STABIEL TERWIJL ALLES SCHUDT EN SCHOKT

Enkele aantekeningen bij Psalm 125

 

Een pelgrimslied.

Wie op de HEERE vertrouwen, zijn als de berg Sion,

die niet wankelt, maar voor eeuwig blijft.

Rondom Jeruzalem zijn bergen,

zo is de HEERE rondom Zijn volk,

van nu aan tot in eeuwigheid.

Want de scepter van de goddeloosheid zal niet voorgoed rusten

op het erfdeel van de rechtvaardigen;

opdat de rechtvaardigen hun handen

niet uitstrekken naar onrecht.

Doe goed, HEERE, aan wie goed zijn

en aan hen die oprecht zijn in hun hart.

Maar wie zich neigen tot kronkelwegen,

zal de HEERE doen verdwijnen,

met hen die onrecht bedrijven.

Vrede over Israël!

 

Stabiel

Je zou kunnen zeggen dat de wereld in een shock is. We weten eigenlijk niet wat ons overkomt. Met angst en beven kijken velen ook naar de toekomst. Hoe zal het met de gezondheid en met de economie gaan. Komen we hier wel bovenop. Juist in deze omstandigheden is het goed om te letten op wat de HERE ons in Psalm 125 zegt.

Israël gaat volgens Gods gebod drie keer per jaar naar Jeruzalem om daar de grote feesten te vieren. Wanneer ze op weg zijn en er onderweg al meer mensen aansluiten, worden de bedevaartsliederen gezongen. Ook als ze Jeruzalem aan het einde van hun reis zien, zingen ze van deze stad waar de HERE woont. Ze zingen van de berg Sion waarop de tempel is gebouwd. Jeruzalem wordt aan drie kanten door bergen omringd. Zo is er een natuurlijke verdediging om de stad tegen vijanden.

De mens die op de HERE vertrouwt, wordt met de berg Sion vergeleken.

De berg Sion is voor Gods volk een teken van vastheid. Van de zekerheid dat de HERE bij hen woont. Dat Hij voor ze zorgt. De berg Sion beweegt niet. Het is de berg die de HERE uitgekozen heeft om daarop te wonen. Gods volk vindt in de HERE hun rust en bescherming. Elke gelovige vindt rust in God. Wat er ook om hem of haar heen gebeurt. Toch ligt zijn of haar leven in Gods hand en daarom staat het leven vast als de berg Sion. Zo straalt er rust en stabiliteit uit het leven van Gods kind. Het is niet zo dat de omstandigheden het leven van Gods kinderen beheersen, maar de zekerheid dat de HERE bij hen is.

Dat geeft de zekerheid van veiligheid. Jouw leven is veilig omdat je deel van Gods volk bent. Deze veiligheid, die de HERE aan Zijn volk geeft, vergelijkt de Heilige Geest in Psalm 125 met de bergen die om Jeruzalem heen liggen.

Wanneer de gelovige op weg is naar Jeruzalem en hij komt dichterbij, ziet hij hoe die bergen Jeruzalem omringen. Het opvallende is dat in deze Psalm de nadruk gelegd wordt op die drie kanten waar Jeruzalem door bergen omringd wordt. Er wordt niets gezegd over die ene kant waar Jeruzalem openligt. Het gaat de Geest erom te benadrukken hoe de bergen om Jeruzalem de stad beschermen. Zoals deze bergen aan drie kanten Jeruzalem beschermen, zo omringt de HERE met zijn bescherming zijn volk. De kerk wordt door Christus beschermd. Het kan lijken alsof op bepaalde plaatsen de vijanden zomaar binnenkomen. Ook als dat zo lijkt, is het voor het echte volk van God niet nodig om in paniek te raken. Bang zijn en daardoor beheerst worden is niet nodig. Ook dan is God er als de almachtige beschermer. Deze bescherming heeft Christus met Zijn werk verdiend. Christus zelf geeft met de volgende woorden de garantie voor die bescherming: “En Ik zeg u ook dat u Petrus bent, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen.” (Mattheus 16:18)

Deze Goddelijke bescherming van Gods volk en van elke gelovige persoonlijk is niet tijdelijk. Deze bescherming wordt nooit onderbroken. Het is niet zo dat de HERE af en toe wat slaap nodig heeft, of te moe is om echt op te letten. Het is ook niet zo dat soms te veel dingen zijn aandacht vragen en iets aan zijn aandacht ontglipt. De HERE is overal en altijd om zijn volk heen. Hij is de bergen die de vijanden, die de duivel, niet kan doorbreken.

 

Wel aanvechting

De gelovige is op weg naar de tempel. Zijn hart is vol zorg. Bezorgd om zijn volk. Er is onrust in zijn hart als het om de kerk gaat. De oorzaak daarvoor is dat een vreemde koning over het volk van God regeert. Israël is geen vrij volk. Er is een koning die over het volk regeert, die zelf de HERE niet dient. Het kan ook zo zijn dat de echte gelovige die op weg is naar de tempel bezorgd is omdat er wel een koning uit het huis van David regeert maar dat die los van God leeft.

In vers 3 wordt gesproken over de scepter van de goddeloosheid. Dat betekent dat de afval van de HERE onder het volk de dienst uit maakt. Wat is nu het grote gevaar van wanneer er een goddeloze koning over Juda regeert? Wat is het gevaar wanneer de goddeloosheid kan voortwoekeren onder Gods volk zonder dat het bestraft wordt?

Het gevaar is dat de rechtvaardigen het recht in eigen hand gaan nemen. Dat zij zelf met geweld de goddelozen willen straffen. Dat ze de uiteindelijke straf niet aan de HERE overlaten. Het gevaar is ook dat zij die volgens Gods recht leefden, nu aangestoken worden door het virus van een leven volgens eigen hart en gevoel. Dat ook zij langzaam maar zeker al meer dingen gaan doen die tegen Gods wil zijn. Dat zo’n leven al meer gewoon begint te worden. Een soort sluipende moordenaar. Dat gevaar is er altijd weer. Dat is het grote gevaar in een samenleving waar leven zonder God en tegen zijn duidelijke wil al meer normaal wordt. Het nieuwe normaal. Een nieuw normaal waaraan we nooit mogen wennen.

Ook in deze omstandigheden geeft de HERE het juiste antivirus. We lezen namelijk in vers 3 ook dat de scepter van de goddeloosheid niet zal rusten op het erfdeel van de rechtvaardigen. De Heilige Geest verzekert ons hier dat de goddeloosheid niet blijvend zal regeren. Deze scepter zal geen rust vinden en eens weer verdwijnen.

We zien hier dat er moeilijke tijden in de geschiedenis van de kerk zijn. Juist omdat een leven zonder God en zijn goede geboden aanbevolen wordt. Dat die juist door de leiders in de samenleving met kracht naar voren wordt gebracht. Dan kan het heel zwaar zijn voor de kerk. Zoals in de tijd van Achab toen er nog maar 7000 overgebleven waren die niet voor de afgoden hadden gebogen. Die niet hadden gebogen voor de cultuur en geest van de tijd. Toch is het niet nodig om moedeloos te worden. Om bij de HERE en bij Christus’ kerk weg te gaan. Juist Christus zal ervoor zorgen dat het nooit te moeilijk voor ons zal worden. Wanneer Christus juist over de tijd spreekt op weg naar de wederkomst, laat Hij zien dat het voor de gelovigen heel moeilijk kan worden, maar dan zegt Hij ook dit: “Want dan zal er een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is vanaf het begin van de wereld, tot nu toe, en zoals er ook nooit meer zijn zal. En als die dagen niet ingekort werden, zou er geen vlees behouden worden; maar ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen ingekort worden.” Mattheus 24:21,22

De scepter van de goddeloosheid zal niet langer heersen dan de tijd en de intensiteit waarin de gelovigen dat kunnen verdragen. We zien hier hoe de HERE als de Vader rekening houdt met de draagkracht van elk van Zijn kinderen. We lezen dat ook heel duidelijk in 1 Korinthe 10:12,13: “Daarom, wie denkt te staan, laat hij oppassen dat hij niet valt. Meer dan een menselijke verzoeking is u niet overkomen. En God is getrouw: Hij zal niet toelaten dat u verzocht wordt boven wat u aankunt, maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven om die te kunnen doorstaan.”

De HERE laat Zijn volk niet zonder uitzicht en hoop.

 

Vrede voor Gods volk

We lezen in vers 4 een gebed. Het is een gebed waarin ook duidelijk wordt hoe de gelovigen leven. Ze worden daar de goeden en de oprechten genoemd. Ze kunnen goed genoemd worden omdat ze juist voor hun leven op Gods Woord letten. Zij nemen de woorden van God als de betrouwbare woorden aan om daaruit te leven. Zij zijn er op uit om te leven zoals het goed is volgens Gods eigen woorden. Zijn wijsheid is voor hen beslissend. Daarom leven ze ook op een manier die goed is voor de naaste.

De rechtvaardigen zijn zij die bepaalde dingen niet alleen doen of zeggen omdat de omgeving dat van ze verwacht. Zij zijn het die niet alleen uiterlijk aan de HERE gehoorzaam zijn. Zij zijn het niet die zich er uit angst alleen toe gedwongen voelen. Nee, hun leven wordt door de liefde van God, door Christus als hun Heer beheerst. Ze zijn met hun hart betrokken bij wat ze in dienst van de HERE en de naaste doen en zeggen.

Dat betekent niet dat ze zondeloos zijn. Wanneer ze zondigen en dat ook zien, is er bij hen ook echt verdriet. Berouw met hun hart. Dan komt er het gebed om vergeving vanuit hun hart. Een voorbeeld daarvan is David. Hij heeft in zijn leven diep en zwaar tegen de HERE gezondigd. Toch is hij een man naar Gods hart. Waarom? Omdat het berouw over zijn zonden vanuit zijn hart kwam en omdat hij vanuit zijn hart om vergeving vroeg.

We lezen in vers 5 een belijdenis. De schrijver van deze Psalm belijdt dan dat zij die goddeloos leven niet voor altijd koning zullen kraaien. Zij die tegen Gods wil in leven, zij die dat al meer gaan doen zullen eens niet meer op aarde gevonden worden. Dan is er ook aan die verleiding voor Gods volk een einde gekomen.

De echte vrede kun je in de kerk van Christus vinden. Daar waar Hij volgens Gods eigen Woord verkondigd wordt. Wanneer de Here Jezus opgestaan is en aan Zijn leerlingen verschijnt, zegt Hij tegen hen: “Vrede zij u!” (Johannes 20:19) Dat betekent dat de kerk die op dat moment en daarna Christus verwerpt Gods vrede kwijt is. Gods vrede is niet meer in de synagoge en de tempel te vinden waar Christus niet geëerd en gediend wordt als de beloofde Verlosser die gekomen is. Die vrede is daar te vinden waar mensen uit allerlei volken samenkomen om Christus te volgen en zo de HERE te aanbidden. Zij hebben door Christus vrede met God. Zij zijn door Christus rechtvaardig voor God. Dat is nog steeds de vrede die aangevochten wordt in ons leven.

Eens zal deze aanvechting en verleiding verdwenen zijn. Dat is de dag dat voor iedereen te zien is dat de scepter van de goddeloosheid niet op de rechtvaardigen rust. De dag dat dit voor eeuwig duidelijk wordt, is wanneer Christus op de wolken als de Koning terugkomt. Hij spreekt dan het laatste en rechtvaardige oordeel uit. Zijn oordeel zorgt er voor dat waarheid en werkelijkheid wordt wat we in Openbaring 22:14,15 lezen: “Zalig zijn zij die Zijn geboden doen, zodat zij recht mogen hebben op de Boom des levens, en opdat zij door de poorten de stad mogen binnengaan. Maar buiten bevinden zich de honden, de tovenaars, de ontuchtplegers, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder die de leugen liefheeft en doet.”

Wanneer de nieuwe aarde er dan door Gods hand komt, is er niemand meer op aarde die nog zonde doet. Alle verleiding en aanvechting is dan verdwenen. We mogen dan genieten van de volle vrede van God. Gods vrede is dan in al haar volheid over Zijn volk gekomen.

Dat is het perspectief waarin we ook nu in Nederland mogen leven. Te midden van veel leven los van God. Te midden van het coronavirus en alle gevolgen daarvan. Toch is het niet nodig dat deze omstandigheden ons leven beheersen. Het echt beheersende is dat Christus Koning is. Dat Hij boven de omstandigheden staat en regeert. Wanneer Hij ons zijn opdrachten geeft, hoe alles om ons heen dan ook schudt en schokt, toch kunnen we als Gods kinderen verder. Onze rust vinden we dan in Christus, in God. Dan kunnen we in geloof juist in een wereld die op zijn kop staat de echte rust uitstralen. Een rust die verwijst naar Gods vrede, naar Christus. Wie in een samenleving vol spanning en onrust op zijn post blijft en rust uitstraalt, getuigt daarmee van Christus.