DE DRIE H’s

 

Bij ons thuis werd er meerdere keren over de drie h’s gesproken: halen, hebben en houden. Daarvoor werd je als kind gewaarschuwd. Een leven waarin deze drie woorden je leven bepaalden kon geen christelijk leven zijn. Dan leef je voor jezelf en voor je eigen welvaart. Als ik meer en meer krijg dan is het goed. Ik moet nog vaak aan die woorden denken. Juist als je ziet hoe onze samenleving zich ontwikkelt. Wanneer je daarin de drang om al meer voor eigen belangen te leven op je voelt afkomen. Dit uit zich op allerlei manieren. Het is ook iets dat ons beïnvloedt. We ademen deze lucht in. Het gaat erom dat jij later belangrijk bent, dat jij later belangrijk wordt, dat jij later kunt doen wat je maar wilt. Een soort egoïsme dat gepaard gaat met de zucht naar veel hebben en liever nog meer krijgen.

 

Een paar voorbeelden

Er is in onze tijd veel aandacht voor vermaak. Je kunt denken aan bijvoorbeeld de media en de sport. We lezen regelmatig dat er discussie ontstaat over salarissen van presentatoren bij de televisie. Die moeten meer kunnen verdienen dan de Balkende-norm. De Balkende-norm houdt in dat iemand die in dienst is van de overheid of voor een groot deel vanuit belastinggeld betaald wordt, in 2019 niet meer €187.000 mag verdienen. Toch zijn er nog ongeveer 2600 mensen in overheidsdienst, of van de semi-overheid, die meer verdienen. Regelmatig wordt er gezegd dat mensen toch meer moeten kunnen verdienen. Als er niet meer betaald wordt, verliezen we mensen die veel talent hebben aan anderen of gaan ze naar het buitenland.

Denk ook eens aan de sport. Bijvoorbeeld het voetballen. Er worden miljoenen voor spelers betaald. Er zijn sporters die miljoenen per jaar verdienen. We kennen ook de discussies over salarissen en bonussen in de financiële sector. Veel verdienen omdat mensen veel talent hebben. Wie veel talent heeft, moet zorgen dat hij of zij vorstelijk betaald wordt. Dan is €187.000 maar een schijntje.

Veel verdienen voor jezelf. Zelf veel hebben en kunnen leven zoals jij wilt, dat komt in een maatschappij met veel welvaart en die hierop gericht is, heel dichtbij.

 

Waar leven wij voor?

Voor mensen is het heel aantrekkelijk om voor veel geld en welvaart te gaan. Jij moet later kunnen doen wat je wilt. Dat soort gedachten heeft ook invloed op je beroepskeuze. De HERE heeft ons allemaal onze eigen talenten gegeven. De grote vraag is waar je die voor wilt inzetten. Het is ook de vraag welke talenten je in je leven wilt ontwikkelen. Is daarbij veel geld in de toekomst het beslissende? Of iets anders? Juist als christenen hebben we ons al jong die vraag te stellen. Daarbij is ook de begeleiding van ouders en grootouders heel belangrijk. Dat merk je ook als je hoort dat veel ouders er bij de scholen op aandringen een zo hoog mogelijk schooladvies te geven. Hun kinderen moeten presteren want ze moeten het later zo goed mogelijk hebben financieel. De druk op kinderen is vaak heel groot om maar te presteren. Wanneer kinderen niet bereiken wat ouders willen, vinden die ouders hun opvoeding en zelfs hun kinderen mislukt. Dat is een geest die door onze samenleving gaat. Dat is echt iets anders dan wat we in de Bijbel lezen. De HERE die ons gemaakt heeft, die onze Vader is, leert ons een ander leven. Die vraagt van ons om voor Hem en voor onze naaste te leven. Om ons leven in dienst van Hem en van de naaste te stellen. Dat is iets heel anders dan leven voor de afgod ‘geld en welvaart’. Het is belangrijk voor de opvoeding en voor ons getuigenis naar buiten toe om dat goed in het oog en in het hart te hebben.

 

Geen leven voor geld en eigen belangen

In een echt christelijk leven is geven belangrijker dan meer en meer voor jezelf hebben. In een christelijk leven is werken om te kunnen leven en voor anderen dienstbaar te zijn belangrijker dan al meer voor jezelf te krijgen. Daarom zal onze beroepskeuze ook gericht moeten zijn op het dienstbaar zijn aan de HERE en onze naaste, met belangstelling, hulp, tijd en geld. Ik geef hieronder een paar sprekende woorden van God die ons op dit punt de weg wijzen:

Spreuken 21:25,26: “Het verlangen van een luiaard zal hem doden, want zijn handen weigeren te werken. De hele dag is hij belust op begerenswaardige zaken, maar een rechtvaardige geeft en houdt niets achter.”

Spreuken 30:15,16: “De bloedzuiger heeft twee dochters: Geef, Geef. Deze drie dingen worden niet verzadigd, vier zeggen niet: Het is genoeg. Het graf, een gesloten baarmoeder, een land dat niet van water verzadigd is en het vuur zeggen niet: Het is genoeg.”

Mattheus 6:19-24: “Verzamel geen schatten voor u op de aarde, waar mot en roest ze verderven, en waar dieven inbreken en stelen; maar verzamel schatten voor u in de hemel, waar geen mot of roest ze verderft, en waar dieven niet inbreken of stelen; want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn. De lamp van het lichaam is het oog; als dan uw oog oprecht is, zal heel uw lichaam verlicht zijn; maar als uw oog kwaadaardig is, zal heel uw lichaam duister zijn. Als het licht dat in u is, duisternis is, hoe groot is dan de duisternis zelf! Niemand kan twee heren dienen, want of hij zal de één haten en de ander liefhebben, of hij zal zich aan de één hechten en de ander minachten. U kunt niet God dienen en de mammon.”

1 Timotheüs 6:6-10: “Maar de godsvrucht is inderdaad een bron van grote winst, vergezeld van tevredenheid. Want wij hebben niets de wereld ingedragen, het is duidelijk dat wij ook niets daaruit kunnen wegdragen. Als wij echter voedsel en kleding hebben, zullen wij daarmee tevreden zijn. Maar wie rijk willen worden, vallen in verzoeking en in een strik en in veel dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang. Want geldzucht is een wortel van alle kwaad. Door daarnaar te verlangen, zijn sommigen afgedwaald van het geloof, en hebben zich met vele smarten doorstoken.”

 

In de branding op Christus letten

We staan midden in de wereld. Ook op ons komt die stemming af, om voor onszelf en onze eigen welvaart te gaan. Wanneer we op Christus letten, hebben we het niet nodig om voor onszelf en eigen welvaart te gaan. Wanneer we bij Hem ons leven zoeken dan kunnen we zonder zorg dienstbaar zijn en naar de toekomst kijken. Dan wacht ons een beter leven dan in de grootste rijkdom op aarde zonder Christus. Dan kunnen we ons leven geven aan de zorg en liefde voor de naaste. Als je met je hart op Christus gericht bent, dan leer je zien wat we in 2 Korinthe 8:8, 9 lezen: “Ik zeg dit niet als bevel, maar om door de inzet van anderen ook de oprechtheid van uw liefde te beproeven. Want u kent de genade van onze Heere Jezus Christus, dat Hij omwille van u arm is geworden, terwijl Hij rijk was, opdat u door Zijn armoede rijk zou worden.”

Leven voor Christus is leven in dienstbaarheid, ook met het geld en het bezit dat ik in dit leven van de HERE in bruikleen krijg. 

 

Afsluiting

In de week dat ik dit schrijf, lees ik een bundel vraaggesprekken die over de zin van leven gaan.[i] Vraaggesprekken met allerlei soorten mensen. Heel leerzaam om te beseffen hoe er in de breedte van de samenleving gedacht en gevoeld wordt. In het vraaggesprek met de 94-jarige Edy Korthals Altes, die o.a. ambassadeur in Spanje was, komt heel duidelijk uit hoe een samenleving het spoor bijster raakt als men leeft voor zichzelf en eigen welvaart. Ik geef een citaat: “Wie zich richt op het materiële bevindt zich in een cocon, met een reductionistische (heel beperkte RV) opvatting van het leven. Dan wordt je bestaan leeg. Je hebt tegenwoordig net opgevoede mensen die vroeger tot de elite konden worden gerekend en die een miljoen verdienen. Die vinden het ook nog een schande wanneer ze aan het einde van het jaar geen bonus krijgen. Dat zij zich niet schamen, begrijp ik niet. Zet daar de dames van de thuiszorg tegenover. Die doen fantastisch werk tegen een schamel salaris. Door de regen komen ze hier soms binnen als verzopen katten, met weinig meer dan een tientje per uur gaan ze naar huis. Terwijl ze zich inzetten voor medemensen die zich in de kwetsbaarste fase van hun leven bevinden. Er is een groeiende kloof in de samenleving doordat het individualisme zo is doorgeschoten. Het zou juist moeten gaan om niet-materiële zaken, zoals de liefde.”[ii]

Laat ik hieraan toevoegen dat het er juist om gaat dat we Christus leren kennen. Hij die voor schuldige en arme zondaren zijn rijkdom als de Zoon van God heeft opgegeven en arm voor ons geworden is. Hij die gekomen is om ons te dienen. Die zijn leven zelfs voor ons onder Gods toorn gegeven heeft om ons eeuwig rijk te maken. Samen met al die anderen die hun vergeving en hun echte rijkdom bij Hem hebben gezocht. Die daarom niet voor aardse rijkdom hebben geleefd maar voor de Here en hun naasten.[iii]

Wat kunnen we tot zegen en een getuigenis van Christus zijn als we kiezen voor een dienstbaar leven. Vanuit een leven met de HERE en voor onze naaste! Dan willen we niet meer weten van halen, hebben en houden. 

 

Ds. Rob Visser

 

 

[i] Fokke Obbema De zin van het leven Atlas/Contact Amsterdam 2019

[ii] Fokke Obbema a.w. p. 91,92

[iii] Voor wie Engels goed kan lezen kan ik het volgende boek over onze verhouding tot geld en welvaart aanbevelen: Randy Alcorn ‘Money Possessions and Eternity’ Tyndale House Publishers Illinois 2011