SAMEN HAND IN HAND HET LEVEN UIT?

Enkele fundamentele wegwijzers over leven en dood

 

Inleiding

Het echtpaar van Agt is op 93-jarige leven hand in hand uit het leven gestapt. Van Agt stond in zijn tijd als minister en minister-president bekend als een orthodox katholiek. Des te meer opmerkelijk is zijn levenseinde op deze aarde. De pers was er dan ook snel bij om juist ook dit te laten horen. Met de boodschap dat op deze manier euthanasie plegen toch eigenlijk heel mooi is. Dat is dan een voorbeeld van waardig sterven. Je merkt ook dat dit indruk maakt en mensen ook in beweging brengt. Is euthanasie echt verkeerd?

Je merkt ook dat jonge mensen over uit het leven stappen nadenken. Een duidelijk voorbeeld was Dennis Schouten. Hij is 28 jaar en voor vele jongeren een bekende persoon op de radio. Hij maakte duidelijk dat hij niet goed in zijn vel zat en er over nadenkt om over een aantal maanden uit het leven te stappen. Je hoeft het moeilijke in het leven niet mee te maken. Als dat zwaar wordt, kun je er ook voor kiezen om met het leven op aarde te stoppen.

Hier komt wel de vraag op wat het onderscheid tussen euthanasie en zelfdoding is. Daar ga ik nu niet op in omdat daarvoor in dit artikel niet genoeg ruimte is. Juist omdat het zo belangrijk is om te zien wat de HEERE in Zijn Woord over het einde van het leven zegt, ga ik de belangrijkste zaken hierover in dit artikel noemen. Wie meer over euthanasie, het levenseinde, voltooid leven en ook over palliatieve sedatie wil weten, kan terecht in het hele mooie boek “Als het levenseinde in zicht is”, geschreven door Elisabeth P. van Dijk en Marianne Daverschot[1].

Het woord euthanasie komt uit het Grieks. Als je naar de afkomst en het gebruik in vroegere eeuwen van dit woord kijkt, betekent het nog niet wat wij er nu onder verstaan.

De letterlijke betekenis van dit woord is niet anders dan: een goed sterven. Om tot een beoordeling te komen hoe we vanuit Gods Woord tegenover de huidige euthanasiepraktijk hebben te staan, is het nodig eerst te kijken hoe in de Bijbel over de dood gesproken wordt.

 

Euthanasie: Is de dood goed?

Wanneer we het hebben over het goede sterven, betekent dan in het licht van Gods Woord dat het sterven goed is? Hoort de dood bij de schepping waarvan Hij in Genesis 1:31 zegt dat die zeer goed is? Verschillende theologen in de vorige eeuw en in onze tijd beweren dat de dood bij de schepping hoort[2].

De HEERE maakt heel duidelijk dat de dood niet bij Zijn goede schepping hoort. Wanneer de Heere God de mens als eerste mens gemaakt heeft[3], lezen we o.a. dit: “De HEERE God nam de mens, en zette hem in de hof van Eden om die te bewerken en te onderhouden. En de HEERE God gebood de mens: Van alle bomen van de hof mag u vrij eten, maar van de boom van de kennis van goed en kwaad, daarvan mag u niet eten, want op de dag dat u daarvan eet, zult u zeker sterven” (Gen 2:16,17).

De dood komt nu de mens zondigt. Zonder de zonde zou er geen dood in Gods schepping zijn. De geestelijke en lichamelijke dood horen niet bij Gods goede schepping. Wij hebben die door te eten van de boom van kennis van goed en kwaad in het leven op Gods wereld gebracht.

De dood is Gods straf op onze zonde. We lezen dat heel duidelijk in Rom 5:12 en 6:23:

“Daarom, zoals door één mens de zonde in de wereld is gekomen, en door de zonde de dood, en zo de dood over alle mensen is gekomen, in wie allen gezondigd hebben” (5:12).

“Want het loon van de zonde is de dood, maar de genadegave van God is eeuwig leven, door Jezus Christus, onze Heere” (6:23).

De Geest noemt de dood dan ook een vijand. Christus is als Verlosser gekomen om ook de dood te verslaan. We lezen dat o.a. in 1 Korinthe 15:25,26: “Want Christus moet Koning zijn, totdat Hij alle vijanden onder Zijn voeten heeft gelegd. De laatste vijand die tenietgedaan wordt, is de dood”. De totale vernietiging van de dood zal er zijn wanneer bij Christus’ terugkeer het Nieuwe Jeruzalem op de aarde neerdaalt en de nieuwe hemel en aarde er is: “En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan” (Openbaring 21:4).

De dood herinnert altijd aan de zonde. Aan de breuk met de HEERE als de levende God. Aan de breuk tussen God als Vader en de mens als Zijn kind.

 

Is de dood echt een vijand?

Zijn er in de Bijbel voorbeelden waarin de dood positief gewaardeerd wordt? Voorbeelden die we kunnen gebruiken om positief over euthanasie te denken en te spreken. Ik noem enkele voorbeelden die daarvoor gebruikt zijn.

  1. We lezen meerder keren over gelovigen die lang geleefd hebben en dan verzadigd van het leven zijn. Je zou dan kunnen denken aan wat wij in onze tijd ‘voltooid leven’ noemen. Voorbeelden van een leven dat verzadigd is zien we bij Abraham, Izak en Job. Zie: Genesis 25:8; 35:29; Job 42:17. Je leest in Job 5:26 een positief geluid over het sterven op hoge leeftijd: “Je zult in hoge ouderdom in het graf komen, zoals een korenhoop op zijn tijd binnengehaald wordt”.
  2. Het is ook duidelijk dat wie in liefde voor de HEERE geleefd heeft, bij het sterven niet door God losgelaten wordt. Een voorbeeld daarvan is wat we in Psalm 116:15 lezen: “Kostbaar is in de ogen van de HEERE de dood van Zijn gunstelingen.” De dood markeert voor de kinderen van God niet het moment waarop alles stopt. Het is ook niet het moment dat hen in het eeuwig oordeel brengt. Wie in geloof in Christus sterft, zal juist altijd heel dicht bij de HEERE zijn, in vrede met Hem. Paulus wijst hierop in Romeinen 14:7-9: “Niemand van ons leeft immers voor zichzelf, en niemand sterft voor zichzelf. Want als wij leven, leven wij voor de Heere en als wij sterven, sterven wij voor de Heere. Of wij dan leven of sterven, wij zijn van de Heere. Want met dit doel is Christus ook gestorven en opgestaan en weer levend geworden, dat Hij zowel over doden als levenden zou heersen”.
  3. In de Bijbel lezen we zelfs dat gelovigen naar de dag van hun dood uitzien. Een heel duidelijk voorbeeld is Filippenzen 1:21-24: “Want het leven is voor mij Christus en het sterven is voor mij winst. Maar blijf ik leven in het vlees, dan betekent dit voor mij vruchtbaar werk; en wat ik verkiezen zal, weet ik niet. Want ik word door deze twee gedrongen: ik heb de begeerte om heen te gaan en bij Christus te zijn, want dat is verreweg het beste, maar in het vlees te blijven is noodzakelijker voor u”.

 

Wat zeggen deze voorbeelden ons?

Is het zo dat God in Zijn Woord ruimte laat om de dood een vriend te noemen? Nee! De dood is de laatste vijand. De dood is een verschrikkelijke inbreuk op Gods goede schepping. Christus moest o.a. komen om de dood te overwinnen. Toch mag de gelovige vanuit de overwinning van Christus op de dood over een goede manier van sterven spreken[4].  Zonder de dood zelf goed te noemen. Ik noem nu drie dingen waar we dat van kunnen leren.

  1. De omstandigheden waarin je op aarde leeft, kunnen zo moeilijk zijn dat je naar de dag van je dood uitziet. Je bent zo ziek, zo moe en je hebt zoveel pijn dat je de HEERE vraagt of hij je snel uit het leven hier wil verlossen en jou bij Hem thuis in de hemel wil brengen.
  2. Wanneer we terugdenken aan wat Paulus in Filippenzen 1 schrijft, zien we dat het leven dat door de zonde en gevolgen van de zonde geteisterd wordt, vergeleken wordt met het leven bij God in de hemel. Wanneer Paulus dit met elkaar vergelijkt is er bij hem het verlangen naar de dag dat de HEERE hem uit het leven op deze aarde wegneemt. Ook als je dit gedeelte leest, valt het op dat het er niet om gaat dat wij als mensen zelf besluiten over het moment van ons sterven. Paulus wijst er juist op, dat het moment van ons sterven niet in onze hand ligt. Kijk maar in vers 22: “Maar blijf ik leven in het vlees, dan betekent dit voor mij vruchtbaar werk”. Paulus legt het wel of niet blijven leven op aarde in Gods hand en neemt het niet in eigen handen. Hij laat God beslissen over wat zijn taak nu en in de toekomst is.
  3. Een christen kan over het ‘goede sterven’ spreken als het over de voorbereiding op eigen dood gaat. Je kunt je voorbereiden op je sterven, de manier waarop en vooral wat voor vooruitzicht je hebt als je gaat sterven. Om zo te leven dat je door Christus het goede uitzicht hebt. Goede voorbereiding op het sterven betekent dat je in liefde met de HEERE leeft. Dat je Christus als je Verlosser vastgrijpt in het leven hier en nu. Wie in geloof sterft, mag weten dat het sterven een doorgang naar het eeuwige leven is[5]. Het leven met Christus geeft de gelovigen een sterven waarbij de hoop, die vast en zeker in Christus is, voor een troostrijk uitzicht zorgt.

 

Het is dus duidelijk dat het woord euthanasie niet altijd voor dezelfde zaak gebruikt is.[6]  Heel duidelijk is vanuit Gods Woord dat de dood niet bij de goede schepping hoort.

 

Actieve euthanasie

De laatste eeuwen heeft het woord euthanasie een andere betekenis gekregen. De eerste keer dat we dit woord in de moderne betekenis lezen, is bij Francis Bacon; in zijn boek ‘Nova Atlantis’ dat in 1626 is verschenen. In onze tijd kennen we het woord euthanasie eigenlijk alleen in de betekenis dat we er als mensen voor zorgen dat iemand na de vraag om euthanasie gaat sterven. Dan richt ik me nu op wat we actieve euthanasie noemen. Daarbij gaat het niet om het staken van een behandeling, maar om een opzettelijke beëindiging van het leven.

De beslissende vraag hierbij is of wij als mensen het recht hebben om over ons eigen leven te beschikken. Heeft een mens zelfbeschikkingsrecht? Mogen wij over ons eigen leven besluiten dat het moment van sterven gekomen is en dat we dat ook zelf gaan bewerken? Heeft een mens het recht om op verzoek van iemand die dat bewust vraagt, van diegene zijn leven op een zachte manier te beëindigen? Bij het antwoord op deze vraag is het heel belangrijk om er op te letten wat het betekent dat de mens naar Gods beeld geschapen is.

 

De mens naar Gods beeld geschapen

God is de Schepper. Zonder de HEERE kan een mens geen moment leven. God heeft de mens uit levenloos stof gemaakt. Hij heeft de eerste mens uit het stof van de aarde gemaakt. We lezen daarna: “en blies de levensadem in zijn neusgaten; zo werd de mens tot een levend wezen.” (Genesis 2:7) Het is duidelijk dat de mens niet voor zijn eigen ontstaan gezorgd heeft. Ook niet door evolutie. De mens is niet ontstaan doordat hij zich langzaam maar zeker aan de omstandigheden heeft aangepast. De mens is door de HEERE direct gemaakt[7]. De mens is in zijn ontstaan, zijn bestaan en zijn voortbestaan van God afhankelijk. In Psalm 104:27-30 beklemtoont de Geest dat mens en dier het voor elk ogenblik van hun leven van God moeten hebben.

We lezen in Genesis 1:26-28 dat de mens volgens het beeld van God geschapen is en dat de mens ook de opdracht krijgt om zo te leven. Wat betekent dat voor de mens? Wat voor een bijzondere taak heeft de mens als beeld van God gekregen? Je zou het zo kunnen omschrijven: de mens heeft zo te leven dat daarin het beeld van Zijn Maker gezien wordt. De mens krijgt de opdracht om als Gods vertegenwoordiger op aarde te zijn en zo over alles te regeren. De HEERE heeft de mens als Zijn kind gemaakt. We zien dat ook in het Nieuwe Testament. Bijvoorbeeld in Lukas 3 waar we een geslachtsregister van de Here Jezus lezen. Het laatste vers daar is: “de zoon van Adam, de zoon van God.” (Luk 3: 38)

Beeld van God zijn heeft alles met gehoorzaamheid aan God te maken. De mens kan alleen Gods beeld laten zien als hij in liefdevolle gehoorzaamheid aan de HEERE leeft. We zien dat heel duidelijk bij de Here Jezus. Hij leeft in alles gehoorzaam aan Zijn hemelse Vader. Hij is zonder zonde. Je ziet in het leven van de Here Jezus ook dat dit betekent dat je in alles van de Heere God wilt leren. Twee voorbeelden uit het leven van de Here Jezus zijn:

  1. Johannes 5:30: “Ik kan van Mijzelf niets doen. Zoals Ik hoor, oordeel Ik en Mijn oordeel is rechtvaardig, want Ik zoek niet Mijn wil, maar de wil van de Vader, Die Mij gezonden heeft”.
  2. Johannes 8:26-28: “Ik heb veel over u te zeggen en te oordelen, maar Hij Die Mij gezonden heeft, is waarachtig, en wat Ik van Hem gehoord heb, spreek Ik tot de wereld. Zij begrepen niet dat Hij tegen hen over de Vader sprak. Jezus dan zei tegen hen: Wanneer u de Zoon des mensen verhoogd zult hebben, zult u inzien dat Ik het ben, en dat Ik vanuit Mijzelf niets doe, maar dat Ik die dingen spreek zoals Mijn Vader Mij heeft onderwezen”.

 

Vrijheid?

Wat voor vrijheid heb je nu als beeld van God? Dat is geen onbeperkte vrijheid. Je bent echt vrij als je in een goede verhouding met de HEERE leeft. Dan is onze vraag steeds weer: Wat is Uw wil? Christus zelf laat dat zien als Hij zegt: “Jezus dan zei tegen de Joden die in Hem geloofden: Als u in Mijn woord blijft, bent u werkelijk Mijn discipelen, en u zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u vrijmaken” (Johannes 8:31,32).

Wanneer we als beeld van God luisteren naar wat de HEERE over ons leven zegt, wordt duidelijk dat we de hand niet aan onszelf mogen slaan. Dat we ook niet, behalve in noodgevallen zoals oorlog en zelfverdediging, een ander mogen doden.

Het is juist zo dat de HEERE ons in Zijn Woord leert dat we niet de vrijheid hebben om te doden. Juist omdat we volgens Gods beeld gemaakt zijn, mogen we het bloed van een mens niet vergieten. Zie Genesis 9:6. Het lichaam van een mens wordt in de Bijbel juist een tempel van de Heilige Geest genoemd. Zie o.a. 1 Korinthe 3:6 e.v.; 6:19. We mogen deze tempel niet zelf afbreken. De tijden van ons leven zijn niet in onze eigen handen maar in Gods hand. Zie Psalm 31:16. De HEERE bepaalt in Zijn Goddelijke wijsheid de lengte van ons leven. Hij weet wat echt goed voor ons is. Hij weet wat wij in ons leven kunnen dragen. Wij moeten ons niet zo gedragen dat wij koning zijn, Christus is Koning!

 

Geeft Christus zelf ons geen ander voorbeeld?

Wanneer de Here Jezus in Johannes 10 laat zien dat Hij de Goede Herder is, komt Hij met deze opvallende uitspraak: “Daarom heeft de Vader Mij lief, omdat Ik Mijn leven geef om het opnieuw te nemen. Niemand neemt het Mij af, maar Ik geef het uit Mijzelf; Ik heb macht het te geven, en heb macht het opnieuw te nemen. Dit gebod heb Ik van Mijn Vader ontvangen” (vs. 17,18).

Betekent dit dat we toch een vraagteken moeten zetten achter de conclusie dat wij als mensen niet de dag en het uur van onze dood mogen bepalen? Nee, want het wordt hier heel duidelijk dat Hij deze bevoegdheid ontving en niemand anders. Waarom kon de Here Jezus de bevoegdheid krijgen om het moment van Zijn sterven als de Verlosser te ontvangen? Omdat Hij als de Verlosser en de Zoon van God in alles naar de Vader luisterde. Hij zei dan ook op het ogenblik dat het ook het besluit van de Vader in de hemel was: “Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geest. En toen Hij dat gezegd had, gaf Hij de geest” Lukas 23:46.

Wij moeten leren om in vertrouwen op Jezus Christus als onze God en Verlosser te wachten op het moment dat Vader in de hemel ons laat sterven.

 

Echte liefde en mededogen

Christus leert ons om God en mensen lief te hebben. Wat betekent dit als we te maken krijgen met mensen die heel ernstig ziek zijn en om euthanasie vragen?

Ik noem drie dingen:

  1. Wanneer mensen om euthanasie vragen is het onze opdracht om hen met liefde en mededogen duidelijk te maken waarom we niet aan hun verzoek kunnen voldoen. Je krijgt dan de kans om heel teer van Christus te getuigen.
  2. Deze liefde voor de naaste vraagt er dan ook om dat we mensen die lijden de beste verzorging en pijnbestrijding geven. We mogen niet onverschillig gaan staan tegenover de pijn en het lijden van anderen. We hebben hierin ook beeld van God te zijn en daarom vanuit de liefde van Christus echt mee te leven met hen die lijden.
  3. We zetten er ons voor in om mensen die om ons heen lijden, aandacht en liefde te geven. Om er voor hen te zijn en waar we stervensbegeleiding kunnen geven dat ook te doen. Wie zelf vanuit Gods woord en wijsheid tegen actieve euthanasie is, wil vanuit Gods liefde er zijn voor de ander die lijdt en op weg is naar het sterven.

 

 

[1]  Dijk van, E.P.; Daverschot, M 2023 Als het levenseinde in zicht is. Ermelo: Neem & Lees

[2] Voorbeelden zijn; Karl Barth; H. Berkhof; H.M. Kuitert; A. Van Beek en Gijsbert van den Brink

[3] Zie o.a. Versteeg, J.P 1971  Is Adam in het Nieuwe Testament een ‘leermodel’  In: Kremer, W. e.a. Woord en Kerk p. 29-70  Amsterdam: Ton Bolland   

Visser, Rob. 1999   Kan ons nog aan Adam en Eva glo? Vrye Gereformeerde Studies 5  Pretoria: Victoria Drukkers

 

[4] Veel voorbeelden daarvan vind je in Exalto. K. 1979 De dood ontmaskerd  Amsterdam: Ton Bolland

[5] We belijden dit in vraag en antwoord 42 van de Heidelbergse Catechismus: Nu Christus voor ons gestorven is, waarom moeten wij dan nog sterven? Antwoord: Onze dood is geen betaling voor onze zonden, maar alleen een afsterven van de zonden en een doorgang tot het eeuwige leven.”

[6]  Zie hiervoor ook: Douma. J 1997 Medische Ethiek p. 260-263 Kampen; Kok

[7] Dit wordt in de Bijbel o.a. ook duidelijk waar de HEERE de Formeerder, Maker en Pottenbakker en de mens Zijn maaksel wordt genoemd. Enkele voorbeelden daarvan zijn: Jesaja 27:11, 29:16; 43:1; 44;2,24; 45;9,11; 64:8; Hosea 8:14; Rom 9:20,21