Meditaties Mekaar/Meditaties Elkaar
“Draag elkaars lasten, en vervul zo de wet van Christus. Want als iemand denkt iets te zijn, terwijl hij niets is, bedriegt hij zichzelf. Maar laat ieder zijn eigen werk beproeven; dan zal hij alleen voor zichzelf stof tot roemen hebben, en niet voor de ander.” Galaten 6:2-4
Weer terug in Nederland. Na o.a. een bezoek aan de concentratiekampen Auschwitz en Birkenau in Polen. Deze kampen worden ook wel Auschwitz I en II genoemd. Onder de indruk. Niet omdat ik veel nieuwe feiten heb gehoord, maar wel omdat je het voor je ziet. Je ziet daar voor ogen waar wij als mensen toe in staat zijn. Dan bedoel ik het niet in positieve zin, maar juist in negatieve zin. Medemensen stelselmatig doden. Groepen of volken stelselmatig willen uitmoorden. Daar komt nog bij dat als je hier kort iets over schrijft (Instagram en Threads), een walm van haat en minachting naar je toekomt. Je merkt dan dat mensen een beeld van God hebben dat heel negatief is. De walm van minachting komt vooral van mensen die zelf niet geloven. Als je dat doet, ben je wel zo achterlijk! Dan zien ze het zo dat je jouw achterlijke ideeën aan anderen wil opleggen. Als God dan zo machtig zou zijn, waarom laat Hij al die ellende dan toe? Als de God van de Bijbel bestaat, is Hij wel heel sadistisch en slecht. Want Hij is het die bij de zondvloed heel veel mensen liet verdrinken. Bij zo’n God wil je toch niet horen? Je moet als christen je mond houden. Als je over het geloof wil praten, dan graag achter de voordeur, en de kinderen mogen er op scholen en opleidingen ook niet lastig meegevallen worden.
Dat is de wereld waarin we leven. Waarin mensen zo op wie vanuit de Bijbel spreekt, reageren. Ik hoop daar de komende weken nog verder op terug te komen. Voor nu is het belangrijk dat we als gelovigen samen laten zien wie de HEERE is. Dat we ons eigen leven op de proef stellen. Dat we laten zien dat we er echt voor elkaar in liefde zijn. Dat we er ook echt zijn voor mensen in nood. Ook voor hem of haar die met ons de grond aanveegt, maar in nood is en hulp nodig heeft. Het is zo belangrijk dat we niet vanuit een concurrentiehouding met elkaar omgaan. Dat de een zich niet beter en belangrijker dan de ander voelt. Dat je niet jezelf belangrijk vindt en de ander niet ziet of juist wegzet, omdat jij nog belangrijker wilt zijn. Het is belangrijk dat we juist die liefde, die betrokkenheid, dat omzien naar de ander laten zien. Ook buiten de kerk. Daar waar we werken, met anderen omgaan in eigen buurt en omgeving.
Laat mensen zien en horen dat de HEERE niet uit is op ellende voor hen, maar juist de weg naar Christus wijst om zo mensen te redden. Laat zien dat wat in Auschwitz gebeurde niet de schuld van God was, maar onze schuld als mensen. God moet niet veranderen, maar wij. Dan kan ik woensdag ook geen stem uitbrengen op iemand die hele groepen en volken als minderwaardig aan ons Nederlanders te kijk zet. Zulke taal en zulke ideeën zijn antichristelijk. Ze leiden tot haat die in het ergste geval leidt tot wat er in Auschwitz en andere concentratiekampen gebeurd is. Laten we daar ver van weg blijven. In Gods naam, in de naam van Christus!!
"Toen Jezus deze woorden had geëindigd, gebeurde het dat de menigte versteld stond van Zijn onderricht, want Hij onderwees hen als gezaghebbende en niet zoals de schriftgeleerden." Mattheus 7:28,29
Even iets anders. Dat zal verder deze week ook zo zijn. Ik hoop met onze jongste over een paar uur per bus naar Krakau te gaan en we zijn DV vrijdag weer terug. Het kan zijn dat ik niets schrijf of anders iets naar aanleiding van het bezoek aan Krakau.
Dogma’s. Dat klinkt in onze oren niet goed. Voor velen klinkt het woord dogma als iets engs. Zonder precies te weten wat het betekent. Iemand die in dogma’s gelooft, zit volgens velen gevangen in bepaalde ideeën. Je kunt met de ander niet praten, want alles ligt vast. Er zit geen leven in. Het gaat me er nu niet om of het woord dogma zo goed gebruikt wordt. Het gaat me erom dat mensen dan met het geloof in Christus breken en zeggen dat ze nu vrij zijn. Ze geloven wel, maar dat doen ze door van de natuur of andere dingen te genieten. Ze vinden daar de vrijheid. Ze vingen daar de ruimte voor hun eigen vrije gedachten.
Dat betekent dat er ook dan een dogma is. Dat is dat je in jezelf en in dat iets wat jij bewondert gelooft. Je bent dan je eigen koning. Je staat zelf op de hoogste plek en maakt zelf uit wat jij gelooft en wat jij stimulerend en bewonderingswaardig vindt. Je gelooft op een andere manier met je eigen dogma’s. Al zou je het geloven zonder dogma’s te noemen.
De Here Jezus leert ons dat we nodig hebben om te leren. Om zo in de echte vrijheid, in de echte werkelijkheid te staan. Hij leert de mensen met gezag. Hij wijst ons om op de weg te gaan van de God die echt bestaat. Hij leert ons wat het echte goede leven is om eeuwig een goed en gered leven te hebben. Mooier en beter is er niet. Dan ben ik niet met saaie en harde dogma’s verbonden. Dan ben ik verbonden en leerling van de enige God die liefde is. Die mij op Zijn arm door het leven op deze aarde wil nemen en bij Hem thuis wil brengen. Verbonden te zijn met Hem en mij door de Geest laten leren, door Zijn Woord is zo goed! Laat je dat nooit afnemen.
“Broers, as iemand deur een of ander sonde oorval word, moet julle wat met die Gees vervul is, so iemand in 'n gees van sagmoedigheid reghelp; maar let op jouself, dat ook jy nie versoek word nie.
Dra mekaar se laste, en vervul so die wet van Christus. As iemand werklik meen dat hy iets is, terwyl hy niks is nie, bedrieg hy homself.” Galasiërs 6:1-3
Dra mekaar se laste. Een van die laste word in vers 1 genoem. Dit is dat een van lidmate van die gemeente skielik op ‘n verkeerde pad begin leef. Dit is duidelik dat die verkeerde, die sonde hom die baas geword het. Hy doen nie net verkeerde dinge nie. Hy het die smal pad begin verlaat en op die breë pad begin stap.
Wat doen ons as iemand in die gemeente openlik teen God se wil in begin leef? Voel ons ons dan beter as die ander. Verag ons dan die ander? Praat ons nie met hom of haar nie omdat ons beter voel dan hom of haar? As ons so reageer dan ken ons God se liefde nie. Dan kan ons baie oor Christus en die Bybel praat maar is ons nie ‘n kind van God nie.
Die liefde van Christus sal ons dan beweeg om met die ander te praat. Om mekaar se laste te dra. Om die ander vol liefde te vra wat gebeur het. Wat daar die agtergronde van is. Dat ons dan nie vanuit die hoogte nie maar juis sagmoedig met die ander praat en die ander wil help. Juis vanuit die besef dat jy en ek nie beter as die ander is nie. Dat dit sommer kan gebeur dat ook ek tot leef in sonde kan kom. Ek is van myself nie sterker as my broer of sus wat tot sonde verlei word nie. Laat ons mekaar wil help om op God se pad te stap. Om mekaar terug te roep as een van ons daardie pad verlaat. Laat ons mekaar dan sagmoedig behandel. Nie onverskillig nie maar sagmoedig. Deur die ander te wil help. Te wil help om op Christus se pad te stap en te bly stap. Ons het mekaar daarin nodig. Sonder om op ‘n ander neer te kyk. Deur juis saam na Christus op te kyk. Eie roem, op jouself bou, dink dat jy ‘n sterk gelowige is behoort nie by die lewe van God se kinders nie.
“Als wij door de Geest leven, laten wij dan ook door de Geest wandelen. Laten wij geen mensen met eigendunk worden, elkaar niet uitdagen en benijden.” Galaten 5:25,26
Door de Geest wandelen. Leven door de Geest kan niet anders dan leven op de weg die de Geest ons wijst. Dat kan niet anders dan een leven in gehoorzaamheid aan wat de Geest in het Woord zegt. Als Paulus dit geschreven heeft, maakt hij duidelijk wat dit o.a. voor een leven met elkaar in de gemeente betekent. Dat betekent dat eigendunk geen plaats in de gemeente van Christus mag hebben. Het woord eigendunk wordt ook wel vertaald met ‘praalziek, eigenwaan, verwaand’. Leven door de Geest betekent juist het tegenovergestelde: “Doe niets uit eigenbelang of eigendunk, maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf. Laat eenieder niet alleen oog hebben voor wat van hemzelf is, maar laat eenieder ook oog hebben voor wat van anderen is.” Filippenzen 2:3,4
Wanneer je zo leeft dat je je eigen recht en je eigen talent en meningen naar voren brengt als beter dan dat van anderen in de gemeente, ben je bezig met een soort concurrentie. Concurrentie hoort in de gemeente van Christus werkelijk taboe te zijn. Wie zich beter dan anderen voelt, wie zich gedraagt als iemand die het beter weet en kan dan anderen, kent Gods genade niet. Dan ben je bezig om anderen uit te dagen. Moet je eens kijken wie ik ben. Dat is een hoogmoedige houding die niet in de kerk van Christus thuishoort! Uitdagen roept namelijk op tot verkeerde gevoelens tegenover elkaar.
Dan ben je bezig om te ‘benijden’. Je gaat dan naar elkaar kijken vanuit een beoordeling vanuit je eigen geestelijke leven. Jij vindt dat jouw geestelijke leven boven dat van anderen uitstijgt. Niet meer Christus, niet meer klein denken van jezelf en groot denken van Christus maakt dan de dienst uit. Als je jezelf klein weet en de ander beter acht dan jezelf, komt er echt liefde. Dan kijken we niet vanuit eigen hoogte (die zonde is!) naar de ander, maar dan kijken we vanuit Christus naar elkaar om er echt voor elkaar te zijn. In dienst van God!
“Julle, broers, is tog tot vryheid geroep. Moet net nie julle vryheid misbruik, sodat dit aanleiding gee vir die vlees nie, maar dien mekaar deur liefde. Want die hele wet word in één uitspraak vervul: “Jy moet jou naaste liefhê soos jouself.” As julle mekaar byt en verslind, pas op dat julle nie deur mekaar verorber word nie!” Galasiërs 5:13-15
Vergeef ons mekaar regtig in Christus se gemeente? Vergifnis beteken dat ons weer in liefde met mekaar omgaan. Dat wat tussen ons probleme veroorsaak nie meer daar is nie. Dan is dit weer moontlik om vir mekaar diensbaar te wees. Dit kan moeilik wees. Dit kan dat jy steeds weer aan die dinge moet terugdink wat nie reg was nie of wat vir jou gevoel nie goed was nie. Om mekaar in liefde diensbaar te wees, het ons nodig om na die HERE te kyk. Om daarop te let hoe Hy jou en my vergewe. Hoe Hy na die vergifnis juis ons omarm in liefde. Dat Hy belowe om op die verkeerde in my en jou lewe nie meer terug te kom nie. Ons word ook geroep om op hierdie punt Gods se beeld te wees. Om beeld van Christus te wees wat selfs Sy lewe onder God se oordeel oor ons sondes gelê het. Hy het die straf wat ek verdien het oor Hom laat kom om my van God se oordeel te verlos. Selfs so dat ek nog elke dag sondes doen en Hy my elke dag wil vergewe. Vergifnis is regtig ‘n wonder van God se genade. Hy wil ons genadig maak om altyd weer vir die ander in die gemeente diensbaar te wees.
‘n Enkele teks waarin die HERE Sy genadige hart vir ons wys:
“Was julle! Reinig julle! Verwyder julle bose dade voor my oë! Hou op om kwaad te doen! Leer om goed te doen! Bevorder die reg! Lê die onderdrukker aan bande! Handhaaf die reg van die vaderloses! Verdedig die weduwees se regsake! “Kom tog, laat ons die saak uitpraat!” sê die Here. “Al is julle sondes rooi soos karmosyn, dit sal wit word soos sneeu; al is dit rooi soos skarlaken,
soos wol sal dit word." Jesaja 1:16-18
“Kyk, tot vrede het my intense bitterheid gelei; U self het my lewe teruggehou van die kuil van vernietiging, ja, U het al my sondes die rug toegekeer.” Jesaja 38:17
My sondes teenoor die HERE is altyd groter as die skuld van ‘n mens teenoor my. Sien Matteus 18:21-35. Daardie gelykenis oor die koning en die onbarmhartige kneg sluit so af: “So sal my hemelse Vader ook met julle maak as julle nie elkeen sy broer van harte vergewe nie.” Vs 35.
Wie sien hoe baie die HERE ons moet vergewe leer om liefdevol, mild en barmhartig te wees in sy of haar lewe.
“Want u bent tot vrijheid geroepen, broeders, alleen niet tot die vrijheid die aanleiding geeft aan het vlees; maar dien elkaar door de liefde. Want de hele wet wordt in één woord vervuld, namelijk hierin: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Maar als u elkaar bijt en verslindt, pas dan op dat u niet door elkaar verteerd wordt.” Galaten 5:13-15
De Heilige Geest past door Paulus meteen toe wat hij over het liefhebben van de naaste geschreven heeft. Laten we goed bedenken dat dit de woorden van de Geest zelf zijn. Hij waarschuwt de gemeente. Het is namelijk zo dat er in de gemeenten aan wie Paulus schrijft zo’n onenigheid is dat mensen met veel negatieve gevoelens tegenover elkaar staan. Dat was o.a. ook zo in de gemeente van Korinthe zo. Er wordt naar elkaar gehapt. Er zijn mensen in de kerk die zo tegenover elkaar staan dat ze vol negatieve gevoelens tegenover elkaar staan. Zo zorgen zij voor een denken in partijen. In plaats van in rust en liefde samen naar de HEERE en Zijn Woord te gaan. Het zijn ook mensen die alles doen om hun gelijk te krijgen, terwijl je niet kunt zeggen: Zo zegt de HEERE. Ze hangen heel erg aan hoe het vroeger ging. Toen was de besnijdenis regel, toen leefde ze volgens allerlei regels die in het Oude Testament aan het volk Israël gegeven waren. Het was toch altijd zo geweest en dan moet het ook zo blijven. Dan moet die ander maar eens bewijzen dat we het nu ook anders kunnen doen. Die nieuwkomers, die gelovigen uit de andere volken, moeten zich zo gedragen zoals wij gewend zijn.
Dat is een manier van denken die ook heel makkelijk bij ons een rol kan spelen. We hebben de gewoonte, de geschiedenis achter ons staan. Dan moet je er eens op letten hoe Paulus en in dit geval ook de Geest daartegen toornt.
Dan leggen we anderen namelijk een last op die niet nodig is. Dan bouwen we elkaar juist niet. Dan komen we met wat in de kerkgeschiedenis wel een bovenschriftuurlijke binding genoemd is. Dan bind je elkaar boven wat de HEERE in Zijn Woord ons zegt. Dan bouw je boven wat Christus gezegd is uit. Dan zorg je voor partijen die elkaar bestrijden in de kerk terwijl dat niet nodig is. Dat is zonde. Dan veroorzaak je aan Christus kerk veel schade in plaats van elkaar lief te hebben en elkaar te bouwen in het echte geloof.
“Julle, broers, is tog tot vryheid geroep. Moet net nie julle vryheid misbruik, sodat dit aanleiding gee vir die vlees nie, maar dien mekaar deur liefde.” Galasiërs 5:13
Vryheid. Heerlik! Vry deur Christus. Hy het vir ons die straf gedra wat ons deur ons sondes en skuld verdien het. Vry ook van allerhande reëls wat die HEERE vir die volk Israël gegee het op pad na die kom van die Verlosser. Paulus beklemtoon dat die gemeente nie na die besnydenis moet terugkeer nie. Dan maak hulle hul van Christus los. Dan bou hulle op sake waarop nie meer gebou mag word nie. Die vertroue moet net op Christus wees en so net op die HEERE.
Nogtans dreig dan ‘n gevaar. Mense gaan wat oor vryheid gesê word misbruik. Hulle gaan die wil van God, die norme wat Hy vir ons in Sy Woord gee eenkant skuif. Dit is nie meer nodig om naby die HEERE volgens Sy wil te leef is dan die gevolgtrekking. Christus het vir ons die straf gedra en daarom kan ons doen wat ons maar wil. Dalk nie alles nie maar na Christus is dit vir Vader in die hemel nie so belangrik dat ons regtig ernstig volgens Sy wil leef nie. Die HERE is ‘n genadige en liefdevolle God. Dit is nie nodig dat jy steeds weer daaroor nadink wat God se wil is nie. Ons ken hierdie gedagtes baie goed. Baie mense het ook in kerke so gaan dink. Wat die gees van die tyd en wat in die kultuur ontwikkel het, is dikwels waarvolgens mense wil leef. Somtyds selfs met die gedagte dat die Gees met ‘n hoofletter in gees van die tyd werk. Dat Hy gedagtes en gevoelens laat ontstaan wat anders is wat in die Woord van God staan. Dat ons dan die gees van die tyd moet volg en nie wat die Gees in God se Woord ons as God se norm voorhou nie.
As ons so dink en handel misbruik ons die vryheid wat ons in Christus het! Dan volg ons ons eie sondige hart. Dan het ons altyd weer verskonings om t3een God se wil in te gaan. Vry in Christus beteken nie dat ons losbandig mag leef nie. Die vryheid in Christus laat ons altyd weer vra: Here hoe wil U dat ek leef volgens U wil. Nie die vlees mag die baas in ons hart wees nie. Dit gaan daarom dat die Gees ons leermeester en baas is.
“U bent tot vrijheid geroepen, broeders, alleen niet tot die vrijheid die aanleiding geeft aan het vlees; maar dien elkaar door de liefde.” Galaten 5:13
Bij deze tekst hoop ik enkele dagen stil te staan. De brief aan de Galaten is de scherpste brief die Paulus geschreven heeft. Hij heeft aan mensen daar in Galatië de boodschap van Christus gebracht. Hij heeft ze Christus voor ogen geschilderd. Er zijn mensen tot geloof in Christus gekomen. Zowel Joden als mensen die uit deze streek kwamen. Het ligt in het huidige Turkije. De mensen die in deze streek woonden, kwam voor een groot deel uit Europa, uit het huidige Frankrijk. Er werd tot meer dan 400 jaar na Christus nog Gallisch gesproken. Het gaat om Galliërs die we ook tegenkomen in de strip over Asterix en Obelix. De groep mensen stond bekend om hun strijdlust en om een soort tovenaars die ook tovenaarsdrankjes maakten. De tovenaars, deze occulte mensen, hadden in die gemeenschap veel macht.
Paulus mocht daar het evangelie van de vrijheid in Christus brengen. Ze hoefden niet bang te zijn voor de occulte machten en die occulte mannen of vrouwen met veel gezag in hun omgeving. Ze mochten de vrijheid kennen van redding van de straf op de zonden omdat Christus die gedragen had. Omdat er vergeving van de zonden was en is door Christus. Dan komen er Joden die in Christus geloven als de Verlosser, maar tegen de mensen uit de heidenen zeggen dat de mannen zich moeten besnijden. Dat ze zich allemaal aan de wetten in het Oude Testament moeten houden. Als ze dat niet doen zijn ze geen echte christenen en zullen ze niet gered worden. Paulus bestrijdt de mensen die met deze boodschap komen heel scherp. Hij maakt duidelijk dat je met al je vroomheid dan afscheid hebt genomen van de verlossing door Christus alleen. De Galaten moeten de vrijheid blijven vasthouden. Ze hoeven en mogen zelfs geen Joden worden, ze mogen geen Oudtestamentische gelovigen worden. Al die wetten die er speciaal voor het volk Israël in het Oude Testament waren, hoefden zij niet te houden. Zie ook Handelingen 15. De Tien Geboden blijven als Gods geboden voor iedereen staan.
Als je zo de vrijheid benadrukt, is er altijd een ander gevaar. Dat is dat de vrijheid bandeloosheid wordt. Dat we onze eigen verkeerde gevoelens en gedachten gaan volgen. Ook dat gaat recht tegen Gods wil in. Daarom is het nodig elkaar in liefde te dienen. Dat betekent ook dat je Christus dient volgens Zijn goede geboden. Volgende keer hierover verder.
“Ten slotte, broeders, verblijd u, laat u terechtbrengen, laat u aansporen, wees eensgezind, leef in vrede. En de God van de liefde en de vrede zal met u zijn. Groet elkaar met een heilige kus. Al de heiligen groeten u. De genade van de Heere Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen. Amen.” 2 Korinthe 13:11-13
Nog niet zo lang geleden had ik een gesprek met een zuster. Zij sprak mij aan en vertelde mij dat het met de kerken waarvan ik ook deel uitmaak niet goed ging. Ik vroeg wat er volgens haar aan de hand was. Er was veel te weinig strijd in de kerk. Er moet strijd zijn, onderlinge strijd. Anders is de kerk niet echt kerk. Ze gaf ook aan dat bepaalde mensen uit de kerkgeschiedenis veel meer in preken genoemd moeten worden. Die wisten van strijd en zij hadden gezag.
Mijn reactie was er een van verbazing. In alles voorzichtigheid heb ik proberen duidelijk te maken dat strijd tegen wat zonde er is in ons eigen leven en in het leven van de gemeente moet zijn. Dan moet ook duidelijk zijn dat het echt zonde in Gods ogen is en niet dat ik of een groep een bepaalde norm en gedachte hebben. Vanuit de Schrift heb ik proberen aan te wijzen dat de Geest er juist op wijst dat we elkaar in de gemeente lief moeten hebben, dat we elkaar in kerk juist hebben te verdragen in liefde. Dat we steeds weer vanuit de door Christus verdiende vrede de vrede met elkaar hebben te zoeken. Daarin en daaruit hebben te leven
Zonder om te kunnen zeggen: Zo zegt de HEERE. Over het punt van het gezag van bepaalde mensen in de kerkgeschiedenis tot in de preek toe heb ik verwezen naar artikel 7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis: “Men mag ook geen geschriften van mensen, hoe heilig de schrijvers ook geweest zijn, op een lijn stellen met de goddelijke Schriften, ook de gewoonte niet met Gods waarheid – want de waarheid gaat boven alles – evenmin het grote getal, de ouderdom, de ononderbroken voortgang in de tijden, of de opvolging van personen, of concilies decreten of besluiten.”
Een in Christus zonder eigen nestgeur of smaak. Zo hebben we elkaar in echte eenheid aan te kijken en een echt gemeende zoen te kunnen geven.
Dat kunnen we niet uit onszelf. Daarvoor hebben we de zegen van de Drie-enige God nodig. Het vertrouwen op Hem alleen. Dat neemt het wantrouwen in de ander weg.
“Al die broers groet julle. Groet mekaar met 'n heilige soen.” 1 Korinte 16:20
Die gemeente van Korinte was vol met partyskap. Vol ook met kritiek op Paulus. Hulle het baie na mekaar gekyk. Hulle het baie na ander gekyk. Hulle het teenoor ander hul begin verhef. Hulle voel hulself die beste gemeente. Hul gemeente het meerdere spesiale dinge gehad. Jy kon daar regtig besondere dinge beleef. Paulus was maar ‘n man wat saai was. Selfs sy preke was nie boeiend in hul oë nie. Dit was net die uitleg van God se Woord en die oproep om jou te keer en in die geloof te groei. Baie in die gemeente daar wil self die geloof in Christus aantreklik maak.
Hierdie houding sorg ook daarvoor dat hulle na mekaar begin kyk. Nie in die eerste plek na die HERE en na Christus nie. Hulle soek ‘n kerk wat volgens hulle eie smaak mooi en goed is. Hulle maak groepe van mense wat gelyk dink en voel en dan kritiek op ander in die gemeente het. Hulle soek eintlik ‘n gemeente van gelykgesindes. Wat in menslike denke en gevoelens dieselfde is. Hulle soek nie Christus in die eerste plek nie. Paulus het in die Gees se krag baie duidelik gemaak dat wat hulle doen heeltemal verkeerd is. Hulle soek en leef nie vanuit die eenheid in Christus nie.
Juis in hierdie omstandighede is dit baie spesiaal en sê dit baie dat Paulus die gemeente oproep om mekaar te groet. Nie op ‘n afstand nie. Die Gees roep die gemeente op om mekaar die heilige soen te gee. Om ook liggaamlik baie naby aan mekaar te kom en met die heilige soen die eenheid en liefde vir mekaar in Christus te beseël. Om so te wys dat jy of ‘n groep nie vir hulleself gaan nie. Dat jy saam met al die ander in die gemeente saam wil staan. Saam in die ruimte wat Christus gee. Saam vol van liefde vir mekaar vanuit God se liefde. Om dan geen afstand van mekaar te skep nie maar al meer wil saamgroei na Christus toe en so na mekaar toe. Tot self die heilige soen, tot selfs die hartlike drukkie, tot die hartlike handdruk waarby jy mekaar in liefde reg in die oë kyk.
“Onze eerbare leden echter hebben dat niet nodig. Maar God heeft het lichaam zo samengesteld, dat Hij aan het lid dat tekortkomt, groter eer gaf, opdat er geen verdeeldheid in het lichaam zou zijn, maar de leden voor elkaar gelijke zorg zouden dragen. En als één lid lijdt, lijden alle leden mee. Als één lid eer ontvangt, verblijden alle leden zich mee. Samen bent u namelijk het lichaam van Christus, en ieder afzonderlijk Zijn leden.” 1 Korinthe 12:24-27
Christus is het hoofd van de kerk. Kerk zijn zonder aan Christus verbonden te zijn en in geloof Hem te volgen is onmogelijk. Dan bedrieg je jezelf. Toch betekent dat niet dat we in de kerk allemaal hetzelfde zijn. Het is niet zo dat we een soort robotten zijn die van dezelfde fabrieksband zijn afgerold. Daarom is het ook niet zo dat we partijen in de kerk mogen vormen. Dat de dingen volgens onze manier en volgens ons gevoel moet gaan. Paulus waarschuwt in de eerste brief aan de Korinthiërs daar juist heel intens tegen. Partijschap volgens eigen ideeën mag geen plaats in de kerk van Christus krijgen.
Samen verbonden zijn aan Christus volgens Zijn Woord betekent dat we elkaar aanvaarden. Ieder met zijn eigen gaven. Ieder gelijkwaardig aan elkaar. Samen bouwen in en aan Christus’ kerk. Als het goed is, voelt niemand in de kerk zich meer en beter dan een ander. We krijgen we door de Geest allemaal een eigen plaats in de gemeente. Met ons eigen karakter en onze eigen mogelijkheden. Een karakter en mogelijkheden die we willen heiligen. Die we in dienst van Christus en daarom van elkaar willen gebruiken. Waarbij ik juist van Christus wil leren om niet te heersen, maar te dienen. Zie Markus 10:45. Waarbij we samen voor elkaar willen zorgen, elkaar willen stimuleren om als gelovigen te leven. Om samen te bouwen aan de gemeente zonder op eer van anderen uit te zijn. Dan zoeken we geen partijen, maar willen we op onze eigen plaats een goede partij spelen. In het geheel., in vrede. Om juist een eenheid in verscheidenheid te vormen. Een in een leven tot eer van Christus. Als er dan verdriet en lijden in ons midden is dan lijden, dan leven we mee. Dan is er niemand in de gemeente te onbelangrijk om met hem of haar mee te leven. Juist wie in de ogen van mensen niet zo belangrijk is, heeft dat meeleven zo nodig. Dan klagen we ook niet over te weinig meeleven met onszelf, maar leven we des te meer met anderen mee. Dan volgen we Christus die ops zoveel liefde gegeven heeft om te geven en te geven. Samen lichaam van Christus en er daarom voor elkaar zijn. Juist omdat je het wonder kent dat Christus zelfs voor jou Zijn leven gaf om deel van Zijn verloste kerk te mogen zijn.
“Daarom, my broers, wag vir mekaar wanneer julle saamkom om te eet.” 1 Korinte 11:33
Wag vir mekaar. Dit gaan hier om ’n maaltyd waarmee die viering van die Nagmaal in die eerste tyd na Pinkster verbind was. Sien vir die liefdemaal soos hulle dit genoem het: https://www.evangeliebelijden.nl/artikelen/geloofsleven/liefdemaaltijd.
Wat is hier die belangrike? Dat ons mekaar laat deel in wat die Here geen. Christus het vir ons gesterf. Hy het vir ons verdien dat God se toorn nie meer op ons is nie. Dat ons as ons sterf of Christus terugkom op die wolke nie veroordeel word nie maar ewig in vrede by Hom mag wees. Met so baie ander wat op die aarde saam met ons geglo het. Deur die Gees se werk aan en in ons.
Glo kan nie sonder dat ek in liefde met my broer en sus in de geloof leef nie. Geloof sonder liefde en sorg vir jou naaste is geen geloof nie. Dat is ‘n dood geloof. Dat het net die vorm van geloof maar is nie regtig geloof nie.
Daarom is Paulus baie krities op die lidmate van die gemeente in Korinte toe. Daar is ‘n deel van die gemeente wat al begin eet as die tafel vol met voedsel is. Hulle weet dat ‘n deel van die gemeente moet kom. Dalk veral die lidmate wat arm is. Hulle moes dikwels lank werk as slawe. Hulle kom darem ‘n bietjie later. Hulle kan nie self ete saamneem en het nodig om van wat ander saamgeneem het te eet. Die liefdemaaltye het toe ook ‘n funksie gehad in die diakonale versorging.
As ons dit raaksien gaan die woorde wat hierbo staan oom met ons praat. Christus se liefde vra van ons om vir mekaar te wag. Om daarvoor te sorg dat ander in die gemeente kan deel in wat ons meer het. Dat hulle kan deel in die dinge wat ons kan en nie kan nie. Ook as dit van ons opofferings vra wil ons juis vir ander wag. Wil ons as hulle nie kan kom vir hulle bewaar. Wil ons hulle optel as hulle geen vervoer het nie. Ook as ons dit tyd kos. Christus se liefde leer ons op mekaar te wag om regtig gemeente van Hom te wees.
“Laat de man aan zijn vrouw de verschuldigde bereidwilligheid betonen en evenzo ook de vrouw aan haar man. De vrouw heeft niet de beschikking over haar eigen lichaam, maar de man. En evenzo heeft ook de man niet de beschikking over zijn eigen lichaam, maar de vrouw. Onttrek u niet aan elkaar, behalve dan met onderling goedvinden voor een bepaalde tijd, om u te wijden aan vasten en bidden. Kom daarna weer bij elkaar, opdat de satan u niet zal verzoeken omdat u zich niet kunt onthouden.” 1 Korinthe 7:3-5
Nog een keer over deze verzen. Juist ook omdat in ons land er scherpe kritiek klinkt over de verhouding tussen man en vrouw in het huwelijk zoals de Geest in de Bijbel er over spreekt. Steeds meer worden christenen er beschuldigd dat ze ondemocratisch en onderdrukkend zijn, omdat ze over man en vrouw in het huwelijk spreken als mensen die niet aan elkaar gelijk zijn.
Hoe zit dat? Wat bedoelen we s we spreken over gelijk en gelijkwaardig. Eerst het woord gelijkwaardig. Man en vrouw zijn voor God gelijkwaardig. Ieder mens heeft voor de Here God dezelfde waarde. Man en vrouw, maar ook mensen die in onze ogen topprestaties leveren en mensen die door lichamelijke en verstandelijke handicaps daartoe niet in staat zijn. Voor de HEERE is iemand die jong is gelijkwaardig aan een oudere. Het ongeboren leven heeft dezelfde waarde in Gods ogen als iemand die geboren is. En ga zo maar door.
Betekent dat iedereen gelijk is? Wel in de zin dat je gelijkwaardig bent, maar niet als het erom gaat wat je taak in het leven is. Om het heel eenvoudig te houden: man en vrouw hebben een verschillende lichaamsbouw. Vrouwen hebben een baarmoeder. Dat hebben mannen niet. Mannen kunnen kinderen verwekken. Dat kunnen vrouwen niet. Vrouwen dragen het ongeboren leven 9 maanden en dat doen mannen niet. Hier wordt al duidelijk dat man en vrouw in het huwelijk niet hetzelfde zijn dat ze verschillende tan hebben, maar wel gelijkwaardig.
Dat gaat verder vanuit het in Christus aan elkaar onderdanig zijn van man en vrouw. Zie Efeze 5:21. Man en vrouw zijn gelijkwaardig en toch is de man in het huwelijk de eerstverantwoordelijk in dienst van Christus. Hij wordt als eerste aangesproken op zijn verantwoordelijkheid in het huwelijk. Hij is er ook verantwoordelijk voor dat als zijn vrouw met betere en wijzere argumenten komt als er besloten moet worden. Juist in een christelijk huwelijk zijn het man en vrouw die vanuit de band met Christus samen voor Gods ogen naar elkaar luisteren en besluiten nemen. Om vol harmonie in liefde Gods liefde te laten zien. Zonder concurrentie en eigen belang. Hier zie je hoe heilzaam Gods regels en geboden zijn. Daarom wil je elkaar je lichaam niet onthouden. Allen als je het samen afspreekt om juist de band met de HEERE nog meer te zoeken. Om daarna elkaar weer met eigen lichamen te zoeken om ook lichamelijk een te zijn vanuit het geestelijke een zijn. Daar is niet ondemocratisch of discriminerends aan.
“Laat de man aan zijn vrouw de verschuldigde bereidwilligheid betonen en evenzo ook de vrouw aan haar man. De vrouw heeft niet de beschikking over haar eigen lichaam, maar de man. En evenzo heeft ook de man niet de beschikking over zijn eigen lichaam, maar de vrouw. Onttrek u niet aan elkaar, behalve dan met onderling goedvinden voor een bepaalde tijd, om u te wijden aan vasten en bidden. Kom daarna weer bij elkaar, opdat de satan u niet zal verzoeken omdat u zich niet kunt onthouden.” 1 Korinthe 7:3-5
We vinden het woord elkaar in vers 5. Nu toegespitst op het huwelijk. Op de seksuele omgang in het huwelijk. Wat we hier lezen was voor die tijd revolutionair. In de Romeins-Griekse samenleving van toen was het zo dat de man echt de baas was. Hij mocht ook op seksueel terrein er wel een andere vrouw of man op na houden. Voor de vrouwen was dat in die tijd heel anders. Zij werden vernederd en gestraft als ze buiten hun eigen man er nog een andere seksuele relatie op na hielden.
Het wordt duidelijk dat dit in de gemeente geen plaats kan en mag hebben. Daar zijn man en vrouw gebonden aan de trouw aan elkaar. Er mag bij beiden geen derde in het spel zijn. Zijn hebben zich vanuit de liefde van Christus in volledige trouw en liefde aan elkaar te geven. De Here Jezus benadrukt dat nog eens als Hem een vraag over echtscheiding wordt voorgelegd: “Hebt u niet gelezen dat Hij Die de mens gemaakt heeft, hen van het begin af mannelijk en vrouwelijk gemaakt heeft, en gezegd heeft: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en die twee zullen tot één vlees zijn, zodat zij niet meer twee zijn, maar één vlees? Dus, wat God samengevoegd heeft, laat de mens dat niet scheiden. Zij zeiden tegen Hem: Waarom heeft Mozes dan geboden een echtscheidingsbrief te geven en haar te verstoten?” Mattheus 19:4-7
Daarbij gaat het dan om een verhouding in liefde. Vanuit de teerheid van de liefde die Christus ons heeft laten zien. Een verhouding waarop je op een bijzondere manier om elkaar denkt. Waar de een niet de baas is die maar in alles zijn gewone eigen gang gaat. Het gaat om het er voor elkaar zijn! Tot in de lichamen van man en vrouw toe. Daarin ben je dan ook juist onderdanig aan elkaar! Vanuit hoe de HEERE het huwelijk heeft bedoeld, klinkt voor de samenleving van toen dit schokkend en revolutionair: “De vrouw heeft niet de beschikking over haar eigen lichaam, maar de man. En evenzo heeft ook de man niet de beschikking over zijn eigen lichaam, maar de vrouw.”
Het is dus niet waar dat de Geest ons leert dat de vrouw in een christelijk huwelijk maar een sloofje mag zijn. De HEERE geeft man en vrouw een gelijkwaardige plaats. Ook in het huwelijk.
“Maar daag 'n gelowige 'n medegelowige eerder voor die hof, en dit voor ongelowiges? Dit is reeds 'n volslae nederlaag vir julle dat julle hofsake teen mekaar maak. Waarom ly julle nie liewer onreg nie? Waarom laat julle julle nie besteel nie? Maar júlle besteel en pleeg onreg, en dit nogal teenoor broers.”1 Korinte 6:6-8
Saam van Christus se liefde leef. Deur Christus se offer in ons plek mekaar se broers en susters wees. Saam God se familie wat juis God se een volk wil wees. Daardie volk wat die wêreld jaloers wil maak omdat juis liefde van daardie volk afstraal.
Dan kom daar iets waarin de een deur die ander nie goed behandel voel. Jy voel dat die ander in Christus se kerk jou onregverdig behandel. Wat gaan jy dan doen? Soek ons iemand in die gemeente wat wys is en wat ons help om saam op ‘n goeie manier verder te kan leef as broer en sus in die geloof? Wat doen ons as dit nie tot die resultaat lei wat ons graag sou sien? Ek skryf nou nie oor iemand wat hom as ‘n misdadiger gedra. Iemand wat eintlik deur eie lewe nie meer deel van de kerk kan wees nie. Iemand wat hom of haarself misdadig gedra. As dit nie so is nie maar ons voel nogtans onreg. Gaan ons dan tog na die hof? Gaan ons dan regters inskakel en kom daar ‘n hofsaak tussen twee lidmate van Christus se gemeente.
Die Gees laat deur Paulus weet dat die Here dit verskriklik vind. Dat dit dan baie beter is om vir ons eie gevoel onreg te lei. Dit is vir ons dikwels baie moeilik. Ons wil dikwels so graag gelyk kry. Hoe belangrik is dit dan om op die Here Jesus te let. Te let op wat Hy gedoen het. Hy het die grootste onreg gely vir ons wat Hom, wat die HERE so groot onreg aangedoen het. Hy het vir ons die straf gedra. Vir hulle wat by Hom vergifnis soek. Sou ons dan nie vir wat vir ons as onreg voel nie daardie onreg wil ly om die band van liefde met die broers en susters in die kerk te behou?! Ons bly anders teen sekere dinge aankyk maar uit liefde maak ons dit nie tot ‘n kwessie nie. Juis om God se eer en om ander mense na die gemeente wat van God se liefde leef te trek. Nie my reg. Nie ons reg maar God se eer is die belangrikste van ons lewe. Daarin wil ons Christus volg. Ook as dit seer maak. Ons bring die offer dan vanuit God se genade en liefde.
“Groet elkaar met een heilige kus. De gemeenten van Christus groeten u.” Romeinen 16:16
De vrede onder elkaar is zo belangrijk. Die moet ook zo echt zijn dat dit ook lichamelijk en intiem vorm kan krijgen. Paulus roept hier op om elkaar als teken van eenheid in Christus een kus te geven. We weten ook dat dit ook later n de kerk van Christus praktijk was. Justinus (hij leefde van 100 tot 165 na Christus) vertelt ons daarover. Hij schrijft ook wanneer dat in de eredienst in die tijd een vaste plaats had. We lezen in zijn eerste Apologie in paragraaf 65,2: “Wij begroeten elkaar met een kus na de beëindiging van het gebed.” Uit het vervolg blijkt dat dan hierna het Heilig Avondmaal gevierd werd. Dat gebeurde in die tijd elke zondag.
Hier wordt duidelijk dat vrede en liefde bij de gemeente van Christus hoort. Dat we elkaar echt liefhebben. Dat we als er een probleem is dat ook direct oplossen om elkaar weer recht in de ogen kunnen zien, zodat we elkaar weer een zoen zouden kunnen geven. Op het direct oplossen wijst de Geest o.a. in Efeze 4: “Word boos, maar zondig niet; laat de zon niet ondergaan over uw boosheid,
en geef de duivel geen plaats.” vs 26,27
Wij zijn dat zoenen niet meer zo gewend. Wij zouden elkaar dan een hand geven. Een warme handdruk en niet een handdruk omdat het nu eenmaal moet of van ons verwacht wordt. Die warmte lees je in deze oproep van Paulus om elkaar de heilige kus te geven. Dat laat ook zien dat we onze negatieve gevoelens die er kunnen zijn aan de kant moeten zetten. Die niet voeden maar juist ons laten voeden omdat we samen bij Christus willen horen en willen leven volgens Zijn Woord. Dat komt ook uit in het volgende verzen: “En ik roep u ertoe op, broeders, hen in het oog te houden die onenigheden teweegbrengen en struikelblokken opwerpen tegen het onderricht dat u hebt ontvangen, en keer u van hen af. Want zulke mensen dienen niet onze Heere Jezus Christus, maar hun eigen buik, en door fraaie woorden en mooie praat bedriegen zij de harten van de argeloze mensen.” vs 17,18
“Mag die God van hoop julle deur julle geloof met alle blydskap en vrede vervul, sodat julle hoop oorvloedig kan word deur die krag van die Heilige Gees. My broers, persoonlik is ek daarvan oortuig dat julle ook self vol goedheid is en oor volledige kennis beskik, in dié mate dat julle mekaar ook kan reghelp.” Romeine 15:13,14
By die geloof in Christus behoort blydskap en vrede. Rusie, ontevredenheid en bitterheid behoort nie by die lewe met Christus nie. Daarom is dit ons roeping om ook onder mekaar in Christus se kerk blydskap en vrede te bevorder. Om mekaar daarin op te bou. Wantroue en self ‘n belangriker posisie as ander in de gemeente in te neem, stry met die lewe soos die HERE dat onder Sy volk wil.
Die regte hoop word deur onenigheid, deur liefdeloosheid, deur rusie en wantroue aangetas. Eendag sê ‘n broeder vir my dat omdat ons sondige mense is ons mekaar in die gemeente nie kan vertrou nie. Dit was dan die rede hoekom ek mense in die kerk nie tot mekaar vertrou kon oproep nie. Wie hierdie dinge sê vergeet die groot ding dat die Gees in ons wil woon. Dat Christus vir ons verdien het dat Gees in ons wil woon. Ons is juis geroep om die Gees in ons te laat woon en dat ons in die krag van die Gees saam leef. Ek dink nou o.a. aan 2 Korinte 6: “Want ons is die tempel van die lewende God – soos God gesê het: “Ek sal onder hulle woon en saam met hulle wandel; Ek sal hulle God wees, en hulle sal my volk wees.” Daarom: “Gaan uit hulle midde uit en sonder julle af,” sê die Here, “en moenie aanraak wat onrein is nie.” “En Ek sal julle aanneem,” en “Ek sal vir julle 'n vader wees, en julle sal my seuns en dogters wees,” sê die Here, die Almagtige.” vs 16-18
Juis in die onderlinge lewe as God se kinders het ons deur die krag van die Gees mense te wees wat in onderlinge liefde en vrede leef.
Dan is daar ook die ruimte om mekaar reg te help. Dan is daar deur die Gees die liefde, die goedheid om na mekaar om te sien. Om as die ander op die verkeerde pad begin stap hom of haar in liefde aan te spreek. Om te kan sê dat die ander op die breë pad begin stap wat na die verderf lei. Om mekaar te help op die regte pad te gaan stap en so saam Christus te volg. Hoe belangrik is die vrede en blydskap in en deur Christus om mekaar so te kan en wil help.
“Daarom, aanvaard elkaar zoals ook Christus ons aanvaard heeft, tot heerlijkheid van God.” Romeinen 15:7
Mensen in de kerk denken en voelen over een bepaald punt verschillend. Er zijn sterke en zwakke meningen. Ook als je het in het licht van Gods eigen Woord zet. Toch is duidelijk dat je niet kunt zeggen dat je zo niet mag denken en voelen. Het is niet zo dat je op dat punt kunt zeggen: Zo zegt de HEERE en daarmee is het alleen nog een zaak van gehoorzaamheid. Je kunt spreken over sterk en zwak zoals Paulus hier doet en niet over verkeerd.
Wat moet je dan doen? De Geest zegt door Paulus dan dat je elkaar moet aanvaarden. Dat woord heeft hij al in 14:1 genoemd. Toen werd er gezegd dat de zwakken aanvaardt moesten worden. Nu legt de Geest er de nadruk op dat we dan ook elkaar hebben te aanvaarden. Aanvaarden betekent dan ook dat je dat voluit doet. Dat er geen achterdocht en wrok in je hart is als het iets anders gaat dan jezelf graag had gewild. Elkaar zoals Christus ons aanvaard heeft. Hij is voor ons door het vuur van Gods oordeel gegaan terwijl wij schuldig en zwak zijn. Hij heeft ons als we bij Hem vergeving zoeken zo aanvaard dat Hij zelfs voor ons pleit bij de Vader zodat Hij ons als Zijn lieve kinderen verwelkomt.
Wat hebben wij een diepe en beslissende reden om elkaar te aanvaarden als we Christus op Zijn Woord volgen, al is de een op een bepaald punt zwak en de ander sterk. Dat heeft ook alles met de heerlijkheid, de eer van God te maken. We maken niet onnodig ruzie, zorgen niet onnodig voor spanning in de gemeente en in het kerkverband omdat daarbij de eer van God op het spel staat. Als er geruzied wordt, als er op gemeentevergaderingen en daarbuiten lelijke en felle woorden gesproken worden over zaken die binnen een leven met HEERE# volgens Zijn Woord passen, aanvaarden we elkaar. Zodat anderen die er van horen niet kunnen zeggen wat is dat voor een kerk en nog veel erger wat is dat voor een God. Elkaar aanvaarden en samen bouwen om samen te groeien naar Christus toe! Dat is fundamenteel voor het leven van en in Christus kerk.
“En de God van de volharding en van de vertroosting moge u geven onderling eensgezind te zijn in overeenstemming met Christus Jezus, opdat u eensgezind, met één mond, de God en Vader van onze Heere Jezus Christus verheerlijkt.” Romeinen 15:5,6
Met een mond de HEERE loven. Samen je een weten in de lof op God, op Christus. Zonder dat je in de gemeente er voor pleit om alles hetzelfde te doen en over precies hetzelfde te denken. Om ervoor te zorgen dat je niet onnodig tegenover elkaar komt te staan. Dat kan door kleine dingen, door dingen waarvan je op grond van Gods eigen Woord niet kunt zeggen, zo moet het of zo moet je denken of voelen iets te maken wat tussen ons staat in de gemeente.
De achtergrond hier in Romeinen 15 is juist dat er over zekere zaken verschillen in de gemeente van Christus zijn. De Geest wijst ons erop dat er verschillen mogen zijn terwijl we toch eensgezind zijn.
Er is in de gemeente van Christus juist vrijheid van geweten zolang vanuit Gods Woord niet klip-en-klaar duidelijk is dat de Geest in het Woord anders spreekt. De onderlinge eensgezindheid is juist dat samen Christus in alles volgens Zijn Woord willen volgen. Dat we ons niet beroepen op onze gewoonten of onze voorkeuren of zelfs onze geschiedenis. Dat wordt ook heel duidelijk beleden in artikel in artikel 7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis: “Men mag ook geen geschriften van mensen, hoe heilig de schrijvers ook geweest zijn, op een lijn stellen met de goddelijke Schriften, ook de gewoonte niet met Gods waarheid – want de waarheid gaat boven alles -; evenmin het groot aantal, de ouderdom, de ononderbroken voortgang in de tijden of de opvolging van personen, of de concilies, decreten of besluiten.”
Het gaat er om dat wij de ruimte voor de ander niet beperken als Christus zelf dat niet doet. Om ervoor te zorgen dat we juist samen van harte kunnen bouwen in Christus gemeente. Het gaat nooit om ons. Nooit!!! Altijd om Christus. Laten we zo elkaar opbouwen in een leven met Christus. Om samen zonder wantrouwen en achterdocht de Vader in de hemel de eer en de lof te geven.
“Kom ons streef dan na die dinge wat die onderlinge vrede en mekaar se opbou bevorder.” Romeine 14:19
Die onderlinge vrede en om die opbou onder mekaar te bevorder. Jy gaan nie op jou strepe staan nie ook as jy dink dat je reg is nie. Dan gaan dit nie om daardie dinge wat so duidelik deur die Gees in God se Woord geleer word nie. Ons moet daarin saamstaan! Ons het die opdrag om die inhoud van die Evangelie na mekaar en in die wêreld te bly.
Nogtans is daar sake wat die toepassing van God se Woord raak waarin ons verskillend kan dink. Dit gaan in Romeine 14 veral op wat jy as God se kinders mag eet en wat jy nie mag eet nie. Paulus maak op ‘n ander plek in God se Woord duidelik dat niks in die skepping nie gebruik mag word nie. Ons lees daarvan in 1 Timoteus 4: “Hulle verhinder mense om te trou, en laat hulle sekere kossoorte vermy, terwyl God dit geskep het vir gelowiges, diegene wat die waarheid insien, om dit met dankbaarheid te geniet. Want alles wat God geskep het, is goed, en niks wat met danksegging ontvang word, is verwerplik nie, omdat dit deur die woord van God en gebed geheilig word.” Vs 3-5
Nogtans kan dit so wees dat gelowiges bepaalde dinge nie wil eet of doen nie. Hulle voel hoe aan hulle daardeur getrek word. So getrek word dat hulle nie meer met hulle hart Christus dien nie.
‘n Voorbeeld kan wees dat iemand as hy wyn of sterke drank drink nie meer kan stop nie. Hy kan sy verslawing net verbreek deur heeltemal nie meer alkohol te drink nie. As ons dan waar hy saam met ons is tog wyn of sterke drank begin drink, is ons besig die ander in verleiding te bring.
Dan is dit nie nodig om te sê dat ‘n gelowige geen alkoholiese dranke mag drink nie. Nogtans is ons so op die opbou van die gemeente gerig en om die ander te help om vir de HERE te leef dat ons nie wyn of drank sal drink waar die ander saam met ons is nie. Ons gee dinge op om ander nie in verleiding te bring nie. Dit is deel van ‘n christelike lewe!
“Zo zal dan nu ieder van ons voor zichzelf rekenschap geven aan God. Laten wij dan niet langer elkaar oordelen, maar oordeel liever dit: de broeder geen aanstoot of oorzaak tot struikelen te geven.” Romeinen 14:12,13
Denkt iedereen in de gemeente van Christus over alles hetzelfde? Moet dat? Moeten we elkaar op elk punt van denken en doen beoordelen? Is er altijd maar een weg? Moeten we elkaar als kerken op elk ding beoordelen? Met daarbij dan ook altijd de veroordeling als een ander anders denkt of doet op een bepaald punt. Moet het in de kerk in alles koekoek eenzang zijn?
De Geest laat ons in o.a. Romeinen 14 zien dat het zo niet is en ook niet hoeft te zijn. We mogen elkaar nooit beoordelen vanuit een bepaalde nestgeur die wij vanuit een bepaalde omgeving meebrengen. Het mag nooit zo zijn dat wij het op een bepaalde manier gewend zijn en de ander veroordelen omdat die het anders doet. Ons argument mag bij de beoordeling van de ander niet zijn: Zo zijn wij het gewend en de ander moet zich daarin voegen. Op grond van wat de Geest ons leert in Gods eigen Woord belijden we in artikel 32 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis o.a. dit: “Daarom verwerpen wij alle menselijke bedenksels en alle wetten die men zou willen invoeren om God te dienen en daardoor het geweten te dwingen, op welke wijze dan ook. Wij aanvaarden dus alleen wat kan dienen om eendracht en eenheid te bevorderen en te bewaren, en allen te doen blijven bij de gehoorzaamheid aan God.”
Wat is dus de grens voor een samenleven in de kerk? Dat is de gehoorzaamheid aan God. We binden elkaar in liefde als we kunnen zeggen: Zo zegt de HEERE! Als je dat niet kunt zeggen is er de echte christelijke vrijheid. Daartoe zijn we geroepen. De Here jezus maakt dat ook duidelijk in de Bergrede. Wij mogen anderen en elkaar niet veroordelen als wat wij willen en zeggen boven Gods eigen Woord uitgaat. Vasthouden aan nestgeur is zonde! Zorgt voor onnodig verdeeldheid. Staat hartelijke liefde voor elkaar in de weg. De Here Jezus zegt dit: “Oordeel niet, opdat u niet geoordeeld wordt; want met het oordeel waarmee u oordeelt, zult u zelf geoordeeld worden; en met welke maat u meet, zal er bij u ook gemeten worden. Waarom ziet u wel de splinter in het oog van uw broeder, maar merkt u de balk in uw eigen oog niet op? Mattheus 7:1-3
“Wees eensgesind onder mekaar; moenie hoogmoedig wees nie, maar skaar julle by die nederiges. Moenie wys wees in julle eie oë nie.” Romeine 12:16
Onder mekaar eensgesind. Dit beteken nie dat elkeen in de gemeente oor elke ding dieselfde moet dink nie. Jy kan dit o.a. in Romeine 14 lees. Dit beteken wel dat ons in die dinge wat Christus ons leer ons Hom saam moet volg.Christus wys ons die pad wat die smal pad is. Dit is Sy pad. Dit is die pad van God se gebooie. Die kom van Christus is nie ‘n verskoning om nie ‘n vreemdeling op aarde te wees nie. Dit is nie ‘n verskoning om wêrelds te kan leef. Juis Christus se dood vir ons beteken dat ons die sondige hart in ons wil doodmaak. Juis Christus se Hemelvaart beteken dat ons op aarde volgens die wil van ons hemelse Koning wil leef. In alles. Juis Christus se opstaan uit die dood beteken dat ons juis in die krag van die Gees al hoe meer teen die sonde in ons lewe wil opstaan en al meer God se beeld op aarde wil vertoon. Ons lees hieroor o.a. in Kolossense 3: “As julle dan saam met Christus opgewek is, streef na dit wat daarbo is, waar Christus aan die regterhand van God sit. Bedink die dinge daarbo, nie die dinge op aarde nie. Julle het immers gesterf, en julle lewe is saam met Christus verborge in God. Wanneer Christus verskyn, Hy wat julle lewe is, sal julle ook saam met Hom in heerlikheid verskyn. Daarom moet julle daardie deel van julle wat op die aardse gerig is, doodmaak: onsedelikheid, onreinheid, wellus en slegte begeertes, en ook gierigheid, wat afgodediens is.” Vs 1-5Eensgesind beteken dat ek nie meer my eie gedagtes en gevoelens volg nie maar dat ons mekaar stimuleer om Christus te volg. Om Sy onderwys in die daaglikse gehoorsaam te wees. Ons is hoogmoedig as ons dit nie doen nie. Dan dink ons te hoog van onsself en te min van die HERE. Die Gees wil ons leer om nie wys te wees in eie oë nie maar nederig en in alles die Gees se leerling te wil wees. Saam as Christus se gemeente.
“Heb elkaar hartelijk lief met broederlijke liefde. Ga elkaar voor in eerbetoon.” Romeinen 12:10
We lezen hier twee keer het woord elkaar. In de gemeente van Christus zijn we op elkaar betrokken. In de gemeente van Christus is er geen plaats voor individualisme. Is er geen plaats voor op jezelf staan en je van de rest je niets aan te trekken. In dit vers worden woorden gebruikt die in het Grieks vaak op zaken in een gezin betrokken worden. We zijn in Christus en door het geloof in Hem elkaars broers en zussen. Die als het goed is ook om elkaar geven.
Je leest hier ook dat God van ons vraagt om elkaar hartelijk lief te hebben. Als de starthouding in de gemeente die we ook al meer vorm willen geven. We beginnen niet met wantrouwen. We willen ook niet wantrouwend tegenover elkaar staan. De liefde die hartelijk is, is de manier waarop we elkaar benaderen. Dat leidt dan als het goed is ook nog tot iets anders. Dat we elkaar voorgaan in dienstbetoon! Elkaar. Je acht de ander dus hoger dan jezelf. Je praat graag goed over je broers en zussen in geloof. Ook als je gebreken bij de ander ziet. Die zijn er ook bij onszelf! Je gaat niet uitgebreid praten over de gebreken met anderen. Je wijst op het goede en waardevolle van de ander in de gemeente. Dat zijn geen lege schouderklopjes om de ander goed te laten voelen, maar dat is bouwen aan de gemeente van Christus. Dat is leven vanuit de liefde van Christus die boven al onze liefde uitgaat. Die in de gemeente van Christus de bron van liefde is die alle bitterheid te lijf gaat.
Laten we steeds weer opbouwen in plaats van onnodig afbreken en de gemeente van Christus voor de buitenwacht te schande te maken.
“Want soos ons baie ledemate in een liggaam het, en nie al die ledemate dieselfde funksie vervul nie, 5net so is ons, al is ons baie, een liggaam in Christus, en individueel lede van mekaar.” Romeine 12:4,5
Een liggaam. So noem Christus die gemeente, Sy kerk. Hy is die Hoof. Hy is nie die hoof van ‘n afdeling of ‘n hoof van ‘n skool nie. Dan kan jy de hoof vervang. Dan gaan die sake wat moet gebeur verder. Dalk ‘n bietjie stadiger of in die begin met ‘n bietjie meer probleme. Nogtans gaan dit aan. So is dit nie as ons Christus nie as die Hoof van die liggaam erken en volg nie. As die kerk nie Christus as die Hoof volg nie is die kerk dood. Dan het dit ‘n godsdienstige vereniging geword. Dan is die kerk dood! Ons lees daarvan o.a. in Kolossense 1: “Hy is die Hoof van die liggaam, die kerk. Hy is die oorsprong, die Eersgeborene uit die dood, sodat Hy in alles die eerste plek kon inneem. “vs 18. Sonder Christus regtig erken as die Hoof, as Hom wat net die goeie leiding volgens Sy Woord gee is die kerk nie kerk nie. In Romeine 12 gaan dit daaroor hoe ons as ledemate van die liggaam funksioneer. Hoe ons onder Christus ‘n plek in Sy liggaam inneem. Dit beteken dat ons almal ons eie plek en funksie in de liggaam het. Niemand van ons mag daarna streef om die Hoof te wees nie. Ons het te funksioneer op die plek wat Christus ons gee. Om vanuit wat Hy vir ons sê juis ook mekaar te help om mekaar op te bou. Om met ons senuwees en bloedvate met Christus verbonde te wees en te bly. Dan wil ons diensbaar wees aan Christus, diensbaar wees aan mekaar om saam te groei na Christus toe. Ons gaan dan nie op onsself staan nie. Ons soek ons medegelowiges om saam kerk van Christus te wees. Om die beeld van ons Hoof al hoe meer in de wêreld te vertoon. Om te wys dat ons net in diepe afhanklikheid en onderdanigheid van Christus regtig kerk van Hom kan wees.
“Want ik verlang er vurig naar u te zien, om u in enige geestelijke genadegave te laten delen, waardoor u versterkt zou worden, dat is te zeggen, om in uw midden samen bemoedigd te worden door het onderlinge geloof, zowel dat van u als dat van mij.” Romeinen 1:12
Praten we over ons leven met de HEERE? Of blijft het bij trouw naar de kerk gaan, je Bijbel lezen en aan tafel een vast gebed of alleen maar stil bidden als er anderen bij zijn? Hoe voeden we onze kinderen op dit punt op? Is geloven iets wat alleen maar persoonlijk is? Is geloven iets waarbij je alleen maar hoort wat de inhoud daarvan is, terwijl je er met anderen niet over praat?
Let er eens op hoe Paulus hier spreekt. Hij laat horen dat hij graag naar Rome komt om de gemeente te helpen. Dat hij graag naar ze toekomst om ze op te bouwen met wat de Geest hem aan kennis gegeven heeft. Kennis die juist gericht is op een echt geestelijk leven.
Nu zeg je misschien: ja, maar dat was Paulus. Hij had daarvoor een speciale opdracht. Dan moet je even verder lezen: “om in uw midden samen bemoedigd te worden door het onderlinge geloof, zowel dat van u als van mij.” Zelfs als heel bijzondere ambtsdrager staat Paulus er voor open om daar gewone broeders en zuster bemoedigd te worden, te groeien in geloof door wat zij vanuit het Woord en de ervaring die daarop gegrond is hebben te vertellen.
We hebben nodig om door elkaar bemoedigd te worden. Om van elkaar te leren. Om te horen dat de ander vanuit Gods Woord geleerd en ontdekt heeft. Wat de ander daarin vanuit dat Woord geleerd en ondervonden heeft. Zoals we dat in artikel 9 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis belijden: “Wij weten dit alles zowel uit het getuigenis van de Heilige Schrift als uit de werkingen van deze Personen (Vader, Zoon en Heilige Geest) voornamelijk uit die welke wij in onszelf ervaren.”
Laten we dus met elkaar praten over de HEERE en Zijn Woord. Open en vrijmoedig. Om elkaar zo op te bouwen in het kennen van Christus. De Geest wil ons dit geven. Zodat we geen zwijgzame gelovige zijn of blijven. Zodat we elkaar willen opbouwen door vanuit Gods Woord met elkaar te spreken en te zien wie Hij is om al meer moed te vatten.
“Jesus het hulle geantwoord: “Hou op om onder mekaar te mor.” Johannes 6:43
Die Here Jesus maak in ’n bepaalde situasie duidelik dat die mense rondom Hom nie onder mekaar moet mor. Dit beteken dat hulle onder mekaar nie ontevrede moet wees nie. Dat hulle as dit om Christus gaan nie moet pruttel of mopper.
Ek gaan dit nou ‘n bietjie weier trek. Ons hoor nog dikwels in Christus se kerk dat mense onder mekaar mor. Die Jode het toe gemor omdat hulle die Here Jesus nie as die beloofde Verlosser wil erken nie. Hul wil hulle nie volgens Christus se woorde bekeer nie. Jesus roep hulle op m nie by mekaar te bevorder om nie regtig Christus te erken as hulle God en Verlosser nie.
Hoe dikwels word in die kerk so gemor dat ons Christus se woorde en Sy God-wees nie erken nie. Ons wil bly soos ons is, ons wil nie leef soos die HERE dit in Sy Woord ons vertel. Ons wil bly soos ons is. God sou ons aanneem soos ons is en by ons sou nie bekering nodig wees nie. Ons vertel mekaar ‘n evangelie wat die nie Evangelie is nie. Ons wil ons eie baas wees en bly en ons nie deur die Gees na Christus se beeld laat verander nie. Ons maak die Evangelie ‘n menslike boodskap wat nie ons rus en tevredenheid in Christus soek nie.
Daar is nog iets anderste wat ons in kerke vind. Ook in kerke wat naby God se Woord wil bly. Dit is dat ons mor en prulle oor dinge wat ons wil en waarvan ons nie kan sê dat dit Christus se gebod is. Dan maak ons mekaar ontevrede. Dan pruttel ons en mopper ons onder mekaar en maak Christus se kerk stukkend. Ons het nodig om juis in liefde vir de HERE en Sy Woord tevrede te wees met wat Christus ons wys en leer. Om saam in liefde daar meer as tevrede te mee wees. Om mekaar te stimuleer tot wat ons in Efesiërs 4 lees: “Die doel hiervan is dat ons nie meer klein kindertjies sal wees nie, wat deur onstuimige golwe rondgeslinger word en rondgewaai word deur elke wind van lering, deur mense se slinksheid en die gekonkel waardeur hulle dwaling beplan; 15maar dat ons eerder, terwyl ons in liefde aan die waarheid vashou, in alle opsigte na Hom toe sal groei. Hy, Christus, is die Hoof.” Vs 14,15
Dan mor en pruttel ons nie maar wil mekaar by Christus bring om al hoe meer saam Sy Beeld en so God se Beeld in hierdie wêreld te wees nie.
“Eer van mensen neem Ik niet aan, maar Ik ken u: u bezit zelf de liefde van God niet. Ik ben gekomen in de Naam van Mijn Vader, maar u neemt Mij niet aan. Als een ander komt, in zijn eigen naam, die zult u aannemen. Hoe kunt u geloven, u die eer van elkaar aanneemt en de eer van de enige God niet zoekt?” Johannes 5:41-44
Dit zijn woorden van de Here Jezus. Hij spreekt mensen aan bij wie het in hun leven om eigen eer gaat. Mensen die het belangrijk vinden om door anderen geëerd te worden. Daarop is hun leven gericht. Ze zoeken de omgeving waarin mensen elkaar schouderklopjes geven. Ze leven daarvoor en het gevolg is dat ze Christus niet als de beloofde Verlosser aannemen. Christus leert namelijk dat het er in het leven niet om gaat om eer voor jezelf te zoeken. Ook niet er om gaat dat we elkaar schouderkloppen geven en dat het doel van ons leven wordt. Het gevolg is namelijk dat we dan niet in alles naar de HEERE willen luisteren. We gaan dan zo leven dat we eerst denken wat andere mensen ervan vinden. Dat we de dingen zo willen doen en zeggen dat de mensen om ons heen ons daarvoor prijzen. Dan komen mensen, dan komt de kring waarin je leeft op de eerste plaats te staan en niet Christus. Als het goed is zijn we juist in de kerk gericht op de HEERE. Dan is Christus als het goed is de Eerste in alle dingen. Om samen naar Hem toe te groeien. Ook als dat van me vraagt om te stoppen met een bepaalde manier van leven. Ook als dat van me vraagt om andere dingen te zeggen dan wat mensen om me heen graag willen horen. Als het er in ons leven om gaat mensen te plezieren, maken we het menselijke ondergeschikt aan Christus. Dan staat dit een leven met Christus in de weg. Dan nemen we Hem niet echt aan als onze Heer en Koning. Wat is het belangrijk om onze eigen wil ondergeschikt te maken aan wat Christus. Gods wil boven alles te stellen, omdat Zijn wil goed en heilig is. Dan zoeken we niet onze eigen eer maar willen we dienstbaar zijn aan Christus. Wat is het leven dan goed!
“Ek gee julle 'n nuwe gebod: Julle moet mekaar liefhê. Net soos Ek julle liefgehad het, moet julle ook mekaar liefhê. Dit is hoe almal sal weet dat julle my dissipels is – as julle liefde teenoor mekaar het.” Johannes 13:34,35
Ons leef in ’n wêreld waarin die geweld al hoe meer sigbaar is. Ons weet in Suid-Afrika as baie jare wat dit is om die bedreiging van moord en geweld te ondergaan. Baie het dit self of ook by geliefdes ervaar. Ons soek sekuriteit. Daar kom plekke met mure, met alarms en so baie meer. Ons moet ons teen ander mense verdedig. Die lewe van die ander is in hulle oë baie min werd.
Hoe anders leer die HERE ons. Vanaf die begin word duidelik dat die HERE ‘n wêreld geskep het waar dit vir elke skepsel veilig is. Daar is vanuit God se liefde harmonie en vrede. So wil die HERE dat in Sy skepping geleef word vanuit die liefde en eerbied vir Hom. Hy is dit wat die sonde, die dood, die moorde en die aanvalle op ander mense haat.
Wie geen ontsag vir die naaste se lewe het nie, sal deur die HERE eendag in die ewige dood bestaan. So’n mens moet dan ervaar wat dit beteken om ander se lewens aan te tas. Dit is Christus wat ons wys hoe diep God se liefde gaan en wat dit vir ons beteken. Dit is Christus wat die sondelose mens was en is wat op Golgota vermoor is. Petrus bring dit op hierdie manier onder woorde: “Julle het hierdie man, wat deur die vaste plan en voorkennis van God uitgelewer is, deur die hand van wettelose mense gekruisig en doodgemaak”. Handelinge 2:23
Die diepte van God se liefde sien jy raak as ons iets verder in Handelinge 2 lees: “Laat die hele huis van Israel dan vir seker weet dat God Hom Here en Christus gemaak het – hierdie Jesus wat julle gekruisig het.” Toe hulle dit hoor, is hulle diep in die hart getref en het vir Petrus en die ander apostels gevra: “Wat moet ons doen, broers?” Petrus antwoord hulle: “Bekeer julle, en laat elkeen van julle in die Naam van Jesus Christus tot vergewing van julle sondes gedoop word, en julle sal die Heilige Gees as gawe ontvang.” vs 36-38
Laat ons in diepe liefde en verbinding met Christus juis die goeie vir ander soek. Ons mag weet dat vir 100% seker is wat die Here Jesus in Matteus 5 sê: “Gelukkig is die sagmoediges, want hulle sal die aarde erf. Gelukkig is dié wat honger en dors na geregtigheid, want hulle sal versadig word. Gelukkig is die barmhartiges, want hulle sal barmhartigheid ontvang. Gelukkig is dié wat suiwer van hart is,
want hulle sal God sien. Gelukkig is die vredemakers, want hulle sal kinders van God genoem word.” Vs 5-9
“Als Ik dan, de Heere en de Meester, uw voeten gewassen heb, moet ook u elkaars voeten wassen. Want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat ook u zult doen zoals Ik voor u heb gedaan.” Johannes 13:14,15
De Here Jezus de Verlosser ons Voorbeeld. Niet een voorbeeld maar het Voorbeeld. Zonder om maar iets af te doen van Zijn lijden als betaling voor onze straf op onze zonden. Vanuit Zijn lijden tot op het kruis en tot in de dood in onze plaats is de Here Jezus ons Voorbeeld. Het voorbeeld om na te volgen. Hij gaf Zichzelf helemaal voor zondaren. Voor schuldige mensen
Hij zegt nu tegen de apostelen en ook tegen ons nu om ons voor de mensen om ons heen te geven. Om dat in de kerk juist voor elkaar te doen om de mensen buiten de kerk zo te trekken tot Christus. Om zo te laten zien dat Bij Christus er het verloste leven is en wat dit ook voor de onderlinge omgang betekent.
Wat is dat actueel in onze tijd waarin mensen binnen de kortste tijd uit gesloten worden. In de kortste tijd voor altijd verdacht en afgeschreven worden. We leven in een tijd waarin vijanddenken juist bevorderd wordt. Met alle gevolgen van dien. Mensen gaan op de vuist als ze het niet met elkaar eens zijn. Ze beginnen oorlogen en schieten elkaar dood. Mensen nemen het recht in eigen hand. Hoe anders is het echte evangelie. Christus offerde zich tot in de dood op om zo anderen, slechte mensen van zichzelf, te redden. Hij is het die ons oproept om onze vijanden lief te hebben. Dus niet de haat te bevorderen tegen mensen die tegenover ons staan. Maar juist laten zien dat je om ze geeft en ze wil helpen als ze in nood zijn. Je dan niet verschuilen achter formele redenen maar gewoon de zorg geven die elk mens volgens Gods Woord hoort te krijgen. Dat hoort bij echt christelijk leven. Bij echte christelijke politiek.
Een leven als christen is je opofferen voor elkaar en goede zorg geven tot zelfs je vijanden toe. Als de Here Jezus dat niet gedaan had waren jij en ik niet voor eeuwig van Gods verdiende straf gered.
“Het zout is goed, maar als het zout zoutloos wordt, waarmee zult u het smakelijk maken? Heb zout in uzelf en leef met elkaar in vrede.” Markus 9:50
We hebben zout nodig. Zout zuivert en geeft smaak. We zijn zouteloos als we veel over God en Jezus spreken, wanneer we zeggen gelovig te zijn maar dat geloof verandert niets aan ons leven. We leven zoals we het voelen, we leven zo dat we wat de HEERE in de Bijbel zegt niet echt invloed op ons leven laten hebben. We spreken over Jezus en Zijn liefde maar Hij is niet volgens Zijn Woord de Heer van ons leven. We zingen enthousiast over Christus als de Koning die alles eens geweldig zal maken maar Christus is niet de Koning van ons dagelijkse leven. Niet de Man die het in ons leven uitmaakt hoe wij denken, voelen en leven.
In het gedeelte voor deze tekst zegt de Here Jezus in een beeld dat we onze eigen hand of oog weg moeten nemen als die ons tot zonden brengen. Tot dingen die tegen Gods wil zoals we die in Gods Woord lezen ingaan.
Als je jezelf christen noemt dus zout maar het is geen echt volgen van Christus dan ben je zouteloos. Dan heb je nodig dat je echt zout tot je neemt. Dat het zout echt in je leven komt vast te zitten en dat in je leven echt zuivert. De ziekmakende bacteriën gaat doodmaken. Dat de Geest met het Woord zo in je werkt dat je leven, denken en voelen een andere kant op gaat. Dat kan maar zorgt dat dan niet voor ruzie en ellende. Ga ik dan niet te veel anders denken, leven en spreken dan de mensen om me heen. Zien ze met dan diep in hun hart niet als een lastpak, als iemand die een bedreiging voor hen is? Zoals in de eerste eeuwen van de christenen werd gezegd dat ze vijanden van de mensheid waren. Juist daarom is zo belangrijk wat aan het einde van deze tekst door de Here Jezus wordt gezegd. Dat in vrede met elkaar hebben te leven. Laat Gods liefde in je eigen leven zien aan de mensen om je heen. Ook als ze zo anders denken en leven dan jou. Dan zie je ook hoe het met echt leven met God en in vrede strijdt als iemand om zijn overtuiging zomaar doodgeschoten wordt. Zoals Charlie Kirk. Wie zoiets verdedigt weet niet wat de liefde van God is.
“Wanneer die Seun van die Mens in sy heerlikheid kom, en al die engele saam met Hom, sal Hy op sy glansryke troon gaan sit. Al die nasies sal voor Hom byeengebring word, en Hy sal hulle van mekaar skei soos 'n herder die skape van die bokke skei. Die skape sal Hy aan sy regterhand laat staan en die bokke aan sy linkerhand.” Matteus 25:31-33
Ek hoop in die tyd wat kom ‘n aantal meditasies te skryf wat met die gebruik van de woord ‘mekaar’in die Nuwe Testament te doen het.
Ons lees hier oor die dag die Here Jesus sal terugkom op die wolke. Hy kom vanuit die hemel na die aarde om die lewendes en die dooies te oordeel. Elkeen wat op die aarde geleef het, kom en staan dan voor Christus. Enige mens wat op aarde geleef het, het dan uit sy of haar grafte opgestaan. Ook almal wat eendag heeltemal verbrand is en waarvan net nog as gevind kon word, het dan opgestaan. Niemand ontbreek nie.
Dan bly dit nie een mensheid nie. Ons lees dat hulle van mekaar geskei word. Die mense wat op die aarde geleef het, word in 2 gedeeltes verdeel. Die een deel kan nie op die nuwe aarde bly nie. Hulle verdwyn na die plek waar God se liefde en sorg heeltemal nie daar is nie. Die ander deel sal vir ewig woon op die nuwe aarde waar alles vol van God se liefde en sorg is. Waar mense vanweë God se genade elke oomblik van hul lewe daar volop geniet. Christus maak skeiding. Juis om die volle heil, die heerlike lewe met liggaam en siel te gee vir hulle wat hulself verloën het en Christus as hulle Redder, God en Koning begin volg het. So is daar God se volk wat uit alle volke kom. Hoe belangrik is dit dat ons nie die meerderheid volg as die meerderheid ‘n andere pad volg as wat die HERE ons in Sy Woord wys nie. Om mekaar ewig in die goeie lewe vas te kan hou, is dit nodig om Christus te volg as ons Koning.