Meditaties Mekaar/Meditaties Elkaar
“En het einde van alle dingen is nabij; wees daarom bezonnen en nuchter in de gebeden. Maar heb voor alles vurige liefde voor elkaar, want de liefde zal een menigte van zonden bedekken.” 1 Petrus 4:7,8
We sluiten de meditaties over het woord 'elkaar' in het Nieuwe Testament af. Ik hoop nog een artikel te schrijven over de algemene conclusies uit al die meditaties. Voor nu is het zo belangrijk om te blijven zien dat juist het leven met Christus ons op elkaar betrekt. Dat we niet op onszelf mogen blijven staan. Geloven in Christus en leven met Hem betekent dat we met elkaar meeleven, dat we elkaar liefhebben, dat we ons niet boven anderen verheffen. Dat we bezonnen zijn. Dat betekent o.a. dat we vanuit de liefde veel van elkaar verdragen. Zonder dat dit de liefde voor de ander minder maakt. Dat kan alleen als je ziet hoeveel Christus van mij moet verdragen en toch met Zijn liefde en verlossing naar me toekomt. Me toch door Zijn Geest tot een nieuw mens wil maken. Een mens die niet in de eerste plaats kritisch naar de ander kijkt, maar naar zichzelf. Hoeveel moet een ander wel niet van mij verdragen!
Dan verheffen we ons niet tegenover elkaar in de gemeente van Christus. Dan zoeken we de vrede. Dat is dan geen slapheid, maar juist de kracht van de liefde die mij over wat ik als onrecht ervaar heenstap om maar te bouwen aan de band van liefde in de gemeente. Met als enige uitzondering als het echt tegen Gods Woord ingaat. Wat kan ik klein voor anderen worden als ik de grootheid van Gods genade en liefde zie en daaruit leef.
Dan bedek ik liever de zonden van anderen dan dat ik ze uitspreek om zelf beter te lijken. Dan leer ik altijd mijn hand in eigen boezem te steken en niet de zonde van een ander als eerste te noemen. Dan leer ik mij te beheersen en eerst eens rustig over dingen na te denken in plaats van meteen emotioneel te reageren. Dan vind ik bij Christus mijn rust. Dan ga ik in liefde naar de ander toe als ik meen dat het om zonde gaat om die ander in zachtmoedigheid aan te spreken. Dan gebruik ik niet het excuus dat die ander eerst naar mij moet komen. Die echte liefde van Christus is zo genezend en zo opbouwend voor het elkaar opbouwen en vasthouden in Christus’ kerk! Laten we biddend zo bouwen en niet afbreken.
“Toe Hy die tweede seël oopbreek, het ek die tweede lewende wese hoor sê: “Kom!” 4'n Ander perd, 'n vuurrooie, het toe uitgegaan. Aan sy ruiter is vergun om die vrede van die aarde weg te neem, sodat mense mekaar kon doodmaak. Aan hom is ook 'n groot swaard gegee.” Openbaring 6:4
Ons lees in die boek Openbaring die woord mekaar 2 keer in ’n negatiewe betekenis. Dit gaan dan oor verhoudinge waarin mense mekaar sleg behandel. Dit is ‘n werklikheid wat na die sondeval uit ons eie hart kom. Dit is nie net die duiwel se werk nie. Dit is nie net iets wat ons oorkom nie. Dit is wat uit ons eie hart kom en wat sekere omstandighede dit juis bevorder. Ons lees ook in God se eie Woord dat dit in die laaste deel van die geskiedenis erger word. Ons sien dit voor ons eie oë gebeur in ons tyd. Hoe mense deur oorloë, deur aanslae, deur moorde en so baie ander manier ander mense doodmaak. Hoe haat dit steeds weer van die regte liefde en diensbaarheid win. Dit gebeur met meer intensiteit in die deel van die geskiedenis vanaf Pinkster tot die dag wat die Here Jesus terugkom. Ons lees daar o.a. van in 2 Timoteus 3. Ek haal net die eerste 4 verse aan wat daaroor gaan: “Dit moet jy weet: In die laaste dae gaan daar moeilike tye kom; 2want die mense sal selfsugtig wees, geldgierig, grootpraterig, aanmatigend, godslasterlik, ongehoorsaam aan hulle ouers, ondankbaar, goddeloos, 3ongevoelig, genadeloos, beledigend, sonder selfbeheersing, wreed, sonder liefde vir die goeie, 4verraaiers, roekeloos, hooghartig, lief vir plesier eerder as vir God”. Vs 1-4
Hierdie leef vir jouself en nie vir mekaar lei tot die doodmaak van ander. Die ander mag geen ruimte kry nie. Mense wil vir hulleself al hoe meer ruimte en dan moet die ander wyk. Hierteenoor het ons God se liefde deur Christus nodig. Het ons die Gees nodig om teenoor ‘n wêreld vol geweld en leef vir jouself die lig van Christus te bly wys. Ook as daardie vyandskap hom teenoor ons keer. Om dan te kan doen wat Christus ons leer: “Maar vir julle wat na My luister, sê Ek: Julle moet julle vyande liefhê. Doen goed aan diegene wat julle haat. Seën die mense wat julle vervloek. Bid vir diegene wat julle sleg behandel. As iemand jou op die een wang slaan, draai vir hom ook die ander een.” Lukas 6:27-29
Zoals u dan Christus Jezus, de Heere, hebt aangenomen, wandel in Hem, geworteld en opgebouwd in Hem, en bevestigd in het geloof, zoals u onderwezen bent; wees daarin overvloedig, met dankzegging. Pas op dat niemand u als buit meesleept door de filosofie en inhoudsloze verleiding, volgens de overlevering van de mensen, volgens de grondbeginselen van de wereld, maar niet volgens Christus. Want in Hem woont heel de volheid van de Godheid lichamelijk. Kolossenzen 2:6-9.
Ik maak me zorgen over een beweging die ik onder orthodoxe christenen zie. Een ontwikkeling waarin we (ik reken mijzelf tot die christenen die het Woord zoals de Geest het gegeven heeft in alles wil volgen en eerbiedigen!) onze eigen belangen in de samenleving willen beschermen door een bondgenootschap aan te gaan met conservatieve krachten en rechtse politici, ook als ze niet vanuit Gods Woord en in verbinding met Christus als hun Koning en Redder leven. Dan wordt er gesproken over een verbond om de Joods-Christelijke wortels van onze samenleving te beschermen. Zonder om Christus als het Licht van de wereld te erkennen. Een christen zou dan rechts, conservatief en op veel punten populistisch moeten zijn. Is dat de weg die we moeten gaan?
Laat ik erbij zeggen dat we als christen ook niet links en progressief moeten zijn en daar de bondgenoten moeten zoeken voor eigen belangen. Het denken vanuit eigen belangen moeten we achter ons laten. Christus deed Zijn werk door juist niet eigen belangen voorop te stellen. Een christen moet zich niet mee laten nemen door menselijke systemen en filosofieën! We moeten luisteren naar wat Christus ons leert en dan zijn we in de ogen van mensen soms rechts, soms links en soms ergens ertussenin. Ook hier vraagt Christus van ons Hem in alles als de Koning, als het licht van de wereld te erkennen. Laten we geen bondgenootschappen aangaan vanwege onze belangen met mensen en organisaties die denken vanuit eigen menselijke cultuur en belangen. Hoe dicht ze ook bij ons staan. Steeds weer vind je bij rechts en links bijvoorbeeld dat het om mij als individu gaat. Dat het erom gaat hoe ik voel en denk. Dat staat zo ver af van wat Christus ons leert! In de tekst die hierboven staat, waarschuwt de Geest ons om niet met de filosofieën en gedachten van de wereld mee te gaan. Om juist altijd Christus te willen volgen. Openlijk en dapper! Zonder te polariseren, maar om eerlijk met liefde de ander voor te houden wat God ons leert en dat Zijn geboden goed zijn voor het hele leven. Niet omdat ik ze goed vind volgens mijn smaak, maar omdat ze van Hem komen! Wat de HEERE ons leert is goed en dat hebben we te volgen en uit te dragen en niet te vermengen met allerlei menselijk gedachtengoed wat ons op een bepaald moment goed uitkomt. Ik moet nu ook denken aan de woorden van Groen van Prinsterer: Een staatsman niet, een evangeliebelijder!
“Wij weten dat wij zijn overgegaan uit de dood in het leven, omdat wij de broeders liefhebben; wie zijn broeder niet liefheeft, blijft in de dood.” 1 Johannes 1:14
De Heilige Geest maakt hier heel duidelijk dat geloven zonder het liefhebben van je broeders en zusters in Zijn kerk onmogelijk is. Dat maakt ook duidelijk dat we geen echte kerk van Christus kunnen zijn zonder elkaar lief te hebben. Juist die liefde vanuit Christus voor elkaar moet er in de kerk van Christus zijn.
Zonder die liefde ben je nog in de dood. Dan lig je nog onder Gods oordeel. Dan leeft het echte geloof niet in je. Dat geloven in Christus betekent dat je niet meer onder Gods oordeel ligt, maar dat je juist leeft, horen we uit de mond van de Here Jezus in Johannes 5:24 zo: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie Mijn woord hoort en Hem gelooft Die Mij gezonden heeft, die heeft eeuwig leven en komt niet in de verdoemenis, maar is uit de dood overgegaan in het leven.”
De liefde voor elkaar in de gemeente van Christus en dat handen en voeten willen geven is een teken van het nieuwe leven. Wie die liefde niet kent en niet uitleeft, staat niet in het nieuwe leven. Dat leven begint altijd bij God. Het komt van Hem en het is leven met Hem. We lezen dat heel duidelijk in Johannes 17:3: “En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die U gezonden hebt.”
Wie leeft vanuit de liefde van God die in Christus tot ons gekomen is, die leeft in liefde voor zijn broeder of zuster. Dat is een bewijs dat je door Gods genade, door wat Christus verdiend heeft, niet meer onder Gods oordeel ligt, niet meer in de geestelijke dood bent, maar dat je leeft. Een leven dat zelfs door de dood niet stuk te krijgen is. Een leven dat door de dood heen alleen maar mooier wordt. Wie echt in liefde leeft die bloeit, wie dat niet doet, kent zelfs het begin van dat leven niet.
“niet zoals Kaïn: hij was uit de boze en sloeg zijn broer dood. En waarom sloeg hij hem dood? Omdat zijn werken slecht waren en die van zijn broer rechtvaardig.” 1 Johannes 1:12
Johannes is niet naïef. Hij weet wat er in de wereld na de zondeval leeft. Hij kent uit eigen ervaring de mensen die heel gelovig en verheven spreken, maar liefde voor de broeder of zuster in het geloof niet nodig vinden. Hij kent de mensen die Gods liefde roemen en prijzen, maar vinden dat je op de liefde voor de naaste niet veel nadruk moet leggen. Dat is niet nodig. De Geest laat met het voorbeeld van Kain zien dat de HERE het wel nodig vindt en dat juist die haat, dat niet willen liefhebben van de ander, tot heel ernstige gevolgen leidt.
Johannes wijst terug naar wat de Geest over Kain in Genesis 4 vertelt. Kain merkt dat Gods zegen niet over zijn leven ligt, maar wel over dat van zijn broer Abel. De reden daarvoor is dat Abel met zijn hart in liefde voor de HERE leeft en Kain niet. Dit brengt Kain niet tot het toetsen van zijn eigen leven in het licht dat van God komt. Het brengt hem tot jaloezie, een leven voor zichzelf. Dit leidt ertoe dat hij uit haat zijn broer Abel vermoordt. Hij kan het niet hebben dat Abel rechtvaardig leefde en dat dit hem aan zijn schuld en zonden in zijn eigen leven herinnerde.
Ontdekkend is wat de HERE nog voor moord op Abel tegen Kain zegt: “Waarom bent u woede ontstoken en waarom heeft u uw hoofd laten zakken? Is het niet zo dat u, als u het goede doet, uw hoofd kunt opheffen? Maar als u niet het goede doet, ligt de zonde aan de deur. Naar u gaat zijn begeerte uit, maar ú moet over hem heersen.” Gen 4:6,7 Vgl. hier ook Mattheüs 23:35; Hebreeën 11:4.
We zien hier ook dat juist een leven dat niet vanuit de liefde van God is door de boze, door de duivel, geleid wordt. Kain was met zijn jaloersheid, met zijn iemand die zich aan de boze had uitgeleverd. De duivel is het die het boze in de mens aanwakkert en daarin plezier heeft. Daar moet je ver bij wegblijven. Het verband tussen de duivel en boze komen we in 1 Johannes o.a. ook tegen in: 2:13,14; 5:18,19
Rechtvaardig leven vanuit wat de HERE ons leert, roept haat vanuit de omgeving op. Omdat de omgeving zich, zoals Kain zich daaraan ergert. In het volgende vers wordt dit heel duidelijk.
“Want dit is de boodschap die u vanaf het begin gehoord hebt, dat wij elkaar moeten liefhebben; niet zoals Kaïn: hij was uit de boze en sloeg zijn broer dood. En waarom sloeg hij hem dood? Omdat zijn werken slecht waren en die van zijn broer rechtvaardig.” 1 Johannes 3:11,12
Het liefhebben van jouw broer of zus in geloof wordt nu in vers 11-24 uitgewerkt. De echte liefde tot elkaar in de gemeente en het vanuit de gemeente die liefde uitdragen in de wereld hoort bij een echt christelijk leven. Wie zonder die liefde in de wereld staat, hoort niet bij Christus en heeft God niet als Vader.
Dat is niet iets wat Johannes nu zelf bedenkt. Nee, dat is wat hij vanaf het begin als oog- en oorgetuige van Christus de mensen verteld heeft. Het is deel van het echte evangelie. Het gaat daarbij om een gebod. Het is niet iets wat vrijblijvend is. Dit gebod gaat terug op Christus zelf. De Here Jezus heeft dit sterk benadrukt. We zagen al eerder dat Hij daarbij leerde wat de HERE Gods volk ook al in het Oude Testament leert. Ik geef hieronder een aantal teksten uit het Johannesevangelie waarin de Here Jezus de opdracht om elkaar lief te hebben heel duidelijk geeft.
Johannes 13:34,35: “Een nieuw gebod geef Ik u, namelijk dat u elkaar liefhebt; zoals Ik u liefgehad heb, moet u ook elkaar liefhebben. Hierdoor zullen allen inzien dat u Mijn discipelen bent: als u liefde onder elkaar hebt.”
Johannes 15:12,17: “Dit is Mijn gebod: dat u elkaar liefhebt, zoals Ik u liefgehad heb. ….. Dit gebied Ik u: dat u elkaar liefhebt.”
Leven in liefde voor elkaar in Christus' kerk is beslissend of we kerk van Christus zijn en of we echt een kind van God zijn. Let er ook op dat het hier om elkaar gaat. Het moet juist in de kerk van Christus wederkerig zijn. Je vraagt nooit alleen liefde voor jezelf. Je spreekt iemand er niet op aan dat hij aan jou moet denken. Het begint altijd bij onszelf.
Johannes laat nu eerst zien hoe het niet moet. Hij gebruikt daarvoor het voorbeeld van Kain. Over dat laatste morgen meer.
“As ons sê dat ons aan Hom verbonde is, en tog in die duisternis leef, lieg ons, en leef ons nie volgens die waarheid nie; 7maar as ons in die lig leef, soos wat Hy in die lig is, is ons aan mekaar verbonde, en reinig die bloed van Jesus, sy Seun, ons van elke sonde.” 1 Johannes 1:6,7
Juis die leef in God se lig sorg daarvoor dat mense regtig met mekaar verbonde is. As ons nie volgens God se gebooie wil leef nie, as ons ons eie lewe nie aan God se gebooie wil toets nie, behoort ons nie by God se volk nie. Dan soek ons die duisternis. Al noem ons dikwels God se naam. Al praat ons baie oor Jesus. Wanneer ons leef volgens die norme van ons eie sondige hart het ons geen gemeenskap met God nie en daarom ook nie regtig gemeenskap met mekaar nie.
Wie in die lig van God se Woord leef, wil vir die HEERE en die naaste leef. Ons kan en mag dit nie van mekaar losmaak nie. Die Here Jesus maak dit duidelik as Hy die leef volgens God se wil so saamvat: ““ ‘Jy moet die Here jou God liefhê met jou hele hart en met jou hele siel en met jou hele verstand.’ Dit is die belangrikste en die eerste gebod. 39En die tweede wat hieraan gelyk staan, is, ‘Jy moet jou naaste liefhê soos jouself.’ Op hierdie twee gebooie berus die hele Wet en die Profete.” Vs 37-40
Dit gaan hier ook om die eenheid van ‘n christelike lewe. Dit moet duidelik wees dat God se volk, dat Christus se kerk anderste dan die wêreld leef wat vir eie belang en vermaak leef.
Dan gaan ons ook saam na Christus as ons Verlosser. Dan erken ons dat ons vergifnis nodig het. Dan wys ons die wêreld nederig dat ons nie volmaakte mense is nie. Dat ons mekaar en die wêreld wel die volmaakte pad wys. Dat ons op pad vorentoe vergifnis nodig het deur Christus se offer vir ons sondes. Dat Christus ons aan mekaar verbind as ons Redder en Koning. Net deur Hom is daar toekoms waar die volmaakte lewe in God se lig geleef sal word.
“Evenzo, jongeren, wees aan de ouderen onderdanig; en wees allen elkaar onderdanig. Wees met nederigheid bekleed, want God keert Zich tegen de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade.” 1 Petrus 5:5
In vers 1-4 lezen we over de ambtsdragers. Dat die in opdracht van de Opperherder Christus als herders over de gemeente zijn aangesteld. Deze herders hebben de plicht om ook echt leiding en verzorging te geven. De gemeente heeft de plicht om de herders met groot respect te behandelen. Om ze gehoorzaam te zijn zolang ze geen koers gaan die tegen Gods eigen Woord ingaat. De kerk is geen democratie. Christus geeft mensen die volgens Zijn Woord leiding hebben te geven. Wie geen ambtsdrager is, hoeft zich niet met alles bezig te houden. Je mag veel aan de ambtsdrager overlaten. Om juist meer tijd te hebben om opbouwend in de gemeente en naar buiten toe bezig te zijn.
Dan laat de Geest horen dat jongeren aan de ouderen onderdanig hebben te zijn. Het woord ouderen zal zeker nog terugslaan op de oudsten in vers 1-4. De HEERE vraagt dat jongeren de wijsheid van de ouderen, van de oudsten, eerbiedigen. In de kerk is er geen plaats voor strijd tussen ouderen en jongeren. Het gaat erom dat we samen onder leiding van de oudsten midden in de wereld gemeente van Christus zijn. Dan denken we niet vanuit een soort concurrentiehouding tussen bepaalde groepen in de gemeente. Samen achter Christus aan en voor Hem leven. Dan gaat het nooit om onze invloed en onze positie! Dan gaat het erom dat we ons aan elkaar onderwerpen. Dat is dat we echt naar elkaar luisteren. Dat we met elkaar echt van hart tot hart in gesprek zijn. Zonder dat mijn wil en mijn idee moeten zegevieren. Het gaat erom dat we vanuit dat luisteren ons aan elkaar onderwerpen wanneer iemand duidelijk vanuit Gods Woord laat zien wat de goede weg is. Dan gaat het er niet om wie het zegt maar wat er gezegd wordt. Samen volgens Christus' Woord leven zonder dat het om mij of over mijn groep gaat. Waarbij we leiding laten liggen in de handen van de ambtsdragers die God ons gegeven heeft. Dat betekent ook dat je binnen een kerkenraad en binnen de gemeente ruimhartig neerlegt bij een besluit dat niet tegen Gods Woord ingaat, maar dat jij graag anders had gehad. Dan stel je je daar met je hart achter om samen in vrede verder te gaan.
“Wees gastvrij voor elkaar, zonder morren. Laat ieder de anderen dienen met de genadegave zoals hij die ontvangen heeft, als goede beheerders van de veelsoortige genade van God.” 1 Petrus 4:9,10
Vurige liefde voor elkaar. Die liefde stelt je open naar de ander. Vanuit de liefde van Christus voor jezelf. Een liefde die je niet verdiend hebt. Een liefde zo diep is gegaan dat er zelfs voor mij vergeving is. Vergeving alleen door de opofferende liefde van Christus. Hij die zo geleden heeft en zo de straf van mij gedragen heeft, zodat er voor mij vergeving is.
Dat leert ons om naar de ander gastvrij te zijn. Om niet steeds weer te mopperen en zo de sfeer in de gemeente negatief te maken. Je komt niet op het verkeerde en negatieve van de ander terug. Vergeving betekent dat je die ander weer positief benadert!
Dan leer je om de gaven die je van de HEERE gekregen hebt voor de ander te gebruiken. Om echt te willen dienen. Om de dingen uit het verleden daarvoor niet als obstakel te zien. Christus heeft voor mij tot op het kruis gediend, terwijl ik Hem zo ontzettend veel heb aangedaan. Ik heb Hem op het kruis gebracht, ik heb Hem onder straf en toorn van God gebracht. Dat heb ik gedaan! Toch geeft Hij Zijn leven voor mij. Als ik het moeilijk heb om er voor een ander te zijn, kijk ik naar Christus aan het kruis en dan leer ik af om te mopperen, om er niet voor die ander te zijn. Dan leer ik door de Geest om zelfs mijn vijanden eerlijk en goed te behandelen! Dan heb ik geen excuus meer om dat niet te doen. Gods genade is zo groot, is zo veelkleurig en raakt daardoor heel het leven. Zien op Jezus, zien door Hem op God, leert me vanuit die vergeving met mijn naaste te leven. Om dit leven in de kerk steeds weer te oefenen en uit te dragen. Er is echt geen enkel, maar dan ook geen enkel excuus om ruzie in de kerk te maken en ruziënd met elkaar te leven. Open en liefdevol er voor elkaar zijn, hoort het kenmerk van Christus’ gemeente te zijn. Dan ook nooit zo dat eerst de ander daarmee moet komen, omdat ik gelijk heb. Dat is vloeken in Christus’ gemeente.
“Bo alles moet julle mekaar innig liefhê, omdat “die liefde 'n menigte sondes bedek”. 1 Petrus 4:8
Mekaar liefhê is maar nie net een van God se gebooie nie. Dit is een van die groot gebooie waarop die hele wet rus. Sien Matt 22:40. De Gees laat Paulus ook skryf: “Julle, broers, is tog tot vryheid geroep. Moet net nie julle vryheid misbruik, sodat dit aanleiding gee vir die vlees nie, maar dien mekaar deur liefde. Want die hele wet word in één uitspraak vervul: “Jy moet jou naaste liefhê soos jouself.” Gal 5:13,14
Die Here Jesus leer ons in Johannes 13:34,35: “Ek gee julle 'n nuwe gebod: Julle moet mekaar liefhê. Net soos Ek julle liefgehad het, moet julle ook mekaar liefhê. Dit is hoe almal sal weet dat julle my dissipels is – as julle liefde teenoor mekaar het.”
Vanuit God se wet is dit dus so dat ons bo alles mekaar moet liefhê. Die liefde vanuit God is ook die ring wat daarvoor sorg dat ons die ander goed wil gehandel. Dat ons regtig omgee. Ons sien dit ook as Paulus oor die vrug van die Gees praat. Dit is een vrug wat juis ons lewe na ons naaste vorm gee. Daarby word dan die liefde as eerste element genoem. Dit is die middel wat alles wat by die vrug van die Gees bymekaar hou. Jy sou dit kon vergelyk met die skil van lemoen. Die skil sorg daarvoor dat al die deeltjies van die vrug op hul plek bly.
Die ware liefde sorg ook daarvoor dat al die sondes van ander nie bekend word nie. Die liefde sorg so vir vrede. As iemand verkeerde dinge doen of sê en na ‘n gesprek verander hy of sy se lewe gaan ons dit vir niemand vertel nie. Die liefde maak bly dat die ander sy of haar lewe wil verander. Ook as die ander lelike dinge oor iemand anders in die gemeente gesê het maar dit terugneem dan is dit nie nodig om die ander oor wie dit gegaan het oor die lelike uitsprake te vertel nie. So bedek die liefde dan verkeerde dinge en is bly met die verandering by die ander. So wil die Gees in en onder ons werk.
“Nu u dan uw zielen gereinigd hebt in de gehoorzaamheid aan de waarheid, door de Geest, tot ongeveinsde broederliefde, heb elkaar vurig lief uit een rein hart, u, die opnieuw geboren bent, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God.” 1 Petrus 1:22,23
Ons hart heeft een grote schoonmaak nodig. Er is een bad nodig dat de Heilige Geest ons geeft. We hebben nodig om nieuwe mensen te worden. Mensen die zich door de waarheid laten schoonwassen. Een wasbeurt die het vuil van eigenbelang, van denken en handelen vanuit eigen gedachten en gevoelens, wegwast. Niet om leeg te blijven, maar om gevuld te worden met de waarheid. Om zo gehoorzaam te worden aan Christus, die de waarheid is. Waar leidt die wasbeurt door de Geest toe?
Dat er in de kerk van Christus echte liefde tot elkaar komt. Dat we elkaar vanuit Christus echt liefhebben. Ik hoor nog wel eens de uitspraak: “we moeten elkaar in de kerk liefhebben maar toch mag ik die en die in de kerk niet. Dat is ook niet nodig als we maar samen bij Christus horen”. Dat is toch een heel vreemde uitspraak als je leest wat de Geest in het gedeelte hierboven zegt. Ik weet dat bij ieder van ons de gehoorzaamheid aan de HEERE gebrekkig is. Dat we vergeving nodig hebben. Maar dat mag nooit een excuus zijn om de ander in de gemeente niet echt lief te hebben!
De Geest zegt hier namelijk dat die liefde voor elkaar vanuit Gods liefde ongeveinsd moet zijn. Ongeveinsd is dat je iets niet doet omdat het nou eenmaal moet. Het gaat erom dat je het echt vanuit je hart doet met de goede gevoelens die daarbij horen. We lezen ook dat het om een vurige liefde gaat. Dus niet zo dat het nu eenmaal moet, maar dat die liefde echt met verlangen uit ons hart komt. Dat hebben we niet van onszelf! Daarvoor hebben we het werk van de Geest in en aan ons nodig. Dat kan alleen als we Gods Woord echt tot ons laten komen. Om elkaar zo blijvend lief te hebben en dus liefdevol te behandelen. Daarvoor is steeds weer ons gebed nodig, dat in de eerste plaats op ons eigen hart gericht is. Dan leer ik klein te zijn en mijn zonden op dit punt te belijden. Om te bidden om liefde vanuit Christus steeds weer voor die broeder of zuster die Hij langs mij in de kerk en in het kerkverband gegeven heeft. Dan wijs ik nooit eerst naar een ander maar dan begin ik altijd weer bij mijzelf!
“En as hy sonde gedoen het, sal hy vergewe word. Bely dan julle sondes teenoor mekaar, en bid vir mekaar, sodat julle gesond kan word. Die gebed van 'n regverdige is baie kragtig in sy uitwerking.” Jakobus 5:15,16
Jou sondes teenoor ’n ander in die gemeente bely. Vir ‘n ander sê dat jy die ander nie mooi behandel het nie en dat jy om vergifnis vra. Openlik. Is dit soos ons dit ook regtig doen? Wat die Gees ons hier leer is die doodsteek vir hoogmoed. Dit maak ons regtig klein. Ons hoef nie te doen asof ons die beter gelowige is. Ons moet leer om nie te vergelyk nie. Hoe belangrik is dit om steeds weer klein te weet. Om openlik te bely wat ons sondes is en dat ons ook die ander om vergifnis vra. Ons ervaar dit as mens dikwels as iets wat vernederend is. Ons wil onsself dikwels handhaaf en eintlik nie erken dat ons ook regtig sondes doen teenoor mense rondom ons. Dit is so belangrik om in ons gesinne as ouers die voorbeeld hierin te gee. Dat ons ook vir ons kinders om vergifnis vra as ons hulle nie mooi behandel het nie. Dan mag ons as pa en ma ons nie te groot en te belangrik vind om vir ons kinders klein te wees nie. Juis die klein wees en die vra om vergifnis wys hoe ons in geloof kan groei.
Die bely van eie sondes en die vraag om vergifnis sorg vir die regte verhouding. Ons leer dan raaksien dat niemand in die gemeente te goed is om eie sondes te bely nie. Dat ons almal van genade moet leef. Dat juis in mekaar regtig vergewe die vrede in die gemeente tot stand kom. Regtig vergewe is naamlik dat ek nooit meer daarop terugkom nie. Dat ons na die vergifnis in die vrede van Christus saam verder gaan in die gemeente. Dit is so belangrik om ons vergewe van die ander hieraan te toets. Om ook daarin beeld van God te wees. Om so saam genees te word en so in liefde as broers en susters as gemeente verder te gaan. Hierdie vrede wil Christus ons deur Sy Gees gee! Hy gee dit op die gebed van wie so volgens Gods se gebooie regverdig wil leef. Vanuit dat ons deur Christus se offer geregverdig is.
“Broeders, spreek geen kwaad van elkaar. Wie van zijn broeder kwaadspreekt en over zijn broeder oordeelt, spreekt kwaad over de wet en oordeelt over de wet. Als u over de wet oordeelt, bent u geen dader van de wet, maar een rechter. Er is één Wetgever, namelijk Hij Die kan zalig maken én te gronde richten. Maar wie bent u, die over de ander oordeelt?” Jakobus 4:11,12
Over elkaar negatieve dingen vertellen in de kerk van Christus. Merken we dat nog echt bij onszelf op? Of is dat eigenlijk heel gewoon geworden? Je zegt er iets van en de ander reageert meteen met: Je mag toch nog wel wat van elkaar zeggen. Als dat al niet meer mag!
Het negatief praten over elkaar doet zoveel kwaad. Het ondermijnt de band van liefde en vertrouwen vanuit Gods liefde. Het zorgt ervoor dat we als gemeente al meer los zand worden. Dat we naar elkaar steeds kritisch kijken. Is die ander die een beetje anders denkt of voelt nog wel echt gereformeerd? In ieder geval wel minder gereformeerd dan je zelf bent. Dan komt in ons hart en leven de verschrikkelijke zelfverheffing. Je voelt je beter dan een ander in de gemeente. Als mensen behouden worden, jij toch zeker eerder dan die ander. Je kunt van elkaar verschillen, maar je brengt als het goed is altijd weer het goede van de ander naar voren. Het kan zijn dat je fundamenteel van een ander verschilt. Dan praat je daar met die ander zelf over. Dan praat je met anderen over de zaak waarover je verschilt en ga je met liefde kijken of dit op grond van Gods Woord een echt verschil is. Toch betekent dat niet dat je over de ander gaat roddelen en die ander als persoon gaat zwartmaken. We moeten goed bedenken dat slecht over een ander praten een grote zonde in Gods ogen is. We lezen dat ook al in het Oude Testament. Ik geef een voorbeeld: “U zit daar daar en spreekt kwaad tegen uw broeder, u werpt een smet op de zoon van uw moeder. Zulke dingen doet u en Ik zwijg; u denkt dat Ik net zo ben als u. Ik zal u straffen en uw zonden voor uw ogen uitstallen.” Psalm 50:20,21
Als we kwaadspreken, verbreken we de band die Christus heeft gelegd. Dan zondigen we tegen Christus zelf. Laten we teer met elkaar omgaan, omdat de HEERE meer dan teer met ons omgaat. Hij komt met Christus als de Verlosser naar ons toe, terwijl we zo verschrikkelijk schuldig tegenover Hem staan. Hij wil ons het goede geven, terwijl wij van onszelf slechte mensen zijn. Als je dat echt ziet, dan laat je het om van de ander slecht te spreken.
“My broers, julle geloof in ons Here Jesus Christus, die Here van die heerlikheid, moet so wees dat julle nie iemand na die uiterlike beoordeel nie. As daar 'n man met goue ringe en pragtige klere by julle samekoms aankom, en daar kom ook 'n arm man met vuil klere aan, en julle kyk na die een met die pragtige klere en sê, “Sit u hier op 'n goeie plek,” en vir die arm man sê julle, “Staan jy daar!” of, “Sit jy hier onder by my voetbank!” het julle dan nie onder mekaar onderskeid gemaak, en regters met slegte oorwegings geword nie?”
Hoe kyk ons na mekaar in die kerk? Hoe behandel ons mekaar en ook mense wat van buite die gemeente in die kerkdiens kom? Wat bepaalde die waarde van ‘n sekere persoon onder ons? Is dit so dat ons die een ander en beter behandel dan ‘n ander? Het die een vir ons ‘n groter waarde omdat daardie persoon ryk is, baie invloed in die samelewing het, ‘n bepaalde velkleur het of meer as ander weet?
Die Gees laat ons in Jakobus 2 baie duidelik weet dat ons ‘n ander nie op die uiterlike mag beoordeel nie. Dit kan sommer in ons hart wees om dit te doen. Ons sien dit in die geskiedenis en ook in eie hart steeds weer. Juis daarom is dit so belangrik om steeds weer aan hierdie woorde van die Gees herinner te word. Ons is almal sondaars, ons is almal mense wat die gevolge van die sondeval in ons dra. Ons is almal arm sondaars wat deur die ryk Christus gered moet word. Niemand van ons is uit en in homself beter as ander. Dit vir ons almal ‘n wonder dat die Here met Sy woord van genade na ons toe kom. Daarom is dit sonde as ons die een ‘n beter plek in die kerkdiens wil gee as ander. Die HERE is e God wat geen aansien van die persoon ken. Ons moet ook daarin vir mekaar en vir ander mens beeld van God wees. Hier onder nog twee tekste waarin die HERE duidelik sê dat Hy geen aansien van die persoon in Sy hart ken nie. Dat Hy nooit so handel dat Hy die een meer of minder gee vanweë uiterlike dinge nie.
“Want daar is geen aanneming van die persoon by God nie. Want almal wat sonder wet gesondig het, sal ook sonder wet verlore gaan; en almal wat onder die wet gesondig het, sal deur die wet geoordeel word; omdat nie die hoorders van die wet by God regverdig is nie, maar die daders van die wet geregverdig sal word.” Romeine 2:11-13
“En as julle Hom as Vader aanroep wat sonder aanneming van die persoon oordeel volgens elkeen se werk, wandel dan in vrees gedurende die tyd van julle vreemdelingskap.” 1 Petrus 1:17
“En laten wij op elkaar letten door elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken. Laten wij de onderlinge bijeenkomst niet nalaten, zoals het bij sommigen de gewoonte is, maar elkaar aansporen, en dat zoveel te meer als u de grote dag ziet naderen.” Hebreeën 10:24,25
Een heel passende tekst voor vandaag en zondag. We vinden hier het woord elkaar weer. In een oproep om er juist in liefde en goede werken voor elkaar in de gemeente van Christus te zijn. Je niet mokkend of onverschillig terugtrekken, maar jezelf geven in liefde voor die ander. Ook voor die ander met wie je niet zo makkelijk omgaat. Daarbij is de kerkdienst van heel groot belang. Dat belang wordt hier aangegeven door twee heel sterke werkwoorden. De werkwoorden ‘op elkaar letten’ en ‘elkaar aanvuren’ wijzen op iets wat heel intensief gebeurt. Je let met je hart op de ander. Je vuurt de ander vanuit je hart aan. Het gaat hier om levensbelangrijke dingen. Om in liefde en goede werken voor elkaar te leven, is iets nodig dat boven je eigen hart uitgaat. Dat is dat we er op de zondagen zijn als de kerkdiensten gehouden worden. Dat zijn onderlinge samenkomsten. Niet omdat het hier om een menselijke gewoonte gaat. Nee, het is de samenkomst waar we samen zijn. Waar we onderling op elkaar betrokken zijn. We zijn er om samen door de Here geroepen naar Hem te luisteren. Om samen de lof op God te zingen. Om door het Woord dat verkondigd wordt weer in liefde te leren leven voor elkaar. Vanuit Gods liefde, vanuit Gods Woord dat ons daar voorgehouden wordt. Het is levensbelangrijk, want de dag komt dat Christus terugkomt. De grote dag! Wie dan niet samen met de broers en zussen in geloof geluisterd en geleefd heeft, hoort bij de bokken die door Christus veroordeeld zullen worden. Zie Mattheüs 25:31-46. De kerkdiensten bezoeken is geen vrijblijvende zaak. Christus zelf laat ons zien hoe nodig dit is. Dit is Zijn goede gebod. Wat is het dan belangrijk dat we ook samen daar zijn waar dat Woord van Christus ook echt naar ons toekomt. Geen mensenwoord, maar het Woord van God dat ons de echte goede weg wijst. Om samen in liefde van dat Woord te leven.
“Broers, waak daarteen dat nie een van julle ooit 'n bose hart vol ongeloof kry deur van die lewende God afvallig te word nie. Maar spoor mekaar elke dag aan, solank daar nog van “vandag” sprake is, sodat niemand van julle deur die verleiding van die sonde verhard word nie.” Hebreërs 3:12,13
Ons is saam kerk van Christus. Ons vorm saam ‘n gemeente waarin ons God se Woord hoor. Dit word ons verkondig. Ons is nie sommer ‘n groep mense wat op ‘n sekere punt in dieselfde dinge geïnteresseerd is. Ons is deur die Gees se werk saam ‘n familie. Ons behoort by mekaar. Ons is saam met Christus verbind. Ons is mekaar se broers en susse.
Hierdie spesiale band verdwyn as ons nie meer deur Christus aan God verbind is nie. Hierdie band verdwyn as ons van de Here God afval. Dit beteken dat ons nie meer na God als ons God en Koning luister nie. Ons is dan nie meer leerlinge van die Gees en dus van God se Woord meer nie.
Ons gaan ons eie pad. Ons volk ons eie gevoel en verstand ook as die HERE ons ‘n ander pad wys. As jy of ek sien dat dit met een van ons broers of susse gebeur, het ons die liefdestaak om die ander met liefde aan te spreek. Die taak het ons solank dit nog “vandag “is. Die woord “vandag” wys na Psalm 95: “Want Hy is ons God en ons is die volk wat Hy laat wei, die kleinvee van sy hand. As julle vandag maar net na sy stem wou luister!” vs 7
Ons het mekaar met God se eie Woord aan te spoor, te korrigeer, te bemoedig, te troos en te vermaan. Juis om mekaar op Christus se weg te hou. Ons het daardie aansporing en vermaning almal op ons eie tyd nodig. Ons het nodig om daarna met ons hart te luister om goed voorberei te wees op die dag dat Christus terug kom op die wolke. Om op daardie dag, as die genadetyd verby is, deur Christus verlos vir ewig by God te wees en te leef. Om mekaar op die small pad wat na die heerlike verloste lewe lei te bewaar.
“Herinner hen eraan dat zij de overheden en machten onderdanig behoren te zijn, dat zij hun gehoorzaam zijn en dat zij tot elk goed werk bereid zijn, dat zij niemand belasteren, niet strijdlustig zijn maar welwillend, en alle zachtmoedigheid bewijzen aan alle mensen. Want ook wij waren voorheen onverstandig, ongehoorzaam, dwalend, verslaafd aan allerlei begeerten en hartstochten, levend in slechtheid en afgunst, hatelijk en elkaar hatend.” Titus 3:1-3
Gehoorzaam aan wie God boven ons gesteld heeft. Zachtmoedig en welwillend tegenover iedereen. Dat zit ons niet in het bloed. Vanuit eigen hart gaan we graag voor onszelf. Wij eerst, ik eerst. Dat leidt ertoe dat je zachtmoedig zijn, maar slappe hap vindt. Mensen die zachtmoedig zijn, zien we vaak als watjes. Dat willen we niet zijn, zo willen we niet bekendstaan. Wij zijn toch stoere mannen en vrouwen?! Je wilt wat je aan verlangen voelt ook gaan doen. Je wilt dicht bij jezelf blijven. Jezelf verloochenen komt in je woordenboek niet voor. Dan leef je voor jezelf. Dan word je opstandig tegenover anderen. Dan word je ontevreden en jaloers. Je eigen verlangens, daar draait het leven om. De Geest maakt duidelijk dat zo’n leven onverstandig is. Dat dit ertoe leidt dat je anderen gaat haten. Ze worden voor je een last. Het verlangen om je eigen ding te willen doen, vuurt juist ongenoegen en haat aan. Het leidt ertoe dat mensen elkaar beginnen te haten, met alle gevolgen van dien.
Wat is daar het echte medicijn om je hiervan te genezen? Om te gaan voor vrede en voor het de ander liefde te geven? Dat lezen we in vers 4,5: “Maar toen de goedertierenheid van God, onze Zaligmaker, en Zijn liefde tot de mensen verschenen is, maakte Hij ons zalig, niet op grond van de werken van rechtvaardigheid die wij gedaan hadden, maar vanwege Zijn barmhartigheid, door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwing door de Heilige Geest.”
Echte liefde die de haat in jezelf geneest en leert om elkaar in liefde en vrede te dienen, vind je alleen in Jezus Christus!
“Soos dit gepas is, moet ons God altyd oor julle dank, broers, omdat julle geloof uitermate groei, en een en almal van julle se liefde vir mekaar toeneem.” 2 Tessalonisense 1:3
Ons lees in die eerste brief wat Paulus aan hierdie gemeente skryf: “En mag God ons Vader self, en ons Here Jesus, ons pad na julle rig; mag die Here julle liefde vir mekaar en vir almal laat toeneem en oorvloedig maak, soos ons liefde vir julle ook is.” 3:11,12
Ons lees nou dat Paulus se gebed verhoor is. Hy sien hoe die liefde in die gemeente gegroei het. Hoe die liefde vir mekaar hierdie gemeente kenmerk. Die geloof het gegroei en dit beteken dat ook die liefde vir mekaar toegeneem het. As ‘n mens dit sien pas daarby dat daarvoor gedank word. Ons moet mooi bedink dat as ons iewers vir bid en ons kry dit, dit juis pas om God daarvoor te dank. Paulus benadruk dit deur ook nog die woord behoort te gebruik. Bid en dank behoort by mekaar. Die bid is nie net dat ons ons wense by die HERE bring en dit as vanselfsprekend ervaar dat ons kry wat ons vra nie. Dit is ‘n wonder van God se goedheid as ons kry wat ons vra. Daarby kom ook nog dat as ons bid ons eie verantwoordelikheid nie verdwyn nie.
As dit om die onderlinge liefde gaan, kom dit nie vanself uit ons eie hart nie. Die HERE roep ons wel tot daardie liefde. Dan is dit juis ons verantwoordelikheid om daarvoor te bid. Te bid dat die Gees ons so verander dat ons mekaar in liefde wil dien vanuit God se liefde in Christus. Groei in geloof kan nie sonder groei in liefde vir mekaar nie. Dit is nie so dat as ons in die kennis van God en God se Woord groei dit sonder groei in liefde kan nie. Die geloof is dat ons met die HERE leef en dat dit ‘n positiewe invloed het op ons omgang met mekaar en met die mense wat rondom ons leef. ‘n Gemeente waarin daar baie spannings onder mekaar is, waar mense mekaar op afstand hou is ‘n gemeente waarin min regte geloof aanwesig is. Ons het altyd nodig om onsself en ons as gemeente in die spieël van God se liefde te beproef.
HEBBEN WE GELOOF IN CHRISTUS ALS ONZE VERLOSSER NODIG?
Over deze is in onze tijd veel te doen. Hier in Nederland hebben invloedrijke personen zich erover uitgesproken. Geloof in Christus als de drager van het oordeel en de straf die wij als zondige mensen verdiend hebben, zou niet nodig zijn. Jezus is de overwinnaar die zorgt voor een prachtige toekomst. Hij heeft de kwade machten overwonnen. Hij zorgt ervoor dat ieder mens dat op aarde geleefd heeft daarin zal delen. De macht van Jezus en Zijn overwinning moeten ertoe leiden dat we nu de keuzes tegen de kwade machten maken. Daarbij is geloof in Christus als de Persoon die in onze plaats Gods oordeel gedragen heeft iets wat ons nu niet aanspreekt, dat we niet hoeven te geloven. Iedereen wordt gered, is de boodschap. In evangelische kring heeft David de Vos zich nu bij deze stroming gevoegd. Wie openlijk over Christus spreekt die oproept tot berouw en bekering als het om je eigen zonden gaat, wordt al meer vreemd aangekeken. Schuld, bekering en je eigen leven laten veranderen volgens Gods Woord wordt door velen als bedreigend ervaren. Daar moet je het niet over hebben. Dan ben je iemand die tegenover het levensgevoel van mensen in onze tijd staat en dat moet je niet willen, wordt dan gezegd.
Toch spreekt de Here Jezus zelf zo anders. Bijvoorbeeld aan het einde van de Bergrede: “Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam demonen uitgedreven, en in Uw Naam veel krachten gedaan? Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt!” Mattheüs 7:21-23
Het gaat erom dat we op Christus bouwen als de rots van ons leven. Wanneer we dat niet doen, helpt zelfs het noemen van Zijn naam niet. Het gaat om een leven echt met Hem als de Verlosser en Koning van ons leven. Dat is niet maar een mogelijkheid. Dat is wat Christus, wat de Zoon van God ons leert. De Bijbel is geen onduidelijk boek. De boodschap is glashelder. Daarom lezen we in Mattheüs 7:28,29: “Toen Jezus deze woorden had geëindigd, gebeurde het dat de menigte versteld stond van Zijn onderricht, want Hij onderwees hen als gezaghebbende en niet zoals de schriftgeleerden.”
“En ons moedig julle aan, broers, om die leeglêers aan te spreek; bemoedig die moedeloses; ondersteun die swakkes; wees geduldig teenoor almal. Sorg dat niemand kwaad met kwaad vergeld nie, maar streef altyd na wat goed is vir mekaar en vir alle mense.” 1 Tessalonisense 5:14,15
Paulus gaan verder met die onderwys en die oproep om vir Christus leef. Hy wys ons wat die regte christelike lewe is. Dit is nie maar godsdienstige teorie nie. Vanuit wie God is en wat Hy ons leer, leef God se kind in hierdie wêreld. Dan is jy iemand wat in alle verbande van die lewe volgens God se wil wil leef. In vers 15 word dit wat goed is genoem.
Daarby behoort dat ons nie lui is nie, dat ons ander bemoedig, dat ons juis die swakkes in die samelewing help en dat ons geduldig teenoor ander mense is. Juis vanuit Christus se werk wil ons so leef vir alle mense. Nie net vir ons broers en susters in die geloof nie. Ons lees dit hier duidelik in vers 15: “maar streef altyd na wat goed is vir mekaar en vir alle mense.
Ons mag nooit gelowiges word en nooit ‘n gemeente wees wat vir die mense rondom ons niks van die lewe vir Christus wys nie. Ons mag nie anonieme christene word nie. Dit gaan daarom dat ons die goeie wys. Dit wat goed is vir jouself, vir die gemeente en ook vir alle mense. Die tien gebooie wat God se grondwet is, wys die goeie vir alle mense. Dit is God se wet wat sondige mense wat vir hulself die verkeerde wil doen, wys wat in hul lewe moet verander. Om so die goeie te sien en deur die krag van die Gees die goeie te gaan doen. As ons onsself en die mense rondom ons God se wet voor oë skilder doen ons nie iets wat verkeerd is nie. Dan is ons nie besig om mense beperkings op te lê nie. Dan wys ons die goeie. Dan wys ons die pad wat Christus se pad is. Dan ontdek ons ons verkeerde dinge om daarvoor vergifnis te vra en ons te bekeer.
“En wij vragen u, broeders, hen te erkennen die onder u arbeiden, u leiding geven in de Heere en u terechtwijzen, en hen uitermate hoog te achten in liefde, om hun werk. Leef in vrede met elkaar.” 1 Thessalonicenzen 5:12,13
We zijn in de kerk vaak veel meer beïnvloed door de geest van de tijd dan we beseffen. Dat geldt zeker als het gaat om de omgang met de ambtsdragers. We zeggen vaak met een zekere trots dat ambtsdragers niet meer op een voetstuk staan. Dat was vroeger wel anders, zeggen we dan. Gelukkig is het nu anders, is ons gevoel. Toch moet je je afvragen of het nu zo goed gaat. Het is niet nodig dat ambtsdragers als een soort onfeilbare mensen gezien worden. Een soort onaantastbare status zouden hebben.
Maar is het nu niet zo dat we ambtsdragers alleen zien als mensen die hun taak moeten uitoefenen zoals wij vinden dat ze het moeten doen? Wanneer ze het niet op onze manier doen, dan is er de kritiek en vanuit die kritiek hebben we niet veel respect meer voor hem en voor wat hij doet. Zijn wij niet zo beïnvloed door de tijdgeest dat wij vinden dat wij betrokken moeten worden bij de besluiten die een kerkenraad neemt en als dat volgens ons niet genoeg gebeurt, wij vinden dat we ons niet aan dat besluit hoeven te houden? Terwijl de Geest steeds weer zegt dat we de ambtsdrager hebben te volgen als ze werken en besluiten volgens Gods Woord. Is bij ons levend dat we met ons hart de ambtsdragers eren en volgen zolang wat zij doen en zeggen niet tegen Gods Woord ingaat? Hebben we de rust en vrede dat we de leiding van de gemeente overlaten aan de broeders die Christus daartoe geroepen heeft? Of willen we toch ons eigen ding daar steeds weer tegenin brengen?
Dat laatste zorgt heel vaak voor conflicten, voor bitterheid, voor negatieve gevoelens die de opbouw van de gemeente in de weg staan. Dit zijn dingen die we bij ons spreken over transparantie, openheid en andere zaken in rekening moeten brengen.
De vrede in de gemeente heeft ook te maken met het volgen van de ambtsdragers, zolang er niet tegen Gods wil en Woord wordt ingegaan. Dit is in onze tijd heel actueel. Dit heeft alles te maken met het leven in vrede met elkaar.
“Want God heeft ons niet bestemd tot toorn, maar tot het verkrijgen van de zaligheid, door onze Heere Jezus Christus, Die voor ons gestorven is, opdat wij, hetzij wij waken, hetzij wij slapen, samen met Hem zouden leven. Bemoedig elkaar daarom, en bouw de één de ander op, zoals u trouwens al doet.” 1 Thessalonicenzen 5:9-11
Paulus heeft laten zien dat de gestorven gelovigen dezelfde toekomst hebben als de gelovigen die nog op aarde zijn wanneer de Here Jezus terugkomt. De dag dat de Here Jezus terugkomt, weten we niet. Die moeten we ook niet proberen te berekenen. Het is nodig dat we elke dag klaarstaan om de Here Jezus te kunnen ontmoeten. Het gaat erom dat we tot de dag van onze dood of de dag dat de Here Jezus terugkomt in geloof leven. Zodat we zonder angst de HEERE kunnen ontmoeten. We zijn nooit zondeloos, maar als we steeds weer Christus zoeken als onze Koning en Verlosser, is het niet nodig om bang te zijn. Dan leren we uitzien naar de dag dat Christus komt.
Dan willen we niet bij het donker van de zonde en de duivel horen, maar bij het licht dat vanuit Christus tot ons komt. Dan weten we ook dat de HEERE niet de dood van de goddeloze wil, maar dat we leven. Leven in het licht van Hem. Dat we door Christus gered het heerlijke eeuwige leven binnengaan. Samen voor altijd leven waar Christus is, is het mooiste wat er in je leven kan zijn.
Daarom elkaar bemoedigen. Niet voor jezelf leven, maar elkaar opbouwen in dit geloof en vertrouwen. Het gaat hier dan niet in de eerste plaats om het opbouwen van jezelf, maar om elkaar juist te stimuleren, te bemoedigen, te vermanen om dicht bij Christus te leven. Om echt wakker te zijn om Hem nooit uit het oog te verliezen. Geen gelovige op jezelf zijn. Maar juist elkaar stimuleren en bemoedigen. Dat is onze roeping. Om zo samen gemeente van Christus te zijn.
“Daarna sal ons wat lewe en oorgebly het, saam met hulle in die wolke opgeneem word om die Here in die lug te ontmoet. En so sal ons altyd by die Here wees. Bemoedig mekaar dan met hierdie woorde.” 1 Tessalonisense 4:17,18
Bemoedig mekaar. Die woord wat in vers 18 met bemoedig vertaal is, kan ook mekaar troos, vermaan of aanspoor beteken. Die vertaling bemoedig is hier goed gekies. Nogtans maak ook die ander vertalings goeie sin. Wat is naamlik die omstandighede?
Die broers en susters in die gemeente van Thessaloniki glo in Christus wat uit die dood opgestaan het. Hulle glo dat die gelowiges die ewige lewe ontvang. Hulle kry daarmee te doen dat mense in die gemeente sterf. Hoe is dit moontlik? Wat gebeur met hulle in die gemeente wat sterf? Dan is dit die Gees wat deur Paulus duidelik maak dat hulle mag weet dat die gelowiges wat gesterf het by Christus is en leef. Dat hulle as die Here Jesus terugkom op die wolke ook met ‘n nuwe, verheerlikte liggaam sal opstaan.
In hierdie gedeelte gaan dit nie om wat wegraping word genoem nie. Die Here Jesus kom nie twee keer maar een keer terug. Dan staan die dooies op uit hulle grafte. As Hy dan na die aarde terug, gaan al die gelowiges van alle tye die Here Jesus tegemoet. Die beeld is vir mense in daardie tyd duidelik. ‘n Koning of ‘n ander belangrike persoon kom na ‘n stad. Hy laat homself aankondig en bly self buite die stad. Dan kom mense uit die stad om hom te verwelkom en begelei hom as teken van eer na die stad. So gaan al die gelowiges saam met ‘n verheerlikte liggaam die Here Jesus by Sy wederkoms begroet en as erewag begelei. Hoe vol van troos is dit. Hoe groot is hierdie bemoediging as in die kerk van Christus ‘n kind van God sterf Dan mag ons mekaar bemoedig en troos met hierdie heerlike woorde wat wys dat God se kinders ‘n heerlike toekoms het! Geen wegraping nie maar ‘n heerlike troos vir hulle wat na die sterwe van ‘n broer of suster in geloof op aarde agterbly.
“Want God heeft ons niet geroepen tot onreinheid, maar tot leven in heiliging. Daarom, wie dit verwerpt, verwerpt niet een mens, maar God, Die ook Zijn Heilige Geest in ons heeft gegeven. Wat nu de broederliefde betreft, hebt u het niet nodig dat ik u schrijf, want u bent zelf door God onderwezen om elkaar lief te hebben.” 1 Thessalonicenzen 4:7-9
Leven volgens de wil van God hoort bij het geloof in Christus. Niet volgens mijn eigen wil en gevoel, maar volgens Gods goede wil. Dat noemen we de heiliging van ons leven. Leven volgens Gods bedoeling. Dat moeten we leren. Dat zit niet in ons DNA na de zondeval. Daarom is het juist de Geest die in ons moet wonen. De Heilige Geest die het stuur van ons leven overneemt van onszelf. Niet mijn ik, maar de Geest moet het in mijn leven doen. Dan is mijn ik niet meer belangrijk. Dan gaat het er in mijn leven niet meer om dat ik zo nodig mijzelf moet zijn en dat ik en mijn ontwikkeling in het middelpunt staan. Nee, dan gaat het erom dat ik leer dienen. In de eerste plaats God en vanuit Hem mijn naaste.
Paulus maakt duidelijk dat het elkaar liefhebben in de gemeente bij de heiliging van het leven hoort. Waar die concrete onderlinge liefde er niet is, waar je als persoon daartoe niet bereid bent, geldt wat we in 1 Johannes lezen: “Als iemand zou zeggen: Ik heb God lief, en hij zou zijn broeder haten, dan is hij een leugenaar. Want wie zijn broeder, die hij ziet, niet liefheeft, hoe kan hij God liefhebben, Die hij niet gezien heeft? En dit gebod hebben wij van Hem, dat wie God liefheeft, ook zijn broeder moet liefhebben.” 4:20,21
Christen zijn, gemeente van de Here Jezus zijn, betekent dat we ons door God laten leren. Niet alleen met ons verstand, maar met ons hele hart. Zodat geloven ook echt leven met de HEERE en onze naaste is in liefde! Elkaar liefhebben en dat in de praktijk brengen is geen extra bij het geloof in Christus. Het geloof en leven uit dat geloof kan niet zonder!
“Mag die Here julle liefde vir mekaar en vir almal laat toeneem en oorvloedig maak, soos ons liefde vir julle ook is. Mag Hy julle harte versterk, sodat julle met die koms van ons Here Jesus, saam met al sy heiliges, onberispelik in heiligheid voor ons God en Vader kan wees. Amen.” 1 Tessalonisense 3:12,13
Die lewe met die HERE is nie iets wat stilstaan nie. Dit gaan daarom dat ons daarin groei. Steeds weer. In die praktyk is dit nie altyd so nie. Dikwels ken ons weer ‘n terugval daarin. Nogtans roep die Gees ons op om daarin toe te neem. Ons lees hier twee woorde wat op daardie groei wys: toeneem en oorvloedig maak. Hoe kan ons daarin toeneem? Deur op die HERE te let. Deur steeds weer raak te sien wie Christus is en wat Hy gedoen het. Paulus skryf hier oor die liefde vir die gemeente in Thessaloniki. Die liefde bestaan omdat Paulus God se liefde in Christus ken en verkondig.
God se liefde is altyd groter as ons liefde. Daarom is daar by ons altyd ruimte om daarin te groei. Om nooit te sê dat ons liefde nou wel groot genoeg is nie. Dit gaan daarom om daarin steeds meer oorvloedig te raak. Vanuit Christus as bron vir egte liefde behoort ons liefde na ons broers en susters in die gemeente te gaan. Dit kan nie so wees dat ons ons skouers ophaal nie as ons gemeente min liefde vir mekaar ken. As dit so is dan is dit nodig om ons as gemeente te bekeer!
Die liefde hou nie op by die mense met wie ons saam in Christus glo nie. Ons het vanuit God ook liefde te gee aan almal wat in ons omgewing leef. Liefde vir almal behoort by die gelowiges. Die HERE wys Sy liefde en sorg aan almal. Ons het ook daarin beeld van God te wees.
Die Here Jesus leer ons dit baie duidelik: ““Julle het gehoor dat daar gesê is, ‘Jy moet jou naaste liefhê,’ en ‘Jou vyand moet jy haat’. Maar Ek sê vir julle: Julle moet julle vyande liefhê en bid vir hulle wat julle vervolg, sodat julle kinders van julle Vader in die hemele kan wees. Hy laat immers sy son opkom oor slegte én goeie mense en Hy laat dit reën oor wetsgehoorsames én wetsverbrekers. As julle diegene liefhet wat vir julle liefhet, verdien julle dan enige beloning? Maak die tollenaars nie ook maar so nie? En as julle slegs julle broers groet, wat doen julle meer? Maak die heidene nie ook maar so nie?“ Wees dus volmaak soos julle hemelse Vader volmaak is.” Matteus 5:43-48
“Laat het woord van Christus in rijke mate in u wonen, in alle wijsheid; onderwijs elkaar en wijs elkaar terecht, met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen. Zing voor de Heere met dank in uw hart. En alles wat u doet met woorden of met daden, doe dat alles in de Naam van de Heere Jezus, terwijl u God en de Vader dankt door Hem.” Colossenzen 3:16,17
De kerkdienst als plaats om elkaar te leren en te vermanen. Juist in het zingen komt het element van elkaar leren en vermanen tot zijn recht. Bij vermanen hoort ook dat je elkaar troost en aanspoort. Dat gebeurt o.a. door het zingen van psalmen, lofzangen en geestelijke liederen.
In de kerkdienst is er de verkondiging van het Woord door een man die daarvoor door God geroepen is. Maar dat is niet het enige. Ook het zingen hoort er echt bij. Is deel van het eren van God, het tot Hem bidden en dus ook het elkaar opbouwen. In het zingen gaat het om het al meer rijkelijk onder ons laten wonen van het Woord van Christus. Dus het Woord van God. Dat betekent dus dat wat we zingen het Woord van Christus moet zijn. Het gaat niet om het uiten van onze gevoelens en gedachten, maar de inhoud moet Woord van Christus zijn. Het moeten psalmen, gezangen, liederen zijn die door het werk van de Geest weergeven wat de HEERE in Zijn Woord tot ons zegt. Dat is een heel belangrijke aanwijzing voor wat we in de kerkdienst hebben te zingen.
Het gaat er dan niet om onze gevoelens zo hoop veel mogelijk ruimte te geven, maar om juist vanuit wat God in Zijn Woord zegt zingend tot ons te nemen. Om zo elkaar te helpen in de eigen omstandigheden. De weg te wijzen, te troosten, aan te sporen en te vermanen. |Om dat zo te doen dat we op de weg van Christus blijven en leren om steeds weer dankbaar te zijn. Om steeds weer het wonder van Gods genade voor ons te zien en daarom volgens Gods wil te willen leven. Zingen in dienst van Christus is dus niet dat wij vanuit ons gevoel liederen maken die voor ons goed voelen, maar dat we volgens wat de Geest in de Bijbel zegt willen zingen. Dat is echt opbouwend volgens Gods wil. Volgens de manier waarop de Geest werkt.
RIJKDOM EN ARMOEDE
We zijn bezig met het nadenken over het woord 'elkaar' in het Nieuwe Testament. We kunnen nu al zeggen dat daarin duidelijk uitkomt dat we op elkaar betrokken zijn. Dat we er voor elkaar hebben te zijn en dat we zo elkaar meenemen in liefde in een leven met de HEERE en met elkaar. Daarbij is geen ruimte voor ik eerst en wij eerst. Dat geldt ook op het gebied van rijd worden ten koste van anderen. Daar moest ik weer aan denken bij de bonus die Elon Musk bedongen heeft. Een bonus: 1000 miljard dollar.
In Gods eigen Woord lezen we heel duidelijk dat ook op materieel gebied er grenzen zijn. Juist ook om ervoor te zorgen dat er, als het enigszins mogelijk is, een zorgeloos leven op dit punt zal zijn. De HEERE stelt bij de profeten heel scherp aan de kaak dat mensen in armoede leven, terwijl anderen heel veel hebben. Dat de een heel veel bezit en opkoopt ten koste van anderen. Laat ik een van de vele voorbeelden noemen: “Wee degenen die zich huis na huis toe-eigenen, die akker na akker samenvoegen, tot er voor niemand meer ruimte is en zij alleen het land bewonen. Ik hoor de HEER van de hemelse machten zweren: ‘Al die huizen zullen tot puin vervallen, zelfs de grootste en mooiste worden niet meer bewoond. Een uitgestrekte wijngaard levert amper wijn op, een berg zaaigoed maar één zak graan.’” Jesaja 5:8-10
Het is een van de belangrijke punten bij de profeten dat mensen zich verrijken en dat de zwakken in de samenleving niet krijgen wat ze nodig hebben. Het gaat dan om het recht van de armen, de weduwen en de wezen. Het gaat er dan niet om liefdadigheid, maar om het recht dat de HEERE geeft. Een systeem van kapitalisme waarbij de arme aan zijn of haar lot wordt overgelaten, is echt volledig in strijd met Gods wil! Dat moeten we goed beseffen. Dat geldt ook als het erom gaat dat onze welvaart en wat wij voor dingen betalen voor grote armoede in andere delen van de wereld zorgt. Een beetje meer honger en armoede in Afrika om onze welvaart te bevorderen is echt een schande! Gaat zo in tegen wat de HEERE zegt. Dat heeft niet met links te maken. Dat is wat de HEERE ons voorhoudt. Ook dit heeft te maken met er voor elkaar zijn en met liefde voor de naaste.
“Verder, laat die vrede van Christus in julle harte regeer. As lede van een liggaam, is julle juis daartoe geroep. En wees dankbaar. Laat die woord van Christus in sy volle rykdom in julle woon. Leer en vermaan mekaar, in alle wysheid, deur met dankbare harte psalms, lofgesange en geestelike liedere tot eer van God te sing.” Kolossense 3:15,16
Mekaar leer en vermaan. Die Gees roep ons in die kerk daartoe op. Vanuit die vrede van Christus. Dus nie vanuit wantroue nie, nie omdat ons mekaar steeds weer die leviete moet voorlees nie. Vanuit die liefde van Christus in liefde vir mekaar. Dit beteken vir ons dat die manier waarop ons dit doen die toon van liefde wys. Nie met ‘n bose stem nie. Nie as iemand wat alles beter weet nie. Juis wel vanuit ‘n hart en mond wat vrede en liefde kommunikeer.
Dit gaan daarom dat in ons Christus se Woord woon. Nie as ‘n gas wat van tyd tot tyd ook iets mag sê nie. Dit gaan daarom dat Christus se Woord so ryklik in ons woon dat hierdie Woord ons lewe regeer. Dan gaan dit nie net oor ons persoonlike lewe nie. Dit gaan om die lewe saam in Christus se gemeente. Dit gaan daarom dat die Woord van Christus in ons woon. Jy kan ook vertaal “onder julle woon’. Die Woord van Christus moet ons hele lewe as gemeente beheers. Ook die omgang met mekaar.
Dit is opmerklik dat ons hier oor die Woord lees. In Efese 5:18,19 lees ons woorde wat baie dieselfde is. Daar lees ons die oproep om deur die Gees vervul te word. Hier gaan dit om die Woord. So leer ons dat die Gees en die Woord by mekaar behoort. Dit is nie los van mekaar te maak nie. Die Bybel is die Woord van die Gees. Die Woord wat ons gekry het, is God se eie stem. Die Gees leer ons nooit iets wat teen Sy eie Woord ingaan nie. As iemand sê dat die Gees hom of haar iets vertel het maar dit is in stryd met God se eie Woord was dit nie die Gees wat met jou gepraat het nie. Die Gees praat met ons deur die Woord!
“Daarbij is niet Griek en Jood van belang, besnedene en onbesnedene, barbaar en Scyth, slaaf en vrije, maar Christus is alles en in allen. Kleedt u zich dan, als uitverkorenen van God, heiligen en geliefden, met innige gevoelens van ontferming, vriendelijkheid, nederigheid, zachtmoedigheid, geduld. Verdraag elkaar en vergeef de een de ander, als iemand tegen iemand anders een klacht heeft; zoals ook Christus u vergeven heeft, zo moet ook u doen. En kleedt u zich boven alles met de liefde, die de band van de volmaaktheid is.” Colossenzen 3:11-14
De Geest roept ons op om elkaar te verdragen en elkaar te vergeven. Juist als iemand commentaar op een ander in de gemeente heeft. Zelfs als die met een klacht komt. Dat hoort dus bij het leven als kerk van Christus. Juist hierin wordt Christus ons als het voorbeeld voorgehouden. We hebben ons leven steeds weer in alles aan Christus te spiegelen.
Wat opvalt is dat als iemand in de kerk met kritiek, met een klacht komt, hier dan niet meteen opgeroepen wordt om dit goed te behandelen. Om transparant te zijn en de juiste procedures te volgen. Het gaat niet zozeer om onze protocollen, procedures, regels en kerkrechtelijke gedachten. Het gaat in de allereerste plaats om onze houding tegenover elkaar in de gemeente. Hoe gaan we om met dingen die anders zijn dan je gewend bent?
Bedenk goed dat in de eerste christelijke kerken er op dit punt veel aan de hand was. In die eerste kerken van Christus zijn het niet alleen Joden die er een plaats in hebben. Die eerste kerken waren geen kerken waar de Joodse levensstijl gewoon verderging met als extra het geloof in Christus als de Verlosser. Nee, ineens waren er mensen vanuit allerlei andere volken die ook bij de gemeente hoorden. Ze geloven in Christus als hun Verlosser en God, maar ze leven zo anders. Wat moet je daarmee? Elkaar verdragen! Niet je eigen gewoonten en regels vooropstellen. Daar geen groot punt van maken. Behalve als duidelijk is dat de HEE het beslist zo wil. Zolang Christus volgens Zijn Woord wordt gediend, is er in het andere vrijheid. Dan verdragen we elkaar in liefde, dan geven we elkaar in wat we niet vanuit het Woord als Gods gebod kunnen aanwijzen de vrijheid. Dan staan we in de vrijheid van Christus. Het mag in de kerk nooit gaan om ons en onze traditie. Als we daarbij de grens wel trekken, zijn we geen kerk meer, maar een sekte.
Als er problemen zijn en dat raakt ons, dan zal er de houding moeten zijn dat we elkaar vergeven. Daarop moet dan ons met elkaar spreken gericht zijn. Vanuit de houding dat we elkaar willen vergeven. Niet vanuit de houding dat ik boven de ander sta en ik geen vergeving nodig heb. Dan is juist de houding van liefde en ontferming naar de ander toe zo belangrijk! Geen houding die de ander meteen beoordeelt op de regels die er volgens mij zijn. Nee, elkaar in liefde ontmoeten en elkaar zoeken bij het kruis van Christus. Dan gaat het niet om mijn gelijk, maar om het samen leven en dienen in Christus' gemeente.
“Maar raak ook julle van al hierdie dinge ontslae: woede, driftigheid, kwaadwilligheid, lastering, en onwelvoeglike taal wat uit julle mond kom. Moenie vir mekaar lieg nie, aangesien julle die ou mens en sy gewoontes uitgetrek het, en die nuwe mens aangetrek het, wat tot volle kennis en na die beeld van sy Skepper vernuwe word.“ Kolossense 3:8-10
‘n Christen het ‘n ander mens geword. Jy het nie jouself gebly nie. Dikwels word in ons tyd gesê dat ons onsself moet bly. Ons hoor in die Bybel ‘n heeltemal ander boodskap. Ook as ons as kind gedoop is, roep God se belofte ons daartoe op om ‘n nuwe mens te word. Die heilige Gees wil dit ons gee. Deur in ons te werk en ons ‘n nuwe mens te word wat vanaf die hemel opnuut gebore word. Sien Johannes 3: “Jesus het Nikodemus geantwoord: “Amen, amen, Ek sê vir jou: As iemand nie van bo gebore word nie, kan hy die koninkryk van God nie sien nie.”
Deur die Gees ‘n ander mens word, beteken ook dat ons anders begin leef. Dat ons juis die dinge wat deur die HERE as verkeerd aangewys word al meer uit ons lewe moet verdwyn. Ons kan nie christen wees en nogtans bly leef volgens eie gevoelens en eie gedagtes nie. Ons moet ‘n ander mens wil word en die Gees vra om dit al meer in ons lewe te bewerk.
Een van die dinge wat uit ons lewens moet verdwyn is dat ons vir ‘n ander lieg. Die dinge wat in vers 8 genoem word is almal sake wat die verhouding met ons naaste stukkend maak. Almal dinge wat die ander aantas en seer maak. Dit is almal sake wat wys dat ons ons eie belang eerste stel en nie diensbaar vir ons naaste wil leef nie.
Wie die nuwe mens aangetrek het en al meer afskeid van sy oue lewe wil neem, wil ook nie lieg nie. Jy wil juis betroubaar wees en die ander as betroubare persoon help. Lieg is regtig ‘n duiwelse ding. Die Here Jesus wys dit baie duidelik in Johannes 8: “Julle kom van julle vader, die Duiwel, en julle wil die begeertes van julle vader uitvoer. Hy was van die begin af 'n mensemoordenaar, en hy staan nie by die waarheid nie, omdat daar geen waarheid in hom is nie. Wanneer hy 'n leuen vertel, vertel hy dit uit sy eie, omdat hy 'n leuenaar en die vader daarvan is. Maar omdat Ek die waarheid praat, glo julle My nie.” Vs 44,45. Vir mekaar lieg behoort nie by ‘n lewe met Christus nie. Dit behoort by die ou mens wat na die duiwel luister.
“Maak dan mijn blijdschap volkomen, doordat u eensgezind bent, dezelfde liefde hebt, één van ziel bent en één van gevoelen. Doe niets uit eigenbelang of eigendunk, maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf. Laat eenieder niet alleen oog hebben voor wat van hemzelf is, maar laat eenieder ook oog hebben voor wat van anderen is. Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was.” Filippenzen 2:2-5
Vandaag even iets algemener. Wanneer je nu al een hele tijd met dat woord ‘elkaar’ in het Nieuwe Testament bezig bent, zie je al meer en al dieper hoe de Geest wil dat we met elkaar omgaan in de gemeente. Niet maar iets als een ideaal dat we toch niet halen en dus eigenlijk langs ons neerleggen. Zo zou het moeten zijn, maar ja, dat krijgen we toch nooit voor elkaar in de tijd voordat de Here Jezus terugkomt. Dat zijn ten diepste smoesjes om toch maar je eigen ding te kunnen doen en je neer te leggen bij een verkeerde manier van omgaan met elkaar.
Je ziet dat in ruzies in gemeenten; je ziet dat als mensen strijd voeren over regels die het leven met Christus niet direct raken en daar echt grote punten van maken. Dat zie je als een kerkenraad zich over allerlei dingen moet verantwoorden, terwijl het niet het leven en de leer van Christus raakt. In onze tijd hebben we het er vaak moeilijk mee dat Christus ambtsdragers aanstelt die geroepen zijn om de gemeente te leiden. Meerderen willen als ze niet in kerkenraad zitten toch eigenlijk wel iets in de melk te brokkelen hebben. Als dat niet lukt, komen er beschuldigingen dat er niet geluisterd wordt en worden mensen bitter en zorgen ze echt voor problemen. Dan komt er strijd. Strijd die het leven en groeien in een leven met Christus voor velen in de weg staat. Is kerk-zijn een zaak van strijd?
Als het om jezelf gaat, wel. Strijd om steeds weer tegen het verkeerde in je leven te strijden. Ook tegen het gevoel dat je strijd en oppositie moet voeren. Strijd om de ander hoger te achten dan jezelf. Strijd om je juist in te zetten voor vrede en het geven van liefde en het bezig zijn met het groeien in het leven in geloof en daar ook anderen bij te helpen.
De kerk van Christus moet de plaats zijn waar we toegerust worden om tegen ons eigen zondige ik te strijden. Waar we door de liefde van Christus elkaar liefde willen geven en waar we samen een voorbeeld van liefde en vrede zijn. Zo bekend staan aan elkaar en zo bekend staan in de wereld. Dan is er vaak nog een wereld voor ons te winnen. Dat is niet vrijblijvend. Als we ons daarvoor niet nederig en liefdevol inzetten, zijn we bezig om bij Christus weg te gaan. Al hebben we nog zulke mooie praatjes. Strijd tegen elkaar heeft ons leven als gemeente van Christus niet te kenmerken. Wel: Leven in liefde en opbouw tot en voor elkaar. Dat is Christus echt volgen.
“maak dan my blydskap volkome deur eensgesind te wees – een in liefde, een van gees, een in denke; deur nie iets uit selfsug of ydelheid te doen nie, maar in nederigheid die een die ander hoër te ag as homself; deur elkeen nie net na sy eie belange om te sien nie, maar ook na dié van ander.” Filippense 2:2-4
Nederig teenoor mekaar wees. Die ander hoër as jouself ag. Dit was in die tyd en die wêreld waarin Paulus dit skryf baie snaaks. Dit het teen die gevoel van daardie tyd ingegaan. Nederigheid of ootmoed was toe en daar ‘n negatiewe eienskap. Dit was iets wat by slawe behoort het. Hulle moes wel nederig wees. Hulle moes gehoorsaam wees aan hulle meesters. As hulle dit nie was het hul lewe gevaar geloop. Dan het straf, pyn en wonde gekom.
Hoe opvallend is dit dat die Gees Paulus laat skryf dat dit goed in die HERE se oë is as die gelowiges in die gemeente nederig teenoor mekaar is. God se kind leef niet vir hom of haarself nie. Wie hom of haar aan Christus toevertrou, streef nie daarna om bo ‘n ander in die gemeente te staan nie. Jy wil nie gedien word nie. Jou lewe is so anders as wat in die wêreld die doel is. Jy leef nie vir jou posisie nie. Ook nie in die kerk nie. Jy wil juis ‘n ander dien. Dit is nie nodig dat jy deur ander geëer word nie. Jy leef nie vir jou eie belange nie maar juis ander te help en te dien.
Daarby is Christus ons groot voorbeeld. Hy het ons die pad van nederigheid, van ootmoed gewys. Christus wat die reg gehad het om deur almal geëer te word, het vir ons gelei. Hy was so nederig dat Hy hom onregverdig laat behandel het om juis vir ons skuldiges die straf te dra. Hy was nederig tot op die kruis en tot in die dood. Hy die 100% regverdige het vir ons die ewige straf gedra. So wys Hy vir ons die pad. Laat ons nederig wees, onreg ly om ander te dien. So wys ons Christus in hierdie wêreld. Laat die kerk daarvan ‘n pragtige voorbeeld wees. Wat faal ons dikwels daarin. Die Gees wys ons baie duidelik die pad as Jakobus dit skryf: “Waar kom al die oorloë en gevegte onder julle vandaan? Kom dit nie van julle begeertes, wat in julle ledemate oorlog voer nie? Julle begeer, maar julle besit niks nie; julle pleeg moord, en is vol jaloesie, en julle kan niks bereik nie. Julle veg en maak oorlog, en tog het julle niks, omdat julle nie bid nie.”4:1,2
’n Kerk waarin ons oor allerhande dinge veg en rusie maak, wys nie die Christus nie. Dan weet ons nie wat nederig en ootmoedig na mekaar is nie. Dan leef ons wêrelds en nie christelik nie.
“Wees elkaar onderdanig in de vreze Gods.” Efeze 5:21
Voordat Paulus gaat schrijven over verhoudingen in het leven waar we een ander onderdanig moeten zijn, zijn er de woorden van de tekst hierboven. In het leven staan we in verschillende verhoudingen. Om er een paar te noemen: man en vrouw in het huwelijk, kinderen en ouders, meesters en slaven. Voordat daarop ingegaan wordt, laat de Geest weten wat daarin van het allergrootste belang. Wat onze houding tegenover elkaar heeft te zijn. Daarin moeten juist gelovigen een voorbeeld zijn in het samenleven met elkaar in allerlei verhoudingen.
Het belangrijkste is dat we elkaar onderdanig zijn. De een moet zich niet boven een ander verheffen. We hebben echt met elkaar in liefde te leven. Egoïsme en zelf de baas willen zijn horen daar niet bij. Heel mooi komt dat ook tot ons in Jakobus 3. Ik geef dat dit keer weer in de vertaling NBV21: “Wie van u kan wijs en verstandig genoemd worden? Laat hij het daadwerkelijk bewijzen door een onberispelijk leven en door wijze zachtmoedigheid. Maar als u zich laat beheersen door bittere jaloezie of egoïsme, kunt u beter niet zo hoog van de toren blazen; u zou de waarheid geweld aandoen. Dat soort wijsheid komt niet van boven; ze is aards, ongeestelijk, demonisch. Waar jaloezie en egoïsme heersen, vieren wanorde en allerlei kwaad hoogtij. De wijsheid van boven daarentegen is vóór alles zuiver, en verder vredelievend, mild en meegaand; ze is vol ontferming en brengt niets dan goede vruchten voort, ze is onpartijdig en oprecht. Waar in vrede wordt gezaaid, brengt gerechtigheid haar vruchten voort voor hen die vrede stichten.” vs 13-18
Gods kind wil niet hard over een ander heersen. Je wilt naar elkaar luisteren door samen in diepe eerbied naar Christus te luisteren. Om samen op de weg van God te lopen. Dan behandelen we elkaar niet hard en vanuit de hoogte, maar gaan we samen op de weg van Christus, ieder met onze eigen verantwoordelijkheid. Dan staan we voor elkaar open om juist samen in liefde voor God te leven en zo te groeien en te bloeien.
“En moenie deur wyn bedwelm raak nie; daardeur ontstaan losbandigheid. Inteendeel: Word vervul deur die Gees, terwyl julle onder mekaar psalms, lofgesange en geestelike liedere laat opklink, ja, van harte tot die Here sing en psalmsing, en God die Vader altyd oor alles in die Naam van ons Here Jesus Christus dank.” Efesiërs 5:18-20
Waar is ons vol van? Wat of wie beheers ons lewe? Dan gaan dit my om die hart. Dit gaan my nou nie daarom dat iets of iemand teen ons wil ons lewe regeer nie. Die Gees maak duidelik dat dit nie goed is as drank ons ons lewe bepaal nie. As die drank of ‘n ander verslawing oorneem in ons lewe lei dat tot ‘n lewe waarin los van God raak. Dan lei dit tot ‘n losbandige lewe. Dan soek ons steeds weer die drank, die dwelms of ander sake of persone van wie ons afhanklik is of raak.
Ons moet ook bedink dat dit nie goed kom as ons ons eie sondige hart en ons eie verkeerde gevoelens die baas van ons laat wees. Ons het nodig dat iemand anders die stuur van ons lewe oorneem. Dat ons mense word wat nie vir hulleself leef nie. Dit is so belangrik dat dit die Gees is wat in ons hart die regering van ons bestaan oorneem. Dat ons dit ook graag wil. Dat ons daarom bid. Dan gee die HERE dit volgens Sy belofte.
Dan gaan dit ook beteken dat ons mekaar bemoedig, dat ons mekaar steeds weer by Christus bring. Bedink dat Paulus dit skryf in ‘n tyd dat christene bespot en verag word. Hoe goed is dit om deur die Gees gelei saam te sing. Saam die psalms, saam die lof op die HERE en Sy werk, saam liedere wat volgens die Woord van die Gees is. As ons saam sing dan kom God se woorde wat ons sing, dan kom die lof op die HERE ons hart binne om ons te versterk. Om mekaar te stimuleer om nie verslaaf te wees nie, om nie vir jouself te leef nie maar vir Christus. Dan leer ons selfs in groot nood die HERE dank. Dan leer ons om nie ons nood ons lewe te laat bepaal nie maar altyd weer moed te skep omdat ons Christus as ons God en Redder ken.
“Laat alle bitterheid, woede, toorn, geschreeuw en laster van u weggenomen worden, met alle slechtheid, maar wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, en vergeef elkaar, zoals ook God in Christus u vergeven heeft.” Efeze 4:31,32
Het leven van een christen, het leven in de kerk van Christus, hoort zo anders te zijn dan in de wereld. Elke vorm van concurrentie hoort daar verdwenen te zijn. Het is echt beschamend dat het vaak zo anders is! Soms zeggen mensen tegen mij: Dominee, er is te weinig strijd bij ons in de kerk. Dat is een goddeloze opmerking als het niet gaat om strijd die er moet zijn in mijn eigen leven en om mij heen als het gaat om een leven dat duidelijk tegen Gods wil ingaat. Er is vaak te veel strijd in een kerk en gemeente, omdat het om onze traditie, onze gewoonte en onze nestgeur gaat. Weg ermee, want dat is zonde!
Het geheim van het geloof, het geheim van samen leven in de gemeente is juist dat het spreekt van de vergeving. Dat we elkaar benaderen vanuit de vergeving die Christus verdiend heeft en geeft. Dat betekent eerlijk en oprecht met elkaar praten, elkaar benaderen vanuit Gods liefde en als we elkaar vergeven hebben er nooit meer op terugkomen. Zo doet God het ook met jou en mij! Daarom hebben wij dat ook te doen tegenover elkaar. Dat moet de atmosfeer in de gemeente van Christus kenmerken. Geen wantrouwen, maar vertrouwen naar elkaar toe.
Vanuit die vergeving is er dan de barmhartigheid en de vriendelijkheid naar elkaar toe. Geen gespeelde vriendelijkheid, omdat je over een tijdje weer met elkaar avondmaal hebt te vieren. Nee, echte vriendelijkheid en omzien naar elkaar, omdat we allemaal vanuit Gods vergeving leven. Vriendelijkheid en barmhartigheid naar elkaar zijn geen extraatjes naar elkaar toe. Echt geloven kan niet zonder. Ik denk nu ook aan wat de Geest Jakobus laat schrijven: “Spreek zo en handel zo als mensen die geoordeeld zullen worden door de wet van de vrijheid. Want onbarmhartig zal het oordeel zijn over hem die geen barmhartigheid heeft bewezen. En de barmhartigheid triomfeert over het oordeel.” 2:12,13
“Ja, trek die nuwe mens as kleed aan, wat in ware geregtigheid en heiligheid in ooreenstemming met God geskep is. Daarom, vermy die leuen, en praat elkeen die waarheid met sy naaste, want ons is lede van een liggaam.“ Efesiërs 4:23,24
Deur die HERE geskep om goed te leef. Om die HERE bly te maak en ook die mense in wie se nabyheid ons leef. Ons naaste. Om altyd die goeie vir mekaar te soek volgens God se heilige en goeie wil. Daarby sien ons na mekaar om. Vanuit die HERE wat ons die pad wys.
Nogtans kom dit nie meer vanself uit ons hart nie. Ons is nie meer vanuit ons harte opregte mense nie. Paulus wys ons daarop dat ons die nuwe mens as kleed moet aantrek. Ons het na die sondeval mense geword wat nie in liefde vir God en ons naaste wil leef nie. Dit noem die Gees ons ou mens. Ons het van die HERE afgeval en daarmee ander mense geword. Mense wat onsself soek. Mense wat ook hul mond en tong so begin gebruik dat ons lieg. Dat ons nie die waarheid praat nie. Dat ons bereid is om die feite te verdraai om voordeel vir onsself te kry. Ook as dit ons naaste benadeel. Ons het mense geword wat dikwels nie opreg, nie eerlik met ander omgaan nie.
De Gees roep ons op om die oumens uit te trek en die nuwe mens as ‘n kleed aan te trek. Dit is nodig dat ons ons omtrek. Dat ons van bo deur die Gees ‘n nuwe mens word. Juis omdat Christus vir ons sondes aan die kruis gely het in ons plek. Juis dat jy by Christus behoort saam met ander roep ons op om die ou mens dood te maak. Om die ou mens te verloën. Daarby behoort dat ons die waarheid met ons naaste praat. Dat ons al hoe meer bekend kom en staan as mense op wie jy kan bou. Mense wat eerlik is. Juis in die kerk, die liggaam van Christus, behoort dit so te wees. Dan moet ons nie net wys op al die kere dat dit nie so is nie en so ‘n verskoning te hê om self nie eerlik en opreg te praat en te handel nie. Dan is dit nodig om juis op Christus te let, om God se beeld te wil wees, om betroubaarheid en eerlikheid uit te straal. Juis omdat Christus ons Verlosser en Koning ons daarin volmaak voorgegaan het.
“Draag elkaars lasten, en vervul zo de wet van Christus. Want als iemand denkt iets te zijn, terwijl hij niets is, bedriegt hij zichzelf. Maar laat ieder zijn eigen werk beproeven; dan zal hij alleen voor zichzelf stof tot roemen hebben, en niet voor de ander.” Galaten 6:2-4
Weer terug in Nederland. Na o.a. een bezoek aan de concentratiekampen Auschwitz en Birkenau in Polen. Deze kampen worden ook wel Auschwitz I en II genoemd. Onder de indruk. Niet omdat ik veel nieuwe feiten heb gehoord, maar wel omdat je het voor je ziet. Je ziet daar voor ogen waar wij als mensen toe in staat zijn. Dan bedoel ik het niet in positieve zin, maar juist in negatieve zin. Medemensen stelselmatig doden. Groepen of volken stelselmatig willen uitmoorden. Daar komt nog bij dat als je hier kort iets over schrijft (Instagram en Threads), een walm van haat en minachting naar je toekomt. Je merkt dan dat mensen een beeld van God hebben dat heel negatief is. De walm van minachting komt vooral van mensen die zelf niet geloven. Als je dat doet, ben je wel zo achterlijk! Dan zien ze het zo dat je jouw achterlijke ideeën aan anderen wil opleggen. Als God dan zo machtig zou zijn, waarom laat Hij al die ellende dan toe? Als de God van de Bijbel bestaat, is Hij wel heel sadistisch en slecht. Want Hij is het die bij de zondvloed heel veel mensen liet verdrinken. Bij zo’n God wil je toch niet horen? Je moet als christen je mond houden. Als je over het geloof wil praten, dan graag achter de voordeur, en de kinderen mogen er op scholen en opleidingen ook niet lastig meegevallen worden.
Dat is de wereld waarin we leven. Waarin mensen zo op wie vanuit de Bijbel spreekt, reageren. Ik hoop daar de komende weken nog verder op terug te komen. Voor nu is het belangrijk dat we als gelovigen samen laten zien wie de HEERE is. Dat we ons eigen leven op de proef stellen. Dat we laten zien dat we er echt voor elkaar in liefde zijn. Dat we er ook echt zijn voor mensen in nood. Ook voor hem of haar die met ons de grond aanveegt, maar in nood is en hulp nodig heeft. Het is zo belangrijk dat we niet vanuit een concurrentiehouding met elkaar omgaan. Dat de een zich niet beter en belangrijker dan de ander voelt. Dat je niet jezelf belangrijk vindt en de ander niet ziet of juist wegzet, omdat jij nog belangrijker wilt zijn. Het is belangrijk dat we juist die liefde, die betrokkenheid, dat omzien naar de ander laten zien. Ook buiten de kerk. Daar waar we werken, met anderen omgaan in eigen buurt en omgeving.
Laat mensen zien en horen dat de HEERE niet uit is op ellende voor hen, maar juist de weg naar Christus wijst om zo mensen te redden. Laat zien dat wat in Auschwitz gebeurde niet de schuld van God was, maar onze schuld als mensen. God moet niet veranderen, maar wij. Dan kan ik woensdag ook geen stem uitbrengen op iemand die hele groepen en volken als minderwaardig aan ons Nederlanders te kijk zet. Zulke taal en zulke ideeën zijn antichristelijk. Ze leiden tot haat die in het ergste geval leidt tot wat er in Auschwitz en andere concentratiekampen gebeurd is. Laten we daar ver van weg blijven. In Gods naam, in de naam van Christus!!
"Toen Jezus deze woorden had geëindigd, gebeurde het dat de menigte versteld stond van Zijn onderricht, want Hij onderwees hen als gezaghebbende en niet zoals de schriftgeleerden." Mattheus 7:28,29
Even iets anders. Dat zal verder deze week ook zo zijn. Ik hoop met onze jongste over een paar uur per bus naar Krakau te gaan en we zijn DV vrijdag weer terug. Het kan zijn dat ik niets schrijf of anders iets naar aanleiding van het bezoek aan Krakau.
Dogma’s. Dat klinkt in onze oren niet goed. Voor velen klinkt het woord dogma als iets engs. Zonder precies te weten wat het betekent. Iemand die in dogma’s gelooft, zit volgens velen gevangen in bepaalde ideeën. Je kunt met de ander niet praten, want alles ligt vast. Er zit geen leven in. Het gaat me er nu niet om of het woord dogma zo goed gebruikt wordt. Het gaat me erom dat mensen dan met het geloof in Christus breken en zeggen dat ze nu vrij zijn. Ze geloven wel, maar dat doen ze door van de natuur of andere dingen te genieten. Ze vinden daar de vrijheid. Ze vingen daar de ruimte voor hun eigen vrije gedachten.
Dat betekent dat er ook dan een dogma is. Dat is dat je in jezelf en in dat iets wat jij bewondert gelooft. Je bent dan je eigen koning. Je staat zelf op de hoogste plek en maakt zelf uit wat jij gelooft en wat jij stimulerend en bewonderingswaardig vindt. Je gelooft op een andere manier met je eigen dogma’s. Al zou je het geloven zonder dogma’s te noemen.
De Here Jezus leert ons dat we nodig hebben om te leren. Om zo in de echte vrijheid, in de echte werkelijkheid te staan. Hij leert de mensen met gezag. Hij wijst ons om op de weg te gaan van de God die echt bestaat. Hij leert ons wat het echte goede leven is om eeuwig een goed en gered leven te hebben. Mooier en beter is er niet. Dan ben ik niet met saaie en harde dogma’s verbonden. Dan ben ik verbonden en leerling van de enige God die liefde is. Die mij op Zijn arm door het leven op deze aarde wil nemen en bij Hem thuis wil brengen. Verbonden te zijn met Hem en mij door de Geest laten leren, door Zijn Woord is zo goed! Laat je dat nooit afnemen.
“Broers, as iemand deur een of ander sonde oorval word, moet julle wat met die Gees vervul is, so iemand in 'n gees van sagmoedigheid reghelp; maar let op jouself, dat ook jy nie versoek word nie.
Dra mekaar se laste, en vervul so die wet van Christus. As iemand werklik meen dat hy iets is, terwyl hy niks is nie, bedrieg hy homself.” Galasiërs 6:1-3
Dra mekaar se laste. Een van die laste word in vers 1 genoem. Dit is dat een van lidmate van die gemeente skielik op ‘n verkeerde pad begin leef. Dit is duidelik dat die verkeerde, die sonde hom die baas geword het. Hy doen nie net verkeerde dinge nie. Hy het die smal pad begin verlaat en op die breë pad begin stap.
Wat doen ons as iemand in die gemeente openlik teen God se wil in begin leef? Voel ons ons dan beter as die ander. Verag ons dan die ander? Praat ons nie met hom of haar nie omdat ons beter voel dan hom of haar? As ons so reageer dan ken ons God se liefde nie. Dan kan ons baie oor Christus en die Bybel praat maar is ons nie ‘n kind van God nie.
Die liefde van Christus sal ons dan beweeg om met die ander te praat. Om mekaar se laste te dra. Om die ander vol liefde te vra wat gebeur het. Wat daar die agtergronde van is. Dat ons dan nie vanuit die hoogte nie maar juis sagmoedig met die ander praat en die ander wil help. Juis vanuit die besef dat jy en ek nie beter as die ander is nie. Dat dit sommer kan gebeur dat ook ek tot leef in sonde kan kom. Ek is van myself nie sterker as my broer of sus wat tot sonde verlei word nie. Laat ons mekaar wil help om op God se pad te stap. Om mekaar terug te roep as een van ons daardie pad verlaat. Laat ons mekaar dan sagmoedig behandel. Nie onverskillig nie maar sagmoedig. Deur die ander te wil help. Te wil help om op Christus se pad te stap en te bly stap. Ons het mekaar daarin nodig. Sonder om op ‘n ander neer te kyk. Deur juis saam na Christus op te kyk. Eie roem, op jouself bou, dink dat jy ‘n sterk gelowige is behoort nie by die lewe van God se kinders nie.
“Als wij door de Geest leven, laten wij dan ook door de Geest wandelen. Laten wij geen mensen met eigendunk worden, elkaar niet uitdagen en benijden.” Galaten 5:25,26
Door de Geest wandelen. Leven door de Geest kan niet anders dan leven op de weg die de Geest ons wijst. Dat kan niet anders dan een leven in gehoorzaamheid aan wat de Geest in het Woord zegt. Als Paulus dit geschreven heeft, maakt hij duidelijk wat dit o.a. voor een leven met elkaar in de gemeente betekent. Dat betekent dat eigendunk geen plaats in de gemeente van Christus mag hebben. Het woord eigendunk wordt ook wel vertaald met ‘praalziek, eigenwaan, verwaand’. Leven door de Geest betekent juist het tegenovergestelde: “Doe niets uit eigenbelang of eigendunk, maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf. Laat eenieder niet alleen oog hebben voor wat van hemzelf is, maar laat eenieder ook oog hebben voor wat van anderen is.” Filippenzen 2:3,4
Wanneer je zo leeft dat je je eigen recht en je eigen talent en meningen naar voren brengt als beter dan dat van anderen in de gemeente, ben je bezig met een soort concurrentie. Concurrentie hoort in de gemeente van Christus werkelijk taboe te zijn. Wie zich beter dan anderen voelt, wie zich gedraagt als iemand die het beter weet en kan dan anderen, kent Gods genade niet. Dan ben je bezig om anderen uit te dagen. Moet je eens kijken wie ik ben. Dat is een hoogmoedige houding die niet in de kerk van Christus thuishoort! Uitdagen roept namelijk op tot verkeerde gevoelens tegenover elkaar.
Dan ben je bezig om te ‘benijden’. Je gaat dan naar elkaar kijken vanuit een beoordeling vanuit je eigen geestelijke leven. Jij vindt dat jouw geestelijke leven boven dat van anderen uitstijgt. Niet meer Christus, niet meer klein denken van jezelf en groot denken van Christus maakt dan de dienst uit. Als je jezelf klein weet en de ander beter acht dan jezelf, komt er echt liefde. Dan kijken we niet vanuit eigen hoogte (die zonde is!) naar de ander, maar dan kijken we vanuit Christus naar elkaar om er echt voor elkaar te zijn. In dienst van God!
“Julle, broers, is tog tot vryheid geroep. Moet net nie julle vryheid misbruik, sodat dit aanleiding gee vir die vlees nie, maar dien mekaar deur liefde. Want die hele wet word in één uitspraak vervul: “Jy moet jou naaste liefhê soos jouself.” As julle mekaar byt en verslind, pas op dat julle nie deur mekaar verorber word nie!” Galasiërs 5:13-15
Vergeef ons mekaar regtig in Christus se gemeente? Vergifnis beteken dat ons weer in liefde met mekaar omgaan. Dat wat tussen ons probleme veroorsaak nie meer daar is nie. Dan is dit weer moontlik om vir mekaar diensbaar te wees. Dit kan moeilik wees. Dit kan dat jy steeds weer aan die dinge moet terugdink wat nie reg was nie of wat vir jou gevoel nie goed was nie. Om mekaar in liefde diensbaar te wees, het ons nodig om na die HERE te kyk. Om daarop te let hoe Hy jou en my vergewe. Hoe Hy na die vergifnis juis ons omarm in liefde. Dat Hy belowe om op die verkeerde in my en jou lewe nie meer terug te kom nie. Ons word ook geroep om op hierdie punt Gods se beeld te wees. Om beeld van Christus te wees wat selfs Sy lewe onder God se oordeel oor ons sondes gelê het. Hy het die straf wat ek verdien het oor Hom laat kom om my van God se oordeel te verlos. Selfs so dat ek nog elke dag sondes doen en Hy my elke dag wil vergewe. Vergifnis is regtig ‘n wonder van God se genade. Hy wil ons genadig maak om altyd weer vir die ander in die gemeente diensbaar te wees.
‘n Enkele teks waarin die HERE Sy genadige hart vir ons wys:
“Was julle! Reinig julle! Verwyder julle bose dade voor my oë! Hou op om kwaad te doen! Leer om goed te doen! Bevorder die reg! Lê die onderdrukker aan bande! Handhaaf die reg van die vaderloses! Verdedig die weduwees se regsake! “Kom tog, laat ons die saak uitpraat!” sê die Here. “Al is julle sondes rooi soos karmosyn, dit sal wit word soos sneeu; al is dit rooi soos skarlaken,
soos wol sal dit word." Jesaja 1:16-18
“Kyk, tot vrede het my intense bitterheid gelei; U self het my lewe teruggehou van die kuil van vernietiging, ja, U het al my sondes die rug toegekeer.” Jesaja 38:17
My sondes teenoor die HERE is altyd groter as die skuld van ‘n mens teenoor my. Sien Matteus 18:21-35. Daardie gelykenis oor die koning en die onbarmhartige kneg sluit so af: “So sal my hemelse Vader ook met julle maak as julle nie elkeen sy broer van harte vergewe nie.” Vs 35.
Wie sien hoe baie die HERE ons moet vergewe leer om liefdevol, mild en barmhartig te wees in sy of haar lewe.
“Want u bent tot vrijheid geroepen, broeders, alleen niet tot die vrijheid die aanleiding geeft aan het vlees; maar dien elkaar door de liefde. Want de hele wet wordt in één woord vervuld, namelijk hierin: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Maar als u elkaar bijt en verslindt, pas dan op dat u niet door elkaar verteerd wordt.” Galaten 5:13-15
De Heilige Geest past door Paulus meteen toe wat hij over het liefhebben van de naaste geschreven heeft. Laten we goed bedenken dat dit de woorden van de Geest zelf zijn. Hij waarschuwt de gemeente. Het is namelijk zo dat er in de gemeenten aan wie Paulus schrijft zo’n onenigheid is dat mensen met veel negatieve gevoelens tegenover elkaar staan. Dat was o.a. ook zo in de gemeente van Korinthe zo. Er wordt naar elkaar gehapt. Er zijn mensen in de kerk die zo tegenover elkaar staan dat ze vol negatieve gevoelens tegenover elkaar staan. Zo zorgen zij voor een denken in partijen. In plaats van in rust en liefde samen naar de HEERE en Zijn Woord te gaan. Het zijn ook mensen die alles doen om hun gelijk te krijgen, terwijl je niet kunt zeggen: Zo zegt de HEERE. Ze hangen heel erg aan hoe het vroeger ging. Toen was de besnijdenis regel, toen leefde ze volgens allerlei regels die in het Oude Testament aan het volk Israël gegeven waren. Het was toch altijd zo geweest en dan moet het ook zo blijven. Dan moet die ander maar eens bewijzen dat we het nu ook anders kunnen doen. Die nieuwkomers, die gelovigen uit de andere volken, moeten zich zo gedragen zoals wij gewend zijn.
Dat is een manier van denken die ook heel makkelijk bij ons een rol kan spelen. We hebben de gewoonte, de geschiedenis achter ons staan. Dan moet je er eens op letten hoe Paulus en in dit geval ook de Geest daartegen toornt.
Dan leggen we anderen namelijk een last op die niet nodig is. Dan bouwen we elkaar juist niet. Dan komen we met wat in de kerkgeschiedenis wel een bovenschriftuurlijke binding genoemd is. Dan bind je elkaar boven wat de HEERE in Zijn Woord ons zegt. Dan bouw je boven wat Christus gezegd is uit. Dan zorg je voor partijen die elkaar bestrijden in de kerk terwijl dat niet nodig is. Dat is zonde. Dan veroorzaak je aan Christus kerk veel schade in plaats van elkaar lief te hebben en elkaar te bouwen in het echte geloof.
“Julle, broers, is tog tot vryheid geroep. Moet net nie julle vryheid misbruik, sodat dit aanleiding gee vir die vlees nie, maar dien mekaar deur liefde.” Galasiërs 5:13
Vryheid. Heerlik! Vry deur Christus. Hy het vir ons die straf gedra wat ons deur ons sondes en skuld verdien het. Vry ook van allerhande reëls wat die HEERE vir die volk Israël gegee het op pad na die kom van die Verlosser. Paulus beklemtoon dat die gemeente nie na die besnydenis moet terugkeer nie. Dan maak hulle hul van Christus los. Dan bou hulle op sake waarop nie meer gebou mag word nie. Die vertroue moet net op Christus wees en so net op die HEERE.
Nogtans dreig dan ‘n gevaar. Mense gaan wat oor vryheid gesê word misbruik. Hulle gaan die wil van God, die norme wat Hy vir ons in Sy Woord gee eenkant skuif. Dit is nie meer nodig om naby die HEERE volgens Sy wil te leef is dan die gevolgtrekking. Christus het vir ons die straf gedra en daarom kan ons doen wat ons maar wil. Dalk nie alles nie maar na Christus is dit vir Vader in die hemel nie so belangrik dat ons regtig ernstig volgens Sy wil leef nie. Die HERE is ‘n genadige en liefdevolle God. Dit is nie nodig dat jy steeds weer daaroor nadink wat God se wil is nie. Ons ken hierdie gedagtes baie goed. Baie mense het ook in kerke so gaan dink. Wat die gees van die tyd en wat in die kultuur ontwikkel het, is dikwels waarvolgens mense wil leef. Somtyds selfs met die gedagte dat die Gees met ‘n hoofletter in gees van die tyd werk. Dat Hy gedagtes en gevoelens laat ontstaan wat anders is wat in die Woord van God staan. Dat ons dan die gees van die tyd moet volg en nie wat die Gees in God se Woord ons as God se norm voorhou nie.
As ons so dink en handel misbruik ons die vryheid wat ons in Christus het! Dan volg ons ons eie sondige hart. Dan het ons altyd weer verskonings om t3een God se wil in te gaan. Vry in Christus beteken nie dat ons losbandig mag leef nie. Die vryheid in Christus laat ons altyd weer vra: Here hoe wil U dat ek leef volgens U wil. Nie die vlees mag die baas in ons hart wees nie. Dit gaan daarom dat die Gees ons leermeester en baas is.
“U bent tot vrijheid geroepen, broeders, alleen niet tot die vrijheid die aanleiding geeft aan het vlees; maar dien elkaar door de liefde.” Galaten 5:13
Bij deze tekst hoop ik enkele dagen stil te staan. De brief aan de Galaten is de scherpste brief die Paulus geschreven heeft. Hij heeft aan mensen daar in Galatië de boodschap van Christus gebracht. Hij heeft ze Christus voor ogen geschilderd. Er zijn mensen tot geloof in Christus gekomen. Zowel Joden als mensen die uit deze streek kwamen. Het ligt in het huidige Turkije. De mensen die in deze streek woonden, kwam voor een groot deel uit Europa, uit het huidige Frankrijk. Er werd tot meer dan 400 jaar na Christus nog Gallisch gesproken. Het gaat om Galliërs die we ook tegenkomen in de strip over Asterix en Obelix. De groep mensen stond bekend om hun strijdlust en om een soort tovenaars die ook tovenaarsdrankjes maakten. De tovenaars, deze occulte mensen, hadden in die gemeenschap veel macht.
Paulus mocht daar het evangelie van de vrijheid in Christus brengen. Ze hoefden niet bang te zijn voor de occulte machten en die occulte mannen of vrouwen met veel gezag in hun omgeving. Ze mochten de vrijheid kennen van redding van de straf op de zonden omdat Christus die gedragen had. Omdat er vergeving van de zonden was en is door Christus. Dan komen er Joden die in Christus geloven als de Verlosser, maar tegen de mensen uit de heidenen zeggen dat de mannen zich moeten besnijden. Dat ze zich allemaal aan de wetten in het Oude Testament moeten houden. Als ze dat niet doen zijn ze geen echte christenen en zullen ze niet gered worden. Paulus bestrijdt de mensen die met deze boodschap komen heel scherp. Hij maakt duidelijk dat je met al je vroomheid dan afscheid hebt genomen van de verlossing door Christus alleen. De Galaten moeten de vrijheid blijven vasthouden. Ze hoeven en mogen zelfs geen Joden worden, ze mogen geen Oudtestamentische gelovigen worden. Al die wetten die er speciaal voor het volk Israël in het Oude Testament waren, hoefden zij niet te houden. Zie ook Handelingen 15. De Tien Geboden blijven als Gods geboden voor iedereen staan.
Als je zo de vrijheid benadrukt, is er altijd een ander gevaar. Dat is dat de vrijheid bandeloosheid wordt. Dat we onze eigen verkeerde gevoelens en gedachten gaan volgen. Ook dat gaat recht tegen Gods wil in. Daarom is het nodig elkaar in liefde te dienen. Dat betekent ook dat je Christus dient volgens Zijn goede geboden. Volgende keer hierover verder.
“Ten slotte, broeders, verblijd u, laat u terechtbrengen, laat u aansporen, wees eensgezind, leef in vrede. En de God van de liefde en de vrede zal met u zijn. Groet elkaar met een heilige kus. Al de heiligen groeten u. De genade van de Heere Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen. Amen.” 2 Korinthe 13:11-13
Nog niet zo lang geleden had ik een gesprek met een zuster. Zij sprak mij aan en vertelde mij dat het met de kerken waarvan ik ook deel uitmaak niet goed ging. Ik vroeg wat er volgens haar aan de hand was. Er was veel te weinig strijd in de kerk. Er moet strijd zijn, onderlinge strijd. Anders is de kerk niet echt kerk. Ze gaf ook aan dat bepaalde mensen uit de kerkgeschiedenis veel meer in preken genoemd moeten worden. Die wisten van strijd en zij hadden gezag.
Mijn reactie was er een van verbazing. In alles voorzichtigheid heb ik proberen duidelijk te maken dat strijd tegen wat zonde er is in ons eigen leven en in het leven van de gemeente moet zijn. Dan moet ook duidelijk zijn dat het echt zonde in Gods ogen is en niet dat ik of een groep een bepaalde norm en gedachte hebben. Vanuit de Schrift heb ik proberen aan te wijzen dat de Geest er juist op wijst dat we elkaar in de gemeente lief moeten hebben, dat we elkaar in kerk juist hebben te verdragen in liefde. Dat we steeds weer vanuit de door Christus verdiende vrede de vrede met elkaar hebben te zoeken. Daarin en daaruit hebben te leven
Zonder om te kunnen zeggen: Zo zegt de HEERE. Over het punt van het gezag van bepaalde mensen in de kerkgeschiedenis tot in de preek toe heb ik verwezen naar artikel 7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis: “Men mag ook geen geschriften van mensen, hoe heilig de schrijvers ook geweest zijn, op een lijn stellen met de goddelijke Schriften, ook de gewoonte niet met Gods waarheid – want de waarheid gaat boven alles – evenmin het grote getal, de ouderdom, de ononderbroken voortgang in de tijden, of de opvolging van personen, of concilies decreten of besluiten.”
Een in Christus zonder eigen nestgeur of smaak. Zo hebben we elkaar in echte eenheid aan te kijken en een echt gemeende zoen te kunnen geven.
Dat kunnen we niet uit onszelf. Daarvoor hebben we de zegen van de Drie-enige God nodig. Het vertrouwen op Hem alleen. Dat neemt het wantrouwen in de ander weg.
“Al die broers groet julle. Groet mekaar met 'n heilige soen.” 1 Korinte 16:20
Die gemeente van Korinte was vol met partyskap. Vol ook met kritiek op Paulus. Hulle het baie na mekaar gekyk. Hulle het baie na ander gekyk. Hulle het teenoor ander hul begin verhef. Hulle voel hulself die beste gemeente. Hul gemeente het meerdere spesiale dinge gehad. Jy kon daar regtig besondere dinge beleef. Paulus was maar ‘n man wat saai was. Selfs sy preke was nie boeiend in hul oë nie. Dit was net die uitleg van God se Woord en die oproep om jou te keer en in die geloof te groei. Baie in die gemeente daar wil self die geloof in Christus aantreklik maak.
Hierdie houding sorg ook daarvoor dat hulle na mekaar begin kyk. Nie in die eerste plek na die HERE en na Christus nie. Hulle soek ‘n kerk wat volgens hulle eie smaak mooi en goed is. Hulle maak groepe van mense wat gelyk dink en voel en dan kritiek op ander in die gemeente het. Hulle soek eintlik ‘n gemeente van gelykgesindes. Wat in menslike denke en gevoelens dieselfde is. Hulle soek nie Christus in die eerste plek nie. Paulus het in die Gees se krag baie duidelik gemaak dat wat hulle doen heeltemal verkeerd is. Hulle soek en leef nie vanuit die eenheid in Christus nie.
Juis in hierdie omstandighede is dit baie spesiaal en sê dit baie dat Paulus die gemeente oproep om mekaar te groet. Nie op ‘n afstand nie. Die Gees roep die gemeente op om mekaar die heilige soen te gee. Om ook liggaamlik baie naby aan mekaar te kom en met die heilige soen die eenheid en liefde vir mekaar in Christus te beseël. Om so te wys dat jy of ‘n groep nie vir hulleself gaan nie. Dat jy saam met al die ander in die gemeente saam wil staan. Saam in die ruimte wat Christus gee. Saam vol van liefde vir mekaar vanuit God se liefde. Om dan geen afstand van mekaar te skep nie maar al meer wil saamgroei na Christus toe en so na mekaar toe. Tot self die heilige soen, tot selfs die hartlike drukkie, tot die hartlike handdruk waarby jy mekaar in liefde reg in die oë kyk.
“Onze eerbare leden echter hebben dat niet nodig. Maar God heeft het lichaam zo samengesteld, dat Hij aan het lid dat tekortkomt, groter eer gaf, opdat er geen verdeeldheid in het lichaam zou zijn, maar de leden voor elkaar gelijke zorg zouden dragen. En als één lid lijdt, lijden alle leden mee. Als één lid eer ontvangt, verblijden alle leden zich mee. Samen bent u namelijk het lichaam van Christus, en ieder afzonderlijk Zijn leden.” 1 Korinthe 12:24-27
Christus is het hoofd van de kerk. Kerk zijn zonder aan Christus verbonden te zijn en in geloof Hem te volgen is onmogelijk. Dan bedrieg je jezelf. Toch betekent dat niet dat we in de kerk allemaal hetzelfde zijn. Het is niet zo dat we een soort robotten zijn die van dezelfde fabrieksband zijn afgerold. Daarom is het ook niet zo dat we partijen in de kerk mogen vormen. Dat de dingen volgens onze manier en volgens ons gevoel moet gaan. Paulus waarschuwt in de eerste brief aan de Korinthiërs daar juist heel intens tegen. Partijschap volgens eigen ideeën mag geen plaats in de kerk van Christus krijgen.
Samen verbonden zijn aan Christus volgens Zijn Woord betekent dat we elkaar aanvaarden. Ieder met zijn eigen gaven. Ieder gelijkwaardig aan elkaar. Samen bouwen in en aan Christus’ kerk. Als het goed is, voelt niemand in de kerk zich meer en beter dan een ander. We krijgen we door de Geest allemaal een eigen plaats in de gemeente. Met ons eigen karakter en onze eigen mogelijkheden. Een karakter en mogelijkheden die we willen heiligen. Die we in dienst van Christus en daarom van elkaar willen gebruiken. Waarbij ik juist van Christus wil leren om niet te heersen, maar te dienen. Zie Markus 10:45. Waarbij we samen voor elkaar willen zorgen, elkaar willen stimuleren om als gelovigen te leven. Om samen te bouwen aan de gemeente zonder op eer van anderen uit te zijn. Dan zoeken we geen partijen, maar willen we op onze eigen plaats een goede partij spelen. In het geheel., in vrede. Om juist een eenheid in verscheidenheid te vormen. Een in een leven tot eer van Christus. Als er dan verdriet en lijden in ons midden is dan lijden, dan leven we mee. Dan is er niemand in de gemeente te onbelangrijk om met hem of haar mee te leven. Juist wie in de ogen van mensen niet zo belangrijk is, heeft dat meeleven zo nodig. Dan klagen we ook niet over te weinig meeleven met onszelf, maar leven we des te meer met anderen mee. Dan volgen we Christus die ops zoveel liefde gegeven heeft om te geven en te geven. Samen lichaam van Christus en er daarom voor elkaar zijn. Juist omdat je het wonder kent dat Christus zelfs voor jou Zijn leven gaf om deel van Zijn verloste kerk te mogen zijn.
“Daarom, my broers, wag vir mekaar wanneer julle saamkom om te eet.” 1 Korinte 11:33
Wag vir mekaar. Dit gaan hier om ’n maaltyd waarmee die viering van die Nagmaal in die eerste tyd na Pinkster verbind was. Sien vir die liefdemaal soos hulle dit genoem het: https://www.evangeliebelijden.nl/artikelen/geloofsleven/liefdemaaltijd.
Wat is hier die belangrike? Dat ons mekaar laat deel in wat die Here geen. Christus het vir ons gesterf. Hy het vir ons verdien dat God se toorn nie meer op ons is nie. Dat ons as ons sterf of Christus terugkom op die wolke nie veroordeel word nie maar ewig in vrede by Hom mag wees. Met so baie ander wat op die aarde saam met ons geglo het. Deur die Gees se werk aan en in ons.
Glo kan nie sonder dat ek in liefde met my broer en sus in de geloof leef nie. Geloof sonder liefde en sorg vir jou naaste is geen geloof nie. Dat is ‘n dood geloof. Dat het net die vorm van geloof maar is nie regtig geloof nie.
Daarom is Paulus baie krities op die lidmate van die gemeente in Korinte toe. Daar is ‘n deel van die gemeente wat al begin eet as die tafel vol met voedsel is. Hulle weet dat ‘n deel van die gemeente moet kom. Dalk veral die lidmate wat arm is. Hulle moes dikwels lank werk as slawe. Hulle kom darem ‘n bietjie later. Hulle kan nie self ete saamneem en het nodig om van wat ander saamgeneem het te eet. Die liefdemaaltye het toe ook ‘n funksie gehad in die diakonale versorging.
As ons dit raaksien gaan die woorde wat hierbo staan oom met ons praat. Christus se liefde vra van ons om vir mekaar te wag. Om daarvoor te sorg dat ander in die gemeente kan deel in wat ons meer het. Dat hulle kan deel in die dinge wat ons kan en nie kan nie. Ook as dit van ons opofferings vra wil ons juis vir ander wag. Wil ons as hulle nie kan kom vir hulle bewaar. Wil ons hulle optel as hulle geen vervoer het nie. Ook as ons dit tyd kos. Christus se liefde leer ons op mekaar te wag om regtig gemeente van Hom te wees.
“Laat de man aan zijn vrouw de verschuldigde bereidwilligheid betonen en evenzo ook de vrouw aan haar man. De vrouw heeft niet de beschikking over haar eigen lichaam, maar de man. En evenzo heeft ook de man niet de beschikking over zijn eigen lichaam, maar de vrouw. Onttrek u niet aan elkaar, behalve dan met onderling goedvinden voor een bepaalde tijd, om u te wijden aan vasten en bidden. Kom daarna weer bij elkaar, opdat de satan u niet zal verzoeken omdat u zich niet kunt onthouden.” 1 Korinthe 7:3-5
Nog een keer over deze verzen. Juist ook omdat in ons land er scherpe kritiek klinkt over de verhouding tussen man en vrouw in het huwelijk zoals de Geest in de Bijbel er over spreekt. Steeds meer worden christenen er beschuldigd dat ze ondemocratisch en onderdrukkend zijn, omdat ze over man en vrouw in het huwelijk spreken als mensen die niet aan elkaar gelijk zijn.
Hoe zit dat? Wat bedoelen we s we spreken over gelijk en gelijkwaardig. Eerst het woord gelijkwaardig. Man en vrouw zijn voor God gelijkwaardig. Ieder mens heeft voor de Here God dezelfde waarde. Man en vrouw, maar ook mensen die in onze ogen topprestaties leveren en mensen die door lichamelijke en verstandelijke handicaps daartoe niet in staat zijn. Voor de HEERE is iemand die jong is gelijkwaardig aan een oudere. Het ongeboren leven heeft dezelfde waarde in Gods ogen als iemand die geboren is. En ga zo maar door.
Betekent dat iedereen gelijk is? Wel in de zin dat je gelijkwaardig bent, maar niet als het erom gaat wat je taak in het leven is. Om het heel eenvoudig te houden: man en vrouw hebben een verschillende lichaamsbouw. Vrouwen hebben een baarmoeder. Dat hebben mannen niet. Mannen kunnen kinderen verwekken. Dat kunnen vrouwen niet. Vrouwen dragen het ongeboren leven 9 maanden en dat doen mannen niet. Hier wordt al duidelijk dat man en vrouw in het huwelijk niet hetzelfde zijn dat ze verschillende tan hebben, maar wel gelijkwaardig.
Dat gaat verder vanuit het in Christus aan elkaar onderdanig zijn van man en vrouw. Zie Efeze 5:21. Man en vrouw zijn gelijkwaardig en toch is de man in het huwelijk de eerstverantwoordelijk in dienst van Christus. Hij wordt als eerste aangesproken op zijn verantwoordelijkheid in het huwelijk. Hij is er ook verantwoordelijk voor dat als zijn vrouw met betere en wijzere argumenten komt als er besloten moet worden. Juist in een christelijk huwelijk zijn het man en vrouw die vanuit de band met Christus samen voor Gods ogen naar elkaar luisteren en besluiten nemen. Om vol harmonie in liefde Gods liefde te laten zien. Zonder concurrentie en eigen belang. Hier zie je hoe heilzaam Gods regels en geboden zijn. Daarom wil je elkaar je lichaam niet onthouden. Allen als je het samen afspreekt om juist de band met de HEERE nog meer te zoeken. Om daarna elkaar weer met eigen lichamen te zoeken om ook lichamelijk een te zijn vanuit het geestelijke een zijn. Daar is niet ondemocratisch of discriminerends aan.
“Laat de man aan zijn vrouw de verschuldigde bereidwilligheid betonen en evenzo ook de vrouw aan haar man. De vrouw heeft niet de beschikking over haar eigen lichaam, maar de man. En evenzo heeft ook de man niet de beschikking over zijn eigen lichaam, maar de vrouw. Onttrek u niet aan elkaar, behalve dan met onderling goedvinden voor een bepaalde tijd, om u te wijden aan vasten en bidden. Kom daarna weer bij elkaar, opdat de satan u niet zal verzoeken omdat u zich niet kunt onthouden.” 1 Korinthe 7:3-5
We vinden het woord elkaar in vers 5. Nu toegespitst op het huwelijk. Op de seksuele omgang in het huwelijk. Wat we hier lezen was voor die tijd revolutionair. In de Romeins-Griekse samenleving van toen was het zo dat de man echt de baas was. Hij mocht ook op seksueel terrein er wel een andere vrouw of man op na houden. Voor de vrouwen was dat in die tijd heel anders. Zij werden vernederd en gestraft als ze buiten hun eigen man er nog een andere seksuele relatie op na hielden.
Het wordt duidelijk dat dit in de gemeente geen plaats kan en mag hebben. Daar zijn man en vrouw gebonden aan de trouw aan elkaar. Er mag bij beiden geen derde in het spel zijn. Zijn hebben zich vanuit de liefde van Christus in volledige trouw en liefde aan elkaar te geven. De Here Jezus benadrukt dat nog eens als Hem een vraag over echtscheiding wordt voorgelegd: “Hebt u niet gelezen dat Hij Die de mens gemaakt heeft, hen van het begin af mannelijk en vrouwelijk gemaakt heeft, en gezegd heeft: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en die twee zullen tot één vlees zijn, zodat zij niet meer twee zijn, maar één vlees? Dus, wat God samengevoegd heeft, laat de mens dat niet scheiden. Zij zeiden tegen Hem: Waarom heeft Mozes dan geboden een echtscheidingsbrief te geven en haar te verstoten?” Mattheus 19:4-7
Daarbij gaat het dan om een verhouding in liefde. Vanuit de teerheid van de liefde die Christus ons heeft laten zien. Een verhouding waarop je op een bijzondere manier om elkaar denkt. Waar de een niet de baas is die maar in alles zijn gewone eigen gang gaat. Het gaat om het er voor elkaar zijn! Tot in de lichamen van man en vrouw toe. Daarin ben je dan ook juist onderdanig aan elkaar! Vanuit hoe de HEERE het huwelijk heeft bedoeld, klinkt voor de samenleving van toen dit schokkend en revolutionair: “De vrouw heeft niet de beschikking over haar eigen lichaam, maar de man. En evenzo heeft ook de man niet de beschikking over zijn eigen lichaam, maar de vrouw.”
Het is dus niet waar dat de Geest ons leert dat de vrouw in een christelijk huwelijk maar een sloofje mag zijn. De HEERE geeft man en vrouw een gelijkwaardige plaats. Ook in het huwelijk.
“Maar daag 'n gelowige 'n medegelowige eerder voor die hof, en dit voor ongelowiges? Dit is reeds 'n volslae nederlaag vir julle dat julle hofsake teen mekaar maak. Waarom ly julle nie liewer onreg nie? Waarom laat julle julle nie besteel nie? Maar júlle besteel en pleeg onreg, en dit nogal teenoor broers.”1 Korinte 6:6-8
Saam van Christus se liefde leef. Deur Christus se offer in ons plek mekaar se broers en susters wees. Saam God se familie wat juis God se een volk wil wees. Daardie volk wat die wêreld jaloers wil maak omdat juis liefde van daardie volk afstraal.
Dan kom daar iets waarin de een deur die ander nie goed behandel voel. Jy voel dat die ander in Christus se kerk jou onregverdig behandel. Wat gaan jy dan doen? Soek ons iemand in die gemeente wat wys is en wat ons help om saam op ‘n goeie manier verder te kan leef as broer en sus in die geloof? Wat doen ons as dit nie tot die resultaat lei wat ons graag sou sien? Ek skryf nou nie oor iemand wat hom as ‘n misdadiger gedra. Iemand wat eintlik deur eie lewe nie meer deel van de kerk kan wees nie. Iemand wat hom of haarself misdadig gedra. As dit nie so is nie maar ons voel nogtans onreg. Gaan ons dan tog na die hof? Gaan ons dan regters inskakel en kom daar ‘n hofsaak tussen twee lidmate van Christus se gemeente.
Die Gees laat deur Paulus weet dat die Here dit verskriklik vind. Dat dit dan baie beter is om vir ons eie gevoel onreg te lei. Dit is vir ons dikwels baie moeilik. Ons wil dikwels so graag gelyk kry. Hoe belangrik is dit dan om op die Here Jesus te let. Te let op wat Hy gedoen het. Hy het die grootste onreg gely vir ons wat Hom, wat die HERE so groot onreg aangedoen het. Hy het vir ons die straf gedra. Vir hulle wat by Hom vergifnis soek. Sou ons dan nie vir wat vir ons as onreg voel nie daardie onreg wil ly om die band van liefde met die broers en susters in die kerk te behou?! Ons bly anders teen sekere dinge aankyk maar uit liefde maak ons dit nie tot ‘n kwessie nie. Juis om God se eer en om ander mense na die gemeente wat van God se liefde leef te trek. Nie my reg. Nie ons reg maar God se eer is die belangrikste van ons lewe. Daarin wil ons Christus volg. Ook as dit seer maak. Ons bring die offer dan vanuit God se genade en liefde.
“Groet elkaar met een heilige kus. De gemeenten van Christus groeten u.” Romeinen 16:16
De vrede onder elkaar is zo belangrijk. Die moet ook zo echt zijn dat dit ook lichamelijk en intiem vorm kan krijgen. Paulus roept hier op om elkaar als teken van eenheid in Christus een kus te geven. We weten ook dat dit ook later n de kerk van Christus praktijk was. Justinus (hij leefde van 100 tot 165 na Christus) vertelt ons daarover. Hij schrijft ook wanneer dat in de eredienst in die tijd een vaste plaats had. We lezen in zijn eerste Apologie in paragraaf 65,2: “Wij begroeten elkaar met een kus na de beëindiging van het gebed.” Uit het vervolg blijkt dat dan hierna het Heilig Avondmaal gevierd werd. Dat gebeurde in die tijd elke zondag.
Hier wordt duidelijk dat vrede en liefde bij de gemeente van Christus hoort. Dat we elkaar echt liefhebben. Dat we als er een probleem is dat ook direct oplossen om elkaar weer recht in de ogen kunnen zien, zodat we elkaar weer een zoen zouden kunnen geven. Op het direct oplossen wijst de Geest o.a. in Efeze 4: “Word boos, maar zondig niet; laat de zon niet ondergaan over uw boosheid,
en geef de duivel geen plaats.” vs 26,27
Wij zijn dat zoenen niet meer zo gewend. Wij zouden elkaar dan een hand geven. Een warme handdruk en niet een handdruk omdat het nu eenmaal moet of van ons verwacht wordt. Die warmte lees je in deze oproep van Paulus om elkaar de heilige kus te geven. Dat laat ook zien dat we onze negatieve gevoelens die er kunnen zijn aan de kant moeten zetten. Die niet voeden maar juist ons laten voeden omdat we samen bij Christus willen horen en willen leven volgens Zijn Woord. Dat komt ook uit in het volgende verzen: “En ik roep u ertoe op, broeders, hen in het oog te houden die onenigheden teweegbrengen en struikelblokken opwerpen tegen het onderricht dat u hebt ontvangen, en keer u van hen af. Want zulke mensen dienen niet onze Heere Jezus Christus, maar hun eigen buik, en door fraaie woorden en mooie praat bedriegen zij de harten van de argeloze mensen.” vs 17,18
“Mag die God van hoop julle deur julle geloof met alle blydskap en vrede vervul, sodat julle hoop oorvloedig kan word deur die krag van die Heilige Gees. My broers, persoonlik is ek daarvan oortuig dat julle ook self vol goedheid is en oor volledige kennis beskik, in dié mate dat julle mekaar ook kan reghelp.” Romeine 15:13,14
By die geloof in Christus behoort blydskap en vrede. Rusie, ontevredenheid en bitterheid behoort nie by die lewe met Christus nie. Daarom is dit ons roeping om ook onder mekaar in Christus se kerk blydskap en vrede te bevorder. Om mekaar daarin op te bou. Wantroue en self ‘n belangriker posisie as ander in de gemeente in te neem, stry met die lewe soos die HERE dat onder Sy volk wil.
Die regte hoop word deur onenigheid, deur liefdeloosheid, deur rusie en wantroue aangetas. Eendag sê ‘n broeder vir my dat omdat ons sondige mense is ons mekaar in die gemeente nie kan vertrou nie. Dit was dan die rede hoekom ek mense in die kerk nie tot mekaar vertrou kon oproep nie. Wie hierdie dinge sê vergeet die groot ding dat die Gees in ons wil woon. Dat Christus vir ons verdien het dat Gees in ons wil woon. Ons is juis geroep om die Gees in ons te laat woon en dat ons in die krag van die Gees saam leef. Ek dink nou o.a. aan 2 Korinte 6: “Want ons is die tempel van die lewende God – soos God gesê het: “Ek sal onder hulle woon en saam met hulle wandel; Ek sal hulle God wees, en hulle sal my volk wees.” Daarom: “Gaan uit hulle midde uit en sonder julle af,” sê die Here, “en moenie aanraak wat onrein is nie.” “En Ek sal julle aanneem,” en “Ek sal vir julle 'n vader wees, en julle sal my seuns en dogters wees,” sê die Here, die Almagtige.” vs 16-18
Juis in die onderlinge lewe as God se kinders het ons deur die krag van die Gees mense te wees wat in onderlinge liefde en vrede leef.
Dan is daar ook die ruimte om mekaar reg te help. Dan is daar deur die Gees die liefde, die goedheid om na mekaar om te sien. Om as die ander op die verkeerde pad begin stap hom of haar in liefde aan te spreek. Om te kan sê dat die ander op die breë pad begin stap wat na die verderf lei. Om mekaar te help op die regte pad te gaan stap en so saam Christus te volg. Hoe belangrik is die vrede en blydskap in en deur Christus om mekaar so te kan en wil help.
“Daarom, aanvaard elkaar zoals ook Christus ons aanvaard heeft, tot heerlijkheid van God.” Romeinen 15:7
Mensen in de kerk denken en voelen over een bepaald punt verschillend. Er zijn sterke en zwakke meningen. Ook als je het in het licht van Gods eigen Woord zet. Toch is duidelijk dat je niet kunt zeggen dat je zo niet mag denken en voelen. Het is niet zo dat je op dat punt kunt zeggen: Zo zegt de HEERE en daarmee is het alleen nog een zaak van gehoorzaamheid. Je kunt spreken over sterk en zwak zoals Paulus hier doet en niet over verkeerd.
Wat moet je dan doen? De Geest zegt door Paulus dan dat je elkaar moet aanvaarden. Dat woord heeft hij al in 14:1 genoemd. Toen werd er gezegd dat de zwakken aanvaardt moesten worden. Nu legt de Geest er de nadruk op dat we dan ook elkaar hebben te aanvaarden. Aanvaarden betekent dan ook dat je dat voluit doet. Dat er geen achterdocht en wrok in je hart is als het iets anders gaat dan jezelf graag had gewild. Elkaar zoals Christus ons aanvaard heeft. Hij is voor ons door het vuur van Gods oordeel gegaan terwijl wij schuldig en zwak zijn. Hij heeft ons als we bij Hem vergeving zoeken zo aanvaard dat Hij zelfs voor ons pleit bij de Vader zodat Hij ons als Zijn lieve kinderen verwelkomt.
Wat hebben wij een diepe en beslissende reden om elkaar te aanvaarden als we Christus op Zijn Woord volgen, al is de een op een bepaald punt zwak en de ander sterk. Dat heeft ook alles met de heerlijkheid, de eer van God te maken. We maken niet onnodig ruzie, zorgen niet onnodig voor spanning in de gemeente en in het kerkverband omdat daarbij de eer van God op het spel staat. Als er geruzied wordt, als er op gemeentevergaderingen en daarbuiten lelijke en felle woorden gesproken worden over zaken die binnen een leven met HEERE# volgens Zijn Woord passen, aanvaarden we elkaar. Zodat anderen die er van horen niet kunnen zeggen wat is dat voor een kerk en nog veel erger wat is dat voor een God. Elkaar aanvaarden en samen bouwen om samen te groeien naar Christus toe! Dat is fundamenteel voor het leven van en in Christus kerk.
“En de God van de volharding en van de vertroosting moge u geven onderling eensgezind te zijn in overeenstemming met Christus Jezus, opdat u eensgezind, met één mond, de God en Vader van onze Heere Jezus Christus verheerlijkt.” Romeinen 15:5,6
Met een mond de HEERE loven. Samen je een weten in de lof op God, op Christus. Zonder dat je in de gemeente er voor pleit om alles hetzelfde te doen en over precies hetzelfde te denken. Om ervoor te zorgen dat je niet onnodig tegenover elkaar komt te staan. Dat kan door kleine dingen, door dingen waarvan je op grond van Gods eigen Woord niet kunt zeggen, zo moet het of zo moet je denken of voelen iets te maken wat tussen ons staat in de gemeente.
De achtergrond hier in Romeinen 15 is juist dat er over zekere zaken verschillen in de gemeente van Christus zijn. De Geest wijst ons erop dat er verschillen mogen zijn terwijl we toch eensgezind zijn.
Er is in de gemeente van Christus juist vrijheid van geweten zolang vanuit Gods Woord niet klip-en-klaar duidelijk is dat de Geest in het Woord anders spreekt. De onderlinge eensgezindheid is juist dat samen Christus in alles volgens Zijn Woord willen volgen. Dat we ons niet beroepen op onze gewoonten of onze voorkeuren of zelfs onze geschiedenis. Dat wordt ook heel duidelijk beleden in artikel in artikel 7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis: “Men mag ook geen geschriften van mensen, hoe heilig de schrijvers ook geweest zijn, op een lijn stellen met de goddelijke Schriften, ook de gewoonte niet met Gods waarheid – want de waarheid gaat boven alles -; evenmin het groot aantal, de ouderdom, de ononderbroken voortgang in de tijden of de opvolging van personen, of de concilies, decreten of besluiten.”
Het gaat er om dat wij de ruimte voor de ander niet beperken als Christus zelf dat niet doet. Om ervoor te zorgen dat we juist samen van harte kunnen bouwen in Christus gemeente. Het gaat nooit om ons. Nooit!!! Altijd om Christus. Laten we zo elkaar opbouwen in een leven met Christus. Om samen zonder wantrouwen en achterdocht de Vader in de hemel de eer en de lof te geven.
“Kom ons streef dan na die dinge wat die onderlinge vrede en mekaar se opbou bevorder.” Romeine 14:19
Die onderlinge vrede en om die opbou onder mekaar te bevorder. Jy gaan nie op jou strepe staan nie ook as jy dink dat je reg is nie. Dan gaan dit nie om daardie dinge wat so duidelik deur die Gees in God se Woord geleer word nie. Ons moet daarin saamstaan! Ons het die opdrag om die inhoud van die Evangelie na mekaar en in die wêreld te bly.
Nogtans is daar sake wat die toepassing van God se Woord raak waarin ons verskillend kan dink. Dit gaan in Romeine 14 veral op wat jy as God se kinders mag eet en wat jy nie mag eet nie. Paulus maak op ‘n ander plek in God se Woord duidelik dat niks in die skepping nie gebruik mag word nie. Ons lees daarvan in 1 Timoteus 4: “Hulle verhinder mense om te trou, en laat hulle sekere kossoorte vermy, terwyl God dit geskep het vir gelowiges, diegene wat die waarheid insien, om dit met dankbaarheid te geniet. Want alles wat God geskep het, is goed, en niks wat met danksegging ontvang word, is verwerplik nie, omdat dit deur die woord van God en gebed geheilig word.” Vs 3-5
Nogtans kan dit so wees dat gelowiges bepaalde dinge nie wil eet of doen nie. Hulle voel hoe aan hulle daardeur getrek word. So getrek word dat hulle nie meer met hulle hart Christus dien nie.
‘n Voorbeeld kan wees dat iemand as hy wyn of sterke drank drink nie meer kan stop nie. Hy kan sy verslawing net verbreek deur heeltemal nie meer alkohol te drink nie. As ons dan waar hy saam met ons is tog wyn of sterke drank begin drink, is ons besig die ander in verleiding te bring.
Dan is dit nie nodig om te sê dat ‘n gelowige geen alkoholiese dranke mag drink nie. Nogtans is ons so op die opbou van die gemeente gerig en om die ander te help om vir de HERE te leef dat ons nie wyn of drank sal drink waar die ander saam met ons is nie. Ons gee dinge op om ander nie in verleiding te bring nie. Dit is deel van ‘n christelike lewe!
“Zo zal dan nu ieder van ons voor zichzelf rekenschap geven aan God. Laten wij dan niet langer elkaar oordelen, maar oordeel liever dit: de broeder geen aanstoot of oorzaak tot struikelen te geven.” Romeinen 14:12,13
Denkt iedereen in de gemeente van Christus over alles hetzelfde? Moet dat? Moeten we elkaar op elk punt van denken en doen beoordelen? Is er altijd maar een weg? Moeten we elkaar als kerken op elk ding beoordelen? Met daarbij dan ook altijd de veroordeling als een ander anders denkt of doet op een bepaald punt. Moet het in de kerk in alles koekoek eenzang zijn?
De Geest laat ons in o.a. Romeinen 14 zien dat het zo niet is en ook niet hoeft te zijn. We mogen elkaar nooit beoordelen vanuit een bepaalde nestgeur die wij vanuit een bepaalde omgeving meebrengen. Het mag nooit zo zijn dat wij het op een bepaalde manier gewend zijn en de ander veroordelen omdat die het anders doet. Ons argument mag bij de beoordeling van de ander niet zijn: Zo zijn wij het gewend en de ander moet zich daarin voegen. Op grond van wat de Geest ons leert in Gods eigen Woord belijden we in artikel 32 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis o.a. dit: “Daarom verwerpen wij alle menselijke bedenksels en alle wetten die men zou willen invoeren om God te dienen en daardoor het geweten te dwingen, op welke wijze dan ook. Wij aanvaarden dus alleen wat kan dienen om eendracht en eenheid te bevorderen en te bewaren, en allen te doen blijven bij de gehoorzaamheid aan God.”
Wat is dus de grens voor een samenleven in de kerk? Dat is de gehoorzaamheid aan God. We binden elkaar in liefde als we kunnen zeggen: Zo zegt de HEERE! Als je dat niet kunt zeggen is er de echte christelijke vrijheid. Daartoe zijn we geroepen. De Here jezus maakt dat ook duidelijk in de Bergrede. Wij mogen anderen en elkaar niet veroordelen als wat wij willen en zeggen boven Gods eigen Woord uitgaat. Vasthouden aan nestgeur is zonde! Zorgt voor onnodig verdeeldheid. Staat hartelijke liefde voor elkaar in de weg. De Here Jezus zegt dit: “Oordeel niet, opdat u niet geoordeeld wordt; want met het oordeel waarmee u oordeelt, zult u zelf geoordeeld worden; en met welke maat u meet, zal er bij u ook gemeten worden. Waarom ziet u wel de splinter in het oog van uw broeder, maar merkt u de balk in uw eigen oog niet op? Mattheus 7:1-3
“Wees eensgesind onder mekaar; moenie hoogmoedig wees nie, maar skaar julle by die nederiges. Moenie wys wees in julle eie oë nie.” Romeine 12:16
Onder mekaar eensgesind. Dit beteken nie dat elkeen in de gemeente oor elke ding dieselfde moet dink nie. Jy kan dit o.a. in Romeine 14 lees. Dit beteken wel dat ons in die dinge wat Christus ons leer ons Hom saam moet volg.Christus wys ons die pad wat die smal pad is. Dit is Sy pad. Dit is die pad van God se gebooie. Die kom van Christus is nie ‘n verskoning om nie ‘n vreemdeling op aarde te wees nie. Dit is nie ‘n verskoning om wêrelds te kan leef. Juis Christus se dood vir ons beteken dat ons die sondige hart in ons wil doodmaak. Juis Christus se Hemelvaart beteken dat ons op aarde volgens die wil van ons hemelse Koning wil leef. In alles. Juis Christus se opstaan uit die dood beteken dat ons juis in die krag van die Gees al hoe meer teen die sonde in ons lewe wil opstaan en al meer God se beeld op aarde wil vertoon. Ons lees hieroor o.a. in Kolossense 3: “As julle dan saam met Christus opgewek is, streef na dit wat daarbo is, waar Christus aan die regterhand van God sit. Bedink die dinge daarbo, nie die dinge op aarde nie. Julle het immers gesterf, en julle lewe is saam met Christus verborge in God. Wanneer Christus verskyn, Hy wat julle lewe is, sal julle ook saam met Hom in heerlikheid verskyn. Daarom moet julle daardie deel van julle wat op die aardse gerig is, doodmaak: onsedelikheid, onreinheid, wellus en slegte begeertes, en ook gierigheid, wat afgodediens is.” Vs 1-5Eensgesind beteken dat ek nie meer my eie gedagtes en gevoelens volg nie maar dat ons mekaar stimuleer om Christus te volg. Om Sy onderwys in die daaglikse gehoorsaam te wees. Ons is hoogmoedig as ons dit nie doen nie. Dan dink ons te hoog van onsself en te min van die HERE. Die Gees wil ons leer om nie wys te wees in eie oë nie maar nederig en in alles die Gees se leerling te wil wees. Saam as Christus se gemeente.
“Heb elkaar hartelijk lief met broederlijke liefde. Ga elkaar voor in eerbetoon.” Romeinen 12:10
We lezen hier twee keer het woord elkaar. In de gemeente van Christus zijn we op elkaar betrokken. In de gemeente van Christus is er geen plaats voor individualisme. Is er geen plaats voor op jezelf staan en je van de rest je niets aan te trekken. In dit vers worden woorden gebruikt die in het Grieks vaak op zaken in een gezin betrokken worden. We zijn in Christus en door het geloof in Hem elkaars broers en zussen. Die als het goed is ook om elkaar geven.
Je leest hier ook dat God van ons vraagt om elkaar hartelijk lief te hebben. Als de starthouding in de gemeente die we ook al meer vorm willen geven. We beginnen niet met wantrouwen. We willen ook niet wantrouwend tegenover elkaar staan. De liefde die hartelijk is, is de manier waarop we elkaar benaderen. Dat leidt dan als het goed is ook nog tot iets anders. Dat we elkaar voorgaan in dienstbetoon! Elkaar. Je acht de ander dus hoger dan jezelf. Je praat graag goed over je broers en zussen in geloof. Ook als je gebreken bij de ander ziet. Die zijn er ook bij onszelf! Je gaat niet uitgebreid praten over de gebreken met anderen. Je wijst op het goede en waardevolle van de ander in de gemeente. Dat zijn geen lege schouderklopjes om de ander goed te laten voelen, maar dat is bouwen aan de gemeente van Christus. Dat is leven vanuit de liefde van Christus die boven al onze liefde uitgaat. Die in de gemeente van Christus de bron van liefde is die alle bitterheid te lijf gaat.
Laten we steeds weer opbouwen in plaats van onnodig afbreken en de gemeente van Christus voor de buitenwacht te schande te maken.
“Want soos ons baie ledemate in een liggaam het, en nie al die ledemate dieselfde funksie vervul nie, 5net so is ons, al is ons baie, een liggaam in Christus, en individueel lede van mekaar.” Romeine 12:4,5
Een liggaam. So noem Christus die gemeente, Sy kerk. Hy is die Hoof. Hy is nie die hoof van ‘n afdeling of ‘n hoof van ‘n skool nie. Dan kan jy de hoof vervang. Dan gaan die sake wat moet gebeur verder. Dalk ‘n bietjie stadiger of in die begin met ‘n bietjie meer probleme. Nogtans gaan dit aan. So is dit nie as ons Christus nie as die Hoof van die liggaam erken en volg nie. As die kerk nie Christus as die Hoof volg nie is die kerk dood. Dan het dit ‘n godsdienstige vereniging geword. Dan is die kerk dood! Ons lees daarvan o.a. in Kolossense 1: “Hy is die Hoof van die liggaam, die kerk. Hy is die oorsprong, die Eersgeborene uit die dood, sodat Hy in alles die eerste plek kon inneem. “vs 18. Sonder Christus regtig erken as die Hoof, as Hom wat net die goeie leiding volgens Sy Woord gee is die kerk nie kerk nie. In Romeine 12 gaan dit daaroor hoe ons as ledemate van die liggaam funksioneer. Hoe ons onder Christus ‘n plek in Sy liggaam inneem. Dit beteken dat ons almal ons eie plek en funksie in de liggaam het. Niemand van ons mag daarna streef om die Hoof te wees nie. Ons het te funksioneer op die plek wat Christus ons gee. Om vanuit wat Hy vir ons sê juis ook mekaar te help om mekaar op te bou. Om met ons senuwees en bloedvate met Christus verbonde te wees en te bly. Dan wil ons diensbaar wees aan Christus, diensbaar wees aan mekaar om saam te groei na Christus toe. Ons gaan dan nie op onsself staan nie. Ons soek ons medegelowiges om saam kerk van Christus te wees. Om die beeld van ons Hoof al hoe meer in de wêreld te vertoon. Om te wys dat ons net in diepe afhanklikheid en onderdanigheid van Christus regtig kerk van Hom kan wees.
“Want ik verlang er vurig naar u te zien, om u in enige geestelijke genadegave te laten delen, waardoor u versterkt zou worden, dat is te zeggen, om in uw midden samen bemoedigd te worden door het onderlinge geloof, zowel dat van u als dat van mij.” Romeinen 1:12
Praten we over ons leven met de HEERE? Of blijft het bij trouw naar de kerk gaan, je Bijbel lezen en aan tafel een vast gebed of alleen maar stil bidden als er anderen bij zijn? Hoe voeden we onze kinderen op dit punt op? Is geloven iets wat alleen maar persoonlijk is? Is geloven iets waarbij je alleen maar hoort wat de inhoud daarvan is, terwijl je er met anderen niet over praat?
Let er eens op hoe Paulus hier spreekt. Hij laat horen dat hij graag naar Rome komt om de gemeente te helpen. Dat hij graag naar ze toekomst om ze op te bouwen met wat de Geest hem aan kennis gegeven heeft. Kennis die juist gericht is op een echt geestelijk leven.
Nu zeg je misschien: ja, maar dat was Paulus. Hij had daarvoor een speciale opdracht. Dan moet je even verder lezen: “om in uw midden samen bemoedigd te worden door het onderlinge geloof, zowel dat van u als van mij.” Zelfs als heel bijzondere ambtsdrager staat Paulus er voor open om daar gewone broeders en zuster bemoedigd te worden, te groeien in geloof door wat zij vanuit het Woord en de ervaring die daarop gegrond is hebben te vertellen.
We hebben nodig om door elkaar bemoedigd te worden. Om van elkaar te leren. Om te horen dat de ander vanuit Gods Woord geleerd en ontdekt heeft. Wat de ander daarin vanuit dat Woord geleerd en ondervonden heeft. Zoals we dat in artikel 9 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis belijden: “Wij weten dit alles zowel uit het getuigenis van de Heilige Schrift als uit de werkingen van deze Personen (Vader, Zoon en Heilige Geest) voornamelijk uit die welke wij in onszelf ervaren.”
Laten we dus met elkaar praten over de HEERE en Zijn Woord. Open en vrijmoedig. Om elkaar zo op te bouwen in het kennen van Christus. De Geest wil ons dit geven. Zodat we geen zwijgzame gelovige zijn of blijven. Zodat we elkaar willen opbouwen door vanuit Gods Woord met elkaar te spreken en te zien wie Hij is om al meer moed te vatten.
“Jesus het hulle geantwoord: “Hou op om onder mekaar te mor.” Johannes 6:43
Die Here Jesus maak in ’n bepaalde situasie duidelik dat die mense rondom Hom nie onder mekaar moet mor. Dit beteken dat hulle onder mekaar nie ontevrede moet wees nie. Dat hulle as dit om Christus gaan nie moet pruttel of mopper.
Ek gaan dit nou ‘n bietjie weier trek. Ons hoor nog dikwels in Christus se kerk dat mense onder mekaar mor. Die Jode het toe gemor omdat hulle die Here Jesus nie as die beloofde Verlosser wil erken nie. Hul wil hulle nie volgens Christus se woorde bekeer nie. Jesus roep hulle op m nie by mekaar te bevorder om nie regtig Christus te erken as hulle God en Verlosser nie.
Hoe dikwels word in die kerk so gemor dat ons Christus se woorde en Sy God-wees nie erken nie. Ons wil bly soos ons is, ons wil nie leef soos die HERE dit in Sy Woord ons vertel. Ons wil bly soos ons is. God sou ons aanneem soos ons is en by ons sou nie bekering nodig wees nie. Ons vertel mekaar ‘n evangelie wat die nie Evangelie is nie. Ons wil ons eie baas wees en bly en ons nie deur die Gees na Christus se beeld laat verander nie. Ons maak die Evangelie ‘n menslike boodskap wat nie ons rus en tevredenheid in Christus soek nie.
Daar is nog iets anderste wat ons in kerke vind. Ook in kerke wat naby God se Woord wil bly. Dit is dat ons mor en prulle oor dinge wat ons wil en waarvan ons nie kan sê dat dit Christus se gebod is. Dan maak ons mekaar ontevrede. Dan pruttel ons en mopper ons onder mekaar en maak Christus se kerk stukkend. Ons het nodig om juis in liefde vir de HERE en Sy Woord tevrede te wees met wat Christus ons wys en leer. Om saam in liefde daar meer as tevrede te mee wees. Om mekaar te stimuleer tot wat ons in Efesiërs 4 lees: “Die doel hiervan is dat ons nie meer klein kindertjies sal wees nie, wat deur onstuimige golwe rondgeslinger word en rondgewaai word deur elke wind van lering, deur mense se slinksheid en die gekonkel waardeur hulle dwaling beplan; 15maar dat ons eerder, terwyl ons in liefde aan die waarheid vashou, in alle opsigte na Hom toe sal groei. Hy, Christus, is die Hoof.” Vs 14,15
Dan mor en pruttel ons nie maar wil mekaar by Christus bring om al hoe meer saam Sy Beeld en so God se Beeld in hierdie wêreld te wees nie.
“Eer van mensen neem Ik niet aan, maar Ik ken u: u bezit zelf de liefde van God niet. Ik ben gekomen in de Naam van Mijn Vader, maar u neemt Mij niet aan. Als een ander komt, in zijn eigen naam, die zult u aannemen. Hoe kunt u geloven, u die eer van elkaar aanneemt en de eer van de enige God niet zoekt?” Johannes 5:41-44
Dit zijn woorden van de Here Jezus. Hij spreekt mensen aan bij wie het in hun leven om eigen eer gaat. Mensen die het belangrijk vinden om door anderen geëerd te worden. Daarop is hun leven gericht. Ze zoeken de omgeving waarin mensen elkaar schouderklopjes geven. Ze leven daarvoor en het gevolg is dat ze Christus niet als de beloofde Verlosser aannemen. Christus leert namelijk dat het er in het leven niet om gaat om eer voor jezelf te zoeken. Ook niet er om gaat dat we elkaar schouderkloppen geven en dat het doel van ons leven wordt. Het gevolg is namelijk dat we dan niet in alles naar de HEERE willen luisteren. We gaan dan zo leven dat we eerst denken wat andere mensen ervan vinden. Dat we de dingen zo willen doen en zeggen dat de mensen om ons heen ons daarvoor prijzen. Dan komen mensen, dan komt de kring waarin je leeft op de eerste plaats te staan en niet Christus. Als het goed is zijn we juist in de kerk gericht op de HEERE. Dan is Christus als het goed is de Eerste in alle dingen. Om samen naar Hem toe te groeien. Ook als dat van me vraagt om te stoppen met een bepaalde manier van leven. Ook als dat van me vraagt om andere dingen te zeggen dan wat mensen om me heen graag willen horen. Als het er in ons leven om gaat mensen te plezieren, maken we het menselijke ondergeschikt aan Christus. Dan staat dit een leven met Christus in de weg. Dan nemen we Hem niet echt aan als onze Heer en Koning. Wat is het belangrijk om onze eigen wil ondergeschikt te maken aan wat Christus. Gods wil boven alles te stellen, omdat Zijn wil goed en heilig is. Dan zoeken we niet onze eigen eer maar willen we dienstbaar zijn aan Christus. Wat is het leven dan goed!
“Ek gee julle 'n nuwe gebod: Julle moet mekaar liefhê. Net soos Ek julle liefgehad het, moet julle ook mekaar liefhê. Dit is hoe almal sal weet dat julle my dissipels is – as julle liefde teenoor mekaar het.” Johannes 13:34,35
Ons leef in ’n wêreld waarin die geweld al hoe meer sigbaar is. Ons weet in Suid-Afrika as baie jare wat dit is om die bedreiging van moord en geweld te ondergaan. Baie het dit self of ook by geliefdes ervaar. Ons soek sekuriteit. Daar kom plekke met mure, met alarms en so baie meer. Ons moet ons teen ander mense verdedig. Die lewe van die ander is in hulle oë baie min werd.
Hoe anders leer die HERE ons. Vanaf die begin word duidelik dat die HERE ‘n wêreld geskep het waar dit vir elke skepsel veilig is. Daar is vanuit God se liefde harmonie en vrede. So wil die HERE dat in Sy skepping geleef word vanuit die liefde en eerbied vir Hom. Hy is dit wat die sonde, die dood, die moorde en die aanvalle op ander mense haat.
Wie geen ontsag vir die naaste se lewe het nie, sal deur die HERE eendag in die ewige dood bestaan. So’n mens moet dan ervaar wat dit beteken om ander se lewens aan te tas. Dit is Christus wat ons wys hoe diep God se liefde gaan en wat dit vir ons beteken. Dit is Christus wat die sondelose mens was en is wat op Golgota vermoor is. Petrus bring dit op hierdie manier onder woorde: “Julle het hierdie man, wat deur die vaste plan en voorkennis van God uitgelewer is, deur die hand van wettelose mense gekruisig en doodgemaak”. Handelinge 2:23
Die diepte van God se liefde sien jy raak as ons iets verder in Handelinge 2 lees: “Laat die hele huis van Israel dan vir seker weet dat God Hom Here en Christus gemaak het – hierdie Jesus wat julle gekruisig het.” Toe hulle dit hoor, is hulle diep in die hart getref en het vir Petrus en die ander apostels gevra: “Wat moet ons doen, broers?” Petrus antwoord hulle: “Bekeer julle, en laat elkeen van julle in die Naam van Jesus Christus tot vergewing van julle sondes gedoop word, en julle sal die Heilige Gees as gawe ontvang.” vs 36-38
Laat ons in diepe liefde en verbinding met Christus juis die goeie vir ander soek. Ons mag weet dat vir 100% seker is wat die Here Jesus in Matteus 5 sê: “Gelukkig is die sagmoediges, want hulle sal die aarde erf. Gelukkig is dié wat honger en dors na geregtigheid, want hulle sal versadig word. Gelukkig is die barmhartiges, want hulle sal barmhartigheid ontvang. Gelukkig is dié wat suiwer van hart is,
want hulle sal God sien. Gelukkig is die vredemakers, want hulle sal kinders van God genoem word.” Vs 5-9
“Als Ik dan, de Heere en de Meester, uw voeten gewassen heb, moet ook u elkaars voeten wassen. Want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat ook u zult doen zoals Ik voor u heb gedaan.” Johannes 13:14,15
De Here Jezus de Verlosser ons Voorbeeld. Niet een voorbeeld maar het Voorbeeld. Zonder om maar iets af te doen van Zijn lijden als betaling voor onze straf op onze zonden. Vanuit Zijn lijden tot op het kruis en tot in de dood in onze plaats is de Here Jezus ons Voorbeeld. Het voorbeeld om na te volgen. Hij gaf Zichzelf helemaal voor zondaren. Voor schuldige mensen
Hij zegt nu tegen de apostelen en ook tegen ons nu om ons voor de mensen om ons heen te geven. Om dat in de kerk juist voor elkaar te doen om de mensen buiten de kerk zo te trekken tot Christus. Om zo te laten zien dat Bij Christus er het verloste leven is en wat dit ook voor de onderlinge omgang betekent.
Wat is dat actueel in onze tijd waarin mensen binnen de kortste tijd uit gesloten worden. In de kortste tijd voor altijd verdacht en afgeschreven worden. We leven in een tijd waarin vijanddenken juist bevorderd wordt. Met alle gevolgen van dien. Mensen gaan op de vuist als ze het niet met elkaar eens zijn. Ze beginnen oorlogen en schieten elkaar dood. Mensen nemen het recht in eigen hand. Hoe anders is het echte evangelie. Christus offerde zich tot in de dood op om zo anderen, slechte mensen van zichzelf, te redden. Hij is het die ons oproept om onze vijanden lief te hebben. Dus niet de haat te bevorderen tegen mensen die tegenover ons staan. Maar juist laten zien dat je om ze geeft en ze wil helpen als ze in nood zijn. Je dan niet verschuilen achter formele redenen maar gewoon de zorg geven die elk mens volgens Gods Woord hoort te krijgen. Dat hoort bij echt christelijk leven. Bij echte christelijke politiek.
Een leven als christen is je opofferen voor elkaar en goede zorg geven tot zelfs je vijanden toe. Als de Here Jezus dat niet gedaan had waren jij en ik niet voor eeuwig van Gods verdiende straf gered.
“Het zout is goed, maar als het zout zoutloos wordt, waarmee zult u het smakelijk maken? Heb zout in uzelf en leef met elkaar in vrede.” Markus 9:50
We hebben zout nodig. Zout zuivert en geeft smaak. We zijn zouteloos als we veel over God en Jezus spreken, wanneer we zeggen gelovig te zijn maar dat geloof verandert niets aan ons leven. We leven zoals we het voelen, we leven zo dat we wat de HEERE in de Bijbel zegt niet echt invloed op ons leven laten hebben. We spreken over Jezus en Zijn liefde maar Hij is niet volgens Zijn Woord de Heer van ons leven. We zingen enthousiast over Christus als de Koning die alles eens geweldig zal maken maar Christus is niet de Koning van ons dagelijkse leven. Niet de Man die het in ons leven uitmaakt hoe wij denken, voelen en leven.
In het gedeelte voor deze tekst zegt de Here Jezus in een beeld dat we onze eigen hand of oog weg moeten nemen als die ons tot zonden brengen. Tot dingen die tegen Gods wil zoals we die in Gods Woord lezen ingaan.
Als je jezelf christen noemt dus zout maar het is geen echt volgen van Christus dan ben je zouteloos. Dan heb je nodig dat je echt zout tot je neemt. Dat het zout echt in je leven komt vast te zitten en dat in je leven echt zuivert. De ziekmakende bacteriën gaat doodmaken. Dat de Geest met het Woord zo in je werkt dat je leven, denken en voelen een andere kant op gaat. Dat kan maar zorgt dat dan niet voor ruzie en ellende. Ga ik dan niet te veel anders denken, leven en spreken dan de mensen om me heen. Zien ze met dan diep in hun hart niet als een lastpak, als iemand die een bedreiging voor hen is? Zoals in de eerste eeuwen van de christenen werd gezegd dat ze vijanden van de mensheid waren. Juist daarom is zo belangrijk wat aan het einde van deze tekst door de Here Jezus wordt gezegd. Dat in vrede met elkaar hebben te leven. Laat Gods liefde in je eigen leven zien aan de mensen om je heen. Ook als ze zo anders denken en leven dan jou. Dan zie je ook hoe het met echt leven met God en in vrede strijdt als iemand om zijn overtuiging zomaar doodgeschoten wordt. Zoals Charlie Kirk. Wie zoiets verdedigt weet niet wat de liefde van God is.
“Wanneer die Seun van die Mens in sy heerlikheid kom, en al die engele saam met Hom, sal Hy op sy glansryke troon gaan sit. Al die nasies sal voor Hom byeengebring word, en Hy sal hulle van mekaar skei soos 'n herder die skape van die bokke skei. Die skape sal Hy aan sy regterhand laat staan en die bokke aan sy linkerhand.” Matteus 25:31-33
Ek hoop in die tyd wat kom ‘n aantal meditasies te skryf wat met die gebruik van de woord ‘mekaar’in die Nuwe Testament te doen het.
Ons lees hier oor die dag die Here Jesus sal terugkom op die wolke. Hy kom vanuit die hemel na die aarde om die lewendes en die dooies te oordeel. Elkeen wat op die aarde geleef het, kom en staan dan voor Christus. Enige mens wat op aarde geleef het, het dan uit sy of haar grafte opgestaan. Ook almal wat eendag heeltemal verbrand is en waarvan net nog as gevind kon word, het dan opgestaan. Niemand ontbreek nie.
Dan bly dit nie een mensheid nie. Ons lees dat hulle van mekaar geskei word. Die mense wat op die aarde geleef het, word in 2 gedeeltes verdeel. Die een deel kan nie op die nuwe aarde bly nie. Hulle verdwyn na die plek waar God se liefde en sorg heeltemal nie daar is nie. Die ander deel sal vir ewig woon op die nuwe aarde waar alles vol van God se liefde en sorg is. Waar mense vanweë God se genade elke oomblik van hul lewe daar volop geniet. Christus maak skeiding. Juis om die volle heil, die heerlike lewe met liggaam en siel te gee vir hulle wat hulself verloën het en Christus as hulle Redder, God en Koning begin volg het. So is daar God se volk wat uit alle volke kom. Hoe belangrik is dit dat ons nie die meerderheid volg as die meerderheid ‘n andere pad volg as wat die HERE ons in Sy Woord wys nie. Om mekaar ewig in die goeie lewe vas te kan hou, is dit nodig om Christus te volg as ons Koning.