Kerktaal 

Je vindt hier korte artikelen of meditaties die erop gericht zijn om te zien wat kerktaal of moeilijke taal is die het verstaan van de boodschap van het evangelie in de weg staan. Om te proberen het op een andere manier te zeggen en zo verstaanbaar te zijn. 

 

JEZELF VERLOOCHENEN

 

Toen zei Jezus tegen Zijn discipelen: Als iemand achter Mij aan wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen. HSV

Jezus zei tegen zijn leerlingen: ‘Als je mijn volgeling wilt zijn, dan mag je niet meer aan jezelf denken. Nee, je moet bereid zijn om je leven op te geven en met mij mee te gaan. Bijbel in Gewone Taal

 

Gisteren twee keer in Den Helder voorgegaan. Het was een heerlijke dag samen met de broeders en zusters daar. Ook altijd weer zo goed als er onder je gehoor mensen zitten die weinig of niets van de Bijbel weten. Die komen luisteren naar het evangelie. Juist dan is het zo belangrijk dat we ook voor hen verstaanbare taal spreken. Dat ze kunnen begrijpen wat er gezegd wordt. Dat ook hen God voor ogen geschilderd wordt. Dat ze horen wie Christus is en wat de wil van God voor het leven van ons allemaal is.

Dan merk hoe belangrijk het is om geen kerktaal te spreken, maar de taal die de mensen nu spreken. Wat is het ook belangrijk om zo te spreken dat niet alleen mensen die een hoger taalniveau gebruiken het kunnen begrijpen. Als ik in de auto zit, heb ik vaak de radio aan. Het valt me dan op hoe bij praatprogramma’s mensen woorden gebruiken die een groot deel van de bevolking niet gebruikt en voor een groot deel ook niet begrijpt. Dat deel van de bevolking haakt af en luistert niet meer. Als je luistert naar wat er in de Tweede Kamer wordt gezegd dan heten de leden volksvertegenwoordigers, maar ze spreken vaak een taal die voor een groot deel van de bevolking niet te begrijpen is.

Ik hoop de komende tijd van tijd tot tijd ook iets te schrijven over woorden en uitdrukkingen die door iemand die niet gelooft niet begrepen wordt. Om te kijken hoe we dat anders kunnen zeggen of toelichten.

Gisteren was het heel opvallend voor mij dat een bepaalde uitdrukking in de preek niet bekend was. Dat was dat je jezelf moet verloochenen. Het woord verloochenen bleek een woord te zijn dat niet landde. Ik heb hierboven een tekst opgenomen in zowel de Herziene Staten vertaling als in de Bijbel in Gewone Taal. Je ziet daar dat jezelf verloochenen daar is vervangen met niet meer aan jezelf denken. Wat leert mij dat als ik hierover spreek en preek? Om de woorden jezelf verloochenen meteen toe te lichten. Om te zeggen dit betekent dat het niet om jou en mij gaat. Dat niet wat jij wil beslissend is, maar dat je dingen opgeeft als de HEERE laat zien dat Zijn wil anders is.

Laten we ons richten niet op onze ideeën, maar ons laten leren door Christus en op Zijn weg te gaan! Ook vandaag.

 

HET PARADIJS

 

“En Jezus zei tegen hem: Voorwaar, zeg Ik u, heden zult u met Mij in het paradijs zijn.” Lukas 23:43

 

We hebben het als gelovigen over het paradijs of de hof van Eden. We veronderstellen dat ook anderen weten wat het paradijs was.

Het gaat me nu eerst om hoe het in het begin was. We noemen het leven voor de zondeval het paradijs. Mensen die niet met de inhoud van de Bijbel zijn opgegroeid denken bij paradijs waarschijnlijk aan mooie witte standen waar je even weg bent uit de drukke wereld met allerlei zorgen en moeiten. Al hebben we dan ook vaak nog onze smartphone bij ons waardoor daar ook allerlei negatieven dingen naar ons toe komen.

Als we over het paradijs aan het begin van de geschiedenis spreken, moeten we uitleggen hoe goed en mooi dat was. Daar was het zo goed! Het paradijs was die tijd van de geschiedenis waarin iedereen een heerlijk leven had. Waarin de hele schepping groeide en bloeide zonder dood, zonder onenigheid. Alles was goed en veilig. Geen dier was een bedreiging voor de mens of voor elkaar. Het was zo goed. Zo had de enig levende God alles gemaakt. Wij als mensen hebben ervoor gezorgd dat het niet zo bleef. Wij brachten zonder dat het nodig was het verkeerde in de wereld met alle ellendige gevolgen die we nu zien. Om ons heen en heel dicht bij ons.

Waarom kan de Here Jezus weer over een paradijs spreken? Omdat Hij door Zijn betalen van onze schuld ervoor gezorgd heeft dat wie in Hem gelooft na het sterven naar de hemel als paradijs gaat. Daar is het weer helemaal goed! We hebben dan alleen niet meer een lichaam. Ook dat verandert als de Here Jezus op de wolken vanuit de hemel terugkeert. Dan komt er die nieuwe aarde waarop het weer zo in- en in goed is zonder maar iets wat verkeerd is en zorgen geeft. Daarvan lezen we in Openbaring 2:7: “Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint, hem zal Ik te eten geven van de Boom des levens, die midden in het paradijs van God staat.”” We lezen daarvan in Openbaring 22: “En hij liet mij een zuivere rivier zien, van het water des levens, helder als kristal, die uit de troon van God en van het Lam kwam. In het midden van haar straat en aan de ene en de andere zijde van de rivier bevond zich de Boom des levens, die twaalf vruchten voortbrengt – van maand tot maand geeft Hij Zijn vrucht. En de bladeren van de boom zijn tot genezing van de heidenvolken. En geen enkele vervloeking zal er meer zijn. En de troon van God en van het Lam zal daar zijn, en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen”. Vs 1-3

Wat hebben we elkaar en anderen veel te vertellen als het om het paradijs gaat!

 

SPROOKJE? (I)

 

Er was het paradijs. Zo mooi, zo goed, zo vol van vrede. Voor ons als mensen van nu bijna te mooi om waar te zijn. Dan komt er in dat paradijs dat God gegeven heeft een slang die praat. Later in de Bijbel lezen we dat de duivel gebruikmaakt van een slang om de twee eerste mensen tot opstand tegenover God te brengen. God die alles, ook de mens, helemaal goed gemaakt had. De mens kreeg van God de opdracht om van een boom op aarde niet te eten. De boom van kennis van goed en kwaad. Als de mens dat toch zou doen, zou de dood komen en allerlei slechte dingen.

Voor mensen van onze tijd klinken deze dingen als een sprookje, als een mythe. Mooi verhaal hoor maar echt iets van en voor mensen uit oude tijden. De meeste van ons geloven niet meer in dit soort dingen.

Toch is wat hier in de Bijbel verteld wordt geen sprookje. Ook geen mythe met een boodschap. Als je er over nadenkt dat op de aarde leven is. Dat we nergens in het heelal op miljarden kilometers geen leven zien. Als je je dat bedenkt, is toeval toch wel heel vreemd. Er is iemand die meer dan het heelal is die juist het heelal gemaakt heeft en op de aarde leven gebracht heeft. Iemand die zoveel meer is als alle mensen in de geschiedenis samen, meer is dan alles wat er in het heelal te ontdekken is. Iemand die daar boven staat. Iemand die dingen kan en doet die wij ons zelfs met de meeste kennis die er is niet vanuit de schepping kunnen voorstellen.

Die Ene is de ene God die ons juist in de Bijbel vertelt dat Hij dit gedaan heeft en ook nog hoe. Alleen als we denken dat onze menselijke beperkte kennis alles is, wordt wat we in de Bijbel lezen een sprookje. Dan zetten we onszelf op de troon terwijl God in werkelijkheid daarop zit.

Hij zorgde ervoor dat de aarde bewoonbaar werd. Hij gaf het leven. Hij gaf de mens zo’n heerlijke plek om te leven. Dan komt de duivel om de mens van God los te weken. De duivel was een goede engel die zich met een deel van de engelen tegen God keerde. De naam duivel betekent verleider. Hij wordt ook wel Satan genoemd. Dat betekent tegenstander. De door geschapen engelen konden een keuze maken. Een deel van hen koos tegen God. Zij wilde de baas zijn. Zij wilde de mensen in hun opstand tegen God meenemen. Dat is geen sprookje. Het verklaart wel waarom het nu zo’n puinhoop op de aarde en in het leven van veel mensen is. Toch hoef je niet in die ellende te blijven. Toch hoef je nooit te denken dat je leven geen zin heeft. Ook daar heeft God voor gezorgd. Door Jezus. Gelukkig is Jezus ook geen sprookje. Volgende keer meer.

 

SPROOKJE? (II) Zonde

 

Er was het paradijs. We kunnen niet zeggen dat we nu op aarde in een paradijs leven. Wat is er een ellende! Wat zijn er een zorgen. Wat zijn er een bedreigingen. Dan is er ook voor iedereen eens de dood. Die vaak voorafgegaan wordt met ziekte en zwakte. Ons lichaam begeeft het.

As je daaraan denkt, is het heel bijzonder dat de Schepper, dat God een goede aarde maakte. Waar al deze dingen er niet waren. Hij is niet zo zwak dat Hij het recht van de sterkste en miljarden jaren nodig heeft om uit te komen waar we nu zijn. Als dat zo zou zijn zou die ene God niet iemand zijn op wie je kunt vertrouwen. In meer dan 13 miljard jaar zoals een gangbare evolutietheorie beweert, zou leven op aarde niet verder zijn gekomen als we nu zien. Dan zou de mens toch wel een grote mislukking zijn, want vooruitgang is bij de mens niet te zien. Nog altijd lijkt er het recht van de sterkste te zijn en worden duizenden mensen door haat en machtswellust gedood. We leven wat langer dan generaties hiervoor door goede medische zorg, maar de dood komt er voor iedereen.

Hoe zijn we in deze situatie gekomen nadat er eerst het paradijs was? Door de zonde. Wat is nu eigenlijk zonde? Hoe vertel ik dat aan iemand die niets of bijna niets van de Bijbel weet. In de eerste plaats is het duidelijk dat wat we in de Bijbel lezen geen sprookje is. Juist in de Bijbel wordt ons verteld hoe verkeerd het met ons als mensen is gegaan. Zonde is o.a. dat wij als mensen het beter denken te weten dan God. Beter dan Hem die het paradijs gaf. Het kon niet beter. De HEERE gaf dat paradijs om te kunnen genieten en dat Hij genoot van hoe er op aarde geleefd werd. De mens moest leerling van God zijn. Je laten leiden door Hem. Dat betekende concreet dat wij onze liefde zouden laten zien door niet te eten van de boom van kennis van goed en kwaad. Dat we uit liefde een keuze maakten voor Hem. We hadden de vruchten van die boom nooit nodig, want in het paradijs was een overvloed aan eten. Wij wilden als God zijn. Ons eigen ding doen. Dat is zonde. Door eigen schuld is al dat ellendige in de wereld gekomen. Het is een wonder dat God nog redding door Christus wil geven.

Volgende keer meer hierover.

 

SPROOKJE? (III) Zonde (II)

 

Nog even over dat beter weten van ons. Het beter weten dan de Persoon die ons gemaakt heeft. Dan die Ene die iedereen op aarde kent. Tot in je hart. Die geen medewerkers en geen computers nodig heeft om die kennis te hebben. Hij is God. Zo groot, zo goed.

Wat gebeurde er in het paradijs op een bepaald moment? Toen kwam de duivel (zie Sprookje? I) en vertelde de mens dat je als mens ook als God kunt zijn. Een dikke vette leugen! Als je nu juist zou doen wat God verboden had zou dat het gevolg zijn.

We lezen dat in de Bijbel zo: “Maar God weet dat, op de dag dat u daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden en dat u als God zult zijn, goed en kwaad kennend.” Genesis 3:5 Het komt hier aan op vertrouwen. Geef je vertrouwen die je Schepper is en je alles gegeven heeft wat je nodig hebt. Of geef je jouw vertrouwen aan die nieuwkomer, die zelf geen God is en die wantrouwen wil zaaien. Hier zie je ook een element van wat zonde is. Dat je God niet vertrouwt, dat je op jezelf vertrouwt of op mensen en machten die een andere weg wijzen dan wat de HEERE doet.

Ik kom de volgende keer nog terug op het als God willen zijn. Maar nu een ander element. Wat is het gevolg geweest van de HEERE niet vertrouwen, maar op wat wij denken en willen?

Dat we allemaal onze eigen gedachten en verlangens hebben die los van Gods wil zijn komen te staan. Waar heeft dat voor gezorgd? Dat wij niet meer in vrede met elkaar in dienst van God staan. Niet meer in volle harmonie met elkaar op onze planeet leven. Ieder wil zijn eigen ‘goede’ weg gaan. Dat zet mensen en machten tegenover elkaar. Dat zorgt voor concurrentie, voor de meeste te willen zijn, voor de kreet; wij eerst. Het gevolg: haat, elkaar bestrijden, ruzie, boosheid en ga zo maar door. Je ziet voor je ogen hoe zonde, tegen God opstaan, Hem niet voor 100% vertrouwen een ellende is. De echte eenheid die geneest en het leven geneest is in Christus. In de Geest die ons weer allemaal tot beeld van God wil maken. Samen buigen onder het juk van Christus is pas echt goed.

 

HET EVANGELIE (I)

 

Als christenen gebruiken we veel het woord evangelie. Iemand die niet in een gelovige omgeving is opgevoed, begrijpt waarschijnlijk niet wat we bedoelen. Als jij het woord evangelie gebruikt wat bedoel je daar dan mee? Als iemand je dat vraagt, kun je dan een duidelijk antwoord geven?

Eerst maar eens naar het woord zelf. Het is eigenlijk een Grieks woord. Het betekent goede of blijde boodschap. Het Bijbelboek Marcus begint zo: “Het begin van het Evangelie van Jezus Christus, de Zoon van God.”

Wanneer wij het vanuit de Bijbel over het evangelie hebben dan gaat het over Jezus Christus. Over Zijn komst en over wat Hij gedaan en ons geleerd heeft. Het is dus de boodschap die van God komt. De boodschap die vanuit de hemel komt. Waarom is dat de goede boodschap? Omdat dit het enig afdoende antwoord op de zonde is. Het is het enig antwoord dat hout snijdt als je let op de ellende in deze wereld. De opstand tegen God, het zoals God willen zijn en dus eigenwijs zorgt voor een beroerde wereld. Kijk maar om je heen. Wat een lichamelijke ellende. Wat een psychische nood. Voor iedereen uiteindelijk de dood. Het leven lijkt vaak zo zinloos.

Juist in die wereld waarin je zo vol verdriet en zonder uitzicht kunt zijn, klinkt er het evangelie. Dat is het wat we elkaar en de mensen om ons heen mogen vertellen. De Here jezus heeft ons de opdracht gegeven om die boodschap aan de mensen om ons heen tot de uiteinden van de aarde te vertellen. Niet een beetje zuinig, niet met aarzeling. Nee, vrijuit. Want de beste boodschap die er is, wil je andere mensen toch niet onthouden. Die goede boodschap is dat Jezus Christus de Zoon van God gekomen is om de straf te dragen en weg te dragen voor wie Hem als zijn of haar Heer erkent en Hem volgt. Wie bij Hem vergeving voor eigen zonden zoekt. Ik schrijf nu al heel veel tegelijk. Voor wie de Bijbel niet kent al veel te veel om in een keer te gebruiken. Dus moeten we het verder uitleggen. De volgende keren. Laat in ieder geval horen en zien dat je die ander het meest geweldige wat er is, wilt vertellen.