vanuit Gods liefde elkaar liefhebben en zo een getuigenis zijn in de wereld van 2021. Dat we in die wereld ook kerken zijn waarin we de taal van onze tijd spreken zonder de geest van de tijd te volgen.
In de taal van onze tijd
Een kerk zijn die juist vanuit trouw aan Gods Woord en vanuit Gods liefde innerlijk bewogen met de mensen om ons heen in de wereld staat. Met minder mogen we geen genoegen nemen. Daarop moet ons gebed ook gericht zijn. Dat betekent ook dat we in de taal van onze eigen tijd, dus in eigentijdse taal, over de HERE en het leven met Hem spreken. Christus aanbevelen en aanprijzen in de taal van nu. Een van de mannen die belangrijk waren in de geschiedenis van de kerken waar wij nu deel van uitmaken was K. Schilder. Hij heeft ons erop gewezen in de taal van zijn tijd. Ik geef een belangrijk citaat en zal dat daarna nog wat toelichten.
Toen ds. K. Schilder, later prof K. Schilder, schreef in 1923 een boek ‘Kerktaal en leven’. Hij schrijft dan juist met vuur vanuit de onderworpenheid aan Gods Woord en bewogenheid met mensen die dreigen verloren te gaan o.a. dit: “Het is, zelfs in intieme bijeenkomsten van de christenen, die nog in het vuur van de eerste liefde zijn, verboden, te zoeken naar knusse intimiteit, die alleen op het esoterische gespitst is. Op de vreemde, de man van de straat, moet men ook in zijn profeteren bedacht zijn. Kerkdeuren mogen nooit op slot; zelfs waar de Geest bevruchtend werkt en “dronken” maakt, zelfs daar moet nog de bezinning gaan over het woord.
De vreemde en de volksman – ook de ídioot’ (vanuit het Grieks met de betekenis ‘de gewone man’ RV), die nog ‘vreemde’ (hier bedoelt Schilder dat het om die heel gewone man gaat die geen gelovige is en nog niets of bijna niets van Christus weet RV) is!
Ja, dat zijn dus zij, die het christendom niet kennen; die zijn meest elementaire begrippen niet kunnen verstaan; die alleen dan kunnen opnemen, wat er gezegd wordt, indien de taal van de spreker in de kerk de hunne van de straat niet vreemd is.
Wie binnen spreekt, moet ook denken aan wie buiten zijn. Dat is de les van Paulus aan Corinthe.” p. 181 Om Woord en kerk deel III.
Kijk nog eens naar die laatste zinnen: “Wie binnen spreekt, moet denken aan wie buiten zijn. Dat is de les van Paulus aan Corinthe.”
Schilder schrijft dit naar aanleiding van 1 Korinthe 14. Deze woorden zijn echt volgens Gods eigen Woord. We hebben in de kerken zo te spreken dat de woorden van God zo gesproken worden en tot ons komen dat de mensen die langslopen binnen kunnen komen en begrijpen wat er gezegd wordt. Dat hoeft niets af te doen van de diepte van het Woord dat verkondigd wordt. Ook hier geldt wat Paulus door de Geest al eerder aan de gemeente van Corinthe schreef: “Want terwijl ik vrij ben van allen, heb ik mijzelf toch voor allen tot slaaf gemaakt om meer mensen te winnen. En ik ben voor de Joden geworden als een Jood, om Joden te winnen. Voor hen die onder de wet zijn, ben ik geworden als onder de wet, om hen die onder de wet zijn te winnen. Voor hen die zonder de wet zijn, ben ik geworden als zonder de wet – hoewel niet zonder de wet van God, want ik sta onder de wet van Christus – om hen te winnen die zonder de wet zijn. Ik ben voor de zwakken geworden als een zwakke, om de zwakken te winnen. Voor allen ben ik alles geworden, om in ieder geval enigen te behouden. En dit doe ik ter wille van het Evangelie, opdat ik daarvan ook zelf deelgenoot zou worden.”1 Kor 9:19-23
Hoe dan kerk?
Er is meer te zeggen, maar vanuit wat we tot nu toe gezien hebben zullen verenigde kerken er niet mogen zijn voor zichzelf. Ze hebben Christus te bewonderen, de Drie-enige God te vereren. Dat openlijk te doen in de samenleving in de taal van de eigen tijd. In de taal van vandaag het evangelie te spreken, ook voor de man in de straat die zo binnen kan komen lopen. Steeds volgens Gods Woord. Ook kerken die steeds weer opnieuw samen met andere kerken willen verenigen op grond van de trouw en liefde voor de HERE en zijn Woord. Echt gebonden aan Gods Woord en zo samen staan in die heerlijke vrijheid en ruimte van het Woord. Dan staan we samen in de vrijheid van de Geest en weten we ons uit liefde samengebonden aan Gods eigen Woord. Dan hebben we ook bij vereniging van kerken een woord voor de wereld. Dan gaan we niet navelstaren maar echt leven en spreken vanuit Christus kerk in de wereld. Tot Gods eer.