HOOFDSTUK 7  MAAR DE GEEST VAN DE TIJD DAN?

 

  Je vind hier hoofdstuk 7 van het boek 'De HERE spreekt ons aan'. Dat boek heb ik in 2014 geschreven. Juist in een tijd dat ik van heel dichtbij geconfronteerd werd met gedachten over de Bijbel die vragen stelden bij de Bijbel als Gods onfeilbare Woord. In dit boek vind je hoe ik met een open en biddend hart op die vragen juist vanuit de Bijbel antwoorden heb gegeven. Het boek kun je op deze site bestellen als je naar de afdeling boeken gaat. Je komt specifiek bij dit boek via: https://www.evangeliebelijden.nl/product/157903/de-here-spreekt-ons-aan

 

We zijn mensen van onze tijd. We ademen in hoe er gedacht en gevoeld wordt. Bepaalde gedachten en gevoelens komen heel sterk bij ons binnen. Dat gebeurt o.a. door de  media. Het is heel moeilijk om je in onze tijd te onttrekken aan wat er als een soort algemeen gevoel in de samenleving aanwezig is. Een van de vragen daarbij is of de HERE ons ook aanspreekt door  de geest van de tijd. Is wat er algemeen gevoeld en gedacht wordt  een soort openbaring van God naast de Bijbel?  Het is belangrijk om op deze vraag een duidelijk antwoord te hebben.

 

Logisch?

 

Bij zaken als homoseksualiteit, abortus, euthanasie en de positie van de vrouw in de kerk wordt geregeld een beroep gedaan op hoe er in de samenleving over gedacht wordt. “We kunnen ons daarvan niet losmaken”, wordt er dan gezegd. In de ontwikkeling van de gedachten door de eeuwen heen, zou je dan toch ook het werk van de Heilige Geest mogen zien.

Alleen al als je hier logisch over nadenkt, bergt deze gedachtegang grote problemen in zich. Ik noem er twee.

  1. Er spreekt een vorm van hoogmoed uit. Het is namelijk zo, dat je daarmee de gedachten van jouw samenleving op een bepaald deel van de wereld boven al het andere gaat verheffen. De geest van de samenleving waarin jij leeft, is verder ontwikkeld dan de rest van de wereld waar niet zo gedacht wordt. Het woordje nog speelt daarin vaak een rol. Anderen zijn nog niet zover dat ze zien dat het zelfbeschikkingsrecht van de mens een grote rol speelt. Anderen zijn nog niet zover dat ze inzien dat de individuele mens nu eenmaal veel meer in het centrum van het leven staat. Anderen zijn nog niet zover dat ze homoseksualiteit als een gewone variatie op seksueel terrein zien.

Het is een soort theoretisch kolonialisme. Wij weten het en als mensen op andere plaatsen in de wereld er anders over denken is dat eigenlijk een beetje achterlijk. Ze zijn nu eenmaal nog niet zover.

  1. Dat brengt me ook meteen bij het tweede punt. De geest van de tijd is op hetzelfde moment in de geschiedenis op meerdere plaatsen op de wereld heel verschillend. Juist in onze tijd wordt er dan ook gepleit om bijvoorbeeld de Bijbel verschillend te lezen. Dat zou je moeten doen binnen de cultuur, binnen de tijdgeest die er op een bepaalde plaats in de wereld is. Dan kunnen we leven met verschillende standpunten over bijvoorbeeld huwelijk en homoseksualiteit. Toch ligt daarbij dan toch weer een spanning, want hoe is het mogelijk dat er ook vanuit de Bijbel zulke tegenovergestelde standpunten ingenomen worden? Dat gaat vooral wringen als je vanuit je eigen cultuur denkt, dat jij eigenlijk denkt verder te zijn dan anderen vanuit hùn cultuur op een andere plaats op de wereld. Het wordt vooral spannend als mensen vanuit die verschillende culturen dicht bij elkaar wonen of nauwe kerkelijk banden hebben.

Hieruit zie je al dat je niet echt verder komt met de gedachte dat ook de ontwikkeling van de gedachten door de tijd heen een soort openbaringsbron bij de Bijbel is.

 

De  geest van de tijd toetsen

 

We lezen nergens in de Bijbel dat  we de gedachten van de wereld om ons heen moeten volgen. We zijn kinderen van onze tijd. Dat is waar. Het is ook heel goed om ons dat bewust te zijn. Om op die manier ook open te staan voor toetsing aan het Woord van God van gedachten die voor ons zo logisch en gewoon lijken te zijn. Een voorbeeld in de Bijbel is hoe men in de tijd van de Here Jezus over huwelijk en echtscheiding dacht en hoe het beleefd werd.  In de Joodse samenleving is het in die tijd  niet vreemd om te scheiden. Er zijn wel twee verschillende gedachtegangen over wanneer je mag scheiden. Er is de school van Sjammai en die van Hillel. De een is wel wat strenger dan de ander, maar bij allebei zijn er veel redenen waardoor je van elkaar kunt scheiden. De Here Jezus wordt de volgende vraag voorgelegd: “Is het een man toegestaan zijn vrouw om allerlei redenen te verstoten?” Mattheus 19: 3.

Het antwoord dat de Here Jezus op deze vraag  geeft, gaat lijnrecht in tegen de geest van de tijd.  De Here Jezus laat zien dat een huwelijk in principe voor God onverbrekelijk is.  Jezus noemt hier een uitzondering en dat is bij overspel. Dit  schokt de mensen die luisteren, want ze zijn het zo anders gewend. In de samenleving toen was de algemene mening zo anders. Mensen voelden het zo anders aan. Wat Jezus nu zegt, wordt als een beklemming ervaren. Zelfs door Zijn meest intieme leerlingen. Zij zeggen: “Als de zaak van de man met de vrouw er zo voor staat, is het beter niet te trouwen.”

Mattheüs 19: 10.

Jezus maakt duidelijk dat het altijd weer nodig is om het levensgevoel aan het Woord van God te toetsen.  Om niet het moderne denken de prioriteit te geven maar wat de Geest ons in het Woord met gezag aangeeft. De Here Jezus maakt  duidelijk dat daarbij ook heel belangrijk is, hoe de HERE het bij de schepping gemaakt en gezegd heeft. De volmaakte uitlegger van de Schrift zegt namelijk: “Hebt u niet gelezen dat Hij Die de mens gemaakt heeft, hen  van het begin af mannelijk en vrouwelijk gemaakt heeft, en gezegd heeft: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en  die twee zullen tot één vlees zijn, zodat zij niet meer twee zijn, maar één vlees? Dus, wat God samengevoegd heeft, laat de mens dat niet scheiden.”  Mattheüs 19: 4-6.

Hieruit blijkt dus dat het altijd weer nodig is om het levensgevoel van eigen tijd te toetsen aan het Woord. Ons levensgevoel gaat nooit boven het Woord van God uit!  We zullen de meningen, ook een algemene mening en een gevoel,  juist moeten toetsen aan wat de Geest ons in de Bijbel vertelt en leert. Zie o.a. ook 1 Thessalonicenzen 5: 21,22; 1 Johannes 4: 1.

Voor alle tijden geldt, dat we wat gedacht en gevoeld wordt in de samenleving niet zomaar als vooruitgang moeten aannemen, maar het leggen naast de wijsheid van God. De wijsheid, die wijsheid voor alle tijden is.  Dat komt heel duidelijk naar voren in Kolossenzen 2: “Dit zeg ik, opdat niemand u met drogredenen misleide.  Want al ben ik naar het vlees afwezig, naar de geest ben ik bij u en ik zie met blijdschap de orde, die bij u heerst, en de hechtheid van uw geloof in Christus.  Nu gij Christus Jezus, de Here, aanvaard hebt, wandelt in Hem,  geworteld en dan opgebouwd wordend in Hem, bevestigd wordend in het geloof, zoals u geleerd is, overvloeiende in dankzegging.  Ziet toe, dat niemand u medeslepe door zijn wijsbegeerte en door ijdel bedrog in overeenstemming met de overlevering der mensen, met de wereldgeesten en niet met Christus”.  Kolossenzen 2: 4-8

 

Veel leraars  

 

Wanneer je het Nieuwe Testament leest, is het niet vanzelfsprekend dat we in de ontwikkeling van de tijd te maken krijgen met  een toenemend inzicht,  waarin steeds meer van de Geest te zien is.  De tijd tussen Christus’ hemelvaart en Zijn  terugkeer wordt niet getekend als een tijd van grote vooruitgang  op dit punt. Het is juist een tijd, waarin er steeds weer veel afval van de HERE te zien zal zijn. Een tijd ook, waarin veel mensen zich zullen ergeren aan het met gezag naar voren brengen van het Woord van God.  Een tijd, waarin mensen er van houden dat er veel mensen zijn die als leraar optreden en die dan hun leer als hun mogelijkheid van leven aan de mensen aan te prijzen.  Dat doet wat dat betreft echt aan onze postmoderne tijd denken.  En dan moet je vooral niet zeggen dat iets de waarheid ìs, maar het zou zo kunnen zijn. Het is waarschijnlijk ‘een stukje’ van de waarheid.

De Heilige Geest tekent heel herkenbaar de tijd tussen hemelvaart en wederkomst o.a. zo: “Ik  bezweer u, ten overstaan van God en de Heere Jezus Christus, Die levenden en doden zal oordelen bij Zijn verschijning en in Zijn Koninkrijk:  predik het Woord. Volhard daarin, gelegen of ongelegen. Weerleg, bestraf, vermaan, en dat met alle geduld en onderricht.  Want er zal een tijd komen dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen, maar dat zij zullen zoeken wat het gehoor streelt, en voor zichzelf leraars zullen verzamelen overeenkomstig hun eigen begeerten.  Ze zullen hun gehoor van de waarheid afkeren en zich keren tot verzinsels.  Maar u, wees nuchter in alles. Lijd verdrukkingen. Doe het werk van een evangelist. Vervul uw dienstwerk ten volle.” 2 Timotheüs 4: 1-5.

De geschiedenis naar Christus’ wederkomst loopt zelfs uit op een tijd die doet denken aan de tijd dat Noach bezig was om de ark te bouwen. De tijd, waarin Hij de mensheid moest oproepen tot bekering.  Dat de wereld op de dag dat de Here Jezus terugkomt aan Noachs tijd doet denken, lezen we in Lukas 17: “En zoals het gebeurde in de dagen van Noach, zo zal het ook zijn in de dagen van de Zoon des mensen. Zij aten, zij dronken, zij namen ten huwelijk en zij werden ten huwelijk gegeven tot op de dag waarop Noach de ark binnenging en de zondvloed kwam en hen allen om deed komen.”

Lukas 17: 26,27.

Niet de tijd, niet de ontwikkelingen in de maatschappij, maar het evangelie dat ons in de Bijbel gegeven is, is het beslissende en onfeilbare kompas voor ons leven, ons denken en ons voelen.  De ontwikkeling in de tijd is geen openbaringsbron naast de Bijbel. Het Woord van God staat daar boven.  Dat is in het Woord ook duidelijk te lezen.