DE UITNODIGING, THE SHACK 

 

Van het boek de Uitnodiging van Paul Young is nu in 2017  een film uitgekomen. Ik hoor mensen om mij heen erg positief hierover. Toch moeten we met dit deze film heel er oppassen. Het is een verfilming van een boek dat enkele jaren geleden verschenen is. Het was toen heel populair. Naar aanleiding van vragen op catechisatie heb ik het boek toen gelezen. Ook verschillende interviews met de schrijver zelf heb ik toen gelezen.  Naar aanleiding daarvan heb ik toen de bespreking die je hieronder vindt geschreven. Goede toetsing is ook hier nodig. 



Naar aanleiding van vragen op catechisaties ben ik ‘De Uitnodiging’ gaan lezen. Daarna heb ik dit boek met de gemeente in februari 2010 besproken. Een deel van de aantekeningen die ik daarbij gebruikte vind je hier. 
Het boek ‘De Uitnodiging’ van W. Paul Young is een echte bestseller. Het boek is eerst aan meer dan dertig uitgevers aangeboden die het niet wilden uitgeven. Toen heeft de schrijver met twee vrienden besloten het zelf uit te geven. Het werd een overweldigend succes. Het werd in 2007 uitgegeven en alleen al in Amerika zijn er meer dan 5 miljoen exemplaren verkocht. Ook hier in Nederland staat dit boek bovenaan de lijst van verkochte christelijke boeken. 
Het is een boek dat onder christenen heel verschillende reacties oproept. De een leest het boek niet uit omdat hij of zij de beschrijving van God zo oneerbiedig vindt dat hij niet verder kan. De ander vind het een vreemd boek en vraagt zich af wat je er mee moet. Weer een ander zegt: Het is wel een vreemd boek maar het heeft een heel mooie boodschap. Weer anderen vinden het geweldig en geven het graag aan anderen. 
Een voorbeeld van iemand die dit boek met groot enthousiasme op het internet aanbeveelt is ds J. Ophoff van de kerk van Zwolle-Noord. Hij schrijft op zijn weblog: 
“ls ik eenmaal in een boek zit wil ik het ook zo snel mogelijk uitlezen. Maar bij dit boek lag dat even iets anders. Ik wilde het graag uitlezen, maar moest het soms gewoon opzij leggen. Waarom? Om wat ik allemaal over God las. Zo mooi, zo leerzaam, zo genieten ook. Ik ga het niet verklappen, maar kan wel zeggen dat er veel aan bod komt; onrecht, verwonding, zonde, verdriet, vagen over leiding en aanwezigheid of afwezigheid van God. Alles komt langs op een heel bijzondere manier. 
Over welk boek ik het heb? De uitnodiging. En zonder dat het woord valt komt hier pastoraat om de hoek kijken dat Hettie en ik proberen toe te passen. Ook, maar niet alleen, in bevrijdingspastoraat. 
Heb je een vraag aan God? lees dit boek. Jouw vraag zit er vast bij.” 
“Welk beeld heb je van God? Ik ontmoet zoveel mensen met een beschadigd, vertekend en verkeerd beeld van God. Het boek van W. Paul Young, de uitnodiging, helpt om vertekende (denk)beelden over God bij te stellen. Heel bijzonder wat je door dit boek over God mag (her)ontdekken.” 

Juist bij zoveel reactie en bij het zoveel lezen van dit boek is het goed om samen dieper op dit boek in te gaan. 

Korte beschrijving van het verhaal. 


Het boek begint als een soort detective. Op een zonnige vakantiedag wordt door een tragische samenloop van omstandigheden het jonge meisje Missy door een seriemoordenaar vermoord. Ze is de dochter van de hoofdpersoon Mack. Mack is een man die in zijn jeugd traumatische ervaringen met zijn vader heeft. Hij is jong uit huis gevlucht na vreselijk door zijn vader te zijn mishandeld. De moord op zijn dochtertje wordt in het boek Het Grote Verdriet genoemd. 
Na een zoektocht worden in een verlaten hut aanwijzingen van een brute moord gevonden. Vier jaar later ontvangt de rouwende Mack een briefje - schijnbaar van God - met de uitnodiging om opnieuw die vreselijke hut te bezoeken. 

Het eigenlijke thema van het boek is de ‘waarom’ vraag? De vader van het meisje loopt er in vast, ook omdat hij zich ook schuldig acht vanwege nalatigheid. Als hij anders had gehandeld had hij misschien kunnen voorkomen, dat het meisje werd ontvoerd. Hoe dan ook, ‘Het Grote Verdriet’ is in zijn leven gekomen (steeds in het boek met hoofdletters geschreven), waardoor het leven voor hem alle glans heeft verloren. Zijn vrouw heeft ook verdriet, maar lijkt alles toch anders te beleven, omdat zij een zeer nauwe relatie heeft met God, die ze steeds ‘papa’ noemt. Hij kan daar niet mee uit de voeten, ergert zich er ook aan. Dan ontvangt hij ineens een briefje in de bus, dat als volgt luidt: ‘Mackenzie, 
Het is al weer een tijdje geleden. Ik heb je gemist. 
Als je me wilt ontmoeten,ik ben komen weekend bij de hut. 
Papa’. 
Wie heeft dit briefje in zijn bus gedaan? Zijn vrouw? Dat kan niet, want die is een paar dagen weg. Wie dan? God zelf? Dat kan niet. Is het een wrange grap? De hut (the shack is de Engelse titel van het boek) is namelijk de plaats waar het kind vermoord is teruggevonden. 
Toch gaat Mack uiteindelijk op pad en treft dan drie personen aan in de hut: een grote zwarte vrouw. Zij blijkt papa te zijn. Een man onder het zaagsel, dat is Jezus en een fladderende figuur, Sarayu, die de Geest moet voorstellen. 

De rest van het boek bestaat in hoofdzaak uit gesprekken met een van hen over alle vragen van het leven, het lijden, de dood, de grote vragen, die de filosofie en de theologie zich alle tijden door hebben gesteld. 
Het is heel knap hoe de schrijver erin geslaagd is mythe en werkelijkheid dooreen te vlechten. Aan het einde van het boek krijgt Mack een ernstig ongeluk, waardoor hij in coma raakt. Het blijft raadselachtig of hij dit ongeluk nu gekregen heeft voordat hij naar de hut ging of erna. Hierdoor laat de schrijver in het midden of de hele openbaring in de hut misschien een soort bijna dood ervaring was of toch ook nog iets bij bewustzijn. 


Wie is de schrijver? 

De schrijver van dit boek is W. Paul Young. Hij heeft in zijn leven veel meegemaakt. Hij heeft afscheid genomen van het beeld van God dat hij in de gevestigde kerken tegenkomt. Met dat beeld van god kan hij niet meer leven. Daarom gaat hij zelf ook niet meer naar de kerk. Hij wil mensen een nieuw fris beeld van God geven. Een beeld van God dat mensen in onze tijd met veel beschadigingen hoop kan geven. Hij wil het beeld van God onder de mensen brengen dat zorgt voor een God die mensen geneest. 
Als je naar de interviews met hem luistert of de interviews leest is het opvallend dat hierbij de Bijbel als het Woord van God niet beslissend is maar wat wij als mensen als genezend ervaren. Uiteindelijk moet God zijn zoals de schrijver van het boek hem graag heeft. 

1. Is dit de Drie-enige God? 

In het boek komen we drie goddelijke personen tegen. 
De Vader als een Afrikaanse vrouw 
Jezus als een timmerman 
De Geest (Sarayu) als een vreemde Aziatische vrouw. 
Een kenmerkende passage over de beschrijving van de drie personen vinden we op pagina 117-118: 
“Mack was geschokt wat hij daar aantrof. Het bleek dat Jezus een grote kom met iets van beslag of saus op de grond had laten vallen en overal zag je de klodders en spetters liggen. De kom moest wel vlak bij papa op de vloer zijn gevallen, want het onderste deel van haar rok en haar blote voeten zaten onder de kleverige troep. Ze lachten alle drie zo luid, dat Mack het idee had dat ze niet eens ademhaalden. Sarayu zei iets over mensen die onhandig waren en opnieuw begonnen ze alle drie onbedaarlijk te lachen. Uiteindelijk liep Jezus vlak langs Mack de keuken uit en kwam even later terug met een grote teil water en een paar handdoeken. Sarayu was al begonnen met het schoonmaken van de vloer en de keukenkastjes, maar Jezus ging meteen naar papa, knielde neer aan haar voeten en lichtte die behoedzaam een voor een op om ze vervolgens in de teil schoon te maken en af te drogen.” 
Een ander voorbeeld op pagina 200 over Jezus die probeert om een vis te vangen: 
“’Ik probeer hem al wekenlang te vangen en nu is hij hier, waarschijnlijk om mij te pakken te nemen’, zei hij lachend. Mack keek toe, verbaasd hoe Jezus dan weer naar links en dan weer naar rechts sprong om de vis bij te houden en het ten slotte opgaf. Hij keek naar Mack, zo opgewonden als een klain kind. ‘Mooi he? Ik krijg hem denk ik toch nooit te pakken.’” 
Als je deze dingen leest zie je hoe aards God geworden is en beschreven wordt. Zo anders als wat de HERE zichzelf in de Bijbel beschrijft. De eerbied voor de HERE die ons zo ver te boven gaat en toch onze Verlosser en Vader wil zijn ontbreekt hier helemaal. Dit is geen fris beeld van God meer maar het beeld van een andere God dan de enige echte God die in de Bijbel vertelt wie Hij is. Hier wordt een beeld van God gemaakt dat niet overeenstemt met het beeld dat de HERE van zichzelf geeft in de Bijbel. Dat is het enige echte en juist beeld want: “Hij alleen is onsterfelijk en Hij woont in een ontoegankelijk licht, geen mens heeft Hem ooit gezien of kan hem zien.”. 1 Tim 6:16. 
In “De uitnodiging” gebeurt waartegen in zondag 46 van de catechismus op grond van Gods eigen Woord tegen gewaarschuwd wordt: “Waarom wordt hier aan toegevoegd: die in de hemelen zijt? 
Daarmee leert Christus ons over de hemelse majesteit van God niet aards te denken, en van Zijn almacht alles te verwachten wat wij voor lichaam en ziel nodig hebben.” 

Als je het boek leest wordt het al duidelijker dat het Young om de relatie gaat. Een relatie waarin er voor iedereen ruimte is, waar je kunt ademhalen. Een relatie waarin er dan altijd hoop en vergeving is. Daarom is God de goedige en betrokken God. De God die in een relatie tussen drie (of misschien wel 4 personen. Want is Sophia toch eigenlijk niet een persoon die bij God hoort?) opgaat. Juist die betrokkenheid zonder dat God straft en oordeelt, spreekt mensen in onze tijd aan. Zo willen we vandaag graag dat God is. Het evangelie en God moeten voor ons in onze tijd vooral therapeutisch zijn. 
Dan worden er van tijd tot tijd ook mooie dingen gezegd maar het gaat niet meer over de HERE. Het gaat niet meer om de Vader van Jezus Christus. Het gaat om een andere god en daardoor om een afgod. Een god die het beeld is van eigen wensen en verlangens. Ondanks soms mooie dingen hebben we hier te maken met een leer die vaart op de gevoelens van mensen en die niet va God zelf komt. Ik geef daarvan hieronder nog enkele voorbeelden uit dit boek. Het zijn voorbeelden die met nog veel meer te vermeerderen zouden zijn.

2. Young verzet zich in dit boek tegen wat in de kerk over God geleerd is. 

Bij het lezen van het boek kom je er achter dat dit boek een reactie is. Een reactie op wat hij geleerd heeft. Je merkt dan ook dat Hij zijn beeld van God niet boven alles uit door de Bijbel wil laten vormen. Juist daartegen verzet hij zich! 
Ik geef enkele citaten waarin je dit heel duidelijk ziet: 
“Hoe hij zijn best ook dee, mack ontkwam er niet aan onder ogen te zien dat het briefje inderdaad weleens van God kon komen. Op de theologische hogeschool had hij geleerd dat god niet meer open communiceert met de moderne mens; de enige manier is naar de Heilige Schrift te luisteren en die te volgen, althans de juist uitleg daarvan. Gods stem was gereduceerd tot een stuk papier, een boek, en zelfs dat boek moest geïnterpreteerd en ontcijferd worden door de juist gezaghebbenden en intellectuelen op dat gebied. Het scheen dat directe communicatie met God iets was dat uitsluitend plaats had gevonden met de ouden en ongeletterden. Terwijl de goed opgeleide westerse mens alleen toegang had tot God via en onder gezag van de intelligentsia. God kwam uit een boek. Een bijzonder boek, gebonden in leer, met vergulde randen.” Pagina 75 
Dit komt o.a. op pagina 217 weer terug: “Papa boog zich naar voren en raakte zachtjes Macks hand aan. ‘Lieverd, ik heb je ook al vergeven voor het feit dat je zelfs maar hebt gedacht dat ik zo zou kunnen zijn. Ik weet hoe moeilijk dit voor jou is. Maar omdat je zo’n verwrongen beeld hebt van de werkelijkheid en tegelijk zo zelfverzekerd bent van je eigen oordeel, heb je geen flauw, kun je je niet eens voorstellen wie ware liefde en goedheid zijn. Ware liefde dwingt nooit.’Ze kneep zachtjes in zijn hand en leunde naar achteren.” 

-3. God komt vooral tot je vanuit je hart 

De Bijbel gaat bij Young een ondergeschikte plaats spelen in het leven met God. Het gaat er veel meer om wat jij nu in je hart denkt te horen en voelen van God. Vanuit het gevoel dat jij over God hebt moet je dan de Bijbel ook nieuw gaan lezen. 
Twee belangrijke citaten hierover zijn: “Sarayu glimlachte. ‘Mackenzie, je kunt altijd met me praten en ik zal altijd bij je zijn, of je dat nu merkt of niet.’ 
‘Dat weet ik nu, maar hoe kan ik je horen?’ 
‘Je zult mijn gedachten binnen in je horen, Mackanzie,’verzekerde ze hem. 
‘Zal dat duidelijk voor mij zijn? Als ik jou verwar met een andere stem? Als ik nu eens fouten maak?’ 
Sarayu moest lachen wat klonk als sprankelend water, maar dan op muziek gezet. ‘Natuurlijk zul je fouten maken. Iedereen maakt fouten, maar je zult mijn stem steeds beter gaan herkennen, in dezelfde mate als onze relatie groeit.’ 
‘Ik wil geen fouten maken,’ bromde Mack. 
‘O, Mackenzie,’antwoordde Sarayu, ‘fouten maken is onderdeel van het leven en papa weet ook daar wel raad mee. ’Ze keek geamuseerd op en mack moest willekeurig grinzen. Hij snapte wat ze bedoelde.” Pagina 224. 

De Bijbel als het Woord van de Geest voor alle tijden en ook als norm voor wat je vanuit jezelf en om jezelf heen hoort, verdwijnt hier. Tegen het eigen getuigenis van de heilige Geest zoals het in de Bijbel tot ons komt! 
Hiermee hangt weer een ander punt samen. Namelijk dat Young zich in zijn boek heel duidelijk tegen gezag verzet. Tegenover gezag staat dan het denken vanuit relatie waarin je liefhebt en dus niemand dwingt of iets oplegt. 

4. Verzet tegen gezag 

Bij Young staat relatie, liefde en vergeving tegenover gezag. 
Een belangrijk citaat hierbij vinden we op pagina 138,139: “’Mackenzie, wij kennen niet zoiets als eindverantwoordelijke onder elkaar, alleen maar eenheid. We staan in een horizontale cirkelvormige relatie tot elkaar, niet in een verticale gezagsorde, of hiërarchie zoals jullie voorvaderen het hebben genoemd. Wat je hier ziet, is een relatie zonder enige vorm van machtsoplegging. Wij hoeven geen macht over de ander uit te oefenen, omdat wij altijd op het beste uit zijn. Hiërarchie heeft voor ons geen enkele betekenis. Eigenlijk is dit jouw probleem, en niet het onze.’ 
Ó ja? Hoezo dat?’ 
‘De mens is zo verloren en beschadigd, dat hij zich niet kan voorstellen dat mensen met elkaar kunnen werken en samenleven zonder dat iemand de leiding neemt.’ 
‘Maar elke menselijke instelling die ik maar kan bedenken, of het nu een politiek lichaam is of een zakelijke instelling, zelfs binnen het huwelijk, wordt op deze manier geleid. De hiërarchie is het geraamte van onze sociale structuur,’wierp Mack tegen. 
‘Het is zo’n verspilling!’zei papa en pakte de lege schaal op en liep naar de keuken. 
‘Dit is een van de redenen waarom het zo moeilijk voor jullie is om de waarachtige relatie te ervaren,’ vulde Jezus aan. ‘Als je eenmaal met hiërarchie begint, kom je er al snel achter dat je regels nodig hebt om die hiërarchie toe te passen en in stand te houden. Vervolgens heb je wetten nodig en moet je erop toezien dat de regels worden nageleefd. Ten slotte krijg je een soort leiderschapsstructuur of gezagsverhouding die de relaties eerder verstoort dan stimuleert. Een relatie die niet gekoppeld is aan macht kom je zelden tegen. Hiërarchie legt wetten en regels op en uiteindelijk loop je het wonder van de relatie mis zoals wij die hebben bedoeld.” 
Je ziet hier hoe gezag als iets dat verkeerd is aan de kant geschoven wordt. Natuurlijk kan en wordt macht in deze zondige wereld vaak verkeerd gebruikt. Toch hoort gezag bij God en bij de wereld zoals de HERE die wil hebben. Daarbij hoort ook gehoorzaamheid. De Bijbel is daar vol van. Ik geef een enkel voorbeeld 
Het is de Vader die de Zoon als Verlosser naar de wereld stuurt. Zie bijvoorbeeld Psalm 40: “En nu kan ik zeggen: ‘Hier ben Ik, over Mij is in de boekrol geschreven.’ Uw wil te doen, mijn God, verlang ik, diep in Mij koester Ik uw wet.” Vs 8,9 Vergelijk: Hebreeën 10:5-10 
Christus heeft ook gehoorzaamheid geleerd door het lijden dat over Hem kwam. Hebr 5:8: “Hoewel Hij Zijn Zoon was, heeft Hij moeten lijden, en zo heeft hij gehoorzaamheid geleerd.” 
Het is juist zo dat het god zelf is die gezagsverhoudingen in deze wereld gegeven heeft. 
Romeinen 13:1: “iedereen moet het gezag van de overheid erkennen, want er is geen gezag dat niet van God komt; ook het huidige gezag is door God ingesteld.” 
Je ziet ook steeds weer dat de HERE gezagsverhoudingen gegeven heeft onder de mensen. Zie bijvoorbeeld Efeze 5:21-6:9 
Je moet niet vergeten dat Jezus niet voor niets onze Here is! Hij vraagt van ons dat wij ons met ons hele leven onder Zijn heerlijke heerschappij stellen. Hij geeft ons juist wel geboden die we moeten leren uit liefde te doen. Denk bijvoorbeeld aan Johannes 15:9,10: Ik heb jullie liefgehad, zoals de vader mij heeft liefgehad. Blijf in Mijn liefde; je blijft in Mijn liefdes je je aan Mijn geboden houdt, zoals Ik me ook aan de geboden van Mijn vader gehouden heb en in Zijn liefde blijf.” 

5. God straft niet 

Wanneer je De Uitnodiging leest, komt het beeld voor ogen van een god die uiteindelijk niet straft. Van een god die zoveel van de mensen als zijn kinderen houdt dat hij er niet toe kan overgaan om uiteindelijk te straffen, om uiteindelijk iemand verloren te laten gaan. Dat komt heel duidelijk uit in het gesprek met Sophia de de wijsheid van papa is en die als een soort rechter aan Mack verschijnt. Een heel belangrijk citaat op dit punt vinden we op pagina 185,186: 
‘Dus jij denkt dat god zoiets gemakkelijk doet, maar jij niet? Kom op Mackenzie. Welke van jouw vier kinderen ga jij veroordelen in de hel? Katie, die nu zo’n moeite met jou heeft? Ze doet vervelend tegen je en heeft nare, pijnlijke dingen tegen je gezegd. Misschien is zij wel de eerste en meest logische keuze. Wat vind je van haar? Jij bent de rechter, Mackenzie, en jij moet beslissen.’ 
‘Ik wil geen rechter zijn,’zei hij en stond op. Zijn hoofd sloeg op hol. Dit kon toch niet waar zijn? Hoe kon God hem nu vragen een keuze te maken tussen zijn kinderen? Er was absoluut geen sprake van dat hij een van zijn kinderen zou veroordelen tot een eeuwigheid in de hel, alleen maar omdat ze tegen hem hadden gezondigd. Zelfs al zouden Katie, Josh of jon of Tyler een afschuwelijke misdaad hebben begaan, dan zou hij het nog niet doen. Hij zou het niet kunnen! Wat hem betrof, ging het niet om hoe ze zich gedroegen, het ging om zijn liefde voor hen. 
‘Ik kan dit niet doen,’zei hij zacht. 
‘Je moet,’antwoordde zij. 
Ík kan dit niet doen,’zei hij opnieuw, wat luider en heftiger. 
‘Je moet,’herhaalde ze, nu zachter. 
Ík… doe… het … niet!’gilde mack, zijn bloed kookte in zijn lijf. 
‘Je moet’, fluisterde ze. 
Ik kan het niet. Ik kan het niet. Ik doe het niet!’gilde hij opnieuw en de woorden en emoties tuimelden naar buiten. De vrouw stond daar maar en keek en wachtte rustig af. Ten slotte keek hij haar met smekende ogen aan. ‘Mag ik hun plaats innemen? Als u iemand moet hebben om voor eeuwig gekweld te laten worden, laat mij dan maar gaan. Zou dat kunnen? Mag ik dat zijn?’Hij viel voor haar voeten neer, huilend en smekend. ‘Alstublieft, ik smeek u. Alstublieft… alstublieft…’ 
‘Mackenzie, Mackenzie,’fluisterde ze en haar woorden waren als een plens verkoelend water op een snikhete dag. Haar handen raakten zachtjes zijn wangen aan toen ze hem overeind hielp. Hij keek haar aan door zijn betraande ogen en zag een stralende glimlach op haar gezicht. ‘Nu klink je als Jezus. Je hebt juist geoordeeld, Mackenzie. Ik ben zo trots op je!’ 
‘Maar ik heb nergens een oordeel over uitgesproken,’bracht Mack verward naar voren. 
Ó jawel. Jouw oordeel was dat ze de liefde waard zijn, zelfs al kost jou dat alles. En dat is hoe Jezus liefheeft.’ Toen Mack die woorden hoorde, moest hij denken aan zijn nieuwe vriend die daar buiten bij het meer op hem stond te wachten. ‘En nu ken je Papa’s hart,’voegde ze eraan toe, ‘die van al haar kinderen op een volmaakte manier houdt.’” 

Dat Vader in de hemel in de hemel niemand zal veroordelen tot de eeuwige dood is zo duidelijk in strijd met wat de Geest ons in de Bijbel zegt. Zijn oordeel doet ook niets af aan Zijn volmaakte en geweldige liefde voor zondaren die door Christus gered worden. 
Ik noem enkele van de velen plaatsen in Gods eigen Woord waar we dit vinden. 

Mattheus 7:21-23:”Niet iedereen die “Heer, Heer” tegen mij zegt, zal het koninkrijk van de hemel binnengaan, alleen wie handelt naar de wil van mijn hemelse Vader. Op die dag zullen velen tegen mij zeggen: “Heer, Heer, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd, hebben wij niet in uw naam demonen uitgedreven, en hebben wij niet vele wonderen verricht in uw naam?” En dan zal ik hun rechtuit zeggen: “Ik heb jullie nooit gekend. Weg met jullie, wetsverkrachters!” 

1 Korithe 6:9-11: “Vergis u niet. Ontuchtplegers noch afgodendienaars, overspeligen, schandknapen noch knapenschenders, dieven noch geldwolven, dronkaards, lasteraars noch uitbuiters zullen deel hebben aan het koninkrijk van God. Sommigen van u zijn dat ooit geweest, maar u bent gereinigd, u bent geheiligd, u bent rechtvaardig verklaard in de naam van de Heer Jezus Christus en door de Geest van onze God. 

2 Korinthe 5:8-1-: “We blijven vol goede moed, ook al zouden we ons lichaam liever verlaten om onze intrek bij de Heer te nemen. Daarom ook stellen wij er een eer in te doen wat God wil, zowel in dit bestaan als in ons bestaan bij hem. Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus verschijnen, zodat ieder van ons krijgt wat hij verdient voor wat hij in zijn leven heeft gedaan, of het nu goed is of slecht.” 

Nog zoveel meer 

Er zou nog veel meer over dit boek te zeggen zijn. Dat ga ik nu niet doen want uit wat we tot nu toe gezien hebben is al heel duidelijk dat dit boek niets anders dan verwarring brengt, van de enige goede weg afleidt. Het is een boek dat veel over God en Zijn liefde spreekt maar ons niet brengt bij Christus en bij Vader in de hemel. Het brengt ons niet bij de enige echte God, de God van de Bijbel. 
Het is heel jammer dat dit boek zo populair is en mensen echt op verkeerde gedachten brengt. Wat wij in onze tijd graag willen is bepalend voor hoe God er volgens ons moet uitzien. God wordt hier gemaakt een god volgens onze smaak in plaats dat we echt genezen worden door ons door het werk van Geest in ons al meer te veranderen naar het beeld van God zoals Hij echt is.