FLUWELEN REVOLUTIE: DOPERS DENKEN OVER GEZAG EN OVERHEID

14 november 2022

 

 

Ik heb net een groot deel van het interview bekeken waarin Gideon van Meijeren van Forum voor Democratie in een uitzending van Compleetdenkers. Hij zegt dat hij op een revolutionaire beweging hoopt. De meest opmerkelijke uitspraken van hem vind je hieronder. Bedenk daarbij dat hij ook stelt dat het daarvoor niet nodig is om de meerderheid van de bevolking achter je te hebben

Hier eerst de bedoelde uitspraken.

„Het is in het verleden, in de geschiedenis, vaker gebeurd dat regimes die zich tiranniek gingen gedragen, op enig moment toch ten val werden gebracht door de bevolking.” Volgens het FvD-lid kan een massa die groot genoeg is, omslaan in een revolutionaire beweging. „Waarbij het zo urgent wordt omdat mensen niks meer te verliezen hebben. Dat ze bij wijze van spreken naar het parlement trekken en zeggen: ‘Wij gaan hier niet meer weg tot de regering weg is’.” 

Daarnaast stelt de politicus dat in het verleden wereldwijd is gebleken dat bij dit soort opstanden ook slachtoffers vallen, soms met dodelijke afloop. „Dat is vreselijk en laten we hopen dat we dat kunnen voorkomen en alles vreedzaam blijft. Maar daar is wel waar ik op hoop uiteindelijk.” 

 

Hoe moeten we hierover als christenen nu denken? Zijn dit uitspraken waar je je maar voor 1% achter zou kunnen stellen? Ook als je ontevreden bent. Deze uitspraken passen bij de radicale doperse beweging in de 16e eeuw. Maar dan in een verwereldlijkte vorm. De radicale wederdopers wilden zich niet aan de overheid als het gezag door God  gegeven onderwerpen omdat zij het Koninkrijk van God op aarde zouden bouwen. Als het moest zelfs door revolutie en geweld heen. Denk aan de inname van Munster onder leiding van Jan van Leiden.   Dit was van 1534-1535. De oproep tot een revolutionaire beweging  komt nu niet uit een godsdienstig motief voort maar om ontevredenheid en het willen doorzetten van eigen ideeën.

Het is opvallend dat in de 19e eeuw veel gereformeerden zich in een politieke partij verenigden  met de naam Anti-Revolutionaire Partij.  Groen van Prinsterer  zei in de negentiende eeuw: “Tegenover de revolutie het evangelie”. Geen geweld, geen revolutie maar het evangelie als het goede tegengeluid en als de boodschap die laat zien dat Christus de Verlosser en Koning is.

Dat is maar niet maar wat een paar mensen in het verleden zeiden. Het is wat de kerk belijdt. Ook in een tijd dat de overheid zelfs diezelfde kerk vervolgt. De schrijver van de Nederlandse Geloofsbelijdenis (1561) is Guido de Bres. Hij wordt zelf door de overheid opgejaagd en uiteindelijk sterft hij als martelaar voor het evangelie van Christus. De overheid zorgt voor zijn dood. Het is deze man die ook artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis schrijft.  Het is de vervolgde kerk die deze belijdenis tot de hare maakt. Die verklaart dat deze belijdenis in alles met het Woord van God overeenstemt.

Het is de kerk die toen en vandaag o.a. dit belijdt:

“Verder is ieder, welke positie hij ook heeft, verplicht zich aan de overheid te onderwerpen, belasting te betalen, haar eer en eerbied te bewijzen, haar gehoorzaam te zijn in alles wat niet in strijd is met Gods Woord, en voor haar te bidden dat de Here haar bestuurt op al haar wegen, zodat wij een stil en rustig leven mogen leiden in alle godsvrucht en waardigheid (1 Tim.2 :1 en 2). Op dit punt wijzen wij de wederdopers en andere oproerige mensen af en in het algemeen allen die overheid en gezag verwerpen, de rechtsorde omver willen werpen door het invoeren van gemeenschap van goederen, en die de goede zeden die God onder de mensen heeft ingesteld, verstoren.”

Dit is ook de belijdenis van waaruit we in het volkslied zingen: “De koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.”  Dat doet niets af van de taak van de overheid in dienst van God. Dat mag en moeten we de overheid steeds weer voorhouden maar als ze anders handelt, blijft het gezag zolang geen dingen van ons gevraagd worden die tegen het Woord van God ingaan. We hebben zelfs een overheid waar we heel veel kritiek op hebben, te eren omdat Christus hen het gezag geeft. We hebben in de kerk de eerbied voor de mensen die God boven ons gesteld heeft hoog te houden. Juist omdat we voor de HERE willen leven.

Dit is ook niet alleen maar iets dat in de belijdenis van de kerk naar voren komt. Daarin wordt het Woord van God zelf nagesproken.  Bedenk dat Paulus de brief aan de Romeinen brief schrijft wanneer keizer Nero regeert. Een goddeloze, onbillijke keizer die christenen zelfs zo vervolgde dat ze met pek overgoten werden en dan bij zijn feesten aangestoken om als verlichting voor zijn feesten te dienen.

Juist als deze keizer regeert laat de Geest Paulus en Petrus het volgende schrijven:

“Ieder mens moet zich onderwerpen aan de gezagsdragers die over hem gesteld zijn, want er is geen gezag dan van God, en de gezagsdragers die er zijn, zijn door God ingesteld, zodat hij die zich verzet tegen het gezag, tegen de instelling van God ingaat, en wie daartegen ingaan, zullen over zichzelf een oordeel halen.” Rom 13:1,2

“Onderwerp u dan omwille van de Heere aan alle menselijke orde, hetzij aan de koning, als hoogste machthebber, hetzij aan de stadhouders, als mensen die door hem gezonden worden tot straf van de kwaaddoeners, maar tot lof van hen die goeddoen. Want zo is het de wil van God, dat u door goed te doen het onverstand van de dwaze mensen de mond snoert; als vrije mensen, maar niet alsof u de vrijheid hebt als een dekmantel voor slechtheid, maar als dienstknechten van God. Houd iedereen in ere;  heb al uw broeders lief; vrees God; eer de koning.”1 Petrus 2:13-17

 

Heel duidelijk wijst de Geest in het volgende vers dat het niet alleen gaat om mensen die hun gezag uitoefenen zoals de HERE dat wil. We lezen namelijk in vers 18: “Huisslaven, wees uw meesters met alle ontzag onderdanig, niet alleen hun die goed en welwillend zijn, maar ook die verkeerd handelen.”

 

het kan heel moeilijk zijn om te gehoorzamen en dat kan heel veel zelfverloochening kosten. Maar laten we als orthodoxe christenen niet eigenlijk net zo reageren als anderen die zeggen dat bepaalde delen van de Bijbel nu niet zo voor ons gelden omdat wij andere mensen zijn geworden of in een andere wereld leven. Dan zetten wij Gods Woord naar onze hand en laten dat Woord achter ons als het moeilijk voor ons wordt.

Ook als mensen als van Meijeren en ook Poetin dingen zeggen waar we het mee eens zijn, moeten we toch ver bij dit soort mensen wegblijven. Ook bij van Meijeren al praat hij over een fluwelen revolutie. Een christen is omwille van de HERE en omdat Christus Koning is anti-revolutionair en spreekt onverschrokken het evangelie van Koning Christus in deze wereld uit.