Evangeliebelijder
Evangeliebelijder
  • Home
  • Daaglikse meditasie/Dagelijkse meditatie
    • meditaties coronacrisis/ meditasies koronakrisis
    • reeks Filippenzen/Filippense
    • reeks Gebed
    • Geloof en zekerheid/Geloof en sekerheid
    • Meditaties/Meditasies Geloofsleer
    • meditaties varia
    • Vakantiemijmeringen/Vakansiemymeringe
  • Preken
    • Genesis
    • Leviticus
    • Psalmen
      • Psalm 23
      • Psalm 122
      • Preek Psalm 91 coronacrisis
    • Openbaring
  • Catechismuspreken
    • Zondag 3
    • Zondag 5
    • zondag 6
    • Zondag 8
    • Zondag 10
    • Zondag 12
    • Zondag 14
    • Zondag 15
    • Zondag 38
    • Zondag 41
    • Zondag 42
    • Zondag 42 Hervormingsdag
    • Zondag 43
    • Zondag 43 Gebruik je tong tot voordeel van jouw naaste
    • Zondag 44
    • Zondag 45
    • Zondag 46
    • Zondag 47
  • Boeken
    • Hoe zullen wij leven?
    • Gelukkig geen mythe
    • Wees een doener in geloof
    • Leven voor Gods ogen
    • Leg de goede belijdenis af
    • De HERE spreekt ons aan
    • TItus
    • Haggai
    • Verklaring Prediker
    • Het wonder van Gods genadige verkiezing I
    • Ik hou zo van je
    • Vragen bij: Ik hou zo van je
  • artikelen
    • Orkaan Irma
    • de opname van de gemeente op 22 september 2017?
    • Wat is echte kennis
    • Een verbeterde visie
    • Komt er iets van boven?
    • Weten we meer dan Paulus?
    • Kun je je beheersen?
    • Zonde tegen de Heilige Geest
    • Vrouw in het ambt?
    • 12 keer Luther
    • Wat heeft Luther ons vandaag te zeggen?
    • vreugdevol
    • Verlangen naar eenheid
    • The Shack/De uitnodiging
    • Actuele oude preek
    • Hermeneutiek: Die leeu brul
    • Kerst leegheid
    • Hoe lees ons die Bybel?
    • Bijbelboek Job
    • Komt het kwaad alleen van de duivel?
    • Die aantrekkelijke wereld
    • Kerk en democratie
    • De stem van volk en partij
    • Twee prachtige beloften
    • Christus en vijftig tinten grijs
    • Hoe veilig ben ik?
    • Zielig of schuldig?
    • Katholieke kerk zijn en onze smaak
    • Geloven niet uit de Bijbel maar uit mijn hart
    • Geestelijke leiding in en door de prediking
    • Enkele gedachten over 2018/2019
    • Nog bekering nodig?
    • bijzondere afscheidspreek 1995
    • Vrouw in het ambt en de leer van de verlossing
    • Mag ik nog herder zijn?
    • Hoe het zo geworden is of hoe het zo kon gebeuren
    • Wie is de Here Jezus?
    • Paulus tot instrument van Christus gemaakt
    • Psalm 2 direk Messiaans?
    • Die doodstraf
    • Reg in eie hand neem?
    • Ben ik een farizeeĆ«r - Christenvervolging in Nederland
    • HISTORISCHE UITTOCHT UIT EGYPTE BELANGRIJK VOOR ONS GELOOF IN DE 21E EEUW?!
    • Die God wat leef
    • Wie mag by die kerk behoort?
    • De liefde als eerste
    • DE WIJSHEID EN DE UIL VAN MINERVA
    • Liefdemaaltijd
    • Ons gebedsleven
    • De HERE zelf is de norm voor ons leven
    • Wie ben ik?
    • Zijn ouderlingen gebedsgenezers?
    • Nationale synode? Graag!
    • Geloofsbeleving - bevinding
    • Het belang van Genesis 1-3 voor de ethiek
    • De Schepper is God
    • Lijden en dood vanaf het begin?
    • De drie H,s
    • Transgender
    • Geven en ontvangen van organen
    • DE BERGREDE:NOODZAKELIJK ONDERWIJS
    • MIJN HART BREEKT
    • Ga met God en God zal met je gaan
    • Wat een pijn en verdriet!
    • KERK IN VERSKEIDENHEID - KERK IN VERSKEURDHEID
    • Gods kind leeft!
    • Wat moet je met een God die toornt?
    • Spangenberg se wetenskaplike hoogmoed
    • Stabiel terwijl alles schokt en schudt (Aantekeningen bij Psalm 125)
    • Oer Goed boek over schepping, zondeval en verlossing?
    • Genesis 1 en de positie van man en vrouw vrouw
    • Gehoorzamen met ons hart
    • Brief synode Goes 2020
    • DE MEERDERHEID BESLISSEND?
    • Kerst en alles zal openbaar worden
    • Christus en Jodenhaat
    • VACCINS TEKEN VAN HET BEEST?
    • Bouwen op machtspolitiek?
    • OP WEG NAAR PASEN: ANGST EN VOORZICHTIGHEID
    • Mag ik als christen nog in dit land leven?
    • Een christen is uit op het geluk van iedereen
  • Voorbereidingsbladen
    • Voorbereidingsblad preek vanuit Zondag 5
    • Voorbereidingsblad Pasen 2020
    • Voorbereidingsblad preek Psalm 69:8-10
    • Voorbereidingsblad preek zondag 3
    • Voorbereidingsblad zondag 47
    • Voorbereidingsblad zondag 48
    • Voorbereidingsblad preek Johannes 21:1-14
    • Voorbereidingsblad Johannes 21:1-14 (II)
    • Voorbereidingsblad preek Zondag 9
    • Voorbereidingsblad preek Zondag 10
    • Voorbereidingsblad preek Zondag 13
    • Voorbereidingsblad preek Handelingen 2:1b Pinksteren
    • Voorbereidingsblad preek Openbaring 14:1-5
    • Voorbereidingsblad preek Openbaring 14:6,7
    • Voorbereidingsblad preek Openbaring 14:8
    • Samenvatting preek Galaten 5:22: Blijdschap
    • Voorbereidingsblad preek 1 Koningen 17:2-6
    • Voorbereidingsblad preek 1 Koningen 17:7-16
    • Leesroosters bidden
    • Verwerkingsblad preek 2 Johannes 2:9b
    • Verwerkingsblad preek 1 SamuĆ«l 9-10:1
    • Verwerkingsblad preek 1 SamuĆ«l 10:1-16
    • Verwerkingsblad preek Zondag 39
    • Verwerkingsblad bij preek over Zondag 40
    • Voorbereidingsblad preek Lukas 1:46-48a
    • Voorbereidingsblad preek Lukas 1:48b-50
    • Voorbereidingsblad Kerst 2021
  • Cursussen
    • Cursus: Hoe lezen wij de Bijbel?
    • Cursus: Geloofsleer
    • Aantekeningen begeleiding studenten
      • Ethiek: Een verbeterde versie?
      • Nieuwe Testament: Positie IsraĆ«l
      • Geloof en gevoel
      • Ethiek in de preken?
      • De liefde als vervulling van de wet
      • Christus stierf voor onze zonden
      • Wet en evangelie
      • HET OUDE TESTAMENT EEN EENHEID?
      • Cursus: Openbaringsgeschiedenis profeten
      • Wie mag bij de kerk horen?
      • Die Liebe als Erfullung des Gesetzes (Andacht RTS Heidelberg 19 Oktober 2019)
  • De waarde van het lichaam V homoseksualiteit
    • De waarde van het lichaam
  • Moet me van het hart
    • Moeder thuis minderwaardig?
    • Speelgoed, ethiek en Bavinck
  • Openbaring Schetsen
    • Schets 1: Openbaring 4
    • Schets 2: Openbaring 5
    • Schets 3: Openbaring 6
  • Bijbelstudies coronavirus youtube
  • De verleiding is groot
  • GETUIGENDE KERKELIJKE EENHEID
  • Word wakker!
  • Roofdieren en allerlei leed in Gods goede schepping?
  • Is God een narcist?
  • De tweede kerkdienst belangrijk
  • Psalm 54 Opgedragen aan het OekraĆÆense volk
  • OORLOG VERSCHRIKKELIJK
  • De HERE is de enige God
  • Droeg Christus de straf in onze plaats?
  • Kritiek op de offers?
  • Maar de geest van de tijd dan?
  • DE VUURVLAM VAN DE HEERE DIE LEVENSLANG VERBINDT
  • rust-slavernij-klimaat
  • Kritisch zijn
  • FLUWELEN REVOLUTIE: DOPERS DENKEN OVER GEZAG EN OVERHEID
  • Bavinck - Ethiek - Douma
  • Vakantiemijmeringen AustraliĆ«
  • WETENSCHAPSBIJBEL AAN TE BEVELEN?
  • Zoeken
  • 0 Winkelwagen
  • CORONACRISIS/KORONAKRISIS

CORONAVIRUS

 

"Want Híj zal u redden van de strik van de vogelvanger, van de zeer verderfelijke pest. Hij zal u beschutten met Zijn vlerken, onder Zijn vleugels zult u de toevlucht nemen, Zijn trouw is een ​schild​ en een pantser." Psalm 91:3,4

Beurzen dalen. Schepen liggen aan de kant met mensen die er niet af mogen. Hotels worden voor twee weken een soort luxe gevangenis. Mensen beginnen te hamsteren. Steden en gebieden worden afgesloten. Ondanks veel maatregelen staat het coronavirus voor de deur van Nederland. Deskundigen zeggen dat het niet de vraag is of dit virus in ons land zal toeslaan maar wanneer.
We denken vaak alles in de hand te hebben. Dan ineens wordt dat vertrouwen op eigen kunnen verkeerd bewezen. We hebben ons leven niet in eigen hand. Hoe reageren wij op deze dingen? Vertrouwen we op ons gezondheidssysteem en ons netwerk van artsen en voorzieningen? Dat laatste was gisteravond op OP1 voor de televisie sterk te horen. Wij zullen het wel even fiksen. Laten we goed bedenken dat ook ziekte en de dreiging daarvan ons tot bezinning heeft te brengen. Het leven kan zomaar afgelopen zijn. Zijn we op de toekomst na onze dood voorbereid? Kunnen wij met een goed geweten omdat we op Christus bouwen en voor Hem leven voor God verschijnen? Het coronavirus is ook een klop op de deur van het hart van alle mensen om bij Christus de redding en genezing van je leven te zoeken. Dan bidden we om Gods bescherming tegen ziekte en om genezing als we ziek worden. Dan bidden we om bekering en vergeving want wie in geloof sterft weet dan dat Gods verlossing er voor zorgt dat ook het coronavirus je niet echt kan doodmaken. Dan leef je door Gods beschutting in Christus voor eeuwig onaantastbaar voor welke ziekte ook bij de HERE in de hemel en later op de nieuwe aarde. Dat is de echte hoop voor ieder mens.

 

CORONA EN GODS KLOP OP ONS HART

 

"en u zult tot stof terugkeren." Genesis 3:19

De besmetting met het coronavirus grijpt verder om zich heen. Met grote gevolgen. Zelfs met al meer paniek op de beurzen. Er wordt veel over gepraat. Veel maatregelen om het nog te keren. Ook veel angst. De eerste dode is ook in Nederland te betreuren. Toch is er iets wat ik bijna niet hoor.
Dat is dat deze ziekte juist in haar omvang en bedreiging ook een klop van God op ons hart is. Het hoort bij het oordeel van de HERE over een zondige wereld. Wij zijn het die door de zonde de ziekten en de dood in de wereld gebracht hebben. Daarin spreekt Gods oordeel over zondige mensen. Dat zijn wij allemaal.
Wat is het belangrijk dat we maar niet onze schouders ophalen. Wat is het belangrijk is het dat we zien dat ook in dit plotselinge oordeel over onze zonden de HERE laat zien hoe kwetsbaar wij ons eigen leven gemaakt hebben. Dat we eens zullen sterven en dat kan ook door de corona over ons komen. Dat het dan van eeuwig levensbelang is of we met Christus leven of niet. In Christus is er verlossing van het oordeel en van de dood. Juist zo'n ziekte die vol bedreiging is, is ook een klop op ons hart. Een signaal dat je waarschuwt: besef dat je met Christus hebt te leven! De mens is niet in staat om dood en ziekte van de wereld weg te doen. Alleen door Christus wacht voor wie bij Hem zijn of haar leven zoekt een wereld waar dit door Gods ingrijpen voor altijd verdwenen is. Dan zul je opstaan uit het stof om nooit meer tot stof terug te keren.

 

VOORZORGSMAATREGELEN?  

 

"De ​kleren​ van de melaatse bij wie de ​ziekte​ is vastgesteld, moeten ingescheurd worden, zijn hoofdhaar moet hij los laten hangen, hij moet zijn baard en snor bedekken en hij moet roepen: ​Onrein, ​onrein! Alle dagen dat hij de ​ziekte​ heeft, zal hij ​onrein​ zijn. ​Onrein​ is hij, hij moet afgezonderd wonen. Buiten het kamp moet zijn woongebied zijn." Lev 13:45,46

Ingrijpende maatregelen in Nederland en andere Europese landen om besmetting met het coronavirus te beperken. Kerken vieren op een aangepaste manier het Avondmaal. De komende weken zullen veel kerken op aangepaste manieren kerkdiensten houden. Waarbij de digitale mogelijkheden zoveel mogelijk gebruikt zullen worden. Van veel vergaderingen is de vraag of het verstandig is om die laten doorgaan. Is dit allemaal niet een blijk van te weinig vertrouwen op de HERE? Als God bij ons is, komt het toch goed.
Dat laatste is waar maar dat betekent niet dat we geen voorzorgsmaatregelen  hebben te nemen. Verantwoordelijk optreden vraagt ook om het willen voorkomen van ziekten. De HERE zelf laat ons dat zien als het om melaatsheid gaat. Het is door de geschiedenis heen opvallend dat in Joodse wijken waarin de regels van de HERE ten aan zien van hygiëne en quarantaine in acht genomen werden er veel minder ziekte was. Je ziet hoe goed Gods geboden voor het hele leven zijn! Je ziet in de tekst hierboven dat mensen met een besmettelijke ziekte apart moesten wonen en op afstand blijven om te voorkomen dat ook anderen ziek werden. Dat ze ook onrein werden en bedreigt met de dood. Dat leert ons vandaag dat het juist de plicht van christenen en de kerk van Christus is om ook hierin verantwoordelijk te zijn! Zo draag je juist Gods liefde uit.

 

REGEERT ANGST?  

 

"En de duivel zei tegen Hem: Als U de ​Zoon van God​ bent, werp Uzelf dan naar beneden, want er staat geschreven dat Hij Zijn ​engelen​ voor U bevel zal geven, en dat zij U op de handen zullen dragen, opdat U Uw voet niet misschien aan een steen stoot .Jezus​ zei tegen hem: Er staat eveneens geschreven: U zult de Heere, uw God, niet verzoeken." Mattheus 4:6,7

De situatie rond het coronavirus wordt erger. Virologen in Nederland roepen op om in deze dagen zelfs je verjaardag niet te vieren. Al meer geluiden om echt de sociale contacten zoveel mogelijk te beperken. Kerken besluiten om drie weken lang alle activiteiten waarbij mensen bij elkaar komen te schrappen. Ook als er veel minder dan 100 mensen bij elkaar komen. Er wordt veel gebruik gemaakt van digitale mogelijkheden.
Een reactie is dat er dus niet genoeg op de HERE vertrouwd wordt. Dat is in veel gevallen een verkeerde conclusie. Je vertrouwt op de HERE, je bent niet bang. Je weet dat je in vrede met God leeft omdat je Christus kent als je Verlosser en God. Als het je tijd is dan is het goed. Ook als het door corona is. Toch vraagt de liefde van God ook liefde en bescherming van de naaste. Het zesde gebod vraagt juist om bescherming van het leven van de ander. De HERE schrijft ook voorzorgsmaatregelen voor om het leven te beschermen in de Bijbel.
Ja, maar in Psalm 91 staat dat de HERE Zijn volk in nood en bij de pest beschermt. Dat staat er! Daar doe ik niet van af. Toch wijst juist de Here Jezus zelf er op dat je die Psalm niet mag gebruiken zonder onze eigen verantwoordelijk te gebruiken. De duivel wijst de Here Jezus er op dat Hij maar van het dak van de tempel kan springen. Als Hij Gods Zoon is zal God dat goed laten aflopen. Dat staat toch in Psalm 91?! Dan is het antwoord van de Here Jezus: "Er staat eveneens geschreven: U zult de Heere, uw God, niet verzoeken." Hij wijst aan dat we verantwoordelijk blijven en de HERE niet mogen dwingen tot acties. Wij moeten met de kennis die we hebben verantwoordelijk leven tot bescherming van onze naaste. Wat hebben we daarbij nog een mogelijkheden om op allerlei manieren morgen het bevrijdende en genezende evangelie te horen!

 

EIE BELANG EERSTE? EIGEN BELANG EERST?  

 

“Julle moet nie elkeen na sy eie belange omsien nie, maar elkeen ook na die ander s’n. Want hierdie gesindheid moet in julle wees wat ook in Christus Jesus was.” Fil 2:4,5

Met watter gesindheid staan ons in die wêreld? Hoe leef ons in ’n tyd waarin ingrypende maatreëls geneem word om die verspreiding van die coronavirus te bestry? Haal ons ons skouers op omdat ons nie by die groepe behoort wat meer risiko loop nie? Is dit vir ons te oordrewe omdat dit ons lewens teveel beperk? Of redeneer ons vir die oog baie gelowig deur te sê dat ons net op die HERE moet vertrou en dat ons ons skuld moet bely? Dat ons op die HERE moet vertrou en eie skuld moet bely is so waar! Nogtans sou dit juis van ongeloof getuig as ons om daardie rede nie sou saamwerk by die bestryding van die coronavirus wat vir baie mense lewensbedreigend is.
Die gebed tot die HERE is hierby onmisbaar. Sy seën, Sy genade, Sy beskerming het ons so nodig! Ons kan nie sonder nie. Wie reg bid is ook iemand wat werk. Dit is wat die Here Jesus ons self geleer het.
Hoekom sou ons baie dinge wat ons vryheid raak opoffer? Hoekom sou ons versigtig wees? Hoekom sou ons ons kerklike aktiwitete vir ’n ruk nie laat deurgaan nie? Hoekom sou ons op hierdie manier vas en op ander maniere die Woord laat klink? Die rede is dat die HERE ons leer om nie ons eie belang die eerste te laat wees nie. Nie ons eie belang eerste nie maar juis omsien na die belang van die ander! Dit is die gesindheid waarin Christus selfs Sy eie lewe vir ons sondaars gegee het. Dit was die gesindheid waarin Hy as die Sondelose Hom vir sondaars onder God se toorn, onder Sy oordeel het laat bring. Hy het so in die plek van sondaars die ewige dood ondergaan. Sou ons ons dan nie vir ’n rukkie n ons dinge laat ontsê om daarmee ander te beskerm nie?!

 

"Laat eenieder niet alleen oog hebben voor wat van hemzelf is, maar laat eenieder ook oog hebben voor wat van anderen is. Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in ​Christus​ ​Jezus​ was". Fil 2:4,5

Hoe staan we in de wereld? Hoe leven we in een tijd dat er ingrijpende maatregelen worden genomen om de verspreiding van het coronavirus te bestrijden? Halen we onze schouders op omdat we niet echt bij de risicogroepen horen? Vinden we het maar overdreven omdat het ons leven teveel raakt? Of redeneren we op het oog vroom door te zeggen dat we gewoon op God moeten vertrouwen en onze moeten schuld belijden. Die laatste dingen zijn op zichzelf waar. Toch zou het juist van ongeloof getuigen als we daardoor niet meewerken aan de bestrijding van dit voor meerderen levensbedreigende virus.
Hierbij is het gebed om Gods zegen, om Zijn genade, om Zijn bescherming onmisbaar. Een biddend leven vraagt ook om daden. Bid en werk zegt de Here Jezus!
Waarom zouden we veel opofferen van eigen vrijheid, waarom zouden we voorzichtig zijn, waarom zouden we voor een tijdje alle kerkelijke activiteiten waarbij we echt bij elkaar komen stoppen?n Waarom zouden we op die manier vasten en op andere manieren het Woord laten klinken? De rede is dat de HERE ons leert om niet eigen belang voorop te stellen in ons leven. Niet ons eigen belang eerst maar dat van de ander! Dat is de gezindheid waarin Christus zelfs Zijn eigen leven gaf voor ons zondaren. Dat was de gezindheid waarin Hij zondeloze voor zondaren zich onder Gods toorn liet stellen en de eeuwige dood onderging. Zouden wij ons dan niet dingen voor een tijdje laten ontzeggen ter bescherming van zwakke naasten?

 

VAN DE HERE ZIJN/AAN DIE HERE BEHOORT  

 

"Niemand van ons leeft immers voor zichzelf, en niemand sterft voor zichzelf. Want als wij leven, leven wij voor de Heere en als wij sterven, sterven wij voor de Heere. Of wij dan leven of sterven, wij zijn van de Heere. Want met dit doel is ​Christus​ ook gestorven en ​opgestaan​ en weer levend geworden, dat Hij zowel over doden als levenden zou heersen." Rom 14:7-9

Voor de HERE zijn in leven en in sterven. Die woorden krijgen in tijden van ziekte en nood een al duidelijkere betekenis. In een tijd waar ziekte en dood veel meer spreekt als in de gewone situatie komen deze woorden nog sterker naar ons toe.
Het eerste dat de Geest hier zegt is dat we niet voor onszelf leven. Niet voor jezelf leven kan pas echt als je bij Christus je leven zoekt. Als jouw Redder en jouw Heer. Wanneer je je aan Hem toevertrouwt en daardoor weet dat je veilig in Zijn armen bent.
Dan denk ik vooral ook aan de mensen in de zorg die geroepen worden bij mensen die besmet zijn. Aan de mensen die in de ziekenhuizen geroepen worden om ernstig zieke coronapatienten te verplegen, te helpen. Het gevaar van besmetting is heel duidelijk aanwezig. Dat blijkt ook uit de aantallen van medisch personeel dat getest is. Wat moet je doen als je in het ziekenhuis de opdracht krijgt om de besmette mensen die erg ziek zijn te gaan helpen? Dan mag je weten dat Christus juist de liefde en hulp voor die ander die zwak is wil. De kerk in de eerste eeuwen na Christus verzorgde de zieken die anderen op straat zetten om te sterven. Wie in Christus is, mag Gods liefde juist ook hierin laten zien. Dat kun je door de kracht van de Geest omdat je weet dat je van Christus bent. Ook in ziekte en dood ben je van Hem en brengt Hij je veilig thuis. Waar dan ook. Gods kind sterft nooit echt!

 

"Want niemand van ons leef vir homself nie en niemand sterf vir homself nie. Want as ons lewe, leef ons tot eer van die Here; en as ons sterwe, sterf ons tot eer van die Here; of ons dan lewe en of ons sterwe, ons behoort aan die Here. Want hiervoor het Christus ook gesterwe en opgestaan en weer lewend geword, om oor dode sowel as lewende te heers." Rom 14:7-9

 

Vir die HERE wees in lewe en in sterwe. Hierdie woorde kry in tye van siekte en nood ’n nog duideliker betekenis. In ’n tyd waarin siekte en dood al hoe duideliker na jou toekom, klink ook God se woorde dat God se kind ook dan by Christus behoort nog sterker.

Die eerste wat die Gees hier vir ons sê is dat ons nie vir onsself leef nie. Nie vir onsself leef nie kan eintlik net as jy by Christus jou lewe soek. As jy Hom ken as jou Verlosser en Here. Wanneer jy jou aan Hom toevertrou en jou daardeur veilig in Sy arms weet.

Ek dink hierby nou veral aan die mense wat geroep word om ander wat besmet is te versorg. Ek dink aan hulle wat in hospitale en op ander plekke geroep word om koronasieke  wat baie siek is te help. Die gevaar dat jy self met daardie siekte besmet word is baie hoër as vir ander mense. Dit word in Nederland baie duidelik by die personeel van hospitale wat getes is. Wat moet jy doen as jy in ’n hospitaal geroep word om daar te gaan werk waar die mense lê wat met hierdie siekte besmet is? Wat baie siek is en daardeur ander baie meer ander aansteek. Jy mag dan weet dat Christus die liefde en hulp vir die swakkes graag in jou lewe sien. Die kerk van die eerste eeue na Christus het juis die siekes wat ander op die straat agterlaat, versorg. Dit kan deur die Gees se krag omdat jy weet dat jy van Christus is. Jy is ook by siekte en dood van Hom en Hy bring jou veilig op Sy bestemming. Waar dit ook is. Gods se kind sterf nooit regtig nie!     

 

HOOP IN SIEKTE EN DOOD/ HOOP EN ZIEKTE EN DOOD  

 

"Want niemand van ons leef vir homself nie en niemand sterf vir homself nie. Want as ons lewe, leef ons tot eer van die Here; en as ons sterwe, sterf ons tot eer van die Here; of ons dan lewe en of ons sterwe, ons behoort aan die Here. Want hiervoor het Christus ook gesterwe en opgestaan en weer lewend geword, om oor dode sowel as lewende te heers." Rom 14:7-9

 

Hoe is dit moontlik dat ons ook in siekte en by die groot dreiging daarvan hoop kan hê? Hoop wat baie meer is as dat ons dalk nie siek sal word nie. Wie glo in Christus mag weet dat Hy dit is wat ons daardie hoop gee. ’n Hoop wat nie onseker is nie maar wat in die toekoms lê. Wat beteken dat siekte en dood nie die laaste woord het nie. Die laaste woord het Christus wat in Johannes 11 sê: “Ek is die opstanding en die lewe; wie in My glo, sal lewe al het hy ook gesterwe; en elkeen wat lewe en in My glo, sal nooit sterwe tot in ewigheid nie. Glo jy dit?” vs 25,26

Hoe belangrik is dit om  te glo in Jesus Christus. In Hom wat vir hulle wat in hul nood die redding by Hom soek ewige  lewe deur siekte en dood heen regtig gee. Hy is dit wat die siektes op Hom geneem het. Hy is dit wat die straf wat in die siektes wat ons op aarde tref is, weggedra het. Die siektes en die dood kan God te kinders nie in die ewige ellende bring nie. Christus self is dit wat gedoen het wat ons in Jesaja 53 lees: “Nogtans het Hý óns krankhede op Hom geneem, en óns smarte — dié het Hy gedra; maar óns het Hom gehou vir een wat geplaag, deur God geslaan en verdruk was. Maar Hy is ter wille van ons oortredinge deurboor, ter wille van ons ongeregtighede is Hy verbrysel; die straf wat vir ons die vrede aanbring, was op Hom, en deur sy wonde het daar vir ons genesing gekom.”vs 4,5

Ons vind die lewe en ons hoop in Christus!  

 

"Niemand van ons leeft immers voor zichzelf, en niemand sterft voor zichzelf. Want als wij leven, leven wij voor de Heere en als wij sterven, sterven wij voor de Heere. Of wij dan leven of sterven, wij zijn van de Heere. Want met dit doel is ​Christus​ ook gestorven en ​opgestaan​ en weer levend geworden, dat Hij zowel over doden als levenden zou heersen." Rom 14:7-9

 

Hoe is het mogelijk dat we ook bij de dreiging van ziekte en bij het echt ziek worden hoop hebben? Hoop die veel meer is dan dat ik misschien niet ziek zal worden. Wie in Christus gelooft mag weten dat hij het is die echte hoop geeft.  Geen onzekere hoop. Het is de echte hoop die in de toekomst ligt. Wat betekent het dat ziekte en dood niet het laatste woord hebben? Christus heeft het laatste woord. Hij is het die in Johannes 11 zegt: “Ik ben de Opstanding en het Leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven, en ieder die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid. Gelooft u dat?”vs 25,26

Wat is het belangrijk om in Jezus Christus te geloven!  In Hem die in de nood aan hen die het bij Hem zoeken het eeuwige leven door ziekte en dood heen geeft. Hij heeft onze ziekten op zich genomen. Hij is het die de straf die in de ziekte die ons op aarde treft zit, weggedragen heeft. Ziekten en dood kunnen Gods kinderen niet in de eeuwige ellende brengen. Christus zelf heeft gedaan wat we in Jesaja 53 lezen: “ Voorwaar, onze ziekten heeft Híj op Zich genomen, onze smarten heeft Hij gedragen. Wíj hielden Hem echter voor een geplaagde, door God geslagen en verdrukt. 5Maar Hij is om onze ​overtredingen​ verwond, om onze ongerechtigheden verbrijzeld. De straf die ons de ​vrede​ aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen.” Vs 4,5

We vinden ons leven en onze hoop in Christus!

 

HERE HOE LANG NOG/ HERE HOE LANK NOG?  

 

“HEERE, straf mij niet in Uw toorn, bestraf mij niet in Uw grimmigheid! Wees mij ​genadig, HEERE, want ik ben verzwakt, genees mij, HEERE, want mijn beenderen zijn verschrikt. Ja, mijn ziel is zeer door schrik overmand. En U, HEERE, hoelang nog?” Psalm 6:2-4

 

Psalm 6 is een van de zeven boetpsalmen. De anderen zijn: Psalm 32,38,51, 102, 130, en 143. In deze Psalm laat de Geest de schrijver uitroepen: “Here hoe lang nog?” De toestand waarin David is, is erg. Een situatie die angst en paniek dreigt te veroorzaken. Vooral als je niet ziet waar dit gaat stoppen. Die onzekerheid zorgt voor een heel benauwende situatie.

Zo is het  ook voor veel mensen nu. Je ziet het aantal doden stijgen. Al meer mensen besmet. Hoe gaat het verder? Loopt het niet helemaal uit de hand? Voor velen een angstscenario. De kans is groot dat er nog verdere maatregelen komen en we voor een tijd heel beperkte bewegingsvrijheid zullen hebben.  HERE hoe lang nog? HERE wat gaat dit allemaal veroorzaken en hoe gaat het  de mensen om ons heen treffen. Hoe gaat het met onze geliefden? Het zijn heel indringende vragen die velen raken.

In deze omstandigheden mogen we tot de HERE roepen. Tot de enige die hier echt boven staat. Hij is niet de onbewogen God die niet naar ons in nood wil luisteren. Hij is het niet die ons maar eens lekker in de moeite en de paniek wil brengen. Dat hebben we samen als mensheid wel verdiend. Laten we dat nooit vergeten. In onze nood is er een adres waar we in al onze kleinheid en schuld naar kunnen vluchten. Dat is de HERE!  Nooit voor niets. Daarover morgen verder.

Here waar dan heen?

Tot U alleen

U zult ons niet verstoten.

Uw eigen Zoon

Heeft tot Uw troon

De weg ons weer ontsloten

 

 

“O HERE, straf my nie in u toorn nie, en kasty my nie in u grimmigheid nie. Wees my genadig, HERE, want ek is verswak; maak my gesond, HERE, want my gebeente is verskrik.  Ja, my siel is baie verskrik; en U, HERE, tot hoe lank?” Psalm 6:2-4

 

Psalm 6 is een van die boetpsalms. Die ander is: Psalm 32,38,51, 102, 130, en 143.  Die Gees laat die skrywer in hierdie Psalm uitroep: “HERE tot hoe lank?’ Die toestand waarin Dawid verkeer, is baie swaar. Dit is omstandighede wat vir angs en paniek dreig te sorg. Dit is veral so omdat die einde daarvan nie gesien kan word nie. Die onsekerheid sorg daarvoor dat dit Dawid so benoud maak.   

Ons sien dit  deesdae ook gebeur. Ons sien hoe die aantal mense wat sterf styg. Al hoe meer mense word deur die koronavirus aangesteek. Kan ons dit nog in hand hou? Baie mense vra hierdie vraag met baie angs in hul hart. Die kans is groot dat nog meer maatreëls geneem gaan word. Dat ons bewegingsvryhied nog meer ingeperk sal word. HERE hoe lank nog? HERE wat gaan dit vir ons  almal beteken?  Hoe gaan dit mense rondom ons raak? Hoe gaan dit met ons geliefdes? Dit is vrae wat baie van ons diep raak.  

Ons kan in hierdie omstandighede tot die HERE roep. Hy is die enigste wat hier regtig bo staan. Hy is nie die onbewoë God  nie!  Hy is dit nie wat gevoelloos na ons nood kyk nie. Hy wil in ons nood na ons luister. Hy is dit nie wat wat daarvan hou dat ons in hierdie omstandighede leef nie. Ons moet nogtans bedink dat ons almal verdien het om  in hierdie omstandighede en nog erger te leef. Laat ons dit nooit vergeet nie. Ons het in ons nood net een adres waar ons in ons kleinheid en met ons skuld  na toe kan gaan. Dit is die HERE! Gaan na die HERE is nooit nutteloos nie.  Daaroor more meer.

Ek moet nou dink aan ’n Nederlandse gesang:

Here waar dan heen?

Tot U alleen

U zult ons niet verstoten.

Uw eigen Zoon

Heeft tot Uw troon

De weg ons weer ontsloten

 

HERE ONTFERM U!

 

“O HERE, straf my nie in u toorn nie, en kasty my nie in u grimmigheid nie. Wees my genadig, HERE, want ek is verswak; maak my gesond, HERE, want my gebeente is verskrik.  Ja, my siel is baie verskrik; en U, HERE, tot hoe lank?” Psalm 6:2-4 

 

Ons lewe na die sondeval word  deur siekte, dood, rou, hartseer en probleme getref. Ons lewe het ’n wedloop geword waarin ons moet volhou. Waarin daar dinge is wat ons swaar val. Dit is die gevolge van die sonde. Die HERE wys daarop in Genesis 3. Ons lees daar na die sondeval o.a. die volgende: “En aan die mens het Hy gesê: Omdat jy geluister het na die stem van jou vrou en van die boom geëet het waarvan Ek jou beveel het om nie te eet nie — vervloek is die aarde om jou ontwil; met moeite sal jy daarvan eet al die dae van jou lewe. Ook sal dit vir jou dorings en distels voortbring; en jy sal die plante van die veld eet. In die sweet van jou aangesig sal jy brood eet totdat jy terugkeer na die aarde, want daaruit is jy geneem. Want stof is jy, en tot stof sal jy terugkeer.”vs 17-19

Ons sien hierin God se oordeel. Hierdie oordeel is regverdig. Ons het dit verdien.  Wanneer die moeilike dinge oor ons kom en ons sterk bedreig, is dit dan ook die HERE aan wie ons vra om ons genadig te wees. Om ons te leer om hierdie probleme te kan hanteer. Om in die ellende wat ons oor ons gehaal het vol te hou. Om daarin  in Christus ons rus te vind. Om dit te kan uitstraal.

Dit leer ons bid. Nie net vir onsself nie maar ook vir die hele land. Ook vir die hele wêreld. Dan is dit nie so dat ons net ander die skuld gee van die bedreigings wat daar nou is nie. Dan sê ons nie dat die koronavirus die skuld is van die ongelowiges nie. Dan leer ons dat ons almal die skuld dra van wat nou oor ons kom. HERE wees ons genadig. HERE ontferm U oor hierdie arm wêreldbevolking!

 

“HEERE, straf mij niet in Uw toorn, bestraf mij niet in Uw grimmigheid! Wees mij ​genadig, HEERE, want ik ben verzwakt, genees mij, HEERE, want mijn beenderen zijn verschrikt. Ja, mijn ziel is zeer door schrik overmand. En U, HEERE, hoelang nog?” Psalm 6:2-4

 

Ons leven wordt na de zondeval door ziekte, dood, rouw, verdriet en andere problemen getroffen. Ons leven is een zware tocht geworden waarin we moeten leren volhouden. Waarin meerdere zaken ons zwaar vallen. Het zijn de gevolgen van de zonde. De HERE wijst daarop in Genesis 3. We lezen daar na de zondeval o.a. dit: “En tegen ​Adam​ zei Hij: Omdat u geluisterd hebt naar de stem van uw vrouw en van die boom gegeten hebt waarvan Ik u geboden had: U mag daarvan niet eten, is de aardbodem omwille van u vervloekt; met zwoegen zult u daarvan eten, al de dagen van uw leven;

dorens en distels zal hij voor u laten opkomen en u zult het gewas van het veld eten.  In het zweet van uw gezicht zult u brood eten, totdat u tot de aardbodem terugkeert, omdat u daaruit genomen bent; want stof bent u en u zult tot stof terugkeren.” Vs 17-19

We zien hier Gods welverdiende oordeel. Een rechtvaardig oordeel. Wanneer de moeilijke dingen over ons komen, wanneer die ons sterk bedreigen, vragen we de HERE om ons genadig te zijn. Om ons te leren in de moeite vol te houden. Om er mee om te kunnen blijven gaan. Om daarbij in Christus onze rust te vinden. Om dit ook te kunnen stralen.

Dat leert ons bidden. Niet alleen voor onszelf maar ook voor het hele land. Ook voor de hele wereld. Dan mag het niet zo zijn dat we alleen anderen de schuld geven voor wat ons bedreigt. Dan zeggen we niet dat het coronavirus de schuld van de ongelovigen is. Dan spreken we het met ons hart uit dat ook wij daar zelf  schuldig aan zijn. HERE wees ons genadig. HERE ontferm U over deze arme wereldbevolking.

 

BANG?

 

“HEERE, straf mij niet in Uw toorn, bestraf mij niet in Uw grimmigheid! Wees mij genadig, HEERE, want ik ben verzwakt, genees mij, HEERE, want mijn beenderen zijn verschrikt. Ja, mijn ziel is zeer door schrik overmand. En U, HEERE, hoelang nog?” Psalm 6:2-4

 

Verschrikt zijn. De angst die van het gezicht spreekt. Het bang zijn dat we niet uit ons gedachten en ons gevoel krijgen. Je ziet dat onder de mensen nu al meer gebeuren. Mensen spreken ook uit dat ze steeds bang zijn.  Ze vertellen ook dat ze het voelen tot in hun botten. Terwijl anderen nog altijd de schouders over veel ophalen.  De dichter van Psalm 6 hij ziet de ernst van zijn situatie. Hij ziet dat hij er in eigen kracht niet uit kan komen. Hij voelt de nood tot in zijn botten. Hij weet ook dat deze dingen niet zonder de HERE gebeuren.

In zijn schrik, in zijn angst  put hij daar ook moed uit. Hij weet bij wie hij in deze heel moeilijke, benauwende situatie moet zijn. Wil er genezing zijn, wil de bedreiging afnemen dan moet hij bij de HERE zijn. Wanneer de Here God de middelen die we vandaag gebruiken niet zegent, wordt het alleen maar erger.  

We horen in de Bijbel vaak dat we niet bang hoeven te zijn. Dat is meerdere keren wanneer de HERE of een engel namens Hem aan Gods kinderen verschijnt. Bang in de zin van dat we door Gods oordeel de eeuwige dood ingaan hoeft er bij wie zich aan Christus toevertrouwt niet te zijn. Toch kan de zorg groot zijn. Hoe moet het verder?  De schrik kan je zomaar om het hart slaan. Dan is het zo nodig en zo goed om naar de HERE te gaan. Om te weten dat Hij op het gebed blijft zorgen. Ook voor jouw geliefden. Ook als je zelf in deze tijd zou sterven en zij hier achterblijven.  Laten we samen tot de HERE gaan en bij Hem de rust krijgen om er juist ook voor de anderen te kunnen en willen zijn.   

 

“O HERE, straf my nie in u toorn nie, en kasty my nie in u grimmigheid nie. Wees my genadig, HERE, want ek is verswak; maak my gesond, HERE, want my gebeente is verskrik.  Ja, my siel is baie verskrik; en U, HERE, tot hoe lank?” Psalm 6:2-4

 

Verskrik wees. Beangs wees. Jy sien in die wêreld al hoe meer hoe mense beangs raak. Jy sien dit in hulle gesigte. Mense vertel ook dat hulle so vol angs is. Hulle kan amper nie meer slaap nie. Steeds weer voel hulle die angs tot in hulle gebeente. Ander sê nog steeds dat hierdie koronakrisis nie so erg is nie. Die digter van Psalm 6 sien die erns van sy situasie raak. Hy weet dat hy in eie krag homself nie kan red nie. Hy voel hoe groot die nood is. Hy weet ook dat hierdie dinge nie sonder die HERE gebeur nie.

Hy put in sy angs ook moed uit die wete dat die HERE regeer. Hy weet waar Hy in hierdie moeilike omstandighede wat so benou  waar hy moet wees. Die genesing kan net kom, die drieging kan net  afneem as die HERE dit gee. As die HERE die middele wat ons nou gebruik nie seën nie word die situasie net erger.

Ons hoor in die Bybel dikwels dat dit nie nodig is om bang te wees nie. Dit hoor ons o.a. as die HERE of in engel in Sy naam by God se kinders kom. Bang wees op die manier dat ons beangs is om na die ewige dood te gaan is nie nodig by hulle wat hul met hul hart aan Christus toevertrou nie. Nogtans kan jou sorg groot wees. Hoe moet ons verder? Die skrik kan sommerso om jou hart slaan. Juis dan is dit so nodig en ook so goed om na die HERE te gaan. Om te weet dat Hy op die gebed bly sorg. Ook vir jou geliefdes. Ook as jy in hierdie tyd sou sterf en hulle agterbly. Laat ons saam na die HERE gaan en by Hom die rus kry om juis vir ander te kan en wil help.

 

HERE, KEER TERUG

 

“Keer terug, HERE, red my siel; verlos my om u goedertierenheid ontwil.” Psalm 6:5

 

Jy is beangs. Jy wil nie bang wees nie maar nogtans is jy. Die omstandighede van vandag wys vir ons dat ons ons lewe nie in eie hand het nie. Ons kan nie daarvoor sorg dat die lewe gaan soos ons dit graag sou hê. Ons kan nie daarvoor sorg dat die koronavirus geen slagoffers maak nie. Ons het nodig dat die HERE ons inspannings seën. Hier kan jy dink aan wat ons in Psalm 127 lees: “As die HERE die huis nie bou nie, tevergeefs werk die wat daaraan bou; as die HERE die stad nie bewaar nie, tevergeefs waak die wagter. Tevergeefs dat julle vroeg opstaan, laat opbly, brood van smarte eet — net so goed gee Hy dit aan sy beminde in die slaap!”

Hoe belangrik is dit dat ons nou nie net op die maatreëls vertrou wat ons neem nie. Sonder om daarmee te sê dat ons nie voorsorgsmaatreëls moet neem nie. Ons moet! Dit ons plig vanuit die HERE se gebod om ons naaste lief te hê. Die belangrikste in hierdie krisis is dat ons vir die HERE buig. Dat ons Hom vra om ons te genees, om ons te beskerm. Dat ons bid om Sy terugkeer wat beskerm. Ons moet goed bedink dat dit dan ook moet beteken dat ons ons lewens so inrig dat ons Christus as ons Here erken. Dat ons in liefde vir Hom leef. Ons het als persoon, als kerk, as volk, as wêreldbevolking bekering tot Christus nodig. Ons is dan veilig en geborge in Christus. Ook as die dood jou deur siekte tref. Dan bly God se goedertierenheid, Sy troue liefde rondom en by ons! Daaroor more meer.   

 

“Keer terug, HEERE, red mijn ziel, verlos mij, omwille van Uw goedertierenheid.” Psalm 6:5

 

Je bent bang. Jij wil dat niet en toch is het zo. De omstandigheden van nu laten zien dat we ons leven niet in eigen hand hebben. Wij kunnen er niet voor zorgen dat ons leven altijd zo gaat zoals wij zouden willen.  Wij kunnen er nu niet voor zorgen dat het coronavirus geen slachtoffers maakt.  Wij hebben nodig dat de HERE onze inspanningen zegent. We kunnen hier denken aan wat we in Psalm 127 lezen: “Als de HEERE het ​huis​ niet bouwt, tevergeefs zwoegen zijn bouwers eraan; als de HEERE de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter. Het is tevergeefs dat u vroeg opstaat, laat opblijft, brood eet waarvoor u moet zwoegen: de HEERE geeft het Zijn beminde in de slaap.” Vs 1,2

Wat is het belangrijk dat we nu niet alleen op de maatregelen bouwen die wij nemen. Zonder om daarmee te zeggen dat we geen voorzorgsmaatregelen moeten nemen. Dat moet juist wel!  Dat is onze plicht vanuit Gods gebod om onze naaste lief te hebben. Het belangrijkste in deze crisis is dat we voor de HERE buigen. Dat we Hem vragen om ons te genezen, om ons te beschermen. Dat we bidden om Zijn terugkeer die beschermt. We moeten goed bedenken dat dit dan juist betekent dat we ons leven zo inrichten dat we Christus als onze Heer erkennen. Dat we zo in liefde met Hem leven. Wij hebben als persoon, als kerk, als volk en ook als wereldbevolking bekering tot Christus nodig. Dan zijn we veilig en geborgen in Christus. Ook wanneer de dood  jou door de ziekte treft. Dan blijft Gods goedertierenheid, Zijn trouwe liefde om en bij ons. Daarover morgen meer. 

 

GODS TROUWE LIEFDE/GOD SE TROUE LIEFDE

 

“Keer terug, HEERE, red mijn ziel, verlos mij, omwille van Uw goedertierenheid.” Psalm 6:5

 

Het is duidelijk dat hier in Nederland we nog ruim 2 maanden thuis moeten blijven.  Dan is het nog de vraag of het niet langer gaat duren. Het lijkt allemaal zo onwerkelijk. Juist nu is het zo belangrijk om te weten waar je op kunt bouwen. Zeker ook als we al meer van dichtbij met corona te maken krijgen.

Denk ook eens aan het medisch en verzorgende personeel die met heel zieke mensen te maken krijgen. Die van alles doen maar mensen onder hun handen zien sterven. Denk eens aan al die mensen die moeten werken in de ouderenzorg en in instellingen waar mensen met beperkingen of andere moeiten samen wonen. Die ook heel weinig meer kunnen en bijna  geen bezoek mogen ontvangen. Ik kan nog een hele tijd doorgaan. Er zijn er ook die het alleen zijn of geen bezoek meer kunnen ontvangen als heel erg ervaren.  

Waar kun je op bouwen? Op de HERE! Op Christus! Op de goedertierenheid van de Drieenige God. Wat is die goedertierenheid? Je kunt dat het beste omschrijven met Gods liefdevolle trouw. Die liefdevolle trouw aan Gods belofte heeft er voor gezorgd dat Christus naar de wereld kwam. Hij was Zijn leven lang eenzaam. Hij was de enige zondeloze mens die leed aan de zonden van al die anderen. Die het om die zonden van anderen al meer benauwd kreeg tijdens zijn levens. Hels benauwd om ons ook nu uitzicht te geven op het altijd omringt worden door Gods liefde! Dat krijg je als je met Christus leeft. Morgen verder.  

 

“Keer terug, HERE, red my siel; verlos my om u goedertierenheid ontwil.” Psalm 6:5

 

Dit is duidelik dat ons hier in Nederland nog vir  meer as 2 maande by en in die huis moet bly.  Dit kan ook so wees dat dit daarna nog langer gaan vat. Hierdie situasie lyk so onwerklik. Juis nou is dit so belangrik om te weet waarop jy regtig kan bou. Veral as jy al hoe meer van naby begin meemaak dat mense aan korona ly.

Ek dink nou ook aan die mediese en versorgende personeel wat die siekes moet behandel en versorg. Hulle wat alles vir die siekes doen maar hulle onder hulle hande sien sterf. Ek dink ook aan hulle wat vir die oueres en gestremdes moet sorg. Wat hulle moet help wat iewers saam woon maar nie of baie min besoek mag ontvang nie. Ek sou nog baie ander dinge kan noem. Sekeres vind dit baie baie moeilik om geen besoek meer te kan ontvang nie.

Waar kan jy op bou? Op die HERE! Op Christus! Op die Drie-enige se goedertierenheid. Wat is die goedertierenheid? Jy kan dit die beste omskryf met: God se liefdevolle trou. Of Sy troue liefde. God se liefdevolle trou aan Sy belofte het daarvoor gesorg dat Christus na die wêreld gekom het. Hy was lewenslank eensaam. Hy was naamlik die enigste sondelose mens op aarde. Hy was die Sondelose wat aan die sondes van al die mense op aarde Hom gely het. Hy het  vanweë die sondes van anderes benoud geraak.  ’n Helse benouing om ons nou uitsig te gee op:   altyd omring word deur God se liefde! Jy ontvang dit as jy met en vir Christus  leef. More verder.

 

DE LOF OP GOD/DIE LOF OP GOD

 

“Keer terug, HERE, red my siel; verlos my om u goedertierenheid ontwil. Want in die dood word aan U nie gedink nie; wie sal U loof in die doderyk?”

 

Dawid vra om verlossing en genesing. Wat is by hom die groot rede om dit van de HERE te vra? Dit is nie sy eie belang nie. Hy maak dit duidelik aan die einde van vers 5 en in vers 6. Hy vra dit om “God se goedertienheid ontwil”. Die grond vir Sy gebed is die HERE se troue liefde. Dit gaan hom daarom dat die HERE Sy eer kry. Ons lees dit so duidelik in die volgende vers: “Want in die dood word aan U nie gedink nie; wie sal U loof in die doderyk.”

Dawid se gebed en ook ons gebed om beskerming en genesing moet juis gedra word deur die beroep op God se eer. HERE beskerm ons. Genees die siekes sodat ons U op aarde bly eer of begin loof. Laat dit so wees dat ons regtig besef dat as ons gesond bly en as ons weer gesond word dit U se werk van genade is! Dat U ons dan in U troue onverdiende liefde gespaar het om de lof op U groot naam in ons lewe onder al die anderes te bring. Wie dood is loof die HERE nie meer op hierdie aarde nie. In die grafte word die HERE nie geloof nie. In die grafte lê net ’n liggaam wat verteer. Stof is die mens en tot stof sal hy terugkeer.

Die heerlike is dat God se kind mag weet dat sy liggaam na die doderyk gaan maar dat jy deur die dood heen by die HERE in die hemel met jou siel sal leef. Dat hy of sy daar die HERE bly loof. Laat ons bid om te bly leef en daarby beloof dat ons Christus in ons lewe die eer gee en bly gee.   

 

 

“Keer terug, HEERE, red mijn ziel, verlos mij, omwille van Uw goedertierenheid. Want in de dood is er geen gedachtenis aan U, wie zal U loven in het ​graf?” Psalm 6:5,6

 

David vraagt om verlossing en genezing. Wat is voor hem de grote reden om dat te doen?  Dat is niet zijn eigen belang. Dat maakt hij heel duidelijk aan het einde van vers 5 en in vers 6. Hij vraagt  er om “omwille van Uw goedertierenheid”. De grond voor zijn gebed is de trouwe liefde van de HERE. Het gaat  hem er om dat de HERE Zijn eer krijgt. We lezen dat heel duidelijk in het volgende vers: “Want in de dood is er geen gedachtenis aan U, wie zal U loven in het ​graf?”

Het gebed van David en dat van ons nu om bescherming en genezing moet gedragen worden door een beroep op de eer van God. HERE bescherm ons. Genees de zieken zodat wij op aarde U blijven eren of  er mee beginnen om dat te doen. Laat het zo zijn dat wij echt beseffen dat als we gezond blijven of weer worden dat Uw werk van onverdiende genade is!  Dat U ons dan in uw trouwe onverdiende liefde  gespaard hebt om de lof op Uw grote Naam in ons leven onder al de andere mensen te brengen.  Wie dood is looft de HERE op deze aarde niet meer. De HERE wordt in het graf niet geloofd en geëerd. In het graf ligt alleen een lichaam. Stof is de mens en tot stof zal hij terugkeren.

Het heerlijke is dat Gods kind mag weten dat zijn lichaam naar het dodenrijk gaat maar dat jij dan door de dood heen met jouw ziel bij de HERE in de hemel leeft. Dat hij of zij daar de HERE blijft loven. Laten we bidden om te blijven leven en daarbij beloven dat we Christus in ons leven de eer geven en blijven geven.  

 

ZO MOE/SO MOEG

 

“Ik ben moe van mijn zuchten, heel de nacht maak ik mijn ​bed​ nat, doorweek ik mijn rustbank met mijn tranen. Mijn ogen zijn verzwakt van verdriet, ze zijn oud geworden vanwege al mijn tegenstanders.” Vs 7,8

De Heilige Geest laat hier zien hoe moe je kunt zijn. Moe van de moeiten die er om je heen zijn. Die je zelf ook zo intens voelt. Bij David heeft het dan vooral te maken met de vijanden die er om hem heen zijn. Die vijanden kunnen alles zijn dat als gevolg van de zonden op je afkomt.

In de omstandigheden van vandaag merk je ook hoe mensen moe worden in hun hoofd van al dat nieuws en al die terechte maatregelen die steeds weer op je af komen. Een geestelijke moeheid die mensen van tijd tot tijd vangt. Ook als je zoveel binnen zit en weinig kunt. Dat is zo voor gezinnen. Dat geldt ook voor ouderen of anderen die geen bezoek mogen ontvangen. Het kan je aanvliegen. Er zijn ook mensen die zich heel veel zorgen om geliefden maken. Denk ook eens aan de mensen die geliefden in deze tijd verliezen en zelf niet of nauwelijks de begrafenis kunnen bijwonen omdat ze zelf positief voor corona getest zijn. Wat zijn er een schrijnende situaties in deze tijd. Wat kan dat verdriet je verzwakken. Het lijkt wel of je het allemaal niet meer goed ziet. Alles is wazig geworden. Je ogen voelen oud en verzwakt. Moe, tranen, onzekerheid, angst. Zo moeilijk. Depressieve gevoelens.

En dan toch houvast als je het bij Christus zoekt. Bidden tot Hem en misschien niet weten wat. Toch neemt de Geest je gebed dan over!  (Rom 8:26) Hij verlicht je ogen weer en laat je zien dat wie bij Christus het leven zoekt voor altijd veilig in Gods armen is.       

 

“Ek is moeg van my gesug; elke nag laat ek my bed swem; ek deurweek my bed met my trane. My oog het dof geword van verdriet; dit het swak geword vanweë al my teëstanders.” Psalm 6:7,8

 

Die Heilige Gees wys hier hoe moeg jy kan wees. Moeg van al die probleme wat jy rondom jou raaksien. Moeilikhede wat jou ook in hoë mate raak. By Dawid is dit veral die vyande wat hom die lewe moeilik maak. As ons aan vyande dink,  kan dit ook alles wees wat as gevolg van die sonde na ons toe kom.

Deesdae merk jy hoe mense in hul kop moeg word van die nuus en al die maatreëls wat tereg geneem word in verband met die koronakrisis. ’n Geestelike moegheid wat mense sommer kan vang. Byvoorbeeld as jy met jou gesin baie in die huis moet bly. Ek dink nou ook aan die oueres en ander wat geen besoek meer kan ontvang nie. Dit kan jou aanvlieg. Sekeres maak hulle baie sorge oor hul geliefdes. Dink ook aan hulle wat in hierdie tyd geliefdes aan die dood verloor en self nie of nouliks by die begrafnis mag wees omdat hulle positief vir korona getes is. Ons sien nou situasies wat baie hartseer is. Hoe kan die verdriet mense verswak. Dit kan so lyk dat jy dinge nie meer mooi kan sien nie. Alles het wasig en dof geword. Jou oë voel oud en verswak. Moeg, trane, onsekerheid, vreesbevange. So moeilik! So swaar.  Depressiewe gevoelens.

Nogtans mag jy jou houvas in Christus soek en vind. Tot Hom bid en dalk weet jy nie wat jy moet bid nie. Dan is dit die Gees wat jou gebed van jou oor neem! (Rom 8:26)  Hy maak jou oë helder en wys jou dat wie by Christus die lewe soek vir altyd veilig in God se arms is.   

 

DE HERE HOORT/DIE HERE HOOR

 

“Ga weg van mij, u allen die ​onrecht​ bedrijft, want de HEERE heeft mijn luide geween gehoord.” Psalm 6:9

 

 David weet in zijn moeilijke omstandigheden een ding zeker. Dat is dat de HERE naar hem geluisterd heeft. Hij heeft zijn zorgen, zijn verdriet, zijn angst niet voor niets bij de HERE gebracht. Het bidden van Gods kinderen is maar geen gesprek dat ergens in de lucht vervliegt.

Ook als onrecht je treft, ook als ziekte je treft, ook als je bidt maar je krijgt niet wat je op dat moment vraagt, is het niet zo dat de HERE niet naar je hoort. Wie zijn of haar nood bij God brengt met een hart van liefde voor Hem mag weten dat de HERE hoort. Als jouw hemelse Vader. Daar hoef je nooit aan te twijfelen.

Het is goed om deze dingen ook duidelijk te zeggen. Zeker in de wereld van vandaag. Wanneer wij duidelijk maken in onze omgeving dat we ook in deze coronanood tot de HERE bidden kan het zomaar een verkeerde indruk wekken. Dan zegt iemand misschien wel: Jullie bidden wel maar als die God van jullie zo machtig is waarom zorgt Hij dan niet dat het in een keer voorbij is?! Dat bidden van jullie stelt ook niets voor. Die God van jullie is er gewoon niet.

Juist dan is het zo belangrijk om te zeggen dat we ons aan God als Vader toevertrouwen ook in de nood. Dat als de nood blijft wij veilig zijn bij Hem en toekomst hebben. De HERE is niet de Sinterklaas die ieder op eigen wensen bediend. Hij is het wel die ons van onrecht en nood bevrijdt op weg naar de eeuwige toekomst.   Onrecht en nood blijven door Zijn genade en redding er niet voor eeuwig.

 

“Gaan weg van my, al julle werkers van ongeregtigheid, want die HERE het die stem van my geween gehoor.” Psalm 6:9

 

 Dawid weet in sy moeilike omstandighede een ding seker. Dit is dat die HERE na hom geluister het. Hy het sy sorge, sy hartseer, sy angs nie sonder nut by die HERE gebring nie. Die bid van God se kinders is nie net ’n gesprek waarvan die woorde in die lug verdamp nie.

Wanneer die onreg jou tref, as siekte oor jou lewe kom, as jy bid en jy kry nie waar jy daardie oomblik om vra nie is dit nogtans die HERE wat na jou geluister het. Wie sy of haar nood met ’n hart van liefde by Hom  bring,  mag weet dat die HERE regtig met Sy haart na jou hoor. Hy doen dit as jou hemelVader. Dit is nie nodig om daaraan te twyfel nie.

Dit is goed om dit duidelik te sê. Verseker in ons tyd.   Wanneer ons sê dat ons die koronakrisis by die HERE in gebed bring, kan die reaksie kom: Julle bid as Christenen nogtans bly mense siek en sterf. As die God van julle so magtig is hoekom sorg Hy dan nie daarvoor dat dit in een keer stop nie?! Julle bid het nie waarde nie. Die God waarvan julle praat het nooit bestaan nie.

Hoe belangrik is dit om vir jouself en ander dan duidelik te hê dat ons ons in die nood juis aan God as Vader toevertrou. Wanneer die nood bly,  is ons veilig by Hom en is Hy dit wat vir ons die pad vorentoe gee. Die HERE is nie die God wat elkeen gee wat hy of sy graag wil hê nie. Hy is dit wat ons op pad na die ewige toekoms van onreg en nood bevry. Onreg en nood bly deur God se genade en verlossing nie ewig bestaan nie. 

 

WIE IS MY HOUVAS?/WIE IS MIJN HOUVAST?

 

“Die HERE het my smeking gehoor; die HERE neem my gebed aan.” Psalm 6:10

 

 Gister meer dan 900 mense in Italie dood deur die koronavirus. Dit terwyl baie mense op hierdie wêreld bid. Hoe kan dit?  Dit klink dalk hard maar dit is wat ons verdien het. Ek beklemtoon weer: onshet dit verdien. Die groot vraag is nie of die HERE hoor nie. Die groot vraag is ook nie of die HERE met Sy hart vol liefde na ons luister. Hy doen! Hy luister na die sondaars wat ons is wat regtig met liefde vir Hom ons nood by Hom bring.

Die groot vraag is of ons die wonder ken dat die HERE ondanks wat ons verdien het deur die nood heen ons die lewe wil gee. Dawid is in die nood en nogtans weet Hy in die nood dat die HERE na hom luister. Hy weet in die geloof dat die HERE sy gebed aanvaar het. Sonder om te weet dat jy uit die nood waarin jy nou is verlos word. Ons moet bedink dat God se kinders wat in liefde tot Hom gebid en gesmeek het ook dit oorkom het: “Ander weer het die proef van bespottinge en géselinge deurstaan, ook van boeie en gevangenis. Hulle is gestenig, in stukke gesaag, versoek, deur die swaard vermoor. Hulle het rondgeloop in skaapvelle en in bokvelle; hulle het gebrek gely, hulle is verdruk, mishandel — die wêreld was hulle nie werd nie — hulle het in woestyne rondgedwaal en op berge en in spelonke en skeure in die grond.” Hebreeën 11:36-38

Nogtans het hulle uit genade alleen die lewe ontvang. Die koronakrisis moet ook ons leer om met Habakuk te sing: “Alhoewel die vyeboom nie sal bloei en aan die wingerdstokke geen vrug sal wees nie, die drag van die olyfboom sal teleurstel en die saailande geen voedsel oplewer nie, die kleinvee uit die kraal verdwyn en geen beeste in die stalle sal wees nie nogtans sal ek jubel in die HERE, ek sal juig in die God van my heil.“ 3:17,18.  Die Gees wil jou en my die krag gee om so te glo. Om die wonder van God se genade te ken.

 

“De HEERE heeft mijn smeken gehoord, de HEERE zal mijn ​gebed​ aannemen.” Psalm 6:10

 

Gisteren meer dan 900 doden in Italie ten gevolge van het coronavirus. Dit terwijl veel mensen op aarde bidden. Hoe is dit mogelijk? Het klinkt waarschijnlijk hard maar het is zo dat wij als mensen  dit verdiend hebben. Ik benadruk hier weer dat wij samen dit verdiend hebben. De grote vraag is niet of de HERE met een hart vol liefde naar ons luistert. Dat doet Hij! Hij luistert naar die zondaren die wij zijn die echt met hun nood bij Hem komen.

De grote vraag is of wij het wonder kennen dat de HERE ondanks wat wij verdiend hebben  door de nood heen ons het leven wil geven. David zit in de nood en toch weet hij dat de HERE in die nood naar hem luistert. Hij weet in het geloof dat de HERE zijn gebed aangenomen heeft. Dat betekent niet dat je dan weet dat de HERE je nu uit die nood zal redden. We moeten bedenken dat kinderen van God die gebeden en gesmeekt hebben ook dit overkomen is: “En weer anderen hebben spot en geselslagen verdragen, ja zelfs boeien en ​gevangenis. Zij zijn gestenigd, in stukken gezaagd, in verzoeking gebracht, met het ​zwaard​ ter dood gebracht. Zij hebben rondgelopen in schapenvachten en geitenvellen. Zij leden gebrek, werden verdrukt en mishandeld. De wereld was hen niet waard. Zij dwaalden rond in afgelegen plaatsen en verbleven op bergen, in grotten en in holen in de aarde.” Vs 36-38

Toch hebben deze broeders en zusters in geloof het leven van HERE gekregen. De coronacrisis moet ons leren om met Habakuk te zeggen: “Al zal de vijgenboom niet in bloei staan en er geen vrucht aan de wijnstok zijn, al zal de opbrengst van de olijfboom tegenvallen en zullen de velden geen voedsel voortbrengen, al zal het kleinvee uit de kooi verdwenen zijn en er geen rund in de stallen over zijn – ik zal dan toch in de HEERE van vreugde opspringen, mij verheugen in de God van mijn heil.”

De Geest wil jou en mij de kracht geven om zo te geloven. Om het wonder van Gods genade te kennen.

 

DE VIJAND DICHTBIJ/DIE VYAND NABY

 

“Al mijn vijanden worden zeer beschaamd en door schrik overmand;  zij deinzen terug, zij worden in een ogenblik beschaamd.” Psalm 6:11

 

 Verdriet en zorg komen meer intens op je af wanneer mensen dicht bij je erg ziek worden of zelfs sterven aan het coronavirus. Je ziet dat dan ook toenemend om je heen gebeuren. De vijand lijkt niet terug te deinzen. Hij komt zo heel erg dichtbij. Het kwaad en al de gevolgen van het kwaad zijn verschrikkelijk. Ze verwoesten levens.

De vijand dichtbij. Dat is de werkelijkheid. Niet alleen in de vorm van het coronavirus. Op allerlei manieren. Het lijkt  meerdere keren in de wereld, in je leven zo dichtbij te zijn dat je je afvraagt of God er eigenlijk wel is. Dan lees ik Psalm 6:11. Woorden van God. Woorden door de Heilige Geest gegeven. Dan zie ik de Here Jezus voor me zoals die in de Bijbel mij voor ogen geschilderd is. Dan weet ik dat God in Hem zo dichtbij gekomen is. Hij was onder de mensen, de Zoon van God werd mens. Wat heeft het kwaad Hem gepijnigd. Dag in dag uit. Wat leek het er op dat het kwaad het van Hem gewonnen had. Hij stierf aan het kruis. Dan mag ik het weer zien dat juist aan het kruis de duivel, het kwaad , de dood, verschrikkelijke ziekten de doodsteek hebben gekregen! Er is hoop ook nu! Christus heeft de eeuwige straf gedragen en op de derde dag is er geen houden aan. Hij staat op uit de dood. Al de vijanden moeten vluchten en staan beschaamd. Nu zie ik weer dat al moet ik sterven, al was het aan de corona dit mij de doodsteek niet kan geven. Wie in Christus is staat op tot een nieuw leven door de dood heen. Dood waar is jouw macht? Die is door Christus gebroken hoe hij nu ook nog tekeer gaat. Hij kan Gods kinderen niet eeuwig dood krijgen.

 

“Al my vyande sal beskaamd staan en baie verskrik word; hulle sal in ’n oomblik beskaamd omdraai.” Psalm 6:11

 

Verdriet en sorge kom meer intens na jou toe as mense naby jou baie siek raak of selfs aan die koronavirus sterf. Jy sien dit al hoe meer gebeur. Dit lyk asof die vyand glad nier vreesbevange is nie. Hy kom al hoe nader. Die kwaad en al die kwaad se gevolge is verskriklik. Dit verwoes mense se lewens.

Die vyand is naby. Dit is die werklikheid. Nie net in die vorm van die koronavirus nie. Op allerhande maniere. Dit lyk dikwels in hierdie wêreld, in jou lewe so naby te wees dat jy wonder of God regtig bestaan. Dan lees ek Psalm 6:11. Woorde van God. Woorde wat die Heilige Gees ons gegee het. Dan sien ek weer die Here Jesus soos Hy in die Bybel my voor oë geskilder word. Ek weet weer dat God in Hom so naby gekom het. Hy was onder die mense. God se Seun het mens geword. Hoe het die kwaad Hom steeds weer gepynig. Elke dag weer. Dit het gelyk asof die kwaad dit van Hom gewen het. Hy het aan die kruis gesterf.  Dan sien ek weer raak dat juis aan die kruis die duiwel, die kwaad, die dood, die verskriklike siektes die doodsteek gekry het. Ook nou het Christus ons hoop gegee! Christus het die ewige straf gedra en op die derde dag het de dood Hom nie meer vas kon hou nie. Hy staan op uit die dood. Al die vyande moet vlug en hulle moet vernederd wegdraai. Ek sien weer raak dat as ook ek moet sterf, dalk aan die koronavirus dit my die doodsteek nie kan gee nie. Wie in Christus is staan deur die dood heen op in ’n nuwe lewe. Dood waar is jou mag? Die is deur Christus verbreek hoe die dood ook nog sy slagoffers nou op aarde maak. Hy kan God se kinders nie vir ewig doodmaak nie.  

 

JOU HOUDING/JOUW HOUDING

 

“o HERE, my hart is nie hoog en my oë nie trots nie; ook wandel ek nie in dinge wat vir my te groot en te wonderbaar is nie.” Psalm 131:1

 

Hoe is ons houding in hierdie lewe?  Hoe is ons houding as ons dink aan die koronavirus? Jy kan onverskillig en onverantwoordelik wees. Dit is so as jy dink dat jy so gelowig is dat jy daarom nie siek kan word en nie sal sterf nie. Jy is onverantwoordelik as jy dink dat nog kerkdienste met baie mense gehou kan en moet word. Die HERE self is dit wat duidelik maak dat ons God nie mag versoek nie. Ons mag die HERE nie op ons manier dwing om ons te beskerm nie. Somtyds hoor ek mense dan sê dat jy jou gesonde verstand moet gebruik. So sou ek dit nie sê nie. Ons verstand is nie so gesond nie.  Ons moet verantwoordelik wees volgens God se Woord. Die HERE roep ons om verantwoordelik met ons lewe en die lewens van ons naaste om te gaan. Om mekaar se lewe te beskerm. Wie vanuit die eerbied vir die deur God  gegewe ongebore lewe hom teen aborsie verset, moet ook nou die lewe beskerm deur jou aan die voorsorgmaatreëls te hou.

Jy is onverantwoordelik as jy dink dat ons as mense die stryd teen siekte en dood kan wen. Dan dink ons te groot van onsself. Dan is ons hoogmoedig en verwaand. Ons het geen rede om met ons kennis te spog nie. Ons het die HERE so nodig! Ons moet nie dink dat ons die wêreld kan red nie. Ons hoop op die HERE. Laat ons ’n volk wees wat die knieë buig en bid dat die HERE seën wat ons nou doen om die siekte te bestry. Ons vestig ons hoop op die HERE!   

 

 “HEERE, mijn hart is niet hoogmoedig, mijn ogen zijn niet trots, ook wandel ik niet in dingen die te groot en te wonderlijk voor mij zijn.” Psalm 131:1

Wat is jouw houding in het leven? Wat is jouw houding als het om het coronavirus gaat? Die kan onverschillig en onverantwoordelijk zijn. Dat is zo als je denkt zo gelovig te zijn dat je niet ziek zult worden en niet aan het coronavirus zult sterven. Je bent onverantwoordelijk als je denkt dat er nog met een heel aantal mensen kerkdiensten gehouden kunnen en zou moeten worden. Het is de HERE zelf die duidelijk maakt dat we Hem niet mogen verzoeken. Zie o.a. Matt 4:7 Wij mogen de HERE niet op onze manier dwingen om ons te beschermen. Soms hoor je mensen zeggen dat we ons gezonde verstand moeten gebruiken. Zo zou ik het niet willen zeggen. We moeten volgens Gods Woord verantwoordelijk leven. De HERE roept ons op om verantwoordelijk met ons leven en het leven van onze naaste om te gaan. Om elkaars leven te beschermen. Wie zich vanuit de eerbied voor God verzet tegen abortus op het door Hem gegeven ongeboren leven moet ook nu het leven beschermen en zich aan de voorzorgsmaatregelen houden.
Je bent onverantwoordelijk bezig als jij denkt dat we als mensen het in de strijd tegen ziekte en dood kunnen winnen. Dan denk je te groot van ons als mensen. Dan ben je hoogmoedig en verwaand. We hebben geen reden om op onze eigen kennis te bouwen. We hebben de HERE zo nodig! We moeten niet denken dat wij de wereld kunnen redden. We hopen op de HERE. Laten we een volk zijn dat de handen vouwt en bidt dat de HERE ons zegent in wat we nu doen om de ziekte te bestrijden. We vestigen onze hoop op de HERE!

 

STIL

 

“Voorwaar, ik heb mijn ziel tot rust en tot stilte gebracht, als een ​kind​ dat de borst ontwend is, bij zijn moeder, mijn ziel is in mij als een ​kind​ dat de borst ontwend is.” Psalm 131:2

 

Velen van ons zijn in deze tijd stilgezet.  Het is stil in de straten. We houden afstand van elkaar. We zijn thuis aan het werk en niet samen met anderen. We zijn thuis en een groot deel van ons dagelijks werk is er niet meer. We moeten wachten tot de beperkende maatregelen weer verdwijnen. We hebben het niet in eigen hand. Anderen zoals het medische personeel heeft het juist veel drukker. Het gaat me nu over de velen die op een manier zijn stilgezet.

Ik merk dat velen dat heel moeilijk vinden. Dat ook niet zo goed kunnen accepteren. Alles moet eigenlijk doorgaan. We moeten vinden ze eigenlijk alles doen om mogelijkheden te vinden die alles  toch  laten doorgaan. Een soort sterk activisme. Daarbij wil ik nu toch een vraag stellen. Is het niet goed dat we eens stilgezet zijn? Moeten we daarin juist ook niet Gods hand zien die ons laat zien: Wees nu eens stil. Kom eens tot bezinning. Ga eens in alle rust kijken naar jouw leven, naar het leven om je heen. Waarvoor leef je eigenlijk? Hoe stil ben jij in jouw gewone leven voor de HERE en hoeveel tijd neem je om in alle rust te lezen in Gods Woord? Hoeveel tijd neem je om te bidden? Is het ook niet goed dat we als kerk beseffen dat het belangrijkste niet onze activiteiten als gemeente zijn maar de zondagse kerkdiensten waarin de HERE op een bijzondere manier tot ons komt? Dat juist dat het hart van ons leven als gemeente is. Om dan te luisteren naar Gods stem en daarop te reageren. Wat een genade dat al is het digitaal de kerkdiensten waarin de HERE tot ons komt kunnen doorgaan.  Laten we stil zijn om naar Hem te luisteren. Neem daarvoor de tijd.  

 

“Waarlik, ek het my siel tot bedaring gebring en stilgemaak; soos ’n gespeende kind by sy moeder, soos ’n gespeende kind is my siel in my.” Psalm 131:2

 

Baie van ons is in hierdie tyd stilgesit.  Dit het stil geword in die strate. Ons hou afstand van mekaar. Ons werk by die huis. Nie meer saam met ander nie. Ons is by die huis en ’n groot deel van ons werk kan ons nie meer doen nie. Ons moet wag tot die inperkings verdwyn het. Ons het dit nie meer in eie hand nie. Anderes soos die mediese opersoneel is baie meer besig. Dit gaan my vandag daarom dat baie op een of ander manier stilgesit is.

 

Ek kom agter dat dit vir baie moeilik is. Hulle kan dit nie mooi aanvaar nie. Alles moet eintlik bly deurgaan. Ons moet moontlikhede vind om alles te doen soos ons dit ’n maand gelede gedoen het. By ons is dikwels  ’n sterk vorm van aktivisme. Ek wil daarby ’n vraag vra. Sou dit nie goed wees dat ons vir ’n ruk stilgesit is nie? Mag ons daarin nie God se hand raaksien nie wat ons wys: Wees julle nou ’n rukkie stil en rustig. Kom tot besinning. Gaan in alle rus na jou lewe kyk en ook na wat rondom jou gebeur. Waarvoor leef jy eintlik? Hoe stil is jy in jou gewone lewe vir de HERE en hoe baie tyd vat jy om in alle rus in God se Woord te lees? Hoe baie tyd neem jy om te bid? Is dit nie reg om as kerk te besef dat die belangrikste as gemeente nie  ons aktiwiteite is nie maar die Sondagse kerkdienste waarin die HERE op ’n spesiale manier na ons toe kom? Ons het nodig om weer te besef dat dit die hart van die gemeente wees is. Om juis dan na God se stem te luister en daarop te reageer. Hoe groot is die genade, al is dit deur die digitale weg,  dat kerkdienste waarin die HERE tot ons kom kan deurgaan. Laat ons stil wees om na die HERE te luister. Laat ons daarvoor die tyd neem. 

 

EENZAAMHEID/EENSAAMHEID 

 

“En nadat hij dat gezegd had, ging hij opnieuw naar buiten naar de ​Joden, en zei tegen hen: Ik vind geen ​schuld​ in Hem. Maar u hebt de gewoonte dat ik op het Pascha iemand voor u loslaat. Wilt u dan dat ik de ​Koning​ van de ​Joden​ voor u loslaat? Zij dan schreeuwden allemaal opnieuw: Niet Deze, maar Barabbas! En Barabbas was een misdadiger.” Joh 18:37-39

 

Volgende week vrijdag is het Goede Vrijdag en daarna vieren we het Paasfeest. We leven in de weken waarin vooral het lijden van Christus onze aandacht vraagt. Het zijn weken waarin we ook op deze wereld in het bijzonder met het lijden geconfronteerd worden. Er zijn tijden dat we het lijden en de ellende van het leven redelijk ver van ons af kunnen houden. Het gaat goed met je. Geen ziekte, geen rouw en je hebt het verder goed. Maar nu worden we allemaal geconfronteerd met het lijden rond het coronavirus. Al meer kennen we ook mensen die er aan lijden of er door zijn gestorven. We kunnen niet zo leven als we tot nu toe gedaan hebben. We voelen allemaal de gevolgen ook als we gezond zijn.

We voelen ook dat al die beperkende maatregelen onprettig zijn. Dat ze bij meerderen als heel erg voelen. Een stuk eenzaamheid. Dan gaan we naar de Here Jezus. De Zondeloze. Hij die de liefde voor God en voor de naaste op en in Zijn hart droeg voor 100%!  Hij staat als gevangene voor rechters. Voor rechters in de kerk en voor rechters die de overheid vertegenwoordigen. Hij is geïsoleerd van Zijn leerlingen.  Helemaal alleen! Nog vals beschuldigd ook. Hij neemt die verschrikkelijke eenzaamheid op zich om er voor te zorgen dat we nooit alleen hoeven te zijn. Dat we altijd ook nu in geloof mogen weten dat de HERE bij ons is. Dat Hij ons om Christus een toekomst geeft waarin we altijd omringt zijn door Zijn liefde en door al die anderen die samen met ons het bij Christus hebben gezocht.

 

“En toe hy dit gesê het, gaan hy weer uit na die Jode en sê vir hulle: Ek vind geen skuld in Hom nie. Maar julle het ’n gewoonte dat ek vir julle op die pasga iemand moet loslaat; wil julle dan hê dat ek vir julle die Koning van die Jode moet loslaat? Toe skreeu hulle almal weer en sê: Nie vir Hom nie, maar Barábbas! En Barábbas was ’n rower.” Joh 18:37-39

 

Volgende week Vrydag is dit Goede Vrydag. Ons vier daarna die Paasfees.  Ons leef in die weke waarin ons veral aan Christus se lyding dink. Ons leef ook in die weke waarin die wêreld  op ’n spesiale manier met lyding te doen kry. In ons lewe het ons van die tye waarin die ellende en hartseer op ’n afstand bly. Dit gaan goed met jou. Geen siekte, geen rou nie. Die lewe lyk nie moeilik nie. Ons word nou almal met die lyding  konfronteer deur die koronavirus. Ons ken toenemend mense wat deur hierdie virus aangesteek is of mense wat daaraan gesterf het. Ons kan nie meer so leef soos ons tot nou toe gedoen het nie. Ons kan nie meer so maak nie. Ons voel almal die gevolge van hierdie virus ook as ons gesond is.   

Ons voel almal dat die beperkins wat ons ondervind nie lekker is nie. Sommiges voel dit baie intens. Hulle voel die eensaamheid. Dan kyk ons na die Here Jesus. Die Sondelose. Hy wat die liefde vir God en die naaste op Sy hart gedra het. Vir 100%. Hy staan as gevangene voor die regters. Die regters in die kerk en die regters wat die owerheid verteenwoordig. Hulle het hom van Sy leerlinge isoleer. Hy is stoksielalleen. Dit terwyl Hy vals beskuldig word. Hy neem die verskriklike eensaamheid op Hom om daarvoor te sorg dat ons nooit regtig alleen hoef te wees nie. Ons mag in die geloof weet dat die HERE by ons is. Dit is Christus wat die pad vorentoe gee waarin ons altyd deur God se liefde en deur al die anderes wat saam met ons die lewe by Christus gesoek het, omring word.  

 

VERLAAT?/VERLATEN?

 

“My God, my God, waarom het U my verlaat, ver van my hulp, van die woorde van my gebrul? My God, ek roep bedags, maar U antwoord nie; en snags, en ek kan nie swyg nie.” Psalm 22: 2,3

 

Dit lyk asof alles oor korona gaan. Nogtans kan hartseer wat jou so diep tref ook deur ander dinge kom. Ook in hierdie dae. Dinge wat lyk te gebeur wat jy nie ’n plek kan gee nie. Mense wat jonk is en dreig om te sterf terwyl baie bid. Alles wys daarop dat dit nie goed gaan nie. Hoe moet dit verder as wat jy vrees gaan gebeur?

Dit lyk asof die HERE jou verlaat het. Hoe jy ook bid, hoe intens en hoe duidelik ook nogtans lyk dinge nie te verander nie. Jy raak so vreesbevange. Here waar is U?! Dit lyk asof die HERE nie antwoord nie. Jy weet dat die ander kind van die HERE is. Dat die ander ook by die afsterwe by Christus sal wees. Die ander sal dit dan goed hê. Die gemis is so groot en so diep vir hulle wat op hierdie aarde oorbly. HERE hoekom? Jy kan nie swyg nie. Jy bly na die HERE gaan. Jy bid om ’n wonder. Jy voel so alleen!

 

As hierdie dinge gebeur,  mag ons die hartseer nie probeer wegpraat nie.  Ons mag dan met ons hartseer na die HERE. Net Hy kan ons  gee wat ons nodig het. Ek dink nou aan Psalm 56: “Ú het my omswerwinge getel; hou my trane in u kruik; is hulle nie in u boek nie?” Met ons trane en in ons angs mag ons by die HERE wees. Al weet ’n mens nie hoe nie: Hy sorg. Hy is by jou omdat Christus eendag heeltemal van God verlaat was om vir ons te verdien dat Hy ons nooit sal verlaat nie. Ons trane en angs mag ons by Hom bring en Hy sal help al weet ons nie hoe dit kan nie.    

 

“Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten, bent U ver van mijn verlossing, van de woorden van mijn jammerklacht? Mijn God, ik roep overdag, maar U antwoordt niet, en 's nachts, maar ik vind geen stilte.” Psalm 22:2,3

 

Het lijkt in deze tijd alleen over corona te gaan. Toch kan een diep verdriet en grote angst ook om andere dingen nu in jouw leven zijn. Er kunnen dingen gebeuren die je geen plaats kunt geven. Mensen die jong zijn en dreigen te sterven terwijl velen voor hen bidden. Alles wijst er op dat het niet goed gaat. Hoe moet het verder wanneer gebeurt wat je nu vreest?

Het lijkt er op dat de HERE je verlaten heeft. Hoe je ook bid, hoe intens en duidelijk je dat ook doet toch lijken dingen niet te veranderen. Je wordt zo bang! Here waar bent U?! Het lijkt alsof de HERE geen antwoord geeft.   Je weet dat de ander een kind van de HERE is. Die ander zal bij de Christus zijn als hij sterft. De ander zal het dan goed hebben. Maar het gemis is zo groot en diep voor wie op aarde achterblijft. HERE waarom? Je kunt niet stil blijven. Je bidt om een wonder. Je voelt je zo alleen!

Wanneer deze dingen gebeuren, mogen we het diepe verdriet niet wegpraten. We mogen met dat verdriet en met onze angst naar de HERE. Alleen Hij kan geven wat we nodig hebben. Ek denk nu aan Psalm 56: “Ú hebt mijn omzwervingen geteld; doe mijn tranen in Uw kruik. Staan zij niet in Uw register?” Wij mogen met onze tranen en onze angst bij de HERE komen. Al weet je niet hoe: De HERE zorgt! Hij is bij je omdat Christus eens helemaal van God verlaten is om voor ons te verdienen dat we Hij ons nooit verlaten zal. Onze tranen en onze angst mogen we bij Hem brengen. Hij zal helpen al weten wij hoe dit mogelijk is.

 

VERSLAE NOGTANS GETROOS/VERSLAGEN EN TOCH GETROOST

 

“Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten, bent U ver van mijn verlossing, van de woorden van mijn jammerklacht? Mijn God, ik roep overdag, maar U antwoordt niet, en 's nachts, maar ik vind geen stilte.” Psalm 22:2,3

 

Het lijkt in deze tijd alleen over corona te gaan. Toch kan een diep verdriet en grote angst ook om andere dingen nu in jouw leven zijn. Er kunnen dingen gebeuren die je geen plaats kunt geven. Mensen die jong zijn en dreigen te sterven terwijl velen voor hen bidden. Alles wijst er op dat het niet goed gaat. Hoe moet het verder wanneer gebeurt wat je nu vreest?

Het lijkt er op dat de HERE je verlaten heeft. Hoe je ook bid, hoe intens en duidelijk je dat ook doet toch lijken dingen niet te veranderen. Je wordt zo bang! Here waar bent U?! Het lijkt alsof de HERE geen antwoord geeft.   Je weet dat de ander een kind van de HERE is. Die ander zal bij de Christus zijn als hij sterft. De ander zal het dan goed hebben. Maar het gemis is zo groot en diep voor wie op aarde achterblijft. HERE waarom? Je kunt niet stil blijven. Je bidt om een wonder. Je voelt je zo alleen!

Wanneer deze dingen gebeuren, mogen we het diepe verdriet niet wegpraten. We mogen met dat verdriet en met onze angst naar de HERE. Alleen Hij kan geven wat we nodig hebben. Ek denk nu aan Psalm 56: “Ú hebt mijn omzwervingen geteld; doe mijn tranen in Uw kruik. Staan zij niet in Uw register?” Wij mogen met onze tranen en onze angst bij de HERE komen. Al weet je niet hoe: De HERE zorgt! Hij is bij je omdat Christus eens helemaal van God verlaten is om voor ons te verdienen dat we Hij ons nooit verlaten zal. Onze tranen en onze angst mogen we bij Hem brengen. Hij zal helpen al weten wij hoe dit mogelijk is.

 

“Verlaat my nie, o HERE! My God, wees nie ver van my af nie! Maak tog gou om my te help, Here, my heil!” Psalm 38:22,23

 

Siek. Baie siek. Vir die lewe word gevrees. Jy bid. Die kinders bid. Die familie bid. De vriende bid. Die gemeente en so baie ander bid. Nogtans kom wat ’n mens so gevrees het. Alles voel so onwerklik. Hartseer so diep en so erg. Hoe moet dit verder?  HERE hoe is dit moontlik.

In al my trane en verslaenheid sien ek die Here Jesus. Ek sien hoe Hy op pad is na die kruis. Die via dolarosa. Die siekte van elkeen laat my sien wat die gevolge van ons skuld en sondes is. Ons word almal daarby bepaal. Ek sien die Here Jesus gaan als die Onskuldige wat so diep, so diep moet ly. Hy word gemartel en bespot. Hy dra God se toorn wat ons almal verdien het. ’n Toorn, ’n straf wat nooit vir ons sou ophou nie. Ek hoor die Here Jesus aan die kruis roep: Dit is volbring. Die straf wat ek en niemand anders kon dra nie het Hy vir elkeen wat glo gedra. Weggedra.

Dan dink ek aan wie in geloof gesterf het. Deur Christus lyding, deurdat Christus van God verlaat is maar aan Hom vasgehou het tot die bitter end, sien ek dat vir my geliefde die dood verby is. Hy leef deur Sy Heiland. De HERE was en is vir hom die God van sy heil. Hoe moet jy verder? Sonder jou geliefde? HERE help! Weet dit dat Christus beloof het en dit ook waarmaak: Ek is met jou al die dae van jou lewe!  Verslae nogtans getroos!     

 

“Verlaat mij niet, HEERE; mijn God, blijf niet ver van mij.  Kom mij spoedig te hulp, Heere, mijn heil!” Psalm 38:22,23

 

Ziek. Heel erg ziek. Voor zijn leven wordt gevreesd. Jij bidt. De kinderen bidden. De familie bidt. De vrienden bidden. De gemeente en zoveel anderen bidden. Toch komt er wat werd gevreesd. Alles voelt zo onwerkelijk. Verdriet zo diep en zo erg. Het doet zo zeer. Hoe nu verder? HERE hoe is het mogelijk?!

In al de tranen en verslagenheid zie ik de Here Jezus. Ik zie hoe Hij naar het kruis op weg is. De via dolorosa. De ziekte van iedereen laat mij zien wat de gevolgen van onze schuld en zonden zijn. We worden er allemaal bij bepaald. Ik zie de Here Jezus gaan als de Onschuldige die zo diep, zo diep moest lijden. Hij wordt gemarteld en bespot. Hij draagt de toorn van God die we allemaal verdiend hebben.  Een toorn, een straf die voor ons nooit zou ophouden. Ik hoor de Here Jezus aan het kruis roepen: ‘Het is volbracht.’ De straf die ik en  ook niemand anders kon dragen, heeft Hij voor ieder die gelooft gedragen. Weggedragen.

Dan denk ik aan wie in geloof gestorven is. Ik zie nu dat door Christus lijden, doordat Christus door God verlaten is maar aan Hem vastgehouden heeft tot het bittere einde,  dat voor mijn geliefde de dood voorbij is. Hij leeft door zijn Heiland. De HERE was en is voor hem de God van zijn heil. Hoe moet je verder? Zonder jouw geliefde? HERE help! Weet dat Christus beloofd heeft en het ook waarmaakt: Ik ben met je al de dagen van jouw leven! Verslagen en toch getroost!

 

 

“Maar ​Jezus​ antwoordde en zei tegen hen: U dwaalt, omdat u de Schriften niet kent en ook niet de kracht van God.” Mattheus 22:29

 

 Het is de dinsdag voordat de Here Jezus die vrijdag aan het kruis zal hangen.  De Here Jezus weet dat dit Zijn laatste dagen voor de kruisiging zijn. Het is voor Hem een drukke dag. Een dag vol van het onderwijs dat Hij nog aan heel Israël wil geven. Daarbij hoort ook dat Christus het volk duidelijk maakt dat het niet om het leven hier op aarde alleen gaat. Je moet goed bedenken dat een invloedrijke partij onder de Joden wel zo dacht. Dat waren de Sadduceeën. Zij geloofden niet in engelen en niet in een leven na de dood. Zij geloofden niet in een opstanding uit de dood. Het ging om het leven hier en nu. Als je God nu diende dan kreeg je nu een goed leven en daarmee was het afgelopen.

De Here Jezus laat zien dat dit soort mensen, ook als ze veel over God spreken, het helemaal bij het verkeerde einde hebben. De reden is dat ze hun eigen wijsheid die niet boven wat er volgens hun verstand en wat ze in de schepping zien, gaat boven  alles stellen. De HERE geeft in de Bijbel de wijsheid die daar ver boven uit gaan en die ook echt waar is! Mensen die ook vandaag zeggen dat allerlei dingen in de Bijbel niet zo zijn omdat het volgens onze wijsheid niet kan,  zijn eigenlijk ook Sadduceeën.  De Here Jezus zegt dan dat je dwaalt. Dat je in feite dom bezig bent. Hij zegt ook dat je dan de kracht van God niet kent en dus niet erkent. Gelukkig zijn we ook in deze tijd van het  coronacrisis niet overgeleverd aan wat volgens ons kan. Wij mogen ook bij het sterven van een geliefde die met Christus heeft geleefd, weten dat hij of zij nu bij de HERE in de hemel leeft en eens zal opstaan met zijn of haar lichaam om eeuwig heerlijk te leven.        

 

“Toe antwoord Jesus en sê vir hulle: Julle dwaal, omdat julle die Skrifte nie ken nie en ook nie die krag van God nie.” Matteus 22:29

 

Dit is die Dinsdag voordat die Here Jesus Vrydag aan die kruis sal hang. De Here Jesus weet dat dit die laaste dae is voordat Hy gekruisiig gaan word.  Dit is vir Hom ’n besige dag. ’n Dag wat vol is met die onderwys wat Hy vir die hele volk van Israel wil gee.  Daarby behoort ook dat Christus die volk duidelik maak dat dit nie net om die lewe op hierdie aarde gaan nie. Ons moet mooi bedink dat  ’n party onder die Jode  met baie invloed toe wel so gedink het. Dit was die Sadduseërs. Hulle het nie in die engele en nie in ’n lewe na die dood geglo nie. Hulle het ook nie in die opstanding uit die dood geglo nie. As jy nou die HERE dien sou Hy jou hier op aarde ’n goeie lewe  kry. Daarna was die lewe verby.

Die Here Jesus wys dat hierdie soort mense, ook as hulle baie oor God praat, die verkeerde leer. Die groot rede daarvan is dat hulle hul eie wysheid bo God se wysheid plaas.  Hulle plaas hul eie verstand en wat volgens hulle vanuit die skepping moontlik is bo wat die HERE in Sy Woord ons leer. Die HERE gee in die Bybel Sy wysheid wat ver bo ons vuurmaakplek uit gaan! Nogtans is God se wysheid die werklikheid. Mense wat vandag sê dat allerhande dinge in die Bybel nie so is nie omdat dit volgens ons wysheid nie so kan wees nie is eintlik ook Sadduseërs. Die Here Jesus sê van hulle dat hul dwaal. Eintlik is jy dan dom. Christus sê ook dat jy dan die krag van God nie ken en nie erken nie.   Dit is maar gelukkig dat ons in die tyd van die koronakrisis nie oorgelwer is aan wat volgens ons moontlik is  nie.  Ons mag ook by die afsterwe van ’n geliefde wat met Christus geleef het, weet dat hy of sy nou by die HERE in die hemel leef. Dat die ander eendag met sy of haar liggaam sal opstaan om ewig heerlik te leef.  

 

OP WAARDE GESCHAT?OP WAARDE GESKAT?

 

“Toen ging een van de twaalf, die Judas Iskariot heette, naar de overpriesters en zei: Wat wilt u mij geven, als ik Hem aan u overlever? En zij kenden hem dertig zilverstukken toe. En van toen af zocht hij een geschikte gelegenheid om Hem over te leveren.”

 

 Het is de woensdag voor het sterven van de Here Jezus. De dag dat Hij in Bethanië vlak buiten Jeruzalem wordt gezalfd met kostbare olie. Een eerbewijs aan Hem als de Verlosser. Het is ook de dag dat een van Zijn leerlingen, namelijk Judas, naar de Joodse leiders gaat en vraagt wat hij krijgt om Jezus in hun armen te drijven. Om er voor te zorgen dat de Here Jezus gevangengenomen kan worden en gedood.

Verschrikkelijk dat iemand die de liefde en de grootheid van Christus van zo dichtbij heeft meegemaakt Hem wil verraden. Wil meewerken aan Zijn dood.  Je ziet hier hoe hard ons eigen zondige hart is. Het is niet zo dat als we Gods liefde zien we dus vanzelf gaan geloven. We hebben nodig dat de Geest daarvoor ons keiharde hart openbreekt.

Wat is de waarde waarop Christus door de Joodse leiders geschat wordt en waarmee Judas akkoord gaat? Dertig penningen of zilverstukken. Dat is de waarde die een slaaf in die tijd had. Als iemand een slaaf was kwijtgeraakt door de schuld van een ander moest die ander 30 zilverstukken betalen. Zie Exodus 21:32. De Heilige Geest heeft ook geprofeteerd dat de Verlosser die komt niet echt op waarde geschat zal worden. We lezen die profetie in Zacharia 11:12,13: “Want Ik had tegen hen gezegd: Als het goed is in uw ogen, geef Mij Mijn loon; zo niet, laat het na. Toen hebben zij Mijn loon afgewogen: dertig zilverstukken. Maar de HEERE zei tegen Mij: Werp dat de ​pottenbakker​ toe – een mooie prijs waarop Ik door hen geschat ben! Daarop nam Ik de dertig zilverstukken en wierp ze in het ​huis​ van de HEERE de ​pottenbakker​ toe.” Christus moet ook lijden dat Hij niet op waarde geschat wordt. Toch gaat Hij verder om ons rijk te maken! Hoe groot is Hij!

 

“Toe gaan een van die twaalf, met die naam van Judas Iskáriot, na die owerpriesters  en sê: Wat wil u my gee, en ek sal Hom aan u oorlewer? En hulle het vir hom dertig silwerstukke afgeweeg. En van toe af het hy ’n goeie geleentheid gesoek om Hom oor te lewer.” Mattheus 26:14-16

 

Dit is die woensdag voordat die Here Jesus sterf.  Dit is die dag dat Hy in Betanië naby Jerusalem met kosbare olie gesalf word. ’n Eerbewys vir Hom as die Verlosser. Dit is ook die dag waarop een van Sy leerlinge, naamlik Judas, na die Joodse leiers gaan en vra wat hy kan kry wanneer hy Jesus in hul arms dryf. Om op daardie manier daarvoor te sorg dat hulle Hom gevange kan neem en doodmaak.  

Verskriklik dat iemand wat Christus se liefde en grootheid van so naby het meegemaak Hom kan verraai. Dat hy aan Sy dood wil meewerk. Jy sien hier hoe hard ons sondige hart is. Dit is nie so dat as ons God se liefde sien dat ons dan sonder probleem begin glo nie. Ons het nodig dat die Heilige Gees ons keiharde hart oopbreek.

Wat is die waarde waarop die Joodse leiers die Here Jesus waardeer  en waarmee Judas saamstem? Dertig silwerstukke. Dit was toe die waarde van ’n slaaf. Wanneer iemand ’n slaaf was kwytgeraak deur ’n ander se skuld moes die ander 30 silwerstukke betaal. Sien Eksodus 21:32. Die Heilige Gees het ook geprofeteer dat die Verlosser wat kom nie regtig op waarde geskat sal word nie. Ons lees hierdie profesie in Sagaria 11:12,13: “Daarop sê ek vir hulle: As dit goed is in julle oë, gee dan my loon; en so nie, laat dit dan staan. Toe het hulle my loon afgeweeg: dertig sikkels silwer. Hierop sê die HERE vir my: Gooi dit vir die pottebakker — die heerlike prys waarmee Ek deur hulle gewaardeer is! En ek het die dertig sikkels silwer geneem en dit in die huis van die HERE vir die pottebakker gegooi.”

Christus moes ook ly dat Hy nie op waarde geskat word nie. Nogtans gaan Hy verder om ons ryk te maak. Hoe groot is Hy!

 

VAN DIE KRUIS AF?

 

“Laat die Christus, die Koning van Israel, nou van die kruis afkom, sodat ons kan sien en glo! Ook die wat saam met Hom gekruisig is, het Hom beledig.”Markus 15:32

 

Die Here Jesus hang aan die kruis. Hy is veroordeel. Hy word bespot. As Hy nou die Christus is, laat Hy van kruis kom. Laat Hy wys dat Hy God se Seun is.  Alles wys daarop dat Jesus nie die Christus is nie. Dat Hy ’n bedrieger is. So dink die mense wat rondom die kruis staan. Die Joodse leiers bevorder met hulle spot dat die anderes die Here Jesus verwerp en Hom regtig as ’n bedrieger sien.

Hulle roep om ’n teken. Hoe dikwels is dit ook nie so by ons nie. Ons wil baie spesiale dinge sien om regtig te gaan of te bly glo. So is dit met ons as mens. Paulus wys ook daarop as hy skryf: “Want aangesien in die wysheid van God die wêreld deur die wysheid God nie geken het nie, het dit God behaag om deur die dwaasheid van die prediking die wat glo, te red; want die Jode vra ’n teken en die Grieke soek wysheid, maar ons verkondig Christus wat gekruisig is, ’n struikelblok vir die Jode en dwaasheid vir die Grieke” 1 Kor 1:21-23  

Die wysheid van God is dat ons moet luister na Sy wysheid, na Sy Woord. Christus kom nie van kruis af nie. Hy wil regtig ons Verlosser wees! Hy wil doen wat volgens God se plan van verlossing gedoen moet word. Hoe swaar Hy daardeur ook vir sondaars soos ek en jy moet ly. Hy is dit wat vervul wat ons lees in Jesaja 53: “Maar Hy is ter wille van ons oortredinge deurboor, ter wille van ons ongeregtighede is Hy verbrysel; die straf wat vir ons die vrede aanbring, was op Hom, en deur sy wonde het daar vir ons genesing gekom.” Vs 5 Hy het gedoen waarvan ons in Skrifberyming 7 sing:

Die misstap wat ons voet begaan,

die misdaad deur ons hand gedaan,

die straf uit swaarste regsgeding,

wat ons die volle vrede bring,

die wonde wat ons wonde heel –

dit alles was sy lydensdeel.

Ja, al die kwaad deur ons gedaan,

het God die HEER oor Hom laat gaan.

 

Dankie Here Jesus!

 

 

“Laat de Christus, de Koning van Israël, nu van het kruis afkomen, op wij het zien en gaan geloven. Ook zij die met Hem gekruisigd waren, smaadden Hem.” Markus 15:32

 

De Here Jesus hangt aan het kruis. Hij wordt bespot. Als Hij echt de Christus is, laat Hij dan van het kruis komen. Laat Hij zo laten zien dat Hij de Zoon van God is. Alles wijst er nu toch op dat Jezus niet de Christus is.  Dat Hij een bedrieger is. Zo denken de mensen die om het kruis staan. De Joodse leiders bevorderen dit door hun spot.

Ze vragen om een teken. Hoe vaak is dat bij ons ook niet zo. Wij willen speciale en spectaculaire dingen zien om te gaan of te blijven geloven. Zo denken en voelen wij vaak als mensen. Paulus wijst ook daarop als hij schrijft: “Want omdat, in de wijsheid van God, de wereld door haar wijsheid God niet heeft leren kennen, heeft het God behaagd door de dwaasheid  van de prediking zalig te maken hen die geloven. Immers, de Joden vragen om een teken en de Grieken zoeken wijsheid; wij echter prediken Christus, de Gekruisigde, voor Joden een struikelblok en voor de Grieken een dwaasheid.” vs 21-23

De wijsheid van God is dat we luisteren naar Zijn wijsheid, naar Zijn Woord. Christus komt niet van het kruis. Hij wil echt onze Verlosser zijn!  Hij wil doen wat volgens Gods plan van verlossing gedaan moet worden. Hoe zwaar Hij daardoor ook voor zondaren moet lijden. Hij is het die vervult wat we lezen in Jesaja 53: “Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden verbrijzeld. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen.”  Vs 5

Hij heeft gedaan wat we zingen in dit gezang:

 

Mijn Verlosser hangt aan 't kruis,

hangt ten spot van snode smaders.

Zoon des Vaders,

waar is toch uw almacht thans,

waar uw goddelijke glans?

 

Mijn Verlosser hangt aan 't kruis,

en Hij hangt er mijnentwegen,

mij ten zegen.

Van de vloek maakt Hij mij vrij,

en zijn sterven zaligt mij.

 

Dank U Here Jezus!  

 

IN HET PARADIJS  - IN DIE PARADYS

 

“En Jezus zei tegen hem: Voorwaar, zeg Ik u, heden zult u met Mij in het paradijs zijn.” Lukas 23:43

Het is de zaterdag na de kruisdood van de Here Jezus. Waar is de Here Jezus nu als mens? Hij is begraven. Hij ligt in het graf. De leerlingen van Hem treuren zonder hoop te hebben. De Here Jezus is nu in de hemel. Zijn lichaam ligt in het graf. Hijzelf is volgens Zijn eigen Woord in het paradijs. De hemel is het paradijs voor wie in geloof op aarde gestorven is.
Je ziet dat de Here Jezus als de Verlosser ons voorgaat op het levensspoor. Hij is het die voor Gods kinderen het leven in de paradijselijke hemel verdiend heeft. Ontheven van pijn, dood en alles wat slecht is. Toch nog zonder lichaam. De Here Jezus wacht met Zijn menselijke ziel in de hemel op het moment dat Hij mag laten zien dat Hij ook ons lichaam van alle ellende verlost heeft. Hij wacht op het moment dat Hij met Zijn ziel teruggaat naar de aarde en daar verenigd wordt met Zijn verheerlijkt lichaam en zo opstaat uit de dood. Hij kan dan laten zien dat Hij de Verlosser van ons hele mens-zijn is. Hij gaat ons voor en Hij heeft verdiend dat voor elke gelovige het moment komt van de opstanding uit de dood. Dat Zijn opstanding ook voor jou en mij betekent dat we een volmaakt lichaam krijgen om daarmee op de paradijselijke nieuwe aarde te leven.

 

 

“En Jesus antwoord hom: Voorwaar Ek sê vir jou, vandag sal jy saam met My in die Paradys wees.” Lukas 23:43

 

Dit is die Saterdag na die Here Jesus se dood aan die kruis. Waar is die Here jesus dan as mens? Hy is begrawe. Hy lê in die grafte. Sy leerlinge treur sonder dat hulle hoop het. Die Here Jesus is in die hemel. Sy liggaam lê in die graf. Hy is self volgens Sy eie Woord in die Paradys. Die hemel is die Paradys vir hulle wat op aarde in geloof gesterf het.

Jy sien dat die Here Jesus as die Verlosser ons op die pad van die lewe voorgaan. Hy is dit wat vir God se kinders die lewe in die paradyslike hemel verdien het. Sonder pyn, dood en alles wat sleg is.  Nogtans sonder  ’n menslike liggaam. Die Here Jesus wag met Sy menslike siel in die hemel op die oomblik wat Hy mag wys dat Hy ook ons liggame van alle ellende verlos het. Hy wag op die oomblik dat Hy met Sy siel na die aarde teruggaan om daar met Sy verheerlikte liggaam verenig te word. Hy staan op uit die dood! Hy kan so wys dat Hy die Verlosser van ons hele mens-wees is. Hy is die eerste en het dit vir enige gelowige verdien. Hy het verdien dat elkeen wat in Christus glo, sal opstaan uit die dood. Hy het verdien dat Sy  opstanding ook vir jou en my beteken dat ons  ’n volmaakte liggaam kry om daarmee op die paradyslike nuwe aarde te leef.  

 

DAAROM!

 

“Maar God sy dank, wat ons die oorwinning gee deur onse Here Jesus Christus. Daarom, my geliefde broeders, wees standvastig, onbeweeglik, altyd oorvloedig in die werk van die Here, omdat julle weet dat julle arbeid in die Here nie tevergeefs is nie.”  1 Korinte 15:57,58

 

Ek wil vandag die aandag van jou vra vir die woord ‘daarom’. Jy lees dit aan die begin van vers 58. Dit verbind jou lewe van elke dag met Christus se opstanding. Dit wys dat die geloof in Christus en Sy opstaan uit die dood nie net ’n teorie of ’n feit is wat buite die gewone lewe staan nie. Dit is nie net ‘n deel van die leer wat jy moet ken maar waarmee jy verder niks maak nie.

Christus het in Sy opstaan uit die dood gewys dat Hy die dood en die sonde verslaan het. Hy het gewys dat dood, sonde en duiwel nie die laaste woord het nie. By Christus kan jy die lewe kry wat daarvoor sorg dat jy  in daardie oorwinning deel. Dit maak jou lewe heeltemal anderste. Dit sorg daarvoor dat dit nie nodig is om alles uit die lewe te haal waarvan ek dink dat dit moet gebeur om ’n sinvol lewe te hê nie. Die belangrikste van die lewe is nie of ek gesond bly of dat ek genoeg geld het om sorgloos te lewe nie. Al hierdie dinge bring vir my en ander nie die oorwinning op die dood en die vryspraak in God se oordeel nie. Wanneer ek deur die geloof deel in Christus se opstanding kom rus in my lewe in. Dan kan ek my lewe gee vir die bou van God se Koninkryk, dan kan ek my lewe gee vir my naaste wat dit nodig het. Dan hoef ek nie ryk te word nie, dan is dit nie nodig om oud te word nie. Dan is my lewe sinvol en bly my lewe dit vir ewig deur Christus se oorwinning. Dan is my lewe nooit tevergeefs nie deur God se werk in en aan my lewe. Dan leef ek nie meer vir myself en dit is dan regtig goed.  

 

“Maar God zij dank, Die ons de overwinning geeft door onze Heere ​Jezus​ ​Christus. Daarom, mijn geliefde broeders, wees standvastig, onwankelbaar, altijd overvloedig in het werk van de Heere, in de wetenschap dat uw inspanning niet tevergeefs is in de Heere.” 1 Korinthe 15:57,58

 

Ik wil vandaag je aandacht vragen voor het woord ‘daarom’. Je leest dat aan het begin van vers 58. Het verbindt jouw dagelijkse leven met de opstanding van Christus. Het laat zien dat het geloof in de opstanding van Christus uit de dood niet maar een  theorie  of een feit is dat buiten het gewone leven staat. Of los daarvan zou staan. Het is niet alleen maar een deel van de leer waarmee je verder eigenlijk niet zo veel doet.

Christus heeft in Zijn opstaan uit de dood laten zien dat Hij dood en zonde verslagen heeft. Hij heeft laten zien dat dood, zonde en duivel niet het laatste woord hebben. Bij Christus kun je het leven krijgen dat er voor zorgt dat je deelt in Zijn overwinning. Dat maakt het leven helemaal anders. Het zorgt er voor dat jij niet alles uit het leven hoeft te halen waarvan jij denkt dat dit nodig is om een zinvol leven te hebben gehad. Het belangrijkste van het leven is niet dat ik gezond blijf of dat ik genoeg geld heb om een zorgeloos leven te leiden.  Al deze dingen geven mij en anderen geen deel aan de overwinning op de dood en  aan de vrijspraak van Gods oordeel. Wanneer ik door het geloof  in Christus opstanding deel, komt er rust in mijn leven. Dan kan ik mijn leven in dienst van de bouw van Gods Koninkrijk geven. Dan kan ik mijn leven geven voor de naaste die het nodig heeft. Dan hoef ik niet rijk te worden, dan is het niet nodig om oud te worden. Dan is mijn leven zinvol en blijft mijn leven dit voor eeuwig door Christus overwinning. Dan is mijn leven nooit tevergeefs door Gods werk in en aan mij. Dan leef ik niet meer voor mijzelf en dat is echt goed.   

 

BRANDENDE HARTEN/BRANDENDE HARTE!  (I)

 

“En zij zeiden tegen elkaar: Was ons ​hart​ niet brandend in ons, toen Hij onderweg tot ons sprak en voor ons de Schriften opende?” Lukas 24:32

 

Wat zijn we uit onszelf toch een mensen die niet willen geloven. De dingen die wij ons niet kunnen voorstellen, stuiten op een muur van verzet. De Here Jezus had Zijn leerlingen meerdere keren verteld dat Hij op de derde dag zou opstaan. Toch was er niemand die dat geloofde en vol verwachting op de derde dag bij het graf zat. Het is nu de derde dag en meerdere zijn komen vertellen dat Jezus is opgestaan. Dat de Here Jezus aan hen verschenen is of engelen het hen hebben verteld. Nog steeds blijft het ongeloof heersen onder de leerlingen van de Here Jezus.

Dan is het de Here Jezus,  die dan nog niet door de Emmausgangers herkend wordt,  die vanuit het Oude Testament laat zien dat Hij gekruisigd moest worden om de echte Verlosser te zijn. Hij is het ook die bij het begin van het Oude Testament begint en dan door het Oude Testament gaat om te laten zien dat Hij uit de dood zou opstaan. Hij opent voor deze mannen de Bijbel. Het licht gaat op vanuit wat de HERE eeuwen geleden al heeft gezegd en beloofd. Bedenk dat het Bijbelboek dat toen het laatste geschreven was ongeveer 400 jaar oud was. Gods Woord schijnt nu over wat er met de Here Jezus gebeurd is. De HERE doet dingen die onze menselijke maat te boven gaan. Hij is God en laten we dat nooit vergeten. Ook vandaag en morgen niet. Zijn woorden verdien het om voor 100% vertrouwd te worden.  

 

“En hulle sê vir mekaar: Was ons hart nie brandende in ons toe Hy met ons op die pad gepraat en vir ons die Skrifte uitgelê het nie?” Lukas 24: 32

 

Hoe ongelowig is ons as mense van onsself! Die dinge wat ons ons nie kan voorstel nie stuit op ’n muur van verset. Die Here Jesus het Sy leerlinge meerdere kere vertel dat Hy op die derde dag sal opstaan. Nogtans is daarniemand  wat hierdie woorde van die Here Jesus regtig glo. Niemand staan en wag vol verwagting op die derde dag by die graf nie. Party kom op die derde dag vertel dat die Here Jesus opgestaan het. Hy het aan hulle verskyn of engele het dit vir hulle vertel. Nogtans bly die ongeloof onder Jesus se leerlinge heers.

Dan is dit die Here Jesus, wat nog nie deur die Emmausgangers herken word nie, wat vanuit die Ou Testament wys dat Hy gekruisig moes word om die ware Verlosser te wees. Hy is dit ook wat by die begin van die Ou Testament begin en deur die Ou Testament gaan om te wys dat Hy uit die dood sou opstaan. Hy maak vir hierdie manne die Bybel oop. Die lig skyn vanuit wat die HERE eeue gelede al gesê en beloof het. Ons moet bedink dat die laatste Bybelboek van die Ou Testament omtrent 400 jaar daarvoor geskryf is. God se Woord skyn nou oor wat met die Here Jesus gebeur het. Die HERE doen dinge wat bo die mense se maat uitgaan. Hy is God en laat ons dit nooit vergeet nie. Ook nie vandag en môre nie. God se woorde verdien dit om vir 100% vertrou te word.

 

BRANDENDE HARTEN/BRANDENDE HARTE!  (II)

 

“En hulle sê vir mekaar: Was ons hart nie brandende in ons toe Hy met ons op die pad gepraat en vir ons die Skrifte uitgelê het nie?” Lukas 24: 32

 

Die Emmausgangers kan nie glo dat die Here Jesus  opgestaan het nie. Hulle het vol verwagting na die Here Jesus gekyk. Hulle het so baie van Hom verwag. Hulle het gedink dat Hy die beloofde Verlosser was. Hulle het gedink dat die Jode deur Hom die volk sou word wat die hele wëreld vanuit Jerusalem begin regeer. Dat so die groot ryk van vrede met daarop die ewige lewe sal begin. Die Here Jesus die beloofde Christus wat met ’n groot leër al die vyande op aarde sal verslaan.

Hoe anders het dit gegaan. Die Here Jesus kon nie daarvoor sorg dat Hy nie deur Sy vyande gevangegeneem word en dat Hy aan die kruis sterf nie. Hy sterf as ’n groot misdadiger. Die Emmausgangers weet dat Jesus nie ’n misdadiger is nie. Nogtans wys Sy kruisiging vir hulle ook dat Hy nie die beloofde Christus is nie. Die beloofde Verlosser sal nie sterf nie maar juis al Sy vyande doodmaak. So het hulle gedink.

Dan kom uit die Here Jesus se mond die volgende woorde: “O Onverstandiges, met harte wat traag is om te glo alles wat die profete gespreek het!” vs 25 Ons leer hier ’n baie belangrike les. Ons moet nie ons geloof bou op ons verwagtings en verlangens nie. Ons moet leer om ons geloof te bou op wat die HERE regtig in Sy Woord sê! Nie bou op ons gevoelens en gedagtes nie maar op die HERE se betroubare Woord.   

 

“En zij zeiden tegen elkaar: Was ons hart niet brandend in ons, toen Hij onderweg tot ons sprak en voor ons de Schriften opende?” Lukas 24:32

De Emmaüsgangers kunnen niet geloven dat de Here Jezus opgestaan is.  Ze hebben vol verwachting naar de Here Jezus gekeken. Ze hebben zoveel van Hem verwacht. Ze dachten dat Hij de beloofde Verlosser was.  Ze hebben gedacht dat de Joden door Hem het volk zouden worden die hele wereld vanuit Jeruzalem zou gaan regeren. Dat op die manier het grote vrederijk met het eeuwige leven daarin zou gaan beginnen. De Here Jezus zou dan met een groot leger al Zijn vijanden op aarde verslaan.

Het is zo anders gegaan. De Here Jezus kon er niet voor zorgen dat Hij niet gevangen genomen werd en aan het kruis is gestorven. Hij sterft als een grote misdadiger. De Emmaüsgangers weten dat Jezus geen misdadiger was. Toch laat Zijn kruisiging hun wel zien dat Hij niet de beloofde Christus is. De beloofde Verlosser zal niet sterven maar juist al Zijn vijanden dood maken. Zo dachten ze. 

Dan komen uit de mond van de Here Jezus de volgende woorden: “O onverstandigen en tragen van ​hart! Dat u niet gelooft al wat de profeten gesproken hebben!”vs 25 We leren hier een belangrijke les. We moeten ons geloof niet op eigen verwachtingen en gevoelens bouwen. We moeten leren om ons geloof te bouwen op wat de HERE echt in Zijn Woord zegt! Niet bouwen op eigen gevoelens en gedachten maar op de HERE en Zijn betrouwbare Woord.  

 

BRANDENDE HARTEN/BRANDENDE HARTE!  (III)

 

“En zij zeiden tegen elkaar: Was ons hart niet brandend in ons, toen Hij onderweg tot ons sprak en voor ons de Schriften opende?” Lukas 24:32
De Here Jezus gaat nu zonder dat Hij Zichzelf bekend maakt onderwijs aan Kleopas en zijn vriend geven. Dat is opmerkelijk. De Here Jezus zorgt er voor dat deze mannen helemaal geconcentreerd zijn op wat Hij zegt. Hij zorgt er voor dat ze nu niet zo overweldigd zijn door Zijn verschijning. Dat ze bijna niet meer horen wat Hij zegt omdat ze zo onder de indruk zijn. Hij zorgt voor concentratie op de woorden van God uit de Bijbel.
Ze moeten namelijk weten wat er echt in de Bijbel staat. Wie kan dit hun beter vertellen dan de Schrijver zelf! Het is Gods Woord! Wie kan dat ze beter vertellen dan de Ene die het Woord en plan van God voor 100% gehoorzaamd en gevolgd heeft! Hij maakt ook duidelijk dat de Bijbel het profetische Woord is. Luister maar naar wat we lezen in vers 25,26: “Dat u niet gelooft al wat de profeten gesproken hebben! Moest de Christus dit niet lijden en zo in Zijn heerlijkheid ingaan?” Wanneer je dit gelezen hebt, zie je ook de diepte en het belangrijke van wat we later lezen in 2 Petrus 1: “En wij hebben het profetische woord, dat vast en zeker is, en u doet er goed aan daarop acht te slaan als op een lamp die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw hart.” vs 19
De Bijbel is niet het woord van mensen. De Bijbel is niet wat wij denken en wij ervaren hebben over en met God. Het is het Woord van God dat door mensen gebracht is. Daar moeten we niets van afdoen maar ons door laten leiden. Dan valt het echte licht op ons pad.

 

“En hulle sê vir mekaar: Was ons hart nie brandende in ons toe Hy met ons op die pad gepraat en vir ons die Skrifte uitgelê het nie?” Lukas 24: 32

Die Here Jesus gaan sonder dat Hy Homself bekendmaak, onderwys aan Kleopas en sy vriend gee. Dit is opmerklik. Die Here Jesus sorg so daarvoor dat hierdie manne gekonsentreer na Sy woorde kan luister. Hy sorg daarvoor dat hulle nie deur Sy verskyning nou oorweldig raak nie. Hy sorg daarvoor dat hulle nie so onder die indruk van Hom is dat hulle amper nie meer hoor wat Hy sê nie. Hy sorg daarvoor dat al hul konsentrasie op die woorde van God uit die Bybel kan wees.
Hulle moet naamlik weet wat regtig in die Bybel staan. Wie kan dit hul beter as die Skrywer self vertel! Dit Is God se Woord! Wie kan dit beter vir hulle vertel as die Een wat die Woord en plan van God vir 100% gehoorsaam en gevolg het! Hy maak duidelik dat die Bybel die profetiese Woord is. Ons lees dit so duidelik in vers 25,26: “En Hy sê vir hulle: O Onverstandiges, met harte wat traag is om te glo alles wat die profete gespreek het! Moes die Christus nie hierdie dinge ly en in sy heerlikheid ingaan nie?” As jy dit gelees het, sien ’n mens ook raak hoe diep en belangrik is wat ons later in 2 Petrus 1 lees: “En ons het die profetiese woord wat baie vas is, waarop julle tog moet ag gee soos op ’n lamp wat in ’n donker plek skyn, totdat die dag aanbreek en die môrester opgaan in julle harte”.
Die Bybel nie mense se woorde nie. Die Bybel is nie wat ons dink en ervaar het oor en met God nie. Dit is God se eie Woord wat deur mense verkondig is. Ons moet niks daarvan afdoen nie maar ons daardeur laat lei. Dan skyn regtig lig op ons pad.

 

BRANDENDE HARTEN/BRANDENDE HARTE!  (IV)

 

“En hulle sê vir mekaar: Was ons hart nie brandende in ons toe Hy met ons op die pad gepraat en vir ons die Skrifte uitgelê het nie?” Lukas 24: 32

 

Die Here Jesus gaan sonder dat Hy Homself bekendmaak, onderwys aan Kleopas en sy vriend gee. Dit is opmerklik. Die Here Jesus sorg so daarvoor dat hierdie manne gekonsentreer na Sy woorde kan luister. Hy sorg daarvoor dat hulle nie deur Sy verskyning nou oorweldig raak nie. Hy sorg daarvoor dat hulle nie so onder die indruk van Hom is dat hulle amper nie meer hoor wat Hy sê nie. Hy sorg daarvoor dat al hul konsentrasie op die woorde van God uit die Bybel kan wees.

Hulle moet naamlik weet wat regtig in die Bybel staan. Wie kan dit hul beter as die Skrywer self vertel!  Dit Is God se Woord!  Wie kan dit beter vir hulle vertel as die Een wat die Woord en plan van God vir 100% gehoorsaam en gevolg het! Hy maak duidelik dat die Bybel die profetiese Woord is. Ons lees dit so duidelik in vers 25,26: “En Hy sê vir hulle: O Onverstandiges, met harte wat traag is om te glo alles wat die profete gespreek het! Moes die Christus nie hierdie dinge ly en in sy heerlikheid ingaan nie?” As jy dit gelees het, sien ’n mens ook raak hoe diep en belangrik is wat ons later in 2 Petrus 1 lees: “En ons het die profetiese woord wat baie vas is, waarop julle tog moet ag gee soos op ’n lamp wat in ’n donker plek skyn, totdat die dag aanbreek en die môrester opgaan in julle harte”.

Die Bybel nie mense se woorde nie. Die Bybel is nie wat ons dink en ervaar het oor en met God nie. Dit is God se eie Woord wat deur mense verkondig is. Ons moet niks daarvan afdoen nie maar ons daardeur laat lei. Dan skyn regtig lig op ons pad.  

 

“En hulle sê vir mekaar: Was ons hart nie brandende in ons toe Hy met ons op die pad gepraat en vir ons die Skrifte uitgelê het nie?” Lukas 24: 32

 

Die Here Jesus gaan verder om onderwys te gee.  Hoe belangrik is dit dat die Emmausgangers en ook ons weet wie Hy is. Dat ons die regte beeld van die Here Jesus het vir nou en die toekoms. Hy is die engste wat ons kan red. Hy is die enigste wat ons regtig hoop en uitsig kan gee ook in die tyd dat die koronavirus op hierdie wêreld rondgaan.

Die Here Jesus het gely en het regtig doodgegaan en is begrawe. Is dit nou die bewyse dat Hy nie die beloofde Verlosser was nie? Die Here Jesus is dit wat nou die Bybel vir hierdie manne en daardeur ook vir ons oopmaak. Later op hierdie dag doen Hy dit ook vir ander leerlinge. Lees maar met my saam:

“Moes die Christus nie hierdie dinge ly en in sy heerlikheid ingaan nie? ….. En Hy sê vir hulle: Dit is die woorde wat Ek met julle gespreek het toe Ek nog by julle was, dat alles wat oor My geskrywe is in die wet van Moses en die profete en die psalms, vervul moet word.Toe open Hy hulle verstand om die Skrifte te verstaan. En Hy sê vir hulle: So is dit geskrywe, en so moes die Christus ly en op die derde dag uit die dode opstaan, vs 26 …… 44-46

Die Here Jesus moes ly en sterf om die regte Verlosser te wees. Om die ware Christus te wees. Dit het die Gees al eerder in die Ou Testament gewys. Ons gaan daarna môre kyk.

 

BRANDENDE HARTEN/BRANDENDE HARTE!  (V)

 

“En zij zeiden tegen elkaar: Was ons hart niet brandend in ons, toen Hij onderweg tot ons sprak en voor ons de Schriften opende?” Lukas 24:32

De Here Jezus zegt eerst dat het toch zo is dat de beloofde Christus moet lijden. Dat is toch wat de Here God in het Oude Testament duidelijk gezegd heeft. Dat is wat bij de Joden toen niet meer duidelijk was. Ze leefden vanuit zo’n andere verwachting waardoor het lijden van de Verlosser niet meer in beeld was. De verwachting dat zij als volk door Christus de grote overwinnaars en regeerders van de wereld zouden zijn had al het andere verdrongen. Denken aan eigen geluk en voorspoed zorgde er voor dat een groot deel van de Bijbel wanneer ze die lazen  voor hen dicht bleef. Het is heel belangrijk om dat ook in onze tijd te beseffen.

Je ziet dat in onze tijd ook gebeuren. Mensen willen gered worden, mensen willen zich goed voelen. Mensen willen gerustgesteld worden. Christus is er om te zorgen voor die rust. Het komt goed met je want Christus zorgt er voor. Wanneer je dan over bekering spreekt en dat het diepe lijden van Christus ook onze diepe schuld laat zien. Dat we dus nodig hebben om onze schuld te erkennen en te belijden. Wanneer je deze dingen zegt, vinden velen dat heel vreemd. Als je dan zegt maar kijk dan eens samen met mij in  de Bijbel is dat niet nodig want God is toch liefde. Daarmee is de kous dan af. Wat hebben we nodig dat de Bijbel ook voor opengaat. Om te zien wie de echte Christus is. Dan moeten we beginnen bij het begin van de Bijbel.  De Here Jezus laat dat zien als Hij zegt: “En Hij begon bij ​Mozes​ en al de profeten en legde hun uit wat in al de Schriften over Hem geschreven was.”vs 27

 

“En hulle sê vir mekaar: Was ons hart nie brandende in ons toe Hy met ons op die pad gepraat en vir ons die Skrifte uitgelê het nie?” Lukas 24: 32

Die Here Jesus sê eers dat dit rerig so is dat die Christus wat beloof is, moet ly. Dit het die Here God baie duidelik in die Ou Testament bekend gemaak. Vir baie Jode was dit toe nie meer duidelik nie. Hulle het in ‘n ander verwagting geleef. Die ly van die Verlosser was nie meer regtig in beeld nie. Die verwagting dat die Verlosser daarvoor sou sorg dat die Jode die oorwinnaars en regeerders van die wëreld sou word, het al die ander verdring. Die dink aan eie geluk en voorspoed het daarvoor gesorg dat ’n groot deel van die Bybel vir hulle toegegaan het. Hoe belangrik is dit om dit ook vandag te bedink.

Ons sien dit naamlik ook in ons tyd gebeur. Mense wil gered word, hulle wil dat alles rondom hulle goed voel. Mense wil gerusgestel word. Christus moet sorg vir daardie rus. Dit sal almal reg met jou kom. Christus sal daarvoor sorg. Wanneer ’n mens dan oor bekering praat en dat Christus se diep lyding wys hoe groot en diep ons skuld is. Wanneer jy sê dat dit nodig is dat ’n mens sy skuld ken en bely. As jy hierdie dinge sê, is dit vir baie mense snaaks. Wanneer jy vir hulle voorstel om dan saam in die Bybel te lees, is dit vir hulle glad nie nodig nie. God is mos liefde. Die laaste woorde is vir hul die beslissende wat ons verder ookal in die Bybel lees. Ons het juis nodig dat die Bybel vir ons oopgaan. Om raak te sien wie en hoe die regte Christus is. Ons moet dan begin vanaf die Bybel se staanspoor. Die Here Jesus wys dit vir ons as Hy sê: “En Hy het begin van Moses en al die profete af en vir hulle uitgelê in al die Skrifte die dinge wat op Hom betrekking het. “ vs 27

 

BRANDENDE HARTEN/BRANDENDE HARTE!  (VI)

 

“En zij zeiden tegen elkaar: Was ons hart niet brandend in ons, toen Hij onderweg tot ons sprak en voor ons de Schriften opende?” Lukas 24:32

 

We lezen in vers 27 dat de Here Jezus bij Mozes begon. Wanneer de Joden het in die tijd in verband met de Bijbel over Mozes hadden, was de aandacht vooral gericht op de boeken Genesis tot en met Deuteronomium. Het is dus zo dat Christus als de schrijver en volmaakte uitlegger van Gods eigen Woord duidelijk maakt dat ook de eerste Bijbelboeken al over Hem spreken. Vanaf het begin is Christus in beeld en wordt Hij verkondigd.

We kunnen hier o.a. denken aan wat we lezen direct na de zondeval. Wij als mensen hebben ons zelf zondig en schuldig tegenover God gemaakt. We liggen verloren in schuld. Het is de HERE die Zijn plan van verlossing bekend maakt. Daarbij hoort ook dit: “Omdat u dit gedaan hebt, bent u vervloekt onder al het ​vee​ en onder alle dieren van het veld! Op uw buik zult u gaan en stof zult u eten, al de dagen van uw leven. En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht; Dat zal u de kop vermorzelen, en u zult Het de hiel vermorzelen.” Gen 3:14,15

De duivel zal uiteindelijk helemaal het loodje leggen. Hij zal uiteindelijk opgesloten worden in de hel en in eeuwige ellende bestaan.  Daarvoor is een gevecht tussen de duivel en  de grote nakomeling van Adam en Eva nodig. Die grote nakomeling is Christus die daarvoor moet lijden. Zijn hiel zal vermorzeld worden. Hij heeft geleden tot aan het kruis om de duivel te verslaan en de gelovigen het leven te geven.   

 

“En hulle sê vir mekaar: Was ons hart nie brandende in ons toe Hy met ons op die pad gepraat en vir ons die Skrifte uitgelê het nie?” Lukas 24: 32

 

Ons lees in vers 27 dat die Here Jesus by Moses begin het.  As die Jode toe in verband met die Bybel oor Moses gepraat het, was hulle aandag veral op die boeke Genesis tot en met Deuteronomium gerig. Christus maak as die skrywer en volmaakte uitlêer van God se eie Woord duidelik dat ook die eerste Bybelboeke  van Hom praat. Vanaf die staanspoor is dit Christus wat in beeld is en verkondig word.

Ons kan hier o.a.  dink aan wat kort na die sondeval gebeur het. Ons het ons dan as mense sondig en skuldig vir God gemaak. Ons lê verlore in skuld. Dit is die HERE wat dan Sy plan verlossing wys. Daarby behoort ook: “Omdat jy dit gedoen het, is jy vervloek onder al die vee en al die diere van die veld. Op jou buik moet jy seil, en stof moet jy eet al die dae van jou lewe. En Ek sal vyandskap stel tussen jou en die vrou, en tussen jou saad en haar saad. Hý sal jou die kop vermorsel, en jý sal hom in die hakskeen byt.” Gen 3:14,15

Die duiwel sal uiteindelik die ewige straf kry. Hy word op die ou end in die hel opgesluit om in die ewige ellende te bestaan. Daarvoor is nodig dat die geveg tussen die duiwel en die groot nakomeling van Adam en Eva plaasvind. Die groot nakomeling is Christus wat daarom moet ly.  Sy hakskeen sal vermorsel word. Hy het tot aan die kruis gely om so die duiwel te verslaan. Om so vir die gelowiges die lewe te gee.

 

BRANDENDE HARTEN/BRANDENDE HARTE!  (VII)

 

“En zij zeiden tegen elkaar: Was ons hart niet brandend in ons, toen Hij onderweg tot ons sprak en voor ons de Schriften opende?” Lukas 24:32

 

De Here Jezus heeft onderwijs gegeven over wat over Hem geschreven is in het Oude Testament.  Hij begon bij Mozes maar ging daarna het hele Oude Testament door. Het hele Oude Testament spreekt van Hem. Niet alleen van Zijn lijden maar ook van Zijn opstaan uit de dood. Daarvan sprak de Heilige Geest ook al in het Oude Testament. De opstanding was deel van Gods belofte. Deel van Zijn plan tot verlossing dat de Here Jezus is komen uitvoeren.

De Here Jezus heeft onderwijs gegeven vanuit de Schriften. Dat is vanuit de Bijbel. Dat het daarbij om het hele Oude Testament ging komt prachtig uit in wat we lezen in Lukas 24.  Dan zijn de Emmaüsgangers diezelfde avond samen met de andere leerlingen. De  Here Jezus komt dan daar waar de leerlingen bij elkaar zijn. We lezen van die ontmoeting o.a. dit: “En Hij zei tegen hen: Dit zijn de woorden die Ik tot u sprak toen Ik nog bij u was, dat alles vervuld moest worden wat over Mij geschreven staat in de Wet van ​Mozes​ en in de Profeten en in de Psalmen.  Toen opende Hij hun verstand zodat zij de Schriften begrepen.” Vs 44,45

Je ziet hier dat het echt om het hele Oude Testament gaat.  Je ziet hier ook hoe belangrijk het is om steeds weer naar de Bijbel terug te gaan. Om steeds weer je Bijbel open te doen. Om al meer en dieper Gods Woord te leren kennen. Al meer te begrijpen wat de HERE zegt. Al meer de HERE en daarmee Christus te leren kennen. Dat hebben we zo nodig om steeds weer de oude schatten tot ons te nemen en nieuwe schatten te ontdekken.  Om dicht bij de echte  Christus te zijn en te blijven.

 

“En hulle sê vir mekaar: Was ons hart nie brandende in ons toe Hy met ons op die pad gepraat en vir ons die Skrifte uitgelê het nie?” Lukas 24: 32

 

Die Here Jesus het onderwys gegee oor wat van Hom in die Ou Testament geskryf staan. Hy het by Moses begin en het daarna ook die res van die Ou Testament deurgegaan. Die heel Ou Testament wys op Hom. Dan gaan dit nie net oor Sy lyding nie maar ook oor Sy opstaan uit die dood. Ook daarvan praat die Heilige Gees in die Ou Testament. Die opstanding was ook deel van God se belofte. Deel van Sy plan wat die Here Jesus kom uitvoer het.

Die Here Jesus het onderwys vanuit die Skrifte gegee. Dit is vanuit die Bybel. Dat dit dan om die heel Ou Testament gaan sien ons op ’n wonderlike manier in Lukas 24:  Die Emmausgangers het na Jerusalem gegaan en is nou saam met die ander leerlinge. Die Here kom by hulle. Ons lees van hierdie ontmoeting o.a.:  “En Hy sê vir hulle: Dit is die woorde wat Ek met julle gespreek het toe Ek nog by julle was, dat alles wat oor My geskrywe is in die wet van Moses en die profete en die psalms, vervul moet word. Toe open Hy hulle verstand om die Skrifte te verstaan.” vs 44,45   

Jy sien hier raak dat dit om die volledige Ou Testament gaan. Ons sien hier hoe belangrik dit is om steeds weer na die Bybel terug te gaan. Om steeds weer jou Bybel oop te maak en te lees. Om steeds meer en dieper God se Woord te ken. Al hoe meer te verstaan wat die HERE sê. Al hoe meer die HERE en daarmee Christus te leer ken. Ons het nodig om steeds weer die ou skatte tot ons te neem en nuwe skatte te ontdek. Om so naby die regte Christus te wees en te bly.

 

BRANDENDE HARTEN/BRANDENDE HARTE!  (VIII)

 

“En hulle sê vir mekaar: Was ons hart nie brandende in ons toe Hy met ons op die pad gepraat en vir ons die Skrifte uitgelê het nie?” Lukas 24: 32

 

Die Ou Testament is vol van Christus. De HERE vertel ons daar dat Christus onder en vanweë ons skuld moet ly. Dat Sy hande en voete vanweë ons sondes deurboor moet word. Sien Jesaja 53.  Nogtans is dit nie die enigste. As Christus se leerlinge dit vanuit Christus se onderwys en vanuit die Ou Testament geleer sou het, kon hulle tog vol verwagting wees. Die Gees het in die Ou Testament ook beloof dat die Verlosser uit die dood sal opstaan!

Petrus is dit wat op die Pinksterdag ook dit vanuit Christus se onderwys aan die mense vertel. Ons lees naamlik hoe hy na Psalm 16 verwys as hy sê: “Hom het God opgewek, nadat Hy die smarte van die dood ontbind het, omdat dit onmoontlik was dat Hy daardeur vasgehou sou word. Want Dawid sê van Hom: Ek het die Here altyddeur voor My gesien, want Hy is aan my regterhand, dat Ek nie sou wankel nie.  Daarom is my hart bly en my tong juig, ja, ook sal my vlees nog rus in hoop. Want U sal my siel nie aan die doderyk oorlaat of u Heilige oorgee om verderwing te sien nie. U het My die weë van die lewe bekend gemaak, U sal My vervul met vreugde by u aangesig.” Hand 2:24-28

Dit is nie iets wat Petrus self bedink het nie.  Hy gee hier nie ’n nuwe betekenis aan Psalm 16 nie! Dit is die Heilige Gees wat in hierdie Psalm van Christus en Sy opstanding profeteer. Dawid wat hierdie Psalm geskryf het, profeteer hier van Christus. Hoe groot is die rykdom van God se Woord. Ook van die Ou Testament. Die HERE gee ons Sy Woord om al meer die rykdom daarvan te ontdek en Hom daarvoor te aanbid.  

 

“En zij zeiden tegen elkaar: Was ons hart niet brandend in ons, toen Hij onderweg tot ons sprak en voor ons de Schriften opende?” Lukas 24:32

 

Het Oude Testament is vol van Christus. De HERE vertelt ons daar dat Christus onder en vanwege onze schuld moet lijden. Dat Zijn handen en voeten doorboord moeten worden. Zie Jesaja 53. Toch is dat niet het enige. Wanneer de leerlingen van Christus dit vanuit Zijn onderwijs opgepikt zouden hebben, konden ze toch nog vol verwachting zijn. De Heilige Geest heeft in het Oude Testament namelijk ook beloofd dat de Verlosser uit de dood zal opstaan!

Het is Petrus die dit op de Pinksterdag vanuit het door Christus gegeven onderwijs  aan de mensen vertelt. We lezen namelijk hoe hij dan naar Psalm 16 verwijst als hij zegt: “God heeft Hem echter doen opstaan door de weeën van de dood te ontbinden, omdat het niet mogelijk was dat Hij daardoor vastgehouden zou worden. Want ​David​ zegt over Hem: Ik zag de Heere altijd voor mij, want Hij is aan mijn rechterhand, opdat ik niet zou wankelen.  Daarom is mijn ​hart​ verblijd en mijn tong verheugt zich; ja, ook zal mijn vlees rusten in hoop,  want U zult mijn ziel in het graf niet verlaten en Uw ​Heilige​ niet overgeven om ontbinding te zien. U hebt mij de wegen ten leven bekendgemaakt. U zult mij vervullen met vreugde door Uw aangezicht.” Hand 2:24-28

Dit heeft Petrus maar niet zelf bedacht. Hij geeft hier geen nieuwe betekenis aan Psalm 16! Het is de Heilige Geest die in deze Psalm van Christus en Zijn opstanding profeteert. David die deze Psalm geschreven heeft, profeteert hier van Christus. Wat is de rijkdom van Gods Woord groot. Ook van het Oude Testament. De HERE geeft ons Zijn Woord om daarvan al meer de rijkdom te zien en Hem daarvoor te aanbidden.

 

BRANDENDE HARTEN/BRANDENDE HARTE!  (IX)

 

“En zij zeiden tegen elkaar: Was ons hart niet brandend in ons, toen Hij onderweg tot ons sprak en voor ons de Schriften opende?” Lukas 24:32

 

 Een brandend hart voor de Here.  Dat is een brandend hart voor het Woord van God. Dat is iets wat in onze tijd vaak niet meer gezien wordt. Al dat bezig zijn met de Bijbel. Dat is niet nodig. Ik ben gewoon enthousiast voor Jezus. De grote vraag is dan wat voor Jezus en wat voor God je overhoudt. Echte Bijbelstudie en preken die echt vanuit Gods Woord al meer de diepte en breedte laten zien,  zijn niet nodig. Laat ons maar zingen en dingen doen.  Dat zou verbinden en niet dat al meer Gods Woord leren kennen.

Het is een valse tegenstelling. Echt door de Geest enthousiast worden en dus Geestdriftig voor de HERE krijgt een wortel en een voedingsbodem als we zien hoe de HERE zich in Zijn Woord laat zien. Je kunt het vergelijken met iemand van wie je houdt en met wie je als man of vrouw het leven deelt. Die wil ik toch kennen! Die ander wil ik toch juist steeds weer ontmoeten. Die wil ik horen en voelen. Als je alleen maar over die ander praat en niet meer ontmoet, niet meer zelf hoort dan worden je woorden al meer holle woorden. Al meer verdwijnt de diepte en al meer wordt je gevoelig voor verleidingen.

Een brandend hart voor Christus is een brandend hart voor Zijn Woord. Dan wil je echt al meer groeien in een leven en kennen van de HERE. Dan kun je geen dag zonder om eerst in al eerbied en liefde naar Hem te luisteren vanuit Zijn Woord.   

 

“En hulle sê vir mekaar: Was ons hart nie brandende in ons toe Hy met ons op die pad gepraat en vir ons die Skrifte uitgelê het nie?” Lukas 24: 32

 

‘n Hart wat brand vir die Here. Dit beteken dat jou hart vir God se Woord brand. Dit is iets wat in ons tyd dikwels nie meer raakgesien word nie. Is dit nou nodig om steeds weer in die Bybel lees? Ek is nou eenmaal entousiasties vir Jesus. Die groot vraag is dan oor watter Jesus en watter God jy praat. Regtig Bybelstudie en preke wat steeds weer vanuit God se Woord al meer die diepte en breedte van God se Woord wys, is volgens baie nie nodig nie. Laat ons sing en dinge doen. Die laaste sou verbind en nie dat ons al hoe meer vanuit die Bybel wil leer nie.

Dit is een valse teenstelling. Regtig deur die Gees entousiasties word en dus Geesdriftig vir die HERE kry sy wortel en voedingsbodem as ons raaksien hoe die HERE Hom in Sy Woord wys. Jy kan dit vergelyk met iemand van wie jy hou en met wie jy as man of vrou die lewe deel. Jy wil jou geliefde mos ken! Jy wil die ander juis steeds weer ontmoet. Jy wil die ander hoor en voel. As jy net oor die ander praat maar nie meer ontmoet nie, nie meer self hoor, word jou woorde al meer woorde wat hol raak. Al hoe meer verdwyn die diepte en al hoe meer word jy gevoelig vir verleiding.

’n Hart wat brand vir Christus is ‘n hart wat vir God se Woord brand. Jy wil dan regtig al hoe meer groei in ’n lewe met die HERE. Jy wil Hom vanuit Sy Woord al hoe meer ken. Dan kan jy nie een dag sonder dat jy die dag begin met te luister na die HERE vanuit Sy Woord nie.

 

KONINGSDAG - CORONACRISIS/ KONINGSDAG - KORONAKRISIS

 

“Onderwerp u dan omwille van de Heere aan alle menselijke orde, hetzij aan de koning, als hoogste machthebber,   ……  Houd iedereen in ere; heb al uw broeders lief; vrees God; eer de koning.” 1 Petrus 2:13  ….. 17

 

Het is koningsdag. Zeker een dag om als gelovigen te bidden voor onze koning en onze overheid. Het bepaalt ons o.a. bij het gezag dat de HERE aan mensen gegeven heeft. Hoe gaan we daar mee om?  Het valt me de laatste week op dat ook vanuit christelijke kring er onrust en opstandigheid tegenover de overheid wordt gevoed als het gaat om de maatregelen ten aanzien van de coronacrisis. Natuurlijk mag je over bepaalde besluiten en gronden voor besluiten zelf anders  denken. Je mag dingen ter overweging geven.  Maar mogen wij als christenen mensen bijna aanzetten tot een soort opstandigheid of zelfs ongehoorzaamheid aan de overheid? Alsof onze regering bezig zou zijn christenen te vervolgen omdat we geen echte erediensten mogen houden. Omdat wij het zat zijn in het gewone leven met veel beperkingen te leven. Dat we onze dan scharen achter mensen die zeggen dat het logisch is dat er opstandigheid komt.

Misschien menselijk gezien logisch maar echt in strijd met wat de Here ons leert. Wij hebben juist als christenen vanuit Gods gebod  de verantwoordelijkheid om te helpen de levens van onze naaste te beschermen. Dat is iets anders dan de welvaart op peil te houden. Wij hebben de roeping om niet maar mopperend en opstandig de overheid te gehoorzamen maar vanuit ons hart.  We lezen dat dit juist de wil van God is o.a. in Colossenzen 3 waar het om de gezagsverhoudingen gaat die de HERE geeft: “Slaven, wees in alles uw aardse heren gehoorzaam, niet met ogendienst als om mensen te behagen, maar oprecht van ​hart, in het vrezen van God. En alles wat u doet, doe dat van harte, als voor de Heere en niet voor mensen, in de wetenschap dat u van de Heere als vergelding de ​erfenis​ zult ontvangen, want u dient de Heere ​Christus.” Vs 22-24

Wie ook in deze tijd in geloof leeft,  kan en moet juist een voorbeeld zijn van rust. Dan wil je opstandigheid en ontevredenheid niet voeden. We weten dat alles in Gods hand is. Dat geeft rust en vrede. Dan bid je o.a. om deze elementen van de vrucht van de Geest:  geduld en zelfbeheersing. Jezelf o.a. controle houden omdat je jouw leven volgens Gods wil wil leven. O.a. door de overheid van harte gehoorzaam zijn zolang ze je niet dwingt tegen Gods wil in te gaan.

 

Wees dan onderdanig aan elke menslike verordening ter wille van die Here — of dit die koning is as opperheer,  ……  Julle moet almal eer, die broederskap liefhê, God vrees, die koning eer.  1 Petrus 2:13 ….  17

 

Dit is hier in Nederland Koningsdag.  ’n Dag vir gelowiges om spesiaal vir ons koning en vir ons regering te bid. Dit bepaal ons o.a. by die gesag wat die HERE vir mense gegee het. Hoe hanteer ons dit?

Die laaste week merk ek ook vanuit christelike kring dat  ’n onrus en ’n opstandigheid teenoor die owerheid gevoed word as dit om die maatreëls ten aansien van die koronavirus gaan. ’n Mens mag anders dink as dit om sekere besluite en gronde vir besluite gaan. Jy mag jou gedagtes ter oorweging gee. ’n Ander vraag is of ons as Christene mense byna tot ’n soort opstandigheid of selfs ongehoorsaamheid aan die owerheid mag aansit?  Asof ons regering daarmee besig sou wees die kerk te vervolg omdat ons nie op die gewone manier ons eredienste kan hou nie. Omdat dit vir ons glad nie meer lekker is om so ingeperk te wees nie. Is dit reg dat ons së dat ons saamstem met hulle wat meen dat op hierdie manier die regering om opstand vra?

Dit kan as jy menslik kyk reg lyk om te sê. Nogtans is dit in stryd met wat die HERE ons leer. Ons het juis as Christenen vanuit God se gebod die verantwoordelikheid om die lewens van ons naaste soveel as moontlik te beskerm. Dit is heeltemal iets anders as om in Nederland die welvaart te wil bewaar soos ons die nou het. Ons het die roeping om nie net terwyl ons mopper en opstandig is die owerheid te gehoorsaam nie. Dit is ons roeping om dit vanuit ons hart te doen. Ons lees dat dit God se wil is o.a. in Kol 3 as dit om die gesagsverhoudinge in hierdie wêreld gaan: “Diensknegte, julle moet jul here na die vlees in alles gehoorsaam wees, nie met oëdiens soos mensebehaers nie, maar in eenvoudigheid van hart, omdat julle God vrees. En wat julle ook al doen, doen dit van harte soos vir die Here en nie vir mense nie, omdat julle weet dat julle van die Here die erfenis as vergelding sal ontvang, want julle dien die Here Christus.”

Wie ook in hierdie tyd in geloof leef, kan en moet ’n voorbeeld van rus in die samelewing wees. Jy wil as gelowige die opstandigheid en ontevredenheid nie voed nie. Ons weet dat alles in God se hand is. Dit gee rus en vrede. Dan bid ’n mens o.a. om die volgende elemente van die vrug van die Gees: geduld en selfbeheersing. Jouself beheers omdat jy jou lewe volgens God se wil wil leef. O.a deur aan de owerheid vanuit jou hart gehoorsaam te wees solank jy nie gedwing word om teen God se wil in te gaan nie.   

 

GEZAG - GESAG

 

“Onderwerp u dan omwille van de Heere aan alle menselijke orde, hetzij aan de koning, als hoogste machthebber,   ……  Houd iedereen in ere; heb al uw broeders lief; vrees God; eer de koning.” 1 Petrus 2:13  ….. 17

 

Nog een keer over gezag. Over het je onderwerpen aan het gezag dat de HERE gegeven heeft. Er is iets dat me van het hart moet.  Iets dat ik al meer zie. Ook onder mensen die echt volgens Gods Woord willen leven. We hebben het vaak moeilijk met gezag hoe we ook bij anderen aanwijzen dat er geen eerbied en respect meer is. Wij zijn vaak veel meer en dieper beïnvloed  door de moderne wereld dan we denken. Ook bij ons speelt heel erg dat wij zelf mee willen besluiten. Dat dingen eigenlijk zo moeten gaan zoals wij willen. Alles willen weten

Als de overheid of een kerkenraad iets besloten hebben waar wij het op het eerste gezicht niet mee eens zijn dan moet het toch eigenlijk anders. Dan moeten wij precies weten waarom dingen zo gegaan zijn want anders kunnen we het er niet mee eens zijn. We zullen dat laten weten ook. Onderling praten we ook en we laten horen dat we ontevreden zijn. Dan krijgen we als dat verder gaat ontevreden, boze en uiteindelijk verbitterde mensen. Aan de andere kant ook zuchtende en overspannen bestuurders en ambtsdragers.

In de Schrift wijst de Geest een heel andere weg. Dat is dat je hartelijk, met je hart doet en volgt wat de mensen die gezag van de HERE gekregen hebben volgt zolang het niet tegen Gods Woord ingaat! Dat geeft rust en energie. Dat is de wijsheid van de Geest om na te volgen. Dat geeft vrede.   

 

Wees dan onderdanig aan elke menslike verordening ter wille van die Here — of dit die koning is as opperheer,  ……  Julle moet almal eer, die broederskap liefhê, God vrees, die koning eer.  1 Petrus 2:13 ….  17

 

Nog een keer oor gesag. Oor die punt dat ons ons aan die gesag wat die HERE gegee het,  moet onderwerp. Iets moet ek van my hart af kry.  Iets wat my al meer duidelik word. Ook onder mense wat volgens God se Woord wil leef. Dikwels is dit vir ons moeilik om die gesag te aanvaar ook al wys ons op ander wat nie met respek en eerbied met gesag omgaan nie. Ons is dikwels meer en dieper deur die moderne wêreld beinvloed as wat ons dink. Dit is ook by ons so dat ons eintlik in alles saam wil besluit. Ons stem moet ook gehoor word. Die dinge moet eintlik so gaan soos ons dit wil hê.  Ons wil eintlik ook alles weet.  

Wanneer die owerheid of ’n kerkraad iets besluit het waar ons op die eerste gesig nie mee saamstem nie moet dinge tog eintlik anderste. Dan wil ons presies weet hoekom dinge so gegaan het want as ons dit nie weet en hoor nie kan en wil ons nie saamstem nie. Ons laat dit hoor. Onder mekaar praat ons daaroor. Ons laat hoor dat ons ontevrede is. As dit so aangaan kry ons ontevrede, boos en uiteintlik mense wat verbitter raak. Aan die ander kant kry ons bestuurders en ampsdraers wat sug en oorspanne raak.

Die Gees wys in die Skrif ’n heeltemal ander pad. Dat is dat jy en ek hartelik, met ons hart doen en volg wat mense wat van die HERE die gesag gekry het, volg. Solank dit nie teen God se Woord ingaan nie! Dit gee rus en krag. Dit is die Gees se wysheid om na te volg. Dit gee vrede.

 

HERE LUISTER TOCH - HERE WIL TOG LUISTER

 

“O God, hoor my smeking, luister na my gebed!”  Psalm 61:2

 

 Dawid roep om hulp. Dit is een van die dinge wat ons doen as ons bid. Wie bid soos die HERE dit ons leer,  is ’n mens wat sy afhanklikheid aan die HERE bely. Wat dit nie net in algemene woorde doen nie. Jy is dan ’n mens wat dit in die gebed ook konkreet maak. Jy kom met die dinge wat in jou lewe gebeur by die HERE. Jou geloof is nie iets van ’n bepaalde teorie nie. Jy leef met die HERE as die belangrikste Persoon in jou lewe. Christus is nie ’n Iets nie maar die Iemand in jou lewe.

Jy vra of die HERE na jou luister as jy bid. Dit is baie meer as wat jy sê dat die HERE alles hoor en sien. Dit gaan daarom dat jy regtig self met die HERE praat en weet dat Hy regtig na jou woorde luister. Dit is vir jou nie genoeg om te glo in ’n God wat alles hoor nie. Dit gaan daarom dat jy ook self persoonlik met die HERE kommunikeer en die HERE met jou. Jy leer dan ook om die Bybel so te gebruik dat jy weet en al hoe meer ervaar dat die Here God persoonlik met jou praat as jy in jou Bybel lees. Dat die HERE ook met jou praat as vanuit die Woord die evangelie verkondig word.

Die HERE wil dat ons Hom as ons eie God en Vader aanspreek. Sonder om te dink dat Hy net my God is. Die Here Jesus leer ons daarom ook bid: Ons Vader wat in die hemel is. Saam met al die ander wat by God se volk behoort,  mag ons ook in hierdie tyd die HERE ken als die God met wie ons regtig vertroulik kan praat. Ons kan ons beroep op God se belofte dat Hy na Sy kinders persoonlik en saam luister.    

 

“O God, luister naar mijn roepen, sla acht op mijn ​gebed.” Psalm 61:2

David roept om hulp. Dat is een van de dingen die we doen als we bidden. Wie bidt zoals de HERE dat ons leert, is iemand die zijn afhankelijkheid van Hem belijdt. Dan ben je iemand die dat niet in algemene woorden alleen doet. Je bent dan iemand die dat in zijn of haar gebed ook concreet maakt. Je komt met de dingen die in jouw leven gebeuren. Jouw geloof is maar niet een of andere theorie. Je leeft met de HERE als de belangrijkste Persoon in je leven. Christus is niet Iets maar de Iemand in jouw leven.

Je vraagt of de HERE naar je luistert als je bidt. Dat is veel meer dan wanneer je zegt dat de HERE alles ziet en hoort. Het gaat er om dat jij echt met de HERE praat en weet dat Hij echt naar jouw woorden luistert. Het is voor jou niet genoeg om in een God te geloven die alles hoort. Het gaat er om dat jij ook zelf persoonlijk met de HERE spreekt en de HERE met jou. Dan leer je ook om de Bijbel zo te gebruiken en al hoe meer te ervaren dat de HERE met jou persoonlijk spreekt wanneer je in jouw Bijbel leest. Dat de HERE met jou spreekt wanneer het evangelie vanuit het Woord verkondigd wordt.  

De HERE wil dat we Hem als onze eigen God en Vader aanspreken. Zonder dat we zouden denken dat Hij alleen mijn God is. De Here Jezus leert onze bidden: Onze Vader die in de hemel is. Samen met al die anderen die bij het volk van God horen, mogen we ook in deze tijd de HERE kennen als de God met wie we echt vertrouwelijk kunnen spreken. We mogen ons op Gods belofte beroepen dat Hij naar Zijn kinderen persoonlijk en samen luistert.

 

TE VER?

 

“Van die einde van die aarde af roep ek U aan as my hart beswyk; lei my op ’n rots wat vir my te hoog is.” Psalm 61:3

 

’n Mens kan so ver wees van God se huis. Jy kan so eensaam wees. Jy kan ander nie of nouliks bereik nie. Dit het swaar vir jou geword. Die HERE lyk ook sover weg. Die omstandigheden waarin jy leef is baie swaar. Alles is so ver weg. Mense en ook die HERE lyk so baie ver van jou vandaan. Hoe dit ookal voel nogtans bid Dawid as digter van Psalm 61.  Hoe hy ookal voel nogtans bid hy. Hy gaan staan op God se belofte dat Hy hoor. Dat jy vir Hom nooit te ver van mense en Hom vandaan is om deur Hom gehoor te word nie. Dan is dit nie net so dat die HERE jou hoor nie. Hy luister na jou met Sy hele hart. Hy luister na jou as die Vader wat jou Sy liefde wil gee.

Die probleme is so groot dat die moed God se kind amper begewe. Hy kan n ie meer nie. Dit is net die HERE wat hy nog kan bereik. Ons mag dit ook vandag en al die ander dae van ons lewe weet dat die HERE na ons luister as ons met ons hart tot Hom bid. As ons skree om Sy hulp, Sy leiding, Sy nabyheid, Sy troos.  Nooit is ons te ver by Hom vandaan nie. Ooki nie as jy weet dat jy swaar gesondig het en die HERE groot hartseer gegee het nie. As jy met berou in jou hart kom, hoe ver jy ook by Hom weg was, nogtans luister Hy en neem jou weer in liefde in Sy nabyheid aan. Vanweë Christus se werk.  

 

 

“Van het einde van het land roep ik tot U, nu mijn ​hart​ bezwijkt; leid mij op een rots die voor mij te hoog zou zijn.” Psalm 61:3

 

 Je kunt zover van het huis van God weg zijn.  Je kunt zo eenzaam zijn. Je kunt een ander niet of bijna niet bereiken. Het is allemaal zo moeilijk geworden. Het voelt zo zwaar. De HERE lijkt ook zo ver weg. Alles is zo ver weg. Hoe de dingen ook voelen toch bidt David als de dichter van Psalm 61 tot de HERE. Wat zijn gevoelens ook zijn toch bid hij. Hij gaat op Gods belofte dat Hij hoort, staan. De belofte dat voor Hem nooit iemand te ver van mensen en van Hem weg is om zijn of haar stem te horen. Dan is het niet alleen zo dat de HERE jouw stem hoort. Hij luistert dan naar jou met Zijn hele hart. Hij luistert naar jou als de Vader die jou Zijn liefde wil geven.   

De problemen zijn zo groot dat Gods kind de moed bijna opgeeft. Hij staat op breken. Hij kan niet meer. Hij kan alleen de HERE nog bereiken. Wij mogen ook vandaag en al de dagen van ons leven die nog komen, weten dat de HERE naar ons luistert als we met ons hart tot Hem bidden.  Wanneer wij schreeuwen om Zijn hulp, Zijn leiding, Zijn nabijheid,  Zijn troost. Wij zijn nooit te ver weg voor Hem. Ook niet als je weet dat je heel erg gezondigd hebt en Hem veel verdriet gedaan hebt. Wanneer jij met berouw in jouw hart tot Hem komt, hoe ver je ook bij Hem weg was, toch luistert Hij en neemt jou weer in liefde heel dicht bij Hem aan. Vanwege het werk van Christus.

 

TE HOOG?

 

“Van het einde van het land roep ik tot U, nu mijn ​hart​ bezwijkt; leid mij op een rots die voor mij te hoog zou zijn.” Psalm 61:3

 

 De nood is hoog. Zo hoog dat je er onderdoor lijkt te gaan. Je dreigt te vallen. Je bent bang dat je nooit meer op zult staan. Dat kan lichamelijk zijn. Dat kan financieel zijn. Het kan ook zo zijn dat je er geestelijk niet meer tegenop kunt. Je weet het niet meer. Je hoofd zit zo vol. Hoe moet je dit nog volhouden. Als je aan de toekomst denkt, lukt het je niet om nog een begaanbare weg te zien. Het lijkt zo zwart. Je hart lijkt te bezwijken.

Dan is er die roep om hulp naar de Ene die boven alles staat. Van wie je weet dat Hij nog jouw enige hulp in nood is. Ook en vooral in je zondenood. Je vraagt de HERE om je op een rots te leiden die voor jou te hoog is. Dat lijkt een vreemd gebed. Hoe kun je nu vragen om op een rots te komen die voor jou te hoog is? Dat laat zien dat je zelf niet voor je eigen redding, jouw eigen veilige plaats in nood kunt zorgen. De enige die echt redding kan geven is de HERE. Hij is het die boven alle schepselen uitstijgt. Hij kan je daar brengen waar je veilig bent. Hij alleen. Bij Hem is er verlossing van schuld, bij Hem is er door de Geest draagkracht in de nood. Bij Hem is er de prachtige toekomst als je in het donker je aan Christus vasthoudt.  Dan gloort het licht dat vast en zeker is tegen de taal van de omstandigheden in.

 

“Van die einde van die aarde af roep ek U aan as my hart beswyk; lei my op ’n rots wat vir my te hoog is.”  Psalm 61:3

 

 Die nood is hoog. So hoog dat dit lyk asof die nood jou baas geword het. Jy dreig om te val. Jy is bang om nooit meer te kan opstaan nie. Dit kan liggaamlik wees. Dit kan finansieel wees. Dit kan ook so lyk dat jy geestelik die mas nie meer kan opkom nie. Jy weet nie meer nie. Jou kop het so vol geraak. Hoe kan jy dit nog volhou?!  As jy aan die pad vorentoe dink, sien jy nie meer ’n pad wat jy kan gaan nie. Alles lyk so swart en donker. Dit lyk asof jou hart beswyk.

Dan roep jy na die Een wat bo alles uitstyg. Van wie jy weet dat Hy jou enigste hulp in nood is. Ook en veral in die nood vanweë jou eie sondes. Jy vra die HERE om jou op ’n rots te lei wat vir jou te hoog is. Dit lyk ’n snaakse gebed. Hoe kan jy vra om te kan kom op ’n rots wat vir jou te hoog is? Dit wys dat jy nie self vir jou redding, jou eie sekuriteit in die nood kan sorg nie. Die enigste wat nog redding kan gee,  is die die HERE. Hy is dit wat bo alle skepsels uitstyg. Hy kan jou bring waar jy veilig is. Net Hy! By Hom is verlossing van skuld, by Hom is deur die Gees die drakrag om in die nood te oorleef. By Hom is die wonderlike toekoms as jy jou in die nood aan Christus vashou. Dan gloor die lig wat vas en seker is teen die taal van die omstandighede in.  

 

TOEVLUG - TOEVLUCHT

 

“Want U het ’n toevlug vir my geword, ’n sterk toring teen die vyand.” Psalm 61:4

 

Die HERE was vir Dawid ‘n toevlug. Steeds weer het hy en elkeen wat in vertroue op die HERE geleef het by Hom kon skuil. Die HERE is dan die skuilplek waar jy jou veiligheid kan vind. Ons sien dit in God se Woord en ook in die lewe van God se kinders steeds weer. Die HERE weier nooit iemand wat vanuit sy of haar hart by Hom wil skuil nie. Die skuiling by Hom beteken nie altyd dat dit in die mense se oë goed met jou gaan nie. Dit kan gebeur dat jy saam met die digter van Psalm 42 moet uitroep: “O My God, my siel buig hom neer in my; daarom dink ek aan U uit die land van die Jordaan en die Hermons, van die klein gebergte af. Die vloed roep na die vloed by die gedruis van u waterstrome; al u bare en u golwe het oor my heengegaan.” vs 7,8  Dit het selfs so erg geword dat die mense wat nie in die HERE glo nie vir hom sê: “Waar is jou God?”

Hoe kan in sulke omstandighede die aanvegting en die twyfel kom! Hoe kan dit ook gebeur as mense nou vir jou sê: “Jy glo maar hoe kan dit ’n goeie God wees waarin jy glo as jy sien hoe al die ellende nou oor die wêreld gaan?! “

Mensen sien nie meer waar hulle kan skuil nie. Hul enigste hoop is dat vinnig ’n entstof ontwikkel word wat mense immuun maak. Ons mag weet dat ook as ons siek word en moet sterwe ons ’n skuilplek het. Christus het daarvoor gesorg. Ons mag Sy eiendom wees in lewe en sterwe. Ons mag deur Christus ewig leef. So goed is dit as jy by die HERE skuil.   

 

“Want U bent een toevlucht voor mij geweest, een sterke toren tegen de vijand.” Psalm 61:4

 

De HERE is voor David een toevlucht. Hij en ieder die in geloof vol vertrouwen op de HERE bouwt en  bij de HERE een schuilplek heeft  gezocht. De HERE is de schuilplaats waar je veiligheid kunt vinden. We zien dat steeds weer  in het Woord van God en ook in de levens van Gods kinderen. De HERE weigert nooit iemand die met zijn of haar hart schuiling bij Hem zoekt.  Wanneer je bij Hem schuilt voor de gevaren betekent dat niet altijd dat het in de ogen van mensen goed met je gaat. Het kan zijn dat je met de dichter van Psalm 42 moet uitroepen: “Mijn God, mijn ziel buigt zich neer in mij,

daarom denk ik aan U vanuit het land van de ​Jordaan​ en het Hermongebergte, vanuit het laaggebergte.  Watervloed roept tot watervloed, terwijl Uw waterkolken bruisen; al Uw baren en Uw golven zijn over mij heen gegaan.” Vs 7,8. Het kan zelfs zo erg worden dat mensen die niet in de HERE geloven tegen je zeggen: “Waar is jouw God?”

In zulke omstandigheden kan de aanvechting en twijfel jouw leven binnen komen. Dit kan ook gebeuren wanneer mensen nu tegen je zeggen: “Jij gelooft maar hoe kan het dan dat die goede God van jou al deze ellende over de wereld laat komen?”

Mensen zien niet meer waar ze kunnen schuilen. Hun enige hoop is dat er snel een vaccin komt dat mensen immuun maakt. Wij mogen weten dat ook als we ziek worden en zouden moeten sterven we een schuilplaats hebben. Christus heeft daarvoor gezorgd. Wij mogen Zijn eigendom zijn in leven en in sterven. Wij mogen door Christus eeuwig leven. Zo goed is het als je bij de HERE schuilt.

 

WAALSDORPERVLAKTE

 

“Want U bent een toevlucht voor mij geweest, een sterke toren tegen de vijand.” Psalm 61:4

 

Het is dodenherdenking. We denken aan de doden die voor onze vrijheid zijn gestorven. Ik kan me even niet losmaken van het verhaal dat collega Bas gisteren in de preek naar voren bracht. Die 18 mannen die in 1941 op de Waalsdorpervlakte stonden. Mannen die vanwege hun verzet tegen de bezettende macht daar stonden opgesteld. Ze keken in de lopen van de Duitse geweren. Ze wisten het: we worden doodgeschoten vanwege onze strijd voor de vrijheid. Vanwege onze strijd tegen het onrecht dat nu heerst. Dan zet een van hen voordat het eerst schot klinkt een lied in. Een Psalm. Ineens klinken terwijl de dood wacht uit achttien monden:  

Geduchte God, hoor mijn gebeden;
Strijd voor mijn recht, en maak mij vrij
Van hen, die, vol arglistigheden,
Gerechtigheid en trouw vertreden,
Opdat mijn ziel Uw naam belij'
En U geheiligd zij.

 

 Dan ga ik op tot Gods altaren,
Tot God, mijn God, de bron van vreugd;
Dan zal ik, juichend, stem en snaren
Ten roem van Zijne goedheid paren,
Die, na kortstondig ongeneugt
Mij eindeloos verheugt.  Psalm 43:1,4 berijming 1773

De HERE is hun sterke toren! De lopen van de geweren en de dood die komt is daar niets bij! Christus heeft de dood overwonnen. Wie bij Hem het leven zoekt en het kost je jouw leven mag weten dat de HERE zo sterk is dat Hij jou het eeuwige leven geeft. Dat konden de geweren die toen knalden niet voorkomen.  Wie zo in vertrouwen op Christus sterft is eeuwig veilig.

 

 

 

“Want U het ’n toevlug vir my geword, ’n sterk toring teen die vyand.” Psalm 61:4

 

Hier in Nederland word vandag die dooies herdenk wat vir ons vryheid gesterf het. Ek kan my nie losmaak van die verhaal wat kollega Bas gister in die preek vertel het nie. Die 18 man wat in 1941 op de Waalsdorpervlakte gestaan het. Manne wat deur die vyand daar is opgestel. Hulle kyk in die lope van die gewerem wat op hulle gerig staan. Hulle weet dat hulle doodgeskiet gaan word. Vanweë hulle stryd vir die vryheid. Vanweë hulle stryd teen die onreg wat nou heers. Dan is dit een wat begin sing voordat die eerst skot klink. Dit is ’n Psalm. Ineens klink terwyl die dood wag uit 18 monde:

 

Heer, doen my reg, hoor my gebede,

En twis my twissaak tog vir my!

Want waar ek heengaan, skrede op skrede,

Beleër my ’n bose en wrede,

’n huigelende teenparty

Wat my my saak bestry.

 

Dan gaan ek in na Gods altare

Tot God, my God, my vreugde en lied;

Dan speel ek met die harpenare

Dan ruis vir U my blye snare

Vir U wat my, na kort verdriet

’n eeuwge vreugde bied. Psalm 43:1,4

 

Die HERE is ’n  sterk toring!  De gewere se lope en die dood wat kom,  is in vergelyking daarmee niks nie!  Christus het die dood oorwin. Wie by Hom die lewe soek, ookal kos jou dit op aarde jou lewe  nogtans mag jy weet dat die HERE so sterk is dat Hy jou die ewige lewe gee. Dit kon die gewere wat toe geskiet het nie voorkom nie. Wie so in vertroue op Christus sterf, is vir ewig veilig.   

IN GOD SE NABYHEID/IN GODS NABIJHEID

 

“Ek wil in u tent vertoef vir ewig, in die skuilplek van u vleuels my verberg. Want U, o God, het my geloftes gehoor; U het die besitting gegee van die wat u Naam vrees.” Psalm 61:5,6

 

Die digter skuil by die HERE. Hy soek in die gevaar wat rondom Hom is die veiligheid en beskerming by die HERE. Hy verlang na die intieme omgang met die HERE. Die vertroulike omgang met die HERE as sy God en Vader. Hy wil so graag tuis by die HERE wees. Naby Hom. Hoe kan jou hart as God se kind daarna verlang! Nie verlang om dood te gaan nie maar om vir altyd naby die HERE, naby Christus te wees. Om so weg te kom by die verleidings, die aanvegtinge, die bedreigings, die besige lewe waarin jy nie weet om regtig rus te vind nie. Waarin dit lyk dat jy amper nie tyd kan vind om te geniet nie. Verlange om by die HERE wees en in alle rus geniet van die lewe wat Hy gee. Om in Sy diens te staan sonder enige spanning.

Die verlange en dat dit so goed is, sien ons steeds weer in die Bybel. Ek noem ’n paar voorbeelde:

Psalm 84: “Hoe lieflik is u woninge, o HERE van die leërskare! My siel verlang, ja, smag na die voorhowe van die HERE; my hart en my vlees jubel uit tot die lewende God. Selfs vind die mossie ’n huis en die swaweltjie ’n nes vir haar, waar sy haar kleintjies neerlê, naamlik u altare, HERE van die leërskare, my Koning en my God!” vs 2-4

Fillippense 1: “Want ek word van weerskante gedring: ek het verlange om heen te gaan en met Christus te wees, want dit is verreweg die beste”. Vs 23

Die lewe naby die HERE is ’n feestelike lewe  waarin ’n mens saam met ander van God se rus mag geniet soos ons daarvan lees in Sagaria 3:10: “In dié dag, spreek die HERE van die leërskare, sal julle mekaar uitnooi onder die wingerdstok en onder die vyeboom.”

 

 

“Ik zal in alle eeuwigheid in Uw ​tent​ verblijven, mijn toevlucht zoeken in de schuilplaats onder Uw vleugels. Want U, o God, hebt mijn ​geloften​ gehoord; U hebt mij de ​erfenis​ gegeven van wie Uw Naam vrezen.” Psalm 61:5,6

 

De dichter schuilt bij de HERE. Hij zoekt in het gevaar dat om hem heen is veiligheid en bescherming bij de HERE. Hij verlangt naar de intieme omgang met de HERE. De vertrouwelijke omgang met Hem als zijn God en Vader. Hij wil zo graag thuis bij de HERE zijn. Dicht bij Hem. Wat kan jouw hart als kind van God daarnaar verlangen! Geen verlangen naar de dood maar wel om altijd dicht bij de HERE, bij Christus te zijn. Om zo weg te komen bij de verleidingen, de aanvechtingen, de bedreigingen, het drukke leven waarin je het niet voor elkaar krijgt om echt rust te vinden. Waarin het er op lijkt dat je geen tijd krijgt om echt te genieten. Verlangen naar bij de HERE zijn en in alle rust genieten van het leven dat Hij geeft. Om in dienst van Hem te staan zonder spanning.

Dit verlangen en dat het op die manier goed is, zien we steeds weer in de Bijbel. Ik noem een paar voorbeelden:

Psalm 84: “Hoe lieflijk zijn Uw woningen, HEERE van de legermachten. Mijn ziel verlangt, ja, bezwijkt zelfs van verlangen naar de voorhoven van de HEERE; mijn ​hart​ en mijn lichaam roepen het uit tot de levende God. Zelfs vindt de ​mus​ een ​huis en de zwaluw haar nest, waarin zij haar jongen legt: bij Uw ​altaren, HEERE van de legermachten, mijn ​Koning​ en mijn God.”

Filippenzen 1: “Want ik word door deze twee gedrongen: ik heb de begeerte om heen te gaan en bij ​Christus​ te zijn, want dat is verreweg het beste”. Vs 23

Het leven dicht bij de HERE is een feestelijk leven waarin jij samen met anderen van de rust die God geeft, mag genieten zoals we daarvan lezen in Zacharia 3:10: “10Op die dag, spreekt de HEERE van de legermachten, zal ieder zijn naaste uitnodigen onder de wijnstok en onder de vijgenboom.”

 

VEILIG

 

“Ik zal in alle eeuwigheid in Uw ​tent​ verblijven, mijn toevlucht zoeken in de schuilplaats onder Uw vleugels. Want U, o God, hebt mijn ​geloften​ gehoord; U hebt mij de ​erfenis​ gegeven van wie Uw Naam vrezen.” Psalm 61:5,6

 

Veiligheid zoeken en vinden. Dat is in ons leven een veiligheid die eigenlijk altijd weer bedreigd wordt. Een veiligheid die altijd weer tijdelijk is. Op delen van de wereld heb je beveiliging en flinke muren en sloten nodig om je in je eigen huis veilig te weten. Dan blijft het nog maar altijd de vraag of er niet iets kan gebeuren. We zoeken ook veiligheid door medicijnen en vaccins.  Het is allemaal veiligheid die gedeeltelijk is en voor een bepaalde tijd. Wij kunnen er niet voor zorgen dat we altijd en overal veilig zijn. Zelfs bij de strengste veiligheidsmaatregelen en bij de sterkste medicijnen kunnen er nog altijd dingen gebeuren. De dood kunnen we zelfs nooit buiten de deur houden.

Het bijzondere in de Bijbel en hier in Psalm 61 is dat er over gesproken wordt dat we in eeuwigheid  bij de HERE kunnen schuilen. Niet maar voor een tijd maar voor altijd.

Bij de HERE is er de veiligheid zonder einde. Een veiligheid die verder gaat dan ons leven op aarde. Wie bij de HERE schuilt krijgt de garantie dat je om Christus’ werk beveiligd bent. Dat je na jouw dood of als Christus tijdens jouw leven komt bij de HERE komt en voor eeuwig veilig bent. Geen ziekte, geen dood, geen spanning. Het komt er niet meer binnen. Dat doet me denken aan het volgende gezang:

Halleluja, lof zij het Lam,
die onze zonden op zich nam,
wiens bloed ons heeft geheiligd,
die dood geweest is, en Hij leeft,
die 't volk, dat Hij ontzondigd heeft,
in eeuwigheid beveiligt!   

 

“Ek wil in u tent vertoef vir ewig, in die skuilplek van u vleuels my verberg. Want U, o God, het my geloftes gehoor; U het die besitting gegee van die wat u Naam vrees.” Psalm 61:5,6

 

 Sekuriteit zoek en vind. In ons lewe is dit eintlik altyd so dat ons veiligheid weer bedreig word. Ons veiligheid is altyd vir ’n rukkie. Op dele van die wêreld moet ’n mens agter mure leef en het jy goeie slotte nodig om in jou eie huis veilig te wees. Selfs dan kan skielik nog iets gebeur. Ons soek ons veiligheid by geneesmiddels en entstowwe. Hierdie veiligheid is altyd gedeelteliken en vir ’n sekere tyd. Ons kan nie daarvoor sorg dat ons orals en altyd veilig is nie. Selfs die mees streng veiligheidsmaartreëls en die mees kragtige geneesmiddels kan nie daarvoor sorg nie. Altyd weer kan dinge gebeur wat ons bedreig. Die dood kan ons nooit uit ons lewe op hierdie aarde hou nie.

Die spesiale in die Bybel en hier in Psalm 61 is dat hier geskryf word dat ons in ewigheid by die HERE kan skuil. Nie net vir ’n ruk nie maar vir altyd.

By die HERE is sekuriteit sonder end. ‘n Veiligheid wat verder gaan as ons lewe op hierdie aarde. Wie by die HERE skuil, kry die waarborg dat jy om Christus se werk beveilig is. Dat jy na jou dood of as Christus tydens jou lewe op aarde kom by die HERE sal wees en vir ewig veilig is. Geen siekte, geen dood, geen spanning nie. Dit kom dan nooit meer in jou lewe nie. Dit laat my aan hierdie Nederlandse gesang dink:

 Halleluja, lof zij het Lam,
die onze zonden op zich nam,
wiens bloed ons heeft geheiligd,
die dood geweest is, en Hij leeft,
die 't volk, dat Hij ontzondigd heeft,
in eeuwigheid beveiligt!   

 

BEVRIJDING/BEVRYDING

 

“Ik zal in alle eeuwigheid in Uw ​tent​ verblijven, mijn toevlucht zoeken in de schuilplaats onder Uw vleugels.”  Psalm 61:5

 

Het was deze week Bevrijdingsdag. Bevrijd van de vijand. Bevrijd van onderdrukking. Goed om te vieren en te herdenken. Toch kan het snel een lege herdenking en viering worden. Belangrijk hierbij is dat we bedenken wie ons bevrijd heeft. Belangrijk is de vraag hoe we de vrijheid gebruiken.

Het zijn mensen uit allerlei landen die bij de bevrijding van ons land betrokken waren. We kunnen namen van landen en mensen noemen. Met dankbaarheid dat zovelen hun leven voor onze vrijheid hebben gegeven. Maar leeft het besef van wie we dit eigenlijk gekregen hebben? Dat dit Gods werk was en is! Dat we dit aan de HERE te danken hebben. Dat Christus de geschiedenis en de toekomst regeert.  De vrijheid en de vrede is het cadeau dat we van Christus vandaag krijgen. Hij heeft Zijn bescherming over ons land en volk gegeven. Hij heeft de gebeden gehoord en ook ons land en volk onder de bescherming van Zijn vleugels de vrijheid gegeven.

Wat doen we daar mee? Danken we de HERE? Of wordt Zijn naam angstvallig verzwegen en wijken al meer liederen waarin Hij genoemd wordt voor liederen waarin Hij niet voorkomt en alleen mensen bedankt worden voor moed en kracht? Het is juist op deze dag zo belangrijk dat we leven in de vrijheid van Christus en daarom volgens Zijn wil. Dat we heel goed bedenken wat Paulus in Galaten 5 schrijft: “Want u bent tot vrijheid geroepen, broeders, alleen niet tot die vrijheid die aanleiding geeft aan het vlees; maar dien elkaar door de ​liefde.” Je kunt ook zo vertalen: “u bent geroepen om vrij te zijn. Misbruik die vrijheid niet om uw eigen verlangens te bevredigen, maar dien elkaar in ​liefde” vs 13

Vanuit Gods wil elkaar dienen volgens Zijn Woord is de echte vrijheid. Dan stimuleren we elkaar om in de echte vrijheid en om daardoor diep gebonden aan Gods Woord te leven. Dan ben je vrij!  

 

“Ek wil in u tent vertoef vir ewig, in die skuilplek van u vleuels my verberg.” Psalm 61:5

 

In Nederland was dit hierdie week Bevrydingsdag. Bervry van die vyand. Bevry van die onderdrukking. Dit is goed om dit te vier en te herdenk. Nogtans kan dit sommerso  ’n viering sonder inhoud raak. Belangrik is hierby dat ons bedink wie ons bevry het. Belangrik is die vraag hoe ons die vryheid gebruik.

Dit is mense uit allerhande lande wat vir ons vryheid geveg het. Ons kan name van mense en lande noem. Met dankbaarheid dat hulle hul lewe vir ons vryheid gegee het. Die groot vraag is of ons besef van wie ons hierdie vryheid eintlik gekry het.  Die antwoord is dat ons dit aan die HERE te danke het. Dit is Christus wat die geskiedenis en die toekoms regeer en beheer. Die vryheid en die vrede is Christus se cadeau wat ons nou kry. Dit is Sy beskerming. Dit is die HERE wat die gebede gehoor het en ons land en volk onder die beskerming van Sy vleuels dit gegee het.

Wat maak ons daarmee? Dank ons die HERE? Of word Sy naam angsvallig verswyg? Of sing ons nie meer by die amptelike herdenkings liedere waarin die Here God genoem word nie maar sing ons dan net van mense se moed en krag? Hoe belangrik is dit ons in die vryheid van Christus leef en daarom volgens God se wil. Laat ons mooi bedink wat Paulus in Galate 5 skryf:  “Want julle is tot vryheid geroep, broeders; gebruik net nie julle vryheid as ’n aanleiding vir die vlees nie, maar dien mekaar deur die liefde.” ’n Mens kan ook so vertaal: “Julle, broers, is tog tot vryheid geroep. Moet net nie julle vryheid misbruik sodat dit aanleiding  gee vir ons sondige aard nie, maar dien mekaar deur liefde.”  Vs 13

Vanuit God se wil mekaar dien volgens Sy Woord is die regte vryheid. Dan stimuleer ons mekaar om in die regte vryheid en daarom diep gebonde aan God se Woord te leef. Dan is jy regtig vry!     

 

VERLANGE/VERLANGEN

 

“Ek wil in u tent vertoef vir ewig, in die skuilplek van u vleuels my verberg. Want U, o God, het my geloftes gehoor; U het die besitting gegee van die wat u Naam vrees.” Psalm 61:5,6

 

Die digter skuil by die HERE. Hy soek in die gevaar wat rondom Hom is die veiligheid en beskerming by die HERE. Hy verlang na die intieme omgang met die HERE. Die vertroulike omgang met die HERE as sy God en Vader. Hy wil so graag tuis by die HERE wees. Naby Hom. Hoe kan jou hart as God se kind daarna verlang! Nie verlang om dood te gaan nie maar om vir altyd naby die HERE, naby Christus te wees. Om so weg te kom by die verleidings, die aanvegtinge, die bedreigings, die besige lewe waarin jy nie weet om regtig rus te vind nie. Waarin dit lyk dat jy amper nie tyd kan vind om te geniet nie. Verlange om by die HERE wees en in alle rus geniet van die lewe wat Hy gee. Om in Sy diens te staan sonder enige spanning.

Die verlange en dat dit so goed is, sien ons steeds weer in die Bybel. Ek noem ’n paar voorbeelde:

Psalm 84: “Hoe lieflik is u woninge, o HERE van die leërskare! My siel verlang, ja, smag na die voorhowe van die HERE; my hart en my vlees jubel uit tot die lewende God. Selfs vind die mossie ’n huis en die swaweltjie ’n nes vir haar, waar sy haar kleintjies neerlê, naamlik u altare, HERE van die leërskare, my Koning en my God!” vs 2-4

Fillippense 1: “Want ek word van weerskante gedring: ek het verlange om heen te gaan en met Christus te wees, want dit is verreweg die beste”. Vs 23

Die lewe naby die HERE is ’n feestelike lewe  waarin ’n mens saam met ander van God se rus mag geniet soos ons daarvan lees in Sagaria 3:10: “In dié dag, spreek die HERE van die leërskare, sal julle mekaar uitnooi onder die wingerdstok en onder die vyeboom.”

 

 

“Ik zal in alle eeuwigheid in Uw ​tent​ verblijven, mijn toevlucht zoeken in de schuilplaats onder Uw vleugels. Want U, o God, hebt mijn ​geloften​ gehoord; U hebt mij de ​erfenis​ gegeven van wie Uw Naam vrezen.” Psalm 61:5,6

 

De dichter schuilt bij de HERE. Hij zoekt in het gevaar dat om hem heen is veiligheid en bescherming bij de HERE. Hij verlangt naar de intieme omgang met de HERE. De vertrouwelijke omgang met Hem als zijn God en Vader. Hij wil zo graag thuis bij de HERE zijn. Dicht bij Hem. Wat kan jouw hart als kind van God daarnaar verlangen! Geen verlangen naar de dood maar wel om altijd dicht bij de HERE, bij Christus te zijn. Om zo weg te komen bij de verleidingen, de aanvechtingen, de bedreigingen, het drukke leven waarin je het niet voor elkaar krijgt om echt rust te vinden. Waarin het er op lijkt dat je geen tijd krijgt om echt te genieten. Verlangen naar bij de HERE zijn en in alle rust genieten van het leven dat Hij geeft. Om in dienst van Hem te staan zonder spanning.

Dit verlangen en dat het op die manier goed is, zien we steeds weer in de Bijbel. Ik noem een paar voorbeelden:

Psalm 84: “Hoe lieflijk zijn Uw woningen, HEERE van de legermachten. Mijn ziel verlangt, ja, bezwijkt zelfs van verlangen naar de voorhoven van de HEERE; mijn ​hart​ en mijn lichaam roepen het uit tot de levende God. Zelfs vindt de ​mus​ een ​huis en de zwaluw haar nest, waarin zij haar jongen legt: bij Uw ​altaren, HEERE van de legermachten, mijn ​Koning​ en mijn God.”

Filippenzen 1: “Want ik word door deze twee gedrongen: ik heb de begeerte om heen te gaan en bij ​Christus​ te zijn, want dat is verreweg het beste”. Vs 23

Het leven dicht bij de HERE is een feestelijk leven waarin jij samen met anderen van de rust die God geeft, mag genieten zoals we daarvan lezen in Zacharia 3:10: “10Op die dag, spreekt de HEERE van de legermachten, zal ieder zijn naaste uitnodigen onder de wijnstok en onder de vijgenboom.”

 

ERFENIS

 

Want U, o God, het my geloftes gehoor; U het die besitting gegee van die wat u Naam vrees.” Psalm 61:6

 

 Die digter van hierdie Psalm het gebid. Hy het met sy nood by die HERE gekom. Hy het aan die HERE ook geloftes gedoen. Dit beteken dat hy beloof het om die HERE te dien, Hom te volg, Hom die lof en die eer te gee. Hy is nou in die geloof seker daarvan dat die HERE ook regtig na Hom geluister het. Dit beteken dat die HERE vir hom gee wat hy nodig het. Ons lees dit op ’n baie mooi manier in Psalm 50:14,15: “Offer dank aan God, en betaal jou geloftes aan die Allerhoogste; en roep My aan in die dag van benoudheid: Ek sal jou uithelp, en jy moet My eer.”

Wie so by die HERE kom, mag selfs weet dat die HERE vir jou ’n wonderlike besitting gegee het. Jy het  dan  mooiste erfenis gekry wat jy maar kan kry. Wie vandag in groot hartseer in die lewe staan maar daarby in sy nood tot die HERE roep, kan weet dat die mooiste en die beste wat bestaan vir jou wag. Aan wie in ontsag vir die HERE leef, gee die HERE ’n erfdeel wat niemand van jou kan steel nie. Dit beteken vir God se kinders in ons tyd dat ons vol verwagting mag uitsien na die erfenis wat vir ons klaar lê in die hemel en op die nuwe aarde. Wie daarna verlang en op pad daarna sy lewe aan Christus toevertrou, kan altyd weer verder.  Ons lees daarvan o.a. in Hebreërs 11: “Maar nou verlang hulle na ’n beter een, dit is ’n hemelse. Daarom skaam God Hom nie vir hulle om hulle God genoem te word nie, want Hy het vir hulle ’n stad berei.”`vs 16  Die HERE skaam Hom dan nie vir jou nie maar gee die krag van Sy Gees vir jou.

 

 

“U hebt mij de ​erfenis​ gegeven van wie Uw Naam vrezen.” Psalm 61:5,6

 

De dichter van deze Psalm heeft gebeden. Hij heeft zijn nood bij de HERE neergelegd. Ook heeft hij aan de HERE geloften gedaan. Dat betekent dat hij beloofd heeft om de HERE te dienen, Hem de lof en de eer te geven. Hij is er nu in geloof zeker van dat de HERE echt naar hem geluisterd heeft. Dat betekent dat hij weet dat de HERE voor hem geeft wat hij nodig heeft. We lezen dat op een heel mooie manier in Psalm 50:14,15: “Offer​ dank aan God en kom aan de Allerhoogste uw ​geloften​ na.

Roep Mij aan in de dag van benauwdheid; Ik zal u eruit helpen en u zult Mij eren.”

Wie zo bij de HERE komt, mag weten dat de HERE jou een prachtige erfenis gegeven heeft. Jij hebt de mooiste en grootste erfenis gekregen die er is. Wie vandaag in diep verdriet door het leven gaat maar daarin tot de HERE roept, mag weten dat het mooiste en het beste wat er bestaat voor je wacht. Aan wie in ontzag voor de HERE leeft, geeft Hij een erfenis die niemand meer van jou kan stelen. Dat betekent voor de kinderen van God in onze tijd dat we vol verwachting kunnen uitzien naar de erfenis die voor ons klaarligt in de hemel en op de nieuwe aarde.  Wie daarnaar verlangt en op weg daarnaar zich aan Christus toevertrouwt, kan  altijd verder. We lezen daarvan o.a. in Hebreeën 11: “Maar nu verlangen zij naar een beter, dat is naar een hemels vaderland. Daarom schaamt God Zich niet voor hen om hun God genoemd te worden. Want Hij had voor hen een stad gereedgemaakt.” De HERE schaamt zich niet dan niet voor jou maar geeft jou de kracht van Zijn Geest.    

 

VADERLAND

 

Want U, o God, het my geloftes gehoor; U het die besitting gegee van die wat u Naam vrees.” Psalm 61:6

 

 Die digter van hierdie Psalm het gebid. Hy het met sy nood by die HERE gekom. Hy het aan die HERE ook geloftes gedoen. Dit beteken dat hy beloof het om die HERE te dien, Hom te volg, Hom die lof en die eer te gee. Hy is nou in die geloof seker daarvan dat die HERE ook regtig na Hom geluister het. Dit beteken dat die HERE vir hom gee wat hy nodig het. Ons lees dit op ’n baie mooi manier in Psalm 50:14,15: “Offer dank aan God, en betaal jou geloftes aan die Allerhoogste; en roep My aan in die dag van benoudheid: Ek sal jou uithelp, en jy moet My eer.”

Wie so by die HERE kom, mag selfs weet dat die HERE vir jou ’n wonderlike besitting gegee het. Jy het  dan  mooiste erfenis gekry wat jy maar kan kry. Wie vandag in groot hartseer in die lewe staan maar daarby in sy nood tot die HERE roep, kan weet dat die mooiste en die beste wat bestaan vir jou wag. Aan wie in ontsag vir die HERE leef, gee die HERE ’n erfdeel wat niemand van jou kan steel nie. Dit beteken vir God se kinders in ons tyd dat ons vol verwagting mag uitsien na die erfenis wat vir ons klaar lê in die hemel en op die nuwe aarde. Wie daarna verlang en op pad daarna sy lewe aan Christus toevertrou, kan altyd weer verder.  Ons lees daarvan o.a. in Hebreërs 11: “Maar nou verlang hulle na ’n beter een, dit is ’n hemelse. Daarom skaam God Hom nie vir hulle om hulle God genoem te word nie, want Hy het vir hulle ’n stad berei.”`vs 16  Die HERE skaam Hom dan nie vir jou nie maar gee die krag van Sy Gees vir jou.

 

 

“U hebt mij de ​erfenis​ gegeven van wie Uw Naam vrezen.” Psalm 61:6

 

De dichter van deze Psalm heeft gebeden. Hij heeft zijn nood bij de HERE neergelegd. Ook heeft hij aan de HERE geloften gedaan. Dat betekent dat hij beloofd heeft om de HERE te dienen, Hem de lof en de eer te geven. Hij is er nu in geloof zeker van dat de HERE echt naar hem geluisterd heeft. Dat betekent dat hij weet dat de HERE voor hem geeft wat hij nodig heeft. We lezen dat op een heel mooie manier in Psalm 50:14,15: “Offer​ dank aan God en kom aan de Allerhoogste uw ​geloften​ na.

Roep Mij aan in de dag van benauwdheid; Ik zal u eruit helpen en u zult Mij eren.”

Wie zo bij de HERE komt, mag weten dat de HERE jou een prachtige erfenis gegeven heeft. Jij hebt de mooiste en grootste erfenis gekregen die er is. Wie vandaag in diep verdriet door het leven gaat maar daarin tot de HERE roept, mag weten dat het mooiste en het beste wat er bestaat voor je wacht. Aan wie in ontzag voor de HERE leeft, geeft Hij een erfenis die niemand meer van jou kan stelen. Dat betekent voor de kinderen van God in onze tijd dat we vol verwachting kunnen uitzien naar de erfenis die voor ons klaarligt in de hemel en op de nieuwe aarde.  Wie daarnaar verlangt en op weg daarnaar zich aan Christus toevertrouwt, kan  altijd verder. We lezen daarvan o.a. in Hebreeën 11: “Maar nu verlangen zij naar een beter, dat is naar een hemels vaderland. Daarom schaamt God Zich niet voor hen om hun God genoemd te worden. Want Hij had voor hen een stad gereedgemaakt.” De HERE schaamt zich niet dan niet voor jou maar geeft jou de kracht van Zijn Geest. 

 

BIDDEN VOOR DE KONING/VIR DIE KONING BID

 

“U zult dagen toevoegen aan de dagen van de ​koning, zijn jaren duren voort als van generatie op generatie.” Psalm 61:7

 

Nu gaat de dichter bidden voor de koning.  Hij weet dat de HERE zijn gebed verhoord heeft. Dat hij namelijk zal delen in de erfenis die er bij de HERE is. De erfenis op een leven dicht bij de HERE. Een leven dat niet in zinloosheid, in moeite en ellende zal eindigen. Een leven waarin er juist  dat heerlijke leven is dicht bij de HERE en in Zijn dienst.

Hij bidt in dat vertrouwen nu voor de koning. Ten diepste is dit het gebed om en voor de Koning die die Koning van de koningen zal zijn. Het is het gebed om de komst van de beloofde Verlosser die ook de eeuwige Koning zal zijn. De Koning die over alle generaties zal regeren. De Koning die eens over het hele volk van God, van Adam tot de laatste gelovige die er op aarde gekomen is, zal heersen. Heersen in de zin van de beste regering die er is. Regering die nooit verdrukking wordt omdat die Koning alleen maar het goede geeft. Omdat de mensen die er dan op aarde zijn alleen maar het goede willen door Gods werk in en aan hen. Een heerlijk leven. De dichter van Psalm 61 kijkt daarnaar uit. In dat kader bidden wij vandaag om wijsheid voor hen die over ons regeren. Laten we niet alleen kritiek op hen hebben die de HERE over ons laat regeren. Laten we juist doen wat we ook lezen in 1 Timotheus 2: "Ik roep er dan vóór alles toe op dat smekingen, ​gebeden,  voorbeden en dankzeggingen gedaan worden voor alle mensen, voor koningen en allen die hooggeplaatst zijn, opdat wij een rustig en stil leven zullen leiden, in alle godsvrucht en waardigheid. Want dat is goed en welgevallig in de ogen van God, onze Zaligmaker.”

Een gebed vanuit het perspectief dat Christus regeert en eens terugkomt om Zijn heerlijke regering voor altijd over ons op de nieuwe aarde te beginnen. Om die nooit meer te beëindigen. God regeert samen met het Lam in de troon.

 

 

“Mag U dae by die koning se dae byvoeg; mag sy jare wees soos van geslag tot geslag.” Psalm 61:7

 

Die digter begin nou bid vir die koning. Hy weet dat die HERE sy gebed verhoor het. Dat hy in die erfenis om by die HERE te wees, sal deel. Die erfenis van ’n lewe naby die HERE. ’n Lewe wat nie in sinloosheid, in hartseer en ellende sal eindig nie. ’n Lewe waarin dit juis so sal wees dat hy heerlik naby die HERE sal wees en in Sy diens staan.

Hy bid in daardie vertroue vir die koning. Dit is ten diepste die gebed om en vir die Koning wat die Koning van die konings sal wees. Dit is die gebed om die beloofde Verlosser se koms. Hy wat ewig Koning sal wees. Die Koning wat oor al die geslagte sal regeer. Die Koning wat eendag oor die heel God se volk, vanaf Adam tot die laaste gelowige wat op aarde gekom het, sal heers. Heers op daardie manier dat dit die beste regering is wat bestaan. ’n Regering wat nooit verdrukking word nie. Omdat daardie Koning net die goeie wil en doen. Omdat die mense wat dan op die nuwe aarde woon net die goeie wil vanweë God se werk aan en in hulle. ’n Wonderlike lewe! Die digter van Psalm 61 verlang so na daardie lewe.  Laat ons vanuit hierdie gedagtes vandag bid om wysheid vir hulle wat die HERE oor ons laat regeer. Laat ons nie net krities oor hulle wat oor ons moet regeer wees nie. Laat ons juis doen wat ons in 1 Timoteus 2 lees: “In die eerste plek vermaan ek dan dat smekinge, gebede, voorbedes, danksegginge gedoen moet word vir alle mense; vir konings en almal wat hooggeplaas is, sodat ons ’n rustige en stil lewe kan lei in alle godsvrug en waardigheid. Want dit is goed en aangenaam voor God, ons Verlosser”.

’n Gebed vanuit die perspektief dat Christus regeer en eendag terugkom om vir altyd oor ons op die nuwe aarde te regeer. Om dit nooit meer te beëindig nie. God regeer saam met die Lam in die troon.   

 

GEBED OM DIE GROOT KONING / GEBED OM DE GROTE KONING

 

“Mag hy vir ewig voor die aangesig van God op die troon sit; beskik goedertierenheid en trou, dat dié hom bewaar.” Psalm 61:8

 

 Dawid bid vir die koning. Dit beteken dat hy ook vir homself bid. Hy bid om God se goedertierenheid en trou. Dit beteken dat hy vir die HERE vra om met Sy liefde en trou hom te omring en te lei. As Gods se goedertierenheid en trou saam genoem word beteken dit dat dit gaan om God se liefde die Hy trou rondom jou laat wees. Sy liefde is trou en Sy trou is liefde!  Sy trou is oordeel en straf as jy jou niet deur God se liefde laat lei nie. As jy ontrou aan die HERE en Sy Woord leef. Dit is ook wat in Dawid se huis steeds weer duidelik geword het.

Die gebed om die koning God se liefde en trou te gee het alles te doen met die vir altyd regeer oor God se volk en oor die hele wêreld. Daarom is hierdie gebed ook die gebed om die Verlosser se koms. Dit is ook die gebed dat uit Dawid se huis die beloofde Verlosser sal kom wat nie meer ’n opvolger kry nie. Die gebed om Hom wat regtig ewig sal regeer. Ons sien hoe hierdie belofte werklikheid word as die engel by Maria kom en ons hom in God se naam hoor sê: “En kyk, jy sal swanger word en ’n Seun baar, en jy moet Hom Jesus noem. Hy sal groot wees en die Seun van die Allerhoogste genoem word; en die Here God sal aan Hom die troon van sy vader Dawid gee, en Hy sal koning wees oor die huis van Jakob tot in ewigheid, en aan sy koninkryk sal daar geen einde wees nie.” Lukas 2:31-33.   Christus het gekom en Hy wat God se liefde en trou in alles uitstraal,  is ons Koning ook in hierdie koronatyd!   

 

 

“Eeuwig zal hij tronen voor Gods aangezicht. Beschik goedertierenheid en trouw, dat die hem beschermen.” Psalm 61:8

 

David bidt.  Hij bidt voor de koning en weet dat zijn gebed verhoord wordt. Hij bidt hiermee ook voor zichzelf. Hij vraagt om Gods goedertierenheid en trouw. Dat houdt in dat hij aan de HERE vraagt dat Zijn liefde en trouw hem zullen omringen en leiden. Wanneer Gods trouw en goedertierenheid samen genoemd worden betekent dit dat het om Gods liefde gaat die Hij trouw om jou heen laat zijn. Zijn liefde is trouw en Zijn trouw is liefde. Zijn trouw is oordeel en straf als jij jou niet door Zijn liefde laat leiden. Wanneer jij in ontrouw aan de HERE en Zijn Woord leeft. Dat zien je ook steeds weer terug in het huis van David.

Het gebed om aan de koning Gods liefde en trouw te geven, heeft alles te maken met het voor altijd regeren over Gods volk en over de hele wereld. Daarom is dit gebed ook een gebed om de komst van de Verlosser. Het is ook een gebed om de Verlosser uit het huis van David die geen opvolger meer krijgt. Het gebed om Hem die echt voor eeuwig zal regeren. We zien dat deze belofte werkelijkheid wordt wanneer een engel bij Maria komt en we hem in Gods naam horen zeggen: “En zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de Naam ​Jezus​ geven.  Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader ​David​ geven, en Hij zal over het huis van ​Jakob​ ​Koning​ zijn tot in eeuwigheid en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde komen.”

Christus is gekomen. Hij die Gods liefde en trouw in alles uitstraalt, is onze Koning ook in deze coronatijd!

 

BROEDERLIEFDE

 

“Die broederliefde moet bly.” Hebreërs 13:1

 

Hoofstuk 12 van hierdie  brief eindig met hierdie woorde: “Daarom, omdat ons ’n onwankelbare koninkryk ontvang, laat ons dankbaar wees, en so God welbehaaglik dien met eerbied en vrees. Want onse God is ’n verterende vuur.”

Die Gees het in Hebreërs 12 benadruk dat die HERE die heilige God is. Dat ons met eerbied en ontsag met Hom moet omgaan. Hy is die Een wat al ons eer verdien. Hy is nie die persoon wat in ons diens staan nie maar ons staan in Sy diens. Dit beteken ook dat ons diepe eerbied het vir Sy Woord. Dat ons God se Woord wat tot ons kom as ons die Bybel lees altyd ernstig neem. Dit is baie goed en nodig om dit te doen. Een van die dinge wat opval is dat mense wat dit beklemtoon meerdere kere in die omgang met ander mense baie hard kan wees. Jy moet alles kan sê. Die liefde vir die naaste is nie so belangrik as die eerbied vir die HERE is nie. Jy kan in die gemeente dinge sê wat nie van vriendelikheid en sagmoedigheid getuig nie. Ek moet my ding kan sê!  Ek moet dit ook so kan sê soos ek dit voel.

Juis wanneer dit daar gebeur waar benadruk word dat die Bybel God se woord is en dat ons daaraan ook in hierdie tyd moet vashou, is dit verskriklik! Wie so redeneer meen dat hy of sy nie aan Skrifkritiek doen nie maar in die praktyk doen jy dit juis wel!

Die Gees verbind die woorde “Want God ’n verterende vuur” met  “Die broederliefde moet bly”. Juis die liefde, juis die tere omgang met mekaar in liefde moet Christus se gemeente kenmerk. Vanuit die diepe eerbied vir die Here!   

 

“Laat de broederliefde blijven.” Hebreeën  13:1

 

Hoofdstuk 12 van deze brief eindigt met de volgende woorden: “Laten wij daarom, omdat wij een onwankelbaar Koninkrijk ontvangen, aan de genade vasthouden en daardoor God dienen op een Hem welgevallige wijze, met ontzag en eerbied.  Want onze God is een verterend vuur.” vs 28,29

De Geest heeft in Hebreeën 12 benadrukt dat de HERE de heilige God is. Dat wij met eerbied en ontzag met Hem hebben om te gaan. Hij is de Ene die al onze eer verdient. Hij is niet de persoon die in onze dienst staat maar wij in die van Hem. Dat betekent ook dat wij in diepe eerbied voor Zijn Woord leven. Dat we Zijn Woord dat tot ons komt als we de Bijbel lezen altijd ernstig nemen. Dat is heel goed en nodig. Een van de dingen die in het leven opvallen is dat mensen die dit benadrukken meerdere keren in de omgang met mensen heel hard kunnen zijn. Je moet alles kunnen zeggen. De liefde voor de naaste is niet zo belangrijk als de eerbied voor de HERE. Je kunt in de gemeente van Christus dingen zeggen die niet van vriendelijkheid en zachtmoedigheid getuigen. Ik moet mijn ding kunnen zeggen!  Ik moet dat ook zo kunnen zeggen zoals ik dat voel.  

Juist wanneer dit daar gebeurt waar benadrukt wordt dat de Bijbel Gods Woord is en dat we daaraan ook in onze tijd aan moeten vasthouden, is dat verschrikkelijk!  Wie zo redeneert, meent dat hij of zij niet aan Schriftkritiek doet maar in de praktijk doe je dat dan juist wel!

De Geest verbind de woorden: “Want onze God is een verterend vuur”  met  “Laat de broederliefde blijven”. Juist de liefde, juist de tere omgang met elkaar moet de gemeente van Christus kenmerken. Vanuit de diepe eerbied voor de HERE!

 

BITTERHEID

 

“Laat de broederliefde blijven.” Hebreeën  13:1

 

 We zien en spreken elkaar niet  zoals voor de coronacrisis. Dat houdt een gevaar in. Je kunt daardoor losser van elkaar komen te staan. Het kan ook zijn dat negatieve gevoelens versterkt worden omdat je wel over anderen praat maar niet meer met de ander. Het is zo belangrijk om juist in de gemeente van Christus de liefde voor elkaar levend te houden. Dat kan alleen als we zelf vanuit de verwondering over Gods liefde voor ons leven. Als we echt zien dat het een wonder is dat Christus Zijn leven uit liefde alleen voor ons gegeven heeft. Wanneer we alleen op onszelf letten en onszelf in het centrum zetten, zijn we snel gekwetst en snel vol wantrouwen. Dan komt er afstandelijkheid en bitterheid. Dan worden we heel kritisch naar anderen en niet naar onszelf. Dan zijn onze gevoelens en vermoedens altijd waar. Zo kijken we dan naar anderen.  Daarmee hebben ook de kerken te maken aan wie de brief aan de Hebreeën geschreven is. Dat lees je o.a. in 12:15: “Zie erop toe dat niemand achteropraakt in de genade van God, en dat er geen enkele wortel van bitterheid opschiet en onrust veroorzaakt zodat daardoor velen bezoedeld worden.”

Slechte woorden, wantrouwen en negativiteit die verspreid wordt, vaak onderhuids, is de pest voor een gemeente. Daar moet door de broeders en zusters en door de ambtsdragers heel duidelijk op gereageerd worden. Daar wil je niets mee te maken hebben. Daar spreekt je de een die dat doet duidelijk op aan. Niet zeggen je hebt wel een beetje gelijk. Nee, duidelijk aangeven dat dit in strijd met Gods wil, met Zijn liefde en met de vrede is die Christus verdiend heeft. Ook hier geldt wat we iets verder in hoofdstuk 12 lezen: “Let er dan op dat u Hem Die spreekt, niet verwerpt. Want als zij niet zijn ontkomen die hem verwierpen die op aarde aanwijzingen van God deed horen, veelmeer zullen wij niet ontkomen, als wij ons afkeren van Hem Die vanuit de hemelen spreekt.” vs 25   

 

 

“Die broederliefde moet bly.” Hebreërs 13:1

 

Ons sien mekaar nie meer soos voor die koronakrisis nie. Daarin is ’n gevaar. Dit is dat ons meer los van mekaar kom en staan. Hierdeur kan negatiewe gevoelens teenoor ander versterk word. Ons praat nog oor ander maar nie meer met die ander nie. Dit is so belangrik om die liefde vir mekaar in Christus se gemeente lewendig te hou. Dit kan net as ons vanuit die verwonderling oor God se liefde vir ons leef. As ons regtig die wonder dat Christus Sy lewe uit liefde alleen  vir ons gegee het,  raaksien. 

As ons net op onsself let en onsself in die middelpunt plaas, is ons vinnig gekrenk en seergemaak. Dan is daar by ons ook gou die wantroue. Dan kom die afstandelikheid en die bitterheid. Dan word ons krities na anderen nie na onsself nie. Dan is ons gevoelens en vermoedens altyd waar. So kyk ons dan na die ander. Die kerke aan wie die brief  aan die Hebreërs geskryf is, het ook daarmee te doen. Ons lees dit o.a. in Hebr 12:15: “en pas op dat niemand in die genade van God veragter nie; dat geen wortel van bitterheid opskiet en onrus verwek en baie hierdeur besoedel word nie.”

Iemand sleg sê, wantroue en negatiwiteit wat versprei word, dikwels in persoonlike gesprekke, is die pes vir Christus se gemeente. Broeders en susters en ook ampsdraers moet daarop baie duidelik reageer. Jy wil niks daarmee te doen hê nie. Jy wil nie daarna luister nie. Jy gaan nie sê: As ek na jou luister is jy in sekere dinge wel reg nie.  Nee, laat ons dan duidelik aangee dat dit in stryd met God se wil, met Sy liefrde en met die vrede wat Christus verdien het, is. Ook hiervan geld wat ons in die vervolg van Hebreërs 12: “Pas op dat julle Hom wat spreek, nie afwys nie; want as húlle nie ontvlug het nie wat Hom afgewys het toe Hy op aarde ’n goddelike waarskuwing gegee het, veel minder óns wat ons van Hom afkeer nou dat Hy uit die hemele spreek.”  

 

HEMELVAART

 

Voor vandaag en morgen (21 mei)

 

“De Heere dan is, nadat Hij tot hen gesproken had, opgenomen in de hemel en heeft Zich gezet aan de rechterhand van God”  Marcus 16:19

De Here Jezus gaat naar de hemel. Zijn leerlingen zien Hem gaan. Zonder vliegtuig, zonder raket. Hij wordt door God opgenomen in de hemel. Hij gaat als de Zoon van God door Zijn Goddelijke kracht naar de hemel. Hij is meer dan al onze hulpmiddelen. Hij heeft geen hulpmiddelen nodig! Hij is God. Zoals Hij zonder hulpmiddelen de hemel en de aarde maakte. Alleen door Zijn Woord. Hij sprak en het was er. Voor ons onbegrijpelijk omdat wij geen God zijn en ook nooit zullen worden. Die God wil onze God en Redder zijn.

Dat is heel bijzonder. Christus gaat als de Koning naar de hemel. Hij krijgt de plaats aan de rechterhand van God. Hij zit samen met God in de troon. Hij regeert. Hij komt ook als de Koning van de koningen eens terug op de wolken. Ook als de grote Rechter die het eindoordeel over iedereen zal uitspreken.  Bedenk daarbij dat we in het boek Openbaring meerdere keren lezen dat Christus als het Lam in de troon zit. Dat maakt Zijn regering zo bijzonder. Dat geeft moed en kracht. Christus heeft als het Lam het offer gebracht voor wie in eigen zwakheid bij Christus redding en vergeving zoekt. Hij komt terug op de wolken als de Rechter maar ook als de Redder. Wie in liefde voor Christus leeft, hoeft dus niet te sidderen van angst als je aan de wederkomst denkt. Dan kun je uitzien en verlangen naar die dag want Christus komt dan terug als jouw Redder. Die het volle heerlijke leven dan aan je geeft wat Hij verdiend heeft. Gelukkig zijn we niet overgeleverd aan mensen en scheppingsmachten maar regeert Jezus Christus.      

 

“Nadat die Here dan met hulle gespreek het, is Hy opgeneem in die hemel en het gaan sit aan die regterhand van God.” Markus 16:19

Die Here Jesus gaan hemel toe. Sy leerlinge sien Hom gaan. Nie met ’n vliegtuig of ruimteskip nie. Hy word deur God in die hemel opgeneem. Hy gaan as God se Seun deur Sy Goddelike krag na die hemel. Hy is meer as al ons hulpmiddels. Hy het nie hulpmiddels nodig nie! Hy is God. Hy het ook by die skepping van hemel en aarde geen hulpmiddels nodig gehad nie. Hy het deur Sy Woord geskep. Hy het gepraat en dit was daar. Dit kan ons nie verstaan nie. Dit gaan bo ons vuurmaakplek. Die rede daarvoor is dat ons nie God is nie en nooit sal word nie. Die enigste God wil ons God en Redder wees.

Dit is baie spesiaal. Christus gaan as die Koning hemel toe. Hy kry Sy plek aan God se regterhand. Hy sit saam met God in die troon. Hy regeer. Hy kom eendag as die Koning van die konings op die wolke terug. Ook as die Regter wat die eindoordeel oor elkeen sal uitspreek. Ons moet mooi bedink dat ons in die boek Openbaring meerdere kere lees dat Christus as die Lam in die troon sit. Dit maak Sy regering so spesiaal. Dit gee moed en krag. Christus het as die Lam die offer gebring vir elkeen wat in eie swakheid by Christus redding en vergifnis soek. Hy kom op die wolke terug as die Regter maar ook as die Redder. Dit is vir wie in liefde vir Christus leef  nie nodig om van angs te sidder as jy aan die wederkoms dink nie. Jy kan na daardie dag  uitsien en  verlang want Christus kom dan as jou Redder terug. Hy wat die volle heerlike lewe dan vir jou gee. Die wonderlike lewe wat Hy verdien het. Gelukkig is ons nie aan mense en skeppingsmagte oorgelewer nie maar regeer Jesus Christus.  

 

WIE IS MY NAASTE?/ WIE IS MIJN NAASTE? 

 

“Die broederliefde moet bly.  Vergeet die gasvryheid nie, want daardeur het sommige, sonder om dit te weet, engele as gaste geherberg. ” Hebreërs 13:1,2

 

Ons opdrag om lief te hê worde in hierdie tyd van die koronavirus op die proef gestel. Daarby is altyd weer ’n belangrike vraag hoe ver die liefde moet reik. Ons lees in vers 1 oor die broederliefde. Ons lees in vers 2 oor gasvryheid. As ons die hele Bybel lees hoe ver moet ons dan gaan met die gee van liefde? Die vraag is daarby ook wie ons naaste is. Is ons naaste net die mense met wie ons saam Christus se gemeente is? Is ons naaste al die gelowiges wat ons ken? Of is ons naaste elkeen op hierdie wêreld waarmee ons te doen kry? Op watter manier dan ook.

Laat ons mooi bedink dat die Here Jesus by die saamvat van God se wet die volgende sê: “En die tweede wat hiermee gelykstaan: Jy moet jou naaste liefhê soos jouself.  Aan hierdie twee gebooie hang die hele wet en die profete.” Matteus 22:39,40 

My naaste mag ek nie beperk tot enige groep nie. Die Here Jesus maak dit in die Bergrede baie duidelik as Hy sê: ” Maar Ek sê vir julle: Julle moet jul vyande liefhê; seën die wat vir julle vervloek, doen goed aan die wat vir julle haat, en bid vir die wat julle beledig en julle vervolg; sodat julle kinders kan word van julle Vader wat in die hemele is; want Hy laat sy son opgaan oor slegtes en goeies, en Hy laat reën op regverdiges en onregverdiges. Want as julle liefhet die wat vir julle liefhet, watter loon het julle? Doen die tollenaars nie ook dieselfde nie? En as julle net jul broeders groet, wat besonders doen julle dan? Doen die tollenaars nie ook so nie? Wees julle dan volmaak soos julle Vader in die hemele volmaak is.” Matteus 5:44-48.

Selfs my vyand, selfs wie my om Christus ontwil vervolg, is my naaste! Daarom word ek geroep vanuit Gods se liefde elke mens met liefde te behandel. Ook vandag en en al die dae wat nogin my lewe kom.

 

“Laat de broederliefde blijven.  Vergeet de gastvrijheid niet, want hierdoor hebben sommigen zonder het te weten engelen onderdak geboden.” Hebreeën 13:1,2

 

Onze opdracht om lief te hebben wordt in deze coronatijd op de proef  gesteld. Daarbij is altijd weer de vraag hoe ver deze opdracht reikt. We lezen in vers 1 over broederliefde. In vers 2 over gastvrijheid. Wanneer we nu de hele Bijbel lezen hoe ver moeten we dan gaan met het geven liefde? Dat is ook de vraag naar wie onze naaste is. Zijn onze naasten alleen zij met wie we samen in de kerk zijn?  Zijn onze naasten alleen zij die we op deze wereld als gelovigen kennen? Zijn onze naasten misschien ook nog de mensen die vlakbij ons wonen? Of is onze naaste iedereen op deze wereld waarmee wij te maken krijgen?  Op wat voor manier dan ook maar.

Laten we goed bedenken dat de Here Jezus wanneer Hij de wet van God samenvat ook dit zegt: “En het tweede, hieraan gelijk, is: U zult uw naaste liefhebben als uzelf.  Aan deze twee geboden hangt heel de Wet, en de Profeten.”  Mattheus 22:39,40

Ik mag mijn naaste niet beperken tot welke groep ook maar. De Here Jezus maakt dat heel duidelijk in de Bergrede als Hij zegt: “Maar Ik zeg u: Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten; en  bid voor hen die u beledigen en u vervolgen; zodat u kinderen zult zijn van uw Vader, Die in de hemelen is, want Hij laat Zijn zon opgaan over slechte en goede mensen, en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Want als u hen liefhebt die u liefhebben, wat voor loon hebt u dan? Doen ook de tollenaars niet hetzelfde? En als u alleen uw broeders groet, wat doet u meer dan anderen? Doen ook de tollenaars niet zo? Weest u dan volmaakt, zoals uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is.” Mattheus 5:44-48

Zelfs mijn vijand, zelfs wie mij om Christus’ wil vervolgt, is mijn naaste! Ik word daarom geroepen om vanuit Gods liefde ieder mens met liefde te behandelen. Ook vandaag en al de dagen die in mijn leven op aarde nog komen.

 

OMGANG MET DE NAASTE /  OMGANG MET DIE NAASTE

 

“Laat de broederliefde blijven.  Vergeet de gastvrijheid niet, want hierdoor hebben sommigen zonder het te weten engelen onderdak geboden.” Hebreeën 13:1,2

 

Het liefhebben van anderen gaat verder dan de gemeente en bekenden. Juist vanuit de liefde van God die we als gelovigen kennen, mogen we de liefde voor anderen niet vergeten. Wie Gods liefde als het wonder in eigen leven kent, schermt zich niet van anderen af. Ook in de gemeente van Christus kan er verharding en verkilling komen. Dat gevaar dreigt in de gemeenten waaraan hier geschreven wordt ook. Denk maar eens aan wat we lezen in hoofdstuk 12:15: “Zie erop toe dat niemand achteropraakt in de genade van God, en dat er geen enkele wortel van bitterheid opschiet en onrust veroorzaakt zodat daardoor velen bezoedeld worden.”

Wanneer je niet echt meer van genade leeft, komt er juist de grove omgang met anderen, dan verdwijnt al meer de liefde voor anderen, dan verdwijnt al meer de tere omgang met elkaar. Vaak met een beroep op dat je toch echt gelijk hebt.  Het zou om de zaak gaan!  Verschrikkelijke woorden in zo’n geval.

Je kunt zo met de leer bezig zijn dat je het leven vanuit Gods liefde voor elkaar en al de mensen om je heen vergeet. Als we maar vasthouden aan de leer dan is de liefde voor anderen en de tere omgang met andere tweederangs. Waar het zo gaat daar raken we Gods genade al meer kwijt. Daar raken we Christus kwijt. Daar vallen we onder het oordeel dat veel profeten moesten verkondigen dat Gods volk niet meer omzag naar de zwakken en dat de sterken de zwakken vertrapte.  De onderlinge omgang en hoe we met anderen omgaan is net zo goed onmisbaar in het leven als gelovige en als echte gemeente van Christus!

 

“Die broederliefde moet bly.  Vergeet die gasvryheid nie, want daardeur het sommige, sonder om dit te weet, engele as gaste geherberg. ” Hebreërs 13:1,2

 

Die liefhê van ander reik verder as die gemeente en jou bekendes. Juis vanuit God se liefde wat ons ken, mag ons die liefde vir ander nooit vergeet nie. Wie God se liefde as die wonder in eie lewe ken, weier nie die liefde en hulp vir ander te gee nie. Ook in Christus se gemeente kan verharding en verkilling kom. Daardie gevaar dreig vir die gemeentes waaraan in hier  geskryf word. Ons sien dit o.a. in hoofstuk 12:15 raak: “en pas op dat niemand in die genade van God veragter nie; dat geen wortel van bitterheid opskiet en onrus verwek en baie hierdeur besoedel word nie.”

Wanneer jy nie meer regtig van genade leef nie, kom ook die onsensitiewe omgang met ander, dan verdwyn al hoe meer die liefde vir ander, dan verdwyn die tere omgang met mekaar. Dikwels doen mense dan ’n beroep daarop dat hulle mening reg is. Dit gaan om die saak! In so’n geval vreeslike  woorde. 

’n Mens kan op so’n manier met die leer besig wees dat jij die leef vanuit God se liefde vir mekaar en vir ander vergeet. As ons maar aan die leer vashou is die liefde vir ander nie so belangrik nie. Dan is die liefdevol omgaan met ander ook in manier waarop ons formuleer van minder belang. Waar dit so gaan is ons besig om God se genade in eie lewe te verspeel. Ons raak dan Christus kwyt. Dan val ons onder die oordeel wat baie profete moes verkondig wanneer die volk nie meer na die swakkes omgesien het nie en die sterkes die swakkes vertrap het.  Die onderlinge omgang is ook onmisbaar in ’n gelowige se lewe en in die kerk wat regtig kerk van Christus is.

 

LEVEN DOOR DE GEEST/ LEWE DEUR DIE GEES

 

“Maar ik zeg: Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen.” Galaten 5:16

Pinksteren. Uitstorting van de Heilige Geest. Veel aandacht voor de Geest en Zijn werk. Dan gaat het er ook om dat de Heilige Geest mijn leven raakt. Het mag niet de Geest zijn die alleen buiten mij blijft. Niet de Geest waar ik heel mooie dingen over kan vertellen en meer niet. Het gaat er om dat de Geest mijn leven bepaalt.  Zoals we dat hier ook lezen in Galaten 5. Wandel door de Geest. Dat betekent laat de Geest jou leven bepalen. Laat de Geest in jouw leven de koers bepalen. Waar je komt en niet komt, wat je zegt en niet zegt, wat je wilt voelen en niet wilt voelen en ga zo maar door.

De Geest als de Persoon die jouw aan Christus verbindt en jou de weg laat lopen die de Vader ons steeds weer voorhoudt. Zoals we dat ook aan het einde van hoofdstuk 5 lezen: “Indien wij door de Geest leven, laten wij ook door de Geest het spoor houden.” vs 25 (Vertaling 1951)  De uitstorting van de Geest bepaalt ons  niet bij de Heilige Geest om spectaculaire dingen te doen. Wel om in ons leven heel eenvoudig volgens Gods wil te leven. Tegen wat eigen hart en omgeving vaak zegt. Dan leer je met Pinksteren met nog meer kracht te bidden om al meer zo te leren leven dat ons leven spreekt van de vrucht van de Geest.  Dat al meer ons leven wordt zoals we daarvan lezen in vers 22:  “De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.”

Zo worden in de goede strijd gezet. Het is beter om door Christus in de strijd gezet te worden en dan door de Geest te strijden dan door de Satan in de watten gelegd te worden.  

 

“Maar ek sê: Wandel deur die Gees, dan sal julle nooit die begeerlikheid van die vlees volbring nie”. Galasiërs 5:16

Pinksterfees. Die uitstorting van die Heilige Gees. Baie aandag vir die die Gees en Sy werk. Dit gaan daarom dat die Heilige Gees my eie lewe raak. Dit mag nie so wees dat die Gees buite my lewe bly nie. Nie so wees dat ek net oor die Gees en Sy werk praat nie. Dan kan ek die mooiste dinge oor die Gees sê maar dan het dit min waarde. Dit gaan daarom dat die Gees my lewe lei. Soos ons daarvan in Galasiërs 5 lees. Wandel deur die die Gees. Dit is leef deur die Gees. Dit beteken dat jy die Gees jou lewe laat bepaal. Laat die Gees die koers van jou lewe so bepaal dat Hy jou leiwaar jy kom en nie kom nie, wat jy sê en nie sê nie, wat jy wil voel en nie wil voel nie en al die ander dinge van jou lewe.
Die Gees as die persoon wat jou aan Christus verbind en jou op die pad laat stap wat die Vader jou steeds weer wys. Soos ons dit aan die einde van hoofstuk 5 lees: “Aangesien ons deur die Gees leef, moet ons ook volgens die Gees optree.” Vs 25 (Direkte Vertaling) Die uitstorting van die Gees bepaal ons nie by die Heilige Gees om buitengewone dinge te verwag en te doen nie. Dit gaan daarom dat ons leer om eenvoudig volgens God se wil al hoe meer te gaan leef. Om teen wat eie hart en mense rondom ons sê in te leer leef. Dan leer die Pinksterfees ons om met nog meer krag te bid om al hoe meer so te leef dat ons lewe van die vrug van de Gees getuig. Dat al hoe meer in ons lewe gesien word wat ons lees in vers 22: “Maar die vrug van die Gees is liefde, blydskap, vrede, lankmoedigheid, vriendelikheid, goedheid, getrouheid, sagmoedigheid, selfbeheersing.”
So word ons deur die Gees mense wat die goeie stryd begin stry. Dit is beter om deur Christus in die stryd ’n plek te kry en deur die Gees te veg as om deur die Satan bederf te word.

 

GASVRY/GASTVRIJ

 

“Die broederliefde moet bly.  Vergeet die gasvryheid nie, want daardeur het sommige, sonder om dit te weet, engele as gaste geherberg. ” Hebreërs 13:1,2

 

Christene moeten bekend staan as mense wat gasvry is. Dit gaan hier by gasvryheid om mensen wat op pad is en ’n onderdak soek, mense wat honger is en kos soek, mense wat in probleme is en graag iemand wil hê wat vir hulle raad gee en regtig na hulle luister. Dit gaan hierby ook om mense wat jy nog nie ken nie. Wat die HERE in jou lewe op jou lewenspad bring. Die gasvryheid was in die lande rondom Israël  ’n belangrike saak. Die gelowiges, die kerk moet juis daarin uitblink.

Dit gaan verlore as mense nie meer die liefde van God as die grootste wonder van die lewe ken nie. Dan is die liefde vir die naaste iets wat ’n bysaak geword het. Vir God se kinders behoort dit ’n onmisbare deel van jou lewe te wees. Steeds weer. Die Gees wys hier daarop dat dit moontlik is dat jy dan engele as gaste ontvang het. Dit kan dus so wees dat onbekendes by jou hulp of onderdak  soek terwyl dit engele is.  Die Here kan ons so toets!  ’n Voorbeeld daarvan vind ons in Genesis 18. Dit is die HERE self wat met engele by Abraham kom. Sonder dat Abraham dit dan weet. Hy sien net mense!  Toe Abraham hulle nooi en kos gee, het hy dit vir die HERE en vir Sy engele gedoen. As ons mense wat  hulp of onderdak vra en dit is duidelik dat hulle dit ook regtig nodig het en ons weier, kan dit wees dat ons selfs engele weier!  Dit het ook alles te doen met wat ons in Matteus 25 lees. Daaroor môre meer.     

 

 

“Laat de broederliefde blijven.  Vergeet de gastvrijheid niet, want hierdoor hebben sommigen zonder het te weten engelen onderdak geboden.” Hebreeën 13:1,2

 

Christenen horen bekend te staan als gastvrije mensen. Het gaat hier bij gastvrijheid om mensen die op weg zijn en onderdak zoeken, mensen die honger hebben en eten nodig hebben, mensen die in de problemen zitten en graag raad willen krijgen en een luisterend oor zoeken. Het gaat daarbij hier om mensen die je nog niet kent.  Die de HERE in jouw leven op jouw levenspad brengt. De gastvrijheid was in de landen om Israël heen een belangrijke zaak. De gelovigen, de kerk moet daarin uitblinken.

Dat gaat verloren  wanneer mensen niet meer de liefde van God als het grootste wonder in hun leven kennen. Dan wordt de liefde voor de naaste een bijzaak. De liefde voor de naaste hoort bij Gods kinderen een onmisbaar onderdeel van hun leven te zijn. Steeds weer. De Heilige Geest wijst er op dat het mogelijk is dat je dan engelen als gasten ontvangt in jouw huis. Het kan dus zo zijn dat onbekenden bij jou hulp of onderdak zoeken terwijl het engelen zijn. De Here kan ons zo toetsen. Een voorbeeld daarvan vinden we in Genesis 18. Het is daar de HERE zelf die met engelen bij Abraham  komt. Zonder dat Abraham dat weet. Hij ziet mensen! Toen Abraham hen uitnodigde en eten gaf,  gaf Hij dat aan de HERE en Zijn engelen. Wanneer wij mensen die hulp en onderdak vragen waarvan duidelijk is dat ze dat echt nodig hebben en we weigeren dan kan het zijn dat we engelen ons huis weigeren!  Dit heeft ook heel duidelijk met Mattheus 25 te maken. Daarover morgen meer. 

 

LAATSTE OORDEEL EN DE NAASTE

 

“Laat de broederliefde blijven.  Vergeet de gastvrijheid niet, want hierdoor hebben sommigen zonder het te weten engelen onderdak geboden.” Hebreeën 13:1,2

 

 Het laatste oordeel.  De hele wereldbevolking van alle tijden staat voor Christus. De ene groep aan de linkerkant en een andere groep aan de rechterkant. Twee groepen waarvan de ene op weg is naar een plaats in de eeuwige straf. Zij zullen van de aarde weggenomen worden. De andere groep zijn de gezegenden van de HERE. Zij mogen op de nieuwe  aarde blijven. Zij zijn vrijgesproken omdat Christus voor hen de straf gedragen heeft. Voor hen is Christus hun rechter en hun Redder.

De Here Jezus legt verantwoording af voor de hele wereldbevolking af waarom de een naar het oordeel gaat en de ander het heerlijke eeuwige leven op de nieuwe aarde krijgt.  Dat heeft ook alles met hun leven te doen. Het leven vanuit Gods liefde en daarom veranderd door de Heilige Geest. Daarbij hoort ook het geven om je naaste. Ook de naaste die dingen gedaan heeft die niet goed zijn en daarom geen enkele hulp meer van anderen krijgt. Luister maar eens wat de Here Jezus zegt over waarom mensen voor eeuwig veroordeelt worden en anderen niet. Ik neem het nu over in het positieve deel over de gelovigen  terwijl het juist op dezelfde manier maar dan negatief geformuleerd wordt over hen die niet vanuit Gods liefde geleefd hebben. Lees maar mee: “Want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven; Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en u hebt Mij gastvrij onthaald. . Ik was naakt en u hebt Mij gekleed; Ik ben ziek geweest en u hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis en u bent bij Mij gekomen.” vs 35,36  

Wanneer leef je zo?: “Voorwaar, Ik zeg u: voor zover u dit voor een van deze geringste broeders van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan.” Vs 40. Wie de naaste in geloof vol liefde behandelt,  leeft echt met Christus.

 

 

“Die broederliefde moet bly.  Vergeet die gasvryheid nie, want daardeur het sommige, sonder om dit te weet, engele as gaste geherberg. ” Hebreërs 13:1,2

 

Die laaste oordeel. Die hele wêreldbevolking van alle tye staan voor Christus. Die een groep aan die linkerkant en die ander aan die regterkant. Twee groepe waarvan die een na die plek van die ewige straf op pad is. Hul sal van die aarde af weggeneem word. Die ander groep is die gesegendes van die Vader. Hulle mag op die nuwe aarde bly. Hulle is vrygespreek omdat Christus vir hulle die straf gedra het. Christus is hulle regter en Redder.

Die Here Jesus lê verantwoording af voor die hele wêreldbevolking se oë hoekom die een na die oordeel gaan en die ander na die heerlike ewige lewe. Dit het alles met hul lewe te doen. Hul lewe vanuit Gode se liefde en daarom die veranderde lewe deur die Heilige Gees.  Daarby behoort ook die omgee vir jou naaste. Ook vir jou naaste wat dinge gedoen het wat nie reg is nie en daarom geen enkele hulp van anderes kry nie. Laat ons luister na wat die Here Jesus sê oor mense wat vir ewig veroordeel word en oor hulle wat die ewige lewe kry, sê. Ek haal nou die positiewe deel aan terwyl vir die andeers dieselfde gesê word maar dan in negatiewe vorm. Lees maar saam: “Want Ek het honger gehad, en julle het My te ete gegee; Ek het dors gehad, en julle het My te drinke gegee; Ek was ’n vreemdeling, en julle het My herberg gegee; Ek was naak, en julle het My geklee; Ek was siek, en julle het My besoek; in die gevangenis was Ek, en julle het na My gekom.  Matteus 25:35,36

Wanneer leef ’n mens so?: “Voorwaar Ek sê vir julle, vir sover julle dit gedoen het aan een van die geringstes van hierdie broeders van My, het julle dit aan My gedoen.” Vs 40  Wie sy naaste in geloof vol liefde behandel, leef regtig met Christus.

 

GEVANGENES/GEVANGENEN

 

“Dink aan die gevangenes asof julle medegevangenes is, en aan die wat mishandel word, as mense wat self ook ’n liggaam het.”  Hebreërs 13:3

Ons word vanuit God se liefde geroep om om te gee. Om te gee vir ander. Dit is steeds so dat dit dan gaan om liefde vir almal rondom ons. Daarby kan ons nie altyd vir almal sorg nie. Juis omdat ons tyd, ons krag en moontlikhede nie onbeperk is nie. Altyd weer bly geld wat die Gees vir ons leer in Glalasiërs 6: “Laat ons dan, terwyl ons geleentheid het, aan almal goed doen, maar die meeste aan die huisgenote van die geloof.” Goeddoen aan almal is dus wat die reël is maar ons begin dan by ons geestelike familie. Dit is die begin. Dit is nie dat ons ons  daartoe mag beperk nie.

Dan moet ons liefde en sorg ook uitgaan na hulle wat in die tronk is. Dat was in daardie tyd nog meer nodig as in ons tyd. Ons moet bedink dat die gevangenes toe dikwels vir hul kos en versorging afhankelik was van mense wat van buite die tronk kos en klere kom bring het. Wie geen mense van buite die tronk gehad het om daarvoor te sorg nie het honger gely en gesterf. Dan het jy nie skone klere van tyd tot tyd gekry nie. Om te kan bly leef het jy mense nodig gehad wat omgee. Ook as jy regtig verkeerde dinge gedoen het en daarvoor in die tronk was. Juis Christenen het geleer dat ons in ons hart almal misdadigers is wat genade en onverdiende liefde so nodig het. Wie die wonder van die genade van God in eie lewe ken, wil ook genadig wees vir mense wat misdade gepleeg het. Hoe moeilik dit ook kan wees. Ons lees in Romeine 12 selfs: “seën die wat julle vervolg, seën en moenie vervloek nie”. Vs 14   God se liefde oorwin die weerstande wat op daardie punt kan bestaan.

 

“Denk aan de gevangenen alsof u zelf ook gevangen bent, en denk aan hen die slecht behandeld worden, alsof u ook zelf lichamelijk slecht behandeld wordt.” Hebreeën 13:3

 

 We worden vanuit Gods liefde geroepen om naar anderen om te kijken. Om liefde te geven. Het gaat steeds weer om liefde voor iedereen om ons heen. Toch kunnen we niet voor iedereen zorgen. Juist omdat onze tijd, kracht en mogelijkheden niet onbeperkt zijn. Steeds weer blijft gelden wat de Geest ons in Galaten 6:10 leert: “Laten wij dus, terwijl wij gelegenheid hebben, goeddoen aan allen, maar vooral aan de huisgenoten van het geloof.” Goeddoen aan iedereen is Gods regel voor ons maar dan beginnen we bij de geestelijke familie. Dat is het begin. Dat is niet waartoe we ons beperken mogen.

Onze liefde en zorg moet ook uitgaan naar hen die in de gevangenis zitten. Dat was toen nog veel nodiger dan nu. We moeten bedenken dat de gevangenen toen heel vaak van eten en verzorging van mensen buiten de gevangenis afhankelijk waren. Wie geen mensen buiten de gevangenis had die eten kwam brengen en schone kleren leed honger met grote kans dat je zou sterven in oude vuile kleren. Om te kunnen blijven leven, had je deze mensen buiten de gevangenis zo nodig. Ook als je echt heel verkeerde dingen gedaan had. Juist christenen hebben geleerd dat we in ons hart allemaal misdadigers zijn die genade en onverdiende liefde nodig hebben. Wie het wonder van Gods genade in eigen leven kent, wil ook genadig zijn voor mensen die misdaden gepleegd hebben. Hoe moeilijk dat ook kan zijn. We lezen in Romeinen 12 zelfs: “Zegen wie u vervolgen. Zegen hen en vervloek hen niet.”  Gods liefde overwint ook de weerstanden op dit punt.    

 

SEKSUALITEIT

 

“Laat het huwelijk bij allen in ere zijn en het huwelijksbed onbevlekt, want ontuchtplegers en overspelers zal God oordelen.” Hebr 13:4

 

Liefde voor elkaar. Liefde die zich vanuit Gods liefde zelfs uitstrekt naar je eigen vijanden. Naar mensen die jou kwaad willen doen. Dat is onmogelijk zonder Gods werk van liefde in jou. Dat is zonder het kennen van Christus niet mogelijk. Dat is wat de Geest ons wil geven. Ook in alle worsteling die er daarover en je eigen leven kan zijn. Daarbij gaat het er juist om dat je de ander in liefde behandelt met woorden en daden. Zonder de zonde daarmee op wat voor manier ook maar goed te praten.

De echte liefde die vanuit God komt, legt juist aan het zondige hart ook beperkingen op. Ook als het gaat om het meest intieme wat mensen samen kunnen hebben. De seksualiteit. Om juist het goede en tere daarvan te laten zien en te bewaken lezen we in de tekst hierboven: “Laat het huwelijk bij allen in ere zijn en het huwelijksbed onbevlekt”.  We horen in deze tijd dat zogenaamde sekswerkers vanwege het coronavirus hun werk niet mogen doen. Dat is een verbod dat niet gedragen wordt door de innerlijke overtuiging dat je niet bij sekswerkers moet zijn. Het is alleen een verbod vanwege bijzondere omstandigheden. De Geest wil ons juist leren om vanuit ons hart door Gods liefde geleerd  de seksualiteit te willen bewaren voor die ene die de HERE ons gegeven heeft of geeft. Seksualiteit is zoiets moois door God gegeven maar niet om met meer dan een te delen. Het is daarvoor te teer, te bijzonder. Juist voor die ene mag je daarvoor openstaan. Seksualiteit is niet iets om zomaar te nemen of weg te geven. Het hoort bij die ene die man of vrouw die jij trouw beloofd hebt. Dat is God goede  wil. De volgende keer meer hierover.    

 

“Laat die huwelik in alle opsigte eerbaar wees en die bed onbesmet; want God sal hoereerders en egbrekers oordeel.” Hebreërs 13:4

Liefde vir mekaar. Liefde wat hom vanuit God se liefde selfs tot jou eie vyande uitstrek. Na mense wat jou kwaad wil aandoen. Dit is onmoontlik sonder God se werk van liefde in jou. Dit is sonder dat jy Christus regtig ken nie moontlik nie. Die Gees wil dit vir ons gee. Ook as jy daarmee regtig worstel in jou lewe. Dit gaan daarom dat ons leer om die ander met woorde en dade met liefde te behandel. Sonder dat dit beteken dat ons dit wat sonde is nie meer sonde noem nie.

Die regte liefde wat vanuit God kom, lê aan ons sondige hart juis beperkings op. Ook as dit om die mees intieme gaan wat ons saam as mense kan hê. Die seksualiteit. Om juis die goeie en tere daarvan te bewaak, lees ons in die teks hierbo: “Laat die huwelik in alle opsigte eerbaar wees en die bed onbesmet”.  Ons hoor in hierdie tyd van hulle wat hul aanbied om seks met anderes te hê dat die owerheid dit verbied.  Hierdie verbod kom nie voort uit die innerlike oortuiging dat wat hulle doen verkeerd is nie. Dit is ’n verbod wat net deur die spesiale omstandighede daar is. Die Gees wil ons leer om vanuit ons hart,  deur God se liefde geleer, die seksualiteit vir die een wat God ons gegee het of nog gee, te bewaar.  Seksualiteit is deur God as iets wat so mooi is vir ons gegee. Nie s om met meerderes te deel nie. Dit is so teer, so spesiaal. Net vir die een waarvoor jy mag oopstaan. Seksualiteit is nie om sommerso te neem of te gee nie. Dit behoort saam met die een vrou of die een man wat jy trou beloof het. Dat is God se goeie wil. Die volgende keer meer daaroor.    

 

SEKSUALITEIT EN TROUW/SEKSUALITEIT EN TROU

 

“Laat het huwelijk bij allen in ere zijn en het huwelijksbed onbevlekt, want ontuchtplegers en overspelers zal God oordelen.” Hebr 13:4

 Huwelijk en de beleving van de seksualiteit horen bij elkaar. We leven in een tijd dat dit door velen anders gezien wordt. Er wordt op dit punt heel anders geleefd. Dat was in de tijd van de Bijbel niet anders. Zo werd het in de Grieks-Romeinse wereld niet als ontrouw en het breken van een huwelijk gezien als je naar een sekswerker ging. Het werd als gewoon beoordeeld als een man dat deed. De HERE spreekt daar heel anders over. Ik denk nu alleen maar aan 1 Korinthe 6: “Of weet u niet dat wie zich met een hoer verenigt, één lichaam met haar is? Want die twee, zegt Hij, zullen tot één vlees zijn.  Wie zich echter met de Heere verenigt, is één geest met Hem.  Vlucht weg van de hoererij. Elke zonde die een mens doet, is buiten het lichaam, maar wie hoererij bedrijft, zondigt tegen zijn eigen lichaam.”

De meest intieme omgang tussen man en vrouw vraagt om de  trouw die je elkaar in het huwelijk beloofd heeft.  Seksualiteit is door de Schepper niet bedoeld om er mee te spelen. Is niet bedoeld om het in variatie met meerdere personen afwisselend te doen. Het gaat zelfs om een monogame band voor het leven. Tot de dood ons van elkaar scheidt. Liefde die in seksualiteit zich mag uiten is bedoeld om met die ene die God je gegeven heeft te beleven. Dan blijft het huwelijksbed onbezoedeld. Dat vraagt in die trouw dan ook om echte liefde voor de ander. Dat vraagt van allebei in het huwelijk om er ook echt in liefde en vrede voor elkaar te zijn.    

 

“Laat die huwelik in alle opsigte eerbaar wees en die bed onbesmet; want God sal hoereerders en egbrekers oordeel.” Hebreërs 13:4

Huwelik en belewing van die seksualiteit behoort by mekaar. Ons leef in ’n tyd waarin mense dikwels daaroor heeltemal anders dink. Mense leef as dit hier om gaan anderste. Dit was in die tyd van die Bbybel dikwels ook so. In die Grieks-Romeinse wêreld was dit gewoon as ’n man wat getroud was na ’n hoer gegaan het. Mense het dit gewoon gevind. Dit was in hul oë nie die  verbreek van die huwelik nie. Die HERE praat hieroor nie so nie. Ek dink nou net aan 1 Korinte 6: “Of weet julle nie dat hy wat ’n hoer aanhang, met haar een liggaam is nie? Want die twee, sê Hy, sal een vlees wees.Maar wie die Here aanhang, is een gees met Hom.  Vlug vir die hoerery. Enige sonde wat ’n mens doen, is buite die liggaam; maar wie hoerery bedryf sondig teen sy eie liggaam.” vs 16-18

Die mees intieme omgang tussen man en vrou vra om die trou wat ons mekaar in die huwelik beloof het. Die seksualiteit is deur die Skepper nie bedoel om daarmee te speel nie. Is nie bedoel om in afwisseling met meerdere persone te bedryf nie. Dit gaan daarom dat ons voor God se oë in ’n monogame band tydens ons hele lewe met mekaar leef. Tot die dood ons van mekaar skei. Liefde wat  in die seksualiteit beleef word, is bedoel om saam met die een wat God jou gegee het,  te beleef. Dan bly die huweliksbed onbevlek. Dit vra vanuit die beloofde  trou dan ook om die regte liefde vir mekaar. Dit vra van altwee in die huwelik om ook regtig in liefde en vrede saam te leef.

 

OVERSPEL ZONDER DE DAAD?/OWERSPELIG SONDER DIE DAAD?

 

“Laat het huwelijk bij allen in ere zijn en het huwelijksbed onbevlekt, want ontuchtplegers en overspelers zal God oordelen.” Hebr 13:4

Naar aanleiding van de vorige meditatie kwam er een vraag over emotioneel vreemdgaan. Een vreemdgaan waarbij er geen daadwerkelijk seksuele gemeenschap met iemand anders als je eigen man of vrouw plaatsvindt. Waarbij wel duidelijk is dat de een veel liever een ander als vrouw of man zou willen. De ander die dan ook aan iemand anders veel meer liefde en aandacht geeft, veel meer van eigen liefde aan die ene geeft die niet zijn vrouw of haar man is.

Om hierop antwoord te geven moeten we terug naar de instelling van het huwelijk in Genesis 2. We lezen daar Gods opdracht en norm voor het huwelijk: “Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; en zij zullen tot één vlees zijn.” Gen 2:24  Man en vrouw worden er toe geroepen om in het huwelijk een vlees te zijn. Een eenheid zoals ze verder in hun leven niet kennen. Daarbij hoort de seksuele gemeenschap als kroon op die eenheid. Als ondersteuning van die eenheid. Het begint niet met de seksuele gemeenschap. Het begint er mee dat je alles in het leven met jouw eigen man of vrouw wilt delen. Dat je samen met hem of haar al meer vanuit Gods liefde het leven deelt zoals je het met niemand anders doet. Dan begrijp je ook dat de Here Jezus in Mattheus 5 het volgende zegt: “Maar Ik zeg u dat al wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren, in zijn hart al overspel met haar gepleegd heeft.  Als dan uw rechteroog u doet struikelen, ruk het uit en werp het van u weg, want het is beter voor u dat een van uw lichaamsdelen te gronde gaat en niet heel uw lichaam in de hel geworpen wordt.” Mattheus 5:28,29 Morgen verder hierover.

 

“Laat die huwelik in alle opsigte eerbaar wees en die bed onbesmet; want God sal hoereerders en egbrekers oordeel.” Hebreërs 13:4

Na aanleiding van die vorige meditasie het ’n vraag gekom oor emosioneel owerspelig wees. Owerspelig wees waarby  daar geen daadwerklike seksuele gemeenskap met iemand anderste as eie vrou of man plaasgevind het nie. Nogtans is duidelik dat een in die huwelik baie meer aandag en liefde gee aan ’n ander as eie man of vrou. Hy of sy sou liewer ’n ander as man of vrou hê as die man of vrou wat hy of sy nou het. Die een gee ook baie meer van eie liefde aan die een wat nie eie vrou of man is nie.

Om hierop ’n goeie antwoord te kan gee moet ons terug na die instelling van die huwelik in Genesis 2. Ons lees daar God se opdrag en norm vir die huwelik: “Daarom sal die man sy vader en moeder verlaat en sy vrou aankleef. En hulle sal een vlees wees.” Gen 2:24 Man en vrou word geroep om in die huwelik een vlees te wees. Om ’n eenheid te wees soos verder in hul lewe nie bestaan nie. Die seksuele gemeenskap behoort hierby as kroon op daardie eenheid. As ondersteuning daarvan. Dit begin nie met die seksuele gemeenskap nie. Dit begin daarmee dat jy in alles jou lewe met die ander as jou man of vrou wil deel. Dat jy saam met die ander al meer vanuit God se liefde die lewe deel soos jy dit met niemand anderste doen nie. Dan verstaan jy ook wat die Here Jesus in Matteus 5 sê: “Maar Ek sê vir julle dat elkeen wat na ’n vrou kyk om haar te begeer, reeds in sy hart met haar egbreuk gepleeg het. As jou regteroog jou dan laat struikel, ruk dit uit en gooi dit weg van jou af; want dit is vir jou beter dat een van jou lede vergaan en nie jou hele liggaam in die hel gewerp word nie.” Môre meer hieroor.

 

LIEFDE VIR ALTYD - LIEFDE VOOR ALTIJD

 

“Laat die huwelik in alle opsigte eerbaar wees en die bed onbesmet; want God sal hoereerders en egbrekers oordeel.” Hebreërs 13:4

 

Die beste medisyn teen  owerspel en egbreuk is dat ons regtig leef om die ander, wat God ons gegee het as man of vrou,  lief te hê. Dit vra ons inset. Dit vra ons gebed. Dit vra van ons dat ons regtig aandag vir die ander het en hou. Dit vra van ons dat ons met mekaar praat van hart tot hart en dit bly doen. Dat ons saam vir die HERE wil leef. Saam bid, saam leef vir Christus. Liefde is nie ’n gevoel wat ’n bepaalde tyd daar is en dan sommerso of stadig maar seker verdwyn nie.

In ons tyd hoor jy mense sê dat die liefde in die meeste gevalle nie vir altyd is nie. Dit is so word dan beweer dat ook liefde na ’n sekere tyd verdwyn en dat jy dan die reg en die vryheid moet hê om dit weer by ’n ander te soek. Die mens sou nie gemaak wees om vir altyd monogaam te lewe nie. Dikwels word dit dan nog vanuit die ewolusie verklaar. Nogtans vind ons hierdie gedagtes ook by mense wat hul Christen noem. Dit stry met God se wil. Dit stry met die wil van Hom wat die Skepper van alle dinge is. Hy het ook die mens geskep. Manlik en vroulik. Hy het dit gedoen vanuit die staanspoor om een man en een vrou vir altyd aan mekaar te gee. Om altyd trou aan mekaar te bly. Ek gee hier nog twee tekste vanuit God se Woord wat wys dat dit God se bedoeling, Sy wil is. Ek doen dit deur te wys op tekste wat juis weergee wat die HERE in ons lewe nie wil nie.

Maleagi 2:16: ” Want Ek haat egskeiding, sê die HERE, die God van Israel, en dat ’n mens sy kleed met geweldpleging bedek, sê die HERE van die leërskare. Neem julle dan in ag ter wille van julle gees en wees nie ontrou nie.”

1 Korinthe 6:18,19: “Vlug vir die hoerery. Enige sonde wat ’n mens doen, is buite die liggaam; maar wie hoerery bedryf sondig teen sy eie liggaam. Of weet julle nie dat julle liggaam ’n tempel is van die Heilige Gees wat in julle is, wat julle van God het, en dat julle nie aan julself behoort nie?”

 

“Laat het huwelijk bij allen in ere zijn en het huwelijksbed onbevlekt, want ontuchtplegers en overspelers zal God oordelen.” Hebr 13:4

Het beste medicijn  tegen overspel en echtbreuk is dat we echt leven om de ander, die God ons als man of vrouw gegeven heeft, lief te hebben. Dat vraagt inzet. Dat vraagt om gebed. Dat vraagt van ons om echt aandacht voor de ander te hebben en te houden. Dat vraagt van ons om met elkaar te praten van hart tot hart.  Om dit te blijven doen.  Dat we samen met de HERE wil leven. Samen bidden, samen leven voor Christus. Liefde is maar niet een gevoel dat  een bepaalde tijd er is en daarna plotseling en langzaam maar zeker verdwijnt.

We horen in onze tijd geregeld dat mensen zeggen dat de liefde er in de meeste gevallen niet voor altijd is. Die raakt nu eenmaal tussen mensen na een tijdje op. Dan heb je het recht en de vrijheid om die weer bij een ander te zoeken. De mens zou niet gemaakt zijn om voor altijd monogaam te leven. Vaak wordt dat vanuit de evolutie verklaard. Deze gedachten kom je ook tegen bij mensen die zich bewust christen noemen. Toch strijdt dit met Gods wil. Het strijdt met de  wil van Hem die de Schepper van alle dingen is. Hij heeft ook de mens geschapen. Mannelijk en vrouwelijk. Hij heeft dat vanaf het begin gedaan om een man en een vrouw voor altijd aan elkaar te geven. Om altijd trouw aan elkaar te blijven. Ik geef nu twee teksten vanuit Gods Woord die Gods bedoeling, Zijn wil op dit punt laten zien. Ik doe dat door teksten die weergeven wat de HERE het in ons leven niet wil.

Maleachi 2:16: “Want de HEERE, de God van Israël, zegt dat Hij het wegsturen van de eigen vrouw haat, hoewel men het geweld bedekt met zijn gewaad, zegt de HEERE van de legermachten. Wees dus op uw hoede met uw geest en handel niet trouweloos.

1 Korinthe 6:18,19:  “Vlucht weg van de hoererij. Elke zonde die een mens doet, is buiten het lichaam, maar wie hoererij bedrijft, zondigt tegen zijn eigen lichaam.  Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent?”

 

GELDGIERIGHEID - GELDZUCHT

 

“Julle gedrag moet vry van geldgierigheid wees. Wees tevrede met wat julle het, want Hy het gesê: Ek sal jou nooit begewe en jou nooit verlaat nie.” Hebreërs 13:5

Geldgierigheid.  Dit is iets wat nie by die lewe van God se kinders pas nie. Die HERE gee vir ons graag wat ons nodig het. Hy het selfs Sy eie Seun vir ons gegee om vir ons vergifnis en die ewige lewe te verdien. Christus het as God se Seun Homself in ons plek aan die kruis laat bring.  Christus het arm geword om wie in Hom glo ryk te maak. Ryker as die rykste man of vrou nou op hierdie wêreld.

Wie God se genade in eie lewe ken, wil dan ook nie geldgierig wees nie. Ons lees dit steeds weer in God se Woord. Ons word ook steeds weer vir die gevaar van geldgierigheid, van die streef na rykdom wat ons  vir onsself wil hou, gewaarsku. Ons sien ook nou in die tyd van die koronakrisis  hoe mense hul wil verryk. Selfs in ons tyd moet mense groot bonusse kan kry omdat hulle bepaalde prestasies lewer. Mense sou dit ook so kon doen dat as daardie prestasies gelwer word die bonus gaan na hulle wat deur hierdie krisis erg geraak word en dreig tot bitter armoede te verval. God se liefde leer om nie al hoe meer vir jouself te wil hë nie. De Gees wys ons daarop baie duidelik in 1 Tim 6: “Maar die wat ryk wil word, val in versoeking en strikke en baie dwase en skadelike begeerlikhede wat die mense laat wegsink in verderf en ondergang.Want die geldgierigheid is ’n wortel van alle euwels; en omdat sommige dit begeer, het hulle afgedwaal van die geloof en hulleself met baie smarte deurboor.”  Vs 9,10

 

“Laat uw handelwijze zonder geldzucht zijn. Wees tevreden met wat u hebt, want Hij heeft Zelf gezegd: Ik zal u beslist niet loslaten en Ik zal u beslist niet verlaten.” Hebreeën 13:5

 

Geldzucht. Dat is iets dat niet bij het leven van Gods kinderen hoort. De HERE geeft ons graag wat we nodig hebben. Hij heeft zelfs zijn eigen Zoon gegeven om voor ons vergeving en eeuwig leven te verdienen. Christus heeft als de Zoon van God Zichzelf voor ons aan het kruis laten brengen. Christus is arm geworden om ons rijk te maken. Rijker dan de rijkste man en vrouw nu op aarde.

Wie Gods genade in eigen leven kent, wil dan ook niet leven voor eigen rijkdom en welvaart leven. We lezen dat steeds weer in Gods Woord. We worden steeds weer tegen het gevaar van geldzucht, tegen het leven om zelf rijk te willen worden gewaarschuwd. We zien ook nu in de tijd van de coronacrisis hoe mensen zichzelf willen verrijken. Zelfs in deze tijd moeten bepaalde mensen grote bonussen kunnen krijgen omdat ze bepaalde prestaties leveren. Terwijl het ook zo zou kunnen dat als deze prestaties geleverd zijn, die bonus gegeven wordt aan mensen die heel sterk door deze crisis geraakt zijn en in bittere armoede dreigen te vervallen. Gods liefde leert ons om niet al hoe meer voor onszelf te willen hebben. De Geest wijst daar heel duidelijk op in 1 Timotheus  6: “Maar wie rijk willen worden, vallen in verzoeking en in een strik en in veel dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang.  Want geldzucht is een wortel van alle kwaad. Door daarnaar te verlangen, zijn sommigen afgedwaald van het geloof, en hebben zich met vele smarten doorstoken.”  vs 9,10

 

WEES TEVREDEN - WEES TEVREDE

 

“Laat uw handelwijze zonder geldzucht zijn. Wees tevreden met wat u hebt, want Hij heeft Zelf gezegd: Ik zal u beslist niet loslaten en Ik zal u beslist niet verlaten.” Hebreeën 13:5

 

 Wees tevreden met  wat je hebt. Het klinkt als een algemene wijsheid. Toch is het meer dan dat. Dat zie je als je bedenkt aan wie deze woorden in de eerste plaats gericht waren. Het zijn christenen die vervolgd worden. Het zijn mensen die om hun leven met Christus in veel gevallen heel veel kwijtgeraakt zijn. Je wordt als tweederangsburgers of nog erger behandeld. Je bent veel geld en bezit kwijtgeraakt omdat je deel van Christus’ kerk bent. Dan laat de Geest zeggen: Wees tevreden met wat je hebt.   Hier laat de HERE zien hoe belangrijk het is dat we ons leven zoeken bij Hem. Dat Hij het is die onze grootste schat is. Dat als je Hem als je God en Redder kent je meer hebt dan je ooit op aarde aan aardse dingen kunt krijgen.

Dat laat weer denken aan wat we in de Bergrede lezen: “Verzamel geen schatten voor u op de aarde, waar mot en roest ze verderven, en waar dieven inbreken en stelen; . maar verzamel schatten voor u in de hemel, waar geen mot of roest ze verderft, en waar dieven niet inbreken of stelen;  want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.” Matt 6:19-21

Tevredenheid is heel belangrijk om werkelijk rust te vinden. Om niet tegen allerlei dingen in het leven op te lopen. Om je niet vol onrust te laten opjagen. Rust in Christus, rust in God geeft de goede berusting waardoor we juist ook anderen in rust en vrede het evangelie van Christus kunnen laten zien en horen.   

 

“Julle gedrag moet vry van geldgierigheid wees. Wees tevrede met wat julle het, want Hy het gesê: Ek sal jou nooit begewe en jou nooit verlaat nie.” Hebreërs 13:5

Wees tevrede met wat jy het. Dit klink as ’n algemene wysheid. Nogtans is dit meer as dit. Jy begin dit raaksien as jy daarop let aan wie hierdie woorde geskryf is. Dit is Christene wat vervolg word. Dit is mense wat om hul lewe met Christus dikwels baie kwytgeraak het. Jy word as ’n tweerangse burger of nog erger behandel. Jy het baie geld en besittings verloor omdat jy deel van Christus se gemeente is. Dan is dit die Gees wat sê: Wees tevrede met wat jy het. De HERE wys hier hoe belangrik dit is om ons lewe by Hom te soek. Dat Hy die grootste skat van ons lewe is. Dat as jy Hom  as jou God en Redder ken jy ryker is is as wat ’n mens ooit deur aardse dinge op hierdie wêreld kan wees.

Dit laat ons weer dink aan wat die Here Jesus in die Bergrede së: “ Moenie vir julle skatte bymekaarmaak op die aarde, waar mot en roes verniel en waar diewe inbreek en steel nie; maar maak vir julle skatte bymekaar in die hemel, waar geen mot of roes verniel nie en waar diewe nie inbreek en steel nie;  want waar julle skat is, daar sal julle hart ook wees.” Matt 6:19-21 

Tevredenheid is baie belangrik om regtig rus te vind in die lewe. Om nie jou te laat opjaag deur allerhande goed. Om nie in ’n doodloopstraat in jou lewe te kom nie.  Rus in Christus, rus in God gee die goeie berusting waardeur jy juis ook anderes in rus en vrede Christus se evangelie kan laat sien en hoor.

 

VOLHOUDEN -  VOLHOU

 

“Wees tevreden met wat u hebt, want Hij heeft Zelf gezegd: Ik zal u beslist niet loslaten en Ik zal u beslist niet verlaten.” Hebreeën 13:5

 

De lezers van de brief aan de Hebreeën hebben het moeilijk. Ze hebben veel moeten opgeven omdat ze in Christus geloven. Ze worden achteruitgezet in de samenleving. Het heeft ze veel geld en bezit gekost. Het lijkt er niet op dat hun positie in de samenleving zal verbeteren. Het is moeilijk om vol te houden in een leven met Christus als Heer en Verlosser.

Wanneer je dan let op mensen die niet met Christus leven, zie je dat die meer hebben. Dat die niets wordt afgenomen. Dan is de verleiding om zo als die anderen te gaan leven groot. Dan is de verleiding groot om eventueel net te geloven in jouw hart en het niet in het leven met anderen uit te laten komen. Ook wij kunnen zo gaan denken als je merkt hoe anderen op jou reageren als je openlijk met Christus leeft en Zijn goede normen voor het leven uitdraagt. Juist in zulke omstandigheden zegt de Geest: “Wees tevreden met wat u hebt”.  De Geest leert ons om ons niet dood te staren op geld en goed. Zelfs niet op wat wij vrijheid noemen. Je kunt je in de omstandigheden die er zijn heel ongelukkig voelen. Is geloven in Christus het waard dat je zoveel minder dan anderen hebt? Dat je met ogen vol verachting wordt aangekeken.  Is dat vol te houden? Is dat vol te houden tot jij sterft? Heeft jouw leven dan wel echt waarde gehad als dat je overkomt?

De HERE kent onze vragen en onze gevoelens. Daarom laat Hij zien dat je er als gelovige nooit alleen voor staat. Ook niet als het heel zwaar is en het er op lijkt dat je het niet blijft trekken. Juist dan zegt Hij: “Ik zal u beslist niet loslaten”.  Wie in geloof leeft, staat er nooit alleen voor. Dan heb je Hem aan jouw zijde die meer is dan de hele schepping samen. Bij Hem is kracht en liefde om vol te houden!   

 

“Julle gedrag moet vry van geldgierigheid wees. Wees tevrede met wat julle het, want Hy het gesê: Ek sal jou nooit begewe en jou nooit verlaat nie.” Hebreërs 13:5

Tevrede wees. Weet dat jy genoeg het al het ’n mens baie min. Hoe moeilik is dit dikwels vir ons om tevrede te wees! Ons wil al hoe meer. Ons droom is dikwels dat ons en ons kinders elke jaar meer welvarender word. Nogtans is die omstandighede in baie lewens en omstandighede nie so nie. Die lidmate van die gemeentes aan wie die Hebreërbrief geskryf is, het baie verloor vanweë hulle geloof in Christus. Hoe kan jy as jy min het, as jy vroeër meer as nou gehad het dit volhou?
Die Gees wys ons dat dit kan. Dit kan omdat wie op Christus sy of haar lewe bou nooit deur God verlaat sal word nie. Dan is jy ryk in God! Hierdie rykdom wat niks en niemand Gods kind kan afneem nie sorg daarvoor dat jy kan volhou. Die belofte van God wat ons hier lees het die HERE al in Deuteronomium 31 gegee: “Wees sterk en vol moed; wees nie bevrees en word nie verskrik vir hulle nie; want dit is die HERE jou God wat saam met jou trek; Hy sal jou nie begewe of verlaat nie. …… En dit is die HERE wat voor jou uit trek; Hy sal met jou wees; Hy sal jou nie begewe of verlaat nie; jy mag nie bevrees of verskrik wees nie.”
Ons kan ons pad as God se kind bly stap omdat die HERE ons om Christus se werk dra en beskerm. Hy is met ons! God se kind hoef nooit alleen deur die lewe nie. Dit is ook so dat God se kind nie stoksielalleen sterf nie. Die HERE is dan by jou en dra jou selfs by die dood hemel toe. Na Christus. Ons sal dan self ons Verlosser sien. By Hom wees. Hoe ryk is ’n mens wat hierdie uitsig vas en seker in eie lewe het.

 

DAAROM!

 

“Daarom zeggen wij met goede moed: De Heere is voor mij een Helper en ik zal niet vrezen. Wat zal een mens mij doen?” Hebreeën 13:6

 Leven voor geld en vermaak is niet nodig. Om hier op aarde alles te hebben en daarvoor te leven is ook dom. Dan wil je het zelf doen. Dan is je blik op het  hier en nu gericht. Het gevolg is dat je een goede toekomst in vrede met God gaat missen.

Ook als je weinig hebt, ook als je naar dingen verlangt die op deze wereld geen werkelijkheid voor jou worden, is je leven niet verloren. Ook in deze coronatijd wanneer het heel moeilijk voor je kan zijn, mag je toch moed hebben. Moed heeft te maken met hoop en uitzicht. Angst heeft er mee te maken dat je geen uitzicht hebt. Alleen het moeilijke, het pijnlijke, het eenzame wat er is of dreigt, zie je nog. Dan zegt de Geest door de Hebreeënbrief:  “Daarom heb goede moed.” Let op dat woord ‘daarom’. Het wijst terug naar het vorige vers. Waarom heb je als gelovige goede moed?  Omdat de HERE beloofd heeft dat Hij Zijn kinderen die bij Hem hun hulp zoeken nooit zal loslaten.  Echt nooit! Dat kan alleen de HERE zeggen en beloven. Hij is de enige God. Hij is de enige die overal altijd alles ziet. Hij is de enige die jou en mij echt altijd kent. Hij weet wat jij nodig hebt in de nacht, overdag en bij alle dingen in het leven. Hij belooft om op het gebed bij ons te zijn. Om ons in alles met Zijn liefde en zorg te omringen. Zelfs als wij dat niet voelen. Hij is de enige die dat kan beloven want Hij is de eeuwige God. Hij was en is er altijd zonder einde.

Wie op Christus bouwt, is nooit alleen. Dat is een feit. Zekerder dan wat jij met je eigen ogen ziet. Laat je daardoor ook vandaag bemoedigen. Wie bij Christus hoort heeft alle rede om vol goede moed te zijn. Hij is bij jou om jou nooit meer te verlaten. 

 

“Daarom kan ons met alle vrymoedigheid sê: Die Here is vir my ’n Helper, en ek sal nie vrees nie; wat sal ’n mens aan my doen?” Hebreërs 13:6

Ons kan met vrymoedigheid sê. Dit wys dat jy dit met vertroue kan doen. Jy kan bou op wat die HERE gesê en beloof het. Die HERE het beloof dat Hy Sy kinders nooit sal verlaat nie. De Geest wys in ons vers dan nog op ’n ander belofte van die HERE. Hy verwys hier na Psalm 118:6,7. Die HERE verlaat nooit hom of haar wat in die gebed met sy of haar hart by Hom kom nie. Ons lees naamlik in Psalm 118: 5-8: “Uit die benoudheid het ek die HERE aangeroep; die HERE het my verhoor in die ruimte. Die HERE is vír my; ek sal nie vrees nie: wat kan ’n mens my doen?Die HERE is vír my as my helper; so sal ek dan neersien op die wat my haat. Dit is beter om by die HERE te skuil as om op mense te vertrou.”

Hoe benoud kan dit in die lewe wees! Ook as jy leef in ’n tyd waarin jy jou vergrendel voel. Opgesluit. Jy kan nie doen wat jy wil en wat jy dink dat nodig is nie. Jou lewe kan vol wees van ander dinge wat jou angstig maak. Angs kan daarvoor sorg dat jy nog meer in jouself opgesluit raak. Ons lees in Psalm 118 die enigste pad waarop jy ook in jou angs uitsig hou. Dit is dat jy in jou benoudheid tot die HERE roep. Dan het jy weer ruimte gekry. Dan kan jy weer asem haal. Dit is naamlik die HERE wat na jou luister. Met Sy hart. Hy is die enigste wat regtig bo alles staan wat jou bang en angstig maak. Hy regeer! Hy is dit wat wie tot Hom roep help. Hy dra om Christus se werk elkeen wat op Hom bou en nie op wat mense sê of doen nie. Hy is die Helper van wie in sy of haar nood dit by Hom soek. 

 

DE HEERE ONZE HELPER!

 

“Daarom zeggen wij met goede moed: De Heere is voor mij een Helper en ik zal niet vrezen. Wat zal een mens mij doen?” Hebreeën 13:6

 De HERE als onze Helper. De hulpeloze heeft een helper gekregen.  De mens die zichzelf hulpeloos en schuldig gemaakt heeft mag in eigen nood op de HERE bouwen. Je zoekt je hulp bij Hem. Je hebt leren erkennen dat je het zonder Zijn  hulp niet redt. Dat het leven uiteindelijk zinloos is als je op eigen kracht verder moet.

Juist dan mag je zeggen dat je niet meer zonder uitzicht bang hoeft te zijn. Mensen kunnen je heel veel aandoen. Het kan je radeloos maken. Ze kunnen je in een hoek drijven. Je kunt de dood in de ogen kijken. Wie in die omstandigheden met Christus leeft, mag weten dat de HERE jouw Helper is. Niet omdat Hij jouw knechtje is. Hij is dan jouw Helper omdat Hij uit genade jouw Almachtige Vader is. Hij is het die dan Zijn Vaderarmen om je heenslaat. Hij is het die jouw hand pakt om die niet meer los te laten. Zoals we daarvan lezen in Psalm 73: “Ik zal echter voortdurend bij U zijn, U hebt mijn rechterhand gegrepen.  U zult mij leiden door Uw raad, daarna zult U mij in heerlijkheid opnemen.” Vs 23,24. Ik moet nu ook denken aan wat we lezen in Deuteronomium 33: “De eeuwige God is voor u een woning, en onder u zijn eeuwige armen.” Vs 27 Ik moet ook denken aan Romeinen 8: “Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch krachten, noch tegenwoordige, noch toekomstige dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere.” vs 38,39

Veilig in Jezus armen, veilig in de armen van de hemelse Vader. Overal en altijd. 

 

VRYMOEDIG

 

“Gedenk julle voorgangers wat die woord van God aan julle verkondig het; aanskou die uiteinde van hulle lewenswandel en volg hulle geloof na.” Hebreërs 13:7

Die Gees leer ons in die laaste gedeelte van die Hebreërbrief om vrymoedig te wees. Ons kan juis as gelowiges vol vertroue in die lewe staan en dit uitstraal. Dit is die vrymoedigheid, dit is die moed wat ons in en deur Christus het. Ook as mense hul rug op ons draai omdat ons ons Christen-wees uitdra en uitleef.

Die vrymoedigheid in Christus vra van ons om die gelowiges uit vroeër tye na te volg. Ons lees daarvan veral in hoofstuk 11:1-12-17. Die Gees leer ons om ook na die geskiedenis te kyk. Om daarin raak te sien hoe Christus vir Sy kerk sorg. Hoe die Gees daarvoor sorg dat gelowiges in allerhande omstandighede op die HERE bly let en in vertroue op God hul pad bly stap het. In die volgende gedeelte (12:18-13:6)  wys die Gees ons daarop dat dit nodig is om tydens jou lewe nou en hier in eerbied vir die God wat leef, te leef. Wat het ons daarby ook nodig?  Om steeds weer boontoe te kyk. Om ook te let op hulle wat nou in die hemel is. In vers 7 wys die Here ons op die voorgangers wat gesterf het en nou in die hemel leef. Ons moet ook op hulle lewe let. Om daardeur gestimuleer te word   in die volg van die een Leier wat in die hemel woon. Ons moet steeds weer hier op aarde ons hart gerig hou om Jesus Christus wat in die hemel is en vanuit die hemel  regeer. Steeds weer met ons hart gerig op Hom van wie ons in vers 8 lees: “Jesus Christus is gister en vandag dieselfde en tot in ewigheid.” Die voorgangers wat gesterf het en wat ons in gedagte moet hou, was hulle wat so geleef het.  

 

VOORGANGERS NAVOLGEN

 

“Denk aan uw voorgangers, die het Woord van God tot u gesproken hebben. Let op de uitkomst van hun levenswandel, en volg hun geloof na.” Hebreeën 13:7

 

Bij voorgangers hebben we hier vooral te denken aan hen die in de gemeente het Woord hebben verkondigd. De mannen die daartoe geroepen waren. Mensen die de toen levende gemeenteleden nog gekend hebben als verkondigers van Gods eigen Woord. Mannen die al gestorven zijn. Die nu bij de Here in de hemel zijn.

De Geest geeft de opdracht om aan deze mannen te denken. Om ze als het ware voor de geest te halen. Om te denken aan wat ze gedaan hebben. Om te denken aan de boodschap die ze brachten vanuit Gods Woord. Het is ook goed om er op te letten dat ze ondanks tegenstand, problemen en zelfs vervolging bleven bouwen op Christus. Dat ze ondanks tegenstand van binnenuit en van buitenaf bleven spreken vanuit het Woord. Ze hebben aan Christus en Zijn Woord vastgehouden tot hun sterven. Ze zijn in geloof, in het vertrouwen op de HERE uit het leven op aarde gegaan. Dat is de uitkomst van hun leven. Ze hebben volgehouden in geloof. Wat is het goed om op deze voorbeelden van geloof te letten. Om te blijven denken aan de boodschap die zijn vanuit en volgens Gods Woord hebben gebracht. Zoals we in de Hebreeënbrief ook lezen over de geloofsgetuigen in hoofdstuk 11. Het gaat er om dat we vandaag in hetzelfde geloof staan als deze trouwe voorgangers. Voorgangers die ons echt zijn voorgegaan in een leven met de HERE. Voorgangers die ons voorgegaan zijn in het gaan naar de hemel. Hier zien we dat de geschiedenis die Christus met Zijn kerk gegaan is niet vergeten moet worden maar juist tot ons heeft te spreken. Om in datzelfde geloof te staan en te blijven. Dus leven volgens Gods in en in betrouwbare Woord.

 

DIE UITEINDE VAN DIE VOORGANGERS SE LEWE

 

“Gedenk julle voorgangers wat die woord van God aan julle verkondig het; aanskou die uiteinde van hulle lewenswandel en volg hulle geloof na.” Hebreërs 13:7

Ons word opgeroep om ag te gee op die uiteinde van die troue voorgangers se lewe. Om vanuit die ag gee daarop hul geloof na te volg. Dit gaan hier om die geloof waarin die troue verkondigers van die evangelie ons voorgegaan het. Hulle was nie volmaak nie. Ons mag hulle nie aanbid nie. Ons moet hulle nie as idole vereer nie. Dit is nie so dat alles wat hulle gedoen het en wat hulle gesê of geskryf het onfeilbaar was nie. Hierdie voorgangers verwys ons in hul woorde en dade altyd weer na die HERE en na Sy Woord. Ons moet by Christus en by Sy Woord wees. Hulle het dit tot die einde van hul lewe gedoen.

Hoe belangrik is dit om op die uiteinde van mense se lewens te let. As jy net daarna kyk hoe dit met mense nou in die lewe gaan. As jy net daarop let of iemand ’n lekker en welvarende lewe het, begin jy op ’n verkeerde pad stap. Dan stap jy al hoe meer op die breë pad wat na die verderf lei. Hoe goed is dit om in Psalm 73 te lees:  “As ek gesê het: Ek wil óók so spreek — dan sou ek ontrou gewees het aan die geslag van u kinders! Toe het ek nagedink om dit te verstaan, maar dit was moeite in my oë, totdat ek in die heiligdomme van God ingegaan en op hulle einde gelet het.   …. Want kyk, die wat hulle ver van U af hou, vergaan; U roei almal uit wat van U afhoereer. Maar wat my aangaan, dit is vir my goed om naby God te wees; in die Here HERE het ek my toevlug gestel, om al u werke te vertel.”vs 15-17  …. 27,28

Leef vir die HERE al is jy arm en verag is nogtans  die lewe wat  so ryk en goed is. Laat ons leef met Christus as ons groot rykdom en Sy Woord as die kosbaarste skat van ons lewe.

 

TROOST NODIG

 

“Troost, troost, Mijn volk, zal uw God zeggen, spreek naar het hart van Jeruzalem” Jesaja 40:1,2a

 

Er kan ineens verdriet in je leven komen. Diep en onverwacht verdriet. Er kan ineens spanning komen. In een gezin, op je werk en ook in de gemeente van Christus. Verdriet om het verlies van iemand van wie je houdt. Spanning tussen mensen. Heel vaak ook nog over dingen die niet beslissend zijn.

Dan hebben we nodig dat er tot ons hart gesproken wordt. Dat we te horen krijgen waar ons echte houvast in ligt. Gods volk in de tijd van Jesaja leeft voor zichzelf en niet voor de HERE. Ze krijgen steeds weer te horen dat Gods oordeel zal komen. Dat komt ook vast en zeker. Toch laat de HERE dan horen dat er in dat oordeel, dat er in het diepe verdriet, dat er bij spanning tussen mensen die bij elkaar horen troost is. Troost die de HERE in ons hart wil brengen. Die troost is de HERE zelf! Dat Hij met ons wil gaan. Dan is Hij het op wie je bij verdriet kunt bouwen. Dan is Hij het die in het oordeel je op Christus wijst en jou wil geven dat je in het oordeel vergeving zoekt bij Hem. De Verlosser door God gegeven. Dan is de HERE die door Zijn Geest ons bij Christus wil brengen om de eenheid van Zijn liefde uit te stralen. Om in alle teerheid steeds weer samen gemeente van Christus te zijn. Troost en vastheid vinden in de HERE. Verwondering om de liefde en teerheid van de HERE naar jou toe maakt teer, zachtmoedig, vriendelijk, liefdevol in woorden en daden naar de ander. Troost is jouw vastheid vinden in de HERE en zo weer verder kunnen.

 

EET VAN DIE BROOD VAN DIE LEWE

 

“Ons het ’n altaar waarvan die wat die tabernakel bedien, geen reg het om te eet nie; want die diere waarvan die bloed vir die sonde deur die hoëpriester in die heiligdom ingedra word — hulle liggame word buitekant die laer verbrand.” Hebr 13:10,11

 

’n Mens kan terugval. Jy kan in die genade veragter.  Hierdie gevaar is groot vir die Hebreërs. Wat gebeur met hulle lewe as hulle na die geloof sonder Christus terugkeer? Wat gebeur as hulle weer teruggaan tempel toe om daar die offers te bring? Dan het hulle geen reg meer om van Christus as die altaar te eet nie. Jy kan nie en na die tempel gaan om daar te offer en in Christus glo nie. Christus het die groot offer gebring, Hy het Homself op die altaar van die kruis gebring om die beslissende offer vir die sondes te bring. Wie na Sy werk nie in Hom glo nie kan nie in geloof die vergifnis en die ewige lewe ontvang nie.

Hoe belangrik is dit ook vir ons vandag om dit te weet. Dit is  nie moontlik om sonder die geloof in Christus as die Verlosser en Heer genade te ontvang nie. Christus is die bron van die vergifnis. Hy is de weg, die waarheid en die lewe. Ons kan nie sonder Hom tot die Vader kom en God se kind wees nie. Christus se stem is die stem waarop ons moet leef. Sy stem is dit wat ons die regte evangelie vertel. Sy stem is dit wat ons as die Goeie Herder die regte pad deur die lewe wys. Alles wat anders is, is nie reg nie. Alles wat stry met wat Christus ons leer, is sonde en moet ons uit ons lewens ban. In Christus het ons alles en sonder Hom het ons niks nie. Laat ons die brood van die lewe eet. Elke dag weer. Ons hoor daarvan as Christus self sê: “Ek is die brood van die lewe; wie na My toe kom, sal nooit honger kry nie; en wie in My glo, sal nooit dors kry nie.” Joh 6:35

 

ALTIJD DEZELFDE

 

“Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in eeuwigheid.  Laat u niet meeslepen door veelsoortige en vreemde leringen, want het is goed dat het hart gesterkt wordt door genade, niet door voedsel; zij die het daarin zochten, hebben daar geen baat bij gevonden.” Hebreeën 13:8,9

 In vers 8 vinden we prachtige woorden. Ze sluiten aan bij vers 7 maar houden ook verband met wat volgt. Er is er een die altijd dezelfde is en blijft. Er is er een op wie je altijd aan kunt. Daarop hebben de verkondigers van het evangelie die gestorven zijn gebouwd. Het was Zijn Woord dat ze brachten en bleven brengen in alle omstandigheden. Tot hun dood toe. Het evangelie van Jezus Christus! Op dat evangelie kunnen  de gelovigen ook nu bouwen. Omdat ze dan bouwen en steunen op Jezus Christus. Het was niet alleen zo in het verleden. Dat is niet alleen zo in het heden maar het blijft ook altijd zo. Jezus Christus blijft altijd dezelfde. De Drie-enige God blijft altijd dezelfde. Je kunt altijd op Hem aan. Zijn woorden zijn vast en zeker. Dat lezen we in Psalm 12 zo: “De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal.” Vs 7

Wat is dat een geweldig houvast. Echte troost. Dat wijst ons ook de weg. De weg in de wereld van vandaag en morgen. Wat is dit ook belangrijk voor de jonge mensen die midden in de wereld staan en met allerlei vragen en ontwikkelingen te maken krijgen. Waar vind je het vaste punt van je leven? Waar vind je de grond om op te bouwen, om vanuit te denken en te leven? Met al die meningen en gevoelens die in onze tijd op ons afkomen. Met al die verschillende keuzes die je kunt en moet maken. Dan mag ons hart en mogen onze ogen op Christus gericht zijn. Hij is de waarheid. Hij is het die alles regeert. Hij is altijd dezelfde. Daarin vindt de kerk haar eenheid. In niets en niemand anders. Heerlijk om te weten dat je bij Christus, bij de HERE nooit beschaamd uitkomt.

 

HY LEER ALTYD DIESELFDE

 

  “Jesus Christus is gister en vandag dieselfde en tot in ewigheid. Moenie rondgeslinger word deur allerhande en vreemde leringe nie; want dit is goed dat die hart versterk word deur genade, nie deur voedsel nie, waarvan die wat daarin gewandel het, geen voordeel gehad het nie.” Hebr 13:8,9

 

Jesus Christus altyd dieselfde. Ons lees van die Here God dat Hy nooit verander nie. Hy oorsien alles en Hy bly altyd dieselfde. Hy het nie nodig om Hom aan te pas of  te verander nie. Sy wil is wat goed en reg is vir alle tye. Die HERE is die Vader waarvan ons in Jakobus 1:17 lees: “Elke goeie gif en elke volmaakte gawe daal van bo af neer, van die Vader van die ligte, by wie daar geen verandering of skaduwee van omkering is nie.”

Die opvallende is dat aan Jakobus 1:17 voorafgaan: “Moenie dwaal nie, my geliefde broeders”. In Hebreërs 13 volg op die versekering dat Jesus Christus altyd dieselfde bly: “Moenie rondgeslinger word deur allerhande en vreemde leringe nie”.

Die HERE wat altyd dieselfde bly het dus ook alles met die inhoud van ons geloof te doen. Wat ons beeld van God is, wat die norme van die lewe is waaruit ons leef het alles met Christus self te doen. Met wie Hy is! Dit wys vir ons dat ons ons geloof en die norme van ons lewe nie aan tyd en kultuur moet aanpas nie as dit met God se eie onfeilbare Woord stry. As ons wel so maak is ons besig met dwaal, met ons te laat meevoer deur vreemde leringen. Die volg van Christus maak ons dikwels tot vreedelinge op hierdie aarde. Vreemdelinge wat nie wil leer en leef volgens leringe wat vreemd aan God se Woord en daarmee aan die evangelie van Jesus Christus is. Wat jy leer en hoe jy leef het dus alles met die regte Christus te doen.  

 

LEVEN VOOR VERANDERING?

 

“Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in eeuwigheid.  Laat u niet meeslepen door veelsoortige en vreemde leringen, want het is goed dat het hart gesterkt wordt door genade, niet door voedsel; zij die het daarin zochten, hebben daar geen baat bij gevonden.” Hebreeën 13:8,9

 

Jezus Christus altijd dezelfde!  Wij leven in een samenleving waarin verandering een soort norm geworden is. Je moet steeds veranderen, je moet steeds andere dingen doen, je moet niet zo denken en voelen als 20 jaar geleden. Doe je dat wel dan tel je niet mee, dan ben je een bedreiging. Wie niet verandert is eigenlijk verdacht. Dat zijn mensen waar je geen rekening mee hoeft te houden. Veranderen is een soort god geworden.

Hoe zit het n u? Moeten we altijd veranderen? Moeten we altijd bij het oude blijven? Het is zo dat mensen die niet van veranderen houden juist als reactie hebben dat alles bij het oude moet blijven. Dan is en blijft het goed.

Wanneer je hierover nadenkt, is het heel belangrijk dat je er op let dat Jezus Christus altijd dezelfde blijft. Hij is God, Hij is de Verlosser, Hij is de Koning van de koningen. Wat betekent dat? Dat ik in mijn leven steeds weer vraag: Here wat is Uw wil, wat is Uw Goddelijke wijsheid? De HERE verandert niet. Hij leert ons wat goed is voor alle tijden. Dat betekent dat ik als zondig en gebrekkig mens altijd weer mijn mening, mijn gevoel, mijn levensrichting moet laten bepalen door wat Hij in Zijn onveranderlijke Woord ons leert. Hij spreekt mij aan om steeds weer en meer mijn leven te veranderen volgens Zijn Woord!  Dat leert mij ook dat wat volgens Zijn Woord er in mijn leven is nooit veranderd mag worden. Blijven bij het Woord van Christus en steeds weer en meer veranderen volgens datzelfde Woord. Dat wil de Geest ons op het gebed geven. Steeds in rapport met de tijd waarin we leven. Niet ouderwets omdat we het altijd zo deden, niet anders omdat we het anders willen doen maar steeds weer in eigen tijd volgens Gods eigen Woord leven, denken en voelen. Dan ben ik niet conservatief, dan ben ik niet modern maar wil ik in de tijd waarin de HERE mij laat leven eigentijds kind van God zijn. Zonder ook maar iets van Gods Woord af te doen!     

 

BLY AAN GOD SE WOORD TOETS

 

“Jesus Christus is gister en vandag dieselfde en tot in ewigheid. Moenie rondgeslinger word deur allerhande en vreemde leringe nie; want dit is goed dat die hart versterk word deur genade, nie deur voedsel nie, waarvan die wat daarin gewandel het, geen voordeel gehad het nie.” Hebr 13:8,9

 

Rondgeslinger word, meegevoer word deur vreemde leringe.  Dit kan sommerso gebeur. As jy nie die regten vaste punt in jou lewe het nie. Die enigste goeie vaste punt wat regtig vastheid en sekerheid in jou lewe gee is Christus. Hy is het wat ons hoogste profeet en leraar is. Ons bely dit in die Heidelbergse Kategismus so:  “Waarom word Hy Christus, wat Gesalfde beteken, genoem?  Omdat Hy deur God die Vader bestem en aangestel en met die Heilige Gees gesalf is tot ons hoogste Profeet en Leraar, wat aan ons die verborge raad en wil van God aangaande ons verlossing ten volle bekend gemaak het.”

Ons moet daarby bedink dat Christus ook God se eie Seun is. Hy is God self. Wat Hy sê en leer dat is die waarheid. Daar kan jy altyd op bou. Dat wys jou altyd die regte rigting. Dan is dit van die grootste belang dat ons ons beeld van Christus altyd weer aan God se eie Woord toets. Dit gaan om Jesus Christus soos Hy regtig was, is en sal wees. Altyd dieselfde as wat die Gees dit vir ons in die Bybel wys. Nooit anderste nie. Wel nog meer en groter as wat ons daar lees maar  nooit anders nie. Hoe dom is ons as ons God se eie wysheid in eiewysheid afwys of nie volg nie. Dit is genade as ons ons eie eiewysheid aflê en op wat die HERE sê bou. Ons so deur die Gees laat verander. Dan word ons hart van doodsiek weer regtig gesond. Dan begin in ons lewe die genesing. Die belangrikste genesing kom nie deur gesond te eet nie (wat ook nodig is!) maar deur die gesonde leer te ontdek en te volg.   

 

WELVAART NODIG?

 

“Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in eeuwigheid. Laat u niet meeslepen door veelsoortige en vreemde leringen, want het is goed dat het hart gesterkt wordt door genade, niet door voedsel; zij die het daarin zochten, hebben daar geen baat bij gevonden.” Hebreeën 13:8,9

 

We leven in een wereld waar eten heel belangrijk is. Dan doel ik niet op mensen dieer voor moeten zweten en heel veel moeten doen om aan genoeg eten te kunnen komen om te overleven. Dan heb ik het niet over hen die de eindjes aan elkaar moeten knopen om maar genoeg te hebben voor onderdak en eten. Wel heb ik het over de velen die leven voor lekker eten en uitgaan. Je moet toch naar de restaurants kunnen en geregeld een terrasje kunnen pikken. Als dat niet kan dan is het leven niet zo veel waard. Dan zijn we het leven snel zat.
Juist nu een paar maanden deze dingen beperkt waren, komt uit waar we voor leven en wat voor ons belangrijk is. We moeten ook veel kunnen. We moeten echt flink welvarend zijn om het leven een voldoende te geven. Dingen die meer zijn dan we nodig hebben, zien velen niet meer als iets dat extra is. Nee, daar heb je recht op en dat maakt het leven. Zonder kan eigenlijk niet. Dat zorgt voor een leven waar we voor onszelf gaan en anderen die minder hebben dan nodig is snel uit het oog verliezen. Hulp aan anderen wordt dan zelfs tegengestaan met het argument dat dit wel eens een deel van onze welvaart kan kosten. Het egoïsme zit diep in ons. Laten we onszelf daarop ook eerlijk beproeven. Laten we willen leven van Gods genade door Christus alleen. Dan laten we ons ook aanspreken door deze woorden van God: “Maar wie rijk willen worden, vallen in verzoeking en in een strik en in veel dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang. Want geldzucht is een wortel van alle kwaad. Door daarnaar te verlangen, zijn sommigen afgedwaald van het geloof, en hebben zich met vele smarten doorstoken.” 1 Tim 6:9,10

 

KAN SO MOEILIK WEES

 

“Moenie rondgeslinger word deur allerhande en vreemde leringe nie; want dit is goed dat die hart versterk word deur genade, nie deur voedsel nie, waarvan die wat daarin gewandel het, geen voordeel gehad het nie. Ons het ’n altaar waarvan die wat die tabernakel bedien, geen reg het om te eet nie”. Hebreërs 13:9,10

 

’n Mens kan begin twyfel. Verseker ook in hierdie tyd. Hoekom kry ons met hierdie pandemie te doen? Is dit regtig Christus wat regeer? As Hy regeer en die Verlosser is waarom word hierdie wêreld deur die koronavirus so sterk geraak? Dit en ander dinge kan ons tot twyfel bring. Dit is vir ons dikwels moeilik om op God se Woord alleen te vertrou. Net jou lewe bou op God se Woord is waar die HERE ons in hierdie krisis by bepaal.
Die Hebreërs was gemeentes wat veral uit Jode bestaan het. Hulle het geweet van die diens in die tempel. Hulle het geweet van die maaltye wat in en rond die tempel elke jaar weer daar is. Dan is jy saam met baie ander mense. Dan beleef jy met baie ander  eenheid. Nou is die Hebreërs met min mense. Die gemeentes is klein. Baie van die dinge wat jy saam met baie kon beleef, is nie deel van die geloof in Christus nie. Die ander Jode het in die Romeinse Ryk ’n aparte posisie wat daarvoor sorg dat hulle om hul geloof en om hul manier van lewe nie vervolg word nie. Die Christene word vervolg en kry swaar. Hulle kry swaar en dit maak dat dit baie aantreklik word om weer na die Jodedom terug te keer. Om jou weer te laat troos deur saam by die maaltye in en rond die tempel te wees. Die gevaar dreig dat hulle hul rug op Jesus gaan draai. Dan maak die Gees duidelik dat die egte altaar Christus is. Wie van Sy Woord en daarmee van Hom wat die lewe is leef, ontvang die genade. Dan leef jy regtig onder God se liefde en beskerming. Hoe belangrik is dit om ook vandag en môre dit te weet en daarop te bou.

 

CHRISTUS ONS ALTAAR

 

“Wij hebben een Altaar waarvan zij die in de tabernakel dienen, niet bevoegd zijn te eten.” Hebreeën 13:10


Als christenen hebben we geen heiligdom waarin veel te zien is. De HERE heeft ons geen houvast gegeven in grote tempels, in afbeeldingen, in uitbundige feesten enz. In de tijd van het Oude Testament viel de dienst aan de HERE al op door de soberheid er van. Een tempel in het hele land. Geen beelden. Toch was het zichtbare er toen nog veel meer als wat de christelijke kerk na Pinksteren heeft. Juist als je het dan zwaar hebt zoals de Hebreeën kan de verleiding groot zijn om terug te vallen naar voelbare en zichtbare vastheid.
Het is de Geest die nu laat zien dat je juist als kerk van Christus iets hebt dat al het symbolische en zichtbare in de tempel en in heidense tempels te boven gaat. Zij die in de tempel in Jeruzalem zijn en daar offeren hebben niet wat de christenen hebben. Die leven heen langs wat de vervulling is van het altaar in de tempel. Ze leven heen langs Hem die de vervulling is van alles wat in de tempel gezien kon worden. Christus is voor de gelovigen het altaar! Hij is het die aan het kruis het offer gebracht heeft dat alle ander offers overbodig maakt. Christus is het altaar in levende lijve. Het betrouwbare getuigenis van de apostelen als oor en ooggetuigen over Hem is vast en zeker. Christus is als de gekruisigde die de straf gedragen heeft, opgestaan en Hij regeert vanuit de hemel. Dat is zoveel meer waard dan elk beeld, elke maaltijd, elk feest. Christus is de Verlosser die eeuwig leeft en eeuwig regeert. Op Hem bouwen is de enige vaste grond die in en door alles blijft bestaan.

 

NIE TERUGVAL NIE

 

“Ons het ’n altaar waarvan die wat die tabernakel bedien, geen reg het om te eet nie; want die diere waarvan die bloed vir die sonde deur die hoëpriester in die heiligdom ingedra word — hulle liggame word buitekant die laer verbrand.” Hebr 13:10,11

’n Mens kan terugval. Jy kan in die genade veragter. Hierdie gevaar is groot vir die Hebreërs. Wat gebeur met hulle lewe as hulle na die geloof sonder Christus terugkeer? Wat gebeur as hulle weer teruggaan tempel toe om daar die offers te bring? Dan het hulle geen reg meer om van Christus as die altaar te eet nie. Jy kan nie en na die tempel gaan om daar te offer en in Christus glo nie. Christus het die groot offer gebring, Hy het Homself op die altaar van die kruis gebring om die beslissende offer vir die sondes te bring. Wie na Sy werk nie in Hom glo nie kan nie in geloof die vergifnis en die ewige lewe ontvang nie.
Hoe belangrik is dit ook vir ons vandag om dit te weet. Dit is nie moontlik om sonder die geloof in Christus as die Verlosser en Heer genade te ontvang nie. Christus is die bron van die vergifnis. Hy is de weg, die waarheid en die lewe. Ons kan nie sonder Hom tot die Vader kom en God se kind wees nie. Christus se stem is die stem waarop ons moet leef. Sy stem is dit wat ons die regte evangelie vertel. Sy stem is dit wat ons as die Goeie Herder die regte pad deur die lewe wys. Alles wat anders is, is nie reg nie. Alles wat stry met wat Christus ons leer, is sonde en moet ons uit ons lewens ban. In Christus het ons alles en sonder Hom het ons niks nie. Laat ons die brood van die lewe eet. Elke dag weer. Ons hoor daarvan as Christus self sê: “Ek is die brood van die lewe; wie na My toe kom, sal nooit honger kry nie; en wie in My glo, sal nooit dors kry nie.” Joh 6:35

 

ECHTE VERLOSSING

 

“Want van de dieren waarvan het bloed als verzoening voor de zonde door de hogepriester het heiligdom werd binnengedragen, werden de lichamen buiten de legerplaats verbrand. Daarom heeft ook Jezus, om door Zijn eigen bloed het volk te heiligen,  buiten de poort geleden.” Hebreeën 13:11,12

Van veel dieren die in de tempel werden gebracht om geofferd te worden,  werd een deel apart gehouden om van te kunnen eten. Het was een van de vormen van inkomsten die er voor de priesters en levieten was. Van de dieren die op Grote Verzoendag ( Zie Leviticus 16) werden gebruikt mocht niet gegeten worden. Het bloed van deze dieren werd in de tempel gebruikt maar de karkassen van deze dieren werd buiten de legerplaats en later buiten de stad verbrand. Dat maakte duidelijk dat eens het grote offer voor de zonden zou betekenen dat  Iemands leven totaal gegeven moest worden onder Gods brandende toorn. Het bloed wees er op dat een leven gegeven moest worden tot verzoening. Dat ook de lichamen verbrand moesten worden buiten de stad maakt duidelijk dat het offer echt het hele leven moest stukbreken en wegnemen. Dat offer zou niet in de tempel maar juist eens daarbuiten gebracht worden. De Heilige Geest maakt hier duidelijk dat de Here Jezus dit vervuld heeft. Hij heeft Zijn bloed en ook Zijn hele leven onder Gods oordeel en toorn gegeven. Hij moest onder de vloek door die wij verdiend hadden. Om er zo voor te zorgen dat Zijn bloed, Zijn sterven niet maar symbolisch was maar echt de gelovigen van het oordeel zou verlossen. Christus offer neemt de vloek van de wet, de eeuwige straf af van wie op Christus zijn of haar leven bouwt. Zo hoor je dan bij Gods verloste volk. Door het geloof in Hem eet en proef je dan de verlossing door Christus verdiend. Dan wil je niet terug naar het oude leven. Dan wil je leven van en voor jouw God en Verlosser: Jezus Christus.  

 

BUITEN DE STAD

 

“Want van de dieren waarvan het bloed als verzoening voor de zonde door de hogepriester het heiligdom werd binnengedragen, werden de lichamen buiten de legerplaats verbrand. Daarom heeft ook Jezus, om door Zijn eigen bloed het volk te heiligen,  buiten de poort geleden.” Hebreeën 13:11,12

 Jezus heeft buiten de poort  geleden. Dat is vervulling van wat we in Leviticus 16 lezen. Ik moet dan ook denken aan die ene bok die op Grote Verzoendag de woestijn werd ingejaagd. Op die bok waren de zonden van het volk gelegd. Deze bok moest buiten het legerkamp gejaagd worden om zo de zonden van het volk uit de plaats waar ze woonden te doen. De schuld moest weg. De schuld moest door een ander weggedragen worden. De bok werd de woestijn in gejaagd. Dat betekende dat hij zou gaan sterven. In de woestijn was niet genoeg te eten en daar dreigde het gevaar van roofdieren. Dat de dood van dit dier de bedoeling was, blijkt ook later als de tempel in Jeruzalem staat. Dan wordt deze bok namelijk van een steilte een ravijn ingejaagd waardoor het dier sterft. De zonde hoort bij de dood.

De dood van het dier dat buiten de poort gejaagd moest worden, laat ook zien dat iemand moet sterven om de schuld van anderen weg te dragen. Christus is dit gaan doen. Hij heeft zich buiten de stad, de stad waar de HERE woonde, laten brengen. Om buiten die stad door Gods toorn tegen de zonden, die Hij vrijwillig droeg, getroffen te worden. Het werd voor de Here Jezus de hel op aarde. Dat moest hij doorstaan buiten de stad. Om voor de gelovigen een hemels leven te verdienen. Een leven juist in Gods stad, in het Nieuw Jeruzalem van Openbaring 21 en 22. De Here Jezus lijdt buiten de stad om wie in geloof leeft een woning te geven in die geweldige stad die komt. 

 

UITSTOTING

 

“Laat ons dan uitgaan na Hom toe buitekant die laer en sy smaad dra. Want ons het hier geen blywende stad nie, maar ons soek die toekomstige.” Hebreërs 13:13,14

 

Christus het buite die stadspoort gely. Hy het duidelik gemaak met Sy lyding dat die diens van die tempel in die stad oorbodig geword het. Die groot offer waar alles in die tempel na gewys het, het hy gebring. Die diens in die tempel het tot sy doel gekom.

Nou word die Hebreërs opgeroep om uit te gaan na Christus wat buite die laer die beslissende offer gebring het. Dit maak duidelik dat die Hebreërs en al die mense wat na hulle op aarde geleef het na Christus moet gaan. Die  oproep is om nie in die ou lewe te bly hang nie of na die ou lewe terug te keer nie. Ook as jy dit swaar kry omdat jy Christen is, omdat jy regtig as volgeling van Christus leef, moet jy nie na die ou lewe terugkeer nie. Die Hebreërs moet onder die druk van vervolging en veragting nie na die Jodedom en die tempeldienst terugkeer nie. ’n Mens vind daar nie meer die Verlosser wat jy so nodig het nie. Die Hebreërs het regtig swaar gekry. Ons lees dit baie duidelik in 10:32-34: “ Maar onthou die vorige dae waarin julle, toe julle verlig geword het, ’n groot lydensworsteling deurstaan het, gedeeltelik omdat julle deur smaad en verdrukkinge ’n skouspel geword het, gedeeltelik omdat julle deelgenote geword het van die wat in so ’n toestand verkeer het. Want julle het ook saam met my gevoel in my boeie, en julle het die berowing van julle goed met blydskap aanvaar, omdat julle geweet het dat julle in julself ’n beter en blywende besitting in die hemele het.”  Die Gees leer ons om ook as die aanvegting van die ou sondige lewe sterk na ons toekom dat ons by Christus moet bly. Ook as mense ons dan buite hulle gemeenskap stoot.

 

MAANDAG TOT EN MET ZATERDAG 6-11 JULI

Omdat ek 'n week niet by die huis is hier vir die hele week meditasies.

 

Maandag

“Laten wij dan naar Hem uitgaan buiten de legerplaats en Zijn smaad dragen. Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomstige.” Hebr 13:13,14

Christen worden. In de Here Jezus gaan geloven als de Verlosser van zonde en schuld was een grote stap voor Joden in de tijd  dat de brief aan de Hebreeën geschreven werd.  Dat betekende dat ze niet meer in de tempel de HERE zochten maar in kerkdiensten waar het evangelie van Christus verkondigd werd. Ze kwamen daardoor voor een groot deel buiten de gemeenschap van hun eigen volk te staan. Van de kant van de andere Joden werden ze er ook buiten gezet. In de synagogen werd zelfs aan een vast gebed iets toegevoegd waarin de christenen heel duidelijk werden veroordeeld. Er werd onder het volk slecht over wie Christus volgden, gesproken. Ze kwamen in een isolement terecht.  De gelovigen moesten een groot offer in hun leven brengen. Je kunt dat vergelijken met wat we eerder in deze brief lazen over Mozes: “Hij beschouwde de smaad van Christus als grotere rijkdom dan de schatten in Egypte, want hij had het loon voor ogen.”

Dat brengt me naar onze eigen tijd. Hoe staat het met onze bereidheid om smaad te dragen? Om offers te brengen voor ons leven met Christus. Zijn wij bereid om te breken met gemeenschappen waar Christus niet op Zijn Woord gevolgd wordt of doen we dat niet omdat we bang zijn voor de reacties van mensen? Zijn wij bereid met liefde die dingen vanuit Gods Woord te blijven uitdragen die verzet oproepen in een groot deel van de samenleving? Of zijn we bang voor wat de mensen dan van ons zeggen en dat ze ons al meer gaan uitsluiten? Het is goed om onszelf te beproeven, om te bedenken of Christus voor ons echt alles is.     

 

Dinsdag

“Laat ons dan uitgaan na Hom toe buitekant die laer en sy smaad dra. Want ons het hier geen blywende stad nie, maar ons soek die toekomstige.” Hebreërs 13:13,14

 

Ons het op hierdie aarde geen blywende stad nie. Ons tuis is nie hierdie aarde nie maar ons tuis is by Christus in die hemel. Ons is burger van die Koninkryk van die  hemel. Dit is die rede hoekom God se kinders in die geloof vir hul lewe op hierdie aarde boontoe kyk. Soos ons dit o.a. lees in Kollossense 3: “As julle dan saam met Christus opgewek is, soek die dinge daarbo waar Christus is en aan die regterhand van God sit. Bedink die dinge wat daarbo is, nie wat op die aarde is nie. Want julle het gesterwe, en julle lewe is saam met Christus verborge in God.” Vs 1-3

God se kind is op hierdie aarde ’n vreemdeling. Jy is as jy regtig op Christus bou ’n pelgrim. Jy is hier ‘n vreemdeling wat op pad is na die nuwe aarde om daar vir ewig tuis te wees. Dat ons op hierdie aarde waar die sonde heers vreemdelinge behoort te wees lees ons o.a. in Hebr 11:13: “In die geloof het hulle almal gesterwe sonder om die beloftes te verkry, maar hulle het dit uit die verte gesien en geglo en begroet, en het bely dat hulle vreemdelinge en bywoners op aarde was.”

Die soek van die toekomstige stad, die soek om eendag ewig inwoner van die Nuwe Jerusalem te wees beteken vir ons o.a. wat ons in 1 Petrus 2 lees: “Geliefdes, ek dring daarop aan dat julle, as bywoners en vreemdelinge, julle weerhou van liggaamlike begeertes wat stryd voer teen die siel. Gedra julle goed onder die heidene, sodat hulle, wanneer hulle julle beswadder asof julle misdadigers is, God op die dag van rekenskap kan verheerlik omdat hulle julle goeie dade gesien het.” Vs 11,12

 

Woensdag

“Laten wij dan altijd door Hem een lofoffer brengen aan God, namelijk de vrucht van lippen die Zijn Naam belijden.” Hebr 13:15

Er wordt aan de Joodse gelovigen aan wie de brief aan de Hebreeën gericht is getrokken. Juist om hun leven met Christus hebben ze het moeilijk. Juist omdat ze ook met hun mond openlijk Christus als hun Heer en Verlosser belijden, is hun leven op aarde zwaar.

Dan kan de verleiding heel groot zijn om met dat belijden en geloven maar op te houden. Om Christus al meer uit jouw leven te laten verdwijnen. Juist omdat de Heilige Geest er op heeft gewezen dat wie in Christus gelooft op weg is naar de toekomstige stad, naar het Nieuwe Jeruzalem roept Hij op om de lof aan God te blijven brengen. Er wordt hier over een lofoffer gesproken. Heel opzettelijk!  De mensen aan wie hier geschreven wordt dreigen terug te vallen in een leven waarin ze de offers in de tempel weer gaan opzoeken. De offers met reukwerk en dieren. Dat moeten ze niet doen want dan raken ze de verlossing en daarmee het eeuwige leven kwijt. Ze moeten juist nu blijven bij dat ene offer dat voor hen overgebleven is. Het offer dat ze hebben te brengen op grond van het grote en beslissende offer dat Christus gebracht heeft op Golgotha.

Dat offer is het lofoffer. Dat is dat je juist met je mond Christus als de Verlosser prijst en belijdt. Let er juist in deze tijd op dat een lofoffer ook is als je met je mond belijdt dat Christus het is om wie alles draait. Ook als dat in bepaalde omstandigheden zingend niet kan dan is ook het uitspreken met je hart echt een lofoffer voor de HERE!  Ook als je openlijk beaamt wat andere zingen en jij dat in jouw hart meezingt.

 

Donderdag

“Laat ons dan gedurig deur Hom aan God ’n lofoffer bring, dit is die vrug van die lippe wat sy Naam bely.”  Hebr 13:15

 

Christus het die offer gebring wat die sondes wegneem. Offers wat daarop gerig is, is nie meer nodig nie. Die groot offer om die skuld van die gelowiges weg te neem, is deur Christus aan die kruis gebring.

Wat nou oorbly om aan God te offer is die lofoffers. Soos ons daarvan  in byvoorbeeld Psalm 50 en Hosea 14 lees:

Psalm 50: “Offer dank aan God, en betaal jou geloftes aan die Allerhoogste; en roep My aan in die dag van benoudheid: Ek sal jou uithelp, en jy moet My eer.   ….. Die een wat dank offer, eer My; en die een wat op sy weg ag gee, hom sal Ek die heil van God laat geniet.”vs 14,15 …23

Hosea 14: “Neem woorde met julle, en bekeer julle tot die HERE; sê aan Hom: Vergeef alle ongeregtigheid, en neem aan wat goed is; dan sal ons as offerdiere ons lippe aanbied.”vs 3

Dit gaan daarom dat ons ons lewe aan Christus wy. Dat ons hart aan Hom as ons Here en God gewy is en dat ons mond vol lof en liefde van Hom praat. Dan is ons lippe soos ’n boom wat goeie vrugte dra. Die lof, die aanbeveling om Christus te volg  kan mense dan vanuit ons mond hoor. Die dinge wat ons praat behoort ook by die vrug van die Gees in ons lewe. Hierdie vrug kan net in ons lewe wees as dit gedra word deur die belydenis dat Christus ons Verlosser en Here is. Die innige verbondenheid met die HERE groei deur die lof wat ons Jesus Christus in ons lewens bring. 

 

Vrijdag

“En vergeet het weldoen en het onderlinge hulpbetoon niet,  want aan zulke offers heeft God een welgevallen.” Hebr 13:16

 Het is goed om de situatie van de Hebreeën scherp voor ogen te hebben. Ze zijn christen geworden. Het gevolg was dat ze tegenover hun eigen volksgenoten zijn kwamen te staan. Ze gaan niet meer naar de tempel. Ze zijn uit de synagoge gegaan en daar ook uitgezet. Het gevolg is dat ze vervolgd en veracht worden. Ook andere mensen maken het hen moeilijk. Ze zijn op deze wereld heel veel kwijtgeraakt. Lees maar eens mee met wat we in hoofdstuk 10 lezen: “Maar herinner u de dagen van weleer, waarin u, nadat u verlicht was, veel strijd in het lijden hebt verdragen. Nu eens werd u zelf door smaad en verdrukkingen tot een schouwspel gemaakt, dan weer deelde u het lot van hen die zo behandeld werden. Want u hebt ook medelijden gehad met mij, in  mijn boeien, en de beroving van uw eigendommen met blijdschap aanvaard, in de wetenschap dat u voor uzelf  een beter en blijvend bezit in de hemelen hebt.” vs 32-34

Bij velen is de blijdschap verdwenen. De verleiding is groot om onder al deze moeilijke dingen te bezwijken en Christus vaarwel te zeggen. De Geest heeft duidelijk gemaakt dat Christus echt de enige weg naar de verlossing is. Dat offeren in de tempel zinloos is. Hij roept op tot het belijden van Christus. Dat kracht van Gods liefde is zo groot dat de Geest je zelfs in deze omstandigheden leert om wel te doen!  Dit weldoen gaat om goed zijn voor alle mensen. Dus zelfs voor hen die jou het zo moeilijk maken. Zelfs dat offer kun je brengen, hoe moeilijk soms ook, als je Gods liefde in Christus kent. We horen bijvoorbeeld Paulus in Gal 6:10 dit ook tegen de gemeente zeggen: “ Laten wij dus, terwijl wij gelegenheid hebben, goeddoen aan allen”.

 

Saterdag

“Vergeet die weldadigheid en mededeelsaamheid nie, want God het ’n welbehae aan sulke offers.” Hebr 13:16

Dit is nie meer nodig en nie meer sinvol om offers in die tempel te bring nie. Die Here Jesus het van die tyd nadat Hy aan die kruis die beslissende offer gebring het en uit die dood opgestaan het vir die Samaritaanse vrou gesê: “Vrou, glo My, daar kom ’n uur wanneer julle nie op hierdie berg en ook nie in Jerusalem die Vader sal aanbid nie.  Julle aanbid wat julle nie weet nie; ons aanbid wat ons weet, want die saligheid is uit die Jode.  Maar daar kom ’n uur, en dit is nou, wanneer die ware aanbidders die Vader in gees en waarheid sal aanbid; want die Vader soek ook mense wat Hom só aanbid. God is Gees; en die wat Hom aanbid, moet in gees en waarheid aanbid.” Joh 4:21-24

Geen offer meer in die tempel nie maar rond die verkondiging van die evangelie van Jesus Christus orals saamkom. Rondom Christus se Woord. Hoe nodig is dit! Elke Sondag weer. Ons lees hoe de Gees ons daartoe aanspoor: “Laat ons die belydenis van die hoop onwankelbaar vashou, want Hy wat dit beloof het, is getrou; en laat ons op mekaar ag gee om tot liefde en goeie werke aan te spoor; en laat ons ons onderlinge byeenkoms nie versuim soos sommige die gewoonte het nie, maar laat ons mekaar vermaan, en dit des te meer namate julle die dag sien nader kom.” Hebr 10:23-25

Om mekaar ook so te stimuleer om mededeelsaam te wees. Om mekaar as broers en susrters in die geloof altyd weer te help. Soos ons daarvan lees in de gemeente van Jerusalem: “En almal wat gelowig geword het, was bymekaar, en het alles gemeenskaplik besit.  En hulle eiendomme en besittings het hulle verkoop en die opbrings onder almal verdeel, volgens wat elkeen nodig gehad het.” Hand 2:44,45

 

VOORGANGERS GEHOORZAMEN

  

“Gehoorzaam uw voorgangers en wees hun onderdanig, want zij waken over uw zielen omdat zij rekenschap moeten afleggen, opdat zij dat mogen doen met vreugde en niet al zuchtend. Dat heeft immers voor u geen nut.” Hebr 13:17


Het is opvallend dat ook als er over gemeente en ambtsdragers gesproken wordt, het woord gehoorzamen gebruikt wordt. Ook wanneer het over het geestelijke leidinggeven gaat, is gehoorzaamheid ter sprake. Dat komt ook uit in artikel 31 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis als we daar op grond van Gods Woord belijden: “Bovendien, de heilige verordening van God mag niet geschonden worden of in verachting raken; daarom zeggen wij dat ieder voor de dienaren des Woords en de ouderlingen van de kerk bijzondere achting moet hebben om het werk dat zij doen. Ieder moet zonder morren, twist of tweedracht, zoveel mogelijk in vrede met hen leven.”
Hier zit een punt dat vaak lastig is. Het is niet voor niets dat de schrijver van de brief aan de Hebreeën hier aparte aandacht voor vraagt. Dat is blijkbaar nodig in de omstandigheden van toen. Zeker in onze tijd waarin we zo gewend zijn aan allerlei gedachten over inspraak en dat we allemaal moeten kunnen meepraten over alle dingen is dat ook nodig. We moeten het voor ons gevoel overal mee eens zijn om dingen te doen die besloten worden. Onze eigen mening en ons eigen gevoel zijn vaak heilig. Gehoorzamen is iets dat voor velen moeilijk is en voelt alsof een juk wordt opgelegd. De Here heeft het wijs geacht, en dan is dat wijs en bindend, dat het in de kerk geen democratie is. Dat we de ambtsdragers achten en dat ongehoorzaamheid pas aan de orde komt als dingen echt tegen Gods Woord ingaan. Daarbij is zelfs de gewoonte niet beslissend maar alleen Gods Woord. Laten we bidden om zo in vrede met God en met elkaar te bouwen in Gods kerk.

 

ZELF MEEBESLISSEN?

  

“Gehoorzaam uw voorgangers en wees hun onderdanig, want zij waken over uw zielen omdat zij rekenschap moeten afleggen, opdat zij dat mogen doen met vreugde en niet al zuchtend. Dat heeft immers voor u geen nut.” Hebr 13:17

We zijn vaak besmet met het virus dat we overal over mee moeten kunnen praten en het liefst ook nog kunnen meebeslissen. Alsof de gemeente van Christus een democratie is. Zo is het niet en daarin is Gods eigen Woord heel duidelijk! Het Woord van Christus heeft te regeren o.a. door de ambtsdragers. Wij zijn vaak zo door de gedachten in de samenleving beïnvloed dat we meer vanuit die gedachten denken en voelen dan vanuit wat de HERE zegt. Waardoor we eerder vanuit wanvertrouwen dan vanuit vertrouwen reageren. Dan zeggen we heel gauw: die ouderling, diaken of dominee moet eerst mijn vertrouwen winnen. Natuurlijk is het goed dat een ambtsdrager zijn best doet om al meer vertrouwen te krijgen maar dat neemt niet weg dat wij allemaal met vertrouwen moeten beginnen. Vanaf het moment dat iemand ambtsdrager is. Waarom? Omdat wij als het goed is onze Verlosser Jezus Christus volledig vertrouwen! Hij die Zijn leven voor ons wantrouwige, zondige mensen volledig gegeven heeft. Hij die Zijn Geest over de gemeente uitgestort heeft. Hij is het, de Heilige Geest is het die concreet bepaalde broeders tot ambtsdragers geroepen heeft en daarom verdienen zij ons vertrouwen. Wij vertrouwen Christus en de Heilige Geest toch wel in de Goddelijke wijsheid waarmee God juist die broeders aan ons als onze ambtsdragers gegeven heeft?! Het is de Heilige Geest die de ambtsdragers over de gemeente als kudde van Christus aangesteld heeft. Zie o.a. Hand 20:28. Het is heel belangrijk dat wij bij de oproep van de Geest om de ambtsdragers te gehoorzamen en ons aan hen te onderwerpen nooit het volgende vergeten: “Als Christus de taak van ambtsdrager in de gemeente gegeven heeft, mogen wij in onze houding en optreden daar geen vraagtekens bij plaatsen.” Behalve natuurlijk als de ambtsdrager het pad van Gods Woord verlaat.

 

AMPSDRAER VIR  GOD

  

“Wees gehoorsaam aan julle voorgangers en onderdanig, want hulle waak vir julle siele as diegene wat rekenskap moet gee, sodat hulle dit met blydskap kan doen en nie al sugtende nie; want dit is vir julle nie nuttig nie.” Hebr 13:17

Waarom moet ons troue ampsdraers, ampsdraers wat volgens God se Woord praat en werk, gehoorsaam wees? Die rede daarvoor is die spesiale werk waartoe die HERE die ampsdraers geroep het. Ons lees daarvan in vers 17: “want hulle waak vir julle siele as diegene wat rekenskap moet gee”.
Ouderling, diaken, leraar wees is nie iets wat ’n mens vir sy eie eer doen nie. Dit is nie ’n magsposisie wat jy kan gebruik om jou eie idees vorm te gee nie. So mag jy as ampsdraer wat deur die HERE geroep is nie maak nie. Hierdie ampsdraer het die opdrag gekry om oor die siele van die lidmate van die gemeente te waak. Om die gemeente, om die skape van die trop by Christus te hou en steeds weer na Christus te lei. Om steeds weer met liefde en diepe bewoënheid te werk om die broers en susters by die evangelie, by die lewe met die Gees te bewaar. Dit is die taak wat die HERE gee!
Dit beteken ook dat ’n ampsdraer sy mond moet oopmaak as ’n skaap of ’n deel van die gemeente by die lewe in liefde en gehoorsaamheid aan die HERE wegdwaal. Dan is dit die HERE wat ons deur die woorde waarmee Hy vir Esegiel geroep het ook ons vandag aanspreek: “Mensekind, Ek het jou as wag vir die huis van Israel aangestel; en as jy ’n woord uit my mond hoor, moet jy hulle van my kant waarsku. As Ek aan die goddelose sê: Jy sal sekerlik sterwe — en jy waarsku hom nie en spreek nie om die goddelose vir sy goddelose weg te waarsku om hom in die lewe te hou nie, dan sal hy, die goddelose, deur sy ongeregtigheid sterwe; maar sy bloed sal Ek van jou hand eis. Maar as jý die goddelose waarsku, en hy hom nie van sy goddeloosheid en van sy goddelose weg bekeer nie, dan sal hy deur sy ongeregtigheid sterwe; maar jý het jou siel gered.” Es 3:17-19

 

AMBTSDRAGER IN DIENST VAN GOD

  

“Gehoorzaam uw voorgangers en wees hun onderdanig, want zij waken over uw zielen  omdat zij rekenschap moeten afleggen, opdat zij dat mogen doen met vreugde en niet al zuchtend. Dat heeft immers voor u geen nut.”  Hebr 13:17

De ambtsdragers hebben allemaal op hun eigen terrein: ouderlingen, diakenen, predikanten een heel verantwoordelijke taak gekregen. De zorg voor de schapen heeft God op een bijzondere manier aan hen toevertrouwd. Zij zijn daarvoor op een bijzondere manier verantwoordelijk en moeten daar op de dag van hun sterven verantwoording van afleggen aan God. Dat is de ernst en de zwaarte van het ambt. Dan is het zo dat geen ambtsdrager  volmaakt is. Ook de ambtsdrager heeft steeds weer nodig om van vergeving, van genade alleen te leven.  Ook de ambtsdragers hebben steeds weer Gods kracht nodig. Hebben steeds weer nodig om op God, om op Christus te letten. Om steeds weer kracht en liefde te ontvangen om de gemeente te leiden en te verzorgen. Dan kijken we steeds weer naar de HERE als de volmaakte Herder om van Hem te leren. Dan willen we Hem volgen die in Ez 34 tegenover de herders die zichzelf zoeken zegt: “Ik zelf zal mijn schapen weiden, Ik zelf zal ze doen neerliggen, luidt het woord van de  Here HERE; de verlorene zal Ik zoeken en de afgedwaalde terughalen; de gewonde zal Ik verbinden en de zieke versterken, maar de vette en krachtige zal Ik verdelgen. Ik zal ze weiden zoals het behoort.” Vs 15,16.

Dat weiden en leiden betekent ook dat de ware leer de ambtsdragers heel na aan het hart ligt. Want wat gebeurt er als er verkeerde dingen verkondigd worden? Dan leren we de HERE niet meer kennen zoals Hij is! Dan beginnen we in eigen beelden van God te geloven. Dan gaan we leven op een manier die niet volgens de wil van Christus is. Dan gaan we op de weg die van Christus onze Verlosser en Here afleidt. Waken over de zielen betekent dat we juist de hele gemeente al nader aan God en het tere leven met Hem willen brengen.

 

AMPSDRAER WAT BLY KAN WEES

  

Wees gehoorsaam aan julle voorgangers en onderdanig, want hulle waak vir julle siele as diegene wat rekenskap moet gee, sodat hulle dit met blydskap kan doen en nie al sugtende nie; want dit is vir julle nie nuttig nie.” Hebr 13:17

 

Die gehoorsaam wees aan die ampsdraers het as doel: “sodat hulle dit met blydskap kan doen en nie al sugtende nie”. Ons sien in ons tyd meerdere kere dat broeders wat trou volgens God se Woord hul werk as ampsdraers doen die werk nie volhou nie. Die rede daarvoor lê meerdere kere in die gemeente self. Dit is regtig ’n hartseer ding. Hoe kan ampsdraers wat regtig vanuit hul hart en met al hulle kragte die werk doen sug! Die Gees maak duidelik dat dit nie so mag wees nie. Die HERE vra baie van die ampsdraers en wil hulle daarvoor ook deur die Gees die kragte gee. Nogtans vra die HERE ook van ons as gemeente dat ons dit die ampsdraers nie moeilik maak nie. Nie onnodig moeilik maak nie.In ons tyd is dit meerdere kere so dat ons meen dat ons ons kritiek moet laat hoor. Altyd ons eie mening gee. Altyd meen dat jy die dinge beter weet. Laat hoor dat jy dit anderste gedoen sou het. Daarby kom dat ook meerdere kere die integriteit van ampsdraers in twyfel getrek word. Omdat jy dink te weet hoekom hulle so dink en doen terwyl dit glad nies o is nie. Dan gaan dit dikwels oor dinge wat nie die gehoorsaamheid aan die Woord raak nie. Ons gee die ampsdraers dan nie die vertroue wat hulle verdien omdat Christus hulle aangestel het nie. Solank dit nie gaan om wel of nie aan die HERE gehoorsaam wees nie is dit saak dat ons die ampsdraers ondersteun en vanuit ons hart gehoorsaam. Hoe belangrik is dit om ampsdraers te kan behou. Hoe onmisbaar is dit om vir die troue ampsdraers te bid. Om te bid vir manne wat dikwels dink: dit sou ek nog wil doen, wat hulle skuldig voel omdat hulle dit nie reg kry vanweë die baie dinge wat gedoen moet word nie. Hoe baie dinge vra hulle aandag. Wees bly met ampsdraers wat trou aan die Woord werk en bid vir hulle!

 

POSITIEF?

  

“Gehoorzaam uw voorgangers en wees hun onderdanig, want zij waken over uw zielen omdat zij rekenschap moeten afleggen, opdat zij dat mogen doen met vreugde en niet al zuchtend. Dat heeft immers voor u geen nut.” Hebr 13:17

Is het een goed teken als mensen steeds kritiek hebben hoe een ambtsdrager iets zegt terwijl duidelijk is dat hij het Woord van ons Heiland ons voorhoudt? Is het een goed teken als wij de woorden van ambtsdragers of van een kerkenraad met wantrouwen benaderen en al gauw aan verborgen agenda’s denken? Terwijl we niet echt naar de inhoud van wat gezegd wordt luisteren. Is het een goed teken als we vanuit de geest van onze tijd over alles steeds weer willen discussiëren omdat wat de HERE in Zijn Woord tegen ons zegt ons niet aanstaat? Is het een goed teken als we steeds weer vanwege allerlei bijzaken menen kritisch te moeten zijn? Die dingen kunnen ambtsdragers doodmoe maken. Kan hen moedeloos maken. Dan kan het lijken alsof je in je gewone werk als ambtsdragers zo weinig gedragen wordt. Dan kan de vreugde om de Here en Zijn gemeente als ambtsdrager te mogen dienen omslaan in een zware en moeilijke last die je op je schouders voelt drukken. Wat is het belangrijk dat de gemeente positief tegenover de ambtsdragers staat en dit laat blijken. Ambtsdragers die gebreken hebben, ambtsdragers die zo graag meer zouden doen maar doen wat ze kunnen. Ambtsdragers die niet anders willen dan volgens de stem van de Goede Herder, volgens Gods Woord, leiden en verzorgen. Wat is het belangrijk dat we ze dragen in liefde en gebed en dat ook laten blijken. Wanneer we eigenlijk alleen maar kritisch kunnen zijn wordt het heel zwaar en moeilijk voor ambtsdragers. Dan benadelen we zelf de geestelijke groei van de gemeente en ook van onszelf. Laten we ons samen met de trouwe ambtsdragers inzetten voor geestelijke groei om zo samen als gemeente Gods naam te heiligen in deze wereld. Om zo mensen te laten zien hoe goed het is om gemeente van Christus te zijn.

 

ZUIVERE MOTIEVEN?

  

“Bid voor ons, want wij zijn ervan overtuigd dat wij een goed geweten hebben, omdat wij in dingen goed willen wandelen.” Hebr 13:18

De schrijver van de brief aan de Hebreeën is een ambtsdrager. Hij weet hoe zwak en kwetsbaar dat is. Hij schrijft aan de gemeenten dat hij een goed geweten heeft. Hij schrijft niet dat hij alles altijd goed doet en goed gedaan heeft. Hij wijst er wel op dat hij een goed geweten heeft. Hij kent de kritiek die er op ambtsdragers kan komen. De kritiek waarbij betwijfeld wordt of ze dingen niet gezegd of gedaan hebben uit verkeerde motieven. Dat ze andere redenen hadden dan ze zelf hebben genoemd. Dat is een kritiek waartegen je je moeilijk kunt verdedigen. De schrijver hier wijst door de leiding van de Heilige Geest op zijn geweten. Hij geeft een kijkje in zijn eigen hart. Hij maakt duidelijk dat zijn motieven zuiver zijn en dat hij in alle dingen het goed heeft willen doen. In onze tijd wordt vaak gezegd dat je het zo niet mag doen omdat je dan het gesprek zou doodmaken en de ander niet genoeg ruimte geeft. We zien hier hoe de Geest ons ook in deze omstandigheden de juiste weg wijst. De weg waarin je voor Gods ogen op eigen geweten wijst. Waarbij je de HERE als getuige hebt. Dat moet in Gods gemeente genoeg zijn. Ik weet dat slechte mensen daarvan misbruik kunnen en zullen maken. Weet dan dat de HERE het ziet en hoort en dat Zijn oordeel daarover gaat. Juist in Gods gemeente waar we het allemaal van Gods genade en Zijn Woord moeten hebben, moet en kan er de liefde zijn om elkaar te aanvaarden. Om elkaar voor Gods ogen te vertrouwen. Om samen verder te gaan. Wat hebben we daarbij de Geest, God zelf nodig. Daarom: Bid voor ons. Dat houdt ook in bid voor elkaar!

 

BID GEMEENTE!

 

Bid vir ons,  want ons is oortuig dat ons ’n goeie gewete het, omdat ons in alles goed wil wandel.” Hebr 13:18

 

Hier klink die oproep om vir ampsdraers te bid. Nie net in de algemeen nie. Juis vir hulle wat jy rondom jou sien werk. Hulle wat oor jou siel en die siele van ander moet waak. In die Here se opdrag. Hierdie oproep klink uit die mond van ’n man wat self deur die HERE geroep is. Hy maak duidelik dat hy hiertoe oproep omdat hy en ander ’n goeie gewete het.

As vir hulle gebid word is dit nie so dat vir ontroue en luie ampsdraers gebid word nie. Dit is manne wat regtig hul krag en tyd in Christus se diens gee. Hulle sou so baie meer wil doen, hulle sien hul eie gebreke maar hulle doen wat hulle kan. Uit liefde vir Christus en Sy gemeente.

Hulle vra om die gebed. Om te kan volhou, om blydskap in hul werk as ampsdraers te kan behou. Hulle vra om die gebed om krag, wysheid en liefde om as ampsdraer hul werk so goed as moontlik te kan doen. Hulle bou nie op eie wysheid en eie krag nie. Daarom vra hulle om die gebed van die gemeente. Hulle kan dit vra terwyl hulle nie spog op eie werk nie. Hulle weet voor die HERE se oë  dat hulle regtig vir die HERE wil werk en dit steeds goed, volgens God se Woord wil doen. Daarom kan hulle vrymoedig om hierdie gebed vra.

So kan ek ook vandag vra: Bid vir ons en bly dit doen. Om saam as God se gemeente, as Christus se  trop te leef. Tot God se eer.  

 

SAMEN LEREN VAN GODS WOORD

 

“En ik roep u er te meer toe op dit te doen opdat ik des te eerder aan u zal worden teruggegeven.” Hebr 13:19
 
De schrijver van deze brief heeft de gemeenten aan wie hij schrijft onderwijs gegeven. Onderwijs vanuit Gods Woord. Hij heeft steeds weer laten zien hoe er de eenheid is tussen het Oude Testament en het werk van Christus. Hoe Christus het Woord van God in het Oude Testament vol maakt. Hoe we samen met de gelovigen in het Oude Testament in het ene geloof staan. Je merkt hoe de schrijver van deze brief de gemeenten van Christus aan het hart gaat. Hij wil zo graag dat deze gemeenten niet achteruitgaan maar groeien in geloof. Hoe ze ook met vervolging en moeilijkheden te maken krijgen. Juist het onderwijs in Gods Woord is onmisbaar. Dat geldt voor ons persoonlijk, dat geldt voor ons als kerken van Christus. Steeds weer terug met je hart naar het Woord van God. Als dienaar van het Woord steeds weer dat onderwijs geven aan ieder die het wil horen. Om samen de echte eenheid te vinden bij Gods Woord en daarom bij Christus.
De schrijver van deze brief zou zo graag weer snel bij deze gemeenten zelf aanwezig zijn. Hij zou zo graag daar weer persoonlijk en niet alleen schriftelijk onderwijs aan ze geven. Zo graag in het levende contact antwoord willen geven vanuit het Woord op de vragen die komen. Hij vraagt de gelovigen daarom voor hem te bidden zodat hij zo snel mogelijk bij hen zal kunnen komen. Dat de HERE de weg weer naar hen baant. Dit doet o.a. denken aan wat Paulus in Filemon 22 schrijft wanneer hij gevangen zit: “En maak tevens voor mij een plaats gereed waar ik kan verblijven, want ik hoop op uw gebeden aan u geschonken te worden.” Vs 22
Samen luisteren en leren van Gods Woord hoe goed is dat! Samen al meer een worden door onderwijs in Gods Woord en al meer samen daaruit leven.
 

GOD SE VREDE

 

 

“Mag die God van die vrede, wat die groot Herder van die skape, naamlik onse Here Jesus Christus, deur die bloed van die ewige testament uit die dode teruggebring het, julle volmaak in elke goeie werk, om sy wil te doen, deur in julle te werk wat welbehaaglik is voor Hom deur Jesus Christus aan wie die heerlikheid toekom tot in alle ewigheid! Amen.” Hebr 13:20,21

Die apostel bid hier vir die gemeentes aan wie hy skryf. Hy noem daarby die HERE die God van die vrede. Die ware vrede kan jy net bij Hom vind. Die vrede wat van God kom, is baie meer as dat vir ’n sekere tyd nie geveg word nie. Dit is ook nie ’n vrede vir 100 of 200 jaar nie. God se vrede is baie meer en is vir ewig.

Dit is baie spesiaal as vir ons van de HERE as die God van die vrede gepraat word. Ons staan na die sondeval naamlik as vyande teenoor Hom. Ons verdien dat die HERE ons vyand is en oorlog teen ons voer. Nogtans kom Hy na ons toe as die God wat ons vrede wil gee. Die God wat ons vrede aanbied. Hoe is dit moontlik? Het ons so goed geword en so hard gewerk dat ons Sy vrede verdien het? Nee so is dit nie. Dit is die HERE self wat uit onverdiende liefde alleen Sy eie Seun gegee het om vir die gelowiges, vir sondaars vrede met Hom te verdien. Vrede vir sondaars kom uit God se hart. Dit is Sy genade. Hy stuur Christus wat vir die gelowiges hulle vrede word. Ons lees daaroor in Efese 2: “Maar nou in Christus Jesus het julle wat vroeër ver was, naby gekom deur die bloed van Christus. Want Hy is ons vrede, Hy wat albei een gemaak en die middelmuur van skeiding afgebreek het deurdat Hy in sy vlees die vyandskap tot niet gemaak het, naamlik die wet van gebooie wat in insettinge bestaan; sodat Hy, deur vrede te maak, die twee in Homself tot een nuwe mens kon skep en albei in een liggaam met God kon versoen deur die kruis, nadat Hy daaraan die vyandskap doodgemaak het.”

Mense uit die Jode en uit alle ander volke vind vrede met God deur die geloof in Christus. Vrede die eendag nooit meer versteur sal word nie.

 

DE GROTE HERDER

 

 

“De God nu van de vrede, Die de grote Herder van de schapen, onze Heere Jezus Christus, uit de doden heeft teruggebracht, op grond van het bloed van het eeuwige verbond, moge u toerusten tot elk goed werk om Zijn wil te doen, en in u werken wat in Zijn ogen welbehaaglijk is, door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.” Hebr 13:20,21

Gods vrede komt juist naar ons toe in de Here Jezus Christus. Hij is door de Here God namelijk gegeven als de grote Herder. De Here Jezus is het die Gods belofte van de grote herder is komen vervullen. Die belofte van de beloofde Verlosser als de grote herder lezen we heel duidelijk in Ezechiël 34. Het gaat daar over leiders, de ambtsdragers onder Gods volk in het Oude Testament. Op dat moment zoeken deze leiders zichzelf. Ze gebruiken hun positie om er zelf beter van te worden. Daarom verrijken zij zichzelf, zorgen ze dat ze op de meest invloedrijke plaatsen komen. De schapen waarvoor ze moeten zorgen moeten het zelf maar uitzoeken. Die moeten daar voor bloeden. Ze worden zelfs slachtoffer van de herders die voor zichzelf leven. Ook als menselijke herders zichzelf zoeken, wanneer die de verkeerde leiding geven, komt die HERE met de goede leiding. Dan is Hij het die de juiste weg laat zien en met Zijn liefdevolle verzorging komt. Dat is echte leiding volgens Gods Woord die vol liefde gegeven wordt. De belofte van die grote herder tegenover de misleiders en de mensen die zichzelf zoeken lezen we in Ezechiël 34:22-24: “Ik zal Mijn schapen verlossen, zodat ze niet meer tot een prooi zullen zijn. Ik zal oordelen tussen schaap en schaap. Ik zal over hen één Herder doen opstaan en Die zal ze weiden: Mijn Knecht David. Híj zal ze weiden en Híj zal een Herder voor ze zijn. En Ik, de HEERE, zal een God voor ze zijn, en Mijn Knecht David zal Vorst zijn in hun midden. Ík, de HEERE, heb gesproken.” David leeft in die tijd al niet meer. Dat betekent dat het hier gaat om de beloofde Verlosser uit het huis van David. Hij is gekomen als de Goede Herder die ook echt voor de kudde zorgt. Die de gelovige persoonlijk en samen verzorgt met Gods vrede. Vrede met God hebben is het beste wat er is.

 

JY MOET BY JESUS CHRISTUS WEES

 

“Mag die God van die vrede, wat die groot Herder van die skape, naamlik onse Here Jesus Christus, deur die bloed van die ewige testament uit die dode teruggebring het, julle volmaak in elke goeie werk, om sy wil te doen, deur in julle te werk wat welbehaaglik is voor Hom deur Jesus Christus aan wie die heerlikheid toekom tot in alle ewigheid! Amen.” Hebr 13:20,21

Wie is die groot Herder van die skape? Aan wie kan ons ons vir leiding en versorging toevertrou? Wie gee sekuriteit aan die trop wat die groot Herder volg? Dit is belangrike vrae vir ons persoonlik en vir ons as kerk. Baie mense en organisasies wil ons herder wees. Allerhande mense meen dat hulle die leiding gee wat ons nodig het. Daarby sien ons dikwels dat hierdie mense hulleself soek. Dat hulle uit is op wins vir hulleself. Dit kan wees dat hulle geld soek maar dit kan ook mag en invloed wees. Hulle wil ryk of belangrik wees. Hoe anderste is die groot Herder waarvan ons in Hebreërs 13 lees. Hy soek nie eie voordeel nie. Hy is dit wat alles wil gee om die skape te red. Om die trop tuis te bring waar dit vir altyd veilig is. Die groot Herder is ook die goeie Herder. Hy is regtig goed. In Hom is niks wat sleg is nie. Hy is die enigste goeie mens wat ooit op aarde geleef het. Hy is ook God self. Die een God wat alles wat verkeerd, wat sondig is vanuit Sy hart haat. Die groot Herder aan wie ons ons in alle rus en vertroue kan toevertrou is Jesus Christus. Hy wat Sy bloed, Sy lewe gegee het om sondaars te red. Wat God se straf vir ons sondes gedra het. As jy hierdie wonder van God se genade raaksien, wil jy mos nie meer eiewys wees nie. Dan is jy tog nie ’n skaap wat sy of haar eie pad wil stap nie?! Dan wil ons ook as kerke tog volgens die Woord van die Goeie herder leef en nie volgens ons eie gedagtes en teologie leef en dink nie? As ons so maak ken ons die Goeie Herder nie. Hoe goed is dit om Hom regtig op Sy Woord te volg.

 

HERDER - HERDERS

 

“De God nu van de vrede, Die de grote Herder van de schapen, onze Heere Jezus Christus, uit de doden heeft teruggebracht, op grond van het bloed van het eeuwige verbond, moge u toerusten tot elk goed werk om Zijn wil te doen, en in u werken wat in Zijn ogen welbehaaglijk is, door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.” Hebr 13:20,21

Jezus Christus is de grote Herder. Dat betekent dat Hij niet alleen de Koning van de koningen is. Hij is ook de Herder van de herders. Dat is Hij zeker op twee manieren. De eerste is dat Hij boven alle herders in Zijn dienst uitstijgt. Hij is het die ambtsdragers geeft. Op heel verschillende manieren om zo Zijn kerk door de eeuwen heen op een goede manier te leiden. Te leiden steeds weer met Zijn Woord naar Hem als de Verlosser en Heer toe. We lezen daarvan o.a. in Efeze 4: “En Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, anderen als profeten, weer anderen als evangelisten en nog weer anderen als herders en leraars, om de heiligen toe te rusten, tot het werk van dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus” vs 11,12 Steeds weer moeten de mensen in dienst van Christus met Zijn Woord leiding geven. Om zo de gemeente te geven wat ze nodig hebben om voor de HERE te leven. Om te kunnen groeien persoonlijk en als gemeente in een leven in dienst van God en de naaste. Dat is de echte groei van de gemeente. Een groei waarin we al meer geworteld raken in de woorden van de Goede Herder. Al meer geworteld in de leer van God die ons leven vormt in tere liefde voor God en de naaste. Het is de Geest die ons op deze manier tot nieuwe mensen wil maken. Jezus Christus is ook in die zin de Herder van de herders dat juist de menselijke herders steeds hun leiding en toerusting bij Hem hebben te zoeken. Geen eigen leiding, geen gemeente willen vormen volgens je eigen ideeën en identiteit. Nee, steeds weer je laten toerusten en leiden door Christus en Zijn Woord. Niets minder maar ook niets meer.

 

CHRISTUS SE BLOED

 

“Mag die God van die vrede, wat die groot Herder van die skape, naamlik onse Here Jesus Christus, deur die bloed van die ewige testament uit die dode teruggebring het, julle volmaak in elke goeie werk, om sy wil te doen, deur in julle te werk wat welbehaaglik is voor Hom deur Jesus Christus aan wie die heerlikheid toekom tot in alle ewigheid! Amen.” Hebr 13:20,21

Die Here Jesus is die groot Herder. Hy is dit wat Sy lewe, Sy bloed vir die trop gegee het. Hy het Sy lewe opgeoffer tot in die hel, tot aan die kruis om die skape wat Hom volg daarvan te red. Dit is die bloed van Christus wat vir die versoening met God sorg. Dit is die bloed van Hom wat daarvoor sorg dat die testament van God ook regtig werklikheid word. Die werklikheid sien jy raak as jy daarop let dat God Jesus Christus uit die dood opgewek het. Dit wys dat die Vader die Seun se werk goedgekeur het. Hy het in die opstanding Jesus Christus as Sy Seun aangewys. Jy moet by Christus wees om ewig gered te word. Om deel van die ewige testament te wees. Christus se bloed is van onskatbare waarde. Hy het Sy bloed in die hemel gebring om vir die gelowiges die toegang tot die hemel en die nuwe hemel en aarde te waarborg. Ons lees daarvan in Hebreeërs 9: Maar Christus, wat opgetree het as Hoëpriester van die toekomstige weldade, het deur die groter en volmaakter tabernakel wat nie met hande gemaak is nie, dit wil sê, wat nie aan hierdie skepping behoort nie, ook nie met die bloed van bokke en kalwers nie, maar met sy eie bloed, een maal ingegaan in die heiligdom en ’n ewige verlossing teweeggebring.” Vs 11,12 Dit is ook vervulling van wat op die Groot Versoendag gebeur het. Dat die hoëpriester met die bloed na die ark in die Allerheiligste moes gaan. Sien Levitikus 16. Christus staan in die hemel as die Lam wat Homself opgeoffer het. Sy dood en opstaan sorg daarvoor dat God se kinders om Sy bloed vrygespreek word en vir ewig by die HERE as hul God en Vader mag wees.

 

GODS LIEFDE EN ONS EIGEN BELANG

 

“De God nu van de vrede, Die de grote Herder van de schapen, onze Heere Jezus Christus, uit de doden heeft teruggebracht, op grond van het bloed van het eeuwige verbond, moge u toerusten tot elk goed werk om Zijn wil te doen, en in u werken wat in Zijn ogen welbehaaglijk is, door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.” Hebr 13:20,21

 

Het aantal besmettingen met het coronavirus neemt weer toe. We horen van oplopende getallen in Europa en ook in eigen land. Er wordt opgeroepen om weer met meer discipline de regels te houden om een tweede periode met veel meer beperkingen tegen te gaan. Al meer streken en landen krijgen een code waarmee duidelijk gemaakt wordt dat je er niet naar toe moet gaan. De ongerustheid en de angst neemt toe. De oproep klinkt om niet alleen aan eigen gezondheid te denken maar ook aan die van ouderen en risicogroepen die zo ook weer meer gevaar gaan lopen. Zijn we bereid om dingen voor onszelf op te geven om anderen zoveel mogelijk te beschermen? Hoe staat het met onze liefde voor de naaste vanuit Gods liefde?

Die liefde van God is een liefde die groter is dan iemand van ons dat maar kan voorstellen. De liefde van de Vader die de Zoon als de Goede Herder stuurt.  De Zoon die uit liefde alleen zich laat sturen voor zondaren zoals jij en ik. Die God wil ons die oorlog zoeken, die uit zichzelf voor onszelf leven Zijn vrede geven. Vrede met Hem die ons leert om de vrede met alle mensen te zoeken. Om op deze wereld jouzelf te verloochenen en de belangen van de ander te zoeken. Daarin is Christus ons voorgegaan. Hij heeft dat gedaan als geen ander. Zichzelf opgeofferd voor schuldige mensen. Daaruit komt dan ook deze oproep van de Heilige Geest voort:  “Doe niets uit eigenbelang of eigendunk, maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf. Laat eenieder niet alleen oog hebben voor wat van hemzelf is, maar laat eenieder ook oog hebben voor wat van anderen is. Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was”. Fil 2:3-5

 

UIT DIE DODE TERUGGEBRING 

 

“Mag die God van die vrede, wat die groot Herder van die skape, naamlik onse Here Jesus Christus, deur die bloed van die ewige testament uit die dode teruggebring het, julle volmaak in elke goeie werk, om sy wil te doen, deur in julle te werk wat welbehaaglik is voor Hom deur Jesus Christus aan wie die heerlikheid toekom tot in alle ewigheid! Amen.” Hebr 13:20,21

Die God van die vrede het Jesus Christus uit die dode teruggebring. Dit wys hoe groot die HERE is. Die God wat die ware vrede gee, is nie een of ander god wat nie so baie kan nie. Die HERE is nie die God wat Homself die titel God van die vrede gee terwyl Hy nie altyd vir die vrede kan sorg nie. Die HERE is die Almagtige, is die enigste God. Hy het Sy God wees o.a. gewys deur Christus uit die dood te laat opstaan. Die HERE is dit wat oor dood en lewe regeer. Hy is die Skepper wat alle lewe gee. Sonder Sy werk van skepping en sorg sou niks en niemand bly leef nie. Ons lees dit o.a. in Psalm 104: “U verberg u aangesig, hulle word verskrik; U neem hulle asem weg, hulle sterwe en keer terug tot hul stof. U stuur u Gees uit, hulle word geskape; en U maak die gelaat van die aarde nuut.” vs 29,30

Dit is die Vader in die hemel wat Jesus Christus uit die grafte laat opstaan. Hy wys die Here Jesus daarmee vir elkeen aan as Sy Seun. Ons lees dit in Romeine 1: “aangaande sy Seun wat gebore is na die vlees uit die geslag van Dawid en na die Gees van heiligheid met krag verklaar is as die Seun van God deur die opstanding uit die dode, Jesus Christus, onse Here”. Vs 3,4

Die HERE die God van die vrede is dit wat Sy plan van verlossing uitvoer. Hy doen dit om die ware vrede ook op aarde te laat oorwin. Om in vrede met Hom te kan leef. Dat hierdie enigste God Sy plan uitvoer en daarom ook die Here Jesus uit die dood teruggebring het in die lewe, verkondig Petrus so op die Pinksterdag: “Hom, wat deur die bepaalde raad en voorkennis van God oorgelewer is, het julle deur die hande van goddelose manne geneem en gekruisig en omgebring; Hom het God opgewek, nadat Hy die smarte van die dood ontbind het, omdat dit onmoontlik was dat Hy daardeur vasgehou sou word.” Hand 2:23,24

Wie vrede soek moet by die HERE wees!

 

GROEI NODIG  

 

“De God nu van de vrede, Die de grote Herder van de schapen, onze Heere Jezus Christus, uit de doden heeft teruggebracht, op grond van het bloed van het eeuwige verbond, moge u toerusten tot elk goed werk om Zijn wil te doen, en in u werken wat in Zijn ogen welbehaaglijk is, door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.” Hebr 13:20,21

Er is in vers 20 veel over de HERE en Zijn werk gezegd. We zien die ene grote God voor ons die Zijn Zoon als Verlosser gegeven heeft. Zijn verlossingswerk is uniek en is zo groot dat wij dat nooit hadden kunnen bedenken. Het gaat ons verstand te boven. Die geweldige God wordt gevraagd om de gemeente toe te rusten om al meer dat te doen wat in Gods ogen goed is. Wat daarom ook echt goed is. We moeten daarvoor toegerust worden. We moeten als gelovigen daarin groeien. Leven voor Christus volgens Gods Woord heeft in ons leven altijd nog groei nodig. Dat is nooit op het niveau waarop het zou moeten zijn. Dat geldt voor ieder van ons. Wie zegt of denkt dat zijn of haar leven goed genoeg is en er geen groei in liefde en leven voor de HERE nodig is, zit er naast. Dan ben je hoogmoedig en ken je jezelf in het licht van Gods liefde en wet niet. Dan heb je echt nodig om de HERE te vragen je ogen te openen. We hebben dus altijd groei in geloof nodig. Altijd ook weer meer ontdekken van dingen in je leven die anders moeten in woorden, daden en gevoel. Dat is geen weten om dat te zeggen: ik ben nu eenmaal een zondig mens. Ik hoor nog te vaak dat mensen zeggen dat we zo zondig zijn en Gods genade nodig hebben en daarbij ook dat we niet teveel over groei in geloof moeten praten. We zijn nu eenmaal zondaars en dat blijven we wordt dan gezegd. Dat is een heel verkeerde houding. Vanuit de erkenning dat er altijd groei nodig blijft, moet het gebed klinken tot de Geest om ons al meer te veranderen volgens Gods beeld. Wie Gods belofte in geloof aanneemt, wil niet in de zonde blijven liggen. Nooit. Daarom dit gebed.

 

DIE DOELWIT VAN DIE LEWE   

 

“Mag die God van die vrede, wat die groot Herder van die skape, naamlik onse Here Jesus Christus, deur die bloed van die ewige testament uit die dode teruggebring het, julle volmaak in elke goeie werk, om sy wil te doen, deur in julle te werk wat welbehaaglik is voor Hom deur Jesus Christus aan wie die heerlikheid toekom tot in alle ewigheid! Amen.” Hebr 13:20,21

 

Die skrywer van die Hebreërs wys in sy bid vir die gemeentes wat die doelwit van ons lewe is. Dat ons God se wil doen. Dat ons vir Jesus Christus leef. Die goeie lewe is dat ons leef as gehoorsame kinders van die Vader in die hemel. Die doen van God se wil is die beste en mooiste wat bestaan. Nogtans is dit nie altyd soos ons dit voel nie. Die rede daarvoor is nie dat God se wil nie heeltemal goed sou wees nie. Die rede daarvoor is dat ons onverstandig geword het, dat ons gevoel nie meer goed en suiwer is nie. Ons het nodig om deur die Gees volgens God se Woord verander te word. Ons het nodig dat God in ons werk. Dat Hy ons van die sondesiekte genees. Dat die Gees ons doodsieke hart weer regtig laat leef. Dat die liefde vir God en ons naaste weer regtig vanuit ons hart kom. Ons het die Here as ons Dokter so nodig. Net Hy is dit wat vir ons die regte medisyne kan gee. Christus wat die Geneesheer en die Geneesmiddel is. Hy wil ons leer, deur ons van ons sondes te verlos en deur ons volmaakte voorbeeld te wees, om so te leef dat dit regtig goed is. Dan gaan ons lewe persoonlik en as gemeente groei. Dan gaan ons blom vir die HERE. Wie regtig in liefde vir die HERE leef, vra elke dag of die Gees so in jou wil werk dat jy al hoe meer na God se beeld verander. Dan wil jy nie vashou aan dinge waaraan die HERE jou ontdek as iets wat nie goed is nie. Jy wil so leef dat al hoe meer jou lewe aanneemlik vir die HERE is. Al meer so dat die HERE van jou lewe kan geniet. Die HERE word al hoe meer die Persoon vir wie jy in liefde wil leef.

 

VOOROORDELEN    

 

“De God nu van de vrede, Die de grote Herder van de schapen, onze Heere Jezus Christus, uit de doden heeft teruggebracht, op grond van het bloed van het eeuwige verbond, moge u toerusten tot elk goed werk om Zijn wil te doen, en in u werken wat in Zijn ogen welbehaaglijk is, door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.” Hebr 13:20,21

 

Door Jezus Christus welbehaaglijk, welgevallig in Gods ogen. Dat hebben we allemaal zo nodig. Altijd weer gericht op de HERE, altijd samen en persoonlijk weer gericht op Christus. Daar moeten we het van hebben ook als gemeente van Christus. Dat laat me nu denken aan een opmerking van een broeder ongeveer 25 jaar terug in Pretoria. We hadden het over meerdere zaken en hij zei: ‘Rob bedenk wel dat er bij mensen altijd weer vooroordelen zijn. Van vooroordelen (letterlijk zei hij: persepsies) kan je het niet winnen.’ Toen nog heel naïef haalde ik daarover mijn schouders op. Ik zei: dat is zo oneerlijk. Dat laatste meen ik nog steeds vanuit mijn hart. Zeker in de gemeente van Christus is dit verschrikkelijk. Door schade en schande wijzer geworden, weet ik dat het vaak wel zo werkt. Dat het dan niet echt om Christus alleen gaat. Mensen hebben hun eigen gedachten en gevoelens en vullen die voor jou in. Hij zal wel dat bedoelen, zeggen of denken ze dan. Mensen denken in de kerk ook nog zo vaak in groepen. Ze luisteren vaak naar de ander en ook naar de prediking vanuit dit soort vooroordelen. Dan luister je niet meer naar wat er echt gezegd wordt. Dan bouw je een muur op zodat de verkondiging van het evangelie je niet meer raakt op de punten waarop het jou zou moet raken. Vooroordelen zijn echt heel erge dingen. Het is zo anders als echt luisteren. Niet dingen zelf invullen maar wat gezegd wordt echt als de woorden van God naar je toe laten komen en jezelf daar aan toetsen. In de Heidelbergse Catechismus staan deze gouden woorden voor de omgang met elkaar: “dat ik niemands woorden verdraai, en geen kwaadspreker of lasteraar ben. Dat ik ook niemand lichtvaardig en onverhoord veroordeel of help veroordelen. …… Verder dat ik ook de eer en goede naam van mijn naaste zoveel ik kan verdedig en bevorder.” Zondag 43Ik ben wijzer geworden in hoe het vaak in de wereld en jammer genoeg ook in de gemeente van Christus gaat. Maar ik weet ook al ben ik minder naïef als toen dat Gods Woord anders spreekt en ik bid dat ik daarnaar zal handelen en spreken. Laten we dat allemaal doen en vooroordelen in ons leven altijd weer tot Gods eer bestrijden. Laat het om de HERE en om Christus gaan in ons leven. Wegdoen uit ons leven wat de HERE haat.

 

VIR EWIG EN EWIG

     

 

“Mag die God van die vrede, wat die groot Herder van die skape, naamlik onse Here Jesus Christus, deur die bloed van die ewige testament uit die dode teruggebring het, julle volmaak in elke goeie werk, om sy wil te doen, deur in julle te werk wat welbehaaglik is voor Hom deur Jesus Christus aan wie die heerlikheid toekom tot in alle ewigheid! Amen.” Hebr 13:20,21

 

Die heerlikheid behoort vir ewig en ewig aan God en aan Jesus Christus. Dit is God wat Sy Seun as die Verlosser gestuur het. Die heerlikheid kom aan die Drieenige God toe. Niemand anders het op die hoogste eer en heerlikheid reg as die HERE. Ons lees steeds weer hoe die eer en heerlikheid by God en Jesus Christus behoort. Ek gee enkele voorbeelde:Romeine 11: “O, DIEPTE van die rykdom en wysheid en kennis van God! Hoe ondeurgrondelik is sy oordele en onnaspeurlik sy weë!Want wie het die gedagte van die Here geken, of wie was sy raadsman gewees? Of wie het eers iets aan Hom gegee, dat dit hom vergeld moet word? Want uit Hom en deur Hom en tot Hom is alle dinge. Syne is die heerlikheid tot in ewigheid. Amen.” vs 33-36Judas: “Aan Hom nou wat magtig is om julle van struikeling te bewaar en julle sonder gebrek voor sy heerlikheid te stel met gejuig, aan die alleenwyse God, ons Verlosser, kom toe heerlikheid en majesteit, krag en mag, nou en tot in alle ewigheid! Amen.” Vs 24,252 Petrus 3: “Maar julle moet toeneem in die genade en kennis van onse Here en Saligmaker, Jesus Christus. Aan Hom kom die heerlikheid toe, nou sowel as in die dag van die ewigheid. Amen.” Vs 18Die groot vraag in ons lewe is of ons leef tot eer van die drie-enige God. Laat Sy eer deur ons lewe die doelwit van ons lewe wees, word en bly! Die heerlikheid behoort naamlik regtig vitr ewig en ewig aan die HERE. Hoe anderste word jou en my lewe as ons vir Jesus Christus leef. Orals en altyd.

 

VERMANING, BEMOEDIGING, VERTROOSTING   

 

“Overigens roep ik u ertoe op, broeders, deze woorden van vermaning te verdragen, ook al heb ik u slechts in het kort geschreven.” Hebreeën 13:22

 

Het vorige vers eindigde met het woord ‘amen’. Dan verwachten wij dat dit het laatste woord is. Toch volgen er nog een paar verzen. We moeten hierbij bedenken dat het in de tijd van Paulus en andere apostelen gebruik was dat een brief in veel gevallen gedicteerd werd. Iemand anders schreef op wat jij zei. Wanneer dit gebeurde was het zo dat de laatste woorden vaak werden geschreven door de man die de dingen had laten opschrijven. Het laatste kleine gedeelte was dan in het eigen handschrift van de afzender geschreven. Dat was een soort bewijs van echtheid. Dat lijkt hier ook zo te zijn. Na het woord amen neemt de echte schrijver de pen op en voegt nog iets toe. Hij geeft nog een soort samenvatting van de hele brief. Een brief die een woord van ‘vermaning, bemoediging, vertroosting’ is. Je ziet dat ik nu drie woorden gebruik. De rede daarvoor is dat het Griekse woord dat hier gebruikt wordt deze drie betekenissen heeft. Ongelukkig genoeg moeten wij nu een woord kiezen in de vertaling waardoor de volle betekenis niet uitkomt. Wanneer je de brief aan de Hebreeën leest, zie je ook hoe er getroost, hoe er bemoedigd en hoe er vermaand wordt. Je zie hier dat bij de HERE deze drie dingen bij elkaar horen. Als Hij vermaant en waarschuwt is dat om ons op de goede weg te houden of te brengen. Om ons zo te bemoedigen, te stimuleren om op die weg te gaan. De smalle weg die de weg van Christus, de weg van eeuwige redding is. Dan zie je ook dat de HERE troost want wie op die weg gaat, mag weten dat niet Gods oordeel je treft maar Zijn liefde en genade je omringt. Vertroosting, bemoediging en vermaning horen in een leven met de HERE onlosmakelijk bij elkaar.

 

VERDRAGEN EN AANNEMEN

   

 

“Overigens roep ik u ertoe op, broeders, deze woorden van vermaning te verdragen, ook al heb ik u slechts in het kort geschreven.” Hebreeën 13:22

 

De Heilige Geest doet een dringend beroep om wat Hij de apostel laat schrijven aan te nemen. We lezen daarbij het woord verdragen. De schrijver van deze brief weet dat mensen het vaak moeilijk vinden om woorden van vermaning aan te nemen. Ze kijken zo snel naar de mens die met die vermaning komt. Hoe het ook als bemoediging en troost bedoeld is toch voelt het niet goed als je met woorden gecorrigeerd wordt. Wanneer dingen in jouw leven aangewezen worden waar je fout zit. Jij bent toch een gelovige en wie is die ander dat hij mij aanspreekt op dingen in mijn leven. Alleen al het gevoel dat jij met bepaalde woorden aangesproken wordt, is vaak al genoeg voor verzet. Dan gaan we weer in groepen en partijen denken en wordt de ander een soort tegenstander.

De Geest doet hier een beroep op ieder om woorden van vermaan die volgens Gods Woord zijn te verdragen. Dat betekent niet dat je ze schouderophalend over je heen laat komen. Dat is dat je ze je hart in laat komen en jezelf echt toetst aan die woorden. Hoe oud je ook al bent. Hoe je ook als gelovige bekendstaat. Niemand van ons mag zich om wat voor rede ook aan het vermaan vanuit Gods Woord onttrekken. Het is een bewijs van Gods liefde dat Hij jou en mij maar niet onze gang laat gaan maar levenslang aanspreekt ook als dat zeer doet. Dat laat zien dat de HERE je echt als Zijn kind aanspreekt.

Ja, maar ik geloof en doe het al zo lang. Dan is dat toch niet meer nodig? Hierbij denk ik aan de woorden van de HERE tot Ezechiël: “En als een rechtvaardige zich van zijn gerechtigheid afwendt en onrecht begaat en Ik een struikelblok voor hem leg, zal híj sterven. Omdat u hem niet gewaarschuwd hebt, zal hij in zijn zonde sterven. Zijn rechtvaardige daden die hij gedaan heeft, zullen niet meer in herinnering gebracht worden, maar zijn bloed zal Ik van uw hand eisen. Maar u, als u de rechtvaardige waarschuwt, opdat de rechtvaardige niet zondigt, en hij inderdaad niet zondigt, zal hij zeker in leven blijven omdat hij gewaarschuwd is, en hebt ú uw leven gered.” Ez 3:20,21

Laat het zo zijn dat jong en oud zich laten aanspreken door het vermaan dat vanuit Gods Woord tot ons komt. Ook als dat vanuit de verkondiging van dat Woord tot ons komt. Laten we er blij mee zijn!

 

NIE VOLGENS EIE GEUR EN SMAAK NIE  

 

“En ek vermaan julle, broeders, verdra die woord van vermaning, want ek het ook maar kort aan julle geskrywe.” Hebr 13:22

 

Die gemeentes het die brief ontvang. Hulle lees hierdie brief. Aan die einde lees ons die indringende oproep om wat hier geskryf is te verdra. Dit beteken hier dat hulle deur die Gees opgeroep word om wat hulle lees te aanvaar en daaruit te leef en te dink. Dit word nog ’n keer beklemtoon deur die Griekse woord wat hier vir ‘geskrywe’ gebruik word. Hierdie woord wys naamlik daarop dat dit wat geskryf is ’n boodskap bevat wat daarom vra om uitgevoer te word. In hierdie brief kom woorde van gesag na die gemeente toe. Ons het altyd weer die neiging om sulke woorde nie dadelik te aanvaar nie. Verseker nie as hulle ons net geskryf word en nie ’n verdere toeligting gegee word nie. Iemand kan hierdie dinge wel skryf of net in ’n preek sê maar dit beteken nie dat ons dit sommerso aanvaar nie. Dit is ’n neiging wat nie net by verligte gelowiges voorkom nie. Ook mense wat hulleself baie behoudende Christene noem, kan so reageer as wat gesê word nie volgens hulle geur en smaak is nie. Dit is so belangrik dat ons altyd weer teruggaan na God se eie Woord. As die vermaan, as die aansporing volgens God se Woord is, hoe seer dit ons ookal maak, nogtans het ons dit ter harte te neem. Ons moet dan ons gevoel van irritasie en verset ignoreer en bestry. God se Woord gaan regtig bo alles! Ook as dit vir ons gevoel nogal kortliks geformuleer is. Ons mag vrae vra en om toeligting vra maar nie om krities te wees nie. Ons moet juis saam leer om jonk en oud steeds weer te wil leer, steeds weer op die goeie pad gebring te word, steeds weer gekorrigeer te word om ons so daagliks te bekeer.

 

RUST VINDEN 

 

“U moet weten dat broeder Timotheüs losgelaten is. Samen met hem zal ik u zien, zodra hij komt.” Hebr 13:23

 

Een verwoestende ontploffing in Beiroet. Je ziet hoe het leven in een keer een andere wending kan nemen. Ineens kan alles weg zijn. Ineens zoveel verdriet, zoveel pijn, zoveel zorgen. Wij als mensen hebben het leven en hoe de geschiedenis loopt niet in de hand. Wij gaan met dingen uit de schepping om op een manier die zoveel pijn, zoveel problemen bezorgen. Wat heeft de zonde die wij in de wereld gehaald hebben een verwoestende invloed. Dat geldt als je denkt aan wat er in Beiroet gebeurde, dat geldt als je denkt aan de gevolgen van het coronavirus. Je ziet het ook als je denkt aan het verschrikkelijke ongeluk in de wielerronde van Polen deze week. We jutten elkaar zo op om maar te presteren dat er grote risico’s genomen moeten worden met verschrikkelijke gevolgen. Wij moeten presteren en nemen daarom grote risico’s. Al met al steeds weer onrust door de zonden en door de gevolgen van de zonde en de zonden. Waar is nu rust en verantwoordelijkheid te krijgen? Bij Christus. Bij het samen je rust vinden bij de HERE en bij Zijn Woord. Door niet te leven voor de prestatie, door niet te leven door risico’s te nemen. Dan kun je zelfs in gevangenschap om je geloof rust vinden in Christus. Je hebt ondanks die gevangenschap uitzicht op een geweldige toekomst. De schrijver van de brief aan de Hebreeën wil graag met de vrijgelaten Timotheus de kerken bezoeken. Om samen juist door de boodschap van Christus bemoedigd te worden. Door al meer de rijkdom van Gods Woord te ontdekken. Dan verdwijnt ook opstandigheid en ontevredenheid als je een tijd lang je aan beperkende maatregelen moet houden om ook andere mensen, je naaste te beschermen. Dan is het niet ik ben jong en ik wil wat maar dan is het ik vind rust samen met anderen in Christus als onze Verlosser.

 

HEILIGES GEGROET

 

“Groet al julle voorgangers en al die heiliges. Die wat van Italië is, groet julle.” Hebr 13:24

Die Gees laat die skrywer van hierdie brief die gelowiges aan wie hy skryf groet. Die opvallende is dat almal gegroet word maar dat die ampsdraers daarby ’n spesiale plek kry. Dit maak duidelik dat die Gees nog een keer beklemtoon dat die ampsdraers van die HERE ’n taak gekry het waarin hulle geëerbiedig moet word. De Gees wys so terug na wat ons in vers 17 lees: “Wees gehoorsaam aan julle voorgangers en onderdanig, want hulle waak vir julle siele as diegene wat rekenskap moet gee, sodat hulle dit met blydskap kan doen en nie al sugtende nie; want dit is vir julle nie nuttig nie.”Die ampsdraers word gegroet en hierdie groet beteken ook dat hulle bemoedig word om hulle amp op ’n goeie manier te kan uitvoer. Nie net die ampsdraers word gegroet nie. Al die gelowiges vir wie hierdie brief geskryf word. Wat die Heilige Gees in hierdie brief laat skryf het, is van die grootste belang vir die hele gemeente. Vir al die gemeentes wat op die wêreld ontstaan het. Die Gees het naamlik daarvoor gesorg dat hierdie brief deel van die Bybel geword het. Deel van God se Woord vir alle tye wat kom. Die gelowiges word hier heiliges genoem. Dit beteken dat hulle deur God van die wêreld afgesonder is. Hulle kry die instruksies in hierdie brief hoe hulle afgesonder van die wêreld moet leef. Om midde in die wêreld te staan as mense wat ’n Christelike lewe lei. Om mense te wys op Christus as die enigste Verlosser. Heilig leef vir die HERE behoort by ’n gelowige lewe. Sonder om so te leef kan jy nie ’n Christen wees nie.

 

GODS WERK IS WERELDWIJD 

 

“Groet al uw voorgangers en al de heiligen. De broeders uit Italië groeten u. De genade zij met u allen. Amen.” Hebreeën 13:24,25

De voorgangers en de gelovigen die afgezonderd van de wereld maar wel midden in de wereld leven worden gegroet. De apostel betrekt bij de groeten die hij doet ook een groep gelovigen die in Italië woont of daaruit afkomstig is. We zien hier hoe juist Christus werk om Zijn kerk bij elkaar te brengen over de hele wereld een grote bemoediging is. Je ziet in deze groeten dat de band die Christus legt meer is dan de gemeente waar je bij hoort en ook veel groter is dan de gelovigen die je in eigen omgeving en in eigen land kent. Christus’ werk is wereldwijd! Hij brengt Zijn kerk over de hele wereld bij elkaar. Voor ons heel vaak niet te overzien. Dat moeten we eerlijk toegeven. Wij moeten niet denken dat wij kunnen bepalen waar de grenzen van de kerk zijn. Wij zijn geroepen om zelf echt kerk van Christus te zijn volgens Zijn Woord. Niet meer en niet minder. Als we meer willen zijn volgens eigen regels en met onze eigen identiteit worden we sekte. Als we het met minder doen, worden we ontrouw aan het Woord. Dan dwalen we al verder bij Christus weg. Dan gebruiken we nog de naam kerk maar zijn het niet meer. Geen vrijzinnigheid, geen kerk volgens eigen identiteit maar kerk van Christus volgens Zijn Woord en daarin willen groeien. Daarin de ruimte van het Woord eerbiedigen. Altijd weer blij als je hoort van mensen op de wereld die ook zo gemeente van Christus zijn. Here dank U voor U geweldige werk wereldwijd.

 

GENADE!  

 

“Die genade sy met julle almal! Amen.” Hebreërs 13:25

Die gelowiges aan wie die apostel skryf, maak juis omdat hulle in Christus glo moeilike tye deur. Die lewe is dikwels vir hulle swaar. Hulle het bemoediging en vermaning nodig om op die regte pad te bly. Om regtig vir Christus te bly leef. Ons het dit vandag ook nodig as ons in vryheid leef. Ons het dit nodig als ons welvarende mense is. Ook dan is die gevaar groot om nie regtig met Christus te bly leef nie. Die lewe hier en nou kan ons dan so in beslag neem dat ons nie regtig in diens aan Christus ons lewe bestee nie. Christus word dan iets vir ou mense wat naby die dag van hulle dood is. Dit is so belangrik om nie so te begin dink en leef nie! Ons het almal God se genade nodig. Genade is vergifnis van sondes. Nogtans is God se genade baie meer! Dit is ook dat jy en ek leer om regtig in tere liefde vir Christus te wil leef. Dit is ook dat ons die HERE nie vergeet as dit goed met ons gaan nie. Dit is ook dat ons nie opstandig word as dit in ons lewe moeilik is en groot hartseer ons lewens tref nie . Dit is dat ons steeds weer ons hart op Christus in ons lewe rig. Vol verwagting, vol liefde, vol van verwondering. Dit is God se genade in ons lewe as ons kind van Hom wil wees. Elke dag ons weer aan Hom as ons Vader wil toevertrou. HERE bly ook nou en in die toekoms die moed gee om regtig in u diens te staan. Hoe moeilik ander mense ons lewe ook maar kan maak. Leer ons deur u Gees bemoedig te word en in U liefde, leiding en sorg ons lewe elke dag weer te vind. Om die taak te kan volbring wat U ons in die lewe gegee het. Ook dit is die HERE se genade wat Hy om Christus ontwil en deur Sy Gees ons wil gee. So vat ons weer moed!

 

GENADE EN VERANTWOORDELIJKHEID    

 

“De genade zij met u allen. Amen.” Hebr 13:25

 

Een laatste meditatie vanuit Hebreeën 13. Genade. Leven uit genade in deze coronatijd. Als ik daar over nadenk in de tijd dat in ons land de besmettingen weer toenemen en mensen al minder zich aan de regels willen houden, valt mij op hoe een deel van de mensen redeneert. Ze hebben het over coronawaanzin. Ze hebben het vooral over hun eigen rechten. Hun eigen vrijheid. Hun recht op contact en aanraking. Het zit zo vol met ons eigen ik. Ik word er niet zo ziek van. Ik ben jong en gezond. Het beschermen uit liefde van anderen is allemaal niet zo belangrijk. Zwakke mensen gaan toch dood. Het recht van de sterkste lijkt ons echt in het bloed te zitten. Een van de belangrijke gevolgen van de zondeval. Mijn recht en mijn leven. Ik laat me geen beperkingen opleggen. Geen heer en geen meester. De taal van de Franse revolutie in plaats van die van de HERE. De HERE die ons in Zijn Woord leert Hem en de naaste lief te hebben. Leven van genade betekent dat ik niet op mijn rechten ga staan. Leven uit genade betekent dat ik inzie dat ik alleen Gods oordeel verdiend heb en dat het een wonder van Gods liefde is dat ik Zijn kind mag zijn. Uit mijzelf heb ik daar geen enkel recht op. Leven uit genade betekent dan ook dat ik uit liefde offers breng als dat voor de naaste nodig is. Ook voor die zwakke naaste. Ook als ik zelf waarschijnlijk bijna geen gevaar loop. Heb je wel eens bedacht dat de Here Jezus al Zijn rechten voor zondaren opgaf om ze te redden? Tot de meest schuldige toe die het met berouw over eigen zonden bij Hem zoekt. Haal ik het dan nog in mijn hoofd om over mijn eigen rechten en vrijheid te praten? Nee, toch! Vanuit Gods liefde wil ik dan toch alles doen om het leven van die ander te beschermen. Wat hoeven wij dan ook nu weinig op te geven als je dat met de Here Jezus vergelijkt. Van de door Hem verdiende genade moeten wij het hebben.

 

VOOR GOD SE Oë LEEF  

 

"HERE, U deurgrond en ken my". Psalm 139 1b

As 'n mens gaan rus en ook by homself gaan kyk wat die dinge is wat jou dryf, is dit goed om te weet dat die HERE jou ken. Hy ken jou, Hy weet wat jou in die diepste van jou hart beweeg. Ek kan niks daarvan vir Hom verberg nie. Dit is vir 'n kind van God wat die HERE in sy lewe wil volg 'n groot troos. Ook as mense rondom jou dink dat hulle weet wat jou beweeg en dan allerhande negatiewe dinge noem. Dit is goed om dan diep in jou hart te kyk en te toets of dit so is of nie so is nie. As jy dan voor die HERE kan sê dat dit nie so is nie kan jy die mense laat praat. Dan is dit so 'n troos dat die HERE wat die uiteindelike oordeel oor jou en my uitspreek ons ken. As jy vals beskuldig word, is dit ´n groot houvas dat die HERE altyd regverdig en eerlik oordeel.Dit is ook ´n goeie uitgangspunt vir ons lewe elke nuwe dag weer. So leef, praat en doen dat jy en ek voor die HERE kan verskyn. Dan wil jy die besluite neem, die woorde spreek, die dinge doen wat in die HERE se oë goed is. Ek moet nou dink aan Efeze 6: “Diensknegte, wees gehoorsaam aan julle here na die vlees, met vrees en bewing, in opregtheid van julle hart, soos aan Christus; nie met oëdiens soos mensebehaers nie, maar soos diensknegte van Christus wat die wil van God van harte doen en met goedwilligheid die Here dien en nie mense nie.” Vs 5-7 Laat ons steeds weer so leef dat ons daarvan met blydskap bewus is dat ons voor die HERE se oë leef.

 

HERE LICHT MIJ DOOR!

 

“Zie of ik geen verkeerde weg ga, en leid mij over de weg die eeuwig is.” Psalm 139:24

Naar jezelf kijken. Jezelf toetsen en beoordelen. Het is iets wat nodig is. Toch is en blijft dat altijd moeilijk. Je kijkt naar jezelf met je eigen bril. Die bril is flink beslagen. Dan zeg ik het nog heel voorzichtig. We hebben altijd de neiging om verkeerde dingen in ons eigen leven te vergoeilijken of helemaal niet te zien. Ook ons beoordelingsvermogen is door de zonde aangetast. Dat geldt voor ons allemaal. Daarom is het nodig dat een ander als een mens naar ons kijkt. Daarom is het nodig dat we naar onszelf leren kijken door een andere bril. Door de bril van de enige die echt goed is! De HERE.

De dichter van Psalm 139 vraagt de HERE dan ook om naar hem te kijken. Om zijn leven helemaal door te lichten. Hij vraagt de HERE om het verkeerde in zijn leven te laten zien. Het is genade als de HERE dat in je leven doet. Het kan zijn dat je met dingen bezig bent die je op de brede weg brengen die je naar het verderf leiden. Wat is het dan een genade, een liefde van God als Hij je bij je kraag grijpt en laat zien wat verkeerd is. Als Hij je dan bij Christus brengt om vergeving te krijgen. Als Hij je bij de Geest brengt om door Zijn kracht een ander leven te gaan leiden. HERE doorzoek zo elke dag mijn leven en leer mij zo op Uw weg te gaan die mij in het eeuwige leven brengt. Leer mij elke dag weer om juist mijn leven te veranderen naar Uw beeld. Dank U dat U dat uit liefde wilt doen.

 

JE LEVEN OP DE HERE WENTELEN

 

“Wentel uw weg op de HEERE en vertrouw op Hem: Híj zal het doen. Hij zal uw gerechtigheid tevoorschijn doen komen als het morgenlicht, uw recht doen stralen als de middagzon.” Psalm 37:5,6

Het is zo belangrijk dat jouw en mijn hart niet aan het leven op deze aarde vast blijft zitten. Als dat wel zo is dan is leven met God, dan is bidden, dan is lezen in de Bijbel een extraatje. Een extraatje dat er mag zijn maar dat je niet nodig hebt. Een extraatje dat je hier op aarde iets moet opleveren en anders heeft het eigenlijk geen waarde. Dan zoek je ook steeds naar dat waaraan je nu iets voor jouw gevoel, volgens jouw mening hebt. Dan is het leven met de HERE ook niet het wezenlijke, de kern van je bestaan. Het is zo belangrijk dat we leren om werkelijk in de HERE, in Christus ons hele leven te leggen. Dat is ook waar de Heilige Geest ons in onze tekst op wijst. Het gaat erom dat je jouw leven in Gods handen legt. Letterlijk roept de Heilige Geest ons ertoe op om ons leven op de HERE te wentelen. Niet een deel van ons leven maar ons hele leven. Om alles wat er op onze levensweg gebeurt op de HERE te leggen. Dat wentelen, dat leggen van je leven in Gods handen is niet iets dat je zomaar doet. Dat is een zwaar en moeilijk werk. Als je iets moet wentelen hebben je daar kracht voor nodig. Dat vraagt om een bewuste actie van jou en mij. Dat vraagt erom dat we onze handen uit de mouwen steken. De handen van geloof. Het zwaarste en moeilijkste daarbij is voor ons om ons leven uit handen te geven. Dat wij niet meer zelf ons leven in handen hebben en het sturen zoals wij dat willen. Het moeilijkste voor ons daarbij is dat we moeten toegeven dat we dat zelf niet kunnen. Dat we nodig hebben om ons leven op een ander te leggen, in de handen van die ander, van God. Is dit niet te moeilijk? Voor ons als mensen wel maar de HERE wil jou en mij door de Geest dat geven! Uit genade. Dan is de lichte last van Christus die ons steeds weer bij de HERE brengt!

 

 

TELEURSTELLING EN BLYDSKAP

 

“Loof die HERE, want Hy is goed, want sy goedertierenheid is tot in ewigheid!” Psalm 107:1

Vir die meeste mense in my omgewing is die vakansie verby. Vir ons het die eerste dag daarvan gekom. Op ’n ander plek as beplan. Die plan was om more na Suid-Afrika te vlieg. Die HERE se plan is anderste. Dit is belangrik dat as dingen anderste gaan ons deur die HERE gelei weet. Dat ons ook as dinge anderste gaan ons vol verwondering oor God se genade bly leef. Dat die lof op Hom by teleurstelling in ons lewe nie verdwyn nie. Hoe belangrik is dit vir ons hele lewe. Altyd weer. Somtyds meen sekere mense dat jy oppervlakkig is as jy die blydskap in die geloof bly uitstraal. As ’n mens steeds weer positief oor die HERE en oor die lewe wat Hy vir ons gee, praat. Dit sou oppervlakkig wees as jy steeds weer Christus loof en prys in jou lewe. Dit kan oppervlakkig wees as ’n mens net wanneer dit goed gaan in jou lewe die HERE prys. As jy doen asof ander nie sou kon worstel met die moeilike dinge wat in hul lewe en hul gevoel ’n rol speel nie. Juis dan is dit nodig dat jy na ’n ander luister en vol liefde en sorg die ander op Christus wys wat God se kind nooit alleen laat nie. Wie in de moeite en in baie hartseer nogtans die blydskap van die lewe met die HERE uitstraal is juis ’n geskenk wat die Gees vir ons gee. Is ‘n getuienis ook vir ander dat ook in hartseer en teleurstelling die Gees ons by Christus bring. Lewe met en deur Hom is die grootste geskenk wat jy in jou lewe kan kry. Dat die HERE God se kind deur alles heen Sy genade en liefde wil bly gee. Die HERE is goed. Hy is selfs goed vir sondaars wat by Christus hul lewe in alle omstandighede soek.

 

 

 

BOU OP DIE HERE!

 

“Loof die HERE, want Hy is goed, want sy goedertierenheid is tot in ewigheid!” Psalm 107:1

 

Die son skyn. Die voëls fluit. Die Woord gaan oor die wêreld om mense tot Christus te roep. Die Woord van verlossing troos ook vandag mense wat ’n geliefde wat in Christus gesterf het, moet begrawe. Die Woord van de HERE, die HERE self kom ook tot hulle wat vandag om die afsterwe van 'n geliefde rou wat nog so jonk was. Die HERE wys ook dan dat sy troue liefde, Sy goedertierenheid tot in ewigheid is . As ’n mens daaroor nadink is dit so wonderlik. So goed. God se trou en liefde is nie vir ’n rukkie nie. Jy kan baie van bepaalde mense hou. Sekere mense het baie vir jou in jou lewe beteken. Jy het op hulle in jou lewe gebou. Nogtans kom die oomblik dat jy dit nie meer kan doen nie. Omdat hulle, hoe graag hulle dit ookal wou doen, dit nie meer kan nie. Die oomblik kom dat die ander siek word of sterf. Ons lees daarvan in Psalm 146: “Vertrou nie op prinse, op die mensekind, by wie geen heil is nie. Sy gees gaan uit, hy keer terug na sy aarde toe; op daardie dag is dit met sy planne gedaan.” vs 3,4 Wanneer ons op ander steun moet ons bedink dat geen mens op hierdie wêreld heeltemal goed is nie. Ons moet ook bedink dat enige mens sterflik is. Hoe anders is dit by die HERE! Hy is vir 100% goed. Hy is almagtig en alwetend. Hy is die enigste lewende God. Hy is dit wat trou is aan wat Hy beloof het. Hy is die Betroubare. Hy is onsterflik, Hy is die ewige God. Sy goedheid, Sy trou bly vir ewig bestaan. Wie by Christus tydens sy of haar lewe op aarde verlossing en leiding soek, is seker van die ewige trou en liefde van God in jou lewe. Wie dit raaksien het in alle omstandighede rede om al is dit deur groot sorge en trane heen die HERE te loof. Die HERE is die troue God van die verbond. Wie by Hom behoort wil dan ook self trou in liefde wees en wil juis vir die naaste vol van liefde en trou wees. Dan leer jy met Psalm 146 ook sê: “Welgeluksalig is hy wat die God van Jakob het as sy hulp, wie se hoop is op die HERE sy God,wat hemel en aarde gemaak het, die see en alles wat daarin is; wat trou bly tot in ewigheid.” Vs 5,6

 

REGTE TROOS

 

“Dit moet die verlostes van die HERE sê, wat Hy uit die nood verlos het en uit die lande versamel het, van die ooste en die weste, van die noorde en van die see af.” Psalm 107:2,3

Die dag het gekom om ’n eie kind te moet begrawe. Hy of sy was nog so jonk. Hy of sy het so baie van die lewe op hierdie aarde verwag. Nogtans is dit siekte of ’n ongeluk wat die lewe nou afgebreek het. Dalk het die jonge man en vrou nog vir die lewe op aarde geveg. Nogtans het die afsterwe gekom. Hartseer, rou en gemis het die lewe van die geliefdes ingekom.Hoe nou verder? Dit is nie nodig om oud te wees om by die HERE se verlostes te behoort nie. Die HERE is die God van die lewe. Christus het vir wie op Hom bou en deur Hom vergifnis soek, verdien om deur die dood heen te leef. In Psalm 107 gaan dit veral om hulle wat volgens God se belofte uit die ballingskap terugkeer. Die HERE is dit wat die balllinge uit verskillende lande weer in die beloofde land tuisbring. Ons mag ook by die afsterwe van ’n kind van God wat jonk sterf, weet dat die HERE ook hom of haar versamel. Hy laat ook daardie jongmens leef saam met Sy volk in die hemel. Daar sal hy of sy geniet soos nooit eerder in sy of haar lewe gebeur het nie. Waar jy ook gewoon het die HERE bring Sy kinders tuis. Vir ewig. Hulle wat hul vreemdelinge op hierdie aarde weet in die vertroue op Christus behoort by God se volk. Hierdie volk word in die hemel en later op die nuwe aarde by mekaar gebring. Waar alles van die HERE praat. Wie agterbly ken die hartseer en die gemis maar mag weet dat as jy met die HERE leef Hy ook vir jou sorg deur alles heen. Dat ook jou toekoms vas en seker wonderlik is deur Christus se werk.

 

VAN DIE OOSTE EN DIE WESTE

 

“Dit moet die verlostes van die HERE sê, wat Hy uit die nood verlos het en uit die lande versamel het, van die ooste en die weste, van die noorde en van die see af.” Psalm 107:2,3
 
Die HERE bring sy volk byeen. Hy is dit wat daarvoor sorg dat Sy volk altyd op aarde leef. God se volk is dikwels hardkoppig en ongehoorsaam. Ons vergeet so vinnig die HERE se genade en goedheid. Ons vergeet so gou ons eie sondes en skuld. Ons is so dikwels kortsigtig. Ons let net op wat vir ons nou en in die tyd wat kom goed voel.
Ondanks al die skuldige vergeetagtigheid, waarvoor God se volk ook in ballingskap gegaan is, bring die HERE Sy volk weer byeen. Dit is Christus wat Sy kerk deur alles heen vergader. Hy sorg dat daar mense is wat hulleself verloën en Christus as hul Here en Verlosser wil volg.
As ’n mens ’n bietjie daaroor nadink sien jy die grootheid van die HERE se genade. As ek daaraaan dink dat ek sou geleef het in die tyd van Psalm 107 sou ek vir ewig verlore gegaan het. Dan sou ek geen deel van God se volk wees. Hoe groot is die HERE se goedheid dat ek leef in die 21e eeu. Omtrent 2000 jaar na Christus se werk. In ’n tyd dat die evangelie ook Nederland en Suid-Afrika bereik het. Onder die HERE se regering. Hoe goed is Hy vir my. Onverdiend. Christus het die bevel gegee om oor die hele wêreld die evangelie te gaan verkondig. Dit is God se onverdiende liefde. Die Here Jesus het in Matteus 8 al gesê dat dit gaan gebeur:
“Ek sê nou vir julle dat baie uit die ooste en die weste sal kom en saam met Abraham en Isak en Jakob aan tafel kom aanlê in die koninkryk van die hemele, maar die kinders van die koninkryk sal na die duisternis daarbuite verban word. Daar sal ’n geween en ’n gekners van tande wees.” Matt 8:11,12
Ons sien hier dat dit beslissend vir ons lewe is dat ons God se genade in ons lewe aanneem. Dit is orals op hierdie wêreld dieselfde. Kom tot Christus waar jy ook leef en jy is uit die grootste nood wat bestaan gered.
 

 

IN DIE WOESTYN OP PAD NA DIE PARADYS

 

“Hulle het gedwaal in die woestyn, op woeste paaie; ’n stad om in te woon het hulle nie gevind nie. Honger, ook dors was hulle; hulle siel het in hulle versmag.” Psalm 107:4,5


As ek hierdie woorde lees, sien ek ook die werklikheid wat die kerk, wat God se volk dikwels in die geskiedenis tref. Die bestaan in die woestyn. Dit kan wees dat hierdie werklikheid die gevolg is van afval en opstand teen die HERE. Dit kom dan oor ons as God se straf. As die straf wat ons so wil raak dat ons begin besef dat terugkeer na Christus en die leef volgens Sy gebooie nodig is. Ons is mense wat dikwels so hartkoppig is, so lief vir onsself dat ons nie meer na God se woorde luister wat ons die goeie pad wys nie. Ons is so dikwels eiewys. Ons wil leef volgens eie gedagtes en gevoelens. Dan is dit goed om Christus as ’n middel te hê wat ons red as ons sterf. Lewe sonder Christus op aarde om hier volgens eie sondige hart te kan geniet en Christus by die sterwe om aan die straf te kan ontkom. Baie mense leef op hierdie manier en noem hulleself Christen. Wie so leef, leef in werklikheid as ’n vyand van Christus se kruis. Jy moet nie dink as jy so leef dat Christus regtig jou Verlosser is nie. Jy is dan besig om jouself te bedrieg. Dan kan dit so nodig wees dat jy saam met ander God se straf voel om tot besinning te kom en om regtig in en uit geloof te begin leef. Christus regtig te leer ken.
Wie so begin leef, leer deur die Gees tot die HERE te gaan en Hom te vra om hulp. Hulp wat jy nie verdien het nie maar die HERE jou en my om Christus se werk wil gee. Dan bly die bestaan nie ’n woestynreis nie. Dan is dit die Gees wat jou so volgens God se Woord lei dat jy op pad gaan na die pararys. Die paradys waar jy nooit meer honger is, waar jy nooit meer dors is nie. Waar die water van die lewe en die brood van die lewe jou steeds weer gee wat nodig is. Waar jy Christus self sien as jou God en Redder.

 

 

TE DONKER?

 

“Toe het hulle die HERE aangeroep in hul benoudheid; uit hul angste het Hy hulle gered.” Psalm 107:6

Dit kan so wees dat alles rondom jou en ook in jou donker lyk. Jy kan in jou lewe op moed verlore se vlakte wees. Dit lyk of jy in ’n donker doodlooppstraat gekom het. Dit kan in jou persoonlike lewe so wees. Dit kan so lyk as dit om die kerk gaan. Het ons nog enige toekoms? Kan jy nog stap op ’n pad dat regtig vorentoe gaan? Of is dit donker en bly dit donker sondere enige uitsig?

Die Gees wys ons hier wat die pad is waarop ons altyd verder kan stap. Dit is die pad van die gebed. Christus het vir wie in al sy angs en pyn tot Hom gaan verdien dat die Vader in die hemel ons nooit sal verlaat nie. Dat Hy altyd selfs tot in ons grootste nood na ons luister. Ook as ons nie meer weet nie, is Hy dit wat vir jou wil sorg. Wat vir jou ’n pad gee waarop jy kan gaan. Die pad waarop jy op Christus bou. Hy bring jou tuis as jy dit van Hom verwag. Hoe jou lewe ook beskadig is. Hoe mense ook sleg oor jou gepraat het selfs as dit nie waar was en is nie. Ons mag weet dat op die gebed Christus deur die Gees ook altyd toekoms aan Sy kerk gee. Nooit sal ’n tyd bestaan waarin die kerk nie daar is nie. Laat ons op Christus bou. Laat ons bid en so weer met hoop en geloofsmoed leef. Ons mag weet dat waar en seker is wat ons in Psalm 34 lees: “Die HERE is naby die wat gebroke is van hart, en Hy verlos die wat verslae is van gees. Menigvuldig is die teëspoede van die regverdige, maar uit dié almal red die HERE hom.” Die HERE is betroubaar. Hy maak Sy Woord altyd waar! Laat ons bid en so altyd weer kan asemhaal. Asem deur die HERE gegee.

 

DIE HERE LEI!

 

“En Hy het hulle gelei op ’n regte pad om te gaan na ’n stad om in te woon.” Psalm 107:7

God se kinders roep in hulle nood tot die HERE. Hy is dit wat regtig na hulle luister. Dit is nooit so dat die HERE nie na jou luister as jy in nood tot Hom roep nie. Hy is dit wat selfs Sy eie Seun gegee het om ons gebede te heilig. Om vir ons die pad te lê wat daarvoor sorg dat die gebede by Hom kom. God se liefde en ontferming gaan so ver dat Christus vir ons volgens God se plan verdien het dat die Gees vir ons bid as ons nie meer weet wat ons moet bid nie. Ons lees daarvan in Rom 8:26,27: “En net so kom ook die Gees ons swakhede te hulp, want ons weet nie reg wat ons moet bid nie, maar die Gees self tree vir ons in met onuitspreeklike sugtinge. En Hy wat die harte deursoek, weet wat die bedoeling van die Gees is, omdat Hy ooreenkomstig die wil van God vir die heiliges intree.”Die HERE lei ons op de gebed, in die diep afhanklikheid van Hom, op ’n pad wat reg na Hom loop. Dit lyk vir ons in die lewe so dikwels ’n kronkelpad. Ons is dit wat so baie keer vir onsself die lewe tot ’n kronkelpad maak. ’n Pad waarbij ons op dwaalweë gaan. As ons dan by die HERE ons hulp en leiding soek, is Hy dit wat ons op die regte pad bring wat ’n gelyk pad is wat na Sy beskerming lei. Wat ons bring op die pad waarby ons daar waar Hy wil ons alles gee wat ons nodig het. Daar waar alles van Hom praat. Daar waar jy regtig tuis is by jou God as jou Vader en Verlosser. Waar Sy Woord en daarmee ook Sy Gees jou omring en op die smal pad bring wat na die lewe lei. Na Christus wat die lewe is. Na die Nuwe Jerusalem wat eendag op die aarde sal neerdaal.

 

GOD SE TROUE LIEFDE RAAKSIEN

 

“Laat hulle die HERE loof om sy goedertierenheid en om sy wonderdade aan die mensekinders.” Psalm 107:8

 

Die lewe kan op ’n woestyn lyk. Baie dingen rondom jou is so droog en dor. Dalk voel jou hart ook so droog, so swaar. In jou lewe het groot verskeidenheid van problemen gekom. Dit lyk asof dit steeds weer jou lewe bepaal. Hoe swaar dinge ookal is of voel nogtans staan die HERE bo al hierdie dinge. Hy is dit wat meer is as die grootste probleme, die grootste oorsaak van hartseer in ’n mens te lewe. Hy is dit wat vir God se kind wat regtig by Christus hulp en redding soek daarvoor sorg dat jy nie ewig in die woestyn hoef te leef nie. Die woestyn ook in ons gevoelens het gekom na die sondeval. Die sonde is die oorsaak van alle verdriet en hartseer.

Die HERE is goedertieren. Dit beteken dat Sy troue liefde vir wie glo altyd by jou is. Ook in die woestyn van die lewe. Sy troue liefde sorg daarvoor dat jy eendag die woestyn sal verlaat. Dat jy eendag nie meer ‘n vreemdeling op aarde is nie. Dat jy om Christus se werk as burger van God se Ryk op hierdie aarde regtig vir ewig tuis sal kom. Die aarde is dan jou woning sonder dat nog enige woestynervaring oor jou kom. Dit is een van God se groot wonders wat Hy vir jou en my wil gee. Hy leer ons dan juig in die woestyn terwyl ons steeds weer die HERE se belofte van Sy troue liefde voor oë sien.

 

MISDADIGERS EN TRONK NIE OORSLAAN NIE

 

“Die wat in duisternis en doodskaduwee gesit het, gevang in ellende en ysters —omdat hulle wederstrewig was teen die woorde van God en die raad van die Allerhoogste verwerp het, het Hy hulle hart deur moeite verneder; hulle het gestruikel, en daar was geen helper nie.” Psalm 107: 10-12

 

Dit gaan hier in Psalm 107 oor ’n nuwe groep mense. Dit is mense wat deur eie skuld in groot ellende gekom het. Die lewe het swaar geword vir hulle. Hulle is mense wat teen God se gebode ingeleef het. Dit is mense wat as misdadigers geleef het. Van hulle is in die ysterboeie geslaan. Hulle verdien ook regtig die straf en die tronk.

Dit gaan hier dus nie net daaroor dat ons almal skuldig teenoor die HERE staan nie. Ons is almal skuldiges en misdadigers as dit om ons sondige hart gaan. Nogtans het ons hier te doen met mense wat regtig in hulle dade en woorde ander mense benadeel en mishandel het. Hulle het teenoor God se woorde in opstand gekom. Met hulle dade. Die gevolg is dan dat jy ook jou naaste benadeel en bedrieg. Ander mense is nie meer veilig omdat hierdie mense net vir hulleself leef. Hulle leef op ’n manier dat hulle dink dat hulle self God is en die enigste God wat regtig leef nie bestaan nie.

Is dit mense waarvan ons moet sê dat hulle te sleg is om ooit deur God as Sy kinders  aangeneem te word?  Ons kan so voel en dink dat ons onsself beter as hulle voel. Ons het meer reg op God se liefde en genade dink ons dan. Met daardie soort mense moet jy niks te doen wil hê nie. Die verrassende is dat die HERE in die verse wat volg duidelik maak dat Hy ook hulle vergeef as hulle met hul hart daarom vra. Dit leer ons om ons bo niemand te verhef nie. Om regtig die evangelie met liefde vir elkeen wat op ons pad kom te verkondig. Om ook die misdadigers en die tronk nie oor te slaan nie.

 

OPSTANDIG?

 

“Verneder u dan onder de krachtige hand van God, opdat Hij u op Zijn tijd verhoogt. Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u.”1 Petrus 5:6,7

We zien het aantal coronabesmettingen snel stijgen. We zien hoe het gevaar voor vooral zwakkeren toeneemt. Toch zie je ook hoe een deel van de mensen al opstandiger wordt. Acties waarbij bekende Nederlanders zeggen niet meer mee te doen om zo de overheid er onder te krijgen. Groepen die zeggen dat er wel gevaar is maar ja zij zijn geen risicogroep en willen toch hun eigen geluk hebben. Dan maar wat meer gevaar voor anderen. Dingen voor een langere tijd opgeven wil een deel van de mensen niet. Langere tijd offers brengen in het belang van anderen wil een deel van de mensen niet. Soms wordt dat ook nog vroom verdedigd met woorden als dat ieder op Gods tijd sterft.

Dit soort dingen is zo duidelijk in strijd met wat de HERE van ons vraagt. Wij willen blijven staan. Wij willen onze dingen doen terwijl in het coronavirus  ook Gods hand te zien is. Hij maakt ons duidelijk dat wij het zelf allemaal niet kunnen. Hij maakt ons duidelijk dat we het alleen van Christus moeten hebben. Laten we ons dan klein voor Hem weten. Laten we dan ook juist uit liefde voor Hem  in het belang van zwakkere naasten onszelf dingen ontzeggen. Laten we bidden om het laatste element van de vrucht van de Geest in Galaten 5:22:  zelfbeheersing. De liefde van God leert ons in belang van de naaste  ons dingen te ontzeggen. Laten we echte volgelingen van Christus zijn die zelfs Zijn leven gaf en de hel inging om zondige mensen die het niet verdiend hebben te redden. Laten we als christenen hierin juist voorbeelden zijn en onszelf zo beheersen dat Gods liefde en daarmee de liefde voor de naaste ons steeds weer beheerst. Ons steeds weer leert om niet zo nodig mijn eigen ding te willen doen. Klein voor de HERE en daarom voluit in liefde voor de naaste.

 

KLEIN GEMAAK WORD UIT LIEFDE

 

“omdat hulle wederstrewig was teen die woorde van God en die raad van die Allerhoogste verwerp het, het Hy hulle hart deur moeite verneder; hulle het gestruikel, en daar was geen helper nie.  Toe het hulle die HERE aangeroep in hul benoudheid; uit hul angste het Hy hulle verlos.” Psalm 107:11-13

 

Die HERE is ’n Vader wat regtig Sy liefde wys. Selfs as Hy Sy kinders in die probleme bring. Hy behandel ons as mense van wie Hy hou. Hy is nie die God wat ons sommerso op die verkeerde paaie laat gaan nie. Die verkeerde rigting en dade van ons lewe is ons eie skuld. Ons het God se liefde nie verdien nie. Nogtans behandel Hy ons as kinders. Ons het as ons van die smalle pad weggaan nodig om gewaarsku te word. Ons is vanuit onsself baie hardkoppig. Ons wil die kant op stap wat teen God se wil ingaan. Die lus om te sondig stroom deur ons are. Wanneer die HERE ons volgens ons eie hart sou laat leef, sou ons al meer op die pad gaan wat met die ewige ondergang eindig.

Hy is so goed dat Hy ons deur die probleme laat voel dat ons dit self nie kan maak nie. Dit is God se genade dat ons swaarkry as ons teen God se wil in opstand kom en so leef. As Hy ons klein en nederig maak deur die swaarkry in ons lewe. Dit is nie lekker nie nogtans het ons dit dikwels so nodig. De Gees wys ons ook in die Nuwe testament daarop: “En julle het die vermaning heeltemal vergeet wat tot julle as seuns spreek: My seun, ag die tugtiging van die Here nie gering nie en beswyk nie as jy deur Hom bestraf word nie;  want die Here tugtig hom wat Hy liefhet, en Hy kasty elke seun wat Hy aanneem. As julle die tugtiging verdra, behandel God julle as seuns; want watter seun is daar wat die vader nie tugtig nie?  …..  Nou lyk elke tugtiging of dit op die oomblik nie ’n saak van blydskap is nie, maar van droefheid; later lewer dit egter ’n vredevolle vrug van geregtigheid vir die wat daardeur geoefen is.” Hebr 12:5-7 …11

 

DE BESTE BOODSCHAP

 

“Het begin van het Evangelie van Jezus Christus, de Zoon van God.   ……  en Hij zei: De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen; bekeer u en geloof het Evangelie.” Markus 1:1,15

De komende tijd hoop ik een aantal meditaties vanuit Markus 1 te schrijven. Vanuit het perspectief dat de Zoon van God  naar de wereld is gekomen. Dat in Hem het Koninkrijk van God  op aarde zichtbaar en zelfs voelbaar was. Natuurlijk is er van teksten in Markus 1 meer te zeggen dan dit. Toch is het ook heel ontdekkend om juist vanuit Gods koninkrijk, vanuit Christus als Koning eens naar het eerste hoofdstuk van Markus te kijken. Zeker ook in deze onzekere tijd. Zeker in een tijd dat veel dingen op zijn kop staan en we niet altijd weten welke kant we op moeten. Zeker in een tijd waarin je merkt dat ook gelovigen tot twijfel komen. Als ze van alles zien gebeuren en belangrijke dingen niet meer kunnen. Dan zelfs beginnen te denken: is God er eigenlijk wel?

We hebben zo nodig om steeds weer vanuit het zekere Woord van God te horen hoe de werkelijkheid in elkaar zit. Zonder om alles te weten. Het is dan zo belangrijk om te zien dat Jezus Christus de Zoon van God is. Dat Hij als de Koning naar de wereld gekomen is. Dat Hij dat ook vanaf het begin van Zijn leven op aarde laat zien. Dat is evangelie. Evangelie betekent dat het de goede boodschap is. De boodschap waarin we het goede, het beste nieuws horen dat er is. Nieuws dat nooit fake is! Het is namelijk de boodschap van God die zuiver naar ons toekomt. Van de ene God die alles in handen heeft en houdt. De God waar niemand tegenop kan. Die goede boodschap hoop ik de komende tijd vanuit Markus 1 uit te stallen. Om ons zo aan Christus vast te houden die ons door alles heen draagt en nooit teleurstelt.  

 

DIE HEROUT HET GEKOM

 

“Die begin van die evangelie van Jesus Christus, die Seun van God. Soos geskrywe is in die Profete: Kyk, Ek stuur my boodskapper voor u aangesig, wat u pad voor U uit sal regmaak —die stem van een wat roep in die woestyn: Berei die weg van die Here, maak sy paaie reguit! ….. Die tyd is vervul en die koninkryk van God het naby gekom; bekeer julle en glo die evangelie.” Markus 1:1-3 …. 15

Ons weet vanuit die kerkgeskiedenis dat Markus sy evangelie amper seker in Rome geskryf het. Hierdie evangelie is veral bedoel vir hulle wat geen Joodse agtergrond het nie. Ons weet ook dat Markus opgeskryf het wat Petrus die mense vertel het. Petrus wat een van die belangrikste oog en oorgetuies van Jesus se optrede was. Petrus vertel wat hy self gesien en gehoor het. Hy laat ook mense wat die Ou-Testament nie ken nie weet dat dit wat hy nou vertel die beste en belangrikste boodskap is wat op aarde klink.  Dit is die boodskap dat in Jesus Christus die Koninkryk van God op aarde gekom het. Hy wys dat Hy die Koning is. Dat alles in Sy hande is. Dat Hy die Koning is wat as God se Seun,   God se plan van verlossing uitgevoer het. Jesus Christus die Seun van God het gekom volgens God se plan.

Petrus wys dit deur terug te verwys na die Ou-Testament.  Dit is opmerklik omdat Markus dit nie so baie doen nie. Juis omdat hy veral vir die heidene skryf wat die Ou-Testament nie ken nie maar nogtans die boodskap van Christus moet hoor. Matteus skryf veral vir die Jode en by hom vind jy steeds weer die verwysings na die Ou-Testament. Markus wys  deur na o.a. Jesaja 40:3 te verwys dat by die kom van die Koning wat God beloof het ook behoort dat Sy herout sal kom. Iemand wat die koms van die groot Koning aankondig. Die HERE is Koning. Hy sorg dat wat Hy gesê het ook regtig gebeur. Hy is betroubaar.  God se Koninkryk kom en niemand kan daarvoor sorg dat Christus wat die Koning is nie God se plan uitvoer nie.   Die beloofde herout het in Johahannes die Doper regtig gekom en sy werk gedoen.

 

ZO'N ANDERE KONING

 

“Johannes kwam in de woestijn en doopte en predikte een doop van bekering tot vergeving van zonden.  En heel het Judese land en de inwoners van Jeruzalem liepen naar hem uit; en zij werden allen door hem gedoopt in de rivier de Jordaan, terwijl zij hun zonden beleden. …..  en Hij zei: De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen; bekeer u en geloof het Evangelie.” Markus 1: 4,5 ….15

De goede, de beste boodschap die er is, klinkt in het boek Markus vooral  voor mensen die de Bijbel niet of nauwelijks kennen. Markus schrijft op wat Petrus o.a. aan mensen in Rome verteld heeft. Het beslissende verhaal van Jezus Christus de Zoon van God. Wat hij verteld heeft, is nog maar het begin. Christus werkt namelijk verder. Dat is niet opgehouden bij Zijn opstanding en hemelvaart. Het goede nieuws is dat je in deze wereld bij Jezus Christus moet zijn die de Verlosser en Koning is.

De mensen in het Romeinse Rijk kijken vooral  naar de keizer als de machtige heerser. Die noemt zichzelf trouwens vaak ook zoon van God. De mensen toen en wij vandaag met heersers als Trump, Poetin en Xi Jinping moeten weten dat Christus de echte Koning is. De Koning van de koningen, de Heerser van de heersers.  De heraut van deze Koning is Johannes de Doper. Hij maakt duidelijk dat deze Koning machtiger is dan alle machten in de schepping. Hij maakt ook duidelijk dat Hij een heel andere Koning is. Hij is niet uit op macht ten koste van het recht. Niet ten koste van anderen. Hij is het die juist in het leven van mensen wil dat we vol liefde en recht leven. Dat ons leven straalt van Gods liefde en recht ook naar onze naaste toe. Om bij Hem te horen, is het nodig dat we onze zonden, ons eigen onrecht, ons eigen leven voor onszelf en voor ons eigen belang als schuld belijden. Dat we daarvan afstand willen doen. Dat we op deze aarde als burgers van die ene voluit rechtvaardige Koning Jezus Christus willen leven. Ook de machthebbers en de machten van nu moeten goed bedenken wat we lezen in Psalm 2 lezen die op Christus wijst: “Kus de Zoon, opdat Hij niet toornig wordt en u onderweg omkomt, wanneer Zijn toorn slechts even ontbrandt. Welzalig allen die tot Hem de toevlucht nemen!” vs 12 

 

HOE GROOT IS HY!

 

“En Johannes was gekleed met kameelhare en ’n leergord om sy heupe, en hy het sprinkane en wilde heuning geëet. En hy het gepreek en gesê: Hy wat sterker is as ek, kom ná my, en ek is nie waardig om neer te buk en sy skoenriem los te maak nie.  …..  Die tyd is vervul en die koninkryk van God het naby gekom; bekeer julle en glo die evangelie.”  Markus 1:6,7 ….15

 

Die herout van die groot Koning doen sy werk. Wie op sy klere let word aan die profeet Elia herinner. Die profeet waarvan ons in Maleagi lees: ” Kyk, Ek stuur julle die profeet Elía voordat die groot en vreeslike dag van die HERE aanbreek. En hy sal die hart van die vaders terugbring tot die kinders, en die hart van die kinders tot hulle vaders, sodat Ek nie hoef te kom en die land met die banvloek tref nie.” Vs 5,6  Johannes die Doper is nie Elia self nie.  Hy is dit wat wys dat ’n profeet soos Elia was, moet kom om voor die Christus uit te gaan en Hom aan te kondig.

Hoe belangrik Johannes ook is nogtans is hy nie die beloofde Verlosser self nie. Hy is nie die Koning wat die HERE beloof het nie. Die Koning wat kom is God se eie Seun! Niemand is so groot, so heilig, so belangrik as Hy nie. Dit is maar nie ’n klein verskilletjie tussen Johannes en die Here Jesus nie. Ons moet daarby bedink dat ons van Johannes die Doper in Lukas 1:15 lees: “En hy sal blydskap en verheuging vir jou wees, en baie sal oor sy geboorte bly wees; want hy sal groot wees voor die Here.“

Die Koning wat jJhannes aankondig en wat Sy werk gedoen het, is so groot! Niemand is werd om naby Hom te kom en juis Christus se werk gaan daarvoor sorg dat ons naby God kan en mag wees! Jesus Christus is soveel meer as enige mens. Hoe goed is dit dat Hy as die beloofde Verlosser en Koning gekom het. Ons kan ook vandag en al die dae van ons lewe ons lewe in Sy hande lê. Dan is jy regtig vir ewig veilig.

 

NIET WAARD

 

En hij predikte en zei: Na mij komt Hij Die sterker is dan ik, bij Wie ik het niet waard ben neer te bukken en de riem van Zijn sandalen los te maken.  …..  en Hij zei: De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen; bekeer u en geloof het Evangelie.” Markus 1:7 ….15

 

Johannes is de heraut, de voorloper van een heel bijzondere Koning. Dat komt uit in de woorden dat hij niet waard is om de riem van Zijn sandalen los te maken. Het was namelijk zo dat koningen en belangrijken in die tijd juist slaven hadden om die riemen van hun sandalen los te maken. Het was juist een uiting van hun grootheid dat ze slaven hadden die dit deden.

Johannes maakt nu duidelijk dat hij zelfs dat niet waard is. Zo groot is de Koning die komt. Het Koninkrijk dat in Hem op de wereld komt, is geen deel van een of ander menselijk koninkrijk.  De Koning die komt is de Zoon van God. Hij komt vanuit de hemel. Het is het hemels Koninkrijk, het is Gods Koninkrijk dat in Hem op de wereld te zien is. Op de aarde is het de zonde die heerst. Door onze schuld omdat wij niet als Gods beeld wilden blijven leven. De grote Koning Jezus Christus die komt laat zien dat de zonde en de duivel eens verslagen zullen worden. Hij laat zien dat geen macht dat tegen kan houden. Niemand kan tegenhouden dat de Zoon van God mens wordt en Zijn werk op deze wereld komt doen. Dat heeft Petrus met eigen ogen gezien. Dat vertelt hij nu door Markus. Het bijzondere is dat al zijn wij zelfs niet waard om de riem van de sandalen van Christus los te maken Hij gekomen is om ons kinderen van God te maken. Kinderen die eeuwig mogen delen in Gods liefde en bescherming. Doordat Christus zich tot slaaf heeft laten maken en dieper geleden heeft dan enig mens. Door het kruis op te gaan en daar de toorn van God tegen onze zonden te dragen. Hij werd slaaf om wie gelooft in Hem kind van God te maken.    

 

CHRISTUS BRING DIE WERLIKHEID 

 

“Ek het julle wel met water gedoop, maar Hy sal julle doop met die Heilige Gees.…. Die tyd is vervul en die koninkryk van God het naby gekom; bekeer julle en glo die evangelie.”  Markus 1:8 ….15

In Christus is God se Koninkryk werklikheid.  Johannes is die herout wat die pad vir mense na die ontmoeting met Christus gaan baan. Hy is dit wat doop. Sy doop is voorbereiding op die groot Koning se koms. Johannes maak duidelik dat die die Koning  se koms van die volk voorbereiding vra. Veral voorbereiding as dit om die hart en die lewe gaan. Johannes se doop is ’n doop wat daarop wys dat mense hulle moet bekeer. Dat hulle vir die HERE wil leef. Net so kan die groot Koning sonder Sy oordeel ontvang word. Jy kan hier dink aan Psalm 15 en Psalm 24

Psalm 15: “HERE, wie mag vertoef in u tent? Wie mag woon op u heilige berg? Hy wat opreg wandel en geregtigheid doen, en wat met sy hart die waarheid spreek; wat nie rondgaan met laster op sy tong nie, sy vriend geen kwaad doen en geen smaadrede uitspreek teen sy naaste nie; in wie se oë die verworpene veragtelik is, maar hy eer die wat die HERE vrees; al het hy gesweer tot sy skade, hy verander nie; wat sy geld nie gee op woeker en geen omkoopgeskenk aanneem teen die onskuldige nie. Hy wat hierdie dinge doen, sal nie wankel in ewigheid nie.”

Psalm 24: “Hef op julle hoofde, o poorte, ja, hef op, ewige deure, dat die Erekoning kan ingaan! Wie is dan tog die Erekoning? Die HERE van die leërskare — Hy is die Erekoning!”vs 9,10

Die groot Erekoning Jesus Christus kom. Hy is dit wat nie net met die oproep van bekering kom nie. Hy is dit nie wat net met ’n belofte kom nie. Hy gee vir wie in geloof hom aan Christus toevertrou regtig Sy Gees. Die Gees wat ons vir ewig aan die HERE as ons Vader verbind!

 

HIJ IS HET! 

 

“En het gebeurde in die dagen dat Jezus kwam van Nazareth, in Galilea, en door Johannes werd gedoopt in de Jordaan. En meteen toen Hij uit het water opkwam, zag Hij de hemelen scheuren en de Geest als een duif op Zich neerdalen. En er kwam een stem uit de hemelen: U bent Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb! …… en Hij zei: De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen; bekeer u en geloof het Evangelie.” Markus 1:9-11 ….15

 

 De Here Jezus wordt door Johannes gedoopt. Dat lijkt vreemd. De Zoon van God heeft geen enkele zonde te belijden. Terwijl we in vers 5 lezen dat Johannes’ doop er een was van bekering tot vergeving van zonden.  We zien  dat het hier niet gaat om een gewone doop van Johannes. We moeten bedenken dat Johannes de man is die de weg moet banen voor Christus die nu komt. Hij is de door God gegeven heraut. Hij roept uit dat de beloofde Verlosser er bijna is.

Nu is het moment gekomen dat de Zoon van God bij Johannes staat. Johannes kan Hem nu voor de mensen aanwijzen als de beloofde Verlosser en Koning. Kijk dit is Hem! In Hem staat de Koning van het Koninkrijk voor jullie. Die Koning zegt dat Hij gedoopt wil worden door Johannes. Johannes die gezegd heeft dat hij het zelfs niet waard is om de riem van Zijn sandalen los te maken. Hij moet de Here Jezus dopen. Niet omdat de Here Jezus zonden heeft. Wel omdat de heraut door de doop moet aanwijzen dat de Here Jezus de Zoon van God is die gekomen is om de zonden van anderen te dragen. De Vader in de hemel laat dat zien door meteen na de doop vanuit de hemel deze woorden te laten klinken: “U bent Mijn geliefde Zoon”.  De doop door Johannes is een middel van God om voor de hele wereld de Here Jezus aan te wijzen als de Zoon van God bij wie je moet zijn wil je toekomst hebben.     

 

NAAR DE STRIJD GELEID

 

En er kwam een stem uit de hemelen: “U bent Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb! En meteen dreef de Geest Hem uit, de woestijn in.    ……  en Hij zei: De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen; bekeer u en geloof het Evangelie.”  Markus 1:11,12 ….15

De Here Jezus aangewezen als de Gods eigen Zoon. Aangewezen als de man die Gods welbehagen, Gods plan van verlossing gaat uitvoeren. Gods plan van overwinning op de Satan en de zonde. Hij krijgt de Geest zonder mate om dat te gaan doen. Je ziet hier de machtige eenheid tussen Vader, Zoon en Geest. De Vader stuurt de heraut en wijst met Zijn eigen stem de Here Jezus aan als de Zoon. De Geest komt zichtbaar op de Here Jezus. Ook dat is een duidelijk aanwijzing dat de Here Jezus de beloofde Verlosser en Koning is. De Verlosser die komt is namelijk de Christus. Dat betekent de Gezalfde. De Here Jezus wordt gezalfd met de Heilige Geest. De Here Jezus is de Gezalfde. We zien hier het werk van de Drie-enige God.

Het is de Geest van de enig levende God die de Here Jezus leidt. Die Hem zo leidt dat Hij onmiddellijk met Zijn zware taak als de beloofde Redder gaat beginnen. Die Redder is niet de keizer. Die Redder is niet  een van de vele Romeinse of Griekse goden. De enige Redder is Jezus Christus.

Hij wordt nu zo door de Geest volgens Gods plan geleid dat Hij het gevecht met Gods grote tegenstander opzoekt. Het grootste gevecht dat er is, moet de Here Jezus de komende drie jaar aangaan. Meteen al bij het begin moet daarmee begonnen worden. De Geest leidt de Here Jezus de woestijn in om door de Satan verzocht te worden. Hij gaat de strijd niet uit de weg. Hij gaat uit liefde voor zondaren die zich aan de Satan uitgeleverd hebben de strijd aan. Juist om zondaren te redden!  

 

GODS REGERING EN ONZE VERANTWOORDELIJKHEID

 

"Het hart van een mens overdenkt zijn weg,maar de HEERE bestuurt zijn voetstappen." Spreuken 16:9

De laatste dagen bereiken mij meerdere vragen over Gods regering en onze verantwoordelijkheid. Moeten we niet veel meer gewoon op God vertrouwen en al die voorzorgsmaatregels aan de kant schuiven? Juist als christenen. Ik wil in dit geval iets doorgeven van wat Johannes Calvijn in zijn Institutie honderden jaren geleden schreef. Het is een wat lang stuk maar heel erg de moeite waard in onze omstandigheden. Het is in de vertaling van Gerrit Veldman (zeer aan te bevelen boek in heel toegankelijke vertaling!) Je vindt het in de Institutie I,17.4:

"Toch lost Salomo de tegenstelling tussen het plannen maken van mensen en Gods voorzienigheid moeiteloos op. Hij lacht erom dat mensen zo dwaas en overmoedig zijn om zonder de Heer ergens aan te beginnen. Daarom zegt hij ergens anders: ‘De mens stippelt in zijn hart zijn weg uit. Maar de HEER bestuurt zijn voetstappen.’ Spreuken 16:9 Daarmee geeft hij aan dat de eeuwige besluiten van God ons absoluut niet verhinderen om onder zijn wil ons voor te bereiden op onze toekomst en al onze zaken te regelen.De reden ligt voor de hand. God heeft ons leven precies afgebakend. Maar Hij heeft ook onszelf de zorg voor ons leven toevertrouwd. Hij heeft ons voorzien van middelen en hulp om in leven te blijven. Hij heeft ervoor gezorgd dat we gevaren zien aankomen. En om te voorkomen dat die gevaren ons onverhoeds zouden overvallen, heeft Hij ons voorzorgsmaatregelen en hulpmiddelen ter beschikking gesteld.Het is dus duidelijk wat onze taak is. God heeft ons het leven gegeven om dat te beschermen, dus moeten we ons leven beschermen. Hij geeft ons daar de middelen voor, dus moeten we die ook gebruiken. Hij geeft ons de mogelijkheid om van tevoren gevaar te zien, dus moeten we niet roekeloos het gevaar opzoeken. Hij geeft ons geneesmiddelen, dus moeten we niet nalaten die te gebruiken.Maar, zul je zeggen, een gevaar kan ons alleen maar treffen als het onontkoombaar fataal is. En in dat geval bestaat er geen enkel middel om het te voorkomen. Maar als het nu eens niet onontkoombaar fataal is, omdat God je de middelen gegeven heeft om het gevaar te ontwijken en te overwinnen? Zie je hoe slecht je redenering klopt met hoe God de dingen geregeld heeft? Jij neemt het besluit dat je niet hoeft op te passen voor gevaar. Want als het niet onontkoombaar fataal is, zul je eraan ontkomen. Maar de Heer zorgt ervoor dat je wel oppast, want Hij wil niet dat het fataal zal zijn.Die dwazen houden geen rekening met wat voor de hand ligt: dat de mogelijkheid om plannen te maken en op te passen door God aan de mensen gegeven is zodat ze zijn voorzienigheid dienen door hun eigen leven te beschermen. En op dezelfde manier laten ze ook zelf de rampen over zich heen komen die Hij hun heeft opgelegd, doordat ze nalatig en onvoorzichtig zijn. Een voorzichtig man zorgt goed voor zichzelf en weet dreigend gevaar af te wenden. Maar een dwaas komt om door zijn onbezonnen roekeloosheid. Hoe komt dit anders dan doordat dwaasheid en voorzichtigheid instrumenten zijn die God gebruikt als Hij bepaalt dat de een de ene kant op gaat en een ander een andere kant?"

 

OOK DIT IN REKENING BRENGEN

 

“Ieder mens moet zich onderwerpen aan de gezagsdragers die over hem gesteld zijn, want er is geen gezag dan van God, en de gezagsdragers die er zijn, zijn door God ingesteld, zodat hij die zich verzet tegen het gezag, tegen de instelling van God ingaat, en wie daartegen ingaan, zullen over zichzelf een oordeel halen.” Rom 13:1,2

Morgen een coronatest ondergaan. Vandaag meer van 4500 positief getest. Ga ik daar ook bij horen? Minimaal tot en met donderdag in quarantaine. De duidelijke aanwijzing vanuit de overheid om in gewone kerkdiensten met niet meer als 30 mensen samen te komen en niet te zingen. Het kan niet met geweld afgedwongen worden maar is ons toch als een heel duidelijke regel gegeven. Je merkt onder broeders en zusters onvrede, opstandigheid. Ze hebben niets over onze kerkdiensten te zeggen. Zo wordt er door meerderen gevoeld. Wij willen allemaal meebeslissen en niet op een hoop gegooid worden met werelds vermaak. Dat is allemaal voor te stellen. Toch is er een groot maar. Een maar dat ik niet graag naar voren breng. Toch kan ik niet anders omdat dit in de Bijbel zo duidelijk genoemd wordt. Wij moeten ook in ons eigen vlees durven snijden. Allerlei argumenten over de grondwet en dat de kerk toch iets anders is, kunnen we naar voren brengen. Dat zal waar zijn maar de Geest zelf zegt zelfs in de tijd dat Nero keizer is dat we de overheid hebben te gehoorzamen. Dat we dat royaal en gul hebben te doen. Natuurlijk mogen we dat niet als ons verboden wordt om de HERE te dienen en ons verboden wordt om naar Zijn Woord te luisteren. Hoeveel kritiek je ook hebt toch mogen we in alle vrijheid naar Gods Woord luisteren en het uitdragen. We mogen de inhoud van de Psalmen en Gezangen tot ons nemen en in ons hart voor de HERE zingen. De HERE is er voor Zijn eer echt niet afhankelijk van dat we het zelf hardop zingen. Wie in Zijn hart zingt en dat samen met anderen doet, looft daarmee de HERE en dat is tot Zijn eer. We mogen de inhoud daarvan in de samenleving uitdragen en uitleven. Laten we bidden voor onze overheid. Zij hebben de verantwoordelijkheid gekregen om in deze omstandigheden besluiten te nemen. Wij niet. Laten we voor ze bidden en ze met liefde aan de HERE opdragen. Om juist zo ook onze goeden werken tot eer van God te doen en om zo de naaste tot Christus te trekken. Ook hier gaat het om gehoorzaamheid aan de HERE zelf. Al doet het heel zeer en denk ik het op bepaalde punten het beter te weten. De HERE neemt ons soms veel af en dan is de grote vraag: “Vertrouw ik alleen op Mij en Mijn Woord? Is Christus alles voor mij?  Het gaat nu niet om een discussie over maatregelen maar onze gezindheid voor Gods ogen.

 

DIE WOESTYN IN GEDRYF

 

“En dadelik het die Gees Hom uitgedryf in die woestyn.  En Hy was daar in die woestyn veertig dae lank, terwyl Hy deur die Satan versoek is; en Hy was saam met die wilde diere, en die engele het Hom gedien.  …….  Die tyd is vervul en die koninkryk van God het naby gekom; bekeer julle en glo die evangelie.”  Markus 1:12,13 …. 15

Christus die Koning het gekom.  Hy is die Koning van die vrede. Nogtans het daardie vrede nog nie op aarde gekom nie. Ons het die stryd, die vyandskap in die wêreld gebring.  Ons kan dit orals sien. Ons sien dit ook raak in ons eie lewens. Mense leef in vyandskap. In die natuur sien ons die gevare en die vyandskap. Die gevolge van die sonde bring ook allerhande hartseer in die lewe soos siektes en die dood. Nee, ons kan nie sê dat die vrede op die aarde heers nie.

JeSus Christus het gekom om juis die Koninkryk waarin die vrede vir 100% heers en nie bedreig word nie te bring. Hy moet daarvoor juis oorlog gaan voer. God se groot teenstander wil niks liewer as vir onvrede sorg nie. Hy haat die vrede en hou van die opstand teen God se goeie wil. Die mense het vir God se teenstander gekies. Hy word hier ook Satan genoem. Hierdie naam beteken: Teenstander. Hy is God se groot teenstander. Hy moet oorwin word. Dit is die Gees wat Christus, God se eie Seun na die woestyn  dryuf om daar die stryd met die duiwel te voer. Ek gebruik nou die naam duiwel omdat die betekenis daarvan is: verleier. Ons lees dat die Gees die Here Jesus na die woestyn stuur. Die woestyn is hier veral die beeld van die dorheid wat die sonde bring. Die bok op Groot Versoendag moes met al die sondes van die volk in die woestyn gestuur word. Daar is die sondes en daarmee die duiwel se tuiste. Sien Levitikus 16. Waar die sonde, waar die duiwel heers, kom die dorheid, kom die honger en hartseer. Daar word die lewe stukkend gemaak. Christus laat Hom lei om versoek te word. Om te stry. Hy is die enigste wat die Satan kan oorwin en weerstaan. By Hom is die regte beskerming teen die duiwel en die sonde met al die gevolge daarvan.

 

CHRISTUS OORWIN IN DIE WOESTYN

 

“En dadelik het die Gees Hom uitgedryf in die woestyn.  En Hy was daar in die woestyn veertig dae lank, terwyl Hy deur die Satan versoek is; en Hy was saam met die wilde diere, en die engele het Hom gedien.  …….  Die tyd is vervul en die koninkryk van God het naby gekom; bekeer julle en glo die evangelie.”  Markus 1:12,13 …. 15

Christus is die Koning. Hy woon nie in ’n paleis nie. Vanaf die eerste dag wat Hy openlik as die Koning en Verlosser aangewys is, moet hy na die woestyn. 40 dae is die woestyn Sy woning. Sy groot vyand is dit wat juis daar baie naby Hom kom. Hy wat die owerste van hierdie wêreld genoem word. Joh 16:11

Die Koning moet vanaf die oomblik wat Hy in die openbaar as die Koning aangewys is, stry. Heeltemal aleen! Stoksielalleen sonder die hulp en ondersteuning van Sy leerlinge. Nogtans is dit die Gees wat Hom al die nodige krag gee. Ons weet vanuit andere dele van die Bybel hoe die Satan die Here Jesus probeer verlei het. Sien Matteus en Lukas 4. Hier in Markus is die beklemtoning veral dat dit 40 dae so gegaan het. Meer as ’n maand het die duiwel probeer om die Here Jesus sover te kry dat Hy soos Adam en Eva teen God se wil sal ingaan. Dit was regtig ’n marteling. Ons sien hier hoe Jesus Christus wat sonder enige sonde is vir die burgers van Sy Ryk gely het. Hy het dit deurstaan om vir mense wat hul sondes bely die poort na Sy Ryk oop te maak. Om eendag daar te leef sonder dat nog enige verleiding van die duiwel en die sonde na ons toe kom. Ons sien ook raak dat Christus die Koning is wat oorwin en dat die owerste van hierdie wêreld na 40 dae  die toneel van die stryd moet verlaat. Hy het Christus nie kon verlei nie. Ons sien Christus in die woestyn na 40 dae as die oorwinnaar wat selfs deur die wilde diere en die engele gedien word. Ons moet vir die oorwinning en vir ’n wonderlike toekoms by Christus wees. Die sonde en die duiwel bedrieg, Christus is die waarheid en die lewe.  

 

WAAROP BOUW IK?

 

“En Hij was daar in de woestijn veertig dagen en werd verzocht door de satan; en Hij was bij de wilde dieren, en de engelen dienden Hem. ……  En Hij zei: De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen; bekeer u en geloof het Evangelie.”  Markus 1:13 ….15

 

 Meer dan 5800 besmettingen.  De ziekenhuizen raken voller met corona patiënten. Ook op de ic’s neemt het aantal weer elke dag toe. Al meer van de gewone zorg die verleend wordt, moet worden teruggedraaid.  De kans op nog strengere maatregelen wordt met de dag groter. We worden op de proef gesteld. Hoe staat het met mijn vertrouwen op de HERE? Vlucht ik tot Hem? Zie ik de slaande hand van de HERE over een zondige wereld waarvan ik ook zelf deel uit maak? Ben ik bereid om mij te vernederen, mij klein te weten voor de ene grote God?

Reageer ik hier op door juist mij nog meer aan Christus te verbinden? Is mijn geloof gebouwd op een groep mensen waarmee ik samen de gemeente vorm of is het echt op de HERE gebouwd? Welke weg Hij ook met ons gaat. Gaat de liefde voor de HERE bij mij boven alles en daarmee ook de liefde voor de naaste? Heb ik daarvoor over dat ik heel erg beperkt wordt en juist dan mijn toevlucht bij Christus alleen zoek? Juist als je het bij Christus alleen zoekt, is er zo’n geweldig houvast. Christus laat als de Koning zien wat bij het Koninkrijk van God hoort dat in Hem zo dichtbij gekomen is. Wie het bij Christus alleen zoekt is op weg naar een eeuwig leven samen met de engelen en de hele natuur in vrede. Naar het Koninkrijk waar iedereen in volle vrede met een blij hart leeft zonder inperkingen vanwege de zonden en de gevolgen van de zonde. Wie zich vernedert zal door de HERE uit genade verhoogd worden. Zo kun je moeilijke dingen dragen met een hart dat verwonderd is dat je bij Christus mag horen en naar Zijn Woord mag luisteren.

 

DIE KONING VERKONDIG  

 

“En nadat Johannes oorgelewer was, het Jesus in Galiléa gekom en die evangelie van die koninkryk van God verkondig en gesê: Die tyd is vervul en die koninkryk van God het naby gekom; bekeer julle en glo die evangelie. “  Markus 1:14,15

 

Johannes die herout en voorloper van die Here Jesus het in die tronk gekom. Hy kan nie meer vryuit praat en verkondig nie. Die HERE wys dat die tyd van die herout verby is. Ons weet dat Johannes daarna ook vermoor is. Hy wat op Jesus Christus gewys het as die Verlosser wat God beloof het, is uitgeskakel.

Dit het nou die tyd geword dat die Koning self in die kalklig kom en staan. Hy moet nou alle aandag kry. Wat gaan die Here Jesus nou doen? Waarop moet nou die aandag gerig wees? Op die goeie nuus wat van God kom. Die blye boodskap van God se Koninkryk. Die Here Jesus is so baie meer as ‘n spesiale mens. Hy is so baie meer as iemand wat  mense op ’n wonderlike manier genees. Hy is meer as ‘n mens met spesiale kragte wat in mense se oë wonders doen. Hy is God self wat mens geword het. In Hom het God se Koninkryk sigbaar op aarde gekom. Christus wys wie God is en wat Sy Koninkryk is.  Hy het bewys dat selfs die Satan die Koning van daardie  Koninkryk nie kan verslaan nie. Hierdie Koning bly trou aan Sy roeping. Hy gaan die werk doen om sondaars wat tot Hom vlug toegang tot hierdie heerlike Koninkryk te gee. Hy is dit wat nou op pad gaan om self die evangelie van hierdie Koninkryk te verkondig. Baie spesiaal! Nie die herout wat daardie werk doen nie maar die Koning self. Jy kan daaraan sien hoe belangrik hierdie boodskap is. Hoe hierdie Koning met Sy hart aan hierdie evangelie verbind is.  

 

HET EVANGELIE VAN GOD  

 

“En nadat Johannes overgeleverd was, ging Jezus naar Galilea en predikte het Evangelie van het Koninkrijk van God, en Hij zei: De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen;  bekeer u en geloof het Evangelie.” Markus 1:14,15

De Here Jezus gaat naar het noorden van Israël. Hij is hier bekend. Dit is het gedeelte van het beloofde land waar Hij opgegroeid is. Hij is het nu zelf als de Koning die het evangelie van het Koninkrijk van God verkondigt.  Steeds weer de nadruk op het woord evangelie. Dit is de Koning die komt met de goede boodschap. Daarvoor moet je niet bij de keizer zijn, daarvoor moet je niet bij tempels van allerlei goden zijn. Daarvoor moet je niet bij allerlei vormen van vermaak zijn.

De echte goede boodschap komt uit de mond van Jezus Christus de enige en echte Zoon van God. Hij is het die ook de goede boodschap brengt voor de tijd waarin wij nu leven! De boodschap die ook in deze tijd van zoveel onzekerheid en inperkingen laat zien waar er echt toekomst voor jou is. Die toekomst is bij Jezus Christus, die is er in het Koninkrijk van God! Dat Koninkrijk waar geen levensgevaarlijke virussen en dodelijke ziekten rondgaan. Waar al deze gevolgen van de zonden niet kunnen binnenkomen. Juist in een wereld waarin we met deze moeilijke dingen wel te maken hebben, is het echte evangelie zo belangrijk. Niet om onverantwoord te leven maar om midden in de nood te kunnen dragen en dat evangelie anderen op het hart te kunnen binden. Ook als ze heel ziek zijn en dreigen te sterven. Het is het evangelie van het Koninkrijk van God. Het is maar niet een bepaalde mening die iets over God zegt. Nee, het is de boodschap die komt van God zelf. De boodschap dat wie in liefde met Christus verbonden is toekomst heeft in Gods Koninkrijk. Het is niet het Koninkrijk van mensen of andere schepselen. Die vallen altijd weer om, die zijn gevoelig voor vijanden, ziekten en corruptie. Gods Koninkrijk is daarvoor onaantastbaar en komt zeker ook op deze aarde omdat Christus dat verdiend heeft en het eens bij Zijn terugkeer volmaakt op aarde brengt.

 

GOD SE KONINKRYK NABY  

 

“En nadat Johannes oorgelewer was, het Jesus in Galiléa gekom en die evangelie van die koninkryk van God verkondig en gesê: Die tyd is vervul en die koninkryk van God het naby gekom; bekeer julle en glo die evangelie. “  Markus 1:14,15

 

God se Koninkryk het naby gekom.  Die bestemde tyd waarop die Konikryk van God die hele aarde in beslag sal neem het naby gekom. Die kom van Christus wys dat dit sekerlik kom en op hande is. Die HERE het beloof dat die Ryk van die Satan as owerste van die wêreld eendag op sy end sal kom.

Dit is vir ons ’n wonderlik houvas. Ook in die tyd dat covid 19 oor die wêreld raas. Die HERE maak duidelik dat al die dinge wat vir groot hartseer en probleme sorg eendag vir altyd sal verdwyn. Die kom van die Here Jesus is daarvan ’n magtige bewys. Ons weet dat die Here Jesus nie net in die woestyn die duiwel oorwin het nie. Hy het op Golgota die duiwel, die sonde en die dood die doodsteek gegee. Hy het uit die dood opgestaan en gewys dat die dood nie meer die laaste woord het nie. Christus het gekom. Die mense het as hulle in geloof na Hom kyk die Koninkryk van God gesien. Die Here Jesus wat God se eie Seun is, het gewys dat siektes nie regeer nie. Dat siektes in God se Koninkryk geen enkele kans maak nie. Wanneer die siekes by Hom kom, is Hy dit wat almal genees.  Ons leef nog in die tyd dat siektes en natuurrampe oor die wêreld gaan. Ook ons sal tref.  Ons lees o.a. in die boek Openbaring dat dit so sal wees tot die oomblik wat Jesus Christus op die wolke terugkeer.  Dan het die Koninkryk nie net naby gekom nie. Dan het God se Koninkryk definitief op aarde gekom om dit nooit meer te verlaat nie. Dan is die Satan vir altyd al Sy mag kwyt. Wie op die nuwe aarde leef saL Christus SE oorwinning in alles raaksien en beleef. Ons kry toegang tot hierdie Koninkryk as ons ons bekeer en die evangelie glo. As ons regtig met Christus leef as ons Verlosser en Here. As ons God en Koning. Daarom is dit in hierdie tyd ook nie nodig om op moedverlore se vlakte wees al gaan dit in jou lewe nie klopdisselboom nie. Jy het dan regtig toekoms deur Jesus Christus!

 

KOM ACHTER MIJ AAN!  

 

“en Hij zei: De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen;  bekeer u en geloof het Evangelie. En toen Hij bij de zee van Galilea wandelde, zag Hij Simon en Andreas, zijn broer, het net in de zee werpen, want zij waren vissers. En Jezus zei tegen hen: Kom achter Mij aan, en Ik zal maken dat u vissers van mensen wordt.” Markus 1:15-17

 

De Here Jezus wandelt bij de zee van Galilea. Een groot meer in het noorden van Israël. Het meer is ruim 10 kilometer breed en ongeveer 20 kilometer breed. Om dit meer heen heb je veel bergen. Een prachtige plaats op aarde. In het meer was zeker in die tijd veel vis te vinden. Een heel goede plaats om van de visserij te leven. Verschillende plaatsen rond het meer hadden ook namen die naar de visserij verwezen. Een groot deel van de mensen om het meer leefden van de visserij. Verder was deze streek door het klimaat ook heel vruchtbaar. Er kon ongeveer 10 maanden van het jaar van verschillende gewassen geoogst worden. Het was niet zo dat de vis alleen maar afgezet werd in de omgeving. Vis vanuit het meer van Galilea werd tot in het Alexandrië in Egypte en Antiochië in het noorden verkocht.

We moeten ons bij de vissermannen onder de discipelen dan ook geen heel arme mannen voorstellen. Waarschijnlijk waren het in eigen omgeving eerder succesvolle zakenmannen. Mensen die een goede boterham verdienden. De Here Jezus ziet tijdens zijn wandeling 2 van die vissers op het water aan het werk. Het zijn de broers Simon en Andreas. Hij roept ze eigenlijk het water uit. Hij roept ze bij hun dagelijks werk weg. Hij zegt tegen hen: “Kom achter Mij aan”.  Hij roept ze op om het werk neer te leggen en nu Hem als hun Meester te volgen. Niet het werk is het belangrijkste in het leven. Dat is dat je Christus op Zijn Woord volgt.  Ook in en op je werk. Niet jouw of mijn werk is het doel van ons leven maar het leven met Christus. In Zijn dienst. Maar dat betekent geen overgeestelijkheid. Dat betekent niet dat mijn dagelijkse werk niet zo belangrijk is. Het zegt wel dat ik overal volgens Christus Woord heb te leven. Ook in dat heel gewone werk dat de HERE ons gegeven heeft om zo onze boterham te verdienen. Later laat Christus Paulus o.a. dit schrijven: “Want wij horen dat sommigen onder u ongeregeld wandelen; zij werken niet, maar zijn bezig met nutteloze dingen. Zulke mensen bevelen wij en sporen wij namens onze Heere Jezus Christus aan dat zij in alle rust aan het werk gaan en hun eigen brood eten. En u, broeders, word niet moe goed te doen.” 2 Tes 3:11-13

 

VOLG MY!  

 

“Die tyd is vervul en die koninkryk van God het naby gekom; bekeer julle en glo die evangelie. En terwyl Hy langs die see van Galiléa loop, sien Hy Simon en Andréas, sy broer, besig om ’n net in die see uit te gooi; want hulle was vissers. En Jesus sê vir hulle: Kom agter My aan, en Ek sal maak dat julle vissers van mense word.”  Markus 1:15-17

 

Jesus Christus is die Koning. Hy wys dit ook as Hy Sy eerste dissipels roep. Manne wat ook 4 van die 12 apostels sal wees. Ons hoor die gesag wat Hy het wanneer hy vir hierdie 4 sê: “Kom agter My aan”. Dat is die bevel om Hom te volg.  Die spesiale is dat ons eintlik nêrens in die Bybel lees dat ons mense moet volg nie.  Dit gaan altyd daarom dat ons die HERE moet volg. Jy sou nog daaraan kan dink as dit daarom gaan dat Elia Elisa roep om sy opvolger te word. Ons lees dan in 1 Konings 19 die volgende: “Hy het toe daarvandaan weggegaan en Elísa, die seun van Safat, aangetref terwyl hy aan ploeë was met twaalf paar osse voor hom en hy self by die twaalfde paar was; en Elía het by hom verbygegaan en sy mantel op hom gewerp. Daarop het hy die osse verlaat en agter Elía aan geloop en gesê: Laat ek tog my vader en my moeder soen; daarna sal ek u volg. En hy antwoord hom: Gaan terug, want wat het ek aan jou gedoen?  Hy draai toe agter hom om en neem die paar osse en slag dit; en met die osse se trekgoed het hy hulle vleis gekook en aan die mense gegee, en hulle het geëet; daarna het hy hom klaargemaak en Elía gevolg en hom gedien.” Vs 19-21

Elisa word geroep om Elia as die HERE se profeet te volg en op te volg. Hy kry die geleentheid om van sy vader en moeder afskeid te neem. Die roeping van die Here Jesus gaan dikwels nog verder. Hy is die Koning, Hij is God self wat roep. Dat Sy roeping as dit nodig is nog radikaler is,  lees ons in Lukas 9. Christus vra van ons dat ons heeltemal aan Hom ons lewe wy. Ons heeltemal in Sy diens stel. Wat ons lees in Lukas 9 is ook vir ons vandag baie belangrik: “En Hy sê aan ’n ander een: Volg My. Maar hy antwoord: Here, laat my toe om eers my vader te gaan begrawe. En Jesus sê vir hom: Laat die dooies hul eie dooies begrawe; maar gaan jy en verkondig die koninkryk van God. En ’n ander een het ook gesê: Here, ek sal U volg, maar laat my eers toe om afskeid te neem van die wat in my huis is.En Jesus antwoord hom: Niemand wat sy hand aan die ploeg slaan en agtertoe kyk, is geskik vir die koninkryk van God nie.” Vs 57-61

 

VOLGEN ZONDER VRAGEN

 

“en Hij zei: De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen;  bekeer u en geloof het Evangelie. En toen Hij bij de zee van Galilea wandelde, zag Hij Simon en Andreas, zijn broer, het net in de zee werpen, want zij waren vissers. En Jezus zei tegen hen: Kom achter Mij aan, en Ik zal maken dat u vissers van mensen wordt. En zij lieten meteen hun netten achter en volgden Hem.” Markus 1:15-18

 

De Koning roept. Hij roept vissers uit hun dagelijkse leven. Hij roept ze uit dat werk waardoor ze voor zichzelf en hun gezinnen kunnen zorgen. Hij roept ze naar een onzekere toekomst. Als er nu een koning voor hen stond met veel uiterlijke macht en rijkdom was dat allemaal niet zo moeilijk en onzeker. Dan gingen ze er menselijk gezien waarschijnlijk flink op vooruit. Dan was het allemaal goed voor elkaar. Nu komt er zo’n heel gewone man die tegen ze zegt: Volg Mij. Leg je netten neer en ga met Mij mee.

Als we dat zien moeten we een ding bedenken. Dat is dat deze 4 vissers wel wisten wie de Here Jezus was. Hij was geen helemaal onbekende van hen. Je moet bedenken dat ook van hen geldt wat we later in Handelingen 1 lezen als er een nieuwe apostel gekozen moet worden: “Het is dus nodig dat een van de mannen die met ons omgegaan zijn gedurende heel de tijd dat de Heere Jezus onder ons in- en uitging, te beginnen met de doop van Johannes tot op de dag waarop Hij  van ons opgenomen werd, met ons getuige wordt van Zijn opstanding.” Vs 21,22

De apostelen zijn dus allemaal mannen geweest die er bij waren toen de Here Jezus gedoopt werd. Zij hebben gezien en gehoord hoe de HERE de Here Jezus aanwees als Zijn geliefde Zoon!  Zij weten dat het Gods eigen Zoon is die hen nu roept. Het komt aan op geloof in de Here Jezus als de Zoon van God. Het komt er op aan of ze Zijn gezag, Zijn autoriteit erkennen.  Wanneer je dat een keer ziet, ga je begrijpen dat deze vissers meteen hun netten neerleggen en de Here Jezus volgen.  Dit leert ons om alles neer te leggen wanneer de HERE volgens Zijn Woord ons tot handelen roept volgens Zijn Woord. Om de HERE en de naaste  lief te hebben. Om dan neer te leggen wat je aan het doen bent en te gaan doen wat op dat moment volgens Gods wil nodig is.

 

VISSERS VAN MENSE 

 

“Die tyd is vervul en die koninkryk van God het naby gekom; bekeer julle en glo die evangelie. En terwyl Hy langs die see van Galiléa loop, sien Hy Simon en Andréas, sy broer, besig om ’n net in die see uit te gooi; want hulle was vissers. En Jesus sê vir hulle: Kom agter My aan, en Ek sal maak dat julle vissers van mense word.”  Markus 1:15-17

 

Die apostels word geroep om vissers van mense te word. Dit is die woord van die groot Koning. Van God se eie Seun. Die net moet uitgewerp word om mense te vang wat ook by Hom sal behoort. Wat ook deel van Sy Koninkryk sal wees. Die Koning sal sorg dat hierdie manne ook regtig  mense vang. Mense wat deur die Gees van Christus in liefde vir Hom gaan leef. Wat die water van die Gees vind om daarin voluit te kan leef.  

Dit is Christus wat die apostels tot vissers van mense maak. Dit gaan om Hom. Nie om die apostels nie. Hulle is dit wat deur Christus gestuur word om die evangelie van God, van Christus te verkondig. Dit is nie net die opdrag vir die 12 apostels nie. Die apostels is saam met die profete die fondament van die kerk terwyl Christus self die hoeksteen is. Sien  Efese 2:19,20  

In die apostels kom Christus se opdrag na die kerk om met die evangelie na die mense te gaan en hulle te roep om tot Hom as hul Koning, hul God en hul Verlosser te kom. Die kerk het die opdrag om orals waar ons kan die net van die evangelie uit te gooi. Wie Christus volg wil ook graag ander tot volgelinge van Hom maak. Juis omdat jy as regte volgeling van Christus weet dat dit regtig die beste is wat in jou lewe kan gebeur. Jy kan geen beter lewe hê as onder die beskerming en leiding van God se Seun te staan nie! Laat ons die Woord in lewe en in sterwe met ons mond en deur die manier waarop ons leef en sterf verkondig! As mense wat Christus se eiendom is.   

 

VOLGELINGEN VAN CHRISTUS ZIJN KRUISDRAGERS 

 

“en Hij zei: De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen;  bekeer u en geloof het Evangelie.  En toen Hij bij de zee van Galilea wandelde, zag Hij Simon en Andreas, zijn broer, het net in de zee werpen, want zij waren vissers.  En Jezus zei tegen hen: Kom achter Mij aan, en Ik zal maken dat u vissers  van mensen wordt.  En zij lieten meteen hun netten achter en volgden Hem.  En toen Hij vandaar wat verdergegaan was, zag Hij Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en Johannes, zijn broer, die in het schip de netten aan het herstellen waren. En meteen riep Hij hen, en zij lieten hun vader Zebedeüs in het schip achter met de loonarbeiders en gingen weg, Hem achterna.” Markus 1:15-20

De vier meest vooraanstaande apostelen worden geroepen. Door de Koning. Ze leggen dan ook meteen hun werk neer en volgen Hem. Over dat volgen hebben we het een paar dagen geleden ook al gehad. Ik wil nu nog een ander element daarvan naar voren halen. Het volgen van een koning laat zien dat je Zijn gezag over jou erkend.

Bij de Here Jezus betekent het dat je de Koning van de koningen volgt. Het betekent ook dat je het Lam van God volgt. Dat je Knecht van de HERE volgt die moet lijden als geen ander. Het volgen van Christus betekent ook dat je jouw kruis moet dragen. Niet in de zin van de Here Jezus. Zijn kruisdragen is uniek. Niemand kan dat overdoen. Hij leed voor zondaren. Hij gaf Zijn leven voor de zonden van de wereld. Dat kan niemand anders. Wie Christus volgt zal wel achter Christus aan zijn of haar kruis op zich moeten nemen. Christus de Koning volgen betekent  dat je dingen zegt en dingen doet die de wereld niet wil. Je gaat niet mee met  het schema van de wereld. Dat betekent op allerlei manieren vervolging en onbegrip. Je staat als volgeling van Christus nooit onaangevochten in de wereld.  Juist omdat je uitdraagt wat Gods liefde en liefde voor de naaste betekent. Juist omdat je een leven van dienstbaarheid en opoffering wilt leiden. Een leven waarin je in liefde gehoorzaam wilt zijn aan de wil van Koning Christus. Dat gaat overal bovenuit. De Here Jezus zegt daar later o.a.  dit over in het Markusevangelie: “Laat wie achter Mij aan wil komen zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen. Want wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven zal verliezen omwille van Mij en om het Evangelie, die zal het behouden. Want wat zal het een mens baten als hij heel de wereld wint en aan zijn ziel schade lijdt?  Of wat zal een mens geven  als losprijs voor zijn ziel?” 8:34-37

Wie belangrijk en groot wil zijn in deze wereld leeft niet als volgeling van Christus. Wie wil dienen vanuit Gods liefde kent het echte leven.

 

KONINKLIK ONDERWYS 

 

“Die tyd is vervul en die koninkryk van God het naby gekom; bekeer julle en glo die evangelie. … En hulle het in Kapérnaüm gekom, en dadelik op die sabbat het Hy in die sinagoge ingegaan en begin leer. En hulle was verslae oor sy leer, want Hy het hulle geleer soos een wat gesag het en nie soos die skrifgeleerdes nie.”Markus 1:15 ….21.22

 

 Die Here Jesus gaan met 4 leerlinge na Kapernaum. Dit is ’n stad waarin Hy baie gedoen het. ’n Stad waarvan die inwoners die Here Jesus baie goed in Sy werk en in Sy onderwys leer ken het. Hierdie stad was in die Noorde van Israël en lê aan die see van Galilea (of ook meer van Gennesaret genoem).

Die Here Jesus het hier gekom om na die synagoge te gaan. Om te wys dat Hy die Koning is wat die koninklike onderwys gee. Hy is die Seun van God wat die Goddelike onderwys gee. Hy doen dit nie net vir Sy leerlinge nie. Hy is nie iemand wat in die geheim Sy leer uitdra nie. Wat Hy leer is vir enige mens die berlangrikste wat jy kan leer.

Hy gaan saam met Sy vier leerlinge kerk toe in Kapernaum. Hy wys dat Hy die beloofde Leraar is. Elke mens, enige leraar op hierdie wêreld moet Sy onderwys ontvang. Ook leraars kan net regte leraars wees as hulle Sy onderwys verkondig. Dit kan wees dat mense, dat leraars baie indrukwekkend kan praat en preek maar as hul onderwys nie volgens Christus se leer is nie, is dit dwaasheid. Is dit ’n onderwys waaraan ons geen gehoor moet gee nie.  Die mense is verslae as hulle hoor wat die Here Jesus sê.  Dit beteken nie dat hulle moedeloos geraak het nie. Dit gaan daarom dat hulle verbaas, verwonderd is oor wat hulle hoor. Dit is so anderste as wat hulle gewoond is. Die Here Jesus sê nie dat wat hy leer een van die moontlikhede is nie. Hy wys wat die waarheid, die enigste waarheid is. Die waarheid wat ons as mense moet volg om reg voor God te staan. Dit geld ook voor ons tyd waarin mense baie min een waarheid wil volg. Laat ons mooi bedink dat Christus self die waarheid is en geen ander mens nie.   

 

 

LEREN MET GEZAG 

 

“en Hij zei: De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen;  bekeer u en geloof het Evangelie.   …… En ze stonden versteld van Zijn onderricht, want Hij onderwees hen als gezaghebbende en niet zoals de schriftgeleerden.” Markus 1:15,22

 

De Here Jezus leert als gezaghebbende. Hij vertelt hoe de dingen zijn en hoe de mensen hebben te leven. Dat was in die tijd zo anders bij de mannen die toen het onderwijs in en rond de synagoge en de tempel gaven. De Schriftgeleerden van toen  kwamen met meningen van andere mensen. Ze doorspekten hun onderwijs met allerlei mogelijkheden die voor hun belangrijke mensen naar voren hadden gebracht. Ze zeiden niet : Zo zegt de HERE.

Daarin zie je een duidelijk overeenkomst met onze tijd. Je moet vooral niet zeggen vanuit de Bijbel dat de dingen zo zijn en niet anders. Jij denkt zeker dat jij de waarheid in pacht hebt hoor je dan snel om je heen. Anderen zeggen dan: Wie zegt mij dat wat in de Bijbel staat de waarheid is? Anderen zeggen heel andere dingen en die spreken mij ook wel aan. Laat ieder toch zijn eigen waarheid als hij of zij daarmee de ander niet benadeelt.   Toch moeten we zonder hoogmoed en met liefde de waarheid volgens Gods Woord verkondigen. Dat staat boven alles en is echt de waarheid. Anders bedrieg je jouzelf.

Het andere verschil is dat de Schriftgeleerden, de theologen en dominees van die die tijd,  zich laten leiden door wat voor hen geliefde mensen uit heden en verleden hebben gezegd. Ze steunen op een bepaalde traditie. De Here Jezus stelt dat ook later heel duidelijk aan de kaak. Als we ons beroepen op mensen en die eigenlijk meer vertrouwen dan wat ons vanuit het Woord  wordt voorgehouden, zitten we heel erg mis. De Here Jezus zegt in Markus 7 daarover o.a. dit: “Want terwijl u het gebod van God nalaat, houdt u zich aan de overlevering van de mensen, zoals het wassen van kannen en bekers; en veel andere dergelijke dingen doet u. En Hij zei tegen hen: U stelt Gods gebod op een mooie manier terzijde om u aan uw overlevering te houden!” vs 8,9

Gewoonte en traditie mogen nooit boven de inhoud, de inhoud volgens Gods woord uitgaan!

 

TWYFEL SAAI 

 

“Die tyd is vervul en die koninkryk van God het naby gekom; bekeer julle en glo die evangelie. …. En daar was in hulle sinagoge ’n man met ’n onreine gees; en hy het uitgeskreeu en gesê: Hou op! Wat het ons met U te doen, Jesus, Nasaréner? Het U gekom om ons te verdelg? Ek ken U, wie U is: die Heilige van God!” Markus 1:15 …23,24

 

Die Here Jezus het gekom as die Koning van die Koninkryk van God.  Hy kom op die wêreld waar die Satan die groot koning wil wees. Dikwels lyk dit asof hy die koning is. Sy mag is so groot omdat ons deur die sondeval die duiwel baie mag gegee het. Ons wat beeld van God moet wees, het in werklikheid al meer die beeld van Gods groot teenstander aangeneem. God se straf is o.a. dat die Satan op de aarde baie mag gekry het.

Nou het die tyd gekom dat die HERE wys dat Sy groot teenstander die mag gaan kwytraak. Dat Hy die Oorwinnaar is. Dat Sy Koninkryk die ryk van de Satan sal ruineer. Ons sien hier dat die stryd ook in die kerk gestry moet word. Die Here Jesus het na die synagoge gekom. Die plek waar elke sabbat weer God se Woord gehoor word. Dit is die Here Jesus, van wie vanuit die Ou-Testament elke sabbat weer gepraat word, wat hier aanwesig is. Hy in wie God se Woord in vervulling gaan. Ook God se belofte dat die Satan heeltemal verslaan sal word, dat die aarde bevry sal word van elke invloed en krag van die duiwel. De Satan probeer alles om sy neerlaag te voorkom. Hy het probeer om die Here Jesus te verlei om voor hom een keer te kniel. Dit het misluk. Die Here Jesus bly  trou aan Sy roeping.  Die duiwel probeer nou ’n ander taktiek. Hy wil vir die mense sê dat die Here Jesus gekom het om te vernietig. Hy wil by die mense twyfel saai en daarvoor sorg dat hulle hul nie aan Christus toevertrou nie. Die werklikheid is dat die duiwel kom om te vernietig. Die Gees maak dit duidelik deur te vertel dat hierdie man ’n onreine gees het. Die duiwel wil vernietig en is onrein.  Christus het gekom om te red en is heilig. Hy wys dit in die vervolg wat gebeur.

 

TEGENSTAND 

 

“en Hij zei: De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen;  bekeer u en geloof het Evangelie.   ……  Nu was er in hun synagoge een man met een onreine geest, en die schreeuwde: Ga weg! Wat hebben wij met U te maken, Jezus de Nazarener? Bent U gekomen om ons te gronde te richten? Ik weet Wie U bent, namelijk de Heilige van God. En Jezus bestrafte hem en zei: Zwijg! Ga uit hem weg!” Markus 1:15 …. 23-25

 

We zien hoe in de kerkdienst het gevecht tussen het Koninkrijk van God en het rijk van de satan doorgaat. De duivel is er niet alleen in de woestijn. De duivel is er niet alleen daar waar de verleiding van de zonde zo duidelijk te zien is. Het gaat bij de duivel niet alleen om drugs, drank en seks. Het is niet zo dat als we daar bij weg blijven we niet met de duivel te maken krijgen. We zien hem hier opduiken via een broeder in de kerk.

De Here Jezus wordt er aan de ene kant van beschuldigt dat Hij komt om te gronde te richten. Let er op hoe slim de duivel formuleert. Hij zal vooral bedoelen dat de Here Jezus gekomen is om de demonen, de helpers van de duivel te gronde te richten. Maar op het eerste gehoor daar in de synagoge klinkt het alsof hij gekomen is om o.a. de mensen daar het ongeluk in te jagen. Het is een tactiek die de duivel altijd weer gebruikt. Het doen voorkomen alsof het evangelie dat voluit verkondigd wordt mensen en hun geluk dwarszit. Christenen werden daarom in het Romeinse Rijk ook wel vijanden van de mensheid genoemd.

 De verkondiger van het echte evangelie krijgt altijd weer met tegenstand te maken. Ook in de kerk. Omdat mensen het diep in hun hart niet pruimen dat ze op eigen zonden worden aangesproken. Ze horen liever algemene  dingen die waar zijn maar niet zo dicht bij henzelf komen. Geloven in Christus als de Verlosser en praten over de zonden in het algemeen is prima.  Maar zelf aangesproken worden op eigen zonden en eigen tekort en dat nogal concreet roept regelmatig weerstand op. Juist dan is het nodig dat het evangelie onverkort blijft klinken. Dan is er het gebed: HERE blijf daarvoor het geloof in en de eerbied en liefde voor u geven!

 De duivel heeft ook nog een andere tactiek. Dat is doen alsof de Here Jezus eigenlijk ook deel is van zijn wereld. Dat je Christus kunt dienen zonder de duivel de deur te wijzen. Daarover de volgende keer.    

 

KONING CHRISTUS EN DEMONEN 

 

“en Hij zei: De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen;  bekeer u en geloof het Evangelie.   ……  En Jezus bestrafte hem en zei: Zwijg! Ga uit hem weg! En de onreine geest deed hem stuiptrekken en ging, roepend met luide stem, uit hem weg. En zij waren allen verbaasd, zodat zij elkaar vroegen: Wat is dit? Wat voor een nieuwe leer is dit, dat Hij ook de onreine geesten met gezag bevel geeft en zij Hem gehoorzaam zijn?” Markus 1:15 …. 25-27

 

De duivel heeft een leger. De engelen die samen met hem slecht geworden zijn. We lezen dan ook in Openbaring 12:7 over de satan en zijn slechte engelen. Een groot en machtig leger. Deze slechte engelen worden ook onreine geesten of demonen genoemd. Hij zet zijn leger in om de Here Jezus te bestrijden. De Koning van Gods koninkrijk wordt steeds weer door zijn grote tegenstander opgezocht.

Dan laat de Here Jezus Zijn macht en gezag zien. Dan laat Hij zien dat Hij de Koning is. Dat het machtige rijk van de duivel niet staande kan blijven tegenover Hem. Tegen die boze geest daar in de kerk zegt de grote Koning: Zwijg!  Al wil de boze geest, al willen demonen, al  wil de duivel niet buigen voor Christus toch kan het niet anders. De Here Jezus laat waar het nodig is Zijn macht en grootheid zien. Hij laat zien dat we mogen weten dat het rijk van de duivel en het kwaad niet staande zal blijven. De Here Jezus zegt: “Ga uit hem weg!” Hoe de boze geest ook tegenstribbelt toch kan hij niet anders. De Here Jezus bewijst dat Hij de Heilige van God is en dat dit betekent dat de macht van het kwaad en de duivel gebroken wordt. We moeten bij Christus zijn om echt hoop en toekomst te hebben. Om bevrijdt te worden van de duivel. De duivel zelf kan ook niet staande blijven tegenover de Here Jezus. Dat heeft de grote Koning al laten zien toen de duivel Hem in de woestijn verzocht. Toen gebeurde na die verzoekingen dit: “Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Ga weg, Satan! Want er staat geschreven: “Aanbid de Heer, uw God, vereer alleen hem.”’ Daarna liet de duivel hem met rust, en meteen kwamen er engelen om voor hem te zorgen.” Mattheus 4:10,11 

 

MET GEWELD REAGEREN? 

 

“De HEERE beproeft de rechtvaardige,  maar Zijn ziel haat de goddeloze en wie geweld liefheeft.” Psalm 11:5

 

 Aanslagen in Frankrijk. Mensen worden onthoofd. In en bij een kerk. Verslagenheid, boosheid en bij mensen ook angst. In wat voor wereld leven wij? Hoort geweld bij het dienen van God? Zo lijkt het soms wel. Moorden worden gedaan in de naam van Allah. De tegenreactie zou kunnen zijn is dat mensen nu aanslagen op Islamitische doelen gaan doen in de naam van Christus. ‘Christenen’ zouden aanslagen kunnen gaan doen op mensen die wetgeving steunen die abortus en euthanasie mogelijk maken. Dit soort dingen zie je van tijd tot tijd ook gebeuren.

We zien hier in Psalm 11 dat de HERE met Zijn ziel, met alles wie Hij is geweld haat. Wie met geweld aan het werk gaat en mensen doodmaakt om aandacht voor de HERE te vragen, staat onder Zijn oordeel. Die hoort niet bij de HERE, die hoort niet bij Jezus Christus. Die volgt zijn of haar eigen gewelddadige beeld van God. Van de God die niet bestaat. Die volgt zijn of haar eigen zondige hart. Het is de Geest die ons o.a. dit leert:

“Niet door kracht en niet door geweld, maar door Mijn Geest, zegt de HEERE van de legermachten.” Zach 4:6

“Zalig zijn de vredestichters, want zij zullen Gods kinderen genoemd worden.” Matt 5:9

“Toen zei Jezus tegen Petrus: Doe uw zwaard terug op zijn plaats, want allen die naar het zwaard grijpen, zullen door het zwaard omkomen.”  Matt 26:52

Wie Christus kent, grijpt niet naar het zwaard, niet naar een mes of een geweer of een bom om van Christus te getuigen. Die grijpt naar het zwaard van het Woord om door de hulp van de Geest in liefde mensen van Christus te vertellen. Hij die de echte vrede is. Bij wie er eeuwig leven is.

 

HERVORMINGSDAG EN HET EVANGELIE VAN HET KONINKRYK 

 

“Die tyd is vervul en die koninkryk van God het naby gekom; bekeer julle en glo die evangelie.  ….  En die gerug aangaande Hom is dadelik versprei in die hele omtrek van Galiléa.”   Markus 1:15 ....28

 

503 jaar gelede stap Maarten Luther in Wittenberg na die Slotkapel in Wittenberg.  Hy het agtergekom dat die evangelie in en deur die kerk nie meer regtig verkondig word nie. Hy kan die Bybel lees. Hy kan dit selfs doen in die tale waarin God se Woord oorspronklik geskryf is. Hy het self jare lank geglo dat jy vir ’n deel jou reddding van skuld en sonde deur jou eie goeie werke moet verdien. Dit het hom al hoe angstiger gemaak. Hy wil die HERE dien. Hy het al hoe meer raakgesien dat die HERE ons hele hart vra. Dat Hy van ons vra om die volmaakte te doen. Wat regtig heeltemal volgens God se wil is. Hy het ook al hoe meer sy eie hart leer ken. Juis dit het hom so angstig gemaak. Hy het ontdek dat hoe hy ook sy bes doen, alles wat hy doen voor God se oë kort kom. Hy het nie regtig goeie werke om op te bou nie. Hy raak al hoe meer daarvan oortuig dat hy verlore sal gaan onder God se oordeel. Juis omdat hy so ernstig vir die HERE wil leef raak hy moedeloos en radeloos. Jy kan dan maar beter so leef dat jy min aan Christus dink en leef asof God nie daar is nie.

Hierdie angstige man het ’n groot ontdekking gedoen. ’n Ontdekking wat nie van die kerk in daardie tyd kom nie maar vanuit God se eie Woord! Hierdie wonderlike boodskap moet verkondig word! Dit is die boodskap wat regtig van God kom. Dit is die nuus wat in die die hele omgewing van Galilea verspei is. Dit is die boodskap wat die hele Wittenberg en omgewing moet hoor. Die HERE self sorg daarvoor dat hierdie boodskap vinnig deur die hele Europa gaan. Wie eie sondes sien en bely mag weet dat Christus vir jou die straf gedra het. Dan mag jy weet dat jou skuld bij God heeltemal weg is. Dan wil jy steeds weer en meer vir die Here leef. Dan weet jy dat die sondes wat teen jou wil in nog altyd in jou is die vergifnis en die heerlike lewe by  en met die HERE nie kan wegneem nie. Dan raak jy jou angs deur God se genade kwyt. Dan word jy ’n blye Christen wat van die evangelie van die Koninkryk  getuig! Dit is die boodskap wat in die hele wêreld verspei moet word.  

 

CHRISTUS REGTIG DIE KONING! 

 

“Die tyd is vervul en die koninkryk van God het naby gekom; bekeer julle en glo die evangelie.  ……  En almal was verbaas, sodat hulle onder mekaar vra en sê: Wat is dit? Watter nuwe leer is dit, dat Hy met gesag ook aan die onreine geeste bevel gee en hulle Hom gehoorsaam is? En die gerug aangaande Hom is dadelik versprei in die hele omtrek van Galiléa.”  Markus 1:15 …. 27,28

Die Here Jesus leer met gesag. Dit is nie net Sy woorde wat Sy gesag uitstraal nie. Sy woorde het ook so’n gesag dat dit wonders werk. Dit wys ook wat Hy met Sy woorde, met Sy leer bewerk. Hy het nie gekom om te oordeel nie. Hy het nie gekom om stukkend te maak nie. Hy het gekom om te verlos, om te red. Hy het gekom om die ryk van de Satan stukkend te maak. Om die mag van die sonde en die gevolge van die sonde te oorwin. Hy het nie gekom  om siek te maak nie maar om te genees. Ons lees in 1 Joh 3:8: “Hy wat die sonde doen, is uit die duiwel, want die duiwel sondig van die begin af. Vir hierdie doel het die Seun van God verskyn, om die werke van die duiwel te verbreek.”

Die Here Jesus wys as die Koning dat by God se Koninkryk die mag van die duiwel nie behoort nie. Hy sal daarvoor sorg dat die duiwel daar regtig niks meer kan doen nie. Dit is nie net wat die Here Jesus sê nie. Hy wys dit deur ’n bevel te gee en die duiwel wat in die man is kan nie anders as om weg te gaan nie. Hier sien ons ook ’n ooreenkoms met die HERE wat die hemel en die aarde gemaak het. Hy het gepraat en dit het dadelik so gekom soos Hy dit wou. Die Here Jesus wys dat Hy God is. Hy is die God waarvan ons in Psalm 33 lees: “Laat die hele aarde vir die HERE vrees; laat al die bewoners van die wêreld vir Hom bedug wees; want Hý het gespreek, en dit was; Hý het gebied, en dit staan.”vs 8,9

Laat ons Christus in ons lewe elke dag weer volg en eer as ons God en Koning. 

 

CHRISTUS DE KONING GENEEST

 

“en Hij zei: De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen;  bekeer u en geloof het Evangelie. …..   En toen zij uit de synagoge gegaan waren, gingen zij meteen naar het huis van Simon en Andreas, met Jakobus en Johannes. En de schoonmoeder van Simon lag met koorts op bed, en zij spraken meteen met Hem over haar.  En Hij ging naar haar toe, pakte haar hand en richtte haar op, en meteen verliet de koorts haar; en zij diende hen.” Markus 1:29-31

De Here Jezus heeft met gezag het evangelie van Gods Koninkrijk in de synagoge verkondigd. Hij heeft laten zien dat Hij echt de Koning is die mensen komt redden. Zijn komst is er om te verlossen. Uiteindelijk te verlossen van het welverdiende oordeel van God. Hij heeft dat laten zien in de genezing van de man in de kerk die bezeten was door een boze geest. Ook het rijk van de duivel moet voor Hem wijken. Eens helemaal en definitief als de Here Jezus als de grote Koning terugkomt op de wolken.

Hij gaat samen met de 4 geroepen apostelen meteen na de kerkdienst weg. Er wordt niet nog even nagepraat. Ze gaan naar het huis waar Simon en Andreas wonen. Als ze er komen blijkt hun moeder onder de dienst plotseling ziek te zijn geworden. De koorts is over haar gekomen. Ze is er echt ziek van. Zoals in onze tijd corona ons ineens kan overvallen en plotseling levensbedreigend over ons kan komen. Dat is niet iets om de schouders over op te halen! Dat is niet iets om makkelijk over te doen. Dat is iets dat tegenover Gods Koninkrijk staat. De Here Jezus grijpt dan ook genezend in! Wij kunnen dat niet op Zijn manier als de Zoon van God. Toch leren we juist van Hem hoe goed het is om  ook vanuit de band aan Hem genezend en verzorgend bezig te zijn. Dat mensen die zich daarvoor inzetten onze steun en gebed verdienen. Het is schrijnend om de omstandigheden van vandaag in een krant uit de mond van mensen die bij de zorg betrokken zijn, te moeten lezen: “Tijdens de eerste golf stond iedereen te klappen, nu is er onbegrip en agressie als beloning.”

Dat kan onze houding als christenen niet zijn. Laten we vol liefde ons inzetten ook voor de zieke naaste. Christus ging ons daarin voor! Laat het zorgpersoneel in ons land toch verzekerd zijn van ons gebed, van onze steun, van onze zorg  en bescherming van de naaste in deze tijd! Onszelf verloochenen voor de naaste is de weg die Christus ons in Zijn eigen leven heeft voorgeleefd!

 

ONTFERMING VANUIT CHRISTUS

 

“en Hij zei: De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen; bekeer u en geloof het Evangelie. …… Toen het nu avond geworden was en de zon onderging, brachten ze bij Hem allen die er slecht aan toe waren, en hen die door demonen bezeten waren. En heel de stad had zich verzameld bij de deur. En Hij genas er velen, die er door allerlei ziekten slecht aan toe waren, en dreef veel demonen uit, en Hij liet de demonen niet toe te spreken, omdat zij Hem kenden.”Markus 1:15 …. 32-34

 

De Koning van het Koninkrijk van God geneest velen. Hij laat zien dat ziekte en de dreiging voor de dood niet bij Zijn Koninkrijk hoort. Het hoort niet bij Zijn Koninkrijk dat mensen het Spaans benauwd krijgen en dan sterven. Wanneer Christus terugkomt op de wolken en de nieuwe hemel en aarde er is, zal dat ook voor altijd voor wie burger van Gods Koninkrijk is, verdwenen zijn.

Wanneer ik dit lees moet ik denken aan al die mensen die zich nu inzetten in de zorg voor medemensen die ziek zijn. Dan denk ik aan al die mannen en vrouwen die dat ook juist vanuit hun vertrouwen op en liefde voor de HERE doen. Die Christus volgen in de ontferming met zieke mensen.

Juist de ontferming met zieken hoort bij het echte leven vanuit Christus. Dat is iets heel anders dan onze welvaart op peil willen houden en daarom maar minder zorg voor zwakken en zieken geven. De zorg voor de zwakken en zieken wordt ons in Gods Woord steeds weer geboden. De wil om rijk te zijn en daarvoor te leven wordt juist als iets gevaarlijks en iets slecht gezien in Gods Woord. Rijk zijn we volgens de Heilige Geest al als we meer als voedsel, kleren en een dak boven ons hoofd hebben. We lezen dit laatste heel duidelijk in 1 Timotheus 6: “Maar de godsvrucht is inderdaad een bron van grote winst, vergezeld van tevredenheid. Want wij hebben niets de wereld ingedragen, het is duidelijk dat wij ook niets daaruit kunnen wegdragen. Als wij echter voedsel en kleding hebben, zullen wij daarmee tevreden zijn. Maar wie rijk willen worden, vallen in verzoeking en in een strik en in veel dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang.” vs 6-9

Dit leert ons vandaag de juiste prioriteiten stellen hoe moeilijk dat ook is voor verwende mensen zoals wij in een van de meest welvarende landen van de wereld zijn. 

 

DIE HERE JESUS BID

 

“Die tyd is vervul en die koninkryk van God het naby gekom; bekeer julle en glo die evangelie  ….. En vroeg in die môre, nog diep in die nag, het Hy opgestaan en uitgegaan en na ’n eensame plek vertrek en daar gebid. En Simon en die wat by hom was, het Hom gevolg.”  Markus 1:15,35,36

 

Die Here Jesus doen Sy werk. Hy wys dat Hy die Koning is. Selfs siekte en demone  moet vir Hom  wyk. Die duiwels wat Sy naam noem om Hom so in hulle mag te kry, kan dit nie reg kry nie. Die Here Jesus is God se Seun, Hy is die Koning van die konings.

Ons moet nie dink dat dit vir Hom so maklik was nie. Sy werk is swaar en dit kos Hom baie krag. Die Here Jesus is ook mens. Hy het as die Verlosser die krag van God in die hemel so nodig. Hy het die krag van die Gees steeds so nodig. Hy het ook die  nabyheid van Sy Vader in die hemel so nodig. Dit is opvallend dat die Here Jesus  vroeg in die môre na ’n eensame, ’n verlate plek  gaan. Waar Hy met Sy Vader alleen kan wees. Waar Hy alles wat gebeur het en moet gebeur by Sy Vader kan bring. Waar Hy heel persoonlik  met Sy Vader kan praat. Hoe belangrik is dit dat ons vanuit de verlossing deur Christus verdien steeds weer ons hart voor God se oë open lê. Die HERE sien alles wat in ons hart is nogtans wil Hy dat ons ook self ons lewe by Hom bring as die Vader wat ons so nodig het. Christus soek die kommunikasie met Sy Vader in de hemel. Christus pleit vandag vir hulle in die hemel wat die hulp en vergifnis in hulle gebed by God soek.

Hoe goed en nodig is dit dat ons elke dag weer in ons persoonlike gebed die HERE soek. Wie so soek mag weet dat die HERE as die Vader om Christus se werk Hom deur jou laat vind. Ook in die wêreld van vandag!  Hoe die pad vorentoe ook is:  by die HERE as ons Vader is ons veilig en geborge.   

 

WAAR GAAT HET OM?

 

“en Hij zei: De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen; bekeer u en geloof het Evangelie. …… En Simon en die bij hem waren, gingen Hem achterna, en toen zij Hem gevonden hadden, zeiden zij tegen Hem: Iedereen zoekt U! En Hij zei tegen hen: Laten wij naar de naburige plaatsen gaan, opdat Ik ook daar predik,  want daarvoor ben Ik uitgegaan.”  Markus 1:15 …. 36-38

 

De Here Jezus is een op eenzamen plaats aan het bidden. Hij is vroeg in de ochtend weggegaan. Zijn leerlingen merken in de bij het opstaan dat de Here Jezus niet meer in huis is. Ze gaan zoeken waar Hij is. Ze willen bij hun Meester zijn. Wanneer ze Hem gevonden hebben, hebben ze ook een boodschap voor Hem. Een hele grote groep mensen zoeken de Here Jezus. Ze willen dat Hij weer bij ze komt. Zoals dat de dag er voor was. Toen Hij zoveel mensen genezen heeft. Toen Hij liet zien dat bij Hem en Zijn Koninkrijk geen ziekte en geen bezet worden door duivelse machten hoort.

Het antwoord dat de Here Jezus geeft is opvallend. Hij gaat met Zijn leerlingen namelijk niet terug naar deze mensen. Mensen die Hem zoeken voor wonderen, voor opvallende tekenen. De Here Jezus gaat verder naar andere plaatsen. Hij maakt duidelijk dat er iets anders is dat nog veel belangrijker is dan die genezingen. Het gaat namelijk om het evangelie. Het gaat er om dat mensen echt in Hem gaan geloven en Hem in liefde volgen als de beloofde Verlosser. Ook als ze ziek zijn, ook als ze het moeilijk hebben in de wereld. Ook als daarin op deze aarde en dit leven op aarde geen verandering komt. Het gaat voor de Here Jezus ook niet om de vertrouwde groep mensen die achter Hem aan is gegaan. Het evangelie  moet verder. Al meer mensen moeten horen van Hem als de enige Redder voor hen leven. Wij mogen nooit voor onze groep leven maar altijd weer zo dat mensen aan ons zien en van ons horen wie Christus is. Ons leven moet erop gericht zijn mensen voor Christus te winnen. Wie dat ook zijn. Het evangelie van het Koninkrijk is de boodschap voor de hele wereld. Ook in onze tijd.    

 

MINDERWAARDIG?

 

“Die tyd is vervul en die koninkryk van God het naby gekom; bekeer julle en glo die evangelie ….. En Hy het die hele Galiléa deur in hulle sinagoges gepreek en die duiwels uitgedryf.” Markus 1:15 …. 39

Die Here Jesus is die Koning en die Leraar. Hy is dit self wat die boodskap van verlossing deur Hom verkondig. In Hom het die beloofde Verlosser gekom. Glo in Hom is nodig om burger van God se Koninkryk te wees. Om onder die beskerming van die Koning self te staan wat dan vir ons pleit by die Vader in die hemel.

Christus gaan deur die hele Galilea. Dit is die eerste streek in die beloofde land waar Christus dit doen. Dit is ’n groot voorreg. Dit is nie Jeruzalem met al die priesters en Skrifgeleerdes waar dit gebeur nie. Galilea is die streek wat in die oë van die leiers van die kerk in daardie tyd minderwaardig is. Die Here soek juis hulle op wat in die oë van die hoogmoediges sleg en minderwaardig is. Die HERE se hart gaan uit na die swakkes en hulle waarvoor geen aandag in die samelewing is nie. Wie in eie oë regverdiger as ander is, moet weet dat die HERE hierdie manier van dink en voel haat.

Ons sien hier gebeur wat die Gees al in Jesaja sê: “Want nie langer sal dit donker wees daar waar benoudheid is nie: in die eerste tyd het Hy die land Sébulon en die land Náftali in veragting gebring, en in die laaste tyd bring Hy tot eer die weg na die see, die oorkant van die Jordaan, die streek van die heidene. DIE volk wat in duisternis wandel, het ’n groot lig gesien; die wat woon in die land van die doodskaduwee, oor hulle het ’n lig geskyn.” 8:23-9:1 Bedink dat die stamme van Naftali en Sebulon se grondgebied was wat later Galilea genoem word.

Ons leer hier o.a. om elkeen die evangelie te verkondig. Niemand is daarvoor te sleg of te minderwaardig!

 

JEZUS U KUNT HET!

 

en Hij zei: De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen; bekeer u en geloof het Evangelie. …… En er kwam een melaatse naar Hem toe, die Hem smeekte en voor Hem op de knieën viel en tegen Hem zei: Als U wilt, kunt U mij reinigen.” Markus 1:15 …. 40

 

 De Here Jezus verkondigt de goede boodschap van het Koninkrijk van God in Galilea. Mensen horen dat evangelie. Het dringt ook door bij mensen die op een afstand moeten blijven. De HERE heeft namelijk in Zijn goede wet er ook voor gezorgd dat Zijn volk voor besmettelijke ziekten beschermd wordt. Niet alleen voor ziekten die tot de dood leiden. Melaatsheid is een verzamelnaam voor allerlei huidziekten die besmettelijk zijn. Tot lepra aan toe. De HERE is die goede God die ook waakt over de gezondheid van mensen. Je beschermen tegen besmettelijke ziekten is iets dat volgens Gods eigen wet en wil is.  Wie melaats was moest afstand houden van anderen. Zie bijvoorbeeld Leviticus 13:45,46; Lukas 17:12.

De afstand die deze mensen moesten houden in die tijd was 50 stappen. Flink wat meer dan onze 1,5 meter in coronatijd.  Wie te dicht bij een melaatse kwam had kans om besmet te worden en bij aanraking werd je zelf ook onrein. Wie dit weet ziet hoe bijzonder het is dat er een melaatse is die naar de Here Jezus toekomt. Hij blijft niet op 50 stappen van de Here Jezus staan. De Here Jezus laat het ook toe. Jezus kent als de Zoon van God het hart van deze man. Hier is iemand die onrein is, die afgezonderd leeft maar bij wie er geloof is. Hij vraagt niet of de Here Jezus hem kan genezen. Daaraan twijfelt hij niet. Hij vraagt of de Here Jezus dat wil doen. Hij erkent het gezag van de Here Jezus. Hij erkent Hem als de Koning van Gods Rijk. Het gaat er in ons leven om dat wij het gezag van Christus erkennen. Dat we zo leven. Dan wordt door Hem zelfs de oorzaak van alle ellende, van al ons smerig zijn voor weggenomen. Onze schuld en zonden. Bij de Here Jezus moeten we zijn. 

 

DE GEBAANDE WEGEN

 

“Welzalig de mens van wie de kracht in U is – in hun hart zijn de gebaande wegen.” Psalm 84:6

 

Wie in de tijd van deze Psalm in liefde voor de HERE leefde, wilde de HERE in de tempel  ontmoeten. Die ging op weg naar Gods huis in Jeruzalem en zag de weg die hij moest gaan.  Hij kon de weg naar de tempel niet vergeten. Hij onthield die weg, hij borg die zorgvuldig op in zijn hart. Omdat de liefde voor de HERE en Zijn huis in hem leefde. De weg naar de tempel was voor hem of haar heel belangrijk. Hij wil bij de HERE in Zijn huis zijn. Hij wil op Gods weg leven. Hij wil de HERE in vrede kunnen ontmoeten. Dat zijn de wegen naar U in vers 6.

Het gaat bij deze wegen over het volgen van de HERE volgens Zijn wil. Het gaat niet om een of andere menselijke traditie. Het gaat erom dat we ons zelf aan de HERE en Zijn Woord alleen binden. Alles wat daarmee in strijd is, willen we tegengaan in ons leven. De binding aan de Here gaat ons dan boven alles. Zijn weg gaan is het doel van je leven geworden. Het gaat erom dat we Christus in liefde in alles willen volgen. Dan ga je op de weg van de levende God.

Leven volgens Gods wil is de weg die de HERE uitgestippeld heeft. Het is de weg die Christus ons voor geleefd heeft. De weg die Gods geboden ons wijzen. Waarbij Gods Woord de lamp voor ons voeten is. Psalm 119:105.  Die weg is vaak verrassend onaangenaam voor ons eigen zondige hart.  Het is wel de weg die goed voor alle mensen is. Het is de weg waarop we leren te geloven en te leven zoals het volgens Gods geboden goed is. Dus ook echt goed. Zo wordt het goede geleerd en leer je op de goede manier leven.  Dat is anders dan eigen hart en de wereld om je heen het wil. Steeds weer nieuwe ontwikkelingen toetsen aan Gods Woord, aan Zijn geboden dat is waartoe de HERE ons roept en de Geest ons in wil leiden. Dan leren we dankbaar orthodox zijn.  Niet ouderwets maar dan staan we op tot een nieuw leven in Christus. Om dat nieuwe leven volgens Gods oude Woord te leven. 

 

MET ONTFERMING BEWOë

 

“Die tyd is vervul en die koninkryk van God het naby gekom; bekeer julle en glo die evangelie ….. En Jesus het vir hom innig jammer gevoel en die hand uitgesteek en hom aangeraak en vir hom gesê: Ek wil, word gereinig!”  Markus 1:15 ….41

 

Jesus Christus die Seun van God. Hy is die Koning. Hy is die Koning van wie Sy hart regtig na mense uit gaan. Hy is nie ’n Koning wat net mag wil hê en op ’n harde manier regeer nie. Hy het nie nodig om met harde hand te regeer nie want Hy het alle mag in hemel en op aarde. Hy is die Koning wat regtig vanuit Sy hart met mense bewoë is. Ons lees in vers 40 dat Hy die man wat melaats is en om Sy hulp vra “innig jammer gekry” het.  

Ons lees dit ook op ander plekke in die evangelie. Ek gee nog 3 ander voorbeelde:

“En toe Jesus uitklim, sien Hy ’n groot menigte, en Hy het vir hulle innig jammer gevoel, omdat hulle soos skape sonder herder was; en Hy het hulle baie dinge begin leer.” Markus 6:34

“En Jezus, Die innerlijk met ontferming bewogen was, raakte hun ogen aan; en meteen werden hun ogen ziende, en zij volgden Hem.” Mattheus 20:34

In de gelijkenis van de verloren zoon lezen van de vader die zijn zoon ziet komen: “En hij stond op en ging naar zijn vader. En toen hij nog ver van hem verwijderd was, zag zijn vader hem en deze was met innerlijke ontferming bewogen en hij snelde hem tegemoet, viel hem om de hals en kuste hem.” Lukas 15:20

Die enigst lewende God wat ons mag ken en die Here Jesus wat God se Seun is, kyk met ’n hart vol ontferming, vol van liefde wat ons na Hom wil trek. Die Almagtioge God is die God wat ons nie aan ons lot oorlaat nie. Laat ons dan ook by Hom skuil!  Hoe goed is dit om onder die beskerming van Koning Christus te leef.

 

WIE SPREEKT HET VERLOSSENDE WOORD?

 

“en Hij zei: De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen; bekeer u en geloof het Evangelie. …… En Jezus, innerlijk met ontferming bewogen, stak Zijn hand uit, raakte hem aan en zei tegen hem: Ik wil het, word gereinigd! 42En toen Hij dit gezegd had, week de melaatsheid meteen van hem, en hij werd gereinigd.”  Markus 1:15 …. 41,42

 

Wat hier gebeurd was voor de mensen toen heel spannend. Dit hadden ze nog nooit meegemaakt! Je zorgde altijd dat je een flinke afstand van iemand die melaats was hield.  Aanraken was er echt niet bij. Bij aanraking was de kans groot dat ook jij besmet zou worden.  Dat jezelf ziek zou worden en dat jij jouw geliefden  nooit meer zou mogen aanraken. We kunnen in onze tijd een klein beetje aanvoelen wat dat betekent. Je werd dan ook onrein en mocht niet meer naar de tempel of de synagoge. Je kon niet meer samen optrekken met Gods volk en samen met hen luisteren naar Gods Woord.

Kijk nu eens wat de Here Jezus doet!  Hij steekt Zijn hand naar deze melaatse man uit die heel dichtbij gekomen is. Hij raakt Hem zelfs aan!  De Zoon van God raakt de melaatse aan. Hij wordt niet onrein. Hij is van zichzelf rein, zonder zonde, heilig. Dat kan geen gevolg van de zonde veranderen. Hij is het die ook over ziekte en dood regeert. Hij wil dat deze man gezond wordt. Hier zie je dat Christus als de Zoon van God naar de wereld gekomen is om te redden. De duivel komt naar ons toe om stuk te maken. Christus komt om te redden en te genezen. Hij raakt de melaatse aan en neemt zijn ziekte op zich. Hij gaat er de straf voor dragen! Het gevolg is dat de ziekte in een keer verdwijnt.  Als sneeuw voor de zon. De mensen er om heen zijn daarvan getuigen. Dit zie je niet bij de priesters als die na een tijd constateren  dat iemand gezond geworden is. De Here Jezus is meer dan Aaron en al de priesters. Christus is de Dokter die geneest zoals niemand anders dat kan. Bij Hem is er de genezing die je in het eeuwige leven brengt. Waar geen ziekte meer enige kans krijgt. De Here Jezus is de echte Verlosser.    

 

VERVOLGING DICHTBIJ?

 

“Maar wees op uw hoede voor de mensen,  want zij zullen u overleveren aan raadsvergaderingen, en in hun synagogen zullen zij u geselen.  En u zult ook voor stadhouders en koningen geleid worden omwille van Mij, tot een getuigenis voor hen en de heidenen.” Mattheus 10:17,18

 

Mogen we als christenen onze kinderen nog opvoeden volgens Gods eigen Woord? Kan dat nog in een land dat de mond vol heeft over vrijheid van mening en vrijheid van godsdienst? Een land dat voorop stond om allerlei landen te veroordelen waar die vrijheid er niet was of is.  Iedereen moet de vrijheid hebben om volgens eigen overtuiging, geweten te leven. Wanneer je daarmee de ander niet in zijn vrijheid aantast. We stonden vooraan om harde kritiek te hebben op regeringen die de kinderen als bezit van de staat zien en daarom de jeugd volgens de overtuiging van de staat laat opvoeden.

We zien nu dat in ons land het onder heel mooie woorden dezelfde kant op gaat. Wie in liefde voor de naaste, zonder de naaste met zijn of haar overtuigingen aan de kant te zetten op meerdere gebieden volgens Gods Woord wil opvoeden,  wordt  in het verdomhokje gezet.  Mensen die zo opvoeden moeten eigenlijk dat recht ontnomen worden, ouders die dat samen in scholen doen moet dat eigenlijk verboden worden. Iedereen moet de godsdienst, die geen godsdienst mag heten, van een meerderheid belijden. Mag dat in ieder geval niet tegenspreken. Ik heb het hier niet over aanzetten tot haat, ik heb het hier niet over mensen discrimineren. Onze roeping als christenen is om ieder met liefde te behandelen. Het gaat mij er om of we onze kinderen nog mogen leren wat in Gods ogen zonde is. Dat we samen tegen de zonden in ons leven willen strijden om al meer volgens Gods wil te leven.  Je ziet voor je gebeuren dat dit je voor de rechtbank van de samenleving brengt. Laten we bedenken dat Christus ook moest lijden. Nog veel erger. Wij zijn niet meer dan onze Meester. Wij grijpen niet naar geweld. Laten we door de kracht van de Geest volhouden en onze kinderen blijven voorhouden wat de Geest ons leert in Gods eigen Woord. Wees dapper en moedig zonder ooit geweld of dwang te gebruiken. Dan geeft de Here ons ook wat we verder in dit hoofdstuk lezen: “Maar wanneer zij u overleveren, moet u niet bezorgd zijn hoe of wat u spreken moet, want het zal u op dat moment gegeven worden wat u spreken moet. Want u bent het niet die spreekt, maar de Geest van uw Vader, Die in u spreekt.”vs 19,20

 

REGTIG GENEES

 

“Die tyd is vervul en die koninkryk van God het naby gekom; bekeer julle en glo die evangelie …..   En nadat Hy hom ernstig aangespreek het, stuur Hy hom dadelik weg en sê vir hom: Pas op dat jy aan niemand iets vertel nie, maar gaan vertoon jou aan die priester en offer vir jou reiniging wat Moses voorgeskryf het, tot ’n getuienis vir hulle.  Maar hy het uitgegaan en begin om baie dinge rond te vertel en die saak rugbaar te maak, sodat Hy nie meer openlik in ’n stad kon ingaan nie; maar Hy was buite in verlate plekke, en hulle het van alle kante na Hom gekom.” Markus 1:43-45  

 

 Die Here Jesus het gewys dat ook die siektes, dat selfs melaatsheid vir Hom moet wyk. Hy het gewys dat selfs die aanraking van ’n melaatse Hom as die Heilige van God nie onrein kan maak nie. Christus is God se Seun wat na die wêreld gekom het om te red. Om te wys hoe die leef in Sy Koninkryk na die wederkoms op hierdie aarde sal wees.

Die Here Jesus is die Verlosser wat God se wet nie eenkant skuif nie. Hy het nie gekom om God se wet af te skaf nie maar om te vervul. Dit is ook die rede dat Hy die man wat gesond geword het na die priester stuur. Dit was volgens God se wet in daardie tyd  verplig om die priester in die tempel te wys dat jy weer gesond geword het.  Sien Levitikus 14:18-20.  Die priester moes dit konstateer en verklaar. Daarna word dan ’n offer gebring om die HERE te dank vir die genesing wat Hy gegee het. Op pad na die priester mag die man wat genees is nog nie hieroor praat nie. Dit mag hy gaan doen op die oomblik dat amptelik vasgestel is dat die genesing regtig daar is. Die priester verklaar dan dat Christus regtig vir die genesing gesorg het. Die wet bevestig dat Christus die Verlosser is wat gekom het om te red en om God se wet te vervul.  Nadat die genesing deur die priester vasgestel is, kan hierdie man getuig van Christus se werk. Ons sien hier dat God se wet en Christus se werk nie teenoor mekaar staan nie. Christus het gekom om God se wet al hoe meer vol te maak. God se wet wat goed en heilig is.  Ook vandag en môre.

 

ECHT BEWOGEN MET JOUW MEDEMENS?

 

“En toen Jezus uit het schip ging,  zag Hij een grote menigte en was innerlijk met ontferming bewogen over hen,  want zij waren als schapen die geen herder hebben;  en Hij begon hun veel dingen te onderwijzen.”  Markus 6:34

 

 Er is iets dat mij de laatste tijd weer sterk bezighoudt. Die juist weer sterk naar boven komt als ik lees dat de Here Jezus met ontferming bewogen was met de mensen die voor Hem stonden. De duizenden die aan zichzelf overgeleverd waren. Die geen goede leiding kregen en vaak daardoor op verkeerde wegen gingen. Christus liet tijdens Zijn leven zien hoe bewogen Hij was vanuit Zijn hart, vanuit Zijn innerlijk met zondaren. Met mensen die dreigen voor eeuwig verloren te gaan. Wanneer dit bij de Here Jezus zo was die onze zonden zo duidelijk ziet en die weet dat het onze eigen schuld is  hoe is dit dan met ons?

Hoe kijken wij naar de mensen om ons heen? Hoe kijken wij naar mensen die een verkeerde leiding krijgen of geen leiding en daarom al meer op verkeerde wegen gaan? Hoe kijken wij naar mensen die Christus niet kennen en leven op de adem van de geest van de tijd? Zeggen we dan dat ze beter kunnen weten, dat het hun eigen schuld is?    Is dat dan ons antwoord en gaan we dan onze eigen gang?  Raakt het ons echt dat mensen zonder de echte Christus in hun leven verloren gaan? Raakt het ons echt dat mensen zonder de echte Christus te volgen in hun leven zoveel missen?

Het raakte de Here Jezus en Hij zocht ons op tot aan het kruis! Hij had er zelfs Zijn leven onder Gods toorn voor over. Hij stuurt na Zijn opstanding Zijn leerlingen en daarmee Zijn kerk de  wereld over om o.a. vanuit deze ontferming, deze geraaktheid met zondaren hen het evangelie te verkondigen. Hen op te roepen om tot Christus te komen. Christus is in onverdiende liefde tot ons gekomen die echt geen haar beter zijn dan mensen die op verkeerde wegen gaan, dan mensen die nu niet geloven. Laten we bidden om die ontferming in ons leven en laten we die ons hart geven en daaraan ook stem geven met onze mond en handen. Dan maken we ons om kleine dingen niet meer zo druk maar gaan we allemaal op onze eigen manier in dienst staan van het uitdragen van het evangelie. Dan willen we zo kerk zijn dat we zo graag anderen ontvangen om samen van Gods genade te leven!  Wie het ook maar zijn en wat hun achtergrond en verleden ook is!  Echt een lamp zijn die schijnt door de kracht van de Heilige Geest. 

 

NA DIE WOORD LUISTER

 

“En ná ’n paar dae het Hy weer in Kapérnaüm gekom, en die mense het gehoor dat Hy in die huis was.  En dadelik het baie saamgekom, sodat daar selfs by die deur nie meer plek was nie; en Hy was besig om aan hulle die woord te verkondig.” Markus 2:1,2

 

Die mense het gehoor dat die Here Jesus die man wat melaats was, genees het. Mense vertel orals dat die Here Jesus baie mense genees het.  Die gevolg is dat die mense Hom soek. Jesus keer terug na Kapernaum. Hy het in die noorde van Israel met Sy woorde en dade gewys wie Hy is. Hy het laat hoor en gewys wat dit beteken dat God se Koninkryk kom. Hy het tekens van die Koninkryk op hierdie aarde laat sien.

Mense het so op die Here Jesus gelet dat toe hy weer in Kapernaum was hulle  met ’n groot groep na die huis waar Jesus tuis was, gegaan het. Die hele huis is vol. Nêrens is nog ’n plek oor. Hierdie huis word ’n kerk waarin jy nie nog  meer kan sit nie maar nog net voor die oop deur kan staan en luister. Ons sien nou dat die Koning van God se Koninkryk die mense die evangelie verkondig. Die Seun van God is in die huis. Die mense ontmoet God wat mens geword het. Ons sien hier raak wat die diepste bedoeling van ’n kerkdiens is. Dat ons die HEFRE ontmoet! Dat ons in diep eerbied na Hom luister. Wanneer in ons tyd die evangelie verkondig word wat Christus verkondig het, ontmoet ons regtig die Here. Dan het ons te doen met ’n regte kerkdiens. Waar hierdie evangelie nie gebring word nie, waar mense hul eie verhaal vertel hoe mooi ook, is die Here nie by ons nie. Dit is so belangrik dat na die HERE se Woord ons kom en luister soos Hy dit in die Bybel gegee het. Kerkdienste kan menslik indrukwekkend wees maar as daar nie  die evangelie volgens God se betroubare Woord klink is dit niks anders as ’n menslike ding nie.  Hoe belangrik is dit dat ons daar gaan luister waar Christus se Woord verkondig word en ons ons daardeur laat voed. 

 

DE GOEDE HULP ZOEKEN

 

“Er kwamen ook enigen naar Hem toe die een verlamde brachten, door vier mannen gedragen. En omdat zij niet bij Hem konden komen vanwege de menigte, verwijderden zij de dakbedekking boven de plaats waar Hij was; en nadat zij het dak opengebroken hadden, lieten zij de ligmat waarop de verlamde lag, neer. En toen Jezus hun geloof zag, zei Hij tegen de verlamde: Zoon, uw zonden zijn u vergeven.” Markus 2:3-5

De Here Jezus is bezig om in een propvol huis het evangelie te verkondigen. Hij vertelt de mensen die binnen en die buiten bij een open deur staan wat het Koninkrijk van God is. Hij vertelt dat Hij de Koning is en dat Hij gekomen is om als de Verlosser te redden. Hij legt hen het Woord van God uit. Dan komen er vier mannen die hun verlamde vriend dragen. Dat hij door vier mannen gedragen werd, laat zien dat het om een volwassen man gaat. Ook om iemand die zo verlamd is dat hij echt gedragen moet worden en niet een beetje kan helpen om bij de Here Jezus te komen. We lezen dat de Here Jezus hun geloof zag. Waaraan moeten we denken als hier over geloof gesproken wordt? Aan het geloof dat we ook bij de melaatse in hoofdstuk 1 hebben gezien. De overtuiging dat de Here Jezus deze verlamde beter kan maken. Ze geloven in Zijn Koningsmacht over ziekten. Ook geloven ze dat het juist de Here Jezus is die hun vriend gezond kan maken. Wanneer ze er aankomen is er wel een obstakel. Al die mensen in dat propvolle huis die naar de Here Jezus luisteren staan in de weg. Ze kunnen niet bij de Here Jezus komen. Dan gaan ze het dak op om daarin een opening te maken. Om door die opening hun vriend bij de Here Jezus te kunnen laten uitkomen. De echte liefde voor God en de naaste zorgt er voor dat je volhoudt. Dat de omstandigheden niet beslissend zijn maar het vertrouwen op de HERE en Zijn Woord. Dan zoek je steeds weer mogelijkheden om in dienst van Christus en tot voordeel van de naaste te leven. Vanuit het onderwijs van Gods Woord zoeken we dan de HERE steeds weer in ons gebed om Zijn hulp. Het is heel bijzonder dat de Here Jezus dan laat zien wat het belangrijkste in dit leven is. Hij laat dan zien dat vergeving op deze aarde meer is dan gezondheid. Daarover morgen verder. 

 

GENESING EN VERGIFNIS

 

“En daar kom mense na Hom met ’n verlamde man wat deur vier gedra word.  En toe hulle vanweë die skare nie naby Hom kon kom nie, maak hulle die dak oop waar Hy was, en nadat hulle dit oopgebreek het, het hulle die bed waar die verlamde op lê, laat afsak. En toe Jesus hulle geloof sien, sê Hy vir die verlamde: Seun, jou sondes is jou vergewe!” Markus 2:3-5

 

Die vriende het die verlamde op sy slaapmat laat afsak. Die verlamde man het voor Jesus op die grond gekom. Dit was baie duidelik dat die verlange was dat die Here Jesus hierdie man sou genees. Nogtans is dit nie die eerste wat die Here Jesus doen nie. Hy maak nie so soos die vriende en die verlamde gedink het nie. Jesus se eerste woorde is: “Seun jou sondes is jou vergewe!”

Bedink dat ons dokter toe gaan en daardie dokter sou nadat hy mooi na ons gekyk het sê: “Jou sondes is jou vergewe.”Die kans is groot dat ons dan teleurgestel sou wees. Ons wil weer gesond word. Dit was die doel van ons besoek aan die dokter.

Die Here Jesus maak hier duidelik dat genesing nie die belangrikste in hierdie lewe is nie. Hy wys dat nie liggaamlike genesing  vir die ewige lewe sorg nie. Ons is nooit gesond genoeg om self die ewige lewe te kan gryp nie. Die ewige lewe kan ons net kry as ons sondes vergewe word. Dit is die groot wonder van God se liefde wat ons hier raaksien. Die Here Jesus vergeef hierdie verlamde man sy sondes. Hy kry toegang tot God se Koninkryk, tot die ewige lewe. Dit is Christus wat self daarvoor sorg dat die straf vir die sondes van die gelowiges gedra word en nie die toegang tot die ewige lewe kan verhinder nie.  Jesus Christus is God wat mens geword het. Hy deel dan ook die vergifnis van die sondes uit. Hy ken die hart. Hoe goed is dit om Christus as jou Verlosser te ken. Of jy nou siek is of nie siek is nie. Ook as jy op aarde altyd siek bly. Dan mag jy weet dat as jy met Christus leef die ewige gesondheid vir jou wag. Dit is dan wat die HERE jou vanweë Christus se werk gee.

 

GEEN SYMPTOOMBESTRIJDING

 

  “En er zaten daar enigen van de schriftgeleerden, en die overlegden in hun hart: Waarom spreekt Deze op die manier godslasteringen? Wie kan zonden vergeven dan God alleen? En Jezus, Die meteen in Zijn geest onderkende dat zij zo bij zichzelf overlegden, zei tegen hen: Waarom overlegt u deze dingen in uw hart?” Markus 2:6-8

De Here Jezus laat zien dat Hij maar niet aan symptoombestrijding doet. Wij komen in ons leven vaak niet verder dan dat. In veel gevallen komen wij niet verder dan de gevolgen van iets bestrijden. Dat zie je nu o.a. bij de bestrijding van corona. Zelfs als er een goed werkend vaccin hebben, en daar hopen we op en bidden we om, blijft het virus nog rondwaren. We zien dat ook bij de griep elk jaar weer. De Here Jezus is het die oorzaak van al onze ellende: de zonde aanpakt. Hij is het die dit laat zien door deze verlamde man zijn zonden te vergeven.

De leiders van het volk horen heel goed wat de Here Jezus doet. Hij vergeeft deze man al zijn zonden. Deze man staat volgens de uitspraak van de Here Jezus nu schoon voor God. Door de door de Here Jezus gegeven vergeving. Dat roept ergernis en verzet op bij de leiders. Zij hebben goed geluisterd. Ze beseffen dat de Here Jezus hier zegt dat Hij God is! Dat Hij die God is die van zichzelf in Exodus 34:6,7 zegt: “HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, geduldig en rijk aan goedertierenheid en trouw, Die goedertierenheid blijft bewijzen aan duizenden, Die ongerechtigheid, overtreding en zonde vergeeft, maar Die de schuldige zeker niet voor onschuldig houdt.”

De Here Jezus laat juist de mensen die zich ergeren en verzetten nog op een andere manier merken dat Hij God zelf is. Hun ergernis en verzet is namelijk nog binnen gebleven. In hun hart. Ze hebben het nog niet uitgesproken. Voordat ze dat kunnen doen, laat de Here Jezus al weten wat ze denken en voelen. Jezus Christus is de Zoon van God die ook deze mannen van binnen en van buiten kent. Denk hierbij o.a. aan Psalm 139. De vraag is altijd weer in ons leven of we Christus kennen en erkennen als onze God en Koning. Dan deel je in het resultaat van Zijn werk. Dat Hij de oorzaak van onze ellende heeft weggenomen.

 

DOOD EN LEVEN

 

“Jezus zei tegen haar:  Ik ben de Opstanding en het Leven;  wie in Mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven, en ieder die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid.” Johannes 11:25,26

Het leven is zo wankel en kwetsbaar. Je merkt dat als iemand die oud is sterft. Mensen takelen af en dan komt het moment van de dood. Ook voor mensen die sterk zijn en zelfs een leeftijd van meer dan 90 jaar bereiken.  We voelen het verdriet en het gemis nog zoveel meer wanneer iemand in het midden van zijn leven sterft. Wanneer dan heel directe geliefden achterblijven. Nog zo jong.  Dat doet zo zeer. Je staat er dan met verbijstering bij. Hoe moet het verder? Waarom Here? Juist dan wil de HERE er in al ons verdriet, bij al onze vragen, met al onze gedachten hoe het verder moet bij zijn. Niet maar als toeschouwer maar als de God waarop je kunt bouwen.

Bouwen in de troost dat Vader in de hemel jouw geliefde het geloof en het vertrouwen op Christus heeft gegeven. Dat Christus de echte Verlosser is opgestaan. Hij leeft en niemand kan dat leven aantasten. Christus heeft overwonnen. Hij laat ieder die in geloof op Hem sterft in die overwinning delen. Jouw geliefde leeft. Verlost van wat het leven op aarde moeilijk maakte. Dat Christus de opstanding en het leven is, laat ook zien dat Hij er in het verdriet en gemis voor Gods kinderen is. Als het er op lijkt dat alles om je heen weg valt,  is Hij er als de Levende. Dan mag je ook in het grote verdriet bij God als jouw Vader schuilen. Hij geeft om Christus’ werk wat je dan en in de toekomst nodig hebt.  Het echte leven kan zelfs door de dood niet van Gods kind weggenomen worden. Dat houvast, die troost mag er zijn in het diepste verdriet en bij de felste vragen.     

 

DIE HERE JESUS IS GOD!

  

“Wat is makliker, om vir die verlamde te sê: Die sondes is jou vergewe! of om te sê: Staan op en neem jou bed op en loop?  Maar dat julle kan weet dat die Seun van die mens mag het om op die aarde sondes te vergewe — sê Hy vir die verlamde man: Ek sê vir jou: Staan op, neem jou bed op en gaan na jou huis toe.” Markus 2:9-11

 

Die Here Jesus weet wat die skrifgeleerdes dink. Hy wys ook op hierdie manier dat Hy God is. Hy weet dat hulle vind dat die uitspraak dat Hy die verlamde sy sondes vergeef godslasterlik is.  Die skrifgeleerdes dink ook dat dit ’n maklike en goedkoop manier is om te së dat Hy God is. Hy kan dit dan sê sonder om hierdie verlamde man te gaan genees.

Die Here Jesus maak nou duidelik dat Hy die genesing aan die vergifnis sal toevoeg om so te wys dat Hy regtig God is. Dat Hy regtig die Seun van die mens is wat in die Ou Testament al as die groot Koning, as die Verlosser beloof word. Ons kan hier dink aan wat ons in Daniël 7 lees: “Ek het gesien in die naggesigte, en kyk, met die wolke van die hemel het Een gekom soos die Seun van ’n mens, en Hy het gekom tot by die Oue van dae, en hulle het Hom nader gebring voor Hom. En aan Hom is gegee heerskappy en eer en koningskap; en al die volke en nasies en tale het Hom vereer; sy heerskappy is ’n ewige heerskappy wat nie sal vergaan nie, en sy koninkryk een wat nie vernietig sal word nie.”vs 13,14

Christus laat in die genesing van die verlamde net deur Sy woord sien dat Hy die Koning van God se Koninkryk is. Dit is die Vader wat aan Sy Seun wat mens geword het die Koninkryk gegee het. Die ewige heerskappy waarvan die engel ook al praat as hy vir Maria vertel dat sy die moeder van die beloofde Verlosser sal word: “Hy sal groot wees en die Seun van die Allerhoogste genoem word; en die Here God sal aan Hom die troon van sy vader Dawid gee, en Hy sal koning wees oor die huis van Jakob tot in ewigheid, en aan sy koninkryk sal daar geen einde wees nie.” Lukas 1:32,33

 

GODSLASTERAAR?

   

“Ik zeg u: Sta op, neem uw ligmat op en ga naar uw huis. En hij stond meteen op, en nadat hij de ligmat opgenomen had, ging hij voor het oog van allen naar buiten, zodat zij allen buiten zichzelf waren en God verheerlijkten en zeiden: Wij hebben nog nooit zoiets gezien!” Markus 2:11,12

 

 De Here Jezus wordt  beschuldigt van godslastering. Hij presenteert zich als God omdat Hij iemand al zijn zonden vergeeft. Hij presenteert zich als de Zoon van de mens zoals we daarvan o.a. lezen in Daniël 7:13,14.

De leiders in de kerk vinden dat ze alle recht hebben om deze man te vervolgen. Met een godslasteraar moet je niets te maken willen hebben. Wat zal Gods reactie op deze beschuldiging zijn. Zal de HERE de Here Jezus nu in Zijn hemd zetten? Zal er vuur van de hemel komen? Of als dat niet gebeurt, zal de HERE de Here Jezus dan ontmaskeren door er voor te zorgen dat Hij deze verlamde man niet kan genezen?

De Here Jezus zegt namelijk dat Hij als bewijs dat Hij God is, dat Hij de bevoegdheid heeft om te vergeven, deze man zal genezen.  Nog nooit is dit op deze manier gebeurd. Hier staat voor de Here Jezus heel veel op het spel. Dan klinken de woorden:  “Sta op, neem uw ligmat op en ga naar uw huis.” Dan het geweldige wonder.  Deze man staat zonder enige vorm van revalidatie en oefening op. Hij kan zijn ligmat zelf pakken en loopt voor de ogen van iedereen weg. Alsof hij niet heel lang verlamd was. Voor de ogen van iedereen wordt duidelijk dat de Zoon van de mens de Zoon van God is. Dat de Zoon van God een is met de Vader en de Geest. Dat Jezus Christus God is die mens geworden is. Geen godslasteraar maar zelf God. Volg Hem. Aanbid Hem!

 

DIE BELANGRIKSTE

    

“En Hy het weer uitgegaan langs die see, en die hele skare het na Hom gekom, en Hy het hulle geleer.” Markus 2:13

 Na die genesing van die verlamde man gaan die Here Jesus na die see. Hy gaan die stad uit om by die water te wees. Die mense is so beindruk met wat die Here Jesus gedoen het dat hulle Hom volg. Hulle wil by Hom wees. Hoe goed is dit as mense by die Here wil wees. Hoe goed is dit as ons so  beindruk is deur God se werk, deur Sy liefde en genade, deur Sy grootheid en heiligheid dat ons nie op ’n afstan bly staan nie maar naby Hom wil wees.  Met eerbied en ontsag maar ook met groot liefde. Wie raaksien dat dit God se genade in jou lewe is dat Hy selfs vir jou omgee, wil altyd weer naby Christus as jou liewe Heiland wees. Die Heiland wat God se onverdiende liefde in jou lewe wys.

Die Here Jesus maak ook duidelik wat daarby die belangrikste is. Dit is nie die wonders nie. Dit is nie allerhande spesiale dinge nie. Die belangrikste is dat ons luister. Luister na Christus se onderwys. Dat ons in die klaslokaal gaan sit waar die Heilige Gees ons vanuit die Bybel klas gee. Ons bly ons hele lewe lank leerlinge van die Gees, van God se Woord. Wie dink dat hy of sy nie meer leerling is nie, is hoogmoedig en weet nie regtig wat kind van God wees, is nie. Steeds weer luister. Luister na die Woord en dit ook saam doen waar regtig God se Woord eerbiedig word en so verkondig word. Hoe goed is dit om so wys te word tot saligheid, tot verlossing van jou lewe. Sien 2 Tim 3:15.  Dan begin jy in jou lewe die HERE ook al meer verheerlik, al meer groot maak in jou lewe en jou woorde. Dan wil jy in jou al meer so wees as ons in Galaten 2:20 lees: “Ek is met Christus gekruisig, en ék leef nie meer nie, maar Christus leef in my. En wat ek nou in die vlees lewe, leef ek deur die geloof in die Seun van God wat my liefgehad het en Homself vir my oorgegee het.”

 

HERDER

     

“Het woord van de HEERE kwam tot mij: Mensenkind, profeteer tegen de  herders van Israël, profeteer, en zeg tegen hen, tegen die herders: Zo zegt de Heere HEERE: Wee de herders van Israël die zichzelf weiden! Moeten de herders niet de schapen weiden?” Ezechiël 34:1,2

 

De laatste tijd gaan mijn gedachten veel naar het herder zijn en naar de schapen uit. Bij dat denken sluit ik mijzelf in met de taak die de HERE mij gegeven heeft. Herder zijn in opdracht van de HERE en daarbij niet voor jezelf leven maar voor de kudde. De kudde leiden en verzorgen met het Woord van de Goede Herder. Niet met mijn eigen woord, niet met de leiding volgens mijn gevoel en ideeën maar volgens wat Christus zegt. Ezechiël moest daarover spreken. Hij laat als Gods profeet zien hoe dat mis kan gaan. Hij laat ook op weg naar Christus’ komst zien dat de Goede Herder komt. Dat Hij laat zien wat het betekent om hart voor de kudde te hebben. Om niet voor jezelf te leven maar voor Christus en daarmee voor de schapen.

Daarover hoop ik vanuit Ezechiël 34 de tijd naar het Kerstfeest toe te schrijven. Eerst een algemene opmerking. Het is duidelijk dat je ook als herder verkeerde leiding kunt geven. Bijvoorbeeld door  de kudde aan haar lot over te laten. Dat gebeurt o.a. als je uit bent op eigen macht en invloed. Of wanneer je je eigen positie vast wilt houden en niet met het Woord leiding geeft en verzorgt die jou in problemen kan brengen. We moeten er altijd weer  op gericht zijn om de schapen niet over te geven aan verkeerde invloed. Je kunt stil blijven, je kunt met allerlei procedures en regels bezig zijn. Je bent daar druk mee maar de schapen worden nog langer overgegeven aan verkeerde invloed en een verkeerde manier van het lezen van de Bijbel. Dan moet de kudde voorgaan. Om te zorgen dat ze echte rondlopen in de weide waar ze het onvervalste Woord te eten krijgen. Laten we daarop alles inzetten en dan steeds weer zoeken naar de echte eenheid van de kudde. Elkaar zoeken die de Bijbel als het onvervalste en onfeilbare Woord volgen. Als de zuivere stem van de Goede Herder. Om zo Christus echt te volgen op Zijn Woord.

 

 

HERDERS WAT  HULLESELF WEIDING VERSKAF

   

“En die woord van die Here het tot my gekom en gesê:  Mensekind, profeteer teen die herders van Israel; profeteer en sê vir hulle, die herders: So spreek die Here Here: Wee die herders van Israel wat aan hulleself weiding verskaf! Moet die herders nie die skape laat wei nie?” Esegiël 34:1,2

 

Herders wat hulleself weiding verskaf.  Herders wat hul posisie gebruik om vir hulleself te leef. Ons sien op verskillende maniere dat mense sê dat hulle herders is. Hulle bind mense aan hulle. Later word duidelik dat hulle hul herderskap gebruik het om hulleself te verryk. Of dat hulle hul posisie misbruik deur seksueel gebruik te maak van mense wat hul aan hulle toevertrou het. Die boodskap wat hulle uitdra klink vroom en gelowig maar hul lewe is dit nie so nie.

Ons kan ook op ’n ander manier ’n herder wees wat onsself weiding verskaf. Jy is ’n predikant en kry daarvoor betaal. Die HERE het jou hierdie bediening gegee. Jy is geroep om die evangelie uit te dra en daardeur die trop, die gemeente van Christus te lei en te versorg. Jy is geroep om in die omstandighede van 2020 die pad van Christus te wys. Jy weet dat dit moeilik is. Jy weet dat as jy volgens die Skrif praat en preek dit ook verset oproep.  Jy weet dat ook vanuit die samelewing mense kom wat jou beskuldig van allerhande dinge. Die Woord wat ons in die Bybel lees, bots met baia opvattings wat al meer populêr in die samelewing raak. Jy begin daarmee om oor die dinge wat gevoelig is nie te praat nie. Jy laat die dinge eenkant lê. Jy wil nie in probleme kom nie. Dan is jy besig om jouself te wei en die trop nie volgens God se Woord toe te rus vir die lewe in 2020 nie. Wie deur God as herder geroep word moet vir Christus se gemeente wil leef. Moet die stem van Christus in 2020 duidelik laat klink. Om so God se volk te lei met God se Woord. Ons mag daaroor nie swyg nie!  

 

HERDERLIJKE THEOLOGIE

   

“U eet het beste op en u kleedt u met de wol; u slacht het vetgemeste, maar de schapen weidt u niet.  Het zwakke versterkt u niet, het zieke geneest u niet, het gebrokene verbindt u niet, het afgedwaalde brengt u niet terug en het verlorene zoekt u niet, maar u heerst met geweld en met harde hand over hen.” Ezechiël 34:3,4

 

 Door God geroepen om herder te zijn. Om Gods volk, Gods kudde in Zijn naam te leiden en te verzorgen. Maar in de praktijk dat niet doen en voor jezelf te leven. Je laat de kudde zwemmen. Je hebt daar ook nog heel mooie woorden voor. Je zegt dat mensen mondig en wijs genoeg zijn om zelf op een goede manier te kunnen leven. Je hoeft ze alleen maar wat dingen aan te reiken om over na te denken. Ze kunnen dan hun eigen keuzes maken. Ze kunnen dan voor zichzelf zorgen en voor elkaar. Jij bent de theoloog, jij bent de deskundige die dingen aanreikt en daarmee is het goed. Dat heet dan professioneel optreden. Je moet er niet teveel bij betrokken raken. Bedenk dan eens hoe de grootste Theoloog Jezus Christus bij de kudde betrokken was!

Ik zie op dit punt ook een gevaar in hoe er in onze tijd vaak theologie bedreven wordt. Je bent bezig met je hobby. Je houdt je bezig met hoe allerlei mensen over dingen gedacht hebben. Je houdt je bezig met allerlei heel specifieke dingen zonder dat het echt op de HERE en op het dienen van Christus gericht is.

Er moet grondig gestudeerd worden. Er moet vanuit de Schrift en de talen waarin de Bijbel geschreven is heel grondig gekeken worden naar wat de HERE ons in Zijn Woord zegt. Er moet heel grondig gekeken worden naar wat we vanuit de Bijbel leren en wat er in de kerkgeschiedenis aan rijkdom vanuit de Schrift gegeven is. Waar theologie een soort hobby wordt om niet verder te komen dan wat iemand eens gezegd heeft en of dit ons inspireert of niet heeft het niets meer met echte theologie te maken. Echte theologie is er op gericht om de rijkdom van Gods Woord al meer te ontdekken, om de HERE al meer te leren kennen en dienen. Om te zien hoe Christus Zijn weg gaat door de geschiedenis. Om vanuit de Schrift te kunnen aanspreken wat er in kerk en wereld leeft. Om zo de gemeente te dienen en toe te rusten. Te leiden met Gods Woord. Niet vrijblijvend maar met de leiding die het Woord zelf geeft. Waar dat niet gebeurt, zijn we bezig onszelf te weiden in plaats dienstbaar te zijn aan de Here en Zijn kerk.   

 

BELANGRIK WEES?

    

“Julle versterk die swakkes nie en maak die siekes nie gesond nie en die wat gewond is, verbind julle nie en wat weggedryf is, bring julle nie terug nie en wat verlore is, soek julle nie; maar met strengheid heers julle oor hulle en met hardheid.”  Esegiël 34:4

 

Waarop is die aandag van die herder gerig? Gaan dit jou om invloed, om mag in jou lewe? Gaan dit daarom dat jy jou eie dinge kan doen? As dit so is, is jou hart nie by jou naaste nie. As dit so is, is jou hart nie by die skape nie. Dan kan dit wees dat jy sekere dinge vir ander doen, dan kan dit wees dat jy sekere dinge  vir die trop  doen maar dan is dit om self meer geeer te word. Om self meer invloed te kry en meer vir jou te kry of te kan doen. Ons sien op hierdie wereld en helaas ook in die kerk steeds weer mense wat op so’n manier herder is.

Jy sien dan dat mense mag en strengheid gaan gebruik om maar self die belangrikste te kan wees. Om invloed te kry of om die te behou. Hoe anders is God se bedoeling. Hy stel herders aan om juis met hulle hart en met opofferings die skape, die gemeente te lei. Om leiding te gee en so wat  wat swak is te versorg. Om mekaar by Christus te hou. Ons lees al in die Ou Testament dat die Verlosser wat kom die beeld van die regte herder sal wys. Ons lees in Jesaja 61: “ Die Gees van die Here Here is op My,  omdat die Here My gesalf het om 'n blye boodskap te bring aan die ootmoediges; Hy het My gestuur om te verbind die gebrokenes van hart,  om vir die gevangenes 'n vrylating uit te roep en vir die geboeides opening van die gevangenis;  om uit te roep 'n jaar van die welbehae van die Here en  'n dag van die wraak van onse God; om al die treurendes te troos;” vs 1,2  Die herder soos die HERE die wil sien, leef vir die kudde. Die versorg met die Woord wat hy laat uitgaan.  

 

GEVOLG VAN SLECHTE LEIDING

   

“Ze zijn overal verspreid, zonder herder, en ze zijn alle dieren van het veld tot voedsel geworden: ze zijn verspreid. Mijn schapen dwalen rond op alle bergen en op elke hoge heuvel. Over heel het aardoppervlak zijn Mijn schapen verspreid. Er is niemand die naar ze vraagt, en niemand die ze zoekt.” Ezechiël 34:5,6

 

Wat is het gevolg geweest van de slechte leiding van de herders? De slechte leiding van de geestelijke leiders? Dat de schapen verstrooid geraakt zijn. In de tekst hier gaat het er vooral om dat het volk van God in de ballingschap onder allerlei volken en landen verspreid geraakt is. Dat is het gevolg van de leiding die los van het Woord, los van die echte liefde voor God en Zijn volk gegeven wordt. Dat is ook wat o.a. in Leviticus 26 door de HERE gezegd is. Ook op andere plaatsen wordt juist op de leiders gewezen die over Gods volk zijn aangesteld als grote schuldigen voor de afval van de HERE. Zij gingen juist daarin voor in plaats van in een leven vol liefde voor de HERE en Zijn in en in betrouwbare Woord voor alle tijden en culturen. De door God aangestelde leiders geven niet meer de leiding van Hem en Zijn Woord. Ze passen die leiding aan aan eigen zondige hart en aan wat in de samenleving om hen heen als goed gezien wordt al gaat het tegen de stem van de Goede Herder in. Zoals we die stem in de Bijbel bij elk woord horen.

Ook vandaag hebben we als herders de hand in eigen boezem te steken. Als we naar de verstrooiing van Gods volk kijken. Dan mogen we niet blijven toekijken. Wat is het nodig o.a. voor de jeugd dat we elkaar zoeken die echt volgens het Woord  willen leven en kerk zijn. Die volgens de belijdenis die volgens Gods Woord is willen leven. Dan mogen geen zaken uit het verleden struikelblokken zijn. Dan mogen we elkaar niet meer binden dan volgens Gods Woord nodig is. Dan mag het nooit om mijn positie en mijn invloed gaan. Om wat ik met mensen meegemaakt heb. Dan zoeken we elkaar. Dan bidden en werken we om samen onder de leiding van de HERE en Zijn Woord Gods volk te zijn dat moedig in de wereld staat met het Woord. Laten herders opstaan om die leiding te geven.  De leiding van Gods Woord alleen hebben we zo nodig en elkaar te vinden zonder dat de geschiedenis waarin we er zelf vaak een puinhoop van gemaakt hebben dat te laten belemmeren.  Heerlijk gebonden aan Christus en Zijn Woord.   

 

PROOI

   

“Daarom, herders, hoor het woord van de HEERE! Zo waar Ik leef, spreekt de Heere HEERE, voorwaar, omdat Mijn schapen tot een prooi geworden zijn en Mijn schapen voor alle dieren van het veld tot voedsel geworden zijn, omdat er geen herder is, en Mijn herders niet naar Mijn schapen gevraagd hebben, maar de herders zichzelf geweid hebben, en Mijn schapen niet geweid hebben”. Ezechiël 34:7,8

 Heel indringende woorden van de HERE.  In het bijzonder voor mensen die leiding hebben te geven aan het volk van God. In de kerk. Ook voor iedereen die als schaap van de kudde van Christus wil leven. Aan welke herders vertrouw jij je samen met anderen toe?

We lezen hier dat de schapen een prooi van anderen zijn geworden. Ze horen bij de HERE maar de herders hebben ze uitgeleverd aan mensen en machten die niet bij Christus horen. We zien dat ook in onze tijd. Wanneer herders niet meer de leiding geven volgens Gods volledig betrouwbare Woord. Wanneer preken en andere vormen van leiding geven niet meer laten zien wat een leven in strijd met Gods Woord is. Wanneer het niet verder komt dan leiding die zegt dat je ook zo met de Bijbel kunt omgaan maar dat er ook veel meer manieren zijn en we tot heel verschillende manieren van leven kunnen komen als christenen. Wanneer de Bijbel meer gezien wordt als inspiratiebron dan als het Woord van de Goede Herder dat ik heb te volgen om bij Gods volk te horen.

Wanneer ik vrij ben om af te wijken van Gods Woord omdat je het in de wereld van vandaag niet meer kan maken om zo te denken en te leven. Wanneer herders een deel van het evangelie niet noemen omdat de mensen dat niet zo graag horen. Wanneer het evangelie is dat je je vooral fijn moet voelen en er niet over zonde en oordeel gesproken wordt. Wanneer  gezegd wordt dat je de vergeving al hebt en het de HERE echt niet zoveel uitmaakt hoe je leeft. Hij begrijpt je en kijkt met vriendelijke ogen naar je. Verder praten zou niet nodig zijn. Zo  leveren herders de schapen met vrome woorden al meer over aan de wereld als prooi. Je ziet het voor je ogen gebeuren.  Je ziet hoe geloof en leven met Christus mensen hierdoor al minder zegt en de geest van de tijd al meer bezit van mensen neemt. Waar zijn de herders?! Laten we opstaan met het echte volle evangelie.

 

DEUR DIE HERE GESTUUR

  

“So waar as Ek leef, spreek die Here Here, gewis, omdat my skape 'n prooi geword het en my skape as voedsel gedien het van al die wilde diere van die veld, omdat daar geen herder was nie, en my herders na my skape nie vra nie; en die herders aan hulleself weiding verskaf, maar my skape nie laat wei nie — daarom, o herders, hoor die woord van die Here!”  Esegiël 34:8.9

 

Mense wat hul geestelike leiders, leraars, ouderlinge noem maar met hul eie ideë  en oortuigings kom. Hulle wat die Bybel op meerdere punte eenkant skuit om maar volgens wat mense voel en dink hul boodskap te bring. Hierdie mense  is nie regtig herders nie. Hulle wat vir hulleself leef en hul verryk omdat hul so preek dat hulle baie geld van hul volgelinge kry, is nie regtig herders nie.

Wat is die groot ding as dit om die regte herders gaan? Dat hulle hul deur die HERE gestuur weet. Hulle wil niks anders wees as mense wat ander so dien dat hulle die ander die pad van Christus wys. Hulle wil die kudde op die smal pad van Christus lei wat na die lewe lei. Die ewige lewe! Die regte herders het hart vir die trop en wil daarom hul nie op hul eie paaie lei nie maar op die van Christus. Hulle wil hulself verloën  vir die HERE. Hulle wil vanuit die verbondenheid met Christus hul eie sondige hart haat en as voorbeelde vir die kudde leef. Nie jouself weiding verskaf nie maar leef vir Christus en Sy gemeente.

As herder en ook as gelowige staan jy in diens van Christus. Hy is ons Here. Hy gee vir ons opdragte om die voor die HERE se oë uit te voer. Daarom in vers 9 die oproep: “Daarom herders, hoor die Woord van die Here”. Sy Woord, Sy wil, Sy opdrag is dit waarom dit gaan in die hele lewe. Dit is wat die herders ook in 2020 moet weet. Laat ons luister na ons Here wat self as die Goeie Herder Sy lewe vir die skape gegee het. Sou ons Hom as ons groot voorbeeld nie volg nie?! 

 

HOE LEIDINGGEVEN?

 

“Daarom, herders, hoor het woord van de HEERE! Zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zál die herders! Ik eis Mijn schapen op uit hun hand, en doe hen ophouden met het weiden van de schapen. Die herders zullen zichzelf niet meer weiden en Ik zal Mijn schapen uit hun mond redden, zodat ze hun niet meer tot voedsel zijn.”Ezechiël 34:9,10

 

Herders die de opdracht hebben gekregen om leiding te geven. Om die leiding te geven die de schapen veiligheid, echt voedsel en daarmee toekomst geeft. Herder zijn in dienst van Christus om mensen thuis te brengen bij Vader in de hemel. Om mensen in het leven van vandaag en morgen op de aarde zo te leiden dat ze als beeld van God leren leven. Al meer. Om op deze zondige wereld een licht te zijn dat mensen bij de HERE en Zijn Woord brengt.

Herders die heel andere dingen doen. Herders die mensen meer leiden door de geest van de tijd dan door de Geest en het Woord van Christus. Herders die eigen veiligheid zoeken door maar te zwijgen over de woorden van God die tegen de tijdgeest ingaan. Herders die zelfs zeggen dat die woorden van God hun tijd gehad hebben en dat de Geest voortleeft in de geest van de tijd. Herders die de kudde meenemen om al meer deel van de wereld te worden en al minder met liefde en ontferming de wereld  het evangelie van Christus te laten zien. Herders die zelfs tegen de kudde zeggen dat ze niet moeten leven volgens wat Gods eigen Woord ons leert omdat het echt een woord van vroeger is en dat wij het vandaag echter wel beter weten.

Die herders die Gods naam en die van Christus voor deze dingen vaak genoemd hebben moeten weten dat de HERE zelf gezegd heeft dat Hij hen verantwoordelijk houdt voor dit weggaan van Zijn weg. Ook verantwoordelijkheid houdt voor de schapen die hen gevolgd zijn. Zulke herders zijn misleiders. Je huivert als je hier aan denkt.

 Laten we bidden dat we dat zelf niet worden en zulke herders niet gaan volgen.   

 

VALSE HERDERS

 

“Want so sê die Here Here: Kyk, hier is Ek, en Ek sal na my skape vra en vir hulle sorg.” Esegiel 34:11

 

Ontroue herders. Jy sien hulle deur die hele geskiedenis heen. Daaraan sien ons hoe diep die sonde in ons as mense  ’n plek het. Hoe die verlange na mag, invloed en geld baie groot in ons as mense is. Ons lees ook in die Nuwe Testament steeds  weer die waarskuing vir mense wat verkeerde leiding gee. Wat dit doen om deur ander mense geeer te word, wat dit doen om geld en invloed te kry, wat dit doen om Christus se kudde op die spoor van hul eie gedagtes en leer te lei. Hieronder lees jy voorbeelde daarvan in die Nuwe Testament:

“Maar pas op vir die valse profete wat in skaapsklere na julle kom en van binne roofsugtige wolwe is.
Aan hulle vrugte sal julle hulle ken. 'n Mens pluk tog nie druiwe van dorings of vye van distels nie! So dra elke goeie boom goeie vrugte; maar 'n slegte boom dra slegte vrugte.” Matteus 7:15-17

“Want ek weet dit, dat ná my vertrek wrede wolwe onder julle sal inkom en die kudde nie sal spaar nie. Ja, uit julle self sal daar manne opstaan wat verkeerde dinge praat om die dissipels weg te trek agter hulle aan. Daarom moet julle waak en onthou dat ek  drie jaar lank nag en dag nie opgehou het om elkeen met trane te vermaan nie.”  Handelinge 20:29-31

“Hou als herders toesig oor die kudde van God wat onder julle is, nie uit dwang nie, maar gewilliglik; 
nie om vuil gewin nie, maar met bereidwilligheid;  ook nie as heersers oor die erfdeel nie, maar als voorbeelde vir die kudde.” 1 Petrus 5:2,3

Die groot troos en houvas is dat hoe valse herders ook kom die HERE deur Christus Sy kerk sal bewaar en goeie, troue herders sal gee. 

 

HOE SPREKEN IN DEZE WERELD? 

(Uitgesproken op startvergadering Bijbels Beraad Man/Vrouw) 

 

“Broeders, ook als iemand onverhoeds tot enige overtreding komt, moet u die geestelijk bent, zo iemand weer terechtbrengen, in een geest van zachtmoedigheid. Houd intussen uzelf in het oog, opdat ook u niet in verzoeking komt. Draag elkaars lasten, en vervul zo de wet van Christus. 3Want als iemand denkt iets te zijn, terwijl hij niets is, bedriegt hij zichzelf.” Galaten 6:1-3 

 

Het is heel duidelijk vanuit Gods Woord dat we elkaar hebben aan te spreken. Ook dat  we een woord voor de wereld hebben. Christus geeft ons de opdracht om juist aan de wereld te leren wat Hij ons geleerd heeft. Om de wereld te laten zien wat het leven is dat echt goed is. Daarbij hoort ook het vermaan om juist volgens Gods wet die goed en heilig is te leven. Om vanuit de ontferming voor mensen die dreigen verloren te gaan zo te spreken.  Om niet alleen de vrijheid om een eigen mening te hebben te beschermen maar om juist  de wil van Christus als God en Koning voor het hele leven uit te dragen.

Wat is de houding waarmee wij dit dan doen? Wat is onze houding naar elkaar toe in de gemeente van Christus? Hoe leven en spreken we in een wereld waarin veel door mensen anders aangevoeld en gedaan wordt als wat de HERE ons in Zijn Woord leert?

Onze houding heeft er een te zijn van vriendelijkheid, nederigheid en ontferming. Jezelf niet boven anderen verheffen.  Niet een houding innemen van: wij weten het en jullie niet. Niet de houding van: wij zijn goed en jullie zijn slecht. Geestelijk zijn betekent dat je bij jezelf heel goed beseft dat jij tot dezelfde meningen zou komen en dezelfde manier van leven als jij Christus niet had gekend. Het is alleen genade wanneer we Christus kennen en volgen in Zijn onderwijs. Wij zijn allemaal vatbaar voor meningen, gevoelens en onderwijs dat anders is als wat God ons leert. We hebben zelf steeds weer vergeving nodig en ook dat de Geest ons de liefde voor Christus en Zijn Woord geeft.  Liefde voor een manier van leven dat in ons zondige hart weerstand oproept.

De Here Jezus was vol ontferming bewogen met mensen die de verkeerde kant op gaan met hun leven. Hij is gekomen voor zondaren. Dat betekent dat onze woorden tot in de formuleringen vol van liefde en ontferming moeten zijn. Niet de hardheid van een groep die zichzelf verdedigt maar van mensen die anderen in liefde tot Christus willen trekken. Tot het echte goede leven met en voor de HERE. Mensen die verwonderd zijn over Zijn genade dat de Geest vanuit het Woord ons nog het goede leven wil laten zien en geven. 

Wij zijn niet beter dan anderen. Wij mogen in alle kleinheid het onderwijs van God dat van beslissende betekenis is tot in onze slaapkamers  met liefde voor de naaste brengen in deze wereld. Laat dat ons spreken en schrijven steeds weer kenmerken. Laat onze vriendelijkheid  door Christus alle mensen bekend zijn.  

 

GODS ANTWOORD OP ONTROUWE HERDERS 

 

“Want zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zal Zelf naar Mijn schapen vragen en naar ze op zoek gaan. Zoals een herder op zoek gaat naar zijn kudde op de dag dat hij te midden van zijn verspreide schapen is, zo zal Ik op zoek gaan naar Mijn schapen. Ik zal ze redden uit alle plaatsen waarheen ze verspreid zijn op de dag van wolken en donkerheid.” Ezechiël 11,12

 

 Menselijke herders in dienst van de HERE worden ontrouw. Mensen die macht hebben zie je vaak al minder herder worden. Die zie je vaak al meer voor zichzelf en vrienden om zich heen zorgen. De mooie woorden blijven maar het wordt vaak al meer veel voor zichzelf nemen. Als het geen geld is dan wel dat mensen zich al minder voor anderen inspannen en al meer tijd voor zichzelf nemen. Het zijn gevaren waar we ons allemaal voor moeten laten waarschuwen. De enig echt goede manier om daartegen te strijden is door op de HERE te letten.

Hij beantwoordt de ontrouw van de herders onder Zijn volk met  de belofte dat Hij zelf Zijn volk zal weiden en leiden. Dat Hij zelf de grote Herder zal sturen. De HERE zelf is de Herder die mens wordt om te laten zien wat echt herder-zijn is. Om de schapen echt zo te leiden dat die niet verloren gaan maar gered worden. Dat die kudde door op Christus als de Goede Herder te vertrouwen een eeuwig thuis bij God als Vader vindt. De Here Jezus laat zien hoe de HERE uit liefde Zijn schapen zoekt en thuis brengt. De Here Jezus laat zien dat Hij en daarmee God het verlorene zoekt. Ik denkt nu aan wat we in Lukas 15:1-5 lezen: “Al de tollenaars en de zondaars nu kwamen bij Hem om Hem te horen. 2En de Farizeeën en de schriftgeleerden morden onder elkaar en zeiden:  Deze Man ontvangt zondaars en eet met hen. En Hij sprak deze gelijkenis tot hen en zei:
Welk mens onder u die honderd schapen heeft en er één van verliest, verlaat niet de negenennegentig in de woestijn en gaat achter het verlorene aan, totdat hij het vindt? En als hij het gevonden heeft, legt hij het vol blijdschap op zijn schouders.

 

DIE HERE SIEN OM EN GEE OM 

 

“Soos 'n herder vir sy trop skape sorg op die dag as hy onder sy verspreide skape is, so sal Ek vir my skape sorg; en Ek sal hulle red uit al die plekke waarheen hulle verstrooi is, op die dag van wolke en donkerheid. En Ek sal hulle uitlei uit die volke en versamel uit die lande en hulle bring in hul land; en Ek sal hulle laat wei op die berge van Israel, in die klowe en in al die bewoonbare plekke van die land.”  Esegiël 34:12,13

 

Die HERE is dit wat na Sy volk omsien. Hy gee regtig om. Hoe anders is dit met baie herders wat Sy volk lei. Hulle dink veral aan hulself. Hulle is dit wat nie hulleself opoffer en die HERE se leiding vir die volk gee nie. Hulle lei die volk nie naby die HERE nie maar verwyder hulself en die trop al meer van die lewe in diens van die HERE as die enigste God. Die gevolg is dat die volk na baie liefdevolle waarskuwings van die HERE in ballingskap raak. Die skuld daarvoor lê by die ontroue herders en by die volk wat hulle gevolg het.

Nogtans is dit die HERE wat vir Sy volk omgee en na hulle omsien. Hy is dit wat as die almagtige en goeie Herder Sy volk uit die ballingskap sal lei. Hy sal die gelowige deel van Sy volk weer in die beloofde land terugbring. Die Herder soek vir Sy volk. Sy liefde dryf Hom om die skape te soek. Die skape wat weggedwaal het. So soek die HERE ook ons. Ons is mense wat nie verdien het om deur die HERE met liefde versorg en gelei te word nie. Ons het nie verdien dat ons die goeie leiding van die goeie Herder kry nie. Die HERE het ons in die koms van die Here Jesus weer opgesoek. Hy is dit wat Sy Seun na die wêreld gestuur om sondaars soos ek en jy te red. Hoe genadig en goed is die HERE. Dat Hy gedoen het wat die Here Jesus in Johannes 3 gesê het: “Want so lief het God die wêreld gehad, dat Hy sy eniggebore Seun  gegee het, sodat elkeen wat in Hom glo, nie verlore mag gaan nie, maar die ewige lewe kan hê. Want  God het sy Seun in die wêreld gestuur nie om die wêreld te veroordeel nie, maar dat die wêreld deur Hom gered kan word.” Vs 16,17

 

DE HERE KOMT IN ACTIE

 

Zoals een herder op zoek gaat naar zijn kudde op de dag dat hij te midden van zijn verspreide schapen is, zo zal Ik op zoek gaan naar Mijn schapen. Ik zal ze redden uit alle plaatsen waarheen ze verspreid zijn op de dag van wolken en donkerheid.  Ik zal ze uitleiden uit de volken, ze  bijeenbrengen uit de landen en ze brengen naar hun land. Ik zal ze weiden op de bergen van Israël, bij de waterstromen en in alle bewoonbare plaatsen van het land. Ezechiël 34:13,14

 

Ontrouwe, slappe herders. Herders bij wie het hart er niet is voor de kudde omdat hun hart niet echt bij de HERE als de echte Herder is. Omdat ze niet met een hart leven dat in alles zich uitlevert aan de HERE. Omdat ze niet de verwondering kennen van het leven uit genade en niet kennen dat ze staan in dienst van de HERE. Juist als je die achtergrond ziet, valt het op dat de HERE nu met nadruk op zichzelf wijst. Het woord Ik gebruikt de HERE hier met veel klem. Hij laat zien dat Hij de Goede Herder is. Dat de ontrouw en slapheid van Zijn onderherders er niet voor kan zorgen dat Zijn volk geen leiding en geen verlossing kent.

Het is de HERE zelf die dan in actie komt. Hij is het die Zijn volk uit de ballingschap laat terugkeren. Hij is het die Zijn eigen Zoon naar de wereld stuurt om de als de Goede herder zelfs Zijn leven voor de schapen, voor de gelovigen te geven. Hij geeft Zijn leven onder Gods straf, die wij verdiend hadden, om de Geest te verdienen die ons liefde voor de HERE leert. Die ons leert om als schapen de Goede Herder te volgen. Dat hebben we niet zelf in ons hart. Het is de HERE die uit het huis van David de beloofde Verlosser geeft. Gods kerk is het werk van Vader, Zoon en Geest.

Dat betekent dat we juist als we dit werk van Gods genade gezien hebben, nog meer de verantwoordelijkheid hebben om als een schaap dat Christus volgt te leven. Nog meer de verantwoordelijkheid kennen om als we geroepen zijn om ambtsdrager te zijn in de kerk de leiding van Christus te geven. Wat anderen daar ook van vinden. Altijd met liefde en ontferming maar wel altijd Zijn leiding en geen andere!

 

DE EEN VOORTREFFELIJKER ACHTEN ALS JOUZELF

 

“Doe niets uit eigenbelang of eigendunk,  maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf.” Filippenzen 2:3

 

Een harde lockdown in Nederland vanaf middernacht. Voor velen van ons een hard gelag. Je merkt hoe al die maanden van inperkingen en afstand een invloed op ons hebben. Het valt ons moeilijk en moeilijker. Juist als het moeilijker wordt,  is het zo belangrijk dat we juist als gelovigen laten zien dat het evangelie hoop geeft. Dat we niet in deze wereld staan als mensen zonder hoop en uitzicht. Dat we juist daarom kunnen volhouden. Ook bij verschil van mening over bepaalde zaken. Dat we juist nu laten zien dat we Christus volgen. Dat we de ander voortreffelijker achten dan onszelf.

Dat is iets waar ik me zorgen over maak. Als je ziet hoe mensen reageren. Als je ziet hoeveel agressie er boven komt. Agressie die aan duidelijke haat grenst. Agressie die zich uit door vernielingen, schelden en ga zo maar door. Dat kun je allemaal goed praten door er op te wijzen dat mensen voelen dat dingen van ze afgenomen worden en dat dit nu eenmaal gebeurt als mensen een langere tijd niet kunnen doen wat ze graag willen. Toch is dat geen echt excuus. Ook hier is sprake van zonde. We moeten ons voorbeeld nemen aan Christus! Wie christen is leert dan, hoe moeilijk dat ook is!, om zelfs wie jou vervolgen te zegenen.  Zie Rom 12:14 en ook Mattheus 5:44. Dan ga je niet schelden, dan ga je niet vernielen, dan ga je met gevaarlijke dingen dreigen. Dan scheldt je anderen niet verrot. Dan verwens je anderen niet.  Dan wil je juist de ander beter achten dan jezelf. Dan zoeken we de echte vrede. Dan gebruiken we ook in deze tijd onze tijd en mogelijkheden om mensen in hun agressie en in hun moeiten  bij Christus te brengen. In Hem vind je de echte vrede en de kracht om vol te houden. Omdat je in Hem hebt wat je nodig hebt om tot in de moeilijkste omstandigheden liefde te geven. Laat Christus ook nu de bron van ons leven zijn!   

Laten we bidden ook voor onszelf om zo ook nu in het leven te kunnen staan.

 

DIE VERLORENE SOEK

 

“Ek self sal my skape oppas, en Ek self sal hulle laat lê en rus, spreek die Here Here. Die wat verlore is, sal Ek soek, en wat weggedryf is, sal Ek terugbring, en wat gewond is, sal Ek verbind, en die siekes sal Ek versterk; maar  die vettes en die sterkes sal Ek verdelg: Ek sal hulle oppas soos dit reg is.” Esegiel 34: 15,16

 

Herder wees. ’n Verantwoordelike posisie in Christus se kerk inneem. Dit beteken dat ons diensbaar aan die HERE en daarmee aan Sy volk sal wees. Dit beteken dat ek en ander nie herder is om baie geld te verdien. Dit beteken o.a. dat ek nie probeer om soveel moontlik geld te kry uit wat die HERE my as opdrag gegee het nie. Die gemeente het die verantwoordelikheid om goed te sorg. Nogtans bly vir die herders die belangrikste om ook hierin Christus as die Goeie Herder te volg. Hy was op hierdie aarde as mens nooit ryk nie. Hy het arm geword om ons deur die vergifnis wat Hy verdien het  vir ewig ryk te maak. Christus is ook die Verlosser wat die herders so nodig het en wat ons groot en beslissende voorbeeld is. Hy is dit wat ook vir herders gesê het: “Want die Seun van die mens het ook nie gekom om gedien te word nie, maar om te dien en sy lewe te gee as 'n losprys vir baie.”

Ook die trop, die gemeente moet mooi weet dat herders as taak het om die verlorene te soek! Dat hul aandag daarom meer uitgaan na hulle wat probleme het, wat twyfel, wat dreig om deur die wêreld oorwin te word pleks hulle wat deur God se genade in geloof leef. Ek moet dan dink aan wat ons lees van die Here Jesus in Lukas 15: “En al die tollenaars en sondaars het die gewoonte gehad om na Hom te kom en na Hom te luister. En die Fariseërs en die skrifgeleerdes het baie gemurmureer en gesê: Hierdie man ontvang sondaars en eet saam met hulle.” Lukas 15:1,2

Die Here Jesus antwoord daarop met drie gelykenisse. Die van die afgedwaalde skaap, die verlore penning en die verlore seun, Dit is vir ons almal ’n belangrike boodskap dat Christus gekom het om hulle wat verlore is te soek. Ook ek het dit so nodig.

 

WIE BEN JIJ?

 

“Ik zal Zelf Mijn schapen weiden en Ik zal ze Zelf doen neerliggen, spreekt de Heere HEERE. Het verlorene zal Ik zoeken, het afgedwaalde zal Ik terugbrengen, het gebrokene zal Ik verbinden, en het zieke zal Ik versterken, maar het welgedane en het sterke zal Ik wegvagen. Ik zal ze weiden zoals het hoort.” Ezechiël 34:15,16

 

 Corrupte leiders in deze wereld. Geestelijke leiders die uit zijn op invloed en op geld. Leiders die zich omringen met mensen die bij hun groep horen. Eigenlijk zijn de gewone mensen, de mensen die met veel dingen worstelen in hun leven niet zo in tel. Zeker niet de mensen die in onze ogen verkeerd leven.  De mensen die aan de rand van de samenleving staan door achtergrond, door kleur, door foute beslissingen vroeger in hun leven. Zij zijn vaak niet in tel. Die moeten zichzelf maar redden. In de tijd van de Here Jezus werd door de leiders dan verachtelijk gesproken over dat deel van het volk dat de wet niet kent.  De leiders voelden zich te goed en te belangrijk om zich voor deze smerige mensen in te zetten.  De oorzaak daarvan is ten diepste dat je dan je eigen smerigheid tegenover de HERE niet kent. Je gaat dan ook verloren als jij je boven anderen verheven voelt en die ander in zijn eigen smerige sop wilt laten gaarkoken. De Here Jezus maakt dat heel duidelijk in de gelijkenis van de Farizeeër en de tollenaar:

“Twee mensen gingen naar de tempel om te bidden. De één was een Farizeeër en de ander een tollenaar. De Farizeeër stond daar en bad dit bij zichzelf:  O God, ik dank U dat ik niet ben zoals de andere mensen: rovers, onrechtvaardigen, overspelers of ook als deze tollenaar. Ik vast tweemaal per week. Ik geef tienden van alles wat ik bezit. En de tollenaar bleef op een afstand staan en wilde ook zelfs zijn ogen niet naar de hemel opheffen, maar sloeg op zijn borst en zei: O God, wees mij, de zondaar, genadig. Ik zeg u: Deze man ging gerechtvaardigd terug naar zijn huis, in tegenstelling tot die andere.  Want ieder die zichzelf verhoogt, zal vernederd worden en wie zichzelf vernedert, zal verhoogd worden.” Lukas 18:10-14

Wie ben ik, wie ben jij?  Laten wij onszelf kennen voor God en dan ook in Zijn dienst herders zijn die het verlorene zoeken om bij Christus te brengen. Om samen als verloren mensen door Christus gered te worden. 

 

JOU LEWE VIR DIE HERE LAAT VERTEER

 

“En wat julle aangaan, my skape, so sê die Here Here, kyk, Ek sal oordeel tussen skape en skape, die ramme en die bokramme. Is dit vir julle nie genoeg dat julle die goeie weiveld afwei nie? En moet julle die orige van jul weiveld met jul pote vertrap? En moet julle  die helder water drink, terwyl julle  die wat oorbly, met jul pote troebel maak? En moet my skape afwei wat met julle pote vertrap is, en drink wat met julle pote troebel gemaak is?” Esegiël 34:17-19

 

 Die HERE sien wat gebeur. Die HERE sien ook hoe mense wat geestelik leiding moet gee dit doen. Niemand wat tot leiding geroep word, kan dit doen sonder dat die HERE dit raaksien. Die HERE ken ook ons motiewe. Hy weet hoe ons in ons hart oor die skape, oor die trop dink. Ons kan dit dalk vir mense wegsteek deur mooi en gelowige woorde te gebruik. As ons motief en ons dryfveer nie is dat ons in liefde vir die HERE die skape wil lei nie, sien die Here dit. Hy ken ons hart. Dit is so belangrik dat die leiers leer om juis vanuit liefde en verantwoordelikheid vir de HERE die trop te lei.

As ons dit nie doen nie is dit die HERE wat regter gaan wees. Hy sien raak wat elke herder, enige skaap doen. Hy is dit wat volledig regverdig reg gaan spreek. Hy sien dit as ek baie tyd vir myself neem en eintlik nie baie tyd aan die gemeente bestee nie. Ek kan dit probeer wegsteek en dalk merk ander daar niks van nie nogtans sien Christus my.  Ek staan in Sy diens. Sy oordeel gaan oor my lewe. Dan leer jy in die eerste plek uit liefde vir die HERE en daarom uit liefde vir God se volk om as herder saam met Calvyn sê: “As my lewe maar vir die HERE verteer word”!  Laat ons as herders nie ons eie menslike belange soek nie maar Christus volg wat dit juis nie gedoen het nie maar gekom het om God se volk te dien tot op die kruis!    

 

PANIEK

 

“Ze zullen niet meer tot een prooi zijn voor de heidenvolken, en de wilde dieren van de aarde zullen ze niet meer verslinden, maar ze zullen onbezorgd wonen en niemand zal ze schrik aanjagen. Ik zal een Plant van naam voor ze doen opkomen. Dan zullen ze niet langer weggenomen worden door honger in het land, en  de smaad van de heidenvolken zullen ze niet langer dragen.” Ezechiël 34: 28,29

 

Er lijkt een mate van paniek uit te breken. De mutatie van coronavirus dat vooral in Engeland rondgaat zorgt voor schrik. Deze mutaties lijkt veel besmettelijker. Wat staat ons allemaal nog te wachten? Ondanks de vaccins die er nu zijn.

Dan lees je de woorden van de HERE. De woorden van de Herder die nooit verstek laat gaan. De God en Herder die gelukkig immuun is voor alle kwaad en dus ook voor alle virussen en mutaties daarvan. In deze wereld is er de schrik, is er de hongersnood, zijn er de  ziekten en ook de dood. Allemaal gevolg van de zonde. Van onze opstand tegen God. We zien in onze tijd hoe dat inwerkt op ons leven. De zonde en de gevolgen er van geven geen vrede maar beperking en ellende. Wie denkt dat het leven hier op aarde het is en daarna niets meer slaat de schrik om het hart. Wat als ik dodelijk ziek wordt? Dan is mijn leven voorbij en heb ik nog lang niet gedaan wat ik wilde doen.

Mensen in de zorg leven met veel zorg wat er gebeurt als er nog veel meer besmettingen komen. Ze zijn al zo moe en wat staat ze allemaal nog te wachten. Wat hebben ze ons gebed nodig. Wat hebben we ook zelf dat gebed nodig. Om de nood van onze tijd bij de HERE te brengen. Om juist de oorzaak van al deze ellende bij de HERE te brengen: onze eigen zonden! Niemand kan en mag zich daarboven verheffen en naar anderen wijzen.

Juist dan zie je wat Gods belofte betekent. Dat Hij de Goede Herder is die Christus gegeven heeft. Om eens voor altijd van paniek, zorg, ziekte, dood en alle ellende verlost te zijn. Daar wil de HERE ons naar toe leiden. Naar die wereld waar om Christus de hele natuur schittert als nooit te voren. Waar alle zorg verdwenen is. Waar de zorg voor zieken, ouden en zwakken niet meer nodig is. Waar we ons in overvloed mogen wijden aan de lof op God. In en in gelukkig zonder ooit stress en bedreiging.  Laten we in alle zorg ons vastklemmen aan Christus en zo echt een blij voor uitzicht hebben.

 

TERE OMGANG

 

“Daarom, zo zegt de Heere HEERE tegen hen: Zie, Ik zal Zelf oordelen tussen het vette schaap en het magere schaap, omdat u al het zwakke met flank en schouder wegduwt en met uw hoorns stoot, totdat u ze naar buiten toe verspreid hebt.  Ik zal Mijn schapen verlossen, zodat ze niet meer tot een prooi zullen zijn. Ik zal oordelen tussen schaap en schaap.” Ezechiël 34:20-22

 

Machtsmisbruik. Ligt altijd op de loer. Waar mensen invloed en macht krijgen is er altijd het gevaar dat wie die voor zichzelf en voor onze vrienden gaan inzetten. Dan is het herder zijn iets dat ons eigen belang gaat dienen. Als je dat bij jezelf toestaat in kleine dingen is de kans groot dat het al meer gaat gebeuren. Dan wordt de grens al vager en ga je al meer dingen doen om voor jezelf te leven.  Dat kan in de kerk ook gebeuren.  Zeker als herders dingen van andere weten die heel gevoelig zijn. Dat kan trouwens ook andersom. Gemeenteleden die van ambtsdragers dingen uit het verleden weten die niet mooi zijn. Die achter de rug zijn en ook goedgemaakt zijn maar als ze openbaar worden heel pijnlijk kunnen zijn.

Juist in de kerk van Christus waar we weten dat we allemaal van genade hebben te leven. Waar we als het goed is heel goed weten dat we de Here Jezus elke dag als onze Verlosser nodig hebben, moet het zo zijn dat we teer met elkaar omgaan. Dat we onze invloed, dat wat we van een ander uit het verleden weten, ons ambt niet misbruiken om een ander buiten spel te zetten. Om een ander in de hoek te zetten zodat wij ons eigen ding kunnen doen.  De HERE zegt dan ook dat wie door machtsmisbruik getroffen wordt door Hem verlost zal worden. De Here Jezus kwam niet om te heersen maar te dienen. Hierbij nog wel een opmerking.  Het is niet zo dat als met het Woord duidelijke leiding gegeven wordt en vanuit het Woord bepaalde meningen en opmerkingen weerlegt worden dat heersen is. Dat is als het vanuit een oprecht hart gebeurd juist de taak van de herder om zo vanuit het Woord van de Goede Herder leiding te geven.

 

DIE HERE SELF STUUR DIE GOEIE HERDER

 

“En Ek sal  een enkele herder oor hulle verwek, en hy sal hulle laat wei,  naamlik my kneg Dawid; hy sal hulle laat wei, en hy sal vir hulle 'n herder wees.”Esegiël 34:23

 

Menslike herders faal. Menslike herders wil in Esegiel se tyd nie God se leiding gee nie. Hulle leef vir hulleself. Die HERE is vir hulle nie die belangrikste nie. Die gevolg is dat juis die swakkes wat so baie versorging nodig het en dat hulle wat dreig om weg te dwaal nie die leiding kry wat juis hulle so nodig het nie. Die herders verag die mense wat arm en swak is. Hulle voel hulleself sterk en belangrik. Dan gaan dit verkeerd.

Die HERE wys dat Hy alles raaksien en dat Hy alles weet.  Hy sal self vir die een Herder sorg wat Sy volk regtig sal wei. Wat God se volk as Sy trop sal saambring. Deur alle ontrou van menselike herders heen. Die Here het beloof dat uit die huis van Dawid die Goeie herder, die Verlosser sal kom. Die HERE self sal Hom verwek. Dit is die Heilige Gees wat oor Maria, wat net as Josef, van Dawid afstam, sal kom. Hy verwek in die maagd Maria die Verlosser Jesus Christus. Wanneer Gabriel vir Maria die geboorte van die Here Jesus uit haar aankondig sê hy o.a. dit: “Hy sal groot wees en die Seun van die 
Allerhoogste genoem word; en die Here God sal aan Hom die troon van sy vader Dawid gee,  en Hy sal koning wees oor die huis van Jakob  tot in ewigheid, en aan sy koninkryk sal daar geen einde wees nie.”

Dit is die vervulling van God se belofte wat Hy vir Dawid in 1 Samuel 7:13,16 gedoen het: “Hý sal vir my Naam 'n huis bou, en Ek sal sy koninklike troon bevestig tot in ewigheid.   ……..   en jou huis en jou koningskap sal bestendig wees tot in ewigheid voor jou; jou troon sal vasstaan tot in ewigheid.”

Gelukkig is die HERE die God wat trou is vir altyd en wat regtig vir mense omgee.

 

DIE REGVERDIGE KONING HET GEKOM!

 

“Maghebbers het Hy van trone afgeruk en nederiges verhoog.” Lukas 1:52

Maria sing. Sy sing omdat die HERE haar die moeder van die Verlosser laat wees. Hoe groot is die HERE se genade vir haar. Ook vir ons. Die beloofde Verlosser het regtig gekom. Hy is dit wat vir mense wat in liefde op Hom bou en Hom volg regtig hoop gee. Ook as jy na die maghebbers, na die heersers kyk wat onreg doen, is dit so dat Christus hulle eendag van hulle trone sal afruk.  Die magtiges wat vir baie onreg sorg, wat anderes verdruk, wat nie omsien en nie omgee vir swakkes en armes sal nie ewig regeer nie.

Die dag kom dat die Here Jesus wat Sy werk op aarde gedoen het so sal maak dat hierdie magtiges vir Sy troon moet verskyn. Dat Hy hulle sal oordeel. Dat Hy hulle wat net vir hulleself en hul eie groep gesorg het veroordeel  en hulle vir hulle onreg sal straf. Jesus Christus sal dan wys dat Hy die ewige Koning is wat alle mag het.

In die laaste oordeel stuur Christus hulle wat vir hulleself geleef het na die ewige oordeel. Hy verlos die mensheid wat in liefde vir God en die naaste geleef het van hierdie onregverdiges. In die oordeel sê Christus vir hulle wat nie na ander omgesien het nie: “ Gaan weg van My, julle vervloektes, in die ewige vuur wat berei is vir die duiwel en sy engele. Want Ek het honger gehad, en julle het My nie te ete gegee nie; Ek het dors gehad, en julle het My nie te drinke gegee nie.  Ek was 'n vreemdeling, en julle het vir My nie herberg gegee nie; naak, en julle het My nie geklee nie; siek en in die gevangenis, en julle het My nie besoek nie.” Matteus 25:41-43

Hoe goed is dit dat die Here Jesus gekom het! Dat ons nie ewig onder onreg gebuk hoef te gaan nie. Laat ons ons eie onreg bely en regtig in liefde vir ons naaste leef vanuit God se liefde.

 

KOM JE IN BEWEGING?

 

“Zij zeiden tegen hem: In Bethlehem, in Judea, want zo staat het geschreven door de profeet: En u, Bethlehem, land van Juda, bent beslist niet de minste onder de vorsten van Juda, want uit u zal de Leidsman voortkomen Die Mijn volk Israël weiden zal.” Mattheus 2:5,6

 

Buitenlanders, heidense geleerden komen in Jeruzalem. De HERE gebruikt ze om in Jeruzalem bekend te maken dat de beloofde Verlosser geboren is. Het brengt Herodes in beweging. Hij gaat navragen bij de geestelijke leiders van het volk waar dat dan gebeurd moet zijn. Meteen komt er  het goede antwoord vanuit Micha 5. Dat moet in Bethlehem gebeuren. De geestelijke leiders kennen de boodschap van de wijzen. Heel Jeruzalem hoort en raakt in opschudding.  Ze zijn bang dat Herodes nu weer iets verschrikkelijks gaat doen. We weten nu dat het verschrikkelijke later de kleine kinderen in Bethlehem zal treffen.  

Er is nu iets anders waar ik aandacht wil vragen. De boodschap dat de Christus geboren is, is gehoord. Het brengt buitenlandse magiërs in beweging tot bekering. Het brengt Herodes in beweging om juist Christus te willen doodmaken. De geestelijk leiders wijzen op Micha 5 maar doen verder niets. Jeruzalem hoort de boodschap maar blijft op haar plaats. Geen enkele beweging. Dat is ook voor ons vandaag een duidelijke boodschap. Wat doen wij met de boodschap van Gods Woord die steeds weer tot ons komt? Wat doen wij als duidelijk vanuit het Woord ons wordt aangewezen wat wij hebben te doen? Ook als duidelijk is dat in jouw of mijn leven dingen in ons hart en in wat we zeggen en doen anders zijn dan de Geest het ons in Gods Woord leert. Komen we dan in beweging tot verandering? Komen we dan echt tot Christus? Of glijdt het van ons af? Omdat we eigenlijk niet willen veranderen. Vooral geen verandering. Bang voor de onzekerheid en de gevolgen.

Laten we in beweging komen elke dag naar Christus toe. Dan hebben we echt begrepen wat het komen van Christus naar de wereld betekent. Dan wordt het leven echt goed.

 

NOOIT TE VER OM TOT CHRISTUS TE MOGEN KOMEN

 

“En toen zij in het huis kwamen, vonden zij het Kind met Maria, Zijn moeder, en zij vielen neer en aanbaden Het. Zij openden hun schatkisten en brachten Hem geschenken: goud en wierook en mirre.” Mattheus 2:11

 

 Hoe meer en langer je met Gods Woord bezig bent hoe meer rijkdom je in dat Woord vindt. Al meer verbanden, al meer boodschap van de God die naar ons toekomt. Juist omdat de Heilige Geest, omdat God zelf de spreker en schrijver van Zijn Woord is.

Iets daarvan zie je ook als je je bedenkt dat  wijzen uit het Oosten mensen waren die zich met de sterren bezig hielden. Die vanuit de sterren meenden iets over de toekomst te kunnen zeggen. Mensen van wie wij vandaag zouden zeggen dat ze zich ver van een leven met de HERE bevonden. Mensen die in onze ogen met verkeerde dingen bezig waren. De toekomst en het leven vanuit de sterren en de hemellichamen willen vinden, wordt door de HERE in Zijn Woord veroordeeld. Wat zie je hier gebeuren? Dat juist deze heidense mannen door de HERE gebruikt worden om de boodschap van Christus komst in Jeruzalem te brengen. De HERE leidt deze mannen naar de Here Jezus en zij gaan hem aanbidden. De HERE laat zo o.a. zien dat niemand te ver van Hem weg is om door bekering heen tot Hem te komen. Wij mogen mensen nooit afschrijven. Mensen zijn nooit te ver van God weg om toch nog tot Christus te kunnen komen. Wij moeten niet denken dat alleen maar mensen die in onze ogen redelijk netjes zijn tot Christus kunnen komen. Wie zichzelf in zijn eigen hart echt in het licht van God kent, weet wel beter. De geschiedenis van een mens is niet beslissend of je kind van God bent of wordt. Hoe iemand nu en in toekomst leeft is beslissend. Dat leert ook om iemand niet op zijn of haar verleden te beoordelen maar hoe iemand vandaag en morgen leeft. Dan is niemand te slecht en te vies om deel  van Christus’ gemeente te worden. Dan willen we alle soorten mensen midden in een zondig leven met liefde voor Christus winnen. Niet pas als ze in onze ogen netjes zijn geworden. Bedenk dat Christus voor ons gestorven is toen we nog zondaars waren! Romeinen 5.  Dan ontvangen we ieder die tot Christus komt met liefde en warmte. Wat zijn of haar verleden ook is. Gelukkig doet de HERE dat!    

 

GOD SE KIND EN DIE WêRELD

 

“Kyk wat 'n groot liefde die Vader aan ons bewys het, dat ons kinders van God genoem kan word! Om hierdie rede ken die wêreld ons nie, omdat dit Hom nie geken het nie.” 1 Johannes 3:1 

 

Ons leef in die laaste dae van 2020. ’n Baie spesiale jaar. Vir baie ook ’n baie moeilike jaar. In alles is bly die belangrikste dat ons God se kind is. Dat ons in geloof ons lewe aan ons hemelse Vader toevertrou.

Wie in  geloof op Christus leef, is God se kind. Dit is nie ‘n moontlikheid nie. Nee, dat is doodseker. Wie in geloof hom aan Christus toevertrou, is God se kind. As jy daaroor dink, sien jy raak dat iets baie spesiaals gebeur het. Ons is naamlik uit onsself na die sondeval nie in daardie sin kind van God meer nie. Ons kom na die sondeval uit onsself as vyande van God op die wêreld. Wie geleer het om te glo, om jou lewe buite jouself in Christus te soek, is deur God uit die wêreld gered. 

Jy sien dit raak as jy die tweede deel van vers 1 lees: “Om hierdie rede ken die wêreld ons nie, omdat dit Hom nie ken nie.” Die wêreld is na die sondeval ‘n wêreld sonder God. Is ‘n mensewêreld wat teenoor God en Sy wil staan. Dit is die HERE wat met Sy liefde na hierdie wêreld kom. Die wêreld, ook ons het God se liefde op geen enkele manier verdien nie! Nogtans stuur God in liefde Sy eie Seun na de wêreld. Elkeen wat deur God se liefde oorweldig word, is dan God se geredde kind! Ons sien hier wat die teenstelling, die antitese is wat deur die mense loop. Dit is die teenstelling tussen geloof en ongeloof en daarom tussen God se kinders en die ander mense. Dit is die teenstelling tussen hulle wat nie hul eie hart wil volg nie en hulle wat volgens die gedagtes en gevoelens van eie hart en tyd wil leef. Die verskil tussen mense is of hulle Christus regtig ken of nie ken nie.

 

ZORG VOOR DE ZIEKEN EN ZWAKKEN

 

“Dan zal de Koning zeggen tegen hen die aan Zijn rechterhand zijn: Kom, gezegenden van Mijn Vader, beërf het Koninkrijk  dat voor u bestemd is vanaf de grondlegging van de wereld. Want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven; Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven;  Ik was een vreemdeling en u hebt Mij gastvrij onthaald.  Ik was  naakt en u hebt Mij gekleed; Ik ben ziek geweest en u hebt Mij bezocht; Ik was  in de gevangenis en u bent bij Mij gekomen.” Mattheus 25:34-36

 

Ziekenhuizen gaan dicht voor bijna alle andere zorg dan covid-patienten. Code zwart wordt in bepaalde ziekenhuizen afgekondigd. Verplegend personeel wordt naar afdelingen met covid verplaatst.  Heel ingrijpend ook voor het verzorgend personeel. In bepaalde verpleeghuizen is het alle hens aan dek.

Halen we de schouders op? Het is maar een flink griepje? Blijven we mopperen wat ons allemaal afgenomen wordt? Gaan we de straat op met ons vuurwerk? Je denkt toch niet dat ze dat ons afnemen!  Hebben we lak aan voorzorgsmaatregelen? Het kan zijn dat jij of ik persoonlijk denken dat ze niet zoveel helpen. Maar willen we alles inzetten om mensen te helpen? Om er voor te zorgen dat minder mensen ziek worden en dat mensen in de zorg nog kunnen zorgen voor onze zieken. Of laten we het maar gebeuren omdat we zelf gezond zijn.  Is het een goed voorbeeld wanneer juist in gemeenten  met een christelijk karakter onze jongeren voor moeilijkheden zorgen en geen boodschap lijken te hebben aan de zorg voor zwakken, zieken en mensen die moeten zorgen?

Kijk dan eens naar wat de Here Jezus met het oog op het laatste oordeel zegt. Dat het er juist op aan komt dat we voor zieken en zwakken zorgen. Dat ons hart naar ze uitgaat. Christelijke geloof betekent niet dat ik mezelf en mijn vrijheid moet handhaven. Dat is de wereld. Dat heeft niets met de liefde van God te maken. Als christenen hebben we juist het voorbeeld te geven. Laten we bidden voor de zieken, laten we bidden voor het verzorgend personeel. Laten we bidden en werken juist door alles te doen wat we kunnen om de naaste echt te helpen. Dan houden we op om eigen vrijheid en eigen verlangens boven die zorg en liefde te stellen. Christus gaf ons daarin het grootste voorbeeld door Zijn leven te geven voor zondaren zoals jij en ik. Kan het zo zijn dat een christen dan niet bereid is iets tijdelijk op te geven? Hoe moeilijk je dat ook vind. Kijk dan naar de Here Jezus die aan het kruis hing om wie tot Hem vlucht  het leven te geven door het zelf op te geven onder Gods toorn tegen onze zonden!

 

DIE HERE LAAT ONS NOOIT IN DIE STEEK NIE

 

“Wees tevrede met wat julle het, want Hy het gesê:  Ek sal jou nooit begewe en jou nooit verlaat nie. Daarom kan ons met alle vrymoedigheid sê: Die Here is vir my 'n Helper, en ek sal nie vrees nie; wat sal 'n mens aan my doen?” Hebreeërs 13:5,6

 

Die laaste dag van 2020. Ons het aan die begin van hierdie jaar nie kon bedink wat hierdie jaar sou gebeur nie. Hoe die beperkings gekom het. Hoe ons in ’n grendeltyd leef. Begrendel in so baie. Dit is ’n moeilike en swaar tyd vir baie van ons. Hoe moet ons verder? Kan ons verder? Hoe sal die lewe wees as die korona nie meer regtig ons lewe beheers nie?

Ons kan baie vrae vra. Ons kan in ons hart baie ontevrede en opstandig wees. Juis in hierdie tyd is dit van onskatbare waarde dat ons weet dat die HERE ons deel is. Dat ons mag deel in Sy sorg en Sy genade. Dat ons mag deel in wat Christus verdien het. Christus is dit wat vir God se kinders verdien het dat Hy ons nooit verlaat en nooit in die steek laat nie. Hy is met ons. Nie omdat ons so goed is nie maar omdat Christus vir ons sondes en ons kleingeloof gely het. Hoe stoksielalleen jy jou ook voel nogtans is die HERE by jou. Hy is jou Helper. Die pandemie kan nie daarvoor sorg dat God se kinders sonder God se hulp is nie. Hy is die Helper wat ons in 2020 naby Hom gehou het en wat dit ook sal doen in die nuwe jaar as dit kom. Die HERE leer ons deur al die moeilike dinge heen om op Hom alleen te bou. Die wêreld en geen skepsel kan ons gee wat ons regtig nodig het nie. Ons sien hoe kwesbaar ons as mense deur die sonde geword het. Wie die HERE as sy of haar Helper ken en so met Hom leef mag weet dat niks en niemand dit van jou kan afneem nie. Dat dit  in 2020 en 2021, wat ook almal gebeur, is soos wat ons lees in Psalm 121: “Die Here sal jou bewaar vir elke onheil; 
jou siel sal Hy bewaar.  Die Here sal  jou uitgang en jou ingang bewaar, van nou af tot in ewigheid.” Vs 7,8

 Die onheil kan God se kind niet regtig dood kry nie. Die HERE dra Sy kind deur al die swaarkry en selfs deur die dood na Hom waar die ewige lewe is.  So het ons regtig rede om dankbaar en tevrede te wees.

 

GODS WOORD HET LICHT

 

“Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.  Ik heb gezworen, en ik zal het gestand doen: ik zal Uw rechtvaardige bepalingen in acht nemen.” Psalm 119:105,106

 Soms hoor je dingen waarvan je denkt: Heb ik het wel goed gehoord? Dat kan toch helemaal niet.  Je gaat het nog eens na en het is toch echt zo. Je hoort iemand anders zelfs zeggen: Dat was mooi hê!  Dan begin je nog meer te denken: Ben ik gek of zo?

Zoiets overkwam me de laatste dagen. Het ging over de Bijbel. Het kwam er op neer dat  je op grond van de Bijbel standpunten kunt innemen. Je kunt als christen eigenlijk ook niet anders. Maar als dan na een hele tijd duidelijk wordt dat de meerderheid anders denkt, dat jouw standpunt door de wereld om je heen en ook door de meesten in de kerk om je heen als iets van vroeger gezien wordt, moet je je gewoon aanpassen. Dan zou de troost zijn dat het Woord er nog altijd is maar jouw mening heeft het onderspit moeten delven. Je moet dan niet meer moeilijk doen. De meerderheid om je heen zou beslissend zijn. Vooral als ze zeggen dat ze aan het Woord willen vasthouden.

Is het echt zo? Natuurlijk mag ik mijn eigen mening niet met Gods eigen Woord gelijkstellen. Ik moet altijd bereid zijn om mijn menig en mijn uitleg van Gods Woord aan dat Woord te toetsen. Als velen het anders zijn gaan zien dan ik moet ik ook biddend en eerlijk toetsen en niet willen vasthouden aan mijn standpunt omdat ik altijd zo gedacht heb.

Maar er is wel iets anders. Niet de meerderheid is als het goed is het licht op mijn pad. Niet wat mensen in de kerk zeggen. Hoeveel dat er ook zijn. Niet de geest van de wereld is het licht op mijn pad. Als dat zo was bestond de christelijke kerk al lang niet meer. Wat hebben de apostelen en anderen niet tegen de geest van de tijd in het Woord moeten brengen. De meerderheid dacht zo anders. Er zou nooit een kerk zijn geweest die trouw bleef aan de Schrift als Luther en Calvijn niet tegen de machtige meerderheid het evangelie volgens het Woord hadden gebracht.

Laat het Woord zelf het licht op ons pad zijn en blijven in dit jaar. Niet de meerderheid, niet mijn eigen gevoel, niet hoe ik altijd gedacht heb of hoe velen om mij nu heen denken en voelen. Gods eigen Woord is het lamp voor mijn voet en die weg wil ik gaan. HERE leer mij dit ook in het jaar 2021. Wat anderen ook van mij zeggen.   

 

MEDITATIES VOOR 4-11 JANUARI 2021

 

“Daarom, zo zegt de Heere HEERE tegen hen: Zie, Ik zal Zelf oordelen tussen het vette schaap en het magere schaap, omdat u al het zwakke met flank en schouder wegduwt en met uw hoorns stoot, totdat u ze naar buiten toe verspreid hebt.  Ik zal Mijn schapen verlossen, zodat ze niet meer tot een prooi zullen zijn. Ik zal oordelen tussen schaap en schaap.” Ezechiël 34:20-22

 

Machtsmisbruik. Ligt altijd op de loer. Waar mensen invloed en macht krijgen is er altijd het gevaar dat wie die voor zichzelf en voor onze vrienden gaan inzetten. Dan is het herder zijn iets dat ons eigen belang gaat dienen. Als je dat bij jezelf toestaat in kleine dingen is de kans groot dat het al meer gaat gebeuren. Dan wordt de grens al vager en ga je al meer dingen doen om voor jezelf te leven.  Dat kan in de kerk ook gebeuren.  Zeker als herders dingen van andere weten die heel gevoelig zijn. Dat kan trouwens ook andersom. Gemeenteleden die van ambtsdragers dingen uit het verleden weten die niet mooi zijn. Die achter de rug zijn en ook goedgemaakt zijn maar als ze openbaar worden heel pijnlijk kunnen zijn.

Juist in de kerk van Christus waar we weten dat we allemaal van genade hebben te leven. Waar we als het goed is heel goed weten dat we de Here Jezus elke dag als onze Verlosser nodig hebben, moet het zo zijn dat we teer met elkaar omgaan. Dat we onze invloed, dat wat we van een ander uit het verleden weten, ons ambt niet misbruiken om een ander buiten spel te zetten. Om een ander in de hoek te zetten zodat wij ons eigen ding kunnen doen.  De HERE zegt dan ook dat wie door machtsmisbruik getroffen wordt door Hem verlost zal worden. De Here Jezus kwam niet om te heersen maar te dienen. Hierbij nog wel een opmerking.  Het is niet zo dat als met het Woord duidelijke leiding gegeven wordt en vanuit het Woord bepaalde meningen en opmerkingen weerlegt worden dat heersen is. Dat is als het vanuit een oprecht hart gebeurd juist de taak van de herder om zo vanuit het Woord van de Goede Herder leiding te geven.

 

“En Ek sal  een enkele herder oor hulle verwek, en hy sal hulle laat wei,  naamlik my kneg Dawid; hy sal hulle laat wei, en hy sal vir hulle 'n herder wees.”Esegiël 34:23

 

Menslike herders faal. Menslike herders wil in Esegiel se tyd nie God se leiding gee nie. Hulle leef vir hulleself. Die HERE is vir hulle nie die belangrikste nie. Die gevolg is dat juis die swakkes wat so baie versorging nodig het en dat hulle wat dreig om weg te dwaal nie die leiding kry wat juis hulle so nodig het nie. Die herders verag die mense wat arm en swak is. Hulle voel hulleself sterk en belangrik. Dan gaan dit verkeerd.

Die HERE wys dat Hy alles raaksien en dat Hy alles weet.  Hy sal self vir die een Herder sorg wat Sy volk regtig sal wei. Wat God se volk as Sy trop sal saambring. Deur alle ontrou van menselike herders heen. Die Here het beloof dat uit die huis van Dawid die Goeie herder, die Verlosser sal kom. Die HERE self sal Hom verwek. Dit is die Heilige Gees wat oor Maria, wat net as Josef, van Dawid afstam, sal kom. Hy verwek in die maagd Maria die Verlosser Jesus Christus. Wanneer Gabriel vir Maria die geboorte van die Here Jesus uit haar aankondig sê hy o.a. dit: “Hy sal groot wees en die Seun van die 
Allerhoogste genoem word; en die Here God sal aan Hom die troon van sy vader Dawid gee,  en Hy sal koning wees oor die huis van Jakob  tot in ewigheid, en aan sy koninkryk sal daar geen einde wees nie.”

Dit is die vervulling van God se belofte wat Hy vir Dawid in 1 Samuel 7:13,16 gedoen het: “Hý sal vir my Naam 'n huis bou, en Ek sal sy koninklike troon bevestig tot in ewigheid.   ……..   n jou huis en jou koningskap sal bestendig wees tot in ewigheid voor jou; jou troon sal vasstaan tot in ewigheid.”

Gelukkig is die HERE die God wat trou is vir altyd en wat regtig vir mense omgee.

 

 

 “En Ik, de HEERE, zal een God voor ze zijn, en Mijn Knecht David zal  Vorst zijn in hun midden. Ík, de HEERE, heb gesproken.” Ezechiël 34:24 

Wat is het geheim van het herder zijn in dienst van God? Wat is uiteindelijk jouw taak als herder? Om steeds weer op de HERE te wijzen. Om steeds weer te laten zien dat de HERE onze God en jouw God wil zijn.  De HERE laat in de tekst hierboven zien dat als de herders die dat moeten doen daarin ontrouw zijn Hij dat zelf komt doen.

Hij zal in de beloofde Zoon van David laten zien dat Hij de God in ons midden wil zijn. Dat Hij het middelpunt van ons leven wil zijn. De Here God is heel echt zelf in ons midden gekomen op deze aarde door de komst van de Here Jezus. Hij heeft laten zien wat echt herder zijn is. Dat de echte herder zelfs zijn leven voor de schapen geeft om die te redden. Dat Hij onder ons is komen wonen, lezen we op een prachtige manier in Johannes 1: “En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader), vol van genade en waarheid.” Johannes 1:14

De HERE heeft dat beloofd, Hij heeft dat gesproken. Dan gebeurt het ook! Hij is betrouwbaar. Hij is in Christus dan ook mens geworden uit het geslacht van David.

Nog even terug naar wat ons dit leert als we tot herder zijn geroepen worden. Dan denk ik nu niet alleen aan ambtsdragers maar ook aan hoe we elkaar steeds weer de goede weg hebben te houden en brengen. Door steeds weer op de HERE als de enige God te wijzen. Door steeds weer de leiding van Zijn Woord te erkennen en zo er juist vanuit Gods onverdiende liefde  voor andere zondaren te zijn. Om samen op de weg te gaan die Christus voor ons gelegd heeft. De weg naar de Vader!  Dat is de weg van de Geest.

 

“En Ek sal  'n verbond van vrede met hulle sluit en  die wilde diere uit die land laat verdwyn; en 
hulle sal veilig bly in die woestyn en slaap in die bosse.” Esegiel 34:25

 

Die HERE is die herder. Hy is dit wat ons wys wat ’n regtig goeie herder doen. Hy is vir ons die volmaakte voorbeeld waaraan ons ons altyd weer moet speël. Altyd weer na God se voorbeeld, na Christus as die voorbeeld kyk om so herder te wil wees. Om skaap van God se trop te wil wees om in Sy spoor ook herder te wil wees.

Die HERE gee dan vir almal wat by Sy trop behoort wat regtig goed is. Hy gee deur Christus se werk toekoms aan God se volk. Die volk Israel sal uit die ballingskap terugkeer en weer in de stede woon. Sonder dat dit te gevaarlik is vanweë diem roofdiere wat daar rondlooop. Die Christus sal uit hierdie volk volgens God se belofte voortkom.

Hierdie woorde is ook ’n profesie vir die lewe wat die gelowiges kry na Christus se terugkeer. Hulle sal dan leef op die aarde soos ons daarvan lees in Jesaja 11. Die kom van Christus na die aarde is regtig om die volle verlossing eendag vir altyd te gee. Ons lees daarvan in Jesaja 11: “Dan wei die wolf by die lam, en die luiperd gaan lê by die bokkie, en die kalf en die jong leeu en die vetgemaakte vee bymekaar, en 'n klein seuntjie sal hulle aanja.  Die koei en die berin wei, en hulle kleintjies lê bymekaar; en die leeu eet strooi soos die os;  en die suigling speel by die gat van 'n adder, en die gespeende kind steek sy hand uit na die kuil van 'n basilisk.  Hulle sal geen kwaad doen of verderf aanrig op my hele heilige berg nie;  want die aarde sal vol wees van die kennis van die Here soos die waters die seebodem oordek.” Jesaja 11:6-9

 

“Ik zal een verbond van vrede met ze sluiten en de wilde dieren uit het land wegdoen. Ze zullen onbezorgd wonen in de woestijn en slapen in de wouden. Ik zal hun en het gebied rond Mijn heuvel een zegen geven, en Ik zal de regen op zijn tijd doen neerdalen. Regens van zegen zullen er zijn. De bomen op het veld zullen hun vrucht geven, het land zal zijn opbrengst geven, en ze zullen onbezorgd in hun land wonen. Dan zullen ze weten dat Ik de HEERE ben, wanneer Ik de stangen van hun juk breek en ze red uit de hand van hen die zich door hen lieten dienen.” Ezechiël 34:25-27

 

 We hebben als onderherders en schapen een prachtig evangelie. Een heerlijke boodschap om aan de kudde te brengen of elkaar en anderen te vertellen.  Zeker ook in de dagen die komen. Wanneer we vanuit de zondagen en het Kerstfeest weer die boodschap horen die in alle omstandigheden het goede houvast, de enig echte troost geeft.

De HERE geeft vrede en laat Zijn volk in verbondenheid aan Hem in vrede leven. Hij is de Herder die Zijn volk naar de vrede leidt. Daarom hebben de onderherders en de schapen die Hem volgen ook altijd de vrede te zoeken. De vrede met God, de vrede met  elkaar en zelfs de vrede met alle mensen. De vrede die voortkomt  uit de vrede die Christus voor ons gemaakt heeft. Door juist onze straf te dragen. Om ons zo te leren zachtmoedige mensen te zijn. Juist omdat je ook jezelf kent en weet dat jij en ik altijd zelf weer die zachtmoedigheid, die vergeving zo nodig hebben. Dan wacht ons onverdiend, wel door Christus verdiend dat leven in eeuwige vrede en voorspoed op de nieuwe aarde. Waar Ezechiël ook hier al van mag spreken. Dat we ook verwoord zien in het boek Openbaring. O.a. in deze woorden: “En hij liet mij een zuivere rivier zien, van het water des levens, helder als kristal, die uit de troon van God en van het Lam kwam. In het midden van haar straat en aan de ene en de andere zijde van de rivier bevond zich de Boom des levens, die twaalf vruchten voortbrengt – van maand tot maand geeft Hij Zijn vrucht. En de bladeren van de boom zijn tot genezing van de heidenvolken. En geen enkele vervloeking zal er meer zijn. En de troon van God en van het Lam zal daar zijn, en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen, en zullen Zijn aangezicht zien, en  Zijn Naam zal op hun voorhoofd zijn. En daar zal geen nacht zijn, en zij hebben geen lamp en ook geen zonlicht nodig, want de Heere God verlicht hen. En zij zullen als koningen regeren in alle eeuwigheid.” 22:1-5

 

“Maar hulle sal weet dat Ek, die Here hulle God, met hulle is, en dat hulle, die huis van Israel, my volk is, spreek die Here Here. En julle is my skape, die skape van my weide; julle is mense, Ek is julle God, spreek die Here Here.” Esegiel 34: 30,31

 

Die HERE laat Esegiel profeteer. Hy vertel wat Hy gaan doen. Hoe Hy as die Goeie Herder Sy volk sal lei. Die geskiedenis sal leer dat die HERE God is. Dat Hy die almagtige en betroubare God en Herder is. Die HERE is dit wat Sy volk wat in ballingskap gegaan het omdat hulle Sy leiding nie aanvaar nie weer uit al die lande in die land Israel terugbring. Hy het dit belowe en dit het gebeur. Dit is God se weg van genade met Sy volk. Hy sorg dat Sy woorde dat in die land Israel, in Bethlehem die Verlosser gebore sal word waarheid word ondanks die ontrou van Sy volk. God se trou gaan ver bo ons ontrou uit! 

Israel is God se volk waaruit die Verlosser gebore moet word. Dit is die tyd wat keiser Augustus regeer. Koning Herodes is dit wat in die paleis Jerusalem woon. In daardie tyd laat die HERE sien dat Hy volgens Sy belofte die Goeie Herder is  wat die Verlosser wat uit die maagd Maria gebore word, gee. Die HERE maak Sy Woord waar. Die Verlosser wat mense uit alle volke tot God se volk sal versamel, het gekom . Die Goeie Herder  wat van Homself sê: “Ek het ook ander skape wat nie van hierdie kraal is nie. Hulle moet Ek ook lei,  en hulle sal na my stem luister, en daar sal een kudde wees, en een herder.” Joh 10:16

Ons mag deur die geloof deel van God se volk wees. Hoe groot is God se genade! 

 

“En u, Mijn schapen, schapen van Mijn weide, u bent mens, maar Ik ben uw God, spreekt de Heere HEERE.” Ezechiël 34:31

 

Schapen die mogen weiden onder de zorg van de HERE. Die geleid door deze Herder ook leren wieden in eigen leven. Het is de HERE die zelf onze Herder wil zijn. Je kunt het je niet beter wensen!  We mogen ons toevertrouwen aan de HERE waardoor het ons aan niets ontbreekt. (Psalm 23)  Die zorg en liefde is er in ons leven als wij ons mensen weten. Wanneer wij niet onszelf opstellen als goden. Wanneer wij ons afhankelijk van Hem weten, wanneer we ons door Hem laten leiden. Dan leidt de HERE ons naar de toekomst waar Zijn zorg en liefde alles is.

Gods herderschap  zien we het duidelijkst in de komst van de Here Jezus als onze Verlosser naar de aarde.  Hij is de Goede Herder die Zijn leven heeft gegeven voor de schapen. Hij heeft Zijn leven laten verteren voor de schapen om hen dat leven te geven waaraan niets meer ontbreekt. Om ons in dit leven zo te leiden dat ook in het dal van ellende en dood er altijd hoop en toekomst is. Wat kunnen en moeten wij ons ook altijd weer toetsen aan Hem als we geroepen zijn om herder te zijn in Zijn dienst.

Het schaap dat zich aan Christus als de Goede Herder toevertrouwt en niet zichzelf wil leiden, kan op weg naar het Kerstfeest vol dankbaarheid  in zijn of haar hart zingen wat we in Psalm 100 lezen:

“Een lofpsalm.

Juich voor de HEERE, heel de aarde;  dien de HEERE met blijdschap, kom voor Zijn aangezicht met vrolijk gezang. Weet dat de HEERE God is; Híj heeft ons gemaakt – en niet wij –  Zijn volk en 
de schapen van Zijn weide.  Ga Zijn poorten binnen met een lofoffer, Zijn voorhoven met een lofzang;loof Hem, prijs Zijn Naam. Want de HEERE is goed, Zijn goedertierenheid is voor eeuwig, Zijn trouw van generatie op generatie.”

 

BIJ HET EVANGELIE BLIJVEN

 

“Wat er was vanaf het begin, wat wij gehoord hebben, wat wij gezien hebben met onze ogen, 
wat wij aanschouwd hebben en onze handen getast hebben van het Woord des levens – want het leven is geopenbaard en wij hebben het gezien, en wij getuigen en verkondigen u het eeuwige leven, dat bij de Vader was en aan ons is geopenbaard – wat wij gezien en gehoord hebben, verkondigen wij u, opdat ook u gemeenschap met ons hebt; en deze gemeenschap van ons is er ook met de Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus. En deze dingen schrijven wij u, opdat uw blijdschap volkomen wordt.” 1 Joh 1:1-4

 

Johannes krijgt op zijn oude dag met mensen te maken die zich van de gemeentes waar hij gewerkt heeft afscheiden. Het zijn mensen die hun eigen ideeën over God en over de Here Jezus hebben. Johannes laat in deze brief zien dat deze mensen het zijn die er echt naast zitten. Dat zij het zijn die hun eigen redding op het spel zetten. Hij maakt aan de kerken die hij schrijft ook duidelijk dat ze zich niet door dit soort gedachten moeten laten meenemen. Ze mogen deze gedachten en de manier van leven die er bij hoort niet toelaten in hun midden. Het is niet zo dat deze mensen die een eigen groep vormen in werkelijkheid ook christen zijn. Zij horen niet echt bij Gods volk.  

Johannes maakt duidelijk dat het van levensbelang is om bij  het evangelie te blijven dat hij samen met de andere apostelen gebracht heeft. Tegen deze achtergrond begint Johannes deze brief met wat hij en de andere apostelen gezien, gehoord en gevoeld hebben. Wat zij met hun eigen oren gehoord, met hun eigen ogen gezien en met hun eigen handen gevoeld hebben. Zij hebben het Woord van het leven vanaf het begin zelf gezien, gehoord en gevoeld.

Het Woord van het leven is Jezus Christus. Is de Zoon van God die mens geworden is. Hij heeft zelf gezegd dat Hij het leven is. Joh 14:6. Wie het eeuwige leven wil krijgen moet bij Hem zijn.  Wie kunnen nu vertellen wie Hij is en wat Hij ons geleerd heeft? Wie waren er vanaf het begin bij? Wie hebben de jaren van Zijn openlijke optreden elke dag meegemaakt?  Dat waren Johannes en zijn medeapostelen. Wanneer mensen over de Here Jezus dingen zeggen die anders zijn dan wat zijn ons vertellen in de Bijbel moeten we dat niet geloven. Mogen we dat ook niet toelaten in Christus’ kerk. Het door de apostelen verkondigde evangelie dat deel is van Gods eigen Woord moet in de kerk altijd de norm blijven. Om daaruit te denken en te leven. 

 

DIE WOORD VAN DIE LEWE

 

“Wat van die begin af was, wat ons gehoor het, wat  ons met ons oë gesien het, wat  van die begin af was, wat ons gehoor het, wat  ons met ons oë gesien het, wat  ons aanskou het en  ons hande getas het aangaande die Woord  van die lewe — ons aanskou het en  ons hande getas het aangaande die Woord van die lewe —en die lewe is geopenbaar, en ons het dit gesien, en ons getuig en verkondig aan julle  die ewige lewe  wat by die Vader was en aan ons geopenbaar is — wat ons gesien en gehoor het, verkondig ons aan julle, sodat julle ook gemeenskap met ons kan hê; en ons gemeenskap is met die Vader en met sy Seun, Jesus Christus.” 1 Johannes 1:1-3

 

Johannes  en die ander apostels het het die openlike optrede van die Here Jesus vanaf die begin meegemaak. Hulle was elke dag by Hom vanaf dat die Here Jesus deur Johannes die Doper gedoop is en die HERE toe met Sy stem en deur die neerdaal van die Gees Jesus as Sy Seun en as die Christus aangewys het. Hulle was so naby die Here Jesus dat hulle Hom aangeraak het.

Was dit so spesiaal? Ja want Jesus Christus is die Woord van die lewe! Die Vader in die hemel het die Lewe in Hom aan ons gewys. Dit is die Here Jesus wat van Homself kan sê: “Ek is die lewe” Sien Joh 14:6.  Die regte lewe wat in alles goed is en wat nooit meer eindig nie is by die HERE. Die enigste lewende God is die bron van die lewe. Die bron van die ewige lewe! Ons hoor dit ook as die Here Jesus in Johannes 17 sê:   “Vader, die uur het gekom;  verheerlik u Seun, sodat u Seun U ook kan verheerlik — soos U Hom mag oor alle vlees gegee het, sodat Hy aan  almal wat U Hom gegee het, die ewige lewe kan gee. En dit is die ewige lewe, dat hulle U ken, die enige waaragtige God, en Jesus Christus  wat U gestuur het.” Vs 1-3

Christus is die Woord. Hy is God self. Hy is die Seun. Sien Joh 1:1,18. Wie regtig wil leef,  moet by Hom wees. Hy is dit wat gekom het om van die ewige dood te red. Om ons te red van ’n bestaan waarby ons altyd onder God se oordeel sou bestaan. Hy het gekom om vir elkeen wat met  sy of haar sondes na Hom  vlug te gee dat jy naby God mag wees. Dat jy vir altyd sonder end die vreugde ken dat God jou Vader is wat met vriendelike oë na jou kyk. Dat jy altyd die warmte van Sy liefde en sorg vir jou sal voel. Die regte lewe is in Christus en wie tot Hom kom kry daardie lewe om Sy werk in ons plek. Die dood kan God se kinders daarvan nie skei nie. Die dood word vir hulle juis die deurgang tot die ewige lewe!  

 

BIJ GOD HOREN

 

“Wat er was vanaf het begin, wat wij gehoord hebben, wat wij gezien hebben met onze ogen, wat wij aanschouwd hebben en onze handen getast hebben van het Woord des levens – want het leven is geopenbaard en wij hebben het gezien, en wij getuigen en verkondigen u het eeuwige leven, dat bij de Vader was en aan ons is geopenbaard – wat wij gezien en gehoord hebben, verkondigen wij u, opdat ook u gemeenschap met ons hebt; en deze gemeenschap van ons is er ook met de Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus. En deze dingen schrijven wij u, opdat uw blijdschap volkomen wordt.” 1 Joh 1:1-4

 

Het leven is geopenbaard schrijft de apostel Johannes. Dat betekent dat God het echte leven heeft laten zien. Het waren juist de apostelen die het echte leven hebben gezien, gehoord en gevoeld. Door het komen van de Zoon van God in de wereld heeft het beeld van God voor ons gestaan. Het was Jezus Christus die op deze wereld heeft laten zien wat echt leven is. Wat echt leven volgens Gods bedoeling is. Niet de bedoeling van iemand die zo zijn eigen gedachten heeft. Nee, volgens het doel van de Schepper van alle dingen. De bedoeling van Hem die Almachtig is en ook in en in goed is. De bedoeling van de enige die weet wat echt goed voor ons is en wat echt een goed leven is. De Vader in de hemel heeft ons dat laten zien in de Zoon die mens geworden is. Christus is onze Verlosser en daarmee ook ons Voorbeeld. Ons volmaakte voorbeeld. Christus heeft ons het leven laten zien. Hij laat het ons in de 21e eeuw, zelfs in coronatijd, zien doordat wij het oor en ooggetuige verslag van de apostelen kunnen lezen. Door hun woorden, door hun verkondiging maken zij contact met ons. De Geest laat zien dat dit contact verder gaat als dat met de apostelen alleen. Wanneer jij en ik, ook in deze donkere tijd, in liefde volgens de woorden van de apostelen Christus geloven en Hem volgen in ons leven, staan wij in contact met de Zoon van God en met de Vader. Dan zijn we met de Drie-enige God verbonden. Dan zijn wij kinderen van God die bij Gods volk horen. Dan is Christus jouw Redder en de HERE jouw Vader. Dan kan het leven niet stuk. Dan heb jij het leven dat van God komt en niet stuk kan uit genade gekregen. Bij de HERE horen is het beste wat er is! Dan vatten we ook in deze tijd weer moed. Dan zie je vanuit het donker altijd het echte leven dat vol blijdschap is. 

 

ECHTE BLIJDSCHAP

 

“En deze dingen schrijven wij u, opdat uw blijdschap volkomen wordt.”  1 Johannes 1:4

 

Johannes schrijft over blijdschap. Het gaat daarbij om zijn blijdschap en die van de lezers van deze brief.  Hij mag de blijde boodschap brengen die juist de hoorders en lezers de echte blijdschap leert.   Blijdschap en dat in de tijd waarin wij leven. Veel mensen voelen zich in deze coronatijd niet blij. Je ziet ook al meer hoe er spanningen en discussies komen om dingen die met corona en de maatregelen die er zijn te maken hebben. Je ziet hoe de duivel daarvan gebruikt maakt om kinderen van God uit elkaar te drijven. De duivel lacht in zijn vuistjes bij al die discussies, al die spanningen. Je ziet hoe deze dingen het geloofsleven en ook de band van liefde met medegelovigen onder spanning zetten. De blijdschap verdwijnt. Er komen kwesties, er komen zaken die besproken moeten worden.  Je ziet dat in kerk en samenleving. Het wordt allemaal heel zwaar. Het drukt op mensen. Waar is in deze pandemie de blijdschap van het geloof gebleven? Wat is het belangrijk dat we juist ook nu die blijdschap kennen en vanuit die blijdschap juist elkaar zoeken. Juist in en aan de wereld laten zien hoe ook in alle beperkingen er de blijdschap is. Dat het niet nodig is om veel als zo zwaar te voelen maar dat zelfs als je zo eenzaam bent, als je dingen zo anders voelt je toch jouw ontspanning bij de HERE mag vinden.

Johannes kent grote zorgen om mensen die hem zo dierbaar zijn. Die nu de gemeente verlaten en andere in de kerken willen meetrekken omdat ze anders denken en voelen als hoe Johannes en de apostelen het evangelie gebracht hebben. Zijn blijdschap zal er weer helemaal zijn als de gelovigen zich niet bij het echte evangelie laten wegdrijven. Wanneer ze in eenheid en liefde Christus volgen zoals hun dat door de apostelen verkondigd is.  Echte blijdschap die het uithoudt is er alleen als we vol verwondering elke keer weer het evangelie volgens Gods Woord horen. Wanneer we ons aan Christus als de Verzoener van onze schuld toevertrouwen. Kind van God zijn door Christus offer maakt echt blij!  Dan kunnen we ontspannen als we maar de stem van onze Heiland horen.  Al is het door de nood alleen digitaal. Dan hoor je nog altijd samen met anderen Zijn stem. De stem van de Goede Herder. Dan is Hij in ons midden. Dan wordt jouw blijdschap volkomen. Je rust mogen vinden in Christus alleen! Laat dat onze blijdschap zijn en laten we die ons niet laten afnemen. Geef de duivel ook nu op dit punt geen plaats!  

 

HOE LEEF ONS?

 

“En dit is die verkondiging wat ons van Hom gehoor het en aan julle verkondig:  God is lig, en geen duisternis is in Hom nie.” 1 Johannes 1:5  

 

 Johannes en die ander apostels het self gehoor en gesien wat die Here Jesus tydens Sy openlike optrede onder God se volk gedoen en gesê het. Geen mens weet dit beter as die apostels nie. Mense wat sê dat hulle beter weet terwyl hulle nie by die Here Jesus was nie  sê nie die regte dinge nie. Johannes beklemtoon hier weer dat hy en die ander die apostels die waarheid vertel. Hulle bring die boodskap wat vas en seker is. Ons moet mooi bedink dat die waarheid nie net met jou en my verstand te doen het nie.

Dit gaan daarby ook daarom hoe ’n mens leef!  Die geloof is nie net dat jy kan vertel wat die HERE gedoen en gesê het nie. As dit nie meer in jou of my lewe is nie is ons geloof dood. Dan is dit nie meer as ’n teorie nie. Die mense wat hulle van die gemeentes in Johannes se tyd afskei, is mense wat dinge sê en doen wat nie volgens God se wil is nie. Hulle sê dat hulle nie regtig vergifnis nodig het nie. Hulle praat en leef op ’n manier wat in God se oë sonde is maar hulle beweer dat dit glad nie sonde is nie. Hul lewe is in die praktyk nie ’n lewe volgens God se gebooie nie.

Johannes maak duidelik dat die groot boodskap wat hulle van die Here Jesus, God se eie Seun, gehoor het is dat God lig is. Dat niemand in Hom ook maar ’n vlekkie van iets wat verkeerd is kan vind nie. Dit vra van hulle wat by God behoort om ’n lewe volgens Sy gebooie. Dit vra om ’n lewe in liefde vir Hom en daarom ’n lewe waarin jy elke dag teen die sondes stry.  Regtig glo beteken dat ons in die Lig leef. Dat ons ons  lewe laat verlig om ons sondes te sien en daarteen te stry. Die Gees wil ons daarvoor die liefde en krag gee!  Dan leef ons in tere liefde vir God en ons naaste.

 

ALS WIJ ZEGGEN

 

“Als wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem hebben en wij toch in de duisternis wandelen, liegen wij en doen de waarheid niet.” 1 Joh 1:6

 

We krijgen hier te maken met de eerste van drie verzen in hoofdstuk een die beginnen met “Als wij zeggen”.  Zie ook vers 8 en 10. Johannes weet dat de kerken te maken krijgen met mensen die bepaalde dingen van zichzelf zeggen en op een manier denken en leven die niet volgens Gods eigen Woord is. Johannes wil de gelovigen, de kerken die hem zo lief zijn op het spoor van Christus houden. Hij wil in liefde waarschuwen en leiding geven. Hij weet ook hoe gevoelig mensen in de kerken zijn voor wat hen door anderen wordt voorgehouden. Juist als deze mensen zelf zeggen dat ze gelovigen zijn. Dat ze van God houden. Dan is snel het gevoel dat deze mensen toch ook van God en van Jezus houden en dan kun je toch niet echt veroordelen wat zij zeggen of doen.

De Geest maakt door Johannes duidelijk dat het zeggen dat je bij God hoort nog niet beslissend is. Geloven in Christus is niet alleen iets van  woorden. Geloven is niet alleen je eigen gevoel. Geloven is echt leven vanuit wat de Here God ons leert. Leert voor ons hele leven. Zeggen dat je bij Christus hoort maar gewoon doorgaan met een leven tegen Gods wil in is leven in de duisternis. Dan zeg je dat je een gelovige bent maar dan leef je volgens wat de duisternis, wat de duivel wil. Dat laat zien dat er juist geen gemeenschap met God is. Dan ben je bezig om jezelf en anderen te bedriegen. Het is heel nodig om als je dit leest niet alleen naar anderen te kijken maar ook en vooral naar jezelf. Hoe zit dat in mijn en jouw leven? Om juist de duisternis de rug toe te keren en in het licht van Gods Woord te leven en daarin te groeien.    

 

DIE WAARHEID DOEN!

 

“As ons sê dat ons met Hom gemeenskap het en in die duisternis wandel, dan lieg ons en doen nie die waarheid nie.  Maar as ons in die lig wandel soos Hy in die lig is, dan het ons gemeenskap met mekaar; en  die bloed van Jesus Christus, sy Seun,  reinig ons van alle sonde.” 1 Johannes 1:6,7

 

 Dit gaan in die lewe met die HERE nie net om dat jy weet wat die waarheid is nie. Dit gaan daarom dat ons vanuit die weet van die waarheid die waarheid ook doen!  Glo is dat jy en ek regtig met en vir die HERE leef. Nie as ’n slaaf wat teen sy wil in doen wat sy meester sê  omdat hy bang is vir die straf nie. Dit gaan daarom dat ons in liefde, in dankbaarheid leef volgens wat die HERE ons deur Sy Woord en Gees leer.

Dit beteken ook dat die Bybel vir ons maar nie net ’n boek met reëls is nie. Dit is God se liefdesbrief wat Hy vir ons gegee het. Hy het Sy onverdiende liefde gegee deur Sy eie Seun vir ons sondaars te gee. Dit is Christus wat die Lig van en vir die wêreld is. Die groot vraag in ons lewe is of ons in daardie lig wil staan wat vanuit Christus oor ons lewe kom. Wil ons die spoor van die lig volg of voel ons lekkerder in die duisternis? Die donkerte van ons eie hart en die duisternis wat ons rondom ons in die wêreld vind. Ons sien ook hoe Chriostus en Gods se Woord met mekaar verbind is. Johannes het in vers 1-3 daarop gewys dat juis deur die getuienis van de apostels ons God se eie stem hoor. Ons leer so wat Christus gesê en gedoen het. Lees met hierdie kennis wat ons lees in 2 Petrus 1 oor die Bybel hoor: “En ons het die profetiese woord wat baie vas is, waarop julle tog moet ag gee soos op 'n lamp wat in 'n donker plek skyn, totdat die dag aanbreek en die môrester opgaan in julle harte”.  Vs 19

Laat ons leef in die lig wat van die HERE kom om die duisternis uit ons eie lewe al hoe meer te verdryf.   

 

VANUIT DE WAARHEID LEVEN

 

“Als wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem hebben en wij toch in de duisternis wandelen, liegen wij en doen de waarheid niet. Maar als wij in het licht wandelen, zoals Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkaar,  en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.” 1 Johannes 1:6,7

 Het is opvallend dat de Geest door Johannes spreekt over het doen van de waarheid. In vers 7 wordt duidelijk dat het doen van de waarheid ook alles te maken heeft met het leven met elkaar. Het gaat niet alleen om een bepaalde verering van God die los zou staan van hoe we met elkaar en met alle mensen om ons heen omgaan.

Het is onmisbaar dat we de waarheid doen. Dat maakt duidelijk dat preken en ons eigen spreken juist ook gericht moet zijn op het echt leven volgens het evangelie voor Gods ogen. Het is geen tegenstelling als we het hebben over een leven uit genade en de opdracht om ook echt Gods boodschap handen en voeten in ons leven te geven. We moeten elkaar juist aanmoedigen en laten zien dat  een leven vanuit Gods genade vraagt om het leven echt en daadwerkelijk vanuit Gods genade. Het klinkt heel gelovig om te zeggen: ‘Het gaat niet om het doen maar om dat God ons uit genade redt.’  Dan maak je twee dingen van elkaar los die niet van elkaar losgemaakt mogen worden. Wij kunnen en mogen onszelf niet blijven wanneer we bij Christus horen. Dan willen we juist niet meer zijn die we waren. Dan willen we groeien in geloof en daarmee in liefde voor de HERE en voor de naaste. Daarom moet de verkondiging van het evangelie ook altijd weer oproepen tot het doen van de waarheid! Het is ook oproep tot geloof en bekering. In Gods eigen Woord wordt dat ook steeds weer heel duidelijk en scherp ons voorgehouden. Ik noem een voorbeeld: “Dwaal niet! 
Ontuchtplegers, afgodendienaars, overspelers, schandknapen, mannen die met mannen slapen, dieven, hebzuchtigen, dronkaards, lasteraars en rovers zullen het Koninkrijk van God niet beërven.
Sommigen van u zijn dat wel geweest, maar u bent schoongewassen, maar u bent geheiligd, maar u bent gerechtvaardigd, in de Naam van de Heere Jezus en door de Geest van onze God.” 1 Korinthe 6:10,11

 

MET CHRISTUS EN MET MEKAAR VERBONDE

 

“Maar as ons in die lig wandel soos Hy in die lig is, dan het ons gemeenskap met mekaar; en die bloed van Jesus Christus, sy Seun,  reinig ons van alle sonde.” 1 Johannes 1:7

 

Gemeenskap met mekaar hê, met mekaar verbonde wees, saam regtig een gemeenskap van liefde vorm kan alleen regtig daar wees as ons met Christus verbonde is. As ons regtig in die lig van Christus leef. Ons kan sê dat ons met Christus leef maar as ons volgens  ons eie sondige gedagtes of gevoelens leef is dit ’n leuen.

Wanneer ons ons eie lig is, as ons die gees van die tyd ons lig laat wees, leef ons nie regtig met Christus nie. Dit gaan daarom dat ons so in die lig leef soos Christus dit gedoen het. In Sy lewe was die wil van Sy Vader die lig wat Hom gelei het. Hy het in alles met liefde gedoen wat God se wil was en is. In Sy lewe het in alles en altyd die lig van God se eie Woord geheers. Hy het volmaak gedoen wat ons in Psalm 119 lees: “U woord is 'n lamp vir my voet en 'n lig vir my pad.” Vs 105

Die liefde vir God, die liefde vir Christus is onlosmaaklik verbonde met die leef volgens God se Woord. Net so kan ons regtig kerk wees, regtig die gemeenskap wees wat by Christus behoort. Die leef volgens God se wil. Die leef soos Christus dit ons voorgeleef het is onmisbaar om regtig Christus se kerk te wees. Dit is by ons altyd gebrekkig en daarom het ons die vergifnis, die reiniging van ons sondes elke dag so nodig. Nogtans mag dit nooit beteken dat ons nie met liefde steeds weer volgens God se wil wil leef nie. Die reiniging van die sondes deur Christus se bloed is juis vir God se kinders ’n groot stimulans om al meer in liefde volgens God se wil te leef.  

 

GEWELD?

 

“Niet door kracht en niet door geweld, maar door Mijn Geest,  zegt de HEERE van de legermachten.” Sagaria 4:6

 

Een van de kenmerken van een christelijk leven is dat we niet met geweld te werk gaan. Dat we ons door de Geest van de HERE laten beheersen. Dat we niet in opstand komen tegen de overheid en juist de mensen die de HERE boven ons gesteld hebben met eerbied benaderen. Ook als we het niet met ze eens zijn. Het punt van ongehoorzaamheid is er als er dingen van ons gevraagd worden die echt tegen Gods Woord ingaan.  

Dan zie je de rellen van de afgelopen dagen. Dan zie je hoe dingen in de brand worden gestoken. Hoe er wordt geplunderd, vernield, stenen worden opgepakt en naar de politie wordt gegooid. De geest van de revolutie. De geest die bij de duivel hoort en niet bij Christus die ons geleerd heeft om de vrede te zoeken. Zelfs waar dit maar kan met alle mensen. Dan zie je dat er zelfs  geprobeerd wordt schade in een ziekenhuis aan te richten. In een woord walgelijk. Daar werken mensen om met de mogelijkheden die er zijn mensen te redden. Daar zetten mensen zich helemaal in bij deze coronacrisis. Dan zelfs daar geweld en vernielingen willen plegen. Hierover is geen goed woord te zeggen. Hiervoor moeten we ook niet proberen enig excuus te zoeken of te bedenken. Wat is het belangrijk dat we dit soort dingen ook niet voeden door onze ontevredenheid met bepaalde dingen maar steeds weer uit te dragen. Laten we juist als christenen uit stralen dat we met dit soort dingen niets maar dan ook niets te maken willen hebben. Dat we juist door de Geest de vrede zoeken. Dat we de rust die we in Christus hebben uitstralen.

 

LICHT IN HET DONKER

 

Maar als wij in het licht wandelen, zoals Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkaar,  en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.” 1 Johannes 1:7

 

 De avondklok in Nederland. Vanaf 9 uur tot 4.30 mogen we niet op straat komen. Dat is de regel. Het betekent voor velen van ons een nog verdere inperking. Het aantal sociale contacten waarbij we mensen echt zien wordt nog sterker ingeperkt. Dat is voor velen na een al lange tijd van inperkingen zwaar.

Dat voelt donker. Juist in zo’n tijd is het nog belangrijker om te zien waar het echte licht vandaan komt. Waar de echte warmte en toekomst vandaan komt. Om juist op een goede manier te kunnen volhouden. De HERE die alles in Zijn hand heeft, laat ons door het getuigenis van Johannes en de andere apostelen weten dat Christus het Licht is. Het Licht van de wereld. De Zoon van God die niet door dood en ziekte aangetast kan worden is het Licht. Hij laat ons in alle omstandigheden zien dat er toekomst is zonder ziekte, zonder de dreiging van de dood, zonder dat je het niet meer weet hoe hard je in de zorg  moet werken , zonder inperkingen. Er is iets wat veel erger is dan de inperkingen. Iets dat zelfs de oorzaak daarvan is. Dat zijn mijn en jouw zonden. Wij verdienen om voor eeuwig ingeperkt te worden in de hel. Veel erger als wat we nu meemaken. Onze zonden die onze eigen schuld zijn,  maken ons schuldig tegenover God. De Vader heeft Zijn Zoon gegeven om mens te worden. Wanneer we in Zijn licht staan en in liefde voor Hem leven hebben we echt gemeenschap met elkaar!  Al voelen en zien we elkaar voor een tijd niet toch we mogen weten dat we in Christus echt bij elkaar horen. Toch zien we juist in dat Licht dat er nog zonden in ons leven zijn. Dan mogen we naar Christus die Zijn bloed, Zijn leven gegeven heeft. Dan is er vergeving. Dan wil je juist daarom weer in Zijn licht staan en zo leven. Dan is er de verwondering over Gods genade die jou en mij weer echt blij maakt. Dat is zoveel groter dan alle inperkingen en gevolgen daarvan.

Ook als we zelf dingen anders zouden doen. Het is verschrikkelijk als we dingen van anderen vernielen en mensen met stenen en vuurwerk bekogelen. Dat is niet stoer. Dat is zonde! Dat maakt ons schuldig tegenover de HERE. Laat de vrede van Christus ons door Zijn Geest beheersen.  

 

SONDES BELY

 

“As ons ons sondes bely, Hy is getrou en regverdig om ons die sondes te vergewe en ons van alle ongeregtigheid te reinig.”  1 Johannes 1:9

 

’n Christen leef nie in die sonde nie. Nogtans doen ’n gelowige sonde en het vergifnis nodig. As ons in die vervolg van hierdie brief lees dat wie God se kind is nie sondig nie beteken dit dat jy daarin geen plesier het nie. Dat jy daarin  nie wil leef nie. Dat jy juis teen die sondes in jou lewe stry.

God se kind sien met hartseer die sondes in eie lewe. Jy ontken die sondes nie maar bely hulle met berou aan die HERE. God se kind kan dit nie by die sondes uithou nie. Hoe jy ook probeer. In jou hart klink deur God se werk die stem dat jy verkeerd besig is. Dat jy die HERE verdriet aandoen. Dit was Dawid wat sy sonde wou wegsteek en nie voor die HERE bely nie. Ons lees daarvan in Psalm 32. Ek gee dit weer in die Vertaling van 2020 omdat dit op hierdie verse ’n baie mooie en goeie vertaling is:

“Toe ek stilgebly het, het my gebeente broos geword onder my gekreun die hele dag. Ja, dag en nag was u hand swaar op my;  my lewenskrag het weggekwyn soos in die hitte van die somer. My sonde het ek teenoor U erken; my sondeskuld het ek nie bedek nie. Ek het gedink, ek wil my oortredings teenoor die HERE bely, en U het my sondeskuld vergewe.  Dit is waarom elke getroue volgeling tot U moet bid terwyl die geleentheid daar is.”  Vs 3-6

Ons sondes bely is so nodig. As ons dit doen mag ons weet dat die HERE getrou en regverdig is.  Dit beteken o.a. dat Hy volgens Sy belofte elkeen regtig vergeef wat sy of haar sondes opreg bely. Die HERE maak so soos Hy beloof het. Altyd!

 

VANUIT DE VERGEVING VOOR DE HERE LEVEN

 

“Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.”  1 Joh 1:9

 

 De HERE is getrouw en rechtvaardig. Deze woorden laten ons terugdenken aan wat we in Exous 34 lezen: “Toen de HEERE bij hem voorbijkwam, riep Hij: HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, geduldig en rijk aan goedertierenheid en trouw, Die goedertierenheid blijft bewijzen aan duizenden, Die ongerechtigheid, overtreding en zonde vergeeft, maar Die de schuldige zeker niet voor onschuldig houdt en de ongerechtigheid van de vaders vergeldt aan de kinderen en kleinkinderen, tot in het derde en vierde geslacht.” Bedenk hierbij dat we Gods goederentierenheid als Gods liefdevolle trouw onder woorden kunnen brengen.

De HERE is echt trouw en rechtvaardig. Hij houdt zich aan Zijn Woord. Ook aan Zijn belofte dat wie met een oprecht hart om vergeving vraagt die vergeving ook krijgt. Dan lezen we ook nog over de reiniging van alle ongerechtigheid.  Wij doen zo vaak onrecht tegenover de rechtvaardige God. De HERE wil ons in Zijn trouw en rechtvaardigheid niet alleen vergeven maar ook schoonmaken. Het vuil van de zonden uit ons leven wegdoen. Ons leren om al meer echt volgens Zijn goede wil te leven. De HERE wil in ons leven ook vernieuwing van ons leven geven. Hij wil ons maar niet vergeving geven om daarna te denken: Kom ik doe het maar weer want  er is toch weer vergeving als ik er om vraag.

Het valt me op dat velen dat niet zo zeggen maar wel de neiging hebben om zo te leven. Zich dan ergeren als er heel concreet tot bekering op bepaalde punten wordt opgeroepen. Dan zou je tekort doen aan Gods genade. Teveel nadruk leggen op het doen van Gods wil. We moeten goed bedenken dat Gods belofte helemaal van Zijn kant komt. We zeggen dan ook dat Gods verbond met ons eenzijdig is in haar ontstaan. We moeten wel bedenken dat het bestaan van Gods verbond tweezijdig is. De HERE vraagt in het verbond van ons geloof. Geloof dat werkt (Galaten 5:6) Geloof dat veel over genade en Christus praat maar niet in daden liefde voor God en de naaste is, is dood geloof. De Geest zegt daarover door Jakobus: “Zo is ook het geloof als het geen werken heeft, in zichzelf dood.  ….   Want zoals  het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof zonder de werken dood.”  Jakobus 2:18,26

Wat is het belangrijk dat we ook om het schoonmaken door God en de vernieuwing van de Geest met ons hart bidden. Om geen dood geloof te hebben en te houden.

 

ELKE DAG VERGIFNIS NODIG?

 

“As ons sê dat ons nie gesondig het nie,  dan maak ons Hom tot 'n leuenaar en is sy woord nie in ons nie.” 1 Johannes 1:10

 

Dit is die derde keer dat Johannes skryf: “As ons sê”.  Hy verwys daarmee ook na dit wat die mense wat uit die gemeente uitgegaan het, leer. Mense wat sê dat hulle Christus volg en hulle wat in die gemeente is by hulle aan moet sluit.

Hierdie mense leer dat hulle nie sondig nie. Deurdat hulle Christus ken het hulle die kennis wat daarvoor sorg dat hulle geen sonde doen nie. Hierdie kennis sorg daarvoor dat hulle met Christus verbonde is en onaantasbaar vir sonde geword het. Dit kan volgens hulle so wees dat hulle met hul liggaam nog dinge doen wat sonde lyk maar dit is nie belangrik nie. Dit gaan om die gees, dit gaan om die siel. Hulle moet eendag van die liggaam bevry word en dit gebeur omdat hulle Christus ken.

Dit is verkeerde gedagtes. Nogtans kan ook ons op so’n manier begin dink as ons sê dat Christus vir ons gely het en daarmee vir al ons sondes betaal het en dit  dusnie saak maak of ons nog verkeerde dinge doen nie.   Dan doen ons asof ons nie meer sondes doen nie. De Heilige Gees wys in ons teks daarop dat ons nog altyd sondes doen. Wie sê dat dit nie so is nie of dat dit jou verhouding met die HERE nie meer raak nie of dat dit nie meer saak maak nie word hier ’n leuenaar genoem. |Johannes waarsku die gelowiges om hierdie soort sienings af te wys. Om regtig jouself elke dag te beproef in God se lig en regtig elke  dag vergifnis te vra soos Christus ons dit in die Ons Vader as ’n gebed vir elke geleer het: “gee ons vandag ons daaglikse brood;  en vergeef ons ons skulde, soos ons ook ons skuldenaars vergewe”. Matteus 6:11,12

 

GEEN ZONDE EEN LEUGEN

 

“Als wij zeggen dat wij niet gezondigd hebben, maken wij Hem tot leugenaar en is Zijn woord niet in ons. Mijn kinderen, ik schrijf u deze dingen, opdat u niet zondigt. En als iemand gezondigd heeft: wij hebben  een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige.”1 Johannes 1:10-2:1

 

Wie zegt dat hij niet zondigt liegt. Een kerk die zegt dat je in dit leven de toestand van zondeloosheid kunt bereiken liegt. Dat is wat de Heilige Geest hier zegt. Iemand of een gemeenschap die beweert zondeloos te zijn geworden of daartoe te kunnen komen spreekt de leugen en niet de waarheid. Wat voor mooie woorden er ook gebruikt worden. 

Wanneer Johannes dit gezegd heeft, laat hij zien hoeveel hij houdt van de gemeenten waar hij gewerkt heeft. Zijn hart gaat echt naar ze uit. Hij weet hoe er aan ze getrokken wordt met vrome woorden. Hij komt met zijn waarschuwing omdat hij van ze houdt. Hij spreekt ze aan als zijn kinderen. Als hun geestelijke vader die echt met Christus verbonden is.

Wanneer hij gewaarschuwd heeft voor mensen die zeggen dat ze geen zonden hebben of als je goed geloofd zover kan komen, maakt hij duidelijk dat hij deze dingen zegt met het doel dat de lezers niet zullen zondigen.

Dit maakt o.a. duidelijk dat Johannes niet zegt dat zondigen er nu eenmaal bij hoort en dus niet zo erg is als je christen bent. Nee, de zonden in ons leven zijn er om daartegen te strijden. Wie zegt dat hij zondeloos geworden is bedriegt zichzelf en gaat door met zondigen omdat hij of zij de strijd ertegen niet meer. Wie alert is, wie in Gods licht gaat staan om zich te laten doorlichten, leert te strijden tegen de zonden in eigen leven. Die zoekt de kracht daarvoor bij de Heilige Geest.  De dwaalleer van zondeloosheid maakt blind voor de werkelijkheid en haalt de goede strijd uit je leven. Laten we de goede strijd strijden. Dat kan omdat Christus dan onze Voorspraak is. Daarover later meer.  

 

VERLIGTE Oë

 

“My kinders, ek skryf hierdie dinge aan julle, dat julle nie moet sondig nie; en as iemand gesondig het,  ons het 'n  Voorspraak by die Vader, Jesus Christus, die Regverdige.” 1 Johannes 2:1

 

 Die Heilige Gees het ons die Bybel gegee om God te leer ken. Dit is nie so dat iewers in onsself die kennis van God gevind kan word nie. Die HERE kom in Sy Woord na ons toe om ons te vertel wie Hy en  wat Hy gesê en gedoen het. Wat Hy beloof en wat Hy gaan doen. Hy laat ons deur Sy Woord in Sy hart kyk. Ons is sondige mense wat daardeur ook so blind geword het dat ons onsself nie regtig ken nie. Om te weet wie ek en jy is het ons nodig om die lig van God, die lig van Sy Woord oor ons te laat skyn. Om die Goddelike lig tot in ons hart te laat skyn. Dan leer ons onsself ken.

Die HERE het ook na die sondeval Sy Woord vir ons gegee.  Om deur die werk van Sy Gees ons te gee wat ons lees in Efese 1:17,18: “dat die God van onse Here Jesus Christus, die Vader van die heerlikheid, aan julle die Gees van wysheid en openbaring in kennis van Hom mag gee, verligte oë van julle verstand, sodat julle kan weet  wat die hoop van sy roeping en wat die rykdom van die heerlikheid van sy erfdeel onder die heiliges is;”

Die Gees gee die oë wat tot in ons hart verlig op die gebed as ons regtig met liefde God se Woord hoor en lees. Die geloof is uit die gehoor, uit die Woord wat God gee. Wie so leef begin raaksien dat jy elke dag vergifnis nodig het.  Nogtans word jy dan nie moedeloos nie. Jy vou jou hande en buig jou knies elke dag omdat jy weet dat by Christus vergifnis is. Dat Hy dit dan is wat vir jou instaan by die Vader. Sy offer is dan versoening vir jou sondes by die Vader. Dit sorg by God se kinders nie vir ’n slordige lewe nie maar juis daarvoor dat jy God se liefde nog meer sien en nog meer volgens Sy wil wil lewe.  Dit bring jou weer met jou gebed bij die HERE.

 

JEZUS ONZE ADVOCAAT

 

“Mijn kinderen, ik schrijf u deze dingen, opdat u niet zondigt. En als iemand gezondigd heeft: wij hebben  een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige.”1 Johannes 2:1

 

 Jezus Christus is voor wie eigen zonden in Gods licht ziet en belijdt de Voorspraak bij de Vader in de hemel. Dat is maar niet een of andere theorie. Dat grijpt diep in in het leven van Gods kinderen. Dat is wat elke dag weer moed en uitzicht geeft. Jezus Christus die leeft in de hemel en  is daar je Voorspraak, jouw Advocaat bij de Vader. Geen advocaat die zoekt naar een gaatje in de wet. Geen advocaat die zoekt naar vormfouten. Geen advocaat die probeert om het zo slim mogelijk te spelen. Nee, die Advocaat die ons tot in ons hart kent. Tot de diepste plekken er van. Die ons nog beter kent dan wijn onszelf kennen. Die al geheime plaatsen van ons leven kent. Die ons ook ziet als we ergens heel afgezonderd zonder dat anderen ons zien iets doen of zeggen. Hij die weet of wij oprecht en eerlijk zijn als we onze zonden belijden. Hij is het ook die niets voor Vader in de hemel verborgen wil houden.

Hij is ook niet de Advocaat die ons wil verdedigen omdat Hijzelf ook vergeving nodig heeft. Nee, Hij is de Rechtvaardige. Ook als mens was de Here Jezus de zondeloze die altijd met heel Zijn hart de wil van Vader in de hemel gedaan heeft.

Hij is het die Zijn leven aan het kruis gaf om de straf voor arme, schuldige zondaren te dragen en zo vergeving voor hen te verdienen. Gods genade schittert voor wie oprecht hun zonden belijden en om vergeving vragen. We hebben toekomst als we ons leven elke dag bij Christus zoeken. Heerlijk. Dat geeft uitzicht ook in deze coronatijd. Laten we tot ons nemen en leven uit wat Jezus Christus zegt in Mattheus 10: “Ieder dan die Mij belijden zal voor de mensen, die zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is. Maar wie Mij verloochenen zal voor de mensen, die zal Ik ook verloochenen voor Mijn Vader, Die in de hemelen is.” Vs 32,33

Wanneer Christus ons op het gebed belijdt voor de Vader wijst Hij op Zijn offer voor ons en is er vast en zeker vergeving!

 

ERNSTIG

 

“En Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden  van de hele wereld.” 1 Johannes 2:2

 

Als ik deze woorden lees en er aan denk wat we in het voorgaande gedeelte van 1 Johannes 1 gelezen hebben, komt de ernst daarvan op mij af. Juist als je denkt aan allerlei gedachten over de Here Jezus, over de Here God, over Zijn Woord die er zijn. Dan lees ik hier dat wie andere gedachten over Christus hebben dan in het evangelie dat we in de Bijbel lezen geen gemeenschap met God, met Christus hebben. Als je dan ook op het vers hierboven let wordt duidelijk dat dit o.a. betekent dat wie zegt dat Christus niet voor ons, niet in onze plaats gestorven is en de straf gedragen heeft niet met Christus verbonden is. Hoe mooi de woorden ook zijn die iemand dan over Hem spreekt.

Dat laat me ook zien dat het bij een verkeerde leer niet maar om mensen gaat die bewust en dus gemeen met een verkeerde leer komen. Mensen die anderen in een val willen laten lopen. Nee, het gaat dan vaak om mensen die dat echt menen. Die een bepaalde overtuiging hebben en die aan anderen voorhouden en anderen daarvan willen overtuigen. Dat was ook zo in de tijd dat Johannes zijn brief heeft geschreven. Juist om de gemeenten tegen deze verkeerde invloed te beschermen. Om er zo aan mee te helpen dat mensen hun echt verbonden zijn met Christus als hun Voorspraak en Verlosser niet zouden verliezen.

Laten we dat heel goed bedenken.  Niet om maar vijandig te zijn en anderen te veroordelen maar om  zelf en anderen bij de echte verbondenheid met Christus te houden of te brengen. Zonder die echte verbondenheid met Hem heb je geen goede toekomst. Dan ben je juist alles kwijt.  

 

HOE GROOT IS GODS SE WERK!

 

“Hy is 'n versoening vir ons sondes, en nie alleen vir ons s'n nie, maar ook vir dié van die hele wêreld.” 1 Johannes 2:2

 

Jesus Christus is ’n versoening vir die sondes van die hele wêreld.  Jy sien daarmee raak wat die waarde van Christus se lewe en offer is. So groot dat jy dit nie kan bevat nie. Dit gaan ver bo ons vuurmaakplek uit.

Beteken dit dat enige mens of hy in Christus glo of nie glo uiteindelik gered word nie? Nee, die Gees vertel ons in God se Woord steeds weer dat ons nie sonder geloof in Christus gered kan word nie. Jy hoef alleen maar aan hierdie woorde van die Here Jesus te dink: “Want so lief het God die wêreld gehad, dat Hy  sy eniggebore Seun  gegee het, sodat elkeen wat in Hom glo, nie verlore mag gaan nie, maar die ewige lewe kan hê.  Want  God het sy Seun in die wêreld gestuur nie om die wêreld te veroordeel nie,  maar dat die wêreld deur Hom gered kan word.  Hy wat in Hom glo, word nie veroordeel nie; maar hy wat nie glo nie, is alreeds veroordeel omdat hy nie geglo het in die Naam van die eniggebore Seun van God nie.” Johannes 3:16-18

Die HERE roep wel elkeen tot die geloof in Christus. Niemand kan met die verskoning kom dat vir Hom geen vergifnis, geen genade meer beskikbaar is nie. Christus se offer is genoeg vir die sonde van die hele wêreld!  Wie tot Christus vlug met sy sondes en skuld, kry altyd vergifnis. Daarom kan ons in die Dordtse Leerreëls ook bely: “Verder is dit die belofte van die evangelie dat elkeen wat in die gekruisigde Christus glo, nie verlore sal gaan nie, maar die ewige lewe sal hê. Hierdie belofte moet aan alle volke en mense, aan wie God na sy welbehae die evangelie stuur, sonder enige onderskeid verkondig en bekend gestel word, met die eis tot bekering en geloof.” II,5

Hoe groot is God se werk! 

 

ECHT MET GOD VERBONDEN

 

“En hierdoor weten wij dat wij Hem kennen, namelijk als wij Zijn geboden in acht nemen.” 1 Johannes 2:3

 

Eerst even een opmerking over de verzen 3-11 in het algemeen. We hebben hier met een nieuw gedeelte te maken. In 1:6-2:2 heeft Johannes laten zien dat de mensen die de gemeente verlaten hebben zeggen dat je met God verbonden kunt zijn terwijl je leeft op een manier die de HERE zondig noemt. Deze mensen zeggen dan zelfs nog dat ze geen zonde doen.

In het gedeelte dat nu komt wijst Johannes vooral op het punt of je echt met de HERE verbonden kunt zijn terwijl je niet volgens Zijn geboden leeft. Zijn die geboden van God eigenlijk wel zo belangrijk? Gaat het om je hart in die zin dat het om jouw gevoel gaat en niet om hoe echt leeft?

In 1:6-2:2 zagen we dat Johannes drie keer een zin begin met dezelfde woorden om iets aan de orde te stellen. Die woorden waren: “Als wij zeggen”. 1:6,8,10

Ook in het gedeelte van 2:3-11 komen we drie keer aan het begin van een zin dezelfde woorden tegen. We lezen aan het begin van vers 4,6,9: “Wie zegt”. Weer maakt Johannes duidelijk wat de mensen die aan de gelovigen trekken voor mening uitdragen. In antwoord daarop laat Johannes dan zien wat de goede leer en het goede leven is. Zo leert de Geest ons onderscheiden.

Wanneer je heel kort zou willen weergeven wat dan de positieve boodschap is bij de dingen die in de verzen 4,6,9 aan de orde worden gesteld met de woorden “Wie zegt” zou je dat zo kunnen formuleren.

Vers 4 Wie zegt: ik ken Hem vers 5: moet Zijn Woord in acht nemen.

Vers 6 Wie zegt: ik blijf in Hem vers 7: moet ook zelf leven zoals Jezus geleefd heeft.

Vers 9 Wie zegt: Ik ben in het licht vers 10: moet zijn broeders liefhebben.

 

MOET JY JOU AAN GOD SE GEBOOIE HOU?

 

“En hieraan weet ons dat ons Hom ken: as ons  sy gebooie bewaar.” 1 Johannes 2:3

 

Die Here God ken. Jesus Christus ken. Dit beteken dat jy gemeenskap met die Vader en die Seun het. Die beteken dat jy met die enigste God verbonde is, dat jy as Sy kind by Hom behoort.

Die gemeenskap waaroor Johannes eerder geskryf het, het alles met die ken van God te doen. Die dwaalleraars, die groep wat die gemeente verlaat het sê dat ook hulle met God verbonde is. Hulle noem hul Christene. Is hulle dit? Kan jy Christen wees as jy sê dat dit nie nodig is om jou aan God se gebooie te hou nie soos die in God se Woord tot ons kom? Die duidelike antwoord van die Gees is dat dit nie kan nie. Wie homself Christen noem kan dit net wees as jy jou aan God se gebooie hou. As jy hulle bewaar in die sin dat jy daarvolgens wil leef. Dat as jy by jouself raaksien dat jy dit nie gedoen het nie dit as skuld vir die HERE bely en vergifnis vra.

Mense vra dikwels of dit beteken dat ons regtig nog ons aan God se gebooie moet hou. Is dit nie so dat deur Christus se offer vir die sondes ons nie meer God se wet gebind is nie?  Baie belangrik is om dan te luister na wat die Here Jesus self daarvan sê in Matteus 5:17-20: “Moenie dink dat Ek gekom het om die wet of die profete te ontbind nie. Ek het nie gekom om te ontbind nie, maar om te vervul. Want voorwaar Ek sê vir julle, voordat die hemel en die aarde verbygaan, sal nie een jota of een titteltjie van die wet ooit verbygaan totdat alles gebeur het nie. Elkeen dus wat een van die minste van hierdie gebooie breek en die mense só leer, sal die minste genoem word in die koninkryk van die hemele; maar elkeen wat dit doen en leer, hy sal groot genoem word in die koninkryk van die hemele. Want Ek sê vir julle dat, as julle geregtigheid nie oorvloediger is as dié van die skrifgeleerdes en Fariseërs nie, julle nooit in die koninkryk van die hemele sal ingaan nie.”

Christus wees sonder om volgens God se gebooie te wil leef, is jouself ernstig bedrieg

 

KLEURENBLIND

 

“Hierna zag ik en zie, een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle naties, stammen, volken en talen, stond vóór de troon en vóór het Lam, bekleed met witte gewaden en palmtakken in hun hand.”  Openbaring 7:9

 

Zijn mensen gelijkwaardig?  Heeft ieder mens voor God dezelfde waarde?  Kan ieder mens van wat voor volk of kleur ook kind van God zijn? Is ieder mens hoe hij of zij er ook uit ziet onze naaste die we met respect hebben te behandelen? 

Het zijn vragen die we in het Nederland van 2021 onder ogen moeten zien. We zien tot in hoge kringen in de samenleving dat mensen op grond van kleur, volk of stam als minderwaardig worden gezien.   We moeten als christenen er voor uitkijken dat we deze dingen eigenlijk niet zo belangrijk vinden omdat de mensen die het zeggen volgens henzelf voor christelijke waarden staan. Omdat deze mensen zeggen op te komen voor eigen identiteit en voor onze waarden die we als volk hebben. Het beoordelen en vaak ook veroordelen van mensen op grond van kleur en afkomst is juist in strijd met wat de HERE ons leert. We moeten altijd weer volgens Gods goede norm willen leven wat de samenleving daar ook van vindt.  Ook als vrienden van jou een andere mening aanhangen en uitdragen.

Ieder mens is voor de HERE van gelijke waarde. Hij roept mensen uit alle volken en alle kleuren tot Christus. Met liefde. Christus draagt ons op om het evangelie te verkondigen aan alle volken. Mattheus 28:19. In Psalm 87 lezen we dat mensen uit allerlei volken tot de HERE zullen komen en heel echt voluit tot Zijn volk gaan behoren. De Geest laat Paulus  in Galaten 3 schrijven: “Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed. Daarbij is het niet van belang dat men Jood is of Griek; daarbij is het niet van belang dat men slaaf is of vrije; daarbij is het niet van belang dat men man is of vrouw;  want allen bent u één in Christus Jezus. En als u van Christus bent, dan bent u Abrahams nageslacht en overeenkomstig de belofte erfgenamen.”

Of Kolossenzen 3:11: “Daarbij is niet Griek en Jood van belang , besnedene en onbesnedene, barbaar en Scyth, slaaf en vrije, maar Christus is alles en in allen.”

Het behandelen en beoordelen van mensen op grond van kleur of afkomst is in een woord onchristelijk. Bij een christelijke leven horen geen vernederende grappen over mensen die anders gekleurd zijn dan jij. Het zijn mensen door de HERE gemaakt. Voor ieder mens geldt wat we in Psalm 139 lezen!  

 

LIEFDE VOOR GODS WIL

 

“En hierdoor weten wij dat wij Hem kennen, namelijk als wij Zijn geboden in acht nemen.”  1 Johannes 2:3

 

De Here Jezus beklemtoont meerdere keren dat leven met Hem ook leven is volgens Gods geboden zoals de HERE die gegeven heeft. Leven met Christus op je eigen gevoel en niet volgens Gods geboden is geen leven met God en geen leven met de echte Christus. Heel duidelijk horen we dat ook uit de mond van de Here jezus in Johannes 15. Daar gaat het ook juist om die gemeenschap, die verbondenheid met Hem.   We lezen daar het beeld van Christus als de Wijnstok en ons als de ranken. Wie in Christus blijft die blijft met Hem verbonden. Wie zijn eigen weg gaat, wordt weggedaan en is niet meer met Christus als de Verlosser en Verzoener met God verbonden. Daarna zegt Christus dit: “Zoals de Vader Mij liefgehad heeft, heb ook Ik u liefgehad; blijf in Mijn liefde. Als u Mijn geboden in acht neemt, zult u in Mijn liefde blijven, zoals Ik de geboden van Mijn Vader in acht genomen heb en in Zijn liefde blijf. Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in u zal blijven en uw blijdschap volkomen zal worden.  Dit is Mijn gebod: dat u elkaar liefhebt, zoals Ik u liefgehad heb.” Vs  9-12

Het kennen van God betekent dus ook liefde voor Zijn wil en daarmee ook liefde voor de mensen om je heen. De naasten. Later in deze brief schrijft Johannes daarover: “Hieraan weten wij dat wij de kinderen van God liefhebben, wanneer wij God liefhebben en Zijn geboden bewaren. Want dit is de liefde tot God, dat wij Zijn geboden in acht nemen;  en Zijn geboden zijn geen zware last.” 5:2,3

Leven volgens Gods geboden wordt dan door het geloof, door de Geest die in ons woont reden om juist blij te zijn. Denk bijvoorbeeld aan het loflied op Gods wet zoals we die in Psalm 119 vinden. De vreugde om volgens Gods wil, volgens Zijn geboden te leven spat er daar van af hoe aangevochten dat geloof ook is.

 

LEEF JE MET GOD?

 

 “Wie zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet in acht neemt, is een leugenaar en in hem is de waarheid niet.” 1 Johannes 2:4

 

De Geest maakt nu duidelijk dat wie zegt dat je niet moeilijk hoeft te doen als christen over leven volgens Gods geboden. Wie zegt dat met Christus komst Gods geboden niet belangrijk zijn. Wie zegt dat het om de liefde gaat en niet om een leven volgens Gods geboden zit er naast. Dan maak je een tegenstelling die er niet is en in het leven van een christen niet mag zijn.

Johannes zegt het heel duidelijk en scherp. Wie zegt met God, wie zegt met Christus te leven maar niet volgens Gods geboden leeft, is een leugenaar. Dan bedreig je dus jezelf en anderen. In werkelijkheid leef je dan niet met God. Dan ken je Hem niet. Dit laatste doet ook heel duidelijk denken aan wat de Here Jezus aan het einde van de Bergrede zegt: “Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal  binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam demonen uitgedreven, en in Uw Naam veel krachten gedaan? Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend;  ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt!” Mattheus 7:21-23

Het gaat hier niet om volmaakte gehoorzaamheid. Het gaat er om dat je echt volgens Gods wil wil leven. Dat je als je het niet doet dit als zonde belijdt en weer de kracht bij de Geest zoekt om te groeien in een leven volgens Gods geboden. Je ziet hier heel duidelijk dat het kennen van God uitkomt in de manier waarop je leeft.  Wie Gods geboden links laat liggen kan zich christen noemen maar is het niet.  Het is goed om als we lezen over een leven volgens Gods geboden daarbij ook te betrekken wat we in het oude Avondmaalsformulier lezen: ‘Allen dan die door de genade van de heilige Geest be4droefd zijn over hun zonden, begeren tegen hun ongeloof te strijden en naar alle geboden van God te leven, wil God zeker in genade aannemen en aan de tafel van Zijn Zoon Jezus Christus ontvangen. Zij mogen er zeker van zijn, dat geen zonde of zwakheid, die nog tegen hun wil in hen overgebleven is, voor God een verhindering is, hen in genade aan te nemen en hun aan deze hemelse spijs en drank deel te geven.  Maar ieder die geen droefheid over zijn ongerechtigheid kent en zich van zijn zonden niet bekeren wil, verkondigen wij, dat hij geen deel aan het rijk van Christus heeft.”

 

GOD SE WOORD BEWAAR

 

“Maar elkeen wat sy woord bewaar,  in hom het die liefde van God waarlik volmaak geword. Hieraan weet ons dat ons in Hom is.”  1 Johannes 2:5

 

Johannes wys nou wat die ken van God positief beteken. Dit hou in dat ons God se Woord bewaar. Dit gaan dan daarom dat ons die Woord wat ons hoor en lees nie buite ons hart hou nie. Dit gaan daarom dat ons so maak dat ons die Woord in ons hart laat kom om vanuit die Woord te leef. Om in liefde gehoorsaam  te wees aan wat die HERE sê. Ons luister dan na die stem van die Goeie Herder om Sy Woord te doen. Ons lees in die Bybel o.a. God se gebooie. Die HERE praat met ons as ons Vader. Ook in die gebooie wat Hy gee.  Jy is met God verbonde, jy leef as God se kind as jy volgens God se woorde wil leef. Ons kryn die opdrag om God se woorde te bewaar. Om volgens daardie woorde te leef. Ons lees dit ook op ander plekke in die Bybel. ’n Voorbeeld daarvan is:

Lukas 11:27,28:  “En terwyl Hy dit spreek, het 'n vrou uit die skare haar stem verhef en vir Hom gesê: 
Salig is die skoot wat U gedra het, en die borste wat U gesoog het. En Hy sê: Ja, maar salig is hulle 
wat die woord van God hoor en dit bewaar.”

Ons het die bewaar van God se Woord ook nodig om moed te hou in moeilike tye. Om te kan onderskei. Daarvoor is o.a.  die boek Openbaring deur Christus gegee. Ons lees daar in hoofstuk 1:3:  “Salig is hy wat die woorde van die profesie lees, en die wat dit hoor en bewaar wat daarin geskrywe is, want die tyd is naby.”

Wie met God regtig verbonde wil wees, moet ook volgens Sy wil en nie volgens sy eie wil wil leef nie. 

 

VOLMAAK?

 

“Maar elkeen wat sy woord bewaar,  in hom het die liefde van God waarlik volmaak geword. Hieraan weet ons dat ons in Hom is.”  1 Johannes 2:5

 

Wat bedoel Johannes met die woorde: “in hom het die liefde van God waarlik volmaak geword”? Ons het al eerder gesien dat wie  sê dat hy of sy geen sonde het of nie gedoen het nie reg is nie. Dit is belangrik om raak te sien dat Johannes hier oor God se liefde skryf.  Dit gaan om God se werk in ’n mens wat God se Woord bewaar. Iemand wat vanuit God se Woord in sy hart leef. Die woord waarlik kan ons hier ook vertaal met: “in hom het die liefde van God werklikheid geword.”

Dit gaan hier nie om ’n mens wat volmaak geword het nie. Dit gaan daarom dat jou lewe deur God se liefde wat in jou werk tot sy doel kom as jy volgens God se wil leef. Dan sien ons hoe God se liefde regtig in jou werk. Jou en my verander.

Die liefde wat ons leer om volgens God se wil te leef, kom van God! Nie uit onsself nie. Ons lees dit so mooi en duidelik in 1 Johannes 4: “Geliefdes, laat ons mekaar liefhê; want die liefde is uit God, en elkeen wat liefhet, is uit God gebore en ken God.  Hy wat nie liefhet nie, het God nie geken nie, want 
God is liefde. Hierin is die liefde van God tot ons geopenbaar, dat God sy eniggebore Seun in die wêreld gestuur het,  sodat ons deur Hom kan lewe. Hierin is die liefde: nie dat ons God liefgehad het nie, maar dat Hy ons liefgehad het en sy Seun gestuur het as 'n versoening vir ons sondes. Geliefdes, as God ons so liefgehad het, behoort ons ook mekaar lief te hê.  Niemand het God ooit aanskou nie. As ons mekaar liefhet, bly God in ons en het sy liefde in ons volmaak geword.”  7-12

Laat ons vra om God se liefde in ons lewe en Hom daarvoor dank!

 

LEVEN MET GOD EN ZEKERHEID

 

“Maar ieder die Zijn woord in acht neemt, in hem is werkelijk de liefde van God volmaakt geworden. Hierdoor weten wij dat wij in Hem zijn.” 1 Johannes 2:5

 

We zien hier dat we ook zekerheid krijgen doordat we volgens Gods wil willen leven. Wanneer we in ons leven zien dat we strijden tegen het verkeerde en willen leven en willen groeien in een leven volgens Gods wil, zie je God in je werken. In de Heidelbergse Catechismus belijden we in Zondag 32 wanneer er gevraagd wordt waarom we nog goede werken moeten doen terwijl Christus alles voor ons verdiend heeft: “Vervolgens om zelf uit de vruchten zeker te zijn van ons geloof en om door onze godvrezende levenswandel ook onze naasten voor Christus te winnen.”

In de Dordtse Leerregels lezen we in I,12 over de zekerheid dat jij echt bij God hoort, dat je een van Zijn uitverkoren kinderen bent: “Die zekerheid ontvangen de uitverkorenen niet, wanneer zij de verborgenheden en diepten van God nieuwsgierig doorzoeken. Maar zij ontvangen haar, wanneer zij met een geestelijke blijdschap en heilige vreugde de onmiskenbare vruchten van de uitverkiezing, die Gods Woord aanwijst, bij zichzelf opmerken, zoals bijvoorbeeld het ware geloof in Christus, kinderlijk ontzag voor God, droefheid naar Gods wil over de zonde, honger en dorst naar de gerechtigheid.”

Wie volgens Gods Woord leeft, blijft in God. Blijft aan Hem verbonden.

Het is goed om hier ook het begin van Johannes 15 in gedachte te houden. Blijven in God is namelijk ook blijven, verbonden blijven met Christus. Dat betekent leven tot Gods eer. Ik geef hier een paar belangrijke verzen op dit punt uit Johannes 15 weer: “ Blijf in Mij, en Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet in de wijnstok blijft, zo ook u niet, als u niet in Mij blijft.

Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen. Als iemand niet in Mij blijft, wordt hij buitengeworpen zoals de rank, en verdort, en men verzamelt ze en werpt ze in het vuur, en zij worden verbrand. Als u in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, vraag wat u maar wilt en het zal u ten deel vallen. Hierin wordt Mijn Vader verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt en Mijn discipelen bent.” vs 4-8

God wil leven met Christus geven. Leven met Christus geeft ook rust en zekerheid dat we bij God als onze Vader horen.

 

SPESIALE KENNIS EN ERVARINGS NODIG?

 

“Hy wat sê dat hy in Hom bly, behoort self ook so te wandel soos Hy gewandel het.” 1 Johannes 2:6

 

Johannes begin in hierdie gedeelte vir die tweede keer ’n sin met: “Hy wat sê”. Hy vra weer aandag vir hulle wat die gemeente verlaat het. Mense wat o.a. leer dat die lewe van die mens Jesus nie vir hulle die norm is nie. Volgens hulle kan God nie mens word nie. Die gewone lewe op hierdie aarde het volgens hulle min waarde. Dit gaan om die geestelike ervaring. Om die geestelike kennis wat eintlik los van die gewone lewe staan. ’n Mens kan volgens hulle met Christus, met God verbonde wees as jy anderste leef as Jesus op aarde geleef het. Hy is nie die volmaakte voorbeeld nie.

Dit gaan om spesiale kennis wat vir ’n groot deel nie met jou lewe van elke dag te doen het nie. Jy kan dit daarmee vergelyk dat mense op sekere oomblikke voel asof hulle met Jesus verenig is. Dit voel so goed maar as daardie ervaring  nie meer daar is nie doen en sê hulle dingen wat duidelik teen God se wil ingaan soos ons dit in die Bybel lees. Hulle sê dan dat dit nie so belangrik is nie want hulle het hul spesiale ervarings met God en dit is waar dit om gaan.

Die Heilige Gees maak duidelik dat dit nie so is nie.   Dit gaan nie om die spesiale ervarings nie. Dit gaan daarom dat ons soos Jesus Christus volledig volgens die hemelse Vader se wil wil leef. Dat ons Christus wat regtig mens geword het daarin wil volg. As ons nie so wil leef nie en ons op spesiale ervarings beroep, kom daardie ervaring nie van die HERE nie! Wie regtig Christen is wil leef soos Christus geleef het. Volgens God se wil soos ons dit in God se eie Woord lees! 

 

BIJ CHRISTUS HOREN

 

“Wie zegt in Hem te blijven,  moet ook zelf zo wandelen als Hij gewandeld heeft.” 1 Johannes 2:6

Blijven in God, blijven in Christus heeft alles met Christus en heeft daardoor alles met de manier waarop je leeft te maken.  We lezen hier dat wie echt in Christus is en blijft, moet leven zoals Christus op aarde geleefd heeft. We lezen hier weer het woord wandelen. Zie daarvoor ook bij 1:6,7.  We kennen in onze taal het woord levenswandel. Een wat ouderwets woord dat wijst op je manier van leven. Hoe loop jij op de weg van het leven? Op welke manier leef jij?

Wie bij Christus hoort wil Hem volgen in eigen leven. Jij wil in Zijn voetstappen gaan staan. Je kijkt voor je om Hem in het oog te houden en je leven zo in te richten zoals Hij het deed. Niet om zelf Verlosser te willen of te kunnen zijn want dat kan niemand. Wel om Hem te volgen als het volmaakte beeld van God op grond van de verlossing die Hij verdiend heeft. Om in Zijn  spoor te gaan. Dat is het spoor dat de Geest ons wil leren. Op een heel mooie manier komt dat naar voren in de Vertaling van 1951 van Galaten 5:24,25: “Want wie Christus Jezus toebehoren, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd. Indien wij door de Geest leven, laten wij ook door de Geest het spoor houden.”

Het gaat hier om een manier van leven die door de Geest nieuw is. Je volgt niet meer je eigen spoor maar volgt door Gods werk in je een ander spoor. Dat van Christus. Je hebt geleerd om vanuit de vergeving door Hem verdiend, anders te leven. Jezus Christus te volgen zoals we daarover ook lezen in  2 Petrus 1 lezen waar het vooral toegespitst is om het lijden omdat je goed doet. Doen wat goed is in Gods ogen.  We lezen daar dan o.a.: “Want wat voor roem is er als u het geduldig verdraagt wanneer u zondigt en daarvoor slagen ontvangt? Maar als u het geduldig verdraagt wanneer u goeddoet en daarvoor lijdt, is dat genade bij God. Want hiertoe bent u geroepen, omdat ook Christus voor ons geleden heeft; Hij laat ons zo een voorbeeld na, opdat u Zijn voetsporen zou navolgen”.  Vs 20,21

 

DIE OU GEBOD

 

“Broeders, dit is geen nuwe gebod wat ek aan julle skryf nie, maar 'n ou gebod  wat julle van die begin af gehad het. Die ou gebod is die woord  wat julle van die begin af gehoor het.” 1 Johannes 2:7

 

Wie regtig Christen is, wil volgens die ou gebod leef soos Christus dit ook gedoen het. Ons het die vorige dae al gesien dat die Here Jesus duidelik geleer het dat Hy nie gekom het om God se wet af te skaf nie. Ons lees dit baie duidelik in Matteus 5:17-21. Hy is dit ook wat wys wat die kern van God se gebooie is. Hy kom nie met ’n nuwe leer nie. Hy is dit wat meer as alle mense gewys het wat leef volgens God se gebooie beteken. Hy vat God se gebooie, Vader se wil so saam: “Jy moet die Here jou God liefhê met jou hele hart en met jou hele siel en met jou hele verstand. Dit is die eerste en groot gebod.  En die tweede wat hiermee gelykstaan:  Jy moet jou naaste liefhê soos jouself. Aan hierdie twee gebooie hang die hele wet en die profete.” Matteus 22:37-40

Dit gaan om die ou gebod. Die gebod wat vir die mense aan wie Johannes sy brief skryf vanaf die begin dat hulle die evangelie gehoor het, geklink het. Wie anderste leer, kom met ’n nuwe menslike gebod wat met God se gebooie stry. Ons vind dit ook so in die Ou Testament.

Ons lees in Levitikus 19: “Jy mag nie wraakgierig of haatdraend teenoor die kinders van jou volk wees nie, maar jy moet jou naaste liefhê soos jouself. Ek is die Here.” vs 18

In Deuteronomium 6:4,5 lees ons: “Hoor, Israel, die Here onse God is 'n enige Here. Daarom  moet jy die Here jou God liefhê met jou hele hart en met jou hele siel en met al jou krag.”

Die HERE liefhê en jou naaste is die ou gebod. Die enigste God vra ons vanuit die eenheid van Sy bestaan om met heel ons hart, met heel ons siel en met al ons kragte Hom en die naaste lief te hê. Dit is die ou gebod wat altyd nuut sal wees. Die nuwe lewe deur die Gees is die lewe volgens God se gebod wat altyd dieselfde is en bly.

 

EEN NIEUW GEBOD

 

“Toch schrijf ik u een nieuw gebod, dat waar is in Hem en in u, want de duisternis gaat voorbij en het ware licht schijnt reeds.”  1 Johannes 2:8

 

Het oude gebod dat van de eeuwige Vader komt die alles gemaakt heeft, is ook een nieuw gebod. Niet omdat er nu een ander gebod is. Hoe kan Johannes hier nu schrijven dat hij met een nieuw gebod komt terwijl hij net hiervoor gezegd heeft dat het om een oud gebod gaat?

Dan moet je er goed op letten dat Johannes hier schrijft dat de duisternis voorbij gaat en het echte licht al schijnt.

We moeten terug naar het begin. De HERE heeft in zes dagen de aarde geschapen. De aarde ligt er met haar bewoners en alles wat er groeit en leeft prachtig bij. Het is zo goed!  De HERE de God die licht is heeft een prachtige wereld gemaakt. Een lust om op te leven. Zonder dat er donkere kanten aan het leven zitten. Het leven baadt in Gods licht. Op die wereld is er Gods gebod  vanaf het begin om Hem en de naaste lief te hebben. Dat is Gods goede gebod voor alle tijden dat voor de zondeval zonder strijd, zonder bedenkingen, twijfel of tegenstand gedaan werd. 

Dan komt de zondeval. Dan komen wij tegenover Gods gebod te staan. Dan is het de duisternis die over ons leven komt en ook in ons eigen hart. Dan vervreemden wij door eigen schuld van dit gebod vanaf het begin. Het gebod dat ook inhoudt om de naaste lief te hebben. Het oude gebod zorgt voor strijd voor wie  tegen eigen donkere hart in de HERE, die het echte licht laat zien, wil volgen. Dat die duisternis in de mens zelf overheerst laat Johannes ook zien wanneer hij in het evangelie van zijn hand schrijft over Christus die gekomen is: “Dit was het waarachtige licht, dat in de wereld komt en ieder mens verlicht. Hij was in de wereld  en de wereld is door Hem ontstaan en de wereld heeft Hem niet gekend.  Hij kwam tot het Zijne, maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen.” Johannes 1: 9-11

Voor de mens die zichzelf zondig gemaakt heeft, moet het oude gebod weer nieuw worden.

 

WAAR IN CHRISTUS EN IN JULLE

 

“En tog skryf ek aan julle 'n nuwe gebod wat waar is in Hom en in julle, want  die duisternis gaan verby en die waaragtige lig skyn alreeds.” 1 Johannes 2:8

 

 Christus is die lig van die wêreld. (Joh 8:12)  Hy is dit wat in alles God se beeld is. (Kol 1:15,16; 3;10) In Hom het die lig weer oor die wêreld begin skyn. Die lig het in die sondige wêreld wat so donker is, gekom.  Johannes het in Jesus Christus die nuwe lewe in die lig, met eie oë gesien. Hy het gesien hoe Jesus Christus die nuwe lewe in die lig, op hierdie donkere aarde gewys het. Leef volgens die ou gebod in die nuwe lewe is net moontlik as ons Christus met ons hart volg. Dan kom in jou ook die liefde vir die mense rondom jou in jou hart.

Johannes skryf:  “wat waar is in Hom en in julle”  In die Grieks word hier ’n woord gebruik dat baie nou aan die woord vir waarheid verwant is.  Die nuwe gebod het waarheid in Christus geword en in hulle wat regtig deur die geloof met Hom verbonde is. Die  woord waar het hier die betekenis van eg. Die nuwe gebod het in Christus en in wie met Hom verbonde is werklikheid geword. Ons moet daarby  bly let op die onderskeid tussen Christus en die gelowiges.

 In Christus is dit enige oomblik van Sy lewe vir 100% so. Ons het die opdrag om Hom daarin te volg. Soos ons dit ook in vers 6 lees. Ons moet dit tydens ons lewe op aarde elke dag weer deur die gebed van die HERE ontvang.  Juis om so in ons bestaan in die lewe met die HERE te groei. Te groei in die doen van God se wil. In liefde vir Hom en die naaste. Om al hoe meer volgens die nuwe gebod wat op die ou gebod gegrond is te leef. Soos die Here Jesus dit in Johannes 13 geleer het: “n Nuwe gebod gee Ek julle, dat julle mekaar moet liefhê; soos Ek julle liefgehad het, moet julle ook mekaar liefhê. Hieraan sal almal weet dat julle my dissipels is, as julle liefde onder mekaar het.” Vs 34,35

 

HET NIEUWE LEVEN SCHIJNT

 

“Toch schrijf ik u een nieuw gebod, dat waar is in Hem en in u, want de duisternis gaat voorbij en het ware licht schijnt reeds.”  1 Johannes 2:8

 

In Christus schijnt dat nieuwe leven al. Hij heeft laten zien wat dat leven is. De Geest maakt hier ook duidelijk dat Christus overwonnen heeft. Hij heeft de dood, de duivel, de zonden overwonnen. Hij is uit de dood opgestaan. Het echte licht schijnt in Christus in de wereld. Het is de Heilige Geest die ons het Woord van God gegeven heeft zodat vanuit dat Woord het licht in de wereld schijnt en de weg wijst tot Christus’ terugkeer. We lezen daarvan heel duidelijk in 2 Petrus 1. Ook daar gaat het er om dat er oor en ooggetuigen zijn die het evangelie van Christus op deze wereld hebben verkondigd. Juist dat verband tussen Christus kennen, in Hem geloven zoals de oor en ooggetuigen dat hebben vertelt is onmisbaar. Denk hierbij ook aan wat we lezen in  1 Johannes 1:4. Zo leer Je Hem echt kennen. We lezen daarover in 2 Petrus 1 het volgende: “Want wij zijn geen kunstig bedachte verzinsels gevolgd, toen wij u de kracht en de komst van onze Heere Jezus Christus bekendmaakten, maar wij zijn ooggetuigen geweest van Zijn majesteit.

Want Hij heeft van God de Vader eer en heerlijkheid ontvangen, toen een stem als deze van de verheven heerlijkheid tot Hem kwam:  Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb.

En deze stem hebben wij gehoord, toen deze vanuit de hemel kwam, terwijl wij met Hem op de heilige berg waren.  En wij hebben het profetische woord, dat vast en zeker is, en u doet er goed aan daarop acht te slaan als op een lamp die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en 
de morgenster opgaat in uw hart.”vs 16-19

Christus volgen en daarom Zijn Woord als het kompas voor je leven horen onlosmakelijk bij elkaar.

 

ZONDER LIEFHEBBEN GEEN CHRISTEN

 

“Wie zegt dat hij in het licht is en zijn broeder haat, die is tot nog toe in de duisternis.”  1 Johannes 2:9

 

 We krijgen hier voor de derde keer dat Johannes schrijft: “Wie zegt”. Dit heeft weer met de groep te maken die geen deel van de gemeente is maar zich wel christen noemt. Die een eigen groep, een eigen ‘kerk’ is gaan vormen. Een groep waarin ontkent wordt dat God in Jezus mens geworden is. God en het gewone leven passen niet bij elkaar volgens hen. Het gewone, dat wat schepsel is, is te minderwaardig voor het goddelijke en het geestelijke. Als je dus een ander op deze wereld niet goed behandelt, heeft dat niet veel met je leven met God te maken.

Deze woorden hebben natuurlijk zoals alles wat Johannes schrijft een veel wijdere betekenis als net met betrekking tot deze groep en deze dwaalleer. De Geest heeft ook deze brief in de Bijbel laten opnemen om duidelijk te maken dat wat Johannes hier schrijft de woorden van de Geest zijn voor alle tijden. Ze gelden voor iedereen die tot Christus terugkeer op aarde leven.

Wie zich christen noemt en iemand die samen met hem de HERE dient haat, leeft nog in het donker. Dan kun je denken dat jij bij Christus hoort, dat jij in dat nieuwe leven door de Geest staat maar in werkelijkheid is het niet zo.  Juist die liefde voor jouw broers en zussen in het geloof komt steeds weer in deze brief terug. Een paar voorbeelden daarvan lees je in 3:10,23; 4:7,20.

Het liefhebben van je broeder of zuster heeft alles te maken met het punt of je zelf Gods liefde wel echt kent. Besef je zelf wel hoeveel liefde de HERE heeft gegeven om jou in Zijn liefde te laten delen. Wie dat beseft wil juist anderen ook graag liefde bewijzen. Die wil hoe moeilijk dat voor jouw gevoel ook is graag leren om anderen te vergeven en liefde te geven.  Om de ander niet als een zaak maar als een mens door de HERE gemaakt te behandelen.

 

LIEFDE VANUIT GOD SE WONDERLIKE LIEFDE

 

“Wie sy broeder liefhet, bly in die lig, en in hom is geen oorsaak van struikeling nie.” 1 Johannes 2:10

 

 Ons lees hier oor die die positiewe kant van die leef as God se kind. Wie deur die evangelie met Christus en daardeur met God as Vader verbind is, het sy broeder lief. Dan wil jy leef in liefde vir jou broeders en susters in die geloof. Ook wanneer dit nie maklik is nie. Ons kan so leef as ons steeds weer raaksien dat die Here God in Sy spesiale liefde Sy Seun vir jou en my, wat van onsself sondare is, gegee het. Dit is God se wonderlik groot liefde. Vanuit daardie liefde leer ons die mense rondom ons liefhê. Veral hulle wat Christus saam met ons in Sy gemeente geroep het. Vanuit die gemeente wil ons dan ook uitreik na ander om hulle in God se liefde te laat deel. Om hulle tot Christus te trek. Christus roep ons met ’n beroep op God se liefde vir sondare selfs op om ons vyande lief te hê. Ons lees dit so duidelik in Matteus 5:44-48: “Maar Ek sê vir julle: Julle moet jul vyande liefhê; seën die wat vir julle vervloek, doen goed aan die wat vir julle haat, en bid vir die wat julle beledig en julle vervolg; sodat julle kinders kan word van julle Vader wat in die hemele is; want Hy laat sy son opgaan oor slegtes en goeies, en Hy laat reën op regverdiges en onregverdiges.  Want  as julle liefhet die wat vir julle liefhet, watter loon het julle? Doen die tollenaars nie ook dieselfde nie?  En as julle net jul broeders groet, wat besonders doen julle dan? Doen die tollenaars nie ook so nie?  Wees julle dan volmaak soos julle Vader in die hemele volmaak is.””

Die Gees leer ons in 2 Petrus 1:5-7: “En juis daarom ook moet julle met aanwending van alle ywer by julle geloof voeg die deug, en by die deug die kennis, en by die kennis die selfbeheersing, en by die selfbeheersing die lydsaamheid, en by die lydsaamheid die godsvrug,  en by die godsvrug  die broederliefde, en by die broederliefde die naasteliefde.”

Die Gees wil ons op die gebed hierdie liefde vanuit God se liefde gee!

 

LEVEN IN HET LICHT

 

“Wie zijn broeder liefheeft, blijft in het licht, en er is in hem niets dat anderen doet struikelen.” 1 Johannes 2:10

 

Wie zich in geloof oefent. Wie echt gaat doen wat de HERE zegt, gaat ook sterker staan in het geloof. Het op het gebed liefhebben van je broeder geeft ook dat je in het licht blijft staan. Leven uit geloof, bidden, luisteren en lezen wat de God in Zijn Woord zegt. In diepe afhankelijkheid van de HERE bidden, leert ons om het licht te blijven. Om zo vanuit en in Gods licht te leven.

Wie zo leeft, heeft niets dat doet struikelen. Hier wordt het Griekse woord skandalon gebruikt. De vertaling van het laatste deel van dit vers verschilt per vertaling. Er zijn hier drie mogelijkheden om te vertalen. Die ook in het verband allemaal kunnen. De drie mogelijkheden zijn:

  1. Het kan er om gaan zoals in de HSV dat je anderen niet laat struikelen. Je bent als je in het licht leeft geen struikelblok voor een ander.
  2. In de NBV en de Bronvertaling van 2020 in Afrikaans lees je dat wie in het licht leeft, zelf niet struikelt
  3. In de Afrikaanse vertaling van 1953 is het meer algemeen: “in hom is geen oorsaak van struikeling nie.”

De laatste vertaling sluit heel mooi aan bij Johannes 11:9,10: “Jezus antwoordde: Zijn er niet twaalf uren in de dag? Als iemand overdag loopt, stoot hij zich niet, omdat hij het licht van deze wereld ziet, maar als iemand 's nachts loopt, stoot hij zich, omdat het licht niet bij hem is.”

Het is heel duidelijk dat leven vanuit het licht dat vanuit God door Christus naar ons toekomt onmisbaar is. Zonder zo te leven kun je geen christen zijn. Dat heeft voor jezelf en voor de mensen om je heen grote betekenis. Wie in het licht leeft, wie zo met God verbonden is legt geen struikelblokken neer maar ziet de echte struikelblokken voor zichzelf en de naaste en wil die opruimen. 

 

VERLOS VAN EIE LIEFDELOOSHEID

 

“Maar hy wat sy broeder haat, is in die duisternis en wandel in die duisternis en weet nie waarheen hy gaan nie, omdat die duisternis sy oë verblind het.” 1 Johannes 2:11

 

Die Gees beklemtoon weer dat leef in haat vir jou broer of suster in geloof nie by ’n Christen pas nie. Die mense wat die gemeente verlaat het, sê dat dit nie ’n probleem is nie. Die verhouding met ander mense raak volgens hulle nie die geestelike, mistieke lewe nie. Dit leef met die HERE sou van die verhoudings met mense los staan.

Die Here God maak vir ons nou duidelik dat mense wat so dink en handel in die duisternis leef. As jy so leef is Christen wees net ’n uiterlike ding. As jy dan na jou afsterwe voor Christus as jou Regter staan, bly jy in die duisternis. Dan ken jy nie die regte liefde van God nie. Jy deel deur jou eie manier van lewe dan nie in Christus se liefde nie. Dan leef ons in die duisternis waarvan ons juis verlos moet word.

Dat ons uit daardie duisternis gered moet word lees ons  baie duidelik in die volgende gedeelte van God se Woord: “en die Vader mag dank wat ons bekwaam gemaak het om deel te hê aan die erfdeel van die heiliges in die lig —Hy wat ons verlos het uit die mag van die duisternis en oorgebring het in die koninkryk van die Seun van sy liefde, in wie ons die verlossing het deur sy bloed, naamlik die vergifnis van die sondes.”Kolossense 1:12-14

Ons moet van ons eie liefdeloosheid verlos word deur Christus. Deur die wonder van God se liefde vir ons wat vanuit onsself sondare is. Wie daardie liefde ken, wil sy broer of suster in geloof liefhê. Ons het nodig dat ons hart en oë deur God verlig word sodat ons ander mense wil word. Mense wat God se liefde in eie lewe uitdra. Ons lees oor die lewe wat deur God verlig word  en waardeur jy  Sy liefde na die mense rondom jou wil uitstraal o.a. in Efese 1: “Daarom — vandat ek gehoor het van die geloof in die Here Jesus wat onder julle is en die liefde tot al die heiliges —  hou ek ook nie op om vir julle te dank as ek aan julle in my gebede dink nie,  dat  die God van onse Here Jesus Christus, die Vader van die heerlikheid, aan julle die Gees van wysheid en openbaring in kennis van Hom mag gee, verligte oë van julle verstand, sodat julle kan weet wat die hoop van sy roeping en wat die rykdom van die heerlikheid van sy erfdeel onder die heiliges is”.  Vs 15-18

 

VADER VERGEEFT! 

 

“Ik schrijf u, lieve kinderen, want de zonden zijn u vergeven omwille van Zijn Naam.” 1 Johannes 2:12

 

 Johannes bemoedigt de gelovigen. Hij heeft heel duidelijk aangewezen dat ook bij gelovigen er zonde zijn. Wie dat ontkent bedriegt zichzelf en anderen. Die maakt God zelfs tot een leugenaar heeft Johannes al eerder in deze brief geschreven.  Dat zien we ook in ons eigen leven in de 21e eeuw.

Je wilt met de HERE leven, je wil kind van God zijn. Maar je bakt er nog zo weinig van als dat heldere licht van God en van Zijn Woord een röntgenfoto van je maakt. Je wordt doorlicht en ziet dan nog zoveel wat niet volgens Vaders wil is. Zegt de HERE dan tegen je: Wat ben jij toch een waardeloze kerel? Zegt Hij dan:  Jij doet het niet goed genoeg voor Mij dus met jou wil Ik niets meer te maken hebben?

Tegen mensen die echt met Christus willen leven. Die echt naar de wil van de HERE als hun Vader willen luisteren. Die ook eerlijk met hun zonden en de vraag om vergeving bij Hem komen zegt Hij: “Kinderen …… de zonden zijn u vergeven omwille van Zijn Naam ”.De vergeving is de vloer waarop je als gelovige leeft. De vloer die zorgt dat je niet wegzakt in het leven zonder God en onder Zijn oordeel. Dat is de vloer waardoor jij je niet moedeloos  hoeft over te geven aan een leven zonder Christus. Juist als je ziet dat er zonden in je leven zijn, is de bevrijdende weg dat je tegen de HERE kunt zeggen: Vader wilt u dit wat er in mijn leven was toch vergeven! Die vergeving is dan zeker omdat het gevraagd wordt in de naam van Jezus Christus. Naam staat zoals heel vaak in de Bijbel voor de persoon. Het is Jezus Christus die de straf gedragen heeft voor wie zich vastgrijpt aan Hem. Zie o.a. 2:2 en 4:10. Voor wie door het evangelie dat o.a. Johannes verkondigd heeft, kind van God wil zijn.

 

OUERES AS VOORBEELDE

 

“Ek skryf aan julle, vaders, omdat julle Hom ken wat van die begin af is. Ek skryf aan julle, jongmanne, omdat julle die Bose oorwin het. Ek skryf aan julle, kinders, omdat julle die Vader ken.”  1 Johannes 2:13

 

Johannes maak nou ’n onderskeid onder sy kinders. Hy praat van vaders en jongmanne. As dit hier gaan oor vaders en jong mense moet ons nie net aan leeftyd dink nie. Dit kan gebeur dat iemand ouer is maar nog kort regtig in geloof met Christus leef. Jy kan ouer wees maar nog jonk wees in geloof. Dit gaan daarom dat ons in geloof groei. Geloof is nie iets wat jy het of nie het nie en waarin jy nie kan en moet groei nie. Dit gaan daarom dat ons regtig al meer vir die HERE  kan blom. Dit gaan in die geloof juis om die regtig leef vir God, om die liefhê van Christus. Dit is iets waarin ons juis al hoe meer moet wil toeneem.

Wanneer ons hier oor vaders lees moet ons dink aan hulle wat in die geloof deur die jare heen gegroei het. Mense wat die HERE al lank ken. Hulle ken Christus vanaf die begin. Christus soos Hy vir hulle vanaf die begin verkondig is. God se Seun wat altyd bestaan het en deur  wie alles ontstaan het. Ons lees daarvan o.a. in Johannes 1:3. Die vaders in geloof kan getuig van God se liefde en trou. Hulle kan getuig dat die HERE die Vader is soos Hy dit in Sy Woord vir ons gesê het. Hulle kan vanuit geloofservaring praat.

Dit is belangrik dat die oueres in die gemeente vanuit hulle geloofservaring wat op die Skrif gebou is, die jongeres die regte pad wys. Dat hulle van die Here getuig. Dat hulle die jongeres vanuit die kennis van God se Woord steeds weer in liefde onderwys gee. Dat hulle ook in die manier van leef voorbeelde van geloof vir die jong mense is. Om die jong mense met al hul vrae te wys h

 

ERVARING MET DE HERE UITBUITEN

 

“Ik schrijf u, vaders, omdat u Hem kent Die er vanaf het begin is. Ik schrijf u, jonge mannen, omdat u de boze hebt overwonnen.” 1 Johannes 2:13

 

De oudere generatie heeft als het goed is ervaring in de kracht en de troost en de leiding die God geeft. Dat is de ervaring met de God die er altijd al was en die altijd dezelfde is en blijft. Je kunt op Hem aan want Hij verandert niet, Hij is altijd in en in betrouwbaar. Hij heeft in Christus komst en werk Zijn trouw en liefde zo heerlijk laten zien. Als je ouder bent en al lang met de HERE leeft hoe vaak heeft Hij jou al niet kracht en troost gegeven! Ook als je dacht dat je er nooit doorheen kon komen. Hoe vaak hebt je al kunnen ervaren dat de zekerheid dat er vergeving is en dat het leven op deze wereld niet het een en het al is ruimte en uitzicht geeft. Hoe vaak heb je het al niet ervaren dat de strijd tegen de zonden niet makkelijk is. Hoe gevaarlijk het voor jezelf is om op plaatsen te zijn of om met vrienden dingen te doen waarvan je weet dat die je zo makkelijk over de streep van de zonde trekken. Jij hebt ervaring opgedaan hoe beroerd je je dan kunt voelen, hoe je dan vergeving nodig hebt. Hoe bevrijdend die vergeving die Vader je wil geven dan is. Als oudere die met Christus leeft heb je al zoveel ervaring kunnen opdoen. Heb je geleerd om niet te blijven hangen in gevoelens die je ver van God houden en heb je Zijn zorg en liefde ervaren. Met die ervaring moeten de ouderen, de meer ervarenen in geloof de jongeren dan ook dienen! Daarom is het zo belangrijk dat er in de gemeente dat geloofsgesprek tussen ouderen en jongeren is en we ons niet in onze eigen leeftijdsgroepen opsluiten. Dat er in de gezinnen dat spreken over het leven met de HERE echt is. Dat je als jongeren dan ook echt van de ouderen wilt leren. Dat we ook voor die echte ervaring met dat leven met de HERE openstaan. Een leven met de HERE volgens Gods eigen Woord. Hoe jy rus en vrede by Christus vind. Hulle wys hoe goed dit is om in geloof te groei en daaraan elke dag te werk. Oueres kan die jong mense wys dat dit nie nodig is om die wêreld lief te hê om ’n goeie lewe te lei nie. Om te wys dat die beste en die mooiste lewe hierdie lewe met die HERE is.  

Laat die oueres voorbeelde vir die jongmense wees. Juis ook deur vrede te hou en die vrede in Christus se gemeente uit te dra.

 

KENNEN WE DE DANKBAARHEID - TEVREDENHEID NOG?

 

“Niet dat ik dit zeg vanwege gebrek, want ik heb geleerd tevreden te zijn in de omstandigheden waarin ik verkeer.” Filippenzen 4:11  “Lieve kinderen, wees op uw hoede voor de afgoden. Amen.” 1 Johannes 5:21

 

Voor vandaag even een meditatie die buiten de reeks staat waar we mee bezig zijn. Dit is ook geen overdenking om een hele discussie te voeren maar om eens bij onszelf na te gaan of we wel altijd met de goede dingen bezig zijn. Ook in ons denken en ons gevoel. Het is namelijk zo dat we bij onszelf al meer ongenoegen voelen. We zijn er ook goed in om dat ongenoegen te voeden. Door het er over te hebben wat ons allemaal afgenomen wordt in deze tijd. Hoe we delen van ons leven zijn verloren. Ook door met allerlei verdenkingen te komen. Met verdenkingen dat achter bepaalde dingen wel eens van alles kan zitten en dat dan ook als waarheid uit dragen. Met zware beschuldigingen aan anderen. Is dat de goede weg? Zonder nu uitspraken te doen wat er wel en niet achter bepaalde zaken en personen zit. Ook hier geldt dat we juist als christenen geroepen zijn om niemand onverhoord te veroordelen. En er niet zomaar op los te gaan omdat bepaalde mensen dingen op het internet beweren. Juist van een christen mag hierin zorgvuldigheid en terughoudendheid verwacht worden.  Al wordt je dan van naïviteit beschuldigd. Het zij zo.

We vallen allemaal zo snel in de val van onze eigen afgoden. Ik noem er zo maar een paar: Ons gezond verstand, onze of vaak nog meer mijn vrijheid, gezondheid, ik moet kunnen zeggen wat ik denk, mijn eigen belang enzovoort. Zodra ik in het middelpunt kom te staan, komen er de afgoden die we zonder beelden vereren.

Wat we heel snel missen is de tevredenheid en die uitdragen. Zoals de Geest Paulus daarover laat spreken in heel moeilijke omstandigheden.   Tevreden zijn en dat uitdragen zelfs als je vindt dat je onbillijk behandeld wordt. Zoals we daarover bijvoorbeeld lezen in: 1 Petrus 2:18 vgl Efeze 6:5-7; Kolossenzen 3:22-24 Tevreden zijn niet omdat anderen dat van je verwachten maar uit je hart. Voor de Here! Tevreden omdat we eten en drinken hebben en een dak boven ons hoofd. Dat wil niet zeggen dat we het niet moeilijk kunnen hebben. Zeker! Wat is het goed om elkaar te bemoedigen maar ook echt te helpen. Om samen vanuit het positieve dat de HERE ons uit genade alleen hoop geeft en dat we ons gered weten door Christus als het wonder van ons leven. Laat die verwondering ook in deze tijd ons leven stempelen en dat we  de moeiten en last van ons   leven bij de HERE brengen. Tevreden, vergenoegd omdat we daarin zo rijk zijn met alle zorgen die er in jouw en mijn leven kunnen zijn. Kennen we die tevredenheid, dat vergenoegd zijn nog in ons leven?

Hieronder nu geen discussie over corona en de maatregelen maar laten we allemaal voor de HERE komen met ons eigen leven en ons eigen hart en leven toetsen. Met de grote vraag of we  bij Christus onze tevredenheid vinden. Laat die tevredenheid, die dankbaarheid  de toon van ons leven zijn en ons leven bepalen.  Niet het ongenoegen voeden maar de echte tevredenheid!

 

GELOVIGE JONGEREN

 

“Ik schrijf u, kinderen, omdat u de Vader kent. Ik heb u geschreven, vaders, omdat u Hem kent Die er vanaf het begin is. Ik heb u geschreven, jonge mannen, omdat u sterk bent en het Woord van God in u blijft en u de boze hebt overwonnen.”  1 Johannes 2:14

 

We lezen nu dat de jeugd in de kerk de duivel, hij die het kwaad zelf is, overwonnen heeft. Hoe kan dat nu?  Ook als je jong bent, geef je nog zo vaak toe aan de dingen die de duivel graag wil. We lezen niet voor niets in de Bijbel dat  de periode waarin je jong bent vaak een tijd is waarin je juist gevoelig  voor de verleiding van de zonde bent. Je leest dat o.a. in de Psalmen. Ik geef twee voorbeelden:

“Denk niet aan de zonden uit mijn jeugd of aan mijn overtredingen; denkt U aan mij naar Uw goedertierenheid, omwille van Uw goedheid, HEERE.” Psalm 25:7

“Waarmee houdt een jongeman zijn pad zuiver? Als hij dat bewaart overeenkomstig Uw woord.Ik zoek U met heel mijn hart, laat mij van Uw geboden niet afdwalen.” Psalm 119: 9,10

We lezen ook in het Nieuwe Testament dat we juist als jeugd heel kwetsbaar zijn. Ik denk o.a. aan 2 Tim 2:22: “Maar ontvlucht de begeerten van de jeugd. Jaag rechtvaardigheid, geloof, liefde en vrede na, samen met hen die de Heere aanroepen uit een rein hart.”

Wie het gevaar ziet dat dreigt, wil graag gebruik maken van de sterke kanten die er zijn. Hoe kun je van de jeugd zeggen dat ze  sterk zijn?  Let erop dat er in de Bijbel ook gesproken wordt over de jeugd als de tijd waarin je veel kracht hebt. Veel energie om dingen te doen. Je kunt als je jong bent vaak veel aan. Later denk je: hoe kreeg ik dat toen allemaal voor elkaar. De jeugd staat voor fris en wakker zijn. De jeugd staat voor veel energie hebben, veel kunnen doen. Die kracht die er in je is, moet je dan juist de goede kant op gebruiken. Om je te trainen voor later. Om ervaring op te doen in het kennen van God en daardoor conditie op te bouwen. Zie voor de kracht en energie bij het jong zijn o.a. Psalm 110:3; Prediker 11:9-12:2

Juist met die kracht naar de HERE gaan en vragen om Gods Geest om met kracht te leren om voor Christus te leven en zo al meer de verkeerde invloed in je leven te overwinnen.

 

DIE BOSE OORWIN

 

“Ek het aan julle geskrywe, jongmanne, omdat julle sterk is en die woord van God in julle bly en julle die Bose oorwin het.” 1 Johannes 2:14

 

Die HERE het vir die meeste jong mense baie energie gegee. Energie wat hulle in die diens aan die Here kan gebruik. Om juis met krag te doen wat ons in Efese 6:10,11 lees: “Eindelik, my broeders, 
word kragtig in die Here en in die krag van sy sterkte. Trek die volle wapenrusting van God aan, sodat julle staande kan bly teen die liste van die duiwel.”

Regtig glo en so leef is nie net vir ou mense nie. Wanneer jy raaksien dat jy die Here Jesus Christus vir jou hele lewe nodig het, wil jy graag vir Hom leef. Hy is dit wat vir mense uit liefde  vergifnis van hul sondes verdien het omdat jy die vergifnis elke dag nodig het. As jy dit raaksien gaan ’n nuwe wêreld vir jou oop. Hoe bly dit in jou lewe so en val jy nie terug in die ou lewe nie? Deurdat die Woord van God in jou bly!

Wanneer is jy regtig sterk? Wanneer is die jong mense sterk? As Christus se Woord op jou beslag lê. Dit is ook die rede hoekom Bybelstudie nie net iets  vir ouer mense is nie. Bybelstudie is nie saai nie as jy steeds weer luister na God se stem wat tot jou kom. Die HERE laat dan sien wie Hy is en wat die dinge is wat die duiwel doen. Die HERE wys dan ook wie die duiwel self is en hoe hy probeer om jou in sy mag te kry en te hou. Hy wys ons hoe ons uit die mag kan die duiwel kan kom en teen hom en sy invloed kan stry in God se krag.

Die heerlike daarby is dat daar so ’n groot verskil tussen die lewe met die HERE en die duiwel is. Wie in God se krag deur die Gees vanuit die Woord tegen die duiwel stry mag weet dat jy die duiwel as die Bose oorwin. Dan leer jy om vir God te leef. Dan leer ons oud en jong om die wêreld, die sondige omgewing nie meer lief te hê. Dit is die Gees wat dit in mense, oueres en ook jong mense enige dag wil werk!

 

TEENSTELLINGS

 

“Moenie die wêreld liefhê of die dinge wat in die wêreld is nie. As iemand die wêreld liefhet, dan is die liefde van die Vader nie in hom nie.” 1 Johannes 2:15

 

Ek maak nou eers ’n opmerking in die algemeen oor vers 15-17. Ons lees in vers 14 oor die Bose. Dit is die duiwel. Hy is dit wat daarvoor wil sorg dat die kwaad, dat die bose, die verkeerde in hierdie wêreld oorwin. Hy wil God se skepping soveel as hy kan stukkend maak. Hy word in die Bybel ook die owerste of heerser van hierdie wêreld genoem. Sien Johannes  12:31; 14:30 en 16:11. Die woord wêreld wys hier op die sondige wêreld. Dit gaan om  ’n sondige, wêreldse lewe. Ons lees daaroor o.a. ook in Jakobus 4:4,5: “ Egbrekers en egbreeksters! Weet julle dan nie dat vriendskap met die wêreld vyandskap teen God beteken nie? Wie ook al 'n vriend van die wêreld wil wees, maak homself 'n vyand van God. Of dink julle dat die Skrif verniet sê dat God hunker met besitlikheid na die gees wat Hy in ons laat woon het?” 

Johannes het in die verse 11-14 veral bemoedig. Nou waarsku hy veral teen ’n gevare. Hy sien die bedreigings vir die kerk en vir ’n christelike lewe. Ons sien as hy waarsku dat hy duidelike teenstellings maak. Jy sien dit raak as ons let op die teenstellings in die verse 15-17:

Vers 15  Die wêreld liefhê                               Wie dit doen het nie die liefde van die Vader nie.

Vers 16   Wat uit die wêreld kom                  nie uit die Vader nie

Vers 17   Die wêreld gaan verby                     Wie God se wil doen bly ewig

Johannes maak duidelik wat die egte lewe is. Die lewe waarin God se liefde jou omring. Die liefde en skittering van die wêreld waarby jy ’n ruk in die kollig kan staan, is iets wat jou bedrieg en jou in die ewige ellende bring. Hoe belangrik en nodig is dit om nie ’n wêreldse lewe te lei nie maar Christus in liefde te volg en daarin te groei.

 

VAN WIE HOU JE?

 

“Heb de wereld niet lief en ook niet wat in de wereld is.  Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem." 1 Johannes 2:15

 

De wereld liefhebben betekent dat jij jouw hart en leven niet in dienst stelt van God en de naaste. Het is een leven in eigen belang.  Het liefhebben van de wereld zie je bij de groep die de gemeente in die tijd verlaten heeft. Ze willen leven zoals de ongelovige wereld doet en toch ergens in hun geestelijk bestaan bij Christus horen. Dat gewone leven is niet belangrijk en daarom zou je daarin gewoon met de andere mensen mee kunnen doen. Dat raakt je leven niet echt.

De Heilige Geest zet daar door Johannes nu tegenover dat zo’n leven echt niet kan. Dan ben je echt niet verbonden met Christus en met de Vader. De wereld wil een andere kant op dan de weg die Christus als Heer wijst. Anders dan God in Zijn geboden wijst.  Het is Christus die zelf ook heel duidelijk er op wijst dat ook voor het gewone leven het er om gaat dat je een iets of iemand als Heer dient. Hij zegt in Mattheus 6: “Niemand kan twee heren dienen, want of hij zal de één haten en de ander liefhebben, of hij zal zich aan de één hechten en de ander minachten. U kunt niet God dienen en de mammon.” vs 24

De Here Jezus brengt dat in Lukas 16:13 zo onder woorden: “Geen huisslaaf kan twee heren dienen, want hij zal of de ene haten en de ander liefhebben, of hij zal zich aan de ene hechten en de ander minachten. U kunt niet God dienen en de mammon.”

Juist omdat je moet kiezen tussen God, tussen de liefde die van de Vader komt in Zijn Zoon Jezus Christus kan een leven met de wereld als baas en een leven met Christus als Heer niet samengaan. Ook niet als je een scheiding maakt tussen het gewone leven en het geestelijke leven. Het leven is een en het hele leven moet in dienst van God staan. Waar Gods liefde woont zijn we mensen die als liefdevolle kinderen hun hele leven in liefde aan de hemelse Vader willen wijden. Wie zo leeft, wie die koers gaat, ziet dat God met Zijn liefde in je woont als jouw Vader. Die liefde van God is niet in jou leven als je het op een akkoordje met de wereld gooit.

 

BIDDAG EN PRIKKELS

 

 “Want al wat in de wereld is: de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en de hoogmoed van het leven, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld.” 1 Johannes 2:16

 

Biddag voor gewas en arbeid. Een aparte dag en kerkdienst(en). Biddag in een wereld waarin de prikkels om juist je vertrouwen en je leven niet bij de HERE te zoeken maar in deze wereld te zoeken. Wat is het belangrijk om in deze wereld vol prikkels ons samen in vertrouwen op de HERE te richten die de Schepper is en tot rust te komen bij Hem.

Prikkels tot zonden, prikkels die zondige verlangens oproepen of versterken, komen vaak via onze ogen binnen. Juist in onze tijd weten we daar alles van. Meer dan ooit te voren komen er prikkels die ons willen verleiden om zondig te denken, te voelen en te handelen  via onze ogen op ons af. Je kunt je bijna niet voor deze prikkels afsluiten. Via de televisie, via onze computers, tablets, mobiele telefoons komen ze op ons af.  Waar je vroeger op zoek moest naar allerlei prikkelende beelden komen ze nu zomaar onze kamers binnen. Zelfs op momenten dat je het niet zou verwachten. De reclame, de vooraankondigingen van programma’s zet ons zomaar in oog in oog met een leven tegen Gods wil in dat wordt dan ook nog aangeprezen. De verleiding die naar onze ogen komt, schotelt ons iets voor wat geen toekomst heeft en geen toekomst geeft. Zoals de Geest dat o.a. laat zien in Psalm 119: “Neig mijn hart naar Uw getuigenissen en niet naar winstbejag. Wend mijn ogen af, zodat zij niet zien wat nutteloos is; maak mij levend door Uw wegen.” vs 36,37

Je hoort mensen nogal eens zeggen dat ze het best aan kunnen om onbeperkt deze verleidingen te zien en op zich af te laten komen.  Laten we onszelf alsjeblieft niet overschatten. We kunnen niet uit de samenleving stappen. Dat mogen we ook niet maar het is niet goed om ons over te geven aan de stortvloed van dingen die ons prikkelen tot zonde.

Wat is het belangrijk om in deze wereld vol prikkels ons samen in vertrouwen op de HERE te richten die de Schepper is en tot rust te komen bij Hem.

 

ZONDIGE VERLANGENS

 

 “Want al wat in de wereld is: de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en de hoogmoed van het leven, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld.” 1 Johannes 2:16

 

 Johannes wijst nu op wat vanuit die zondige wereld, de zondige omgeving tot je af komt.  Hij wijst de gevaren aan waarop je moet letten. Om er niet in verstrikt te raken.  Hij schrijft dat om juist niet in de zonde te gaan leven.

Hij noemt nu drie dingen die je heel opvallend in de wereld vindt.  We lezen in vers 16 over die dingen die in de wereld zijn. Waarvan een verleidende kracht uitgaat. Waar de duivel dan ook graag gebruik van maakt naar mensen toe. Het is eerste is: De begeerte van het vlees.

We lezen hier het woord begeerte. Verlangens waardoor je naar iets heel erg uitziet. Het verlangen is sterk. Wat we om ons heen zien, sluit aan bij de verlangens die er in ons hart leven. Die er vanaf het begin van ons leven in ons zondige hart zijn. Het is in onze tijd zo nodig om te blijven zien en belijden dat we uit onszelf vanaf het begin zondig zijn. Niet om elkaar de put in te praten maar om de werkelijkheid te zien. Om die werkelijkheid te erkennen en je hulp en inzicht bij de HERE in alles te zoeken.

Je merkt dat ook in je eigen leven. Ook als kind van God. Wat kan er ineens in je hart een verlangen opkomen waarvan je misschien zelf wel schrikt. Je weet dat het verkeerd is. Het is een zegen als je wat verkeerd,  zondig is herkent. Je merkt ook als je daar niet al biddend tegen vecht  zulke verlangens sterker en gewoner worden. Dan wordt het gewoon en voor je gevoel niet zo verkeerd. Zo wordt je langzaam maar zeker met je gevoel de wereld in getrokken.  We hebben de waarschuwing om dat te herkennen en tegen te strijden altijd weer nodig. Om ook in ons gevoel al meer de liefde voor God en de naaste sterker te maken. Daarin door Gods kracht te groeien. 

 

DIE INVLOED VAN SONDIGE VERLANGENS

 

“Want alles wat in die wêreld is — die begeerlikheid van die vlees en die begeerlikheid van die oë en die grootsheid van die lewe — is nie uit die Vader nie, maar is uit die wêreld.”  1 Johannes 2:16

 

 Die sondige hart kom met sy verlangens. Ook in die lewe van die gelowiges. Jy kan stadig maar seker so al meer in die wêreld ingetrek word. Dit kan deur baie dinge gebeur. Ek noem nou twee voorbeelde

  • Skielik is daar die gevoel dat ander mense ’n baie makliker lewe as jy het. Jy leef al jare as God se kind. Jy wil volgens die hemelse Vader se wil leef. Nogtans lyk dit asof jou lewe al moeiliker word. By anderes is die lewe so baie meer vol mooi dinge. Dit terwyl hulle nie regtig met die HERE leef nie. As jy hieraan dink skrik jy nog van jouself. Nogtans laat jy hierdie gedagte steeds weer terugkom. Dit sorg daarvoor dat jy al hoe meer ontevrede raak. Die afstand met die HERE groei. Die wêreld en jou posisie in die wêreld raak al hoe meer belangrik vir jou. Jou lewe met Christus en volgens Sy wil raak al hoe meer op die agtergrond. Die wêreld lê al hoe meer beslag op jou lewe. Diep in jou hart begin al meer die verwyt aan die HERE leef dat Hy nie eerlik en regverdig is nie. Die verlange van die vlees begin al hoe meer wen in jou lewe.
  • Die tweede voorbeeld is die gees van die tyd wat al hoe meer invloed op jou begin kry. Allerhande etiese gedagtes wat na ons toekom begin jou in jou hart aanspreek. Hulle begin vir jou al hoe meer normaal word. Die samelewing dink o.a. so anders oor huwelik EN seksualiteit. Dit is mos nie so erg as na jare ’n huwelik nie meer werk nie? Dit is tog hoe die lewe gaan. Jy moet tog self gelukkig kan wees en jou eie pad in die lewe kan stap? Trou bly as dit moeilik is, is nie meer van hierdie tyd nie. selfs die Here jesus se leerlinge het so gedink toe Hy oor die trou en liefde in die huwelik gepraat het.  Sien Matteus 19:10.     

Wat is dan die antwoord van die Here Jesus? Moet ons dan wees soos die wêreld is? Nee. Die Here Jesus maak dan duidelik dat ons by die HERE die liefde en die krag moet soek om volgens God se goeie wil te leef en te bly leef. Die HERE wil om Christus die lewe gee waarin Sy liefde oorwin. Sien Matteus 19:11

 

 

VERLANGENS VAN DE OGEN

 

“Want al wat in de wereld is: de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en de hoogmoed van het leven, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld.” 1 Johannes 2:16

 

Laten we als het om de verlangens van onze ogen gaat goed bedenken wat de Here Jezus in de Bergrede gezegd heeft over het kijken naar een vrouw met het verlangen om haar met je ogen uit te kleden. Ik denk ook aan wat we lezen in Marcus 9: “En als uw hand u doet struikelen, hak hem dan af; het is beter voor u verminkt het leven in te gaan dan met twee handen heen te gaan in de hel, in het onuitblusbare vuur,  waar hun worm niet sterft en het vuur niet uitgeblust wordt. En als uw voet u doet struikelen, hak hem dan af; het is beter voor u kreupel het leven in te gaan dan met twee voeten geworpen te worden in de hel, in het onuitblusbare vuur, waar hun worm niet sterft en het vuur niet uitgeblust wordt. En als uw oog u doet struikelen, werp het dan uit; het is beter voor u met één oog het Koninkrijk van God in te gaan dan met twee ogen in het helse vuur geworpen te worden, waar hun worm niet sterft en het vuur niet uitgeblust wordt.” Vs 43-48

Wat is het medicijn tegen de begeerte van de ogen, tegen verslaving aan zonden? Dat is dat we op de Here Jezus letten. Dat we aan Hem in diepe liefde verbonden zijn. Dat we daarom de zondige prikkels willen mijden!

Let dan eens op de ogen, de handen en de voeten van de Here Jezus! Hij heeft zich echt laten verminken en doodmaken om ieder die bij zichzelf wegvlucht en bij Christus veiligheid en redding zoekt te verlossen van het voor altijd bestaan in de Gehenna, de hel.

De Here Jezus heeft met zijn ogen zoveel moeten zien dat tegen de wil van Zijn Vader inging. Wat deed dat Hem een verdriet. Als je daaraan denkt, zie je ook hoe je leert om niet op de weg van de zonde en de weg van de verslaving daaraan te gaan. Hoe leer je om daar weg te blijven? Door in de ogen van de Here Jezus te kijken! In die ogen vol van diepe opofferde liefde voor wie tot Hem vlucht. Ogen vol verdriet over de zonden in mijn leven. Die ogen die in de ogen van Petrus keken toen die Jezus verloochend had. Als Petrus in de ogen van Jezus gekeken heeft, houdt hij het niet meer uit bij de zonde in zijn leven. Dan lezen we in Lukas 22:  “En de Heere keerde Zich om en keek Petrus aan. En Petrus herinnerde zich het woord van de Heere, hoe Hij tegen hem gezegd had: Voordat de haan gekraaid zal hebben, zult u Mij driemaal verloochend hebben. En Petrus ging naar buiten en huilde bitter.” Vs 61,62   Het ergste voor Petrus was dat Hij de Here Jezus die zo vol van liefde voor hem was niet onder ogen kon komen. 

 

KYK IN JESUS SE Oë!

 

“Want alles wat in die wêreld is — die begeerlikheid van die vlees en die begeerlikheid van die oë en die grootsheid van die lewe — is nie uit die Vader nie, maar is uit die wêreld.” 1 Johannes 2:16

 

Die Here Jesus het in Petrus se oë gekyk nadat Petrus Hom 3 keer verloën het. Daarna het Petrus sy sondes raakgesien en daaroor bitterlik geween. Hier sien ons wat ons ook vandag in die stryd teen die sondes in ons eie lewe help. Dat de Gees ons op die gebed leer om ons sondes raak te sien en berou daaroor te kry. Die Gees van Christus wil ons leer om in die Here Jesus se oë te kyk. Om ons vir ons sondes vir Hom te skaam. Om met daardie hartseer oor eie sondes na Christus as ons Verlosser te gaan. Om so te wil leef dat Christus by my kan kom tot in my eie kamer, tot in my slaapkamer en dat Hy dan by my kan wees sonder dat ek my vir Hom moet skaam vir iets. Kan Christus saam met jou en my gaan waar ons ook stap sonder dat ek moet dink: was die Here Jesus nou maar nie hier nie? Laat ons steeds weer bedink of die Here God nou by ons kon wees en as dit nie so is nie dat ons dan ons sonde bely en deur de krag van die Gees ons lewe verander. So wil Christus ons as die Goeie Herder leer om in liefde en teerheid Hom te volg.   

Dan sien jy die Here Jesus se hande wat aan die kruis gespyker was. Dit het gebeur omdat ek met my hande dinge gedoen het wat God se straf verdien. Die Here Jesus het Sy hande laat deurboor om my hande van God se ewige oordeel te verlos. Sou ek dan met my hande nie wil stop met die verkeerde dinge wat ek maak nie?!

Dan sien ek die Here Jesus se voete wat aan die kruis genael was. Sy voete wat gegaan het om vir my die evangelie te laat bring. Sy voete wat na die kruis gestap het vir sondaars soos ek een is. Sou ek my dan met my voete nie   wil afkeer van plekke waar ek verkeerde dinge doen nie?! Ek het al so baie sondes gedoen waardeur Hy na die kruis moes stap. Sou ek my voete dan nie wil gebruik om na mense te gaan om vrede te maak en die evangelie hande en voete in my lewe te gee nie?!

Hoe goed as ons die Here Jesus so voor ons oë te sien. Om onsself te verloën en te groei in die liefde vir Hom. Om so al hoe meer te gaan leef as God se kind.

 

HOOGMOED

 

“Want al wat in de wereld is: de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en de hoogmoed van het leven, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld.” 1 Johannes 2:16

 

De hoogmoed van het leven   De hoogmoed van het leven is iets dat in onze tijd op allerlei manieren gepropageerd wordt. Je zou kunnen zeggen dat de samenleving waarin wij leven er zwanger van is en steeds weer kinderen baart die dit uitdragen.

De grondtoon van onze samenleving werd een aantal jaren geleden  treffend verwoord door de advertenties van het Humanistisch Verbond. Daarin worden mensen opgeroepen om het Humanistisch Verbond te steunen als ze het eens zijn met o.a. de leuzen:

“Als je vindt dat je leven van jouw is en je er dus over gaat.” 

“Als je vindt dat je de zin van het leven in het leven zelf kunt vinden” ( Humanistisch Verbond 2014).   

De hoogmoed van het leven komt uit in pronkzucht, leven voor het vermaak en het plezier van de wereld  maar ook in het leven vanuit het zogenaamde zelfbeschikkingsrecht van ieder mens. Daar krijgen we allemaal mee te maken. Ook wij en onze geliefden staan bloot aan een storm van beïnvloeding als het gaat om abortus, euthanasie, gender enz.  Het is heel erg nodig dat we hierover samen blijven praten. Samen de Bijbel open doen en samen blijven zien dat het leven een geschenk van de HERE is. Om het leven in diepe afhankelijkheid van de HERE te ontvangen en niet iets is waar wij zelf over beslissen. Wij zijn niet de baas van ons leven maar de HERE als onze Schepper en God is dat. Dit is ook beslissend voor de besteding van onze tijd. Jezus is  de Heer. Christenen vinden de zin van hun leven juist in de liefde en gehoorzaamheid aan Hem . Ook in het dagelijkse leven.

 

DAT LIJKT ZO MOOI!

 

“En de wereld gaat voorbij met haar begeerte; maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid.” 1 Johannes 2:17

 

De wereld liefhebben, in de schittering van geld en vermaak leven lijkt zo mooi. Toch stelt het niets voor. Je kunt in de wereld veel hebben. Het leven lijkt je toe te lachen omdat je geniet van het uitleven van veel verlangens. Hoe mooi het ook lijkt, hoe goed het een bepaalde tijd ook lijkt toch stelt weinig voor. Het is heel tijdelijk. Er komt een einde aan en het plezier daarin verdwijnt eens en gaat dan over in moeite en verdriet na je dood. Het is heel anders met wie de wil van God doet. Wie door Gods kracht tegen de verleiding tot zonde vecht en bij God de kracht zoekt om volgens Zijn wil te leven heeft toekomst. Zelfs als leven voor Christus vervolging en dood op deze wereld betekent. Dan leef je na je sterven in een mooier leven dan ooit te voren verder. In de hemel en daarna op de nieuwe aarde.

Dat leven volgens de genoegens van de wereld op ellende uitloopt, wordt heel beeldend weergegeven in Psalm 49. Je ziet daar ook dat wie als kind van God leeft en nu meewarig door anderen wordt aangekeken toekomst heeft:

“De oprechten zullen in de morgen over hen heersen,

het graf zal hun gestalte doen wegteren, ver van hun woning.

Maar God zal mijn ziel verlossen uit de greep van het graf,

want Hij zal mij opnemen.

Wees niet bevreesd, wanneer een man rijk wordt,

wanneer de eer van zijn huis groot wordt,

want bij zijn sterven zal hij niets van dat alles meenemen,

zijn eer zal hem in het graf niet nadalen.

Al prijst hij zich in zijn leven gelukkig,

al looft men u, omdat u zichzelf te goed doet,

toch zal hij komen tot het geslacht van zijn vaderen;

voor altijd zullen zij het licht niet zien.

De mens, die wel in aanzien is, maar geen inzicht heeft,

wordt gelijk aan de dieren, die vergaan.” vs 15-21

 

GOD SE WIL DOEN

 

“En die wêreld gaan verby en sy begeerlikheid, maar hy wat die wil van God doen, bly vir ewig.” 1 Johannes 2:17

 

Die doen van God se wil is dieselfde as die doen van die waarheid. Sien 1:6

Met Christus verbonde wees beteken dat jy  God se wil in jou daaglikse lewe wil doen. Christus self het so gemaak as ons voorbeeld. Jy kan dit o.a. lees in Johannes 4:34; 5:30; 6:38-40. Ons word opgeroep om in navolging van Christus so te maak. Die heiliging van ons lewe volgens God se wil is dit waartoe die Here ons roep. Ons lees dit indringend in 1 Tessalonisense 4: “Verder dan, broeders, vra en vermaan ons julle in die Here Jesus dat julle, soos julle van ons geleer het hoe julle moet wandel en God behaag, nog oorvloediger mag wees.  Want julle weet watter bevele ons julle deur die Here Jesus gegee het.  Want dit is  die wil van God: julle heiligmaking; dat julle jul moet onthou van die hoerery;  dat elkeen van julle moet weet om sy eie vrou te verkry in heiligheid en eer, nie in hartstogtelike begeerlikheid  soos die heidene wat God nie ken nie”. Vs 1-5

Ek noem nog twee ander tekste waar die Gees ons hierby bepaal. Dit is ook vir ons so belangrik in ons tyd. Dit gaan daarom dat ons regtig vir die HERE leef en raaksien dat dit nie sonder die heiliging van ons lewe volgens God se wil kan nie.

Matteus 7:19-21: “Elke boom wat nie goeie vrugte dra nie, word uitgekap en in die vuur gegooi. So sal julle hulle dan aan hul vrugte ken. Nie elkeen wat vir My sê: Here, Here! sal ingaan in die koninkryk van die hemele nie, maar hy wat die wil doen van my Vader wat in die hemele is.”

 1 Petrus 4:1,2: “Omdat Christus dan vir ons na die vlees gely het, moet julle jul ook wapen met dieselfde gedagte, dat wie na die vlees gely het, opgehou het met die sonde, om die orige tyd in die vlees nie meer volgens die begeerlikhede van die mense te leef nie, maar volgens die wil van God.”

 

HET LAATSTE UUR

 

Vs 18 “Kinderen, het is het laatste uur; en zoals u gehoord hebt dat de antichrist eraan komt, zijn er ook nu al veel antichristen gekomen, waaruit wij weten dat het het laatste uur is.”

 

In de verzen 18-27 gaat Johannes nog concreter in op de situatie zoals die in de gemeente of gemeenten aan wie hij schrijft, is ontstaan. In vers 19 lezen we heel duidelijk dat een groep de gemeente verlaten heeft. Ze hebben zich afgescheiden en noemen zich nog altijd christenen. Ze zijn wel weg uit de gemeente maar toch hebben ze nog altijd invloed. Nog steeds zijn er vragen en gaat er verleiding van hen uit. De Geest zorgt er voor dat  Johannes heel duidelijk ontmaskert wat deze mensen in werkelijkheid doen en zeggen.  Hij laat zien van wie ze in werkelijkheid staan. Je zou dit gedeelte zo kunnen onderverdelen:

  1. Twee partijen  vs 18-21
  2. Twee manieren van denken over Christus  vs 22-23
  3. Laat je leiden door Woord en Geest  vs 24-27

 

Weer laat Johannes merken hoe zijn liefde naar de gelovigen uitgaat aan wie hij schrijft. Als geestelijke vader gaat zijn liefde naar hen uit. Juist daarom gaat het hem ter harte wat ze geloven. Of ze nog op het goede spoor zitten als kinderen van God.

De gelovigen leven in een bijzondere periode die Johannes hier noemt het “laatste uur”. Deze uitdrukking vinden we alleen hier. Inhoudelijk komt het overeen met de uitdrukkingen “de laatste dagen of de laatste tijden”.  Die we ook op andere plaatsen in het Nieuwe Testament vinden.   Voorbeelden daarvan zijn: Handelingen 2:17; 1 Timotheus 3:1; Hebreeën 1:1 Jakobus 5:3; 1 Petrus 2:20.

Het gaat om laatste periode van de geschiedenis. Die door Christus komst en door de verkondiging van Christus over de hele wereld getypeerd wordt. Deze periode eindigt wanneer de Here Jezus terugkomt op de wolken. Het is een periode waar de gelovigen het zwaar krijgen. Juist in zo’n tijd hebben we nodig om goed te kunnen onderscheiden wat de HERE echt zegt om Hem op Zijn Woord te kunnen volgen. Om echt met Hem te leven.

 

LEER EN LEWE

 

“Kinders, dit is die laaste uur; en soos julle gehoor het dat die Antichris kom, bestaan daar ook nou baie antichriste, waaruit ons weet dat dit die laaste uur is.” 1 Johannes 2:18

 

Die laaste periode van die geskiedenis voor Christus se terugkeer het aangebreek. Dit is ’n periode waarin die dwaalleer met groot krag na ons toe sal kom. Steeds weer om ons verlei. Oor hierdie periode in die geskiedenis lees ons in Matteus 7 en 24. Ons lees dan ook hoe die dwaalleer daar sal wees.

Ons lees dan o.a. dit:

Matteus 7: “Maar pas op vir die valse profete wat in skaapsklere na julle kom en van binne roofsugtige wolwe is. Aan hulle vrugte sal julle hulle ken. 'n Mens pluk tog nie druiwe van dorings of vye van distels nie! So dra elke goeie boom goeie vrugte; maar 'n slegte boom dra slegte vrugte.

'n Goeie boom kan geen slegte vrugte dra nie, en 'n slegte boom ook geen goeie vrugte nie. Elke boom wat nie goeie vrugte dra nie, word uitgekap en in die vuur gegooi. So sal julle hulle dan aan hul vrugte ken.” Vs 15-20

Matteus 24: “En baie valse profete sal opstaan en baie mense mislei.  En omdat die ongeregtigheid vermeerder word, sal die liefde van die meeste verkoel. Maar wie volhard tot die einde toe, hy sal gered word.  …….  As iemand dán vir julle sê: Kyk, hier is die Christus! of: Daar! — moet dit nie glo nie. Want daar sal valse christusse en valse profete opstaan, en hulle  sal groot tekens en wonders doen om, as dit moontlik was, ook die uitverkorenes te mislei.” Vs 11-13 …. 23,24

Ons sien hier volgens Jesus se eie woorde raak dat die dwaalleer sowel oor die leer as die lewe gaan. Die HERE het ons Sy Woord gegee om die dwaalleer te herken en te verwerp. Die Gees wil ons juis deur die Woord leer om so te maak.

 

ANTICHRIST

 

“Kinderen, het is het laatste uur; en zoals u gehoord hebt dat de antichrist eraan komt, zijn er ook nu al veel antichristen gekomen, waaruit wij weten dat het het laatste uur is.” 1 Johannes 2:18

 

Johannes herinnert de gemeenteleden aan wat ze al eerder gehoord hebben dat de antichrist komt. Hij maakt duidelijk dat dit juist te zien zal zijn in de komst van de antichristen. Het gaat hier om een meervoud. Het is belangrijk om op het  onderscheid tussen antichrist en antichristen te letten. Wat Johannes daarmee zegt in de concrete situatie. 

We vinden het woord ‘antichrist’ alleen in de brieven van Johannes.  Behalve in dit vers ook in 1 Joh 2:22; 4:3 en 2 Johannes 7. 

Bij de antichrist zullen we moeten denken aan de duivel die zich in deze wereld laat zien. Als de persoon en macht die tegen en in plaats van Christus zijn plaats wil innemen. Die zich presenteert als Heer of als Redder. Je zou bij Hem moeten zijn en Hem moeten volgen om een goed en mooi leven te hebben. De antichrist is ook de boze waarover we lezen in 2:14. De wereld, de boze, de antichrist horen bij elkaar. Deze boze heeft zijn helpers. Johannes noemt die antichristen. Zij staan in dienst van Gods grote tegenstander: de satan. Over heel belangrijke machten die de duivel helpen lees je o.a. in  Openbaring 13. Het beest uit het aarde en het beest uit de zee.

In wat Johannes hier schrijft gaat het niet zozeer over deze machten. Het gaat hier om concrete personen in je leven die helpers van de antichrist zijn. Die hier dan antichristen genoemd worden.  Zoals valse profeten en mensen die zeggen dat in hen Christus gekomen is. Die dan valse christussen genoemd worden.  

Johannes maakt dat in het vervolg heel concreet in de situatie waarin de gelovigen aan wie hij schrijft, leven. Mensen die jou en anderen tot een andere leer en een ander leven willen brengen dan Christus in de Bijbel ons voorhoudt staan in dienst van de antichrist. Zij vormen een tegenbeweging tegen een echt leven in verbondenheid aan Christus. 

 

ANTICHRISTEN IN MEERVOUD

 

“Zij zijn uit ons midden weggegaan, maar zij waren niet uit ons; want als zij uit ons geweest waren, dan zouden zij bij ons gebleven zijn. Maar het moest openbaar worden dat zij niet allen uit ons zijn.”1 Johannes 2:19

 

 Het optreden van mensen die als antichristen te werk gaan, is een kenmerk voor de laatste periode voor de terugkeer van Christus op de wolken. Juist wat Christus gedaan heeft en gezegd heeft wordt verdraaid of tegengesproken. Het is een aanval van mensen op Christus en Zijn kerk.

Heel concreet noemt Johannes de mensen die de gemeente verlaten hebben met een andere leer over Christus antichristen. Het is hier dus niet een of andere beschouwing over wat er iets later gaat gebeuren.  Nee, hier is het heel concreet en de gelovigen zien de antichristen in levende lijve voor zich.

Het gaat om oud-gemeenteleden. Mensen die uit de gemeente weg zijn gegaan met die andere leer. Dan maakt Johannes heel duidelijk dat deze groep hoe mooi ze ook praten en hoe ze ook nog invloed proberen uit te oefenen in werkelijkheid niet bij Gods volk horen. Door hun leer en leven zijn ze niet echt met de gemeente van Christus verbonden en ook niet verbonden met de Zoon en de Vader. Dat betekent ook dat het Woord, dat de Waarheid en ook de Geest niet in ze woont. Wanneer ze echt met Christus verbonden waren zouden ze de gemeente waarin het getuigenis van de oor en ooggetuige gelooft en gevolgd wordt niet verlaten hebben.  Het moest duidelijk worden dat ze niet bij God volk horen. De eerste reden hiervoor  in de concrete situatie is  dat de mensen in en buiten de gemeente moesten zien dat die leer over Christus die zij aanhingen echt niet kan. Dat het daarbij niet om de echte Verlosser, de Zoon van God gaat. Die het offer waarmee verzoening bewerkt was tussen God en mens, gebracht heeft.  Wie over Christus dingen leert die tegen Gods eigen Woord ingaan is een antichrist met een kleine letter. Die leert al noemt hij of zij de naam Christus tegen Christus in. Die brengt niet bij Christus maar bedreigt de kudde en drijft die uiteen. 

 

CHRISTUS HEER OOR DIE LEER

 

“Hulle het van ons uitgegaan, maar hulle was nie van ons nie; want as hulle van ons was, sou hulle by ons gebly het; maar dit moes aan die lig kom dat hulle nie almal van ons is nie.” 1 Johannes 2:19

 

Hier word baie duidelik dat in Christus se kerk nie elkeen sy eie gedagte oor Christus, oor God ,oor God se wil kan hê nie.  Nie elkeen met sy eie gedagtes en sy eie manier van lewe kan deel van Christus se kerk wees nie.  Ons mag nooit om ons eie belange en wense die kerk skeur nie!  Nogtans is dit so dat as God se Woord verdraai word en mense teen God se Woord in hulle eie gedagtes oor God en Christus in die kerk begin verkondig ons nie saam met hulle kan en mag bly nie. Ons sou dan saamleef sonder dat ons regtig in verbondenheid met mekaar, met Christus en met God leef. Die mense waaroor Johannes skryf het o.a. geleer dat Jesus nie die Christus is nie. Sien o.a. 2:22. Hulle was dit wat ander mense mislei het. Sien 2:26. Teenoor die dwaalleer wat mislei moet die getuienis van die oog en oorgetuies wat ons in die Bybel vind in Christus se kerk beslissend wees.   

‘n Ander leer oor Christus as wat die Gees ons in en deur die Bybel leer, mag in die kerk nie getolereer word nie. Wie anders leer as wat Christus ons geleer het, as wat die Gees ons leer, behoort nie onder God se volk toegelaat te word nie. Wie anders leer behoort nie bij God se volk.  Wie anders leer is nie met Christus verbonde nie. Wie anders leer het geen gemeenskap met God nie.

De Gees maak duidelik dat dit so kan wees dat mense sê dat hulle Christen is maar dit in werklikheid nie is nie. Hierdie werklikheid bely ons o.a. in artikel 29 van de Nederlandse Geloofsbelydenis. Die kerk bely daar o.a.” Ons glo dat ons sorgvuldig en met groot oplettendheid uit die Woord van God behoort te onderskei watter kerk die ware kerk is, aangesien al die sektes wat daar vandag in die wêreld is, hulle ten onregte die naam kerk toe-eien. Ons praat hier nie van die huigelaars wat in die kerk met die goeies vermeng is en tog nie aan die kerk behoort nie alhoewel hulle uiterlik daarin is; maar ons sê dat 'n mens die liggaam en die gemeenskap van die ware kerk moet onderskei van al die sektes wat beweer dat hulle die kerk is.”

 

DE ZALVING VAN DE HEILIGE

 

 “Maar u hebt de zalving van de Heilige en u weet alles.” 1 Johannes 2:20

 

Er is een groep die zich afgescheiden heeft. Die met een andere leer komt dan wat God ons in de Bijbel leert. Hoe kun je nu weten dat je goed zit? Hoe kun je nu weten dat je echt bij de kerk van Christus hoort en met Hem verbonden bent?

Johannes schrijft aan de mensen die gebleven zijn bij wat hij en anderen als oor en ooggetuigen gezegd hebben, dat ze de zalving van de Heilige hebben.  Wat is nu die zalving van de Heilige? Wie is die Heilige die deze zalving gegeven heeft?

Laten we beginnen met de vraag van wie deze zalving komt?  Het is duidelijk dat het een zalving is die van God komt. Door God gezalfd worden betekende al in het Oude Testament dat de HERE iemand aanstelde voor een bepaalde taak en daarbij ook beloofde de geschiktheid, wijsheid en  kracht daarvoor te geven. Daarvoor gaf de HERE van Zijn Geest om mensen in staat te stellen om hun opgedragen taak te kunnen doen. We zien de zalving in het Oude Testament bij koningen, hogepriesters en profeten.

De Zoon van God komt naar de wereld om mens te worden. Om de beloofde Christus te zijn. Het Hebreeuwse Messias en het  Griekse Christus betekenen Gezalfde. Dat de Here Jezus in het bijzonder de  Gezalfde is blijkt bij Zijn doop door Johannes. Ook dan zien we de aanwijzing door de Vader en het neerdalen van de Geest op Hem. Aangewezen voor Zijn bijzondere taak als het Lam van God dat de zonde van de wereld komt wegnemen. Joh 1:29. De Geest komt in de vorm van een duif op Hem om te laten zien dat Hij de Geest zonder mate krijgt om dat onmenselijke zware werk te gaan doen. We lezen over deze zalving o.a. in Mattheus 3: “En nadat Jezus gedoopt was, kwam Hij meteen op uit het water; en zie, de hemelen werden voor Hem geopend, en Hij zag de Geest van God als een duif neerdalen en op Zich komen. En zie, een stem uit de hemelen zei:  Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb!” vs 16,17  Morgen verder.

 

DE ZALVING VAN DE HEILIGE (II)

 

 “Maar u hebt de zalving van de Heilige en u weet alles.” 1 Johannes 2:20

 

Christus heeft Zijn taak op aarde gedaan. Hij heeft beloofd dat wie Hem volgen de Heilige Geest zullen ontvangen om te geloven. Om Hem door alles heen te volgen, om het evangelie te kunnen uitdragen. Wanneer de Geest op de Pinksterdag uitgestort wordt, lezen we ook dat Petrus zegt: “Deze Jezus heeft God doen opstaan,  waarvan wij allen getuigen zijn. Hij dan, Die door de rechterhand van God verhoogd is en de belofte van de Heilige Geest ontvangen heeft van de Vader, heeft dit uitgestort wat u nu ziet en hoort.” Handelingen 2:33,34

Wanneer we in dit deel van 1 Johannes  lezen dat de gelovige de zalving van de Heilige ontvangen hebben, zullen we er vooral aan moeten denken dat het  Christus is die de Geest heeft uitgestort over de gelovigen. Het is de zalving met de Heilige Geest.

De Here Jezus wordt ook op andere plaatsen in het Nieuwe Testament wel de Heilige van God genoemd. Zie o.a:  Markus 1:24;  Lukas 4:34; Handelingen 3:14

Van de zalving die van de Heilige komt,  wordt dan gezegd dat de lezers en hoorders van deze brief  “alles weten”. Betekent dat nu dat de Geest over ons komt en er daardoor een gevoel in ons hart komt waarop we onze koers kunnen bepalen? Omdat we door de Geest die in ons woont alles weten? Hebben we de Bijbel niet meer zo nodig? Zo wordt deze tekst nogal eens gebruikt. Toch zitten we er dan helemaal naast.

Dit wordt juist gezegd tegen de mensen die zich niet aan het oor- en ooggetuige verslag van de apostelen willen houden. Het gaat juist om mensen die denken dat ze door bijzondere ervaringen een speciale kennis hebben of krijgen die veel belangrijker is als wat er in de Bijbel als Gods Woord staat. Dat komt vooral in het volgende vers heel duidelijk uit. De zalving door Christus met de Heilige Geest betekent juist dat we in het Woord van God ondergedompeld worden. Dat we in de Bijbel de stem van God zelf horen en dat we daaraan genoeg hebben!

 

DIE REGVERDIGE ONREGVERDIG BEHANDEL

 

“En daar was 'n sekere Barábbas wat met mede-oproermakers in die gevangenis was; en hulle het in die opstand 'n moord begaan. En die skare het geskreeu en begin vra dat hy vir hulle sou doen soos altyd. Toe antwoord Pilatus en sê vir hulle: Wil julle hê dat ek vir julle die Koning van die Jode moet loslaat?  Want hy het geweet dat die owerpriesters Hom uit nydigheid oorgelewer het. Maar die owerpriesters het die skare aangehits dat hy liewer Barábbas vir hulle moes loslaat.” Markus 15:7-11

 

Pilatus weet dat die Here Jesus ook baie simpatie onder die volk het. Hy wil nou probeer om die Joodse volk en die Joodse leiers teen mekaar uit te speel. Pilatus het naamlik geweet, lees ons in vers 10 dat “die owerpriesters Jesus uit nydigheid oorgelewer het.”  Hy het geweet dat die agtergrond van Jesus se uitlewering niks anders is as dat die Joodse leiers Jesus sien as ‘n bedreiging vir hulle eie posisie. Hy hoop nou om van hierdie moeilike saak oor Jesus verlos te word deur aan die volk voor te stel om Jesus pleks Barabbas vry te laat.

Nog maar enkele dae gelede het ‘n groot deel van die volk Jesus vol blydskap en hoop begroet toe Hy Jerusalem binnegekom het. Die Here Jesus het op ‘n jong esel Jerusalem binnegekom en is as ‘n koning toegejuig en binnegehaal. Die volk het toe geroep: “Hosanna! Geseënd is Hy wat kom in die Naam van die Here, die Koning van Israel.”  Die aantal mense wat hierby betrokke was, was so groot dat ons in Joh 12:19 die volgende reaksie van die Joodse leiers lees: “En die Fariseërs het vir mekaar gesê:  Sien julle dat julle niks vorder nie? Kyk, die hele wêreld loop agter Hom aan.”

Pilatus hoop dat die meerderheid van die volk nou nog vir Jesus sal kies. Dan het hy ‘n wig tussen die leiers en die volk gedryf en is hy van hierdie saak teen Jesus verlos.

Ons voel dikwels op hierdie punt simpatie met Pilatus. Hy probeer tog nog om iets vir Jesus te doen. Nogtans let ons dan nie daarop wat dit vir Jesus beteken. Die Here Jesus wat geen enkele kwaad of sonde gedoen het word hier deur Pilatus as ‘n skuldige, as ‘n gevangene wat veroordeel is, behandel. Die Here Jesus se saak word nie volgens reg behandel nie. Hy word sonder werklike regspraak aan die wil van die volk oorgegee. Ons sien hier raak hoe Pilatus se goeie bedoeling die lyding van die Here Jesus swaarder maak. Hy die Regverdige wat nooit iemand sonder reg veroordeel nie word hier sonder reg as wat geen regte het aan die wil van die volk oorgegee. Hulle kan Hom ook veroordeel en vir Barabbas kies.  Die Here Jesus laat dit met Hom doen om so daarvoor te sorg dat God se kinders deur Sy werk volgens reg deur God vrygespreek sal word. Omdat Hy aan God se reg voldoen het en die skuld vir God se kinders betaal het.

 

GEKNAKT EN TOCH UITZICHT

 

"Het geknakte riet zal Hij niet verbreken, de uitdovende vlaspit zal Hij niet uitblussen; naar waarheid zal Hij het recht doen uitgaan." Jesaja 42:3

 

De Here Jezus die gekomen als de Knecht van de HERE is vol ontferming over de zwakken. Hij kijkt met Zijn hart naar ze om. Zelfs naar de hoeren en de tollenaars. Als je met je leven in knoop zit, als er ellende in je leven is, als je voor je gevoel helemaal niet meer meetelt, als je hele stomme dingen uitgehaald hebt, als je dingen gedaan hebt die niet door de beugel kunnen en je hebt er spijt van. Maar je bent er eigenlijk zeker van dat het je je hele leven zal achtervolgen en dat mensen je er op aan zullen blijven kijken. Als het er zo in je leven voorstaat dan lijk je op een riet dat geknakt is. Dan lijk je op een vlaspit dat als lont moet dienen maar waaraan je ziet dat het zo goed als aan zijn einde gekomen is. Het vlammetje is wel heel erg klein geworden. Zo kan het in jouw leven zijn. Het lijkt alsof er nog zo weinig over is, voor je gevoel beteken je zo weinig, voor je gevoel heb je er zelf zo’n puinhoop van gemaakt. Je voelt je misschien wel waardeloos. Je voelt je misschien wel zo vreselijk schuldig. Je bent zeker de Here Jezus niet waard. Weet je dan zegt de Geest dat Christus juist gekomen is voor wie zich zo voelen. Die door en voor hun eigen leven geen toekomst zien. Alleen maar ellende. Dan wordt je door Christus, dan wordt je door de Zoon van God niet veracht. Dan roept Hij jou met al jouw schuld, met al jouw teleurstelling, met al jouw verdriet, in al jouw psychische en lichamelijke moeite. Dan zegt Hij dat jij voor Hem niet te min bent. Dat als jij met verdriet over je eigen schuld en zonden bij God komt Hij jouw Redder is hoe mensen ook tegen jou aankijken. Dan zorgt Hij er voor dat dat geknakte roet weer gaat groeien, dat het lontje dat bijna uit is weer echt overtuigend gaat branden. Omdat Hij dan Zijn leven voor jou gegeven heeft aan het kruis om jouw leven tot het eeuwige leven te redden. Een leven voor altijd vol blijdschap, vol van een leven dichtbij God.

 

NA DIE KRUIS

 

“En daar was 'n sekere Barábbas wat met mede-oproermakers in die gevangenis was; en hulle het in die opstand 'n moord begaan. En die skare het geskreeu en begin vra dat hy vir hulle sou doen soos altyd. Toe antwoord Pilatus en sê vir hulle: Wil julle hê dat ek vir julle die Koning van die Jode moet loslaat?  Want hy het geweet dat die owerpriesters Hom uit nydigheid oorgelewer het. Maar die owerpriesters het die skare aangehits dat hy liewer Barábbas vir hulle moes loslaat.” Markus 15:7-11

 

Die volk roep om die straf wat net vir die mees veragtlike mense en vir die grootste misdadigers gegee is: die kruisdood. Hulle is in Jesus teleurgestel omdat Hy nou juis nie koning op hulle manier  wil wees nie. Hulle wil dat hierdie Jesus openlik aanspraak op die koningskap  doen en die Romeine uit die land  verjaag. Jesus het dit geweier en nou wil hulle niks meer met Hom te doen hê omdat Hy nie gedoen het wat hulle wil nie. Die volk luister nie.  Hulle kyk nie na hoe die Verlosser volgens God se Woord moet wees nie. Hulle laat hulle verwagting en verlangens nie deur die HERE se eie Woord korrigeer nie.

Die verbondsvolk maak  dit vir die Here Jesus nog moeiliker. Die haat van die ongeloof wat net bevrediging van eie verlangens soek kom nou op die Here Jesus neer. Die Here Jesus wat nooit iets anders gedoen het  as om die volk te dien en die goeie vir hulle te soek nie.

Die volk wat eie mag en eer soek, wil  Jesus se dood aan die kruis. Hoe moet hierdie woorde  Jesus se regverdige siel seer gemaak het. Hoe het jou en my sondes toe die Here Jesus se lewe swaar gemaak. Hy  wat God se Seun is, wat die Regverdige is word deur die verbondsvolk verag en veroordeel. Die straf wat ek verdien het, die toorn van God word op Hom gelaai. Hoe word Hy hier deur mense verlaat. Alles vanweë my skuld, my sondes, my soek van myself, vanweë my verbittering omdat Christus my op my sondes aanspreek.

Hoe die mense ook in blinde ongeloof  Jesus aan die kruis wil sien hang nogtans werk hulle daaraan saam dat die HERE se plan uitgevoer word. Hulle vra om kruisiging en dit is hulle verskriklike sonde maar nogtans sorg hulle so daarvoor dat Jesus se lewe nog duideliker wys dat Hy die Verlosser van Jesaja 53 is. Van die Verlosser profeteer Jesaja  daar  o.a. dit: “Maar Hy is ter wille van ons oortredinge deurboor,  terwille van ons ongeregtighede is Hy verbrysel; die straf wat vir ons die vrede aanbring, was op Hom, en deur Sy wonde het daar vir ons genesing gekom.” Vers 5.

 

NIET GEKNAKT

 

"Het geknakte riet zal Hij niet verbreken, de uitdovende vlaspit zal Hij niet uitblussen; naar waarheid zal Hij het recht doen uitgaan. Hij zal niet uitdoven, Hij zal niet geknakt worden, totdat Hij het recht op aarde zal hebben gevestigd. De kustlanden zullen uitzien naar Zijn onderricht. Jesaja 42:3,4

Hoe kan Christus voor iemand die echt in de knoei zit toch toekomst, een prachtige toekomst geven? Zeker tegenover machthebbers die zelfs al tot Zijn dood besloten hebben? Let er dan op dat de Geest hier zegt . We lezen dat de Knecht niet geknakt zal worden! Bij hem zal de vlam niet kwijnen en zeker niet uitgaan. In Hem blijft het vuur branden. Het vuur van de brandende braamstruik. Het vuur van de HERE zoals het bleef branden in de tempel. Hij komt als het Licht van de wereld! Niks en niemand kan Zijn licht doven. Zelfs de dood aan het kruis niet. Niemand kan er voor zorgen dat Hij niet komt, dat Hij niet Zijn unieke reddingswerk kan en zal doen. Hij is gekomen en de Here Jezus is door de Joodse leiders, door Pilatus gedood. De duivel heeft Zijn duivelswerk in de drie uren donker aan het kruis gedaan. Maar toch deelt de levende Christus elke keer weer het leven uit. Als we samen in de kerkdiensten Zijn Woord horen, wanneer we in liefde voor God het Woord lezen en horen. Wanneer er gedoopt wordt en Avondmaal gevierd. Hij leeft! Hij is opgestaan. Hij heeft de Geest uitgestort die er voor zorgt dat Christus’ kerk er is en over de wereld gaat om iedereen de goede boodschap te vertellen. Om mensen te leren wat Gods recht is. Om de hele wereld de weg naar het echte leven te wijzen. Het onderwijs dat zo Gods wet, Gods recht aan de mensen leert gaat over de wereld. We hebben echt een Woord voor de wereld. Laat dit dan ook een stimulans zijn om vanuit de dankbaarheid dat Christus zelfs voor jou de schuld heeft willen dragen echt als christen, als een licht in het duister te spreken, te leven. Tot eer van de Knecht die zelfs jouw en mijn zonden op zich moest nemen om ons te redden. Tot eer van de Drie-enige God.

 

CHRISTUS' OPSTANDING EN EEN AARDBEVING

 

“En zie, er vond een grote aardbeving plaats, want een engel van de Heere, die uit de hemel neerdaalde, ging erheen, rolde de steen van de opening weg en ging erop zitten.”  Mattheus 28:2

 

Een grote aardbeving. De Heilige Geest: en zie! Dat betekent: Let daar op! De aarde wordt door de HERE vanuit de hemel in beweging gezet. Om de mensen wakker te schudden. Hij had dat vrijdag ook al gedaan toen de Here Jezus aan het kruis hing. We lezen namelijk in Mattheus 27: “En zie, het voorhangsel van de tempel scheurde in tweeën, van boven tot beneden; de aarde beefde en de rotsen scheurden; ook werden de graven geopend en veel lichamen van heiligen die ontslapen waren, werden opgewekt; en na Zijn opwekking gingen zij uit de graven, kwamen in de heilige stad en zijn aan velen verschenen. En toen de hoofdman over honderd en zij die met hem Jezus bewaakten, de aardbeving zagen en de dingen die gebeurden, werden zij erg bevreesd en zeiden: Werkelijk, Dit was Gods Zoon!” vs 51-54

De HERE maakt duidelijk dat er wereldschokkende dingen gebeuren op de vrijdag dat Jezus gekruisigd wordt en op de zondag dat Hij opstaat uit het graf. Wat er ook in jouw en mijn leven gebeurt als we leven voor de levende Christus dan kan niemand ons leven kapot maken. Hoe moeilijk we het ook hebben. Hoe dicht de dood ook bij ons komt. Dan is het de levende Christus die voor jou de straf gedragen heeft en voor jou een eeuwige heerlijke toekomst geeft. Christus heeft voor wie Hem als de Heer van het leven volgt, verdiend dat dit in jouw leven zekerheid mag zijn altijd: “Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch krachten, noch tegenwoordige, noch toekomstige dingen,39noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere.” Rom 8:38,39

Ook in grote aanvechting mag je deze woorden weer tot je laten komen om je daaraan vast te houden.

 

CHRISTUS SE OPSTANDING EN PARTYSKAPPE

 

“Watter nut het die opstanding van Christus vir ons?Antwoord: Ten tweede word ons nou ook deur sy krag tot 'n nuwe lewe opgewek.” Sondag 17 Heidelbergse Kategismus

 

Wanneer die Here Jesus weer lewendig word, wanneer Hy die dood oorwin het beteken dit dat Hy ook die krag uitdeel wat mense verander. Dit is onmoontlik dat mense wat by Jesus om vergewing vra nie verander nie. Mense wat nie verander nie, mense wat nie regtig vanuit die liefde van Christus wil lewe nie is mense wat nie regtig by Hom behoort nie. Hulle kan die naam christen dra maar hulle is dit nie.Wie met sy sondes regtig na Christus gegaan het en ook wil dat die ellendige verlangens na verkeerde dinge al hoe meer dood gemaak word wil ook groei in die egte lewe met Christus. Dan wil jy juis met Jesus uit die dood opstaan en 'n nuwe lewe begin lei en daarin al hoe meer groei. Dit is nie net 'n persoonlike saak nie. Dit moet ook juis in ons lewe as gemeente al hoe meer sigbaar word. Dit beteken o.a. dat juis in die gemeente onderlinge vertroue en liefde moet heers. Dan ons juis van daaruit met mekaar omgaan, mekaar soek en met mekaar praat. In die wêreld, in die politiek sien ons hoe partye teenoor mekaar staan. Hoe partyskappe daar is en selfs weer nuwe partydskappe ontstaan. Hoe mense met mekaar koukus, hoe hulle met medestanders die taktiek bespreek om sekere dinge reg te kry. Hoe mense juis vanuit partyskap na mekaar kyk en dan probeer om iets te bedink waardeur jou party sal win, jou medestanders die meeste invloed kan kry. Juis die gemeente van Korinte waaraan Paulus so uitgebreid oor die betekenis van Christus se opstanding skryf word deur partyskappe gepla. Dit verdeel hierdie gemeente. Omdat hulle vanuit partye dink en nie vanuit die gesamentlike band met en geloof in Jesus Christus. Wanneer ons rondom sekere sake probeer om partye binne die kerk te vorm, wanneer ons vanuit partye dink en mekaar opsoek en aanvuur kan die saak waarvoor ons staan heeltemal reg wees maar nogtans staan ons dan buite Christus. Nogtans leef ons dan nie uit die opstandingskrag van Jesus Christus nie. Hoe nodeig het ons dit om mekaar in die liefde van Christus te soek en saam vanuit en volgens die evangelie te leef.

 

CHRISTUS SE OPSTANDING EN PARTYSKAPPE (II)

 

 “Watter nut het die opstanding van Christus vir ons?

Antwoord: Ten tweede word ons nou ook deur sy krag tot 'n nuwe lewe opgewek.”  Sondag 17 Heidelbergse Kategismus 

 

Juis die gemeente van Korinte waaraan Paulus  so  uitgebreid  oor  die  betekenis  van  Christus  se opstanding  skryf word deur partyskappe gepla.  Dit verdeel  hierdie gemeente. Omdat hulle vanuit partye dink en nie vanuit die gesamentlike band met en geloof in Jesus Christus. Wanneer  ons  rondom  sekere  sake  probeer om partye binne die  kerk te vorm,  wanneer ons vanuit partye dink en mekaar opsoek en aanvuur kan die saak waarvoor ons staan heeltemal reg wees maar nogtans staan ons dan buite Christus. Nogtans  leef ons dan nie uit die opstandingskrag van Jesus Christus      nie.

Dis  nie reg wanneer ons dink dat dit net om die regte siening  gaan  nie.   Die regte siening is baie belangrik maar wanneer ons vanuit partyskap, wanneer ons met verkeerde gevoelens,  met verkeerde metodes, vanuit betwyfeling van jou broer  of  suster  se  bedoelinge praat en handel staan ons  buite Christus.  Want ook hierdie dinge behoort by die leer van  Christus,   behoort by die lewe met Hom,  het alles te doen  met  die  lewe  vanuit Sy opstanding.  Wie vanuit die opstanding leef, vra steeds weer om deur Christus se Gees vernuwe te  word. Dan  bely ons ons sondes en laat elke partyskap  agter  ons.   Wanneer  ons so lewe,  verander ons lewe op aarde  steeds  weer en meer.  Dan word ons lewe al hoe meer Christus  wat in ons leef.  Dan verander ons lewe.  Dan kom die  dag dat ook ons liggaam van sterflik in onsterflik verander.  Dan kom die dag dat die liggame van elke mens wat  vanuit  Christus  se  opstandingskrag  gelewe  het  uit die grafte  sal opstaan en dat elkeen wat so gelewe het 'n liggaam ontvang wat sterk en mooi is sonder enig gebrek.

Gelukkig is dit 'n leuen wanneer mense sê dat Jesus nie met Sy liggaam uit die graf opgestaan het nie.

 

DIE WAARHEID KEN

 

“Ek het nie aan julle geskrywe omdat julle die waarheid nie ken nie, maar omdat julle dit ken en omdat geen leuen uit die waarheid is nie.” 1 Johannes 2:21

 

Die gelowiges aan wie Johannes skryf, ken die waarheid. Ons het dit in die vorige vers duidelik gelees. Hulle is deur Christus as die Heilige met die Heilige Gees gesalf. Christus het op die Pinksterdag die Heilige Gees oor Sy kerk uitgestort. Dit beteken dat die Gees oorvloedig oor hulle gekom het. Die Gees het aan Christus se kerk deur die profete en apostels God se Woord, die Bybel gegee. Dit hou ook in dat die oor en ooggetuies se verslag oor Christus deel van die Bybel geword het. Dit is  Christus se Gees wat daarvoor gesorg het. So ken ons die feite en die onderwys van Christus!

Dit is die Gees wat die apostels laat herinner het wat die Here Jesus gesê en gedoen het. De Gees het daarvoor gesorg dat hulle herinnerings suiwer en volgens wat regtig gebeur het, is.  So het God self daarvoor gesorg dat ’n volledig betroubaar verslag van die Here Jesus se lewe tot ons gekom het. Die hele Bijbel is die Woord van die Gees. Die Gees het daarvoor gesorg dat die hele Bybel God se betroubare Woord is. Petrus skryf dit later onder leiding van die Gees als die Skrywer van die hele Bybel: “terwyl julle veral dít moet weet, dat geen profesie van die Skrif 'n saak van eie uitlegging is nie;  want  geen profesie is ooit deur die wil van 'n mens voortgebring nie, maar, deur die Heilige Gees gedrywe, het die heilige mense van God gespreek.” 2 Petrus 1:20,21

Die lesers van die brief wat Johannes skryf, word daarop gewys dat die Ou Testament en die getuienis van die apostels oor Jesus Christus die waarheid is. Daarin word hulle deur die Gees ondergedompel. Dit is nie nodig dat hulle en ons die koers van ons eie hart en wat anderes rondom ons sê, volg. Ons mag en moet die koers vaar wat die HERE ons in Sy Woord wat die waarheid is wys. 

 

DE GEEST DOMPELT ONDER IN DE WAARHEID

 

“Ik heb u niet geschreven omdat u de waarheid niet kent, maar omdat u die kent, en omdat er geen leugen uit de waarheid is.” 1 Johannes 2:21

 

Johannes bemoedigt de lezers juist tegenover de groep die weggegaan is. Ze hoeven niet onzeker te zijn. Het is de Geest die hen onderdompelt in het door God gegeven Woord. Het is duidelijk dat de groep die weggegaan is dingen leert die met dat Woord in strijd zijn. Zij weten dat. De waarheid is hen verkondigd. Daar heeft de Geest voor gezorgd. Hij heeft er voor gezorgd dat Gods Woord, dat de waarheid zuiver tot hen gekomen is. Ook dat is waar de Geest voor gezorgd heeft en wat Christus ook beloofd heeft: “Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, 
Die zal u in alles onderwijzen en u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb.” Johannes 14:26 vgl 15:26,27

De Geest zorgt voor het zuivere Woord, voor het zuivere getuigenis. De gelovige hebben daar genoeg aan in alle omstandigheden. Daarin is geen leugen en onbetrouwbaarheid te vinden. Leugen en onbetrouwbaarheid horen niet bij God maar wel bij de duivel. Wat van Gods Woord afwijkt hoort dus bij de antichrist en de antichristen. De Here Jezus zelf maakt dat heel duidelijk in Johannes 8:44,45: “U bent uit uw vader de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen; die was een mensenmoordenaar van het begin af, en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij vanuit wat van hemzelf is, want hij is een leugenaar en de vader van de leugen. Maar Mij, omdat Ik de waarheid spreek, Mij gelooft u niet.”

 

OPGESTAAN OM UIT TE DEEL

 

“Watter nut het die opstanding van Christus vir ons?

Ten eerste het hy deur sy opstandoing die dood oorwin, sodat hy ons die geregtigheid wat hy deur sy dood verwerf het, deelagting kon maak." Sondag 17

 

Jesus se opstanding is 'n feit. Is 'n feit wat nie gemis kan word nie. Daarop wys die Heilige gees ons baie duidelik in 1 Kor 5:17:"en as Christus nie opgewek is nie, dan isjulle geloof nutteloos, dan is julle nog in julle sondes."

Wat sou dit beteken het as Jesus aan die kruis gesterf het en nie op die derde dag opgestaan het? Dan sou Hy nie kon uitdeel wat Hy deur Sy dood verdien het nie. Die Kategismus omskryf dit so: "Ten eerste het hy deur sy opstandoing die dood oorwin, sodat hy ons die geregtigheid wat hy deur sy dood verwerf het, deelagting kon maak." Die Here Jesus het vergewing van sondes, vrede met God vir die gelowiges aan die kruis verdien. Wat iemand verdien het moet Hy kan uitdeel, moet hy kan bestee om daarmee sy doelwit te bereik. Dit was heerlik dat Jesus vergewing verdien het maar wanneer Hy nie sou opstaan, nie lewendig sou word nie sou dit as dood kapitaal in die grafte, in die dood bly lê het. Wie sê dat Jesus nie regtig met Sy liggaam lewendig geword het kan nie in Hom as die Verlosser glo nie. Sy werk het dan opgehou voordat dit regtig resultaat kon hê. Dan kan Jesus nie anders en nie meer as 'n goeie voorbeeld wees nie. Gelukkig is dit nie so nie. Gelukkig het Christus se werk deurgegaan en deel Hy deur Sy Gees vergewing en ewige lewe aan die gelowiges uit. Dit wys Sy opstanding. Dit wys ook die Pinksterfees waarop dit ook Christus wat in die hemel is die Gees oor Sy kerk uitstort. Ons lees in Handelinge 2:32,33: “Hierdie Jesus het God opgewek, waarvan ons almal getuies is. Nadat Hy dan deur die regterhand van God verhoog is en van die Vader die belofte van die Heilige Gees ontvang het, het Hy dít uitgestort, wat julle nou sien en hoor.” Die lewende Christus deel uit!

 

IN CHRISTUS GLO VOLGENS GOD SE WOORD

 

“Wie is die leuenaar, behalwe hy wat ontken dat Jesus die Christus is? Dit is die Antichris wat die Vader en die Seun loën.” 1 Johannes 2:22

 

Johannes skryf nou verder oor die leuen. Hy maak in hierdie en die volgende vers duidelik dat op twee maniere oor Christus gedink en geleer word. Die een manier is volgens wat die Gees in de Woord sê en die ander manier wyk daarvan af.

Johannes verwys weer na die groep wat die gemeente verlaat het. Hulle het ’n ander leer oor die Here Jesus. Hy sou nie die Christus wees nie. Ons kry hier weer te doen met die gedagte dat die Goddelike en wat ons in die skepping sien en voel nie by mekaar behoort nie. Volgens hierdie gedagte is dit onmoontlik dat Christus, God se eie Seun mens geword het.

By hulle wat so dink is die teenstelling nie die Goddelike en die sonde nie. Die groot teenstelling sou die geestelike en alles wat in die skepping is, wees. God sou nie mens kan word nie. So het ’n groot deel van die mense daardie tyd en ook daarna gedink. Dit het mense in verskillende variasies na vore gebring. ’n Bietjie later in die tyd het sommiges geleer dat God se Seun Hom by Jesus se doop tydelik met Hom verbind het maar by Sy kruisiging weer by Hom weggegaan het. God se Seun sou niks met lyding te doen gehad het nie. Hy sou nie in ons plek vir ons skuld aan die kruis gely en gesterf het nie.

Die Gees maak duidelik dat menslike gedagtes oor Christus wat stry met God se eie Woord nie ’n plek in Christus se kerk mag kry nie. Wie nogtans sulke dinge leer word hier ’n volgeling van die antichris genoem. Mense wat die antichris volg behoort nie by God se volk nie. Johannes maak duidelik dat op grond van die getuienis van die apostels en op grond van die hele Woord van God geglo moet word dat Jesus die Christus is. Dat Hy God se eie Seun is wat in die gelowiges se plek Sy lewe gegee het om so versoening met Gode vir hulle te verdien.

 

JEZUS IS DE CHRISTUS!

 

“Wie is de leugenaar anders dan hij die loochent dat Jezus de Christus is? Dat is de antichrist, die de Vader en de Zoon loochent.” 1 Johannes 2:22

 

We vinden in de brieven van Johannes o.a. dit:

Jezus is de Christus, de Zoon van God.  4:3,10,14; 5:11-13, 20

Jezus is de Zoon van God die mens, die vlees geworden is. 4:2; 2 Joh 7

Jezus Christus is gekomen om verzoening voor onze zonden te doen. 2:1,2

Het is opvallend hoe het onderwijs van een leerling van Johannes bij deze dingen aansluit. Ik heb het over Polycarpus die als dominee van Smyrna voor zijn geloof in 156 na Christus stierf.   Hij was geboren rond 69 na Christus. Deze leerling van Johannes schrijft in zijn brief aan de gemeente in Filippi o.a. dit: “ieder die belijdt dat Jezus Christus niet in het vlees is gekomen is een antichrist. Ieder die het getuigenis van het kruis niet belijdt, is uit de duivel. Wie de woorden van de Heer naar eigen believen verdraait en zegt dat er geen opstanding en oordeel is die is de eerstgeborene van de satan. Laten we daarom uit de weg gaan voor de dwaasheid van velen en de valse leringen en ons wenden tot het woord dat ons vanaf het begin is overgeleverd.” VII,1,2[1]  

We lezen in vers 22 ook nog dat wie deze dingen loochent iets doet wat grote gevolgen heeft. Wie niet gelooft dat Jezus de Christus de Zoon van God is die tot verzoening van wie in Hem gelooft naar de wereld is gekomen daarmee de Zoon en de Vader loochent.

Dat betekent dat je niet in de echte Zoon van God gelooft. Dat je ontkent wie Hij echt is. Datzelfde geldt voor de Vader. Want als je niet gelooft dat de Zoon mens geworden is, ontken je dat de Vader uit liefde alleen Zijn Zoon gegeven heeft om als Verlosser de straf voor de gelovigen te dragen. Om voor hen te sterven zodat zij verlost van de dood eens zelfs met hun lichaam zullen opstaan in het nieuwe leven.  

Door de mens Jezus los te maken van de Christus. Door de mens Jezus los te maken van de Zoon van God wordt de kern van Gods boodschap voor de wereld aangetast. De boodschap waar het echt om gaat. De boodschap die in het evangelie van Johannes zo klinkt: “Jezus nu heeft in aanwezigheid van Zijn discipelen nog wel veel andere tekenen gedaan, die niet beschreven zijn in dit boek, maar deze zijn beschreven, opdat u gelooft dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat u, door te geloven, het leven zult hebben in Zijn Naam.”   Johannes 20:30,31

 

[1] In de vertaling van A.F.J. Klijn  Apostolische vaders  1  Baarn 1966  p. 119

 

VADER EN ZOON EEN!

“Ieder die de Zoon loochent, heeft ook de Vader niet.” 1 Johannes 2:23

 

Johannes laat hier zien dat je zonder de belijdenis van Jezus als de Christus, als de Zoon van God niet bij de Vader kunt komen. Zonder het leven uit het volbrachte werk van de Zoon als de Verlosser woont de Vader niet in jou. Je bent dan niet echt aan Hem verbonden. 

 Dat je zonder God bent, dat je niet verbonden  bent met  de enig echte God als je niet gelooft dat de Zoon van God echt mens geworden is, heeft ook een duidelijke plaats in de belijdenisgeschriften van de kerk gekregen. Ik noem als voorbeeld de artikelen 27,28 van de Geloofsbelijdenis van Athanasius: “maar het is voor zijn eeuwig behoud noodzakelijk dat hij ook de vleeswording van onze Here Jezus Christus oprecht gelooft.  Het ware geloof nu is,  dat wij geloven en belijden, dat onze Here Jezus Christus, Gods Zoon, God en mens is.”

Een belangrijk deel van de handschriften heeft meer dan we in de Statenvertaling of de HSV lezen. We lezen daar aan het slot van vers 23 nog de woorden: “Wie de Zoon belijdt, heeft ook de Vader.” (Vertaling 1951)  we horen hier het positieve. Wanneer je in Christus gelooft zoals die in de Bijbel naar ons toekomt,  is het ook de Vader die in je woont. Dan ben je door Christus een echt kind van de hemelse Vader.

De nauwe verbinding tussen de Zoon en de Vader vinden we ook in het Johannesevangelie. We kunnen meerdere keren ook niet uitmaken of het in bepaalde verzen nu over de Vader of de Zoon gaat. Dat is omdat de Vader en de Zoon een zijn. Zie Johannes 10:30.  Wie dus de Zoon raakt, raakt ook de Vader. Dat is wat de Geest ons steeds weer vertelt. Je mag ze niet van elkaar losmaken. Je kunt dus alleen echt verbonden zijn met de Vader als je door het echte evangelie verbonden met de Christus zoals die in de Bijbel tot ons komt.

Wie zo met Christus leeft is dan ook echt verbonden met de Vader en deelt in Zijn zorg en liefde.

 

BLIJVEN BIJ HET WOORD

 

“Laat wat u vanaf het begin gehoord hebt, in u blijven. Als in u blijft wat u vanaf het begin gehoord hebt, dan zult ook u in de Zoon en in de Vader blijven.” 1 Johannes 2:24

 

Het woord blijven speelt in dit vers en die volgen een heel belangrijke rol. Dat zie je duidelijk als je naar dit overzicht kijkt:

Blijven in en bij het wat jullie van het begin gehoord hebben. Vs 24a

Daardoor blijven in de Zoon en de Vader. Vs 24b

De zalving blijft in wie volgens het evangelie leven. vs 27a

Dan blijf je in Christus. Vs 27b

We worden in vers 24 er weer aan herinnerd aan wat we in hoofdstuk 1:1-4 gelezen hebben. Het oor en ooggetuigenis van Johannes en de andere apostelen is en blijft onmisbaar. In dat getuigenis hoor je het verhaal over de echte Verlosser. Daar vind je hoe Jezus Christus werkelijkheid gemaakt heeft wat in het Oude Testament al over de Christus was geprofeteerd. Het gaat bij het echte geloof, dat geen varen op veranderlijke menselijke gevoelens en gedachten is, er om dat je blijft bij het echte evangelie. Bij de betrouwbare boodschap van God zelf. Paulus benadrukt dat bijvoorbeeld in 1 Korinthe 15 zo: “Verder maak ik u bekend, broeders, het Evangelie, dat ik u verkondigd heb, dat u ook aangenomen hebt, waarin u ook staat, waardoor u ook zalig wordt, als u eraan vasthoudt zoals ik het u verkondigd heb, tenzij dat u tevergeefs geloofd hebt. Want ik heb u ten eerste overgeleverd wat ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden, overeenkomstig de Schriften,

en dat Hij begraven is, en dat Hij opgewekt is op de derde dag, overeenkomstig de Schriften, en dat Hij verschenen is aan Kefas, daarna aan de twaalf. Daarna is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, van wie de meesten nu nog in leven zijn, maar sommigen ook zijn ontslapen. Daarna is Hij verschenen aan Jakobus, daarna aan alle apostelen.” Vs 1-7

Het christelijke geloof betekent dat je blijft bij wat de HERE zelf zegt en leert in de Bijbel. Om juist door het Woord dat de Geest gebruikt al meer vernieuwd te worden naar het beeld van God. Blijven bij wat de Geest ons in de Bijbel zegt en ons daardoor aanspreekt kan niet gemist worden.

 

BELOOFD: EEUWIG LEVEN

 

“En dit is de belofte die Hij ons heeft beloofd: het eeuwige leven.” 1 Johannes 2:25

 

Het eeuwige leven is verbonden met het geloof, met het blijven bij het overgeleverde Woord. Bij de waarheid die God ons in de Bijbel gegeven heeft. De Schrift die getuigt van Jezus Christus die de waarheid is. Zonder geloof is er geen eeuwig leven. Is er niet de bewuste vrede waar je zonder einde in mag delen. Voor wie op aarde met liefde gelooft in Jezus Christus wordt het leven alleen maar beter. Voor Gods kind komt het beste nog om nooit meer op te houden.

Het eeuwige leven is er nu al in de verbondenheid met Christus en daardoor met de Vader in de hemel. Zoals de Here Jezus dat zelf zegt in Johannes 17:3: “En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die U gezonden hebt.”

Dat eeuwige leven ontvangt de gelovige die vasthoudt aan wat Johannes en andere oor en ooggetuigen verkondigd hebben. Ze krijgen dat nu al in beginsel maar het wordt alleen maar mooier in de hemel en nog mooier op de nieuwe aarde. In de hemel en op de nieuwe aarde zonder dat de gevolgen van de zonde er nog zijn. In de hemel ontbreekt dan nog het leven met een verheerlijkt lichaam. Dat komt er op de nieuwe aarde bij. Dat wie gelooft in Jezus Christus het eeuwige leven nu al in zich heeft maar dat dit in de toekomst voor altijd haar volle doel bereikt, lezen we op een mooie manier in Johannes 5:24-29: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie Mijn woord hoort en Hem gelooft Die Mij gezonden heeft, die heeft eeuwig leven en  komt niet in de verdoemenis, maar is uit de dood overgegaan in het leven.  Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: De tijd komt en is nu dat de doden de stem van de Zoon van God zullen horen, en dat wie hem horen, zullen leven. Want zoals de Vader het leven heeft in Zichzelf, zo heeft Hij ook de Zoon gegeven het leven te hebben in Zichzelf; en Hij heeft Hem ook macht gegeven om oordeel te vellen, omdat Hij de Zoon des mensen is.  Verwonder u daar niet over, want de tijd komt waarin allen die in de graven zijn, Zijn stem zullen horen, en zij zullen eruit gaan: zij die het goede gedaan hebben, tot de opstanding ten leven, maar zij die het kwade gedaan hebben, tot de opstanding ter verdoemenis.”

 

DE HERE DOEN GROOT DINGE

 

“Wat verstaan jy onder: wat opgevaar het na die hemel?

Antwoord: Christus is voor die oë van sy dissipels van die aarde af na die hemel opgeneem en Hy is vir ons daar ten goede totdat Hy terugkom om reg te spreek oor die lewendes en die wat alreeds gesterf het.”  Sondag 18 Heidelbergse Kategismus

 

Die  HERE het vir ons gewys watter groot dinge Hy doen.  Hy het Sy Seun Jesus Christus uit die dood opgewek. Hy het Jesus nie uit Sy slaap gewek nie. Hy het Jesus selfs nie uit 'n swaar slaap of uit 'n koma laat kom nie. Die Here Jesus  was regtig dood.  Niks in Sy liggaam het meer gefunksioneer  nie. Niks was in  sy  liggaam waaruit die lewe weer kon opbloei nie. Alles was dood. Geen enkele apparaat of mediese handeling kon Jesus weer lewendig maak nie.

Dis die HERE wat Jesus se dooie liggaam weer lewendig maak.  Dis God se daad, dis groot en wonderlike werk. 40 dae na Jesus se  opwekking  staan Hy  saam  met  Sy  volgelinge  op die  Olyfberg. Volgens  die  wet  van  die  swaartekrag is dit onmoontlik  dat  'n  mens  sonder hulpmiddele van die aarde  opstyg  en al hoe hoër styg. Nogtans gebeur dit op daardie  dag. Dis God wat die Here Jesus opneem. Sowel wanneer Jesus  uit die grafte, uit die dood kom as wanneer Hy 40 dae later na die hemel gaan is dit God wat Sy mag en heerlikheid wys.  Hy wek op,  Hy neem op. Hy doen dinge wat volgens menslike ervaring onmoontlik is.

Die HERE wys in Jesus se hemelvaart dat Hy groot dinge doen en  gedoen het.  Die HERE het belowe dat Hy ook na Jesus se hemelvaart groot dinge sal doen.  Jesus se hemelvaart beteken  dat Jesus Christus vanuit die hemel regeer en die HERE  se  heerlike plan sal uitvoer. 

 

MISLEIDING

 

 “Deze dingen heb ik u geschreven met betrekking tot hen die u misleiden.” 1 Johannes 2:26

 

Johannes schrijft hier heel duidelijk met de concrete situatie van de gelovigen aan wie hij schrijft voor ogen. Hij weet van de groep die zich christenen noemen maar andere dingen leren dan Johannes en andere apostelen uit de mond van de Here jezus gehoord hebben. Johannes weet hoe er aan de gelovigen getrokken wordt die juist op grond van Gods eigen Woord christen en kerk willen zijn.  Door een dwaalleer die zowel de leer als het leven beïnvloedt. 

Hij wil de gemeente in de concrete situatie de leiding van het Woord en daarmee van Christus geven. Het woord dat hier voor misleiden in het Grieks gebruikt wordt, staat in de tegenwoordige tijd die aangeeft dat het op dat moment nog doorgaat. Er is op dat moment nog steeds de druk en kracht van de verleiding die op ze afkomt. De groep die uit de gemeente gegaan is, is dus nog steeds bezig om mensen in de gemeente naar hen en hun dwaalleer te trekken.  

In de geschiedenis zien we  dit steeds weer terugkomen. Steeds weer de verleiding om niet  vast te houden aan wat de Geest zelf ons in de Bijbel zegt. Steeds weer de druk van het wegtrekken bij het echte evangelie en zo bij de echte God. De Here Jezus waarschuwt daarvoor op weg naar de tijd van Zijn wederkomst ook meerdere keren. Bijvoorbeeld in Mattheus 24: “Pas op dat niemand u misleidt. Want velen zullen komen onder Mijn Naam en zeggen: Ik ben de Christus; en zij zullen velen misleiden. U zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen; pas op, word niet verschrikt, want al die dingen moeten gebeuren, maar het is nog niet het einde.” vs 4,5

Wat is het belangrijk  het dat we de Geest vragen om onze ogen en hart open te maken en te houden voor wat de HERE in Zijn Woord zegt. Om daaruit te leven en te denken.

 

GOD EN MENS

 

“Wat verstaan jy onder: wat opgevaar het na die hemel?

Antwoord: Christus is voor die oë van sy dissipels van die aarde af na die hemel opgeneem en Hy is vir ons daar ten goede totdat Hy terugkom om reg te spreek oor die lewendes en die wat alreeds gesterf het.”  Sondag 18 Heidelbergse Kategismus

 

Is  dit eintlik nie snaaks nie dat die Here Jesus na die hemel gaan en dan Sy leerlinge alleen laat en nogtans vir  hulle gesê het: "En kyk, Ek is met julle al die dae tot aan  die  voleinding  van die wêreld." (Mat 28:20)  Het die Here Jesus regtig die aarde verlaat? Is dit regtig so dat Hy nou  nie  meer op aarde is nie? Was Sy hemelvaart die teken dat Hy nie meer  sigbaar  op aarde is nie maar dat Hy nogtans onsigbaar  by ons is? Wanneer ons op hierdie vrae antwoord wil gee moet ons die onderskeid tussen Jesus Christus as God en mens mooi raak sien. Jesus Christus wat ons Verlosser is, is God en mens.  Alleen so kan Hy ons Redder wees. Hy  bly ook God en mens. 

Hy is nie 'n vergoddelikte  mens of 'n  vermenslikte god nie.  Hy is nie iets tussen God en mens in nie. Hy is regtig God en Hy is ‘n egte mens.So het Jesus in die wêreld  gekom en so bly dit. God die Seun het op ’n sekere  oomblik in die geskiedenis ook mens geword.

Wanneer ons oor  die mens Jesus nadink moet ons sê dat Hy nie meer op die aarde is nie.  Niks van Hom is nog op die aarde nie.  Jesus is regtig van die aarde weg. Hy kan as mens nie op twee plekke  tegelyk  wees nie. Daarom neem Hy by sy hemelvaart regtig  afskeid van Sy  leerlinge op hierdie aarde totdat Hy eendag op die wolke weer sal terugkom. Daarom sê Hy by die instelling van  die Nagmaal o.a:  "Ek sal van nou af nooit meer van hierdie  vrug van die wynstok drink nie,  tot op daardie dag wanneer  Ek dit met julle nuut sal drink in die koninkryk van my Vader." (Mat 26:29)

Die Here Jesus is nou as mens net in die hemel. Hy is dit wat God en mens is en nou vanuit die hemel regeer. Ons dank die HERE dat Hy vanuit die hemel regeer en dit so doen dat Hy eendag op die wolke terugkeer na die aarde.

 

ONDERDOMPELING IN HET WOORD DOOR DE GEEST

 

 “En wat u betreft, de zalving die u van Hem hebt ontvangen, blijft in u, en u hebt het niet nodig dat iemand u onderwijst; maar zoals deze zalving u onderwijst met betrekking tot alle dingen – en die zalving is waar en is geen leugen – en zoals ze u heeft onderwezen, zo moet u in Hem blijven.” 1 Johannes 2:27

 

De aandacht wordt door Johannes nu weer op de mensen gericht aan wie hij schrijft. Het gaat nu weer over de mensen in de gemeente zelf.  De aanspraak van de gemeente aan wie hij schrijft wordt hier echt benadrukt. Je zou het zo kunnen weergeven: “maar als het om jullie gaat”.  De leer en het leven van de misleiders zijn door Johannes in deze brief ontmaskert. Die ontmaskering is niet de enige bescherming die de gelovigen hebben gekregen van Christus.

Ze hebben als bescherming ook de zalving van God, de zalving van Christus door de Geest nodig.  De zalving die ze ook gekregen hebben. Zie voor de zalving vooral de uitleg bij vers 20.

Die zalving, die onderdompeling in het Woord van de Geest wijst in alle omstandigheden de goede weg. Ze zijn niet afhankelijk van eigen gevoelens en gedachten. Ze zijn niet afhankelijk van wat ze in bepaalde tijden voelen of naar ze toe komt. Voor de hele tijd tot de wederkomst is er deze zalving. Het duidelijke Woord waarmee de Geest in alle tijden de goede leiding geeft.

De Geest van Christus zal de gemeente niet verlaten maar juist blijven leren vanuit het Woord.  De Here Jezus maakt tijdens Zijn leven op aarde duidelijk dat de Geest die uitgestort wordt er ook voor zal zorgen dat alles wat de kerk nodig heeft om te weten door Hem gegeven zal worden. Hij zorgt voor het Woord. Hij zorgt dat het betrouwbare getuigenis van de oor en ooggetuigen er komt. Dat het zelfs op papier komt te staan. Hij zorgt er voor dat ook nog andere boeken dan het Oude Testament in de Bijbel komen die we nodig hebben op weg naar de wederkomst. Om echt voor alles wat komt toegerust te zijn. Ook voor alle dwalingen die op de kerk van Christus in die tijd nog af zullen komen. Ik heb al eerder verwezen naar Johannes 14:26. In dit verband is het ook goed om te letten op wat Christus in Johannes 16:12-15 zegt: “Nog veel heb Ik tegen u te zeggen, maar u kunt het nu niet d

 

JESUS MOES NA DIE HEMEL OPVAAR

 

"Maar as die mensheid nie oral is waar die Godheid is nie, word die twee nature in Christus dan nie van mekaar geskei nie?

Nee, glad nie. Die Godheid kan immers deur niks ingeperk word nie en is orals teenwoordig. Hieruit moet volg dat die Godheid wel buite sy aangenome mensheid." Sondag 18 Heidelbergse Kategismus vraag en antwoord 48

 

Hoe konkreet vul Jesus Sy afskeid in. Tot dan toe het Hy dikwels met Sy leerlinge wyn gedrink. Dit sal nie meer gebeur nie. Dit sal moet wag tot die oomblik dat ons saam met die Here Jesus op die nuwe hemel en aarde lewe. Dan sal ons saam met die mens Jesus weer wyn drink en saam met Hom

eet en saam die fees vier waarvan Hy die middelpunt is. Die bruilofsmaal van die Lam. Wanneer ons die Nagmaal vier is die mens Jesus nie by ons nie. Hy sit in die hemel op Sy troon. Hy regeer vanuit Sy hemelse paleis. Wanneer ons dit gesê het, mag ons nie vergeet dat Jesus Christus ook God is nie.

Die Seun van God is meer as die mens Jesus. Hy is nie in die mens Jesus opgesluit nie. Die mens Jesus is nie die tronk vir die Seun van God nie. Dit is wat vraag en antwoord 48 ons wil duidelik maak. Jesus Christus is meer as 'n mens en juis daarom is God die Seun op baie spesiale manier met die mens Jesus Christus verenig. Sonder dat 'n mens kan sê dat Hy net in die mens Jesus is. As God is Hy orals. So is Hy ook by ons wanneer ons die Nagmaal vier. Hy is daar dan nie as mens en drink dan nie saam met ons uit die beker nie. Nogtans is dit die Seun van God wat vir die gelowiges gely het wat die Gasheer is wat brood en wyn uitdeel. So is Hy dan regtig by ons. Hy is ook by ons deur die Heilige Gees wat Hy vanuit die hemel stuur.

Om die Heilige Gees na ons te stuur, om die Heilige Gees te stuur wat die gelowiges lei om Christus te volg, was dit nodig dat Jesus na die hemel sou gaan. Dit het Hy vir Sy leerlinge in Johannes 16 verduidelik en later sê Hy dit baie duidelik vir Maria Magdalena. Wanneer Maria die Here Jesus na Sy opstanding sien, het sy Hom eers nie herken nie. Wanneer sy Hom herken het wil sy Jesus vir altyd vashou. Hy mag nou nooit meer weggaan nie. Juis dan sê die Here Jesus vir haar: "Moet My nie vashou nie, want Ek het nog nie na my Vader opgevaar nie, maar gaan na My broers toe en sê vir hulle: Ek vaar op na My Vader en julle Vader, en My God en julle God." Johannes 20:17

ragen. Maar wanneer Die komt, de Geest van de waarheid, zal Hij u de weg wijzen in heel de waarheid, want Hij zal niet vanuit Zichzelf spreken, maar wat Hij gehoord zal hebben, zal Hij spreken, en de toekomstige dingen zal Hij u verkondigen. Die zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het Mijne nemen en het u verkondigen. Alles wat de Vader heeft, is het Mijne; daarom heb Ik gezegd dat Hij het uit het Mijne zal nemen en het u zal verkondigen.”

 

ZALVING MET GEEST EN WOORD

 

“En wat u betreft, de zalving die u van Hem hebt ontvangen, blijft in u, en u hebt het niet nodig dat iemand u onderwijst; maar zoals deze zalving u onderwijst met betrekking tot alle dingen – en die zalving is waar en is geen leugen – en zoals ze u heeft onderwezen, zo moet u in Hem blijven.” 1 Johannes 2:27

 

De zalving met de Geest en daarmee met het door Hem gegeven Woord laat zien dat alleen dat Woord de toetssteen is om tussen de ware leer en dwaalleer te onderscheiden. Dat Woord van de Geest blijft. Meer heeft de kerk van Christus door alle eeuwen niet nodig. De Vader en de Zoon hebben dit door de Geest gegeven. Het is de Geest die door dat Woord dat Hij in de harten van de gelovigen laat spreken de oude waarheid steeds weer tot leven brengt. Als de betrouwbare stem van God zelf. Een nieuwe en afwijkende leer is niet nodig. Wat de kerk van Christus nodig heeft, heeft de Geest in het Woord gegeven. Zo is Hij de leermeester. Door het Woord van de Geest leren we ook Gods stem te horen in de natuur en de geschiedenis.  De Geest heeft ons gegeven wat we nodig hebben. Zo worden we door God onderwezen zoals Christus daarover spreekt in Johannes 6: “Niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekt; en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag. Er is geschreven in de profeten:  En zij zullen allen door God onderwezen zijn. Ieder dan die het van de Vader gehoord en geleerd heeft, komt tot Mij.  Niet dat iemand de Vader gezien heeft, behalve Hij Die van God is; Híj heeft de Vader gezien.” vs 44-46

Het gaat er om dat we blijven in de zalving die door de Geest gegeven is. In het Woord dat Hij gegeven heeft is er geen leugen. Op dat Woord kun je voor 100% aan. Wanneer de mensen met een andere leer komen anders dan in het  gegeven Woord, is het zaak om aan het gegeven Woord vast te houden. Volgens het oog en oorgetuigenverslag zoals dat in de Bijbel als het Woord van de Geest tot ons komt. Dat er geen leugen in is, laat ook zien dat we de Bijbel als een geheel moeten lezen. Gods Woord is niet tegenstrijdig. Omdat het van Geest, die God is, komt. Zo moet de Schrift  uitgelegd worden onder leiding van de Geest. Dat geeft de zekerheid die nodig is als mensen met een andere leer komen. Dan is het maar geen keuze tussen twee soorten leer maar tussen God en menselijke gedachten over Hem. Blijven in wat de Geest ons zelf in Gods Woord leert is wat altijd weer nodig is.

 

GEBED VOOR DE KONING EN VOOR ONS

 

“Voor Salomo.

O God, geef de koning Uw recht en Uw gerechtigheid aan de zoon van de koning.” Psalm 72:1

 

Koningsdag in Nederland. Ik hoorde net dat de populariteit van de koning in het afgelopen jaar gedaald is.  Dat is in onze tijd iets wat heel belangrijk wordt gevonden. Iedereen heeft in de samenleving en vaak ook in de kerk overal een oordeel over. Zonder om de dingen echt van binnenuit te kennen. We vinden onszelf zo super belangrijk in onze tijd. Dat zorgt voor zoveel ellende!  Wat zou het een zegen zijn als we ons allemaal eens wat minder belangrijk zouden vinden.

De Geest wijst ons ook in Psalm 72:1 de weg. De weg voor de koning. Voor een koning die veel macht heeft zoals David en Salomo en veel koningen na hen. Ook voor een koning met minder macht en andere taken zoals onze koning Willem-Alexander. De HERE wijst hier ook de weg voor ons als onderdanen, als samenleving.

Voor ons en de koning en de regering is dat de weg van het gebed. Het gebed waarin we Jezus Christus als de Koning van de koningen erkennen. Het gebed waarin we vragen dat de koning en al de gezagsdragers ook zelf vragen aan de Here om volgens Zijn recht te regeren. Gods recht, Zijn Woord, Zijn wil zoals we die in de Bijbel vinden is wat we allemaal nodig hebben en wat voor ons allemaal goed is. Jezelf klein weten, je laten regeren en bidden voor wie de HERE over ons gesteld heeft, hoort bij dat goede leven. We lezen in 1 Timotheus 2 deze opdracht van de Heilige Geest: “Ik roep er dan vóór alles toe op dat smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen gedaan worden voor alle mensen, voor koningen en allen die hooggeplaatst zijn, opdat wij een rustig en stil leven zullen leiden, in alle godsvrucht en waardigheid.” Vs 1,2

Laten we zo deze koningsdag vieren. Laat onze koning zich gedragen weten door ons gebed en dat hij het ook verwacht van Koning Christus. Dan mogen we Gods zegen verwachten. Dan is niet de populariteit onder de mensen beslissend. Een leven dicht bij de HERE is het wat echt telt.  

 

GOD SE WERK GAAN VERDER

 

Vraag: Watter nut het die hemelvaart van Christus vir ons?

Antwoord: Ten eerste dat Hy in die hemel ons Voorspraak by die Vader is. Ten tweede dat ons ons menslike natuur in die hemel as 'n betroubare waarborg het dat Hy, as die Hoof; ook ons, sy lede, na Hom toe sal neem.  Ten derde dat Hy sy Gees as waarborg na ons toe stuur deur wie se krag ons soek na wat daar bo is, waar Christus is en aan die regterhand van God sit, en nie na wat op die aarde is nie.

 

Jesus moet na die hemel opvaar. Sy werk as Verlosser kan nie  sonder  nie.  Jesus moet na die hemel opvaar omdat ons nie self tot die hemel kan opklim nie. Sonder Hom kan ons daar nie kom nie. Is daar vir ons geen toegang tot die hemel nie. Dis Jesus Christus wat na Sy opstanding nog na die hemel moet gaan om daar vir elke gelowige 'n plek te reserveer. Om vir elkeen 'n ereplek, 'n koningsplek gereed te maak. Van die gelowiges lees ons in Ef 2 dat God hulle saam met  Christus  lewend  gemaak het en saam met Hom opgewek en saam laat sit het in die hemele in Christus Jesus." (vers 5)

Wanneer die Here Jesus na Sy opstanding vir altyd op die aarde sou gebly het sou die hemel vir altyd vir ons toegesluit  wees. Dan sou die geskiedenis ook nie na die nuwe hemel en aarde op pad gegaan het nie. Dan sou die klok van God se plan tot stilstand gekom het. Dan sou Sy werk nie regtig tot  die  doelwit  gekom het nie. Dan sou ons as mense nog magteloos  gestaan het. Want  ook  dan  sou  dit vir ons onmoontlik  wees om in eie krag die hemel op aarde te skep. Ook  dan  sou dit vir ons nie moontlik wees om 'n volmaakte wêreld  te  bou nie. Ook sou ons dit nie kon regkry om ons liggame so te verander dat ons hulle vir siekte en dood immuun  gemaak  het nie.  Mense kan nie die volmaakte stad en wêreld  bou  nie.  Mense kan nie self vir die betaling van hulle skuld sorg nie.  Mense kan nie self hulle tot kinders van God verander nie. Om mense regtig hoop en uitsig te gee is Jesus se hemelvaart nodig. Die HERE beklemtoon ook deur hierdie heilsfeit dat ons nie vir ons eie heil, ons eie geluk kan sorg nie. Ons het daarvoor God, ons het daarvoor Jesus  Christus nodig.  Alleen deur en met Christus kan ons leer om op aarde hemels te lewe.

 

VRIJMOEDIG VOOR CHRISTUS STAAN

 

 “En nu, lieve kinderen, blijf in Hem, opdat wij vrijmoedigheid hebben, wanneer Hij geopenbaard zal worden, en niet door Hem beschaamd gemaakt worden bij Zijn komst.” 1 Johannes 2:28

 

 Johannes geeft weer stem aan zijn verhouding van liefde voor de mensen aan wie hij schrijft. Als geestelijke vader geeft hij echt om ze. Die liefde wordt gedragen door de band aan Christus. Hij roept hen aan wie hij schrijft  op om in Christus te blijven. Om dus door de Geest geleid te blijven bij de  Christus zoals we van Hem lezen in Gods eigen Woord. Zo is en blijft er de gemeenschap met God en met elkaar.

We lezen hier ook waarom dit uiteindelijk zo belangrijk is. Dat heeft alles te maken met de dag dat Jezus Christus op de wolken terugkomt. Dan is er voor iedereen het definitieve oordeel door Christus als de Rechter die in grote heerlijkheid en glans naar de aarde komt. Toen de Zoon van God mens werd en in Bethlehem geboren werd, was dat voor veel mensen heel onopvallend. De Zoon werd mens in een arm gezin. Hij groeide op in een dorp in het noorden van Israël dat niet erg positief bekend stond.

Het zal zo anders zijn als de Here Jezus terugkomt. Op de wolken. Iedereen die eens op aarde geleefd heeft zal Hem zien. In grote heerlijkheid. Omringd door ontelbaar veel engelen.  Zie hiervoor o.a. Mattheus 24;30,31; 25:31-46; 2 Tessalonicenzen 1:7-9; Openbaring 1:7,8.

Wanneer Christus terugkomt en openbaar recht gaat spreken, wordt duidelijk wie het in vrede voor altijd leven bij God zal ontvangen en wie niet. Wie kan dan met vrijmoedigheid voor de troon van Christus verschijnen en niet?

Het blijven in Christus nu is zo belangrijk omdat het beslissend is voor de vraag of je ‘vrijmoedig’ voor Hem kunt staan bij Zijn terugkeer of niet.  Vrijmoedig betekent dat je niet bang hoeft te zijn. Dat je ontspannen bent op de dag van Christus’ terugkeer.  Dat je in alle eerbied en liefde voor Christus staat zonder angst te kennen voor een veroordeling tot de eeuwige dood door Hem.

 

LEEF UIT DIE HEMELSE NORM

 

“Watter nut het die hemelvaart van Christus vir ons?

Ten eerste dat Hy in die hemel ons Voorspraak by die Vader is. Ten tweede dat ons ons menslike natuur in die hemel as 'n betroubare waarborg het dat Hy, as die Hoof; ook ons, sy lede, na Hom toe sal neem.  Ten derde dat Hy sy Gees as waarborg na ons toe stuur deur wie se krag ons soek na wat daar bo is, waar Christus is en aan die regterhand van God sit, en nie na wat op die aarde is nie.” Vraag en antwoord 49

 

Kolossense 3 begin met die woorde:  "As julle dan saam  met  Christus opgewek is, soek  die  dinge  daarbo waar Christus  is en aan die regterhand van God sit.  Bedink die  dinge wat daarbo is, nie wat op die aarde is nie." (vers 1,2)  Wanneer jy nou na Sondag 18 kyk en jy lees die laaste gedeelte  van  antwoord 49 sien jy dat hier amper woordelik na Kolossense  3 verwys word. Die nut van Jesus se hemelvaart is o.a. dat Hy vanuit die hemel die Heilige Gees gestuur het en dat ons daardeur op die gebed die hulp van die Heilige Gees  kry waardeur ons leer soek wat in die hemel is en nie  wat op die aarde is nie.

Hierdie woorde klink bekend maar wat beteken dit nou?  Baie mense het hieruit die gevolgtrekking gemaak dat die lewe op aarde minderwaardig is. Dat jou daaglikse werk niks anders as  'n  noodsaaklike  kwaad  is om in lewe te bly en verder geen waarde het nie. Die gevolg van hierdie gedagte was dat 'n  teenstelling tussen die geestelike lewe en die gewone lewe  gemaak  is.  Dat mense geleef het uit ’n teenstelling tussen natuur en genade. Dit is nou juis nie die bedoeling nie. Wanneer mense in Kol 3 verder lees word dit al dadelik duidelik.

Wat  beteken  dit dat ons die dinge moet soek en bedink wat daarbo is? Dit beteken dat die norm vir ons lewe op hierdie aarde deur ons nie in onsself,  by mense gesoek word nie. Die norm vir ons daaglikse lewe op aarde soek ons in die hemel, soek ons by Christus wat as die Koning vanuit die hemel  regeer. Ons moet op Christus let wat in die hemel is om te kan raak sien wat die goeie, die normale lewe is. Dit ontdek jy net wanneer Christus jou Redder en Here is. 

 

BANG OF VRIJMOEDIG

 

“En nu, lieve kinderen, blijf in Hem, opdat wij vrijmoedigheid hebben, wanneer Hij geopenbaard zal worden, en niet door Hem beschaamd gemaakt worden bij Zijn komst.” 1 Johannes 2:28

 

Wie niet volgens het door God gegeven getuigenis leeft, wie niet volgens Gods eigen Woord aan Christus en aan Hem verbonden is, heeft alle reden om bang te zijn wanneer de Here Jezus terugkomt. We lezen dat op een heel indrukwekkende manier in Openbaring 6:15-17: “En de koningen van de aarde, de groten, de rijken, de oversten over duizend, de machtigen en alle slaven en vrije mensen verborgen zich in de grotten en tussen de rotsen in de bergen. En zij zeiden tegen de bergen en de rotsen: Val op ons en verberg ons voor het aangezicht van Hem Die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam. Want de grote dag van Zijn toorn is aangebroken en wie kan dan staande blijven?”

De Here Jezus zal voor ieder mens als de Zoon van God, die Zijn leven heeft gegeven tot verzoening met God voor de gelovigen, geopenbaard worden. Op de dag dat Hij terugkomt zal iedereen Hem zo zien. Ontkennen of er anders tegenaan kijken is dan onmogelijk geworden.

De gelovigen die op Christus hebben gebouwd volgens het oor en ooggetuigenis van de apostelen. Die volgens Gods hele Woord hebben geleefd, hebben gemeenschap met de Zoon en de Vader. Zij mogen weten dat Christus voor hen op de dag van Zijn terugkeer niet alleen hun Rechter is maar ook hun Verlosser. Christus pleit voor wie echt op Hem gebouwd hebben tijdens hun leven op aarde. Zie o.a. Mattheus 10:30-32. Hier lees je ook dat wie niet op de Christus van Gods eigen Woord gebouwd heeft, veroordeeld zal worden.

Vrijmoedigheid en daarom ook uitzien naar de dag van Christus’ terugkeer kan er bij de gelovigen zijn omdat ze Christus kennen als de Verlosser van hun zonden en schuld. In de Heidelbergse Catechismus is dit heel mooi weergegeven in Zondag 19: “Welke troost schenkt u de wederkomst van Christus om te oordelen de levenden en de doden? Dat ik in alle droefheid en vervolging met opgeheven hoofd juist Hem als rechter uit de hemel verwacht, die Zich eerst om mij voor Gods rechterstoel gesteld en heel de vloek van mij weggenomen heeft.” Vraag en antwoord 52.

Christus werk zorgt dat de gelovigen vrijmoedig dus zonder angst zijn als de Here Jezus op de wolken terugkomt.

Dan sta je niet beschaamd. Dan worden de gelovigen volgens Gods belofte gered en komen in het volle eeuwige leven te staan. Wie zijn of haar eigen beeld van God en Jezus is gevolgd, komt dan wel beschaamd uit. Openlijk wordt dan voor de hele wereldbevolking duidelijk gemaakt waarom het rechtvaardig is dat je het eeuwige leven niet binnengaat. Een levende tekening daarvan vinden we in Mattheus 25:31-46.

 

HEMELVAART EN DIE DOODMAAK VAN MY EIE SONDIGE EK

 

“Watter nut het die hemelvaart van Christus vir ons?

Ten eerste dat Hy in die hemel ons Voorspraak by die Vader is. Ten tweede dat ons ons menslike natuur in die hemel as 'n betroubare waarborg het dat Hy, as die Hoof; ook ons, sy lede, na Hom toe sal neem.  Ten derde dat Hy sy Gees as waarborg na ons toe stuur deur wie se krag ons soek na wat daar bo is, waar Christus is en aan die regterhand van God sit, en nie na wat op die aarde is nie.” Vraag en antwoord 49

 

Die norm vir ons daaglikse lewe op aarde soek ons in die hemel, soek ons by Christus wat as die Koning vanuit die hemel regeer. Ons  kan die woord normaal op twee maniere  gebruik. Jy kan dit gebruik en daarmee bedoel wat gebruikelik binnen ’n bepaalde groep is. Nogtans is die  eintlike betekenis van hierdie woord nie wat gebruiklik is nie.  Die eintlike betekenis is dit wat volgens ’n bepaalde norm goed is. Dit is normaal  vir 'n christen,  vir 'n kind van God dat hy of sy steeds weer na die wil van Christus vir sy of haar lewe op aarde vra.  Die lewe op aarde is nie minderwaardig nie. Ons moet leer om deur die krag van die Heilige Gees, wat Jesus vanuit die hemel uitgestort het, die lewe van elke dag op aarde te heilig.  Wanneer Paulus skryf dat 'n mens nie moet soek  wat  op  die  aarde is nie gaan dit om sonde,  om die aantrekkingskrag  van die sonde  waaraan ons op  aarde blootgestel word. Nie die  aarde self is minderwaardig en verwerplik nie maar die sonde wat daar heers. Dit is die bedoeling wat die eerste verse van Kol 3 en dus ook van die Kategismus. Dit  lees ons duidelik in vers 5-7 van Kol 3. Wat moet die mense, wat moet ons wat op die aarde lewe doen?  Dit:  "Maak dood dan julle lede wat op die aarde is,  naamlik hoerery,  onreinheid, hartstog, slegte begeertes en gierigheid,  wat afgodediens is, waardeur die toorn van God oor die kinders van die ongehoorsaamheid kom, waarin julle ook vroeër gewandel het toe julle daarin geleef het."

 

DODENHERDENKING

 

“Jezus antwoordde hun: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ieder die de zonde doet, is een slaaf van de zonde. En de slaaf blijft niet eeuwig in het huis; de zoon blijft er eeuwig. Als dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult u werkelijk vrij zijn.” Johannes 8:34-36

 

Vandaag en morgen staan in ons land in het teken van vrijheid. Bevrijding van onderdrukking. Mensen ook die hun leven gegeven hebben voor die vrijheid. Dank aan de HERE dat Hij ons land en volk die vrijheid gegeven heeft. Om niet onderdrukt te worden. Om in vrijheid  naar Zijn evangelie te kunnen leven en kerk van Christus te kunnen zijn.

Betekent vrijheid nu ook dat ik bijna  altijd kan doen waar ik zin in heb? Wie de poster ziet die onder anderen door Forum van Democratie is uitgebracht zie je dat die vrijheid om te kunnen doen wat jij maar wilt verward wordt met vrijheid van onderdrukking. Juist als christen gaat het ons niet om de vrijheid om maar te kunnen doen wat me maar willen. Daarover gaat het ook niet als Christus zegt dat we echt vrij zijn als we door Hem vrijgemaakt zijn. Dan gaat het er om dat we vrijgemaakt zijn van de zonde en de duivel als slavendrijver. Niet vrij om maar te doen wat wij willen. Ook Paulus wijst daarop  wanneer hij met veel nadruk er op gewezen heeft dat we vrij zijn in Christus en die vrijheid ook niet mogen opgeven. Wanneer hij dat geschreven heeft, volgt om alle misverstand weg te halen: “Want u bent tot vrijheid geroepen, broeders, alleen niet tot die vrijheid die aanleiding geeft aan het vlees; maar dien elkaar door de liefde. Want de hele wet wordt in één woord  vervuld, namelijk hierin: U zult uw naaste liefhebben als uzelf.” Galaten 5:13,14

Cultuurchristendom zoekt de vrijheid om te kunnen doen wat je maar wil en meent dat dit de echte vrijheid is. Wie echt luistert naar Christus en Hem volgt, zoekt door Christus de vrijheid om eigen zondige hart niet te volgen. Om vrij te zijn om gebonden te zijn aan de HERE en Zijn wil en laat zich ook beperkingen opleggen uit liefde voor de naaste. Dat is nog eens vrijheid. We zijn dankbaar dat er mensen waren die daarvoor hun leven hebben willen geven.  

 

BEVRIJDINGSDAG

 

“Jezus antwoordde hun: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ieder die de zonde doet, is een slaaf van de zonde. En de slaaf blijft niet eeuwig in het huis; de zoon blijft er eeuwig. Als dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult u werkelijk vrij zijn.” Johannes 8:34-36

Bevrijdingsdag. Gisteren zagen we dat bevrijding in de Bijbel betekent dat je bevrijd bent van iets. Bevrijd van de slavernij aan de zonde. Bevrijd van de slavendrijver de duivel. Toch is de echte bevrijding meer. Wat betekent het voor ons dat we in ons land de vrijheid hebben om te spreken? Wat betekent het voor ons dat we de vrijheid hebben om in ons land te gaan en te staan waar we willen. Zelfs weer 24 uur per dag nu de avondklok er af is.

Het is voor wie Christus kent en volgt een vrijheid tot een openlijk leven in dienst van Christus. Het is de geweldige mogelijkheid om de mensen te vertellen hoe geweldig het is om binnen de goede ruimte van Gods geboden met Christus te leven. Een leven waar Gods straf niet meer over je leven ligt. Een leven dat goed is omdat je leeft met die God die echt je het allermooiste en beste geeft wat er is. Die ene God die ondankbare en zondige mensen de goede weg wijst. Die laat zien en ook waarmaakt dat wie Christus volgt, wie eigen zonden belijdt op weg is naar een leven zo goed als we het ons zelfs op deze wereld niet kunnen voorstellen. We leven in een bevrijd land waarin nog zo veel mensen in die vrijheid slaaf van eigen zondige hart zijn. Wat hebben we een geweldige boodschap. We zijn gelovigen en kerk van Christus om met woorden en daden het echte goede nieuws naar mensen om ons heen te brengen. Daarvoor zijn we op de wereld. We lezen dat bijvoorbeeld in  1 Petrus 2:9,10: “Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht, u, die voorheen geen volk was, maar nu Gods volk bent; u, die zonder ontferming was, maar nu in ontferming aangenomen bent.”

We hebben vrijheid om voluit Christus’ getuigen in deze wereld te zijn.

 

UIT GOD GEBOREN

“Als u weet dat Hij rechtvaardig is, dan weet u dat ieder die de rechtvaardigheid doet, uit Hem geboren is.”  1 Johannes 2:29

 

In dit vers worden we weer helemaal in het heden gebracht. Wanneer je om je heen kijkt, wanneer je met allerlei mensen te maken krijgt, wie horen er dan bij God? Wie zijn dan kinderen van de Vader? Heel concreet was dat ook voor de mensen die deze brief lezen want zijn de mensen die weggegaan zijn en aan hen trekken ook kinderen van God? Zijn zij ook kinderen van God die in hun leven Gods geboden naast zich neer leggen?

Johannes geeft hier een duidelijk en belangrijk antwoord. Zij die rechtvaardig leven, zij die volgens Gods geboden met liefde leven, zijn kinderen van God. Zij leven niet rechtvaardig omdat ze dat van zichzelf hebben. Nee, ze zijn uit God geboren.

Belangrijk hierbij is wat we in het Johannesevangelie lezen:

Johannes 1:12,13: “Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; die niet uit bloed, niet uit de wil van vlees en ook niet uit de wil van een man, maar uit God geboren zijn.”

Johannes 3:3-6: “Jezus antwoordde en zei tegen hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien.  Nicodemus zei tegen Hem: Hoe kan een mens geboren worden als hij oud is? Hij kan toch niet voor de tweede keer in de buik van zijn moeder ingaan en geboren worden? Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan.
Wat uit het vlees geboren is, is vlees; en wat uit de Geest geboren is, is geest.”

Om kind van God te zijn moeten we nieuwe mensen worden. Mensen die niet eigen baas meer willen zijn maar kind van God met een nieuw hart dat ons van God, van boven gegeven wordt. Dat wil de Geest ons geven door het geloof. Letterlijk wordt in Johannes 3 dan ook gesproken over het van boven af, dus vanuit de hemel geboren worden. Wie door de Geest een nieuw mens geworden is,  wil dan ook leven zoals zijn of haar Vader dat wil en zoals jezus dat heeft gedaan. Verbonden zijn met de Zoon en de Vader betekent dat je graag wilt dat Vaders wil wet in jouw leven is. Dat je graag volgens Zijn geboden wilt leven. Dat je juist de strijd met je eigen verkeerde verlangens, gevoelens en daden aangaat in de kracht van de Geest. Om jezelf te verloochenen en al meer met liefde als kind van God te leven. 

 

DIE GEWONE LEWE NIE VERAG NIE

 

“Watter nut het die hemelvaart van Christus vir ons?

Ten eerste dat Hy in die hemel ons Voorspraak by die Vader is. Ten tweede dat ons ons menslike natuur in die hemel as 'n betroubare waarborg het dat Hy, as die Hoof; ook ons, sy lede, na Hom toe sal neem.  Ten derde dat Hy sy Gees as waarborg na ons toe stuur deur wie se krag ons soek na wat daar bo is, waar Christus is en aan die regterhand van God sit, en nie na wat op die aarde is nie.” Vraag en antwoord 49

 

Koning Christus roep ons nie op om die aarde en die lewe op die  aarde te verag nie. Ons mag van die lewe op aarde hou wanneer ons dit in diens van Koning Christus wil heilig. Dan is dit juis die HERE se norm vir die lewe wat al hoe meer beslag op ons lewe begin lê.  Dan word jou lewe,  dan word  die lewe van ons as gemeente al hoe meer die normale lewe, al hoe meer die heerlike lewe. Die lewe soos die HERE dit by die skepping bedoel het. Die lewe waarin Christus as die Koning erken word, die egte christelike lewe is die normale, goeie lewe. Dan leef jy, dan leef ons vir die Koning. Dan wil ons alles in ons lewe onder Christus se norm bring. Dan kring Christus se heerskappy vanuit Sy kerk, vanuit die prediking uit. Dan gaan dit die opvoeding, die onderwys aan ons kinders, ons manier van werk, ons plek in samelewing, ons getuienis in allerhande verbande beheers. Dan is die kerk geen vereniging van mense wat godsdienstig besig  wil wees een daarvan so 'n lekker gevoel oorhou nie.

Nee,  dan wil ons in die diens van Koning Christus op veroweringstog vir die Koning. Omdat ons Sy eer soek. Hierdie Koning  wil jou en my in Sy leër gebruik.  Hy wil jou en my geskik  maak om in Sy diens te stry.  Hy doen dit deur Sy Gees wat God se Woord gebruik om jou die wapens in hande te gee wat jy nodig het. Wanneer jy, wanneer ons saam stry dan is dit Koning Christus wat steeds weer ons Voorspraak is en daarvoor  sorg  dat  ons  sondes ons nie by Hom en Sy Vader weghou nie. Wanneer jy regtig met Christus lewe en vir Hom en Sy Koninkryk stry, waarborg Hy deur Sy lyding nou vir jou dat  jy  eendag by Hom in die hemel mag wees.  Dat jy selfs eendag  saam  met  Hom en Sy Vader die ewige rus op die nuwe aarde en hemel mag geniet.  Dan het aarde en hemel een geword. In die ewige rus mag jy dan elke oomblik vir die HERE werk sonder dat dit jou moeg maak. Dit maak jou dan elke  sekonde wonderlik bly. Laat ons as onderdane van Koning Christus leef. Tot God se eer.

 

LET OP!

 

“Zie, hoe groot is de liefde die de Vader ons gegeven heeft: dat wij kinderen van God worden genoemd. Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent.” 1 Johannes 3:1

Johannes vraagt met het woordje ‘zie’ speciale aandacht voor wat hij nu schrijft. Je ziet hier hoe Johannes vol verwondering en bewondering is. De blijde verbazing over Gods weg met mensen brengt hem tot een uitroep die de grootheid van God en Zijn liefde bejubelt. De echte liefde is door de Vader in de hemel gegeven. Dat is heel anders dan wat de groep die weggegaan is, beweert. Zij leren dat je door een speciale kennis buiten het Woord om in die liefde deelt. Johannes laat zien dat het anders is. De liefde van God houdt namelijk in dat we als gelovigen die leven vanuit Gods getuigenis in de Bijbel kinderen van God zijn. Het gaat niet om een speciale kennis buiten het Woord om.

We worden kinderen van God genoemd. Dat wil niet zeggen dat anderen dit zeggen maar het niet helemaal zeker is. De Geest laat hier zien dat wie gelooft in de Christus die in het Woord van God ons wordt getekend echt kind van God is! Dat dit het grote wonder in je leven is. Ook als de engel Gabriël de geboorte van de Verlosser uit Maria aankondigt lezen we deze formulering. In Lukas 1:32,33: “Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven, en Hij zal over het huis van Jakob Koning zijn tot in eeuwigheid en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde komen.”

Johannes zegt vanuit zijn verwondering: Mensen moet je eens kijken hoe groot Gods liefde is! Gewoon bijna niet te geloven. Wij mogen zelfs Gods kinderen zijn. Door Zijn liefde, door Zijn werk in ons, door Zijn Geest die de gelovigen tot nieuwe mensen gemaakt heeft.

 

PLOTSELINGE VERANDERING

 

“Hoe word jy getroos deur die wederkoms van Christus om die lewendes en die dooies te oordeel?

Dat ek in alle droefheid en vervolging dieselfde Persoon met gespanne verwagting as Regter uit die hemel verwag wat Hom tevore in my plek voor die regbank van God gestel en alle vervloeking van my weggeneem het. Verder: dat Hy al sy en my vyande in die ewige verdoemenis sal werp, maar my, saam met al die uitverkorenes, na Hom in die hemelse blydskap en heerlikheid saamneem.”

Sondag 19 Vraag en antwoord 52

 

Ons sien op hierdie wereld dat allerhande dinge ontwikkel word. Die mens kan steeds meer dinge doen. Dit kan ons baie  beindruk.  Ondanks  dat dit ons beindruk is dit onmoontlik dat die mens vir 'n nuwe en volmaakte wereld kan sorg.  Ons sien dat die mens tot steeds meer dinge in staat is en daardeur ook al hoe meer ellende op hierdie wereld kan veroorsaak.  Die mens kan baie maar homself kan hy nie verander nie. Die oorsaak van alle ellende die sonde daarvan kan die mens homself nie bevry nie. Daarom is dit nodig dat die HERE  ingryp.  Daarom is dit nodig dat die HERE eendag  'n plotselinge, skokkende verandering teweegbring. Hierdie verandering  is  vir die hele  wereld en vir alle mense van groot betekenis. Dat die dag sal kom het die Here Jesus in aansluiting by wat die HERE al in die Ou Testament gesê het verkondig.  Dat die HERE vir 'n nuwe skepping sal sorg hoor ons o.a.  uit die mond van die profeet Jesaja. In Jesaja 65 lees ons dat die HERE sê: "Want kyk, Ek skep nuwe hemele en 'n nuwe aarde,  en aan die vorige dinge sal nie gedink word en hulle sal in die hart nie opkom nie." (vers 17)

Die Here  Jesus sê oor die dag waarop dit sal gebeur o.a: "En  daar sal tekens wees aan son en maan en sterre, en op die aarde benoudheid van nasies in hulle radeloosheid, wanneer see en branders dreun, en mense se hart beswyk van vrees en  verwagting van die dinge wat oor die wereld kom.  Want die kragte van die hemele sal geskud word. En dan sal  hulle die Seun van die mens sien kom in 'n wolk, met groot  krag en heerlikheid." (Luk 21: 25-27)

Op  die dag datdie Here Jesus terugkom sal die ou skepping   heeltemal  gesuiwer  word en sal op die gesuiwerde skepping 'n nuwe skepping verskyn. Dit het die HERE ons beloof. Hy wat die Skepper van alle dinge is en die enigste en ewige God.

 

KIND VAN GOD ZIJN EEN WONDER

 

“Zie, hoe groot is de liefde die de Vader ons gegeven heeft: dat wij kinderen van God worden genoemd. Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent.” 1 Johannes 3:1

 

Kind van God zijn. Kind van God geworden zijn! Dat was na de zondeval namelijk geen enkel mens meer. Na de zondeval komen alle mensen in de wereld met een hart dat zich tegen God en Zijn wil verzet.  De enige uitzondering is Jezus Christus. Hij is de Zoon van God die mens wordt. Het is de Geest die Hem als mens in de maagd Maria verwekt om er voor te zorgen dat Hij als een mens in de wereld komt die vanaf het begin vol liefde voor de hemelse Vader leeft. Hij is het die naar de wereld gekomen is om er voor zorgen dat mensen weer kinderen van God kunnen worden. Zo lezen we dat ook in Johannes 1: “Hij kwam tot het Zijne, maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden,   namelijk die in Zijn Naam geloven; die niet uit bloed, niet uit de wil van vlees en ook niet uit de wil van een man, maar uit God geboren zijn. En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond  (en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader), vol van genade en waarheid.” Vs 11-14

De kinderen van God komen door het werk van God in hen tot een nieuw leven. Een leven waarin ze zich aan God als hun Vader mogen toevertrouwen. Dat is niet maar toekomstmuziek. Wie in Jezus Christus gelooft, heeft nu al de verbondenheid aan God als Vader.  Die is nu al kind van God. In de meeste vertalingen lezen we dat dit in dit vers benadrukt wordt met de woorden: “En dat zijn wij ook!” Deze laatste woorden komen in allerlei handschriften voor maar worden in een groot deel ook gemist. Ook zonder deze woorden is duidelijk dat de Geest aangeeft dat wie op grond van Gods getuigenis Jezus Christus aanneemt als zijn of haar Verlosser kind van God is. 

 

WIE IS VYANDE?

 

“Hoe word jy getroos deur die wederkoms van Christus om die lewendes en die dooies te oordeel?

Dat ek in alle droefheid en vervolging dieselfde Persoon met gespanne verwagting as Regter uit die hemel verwag wat Hom tevore in my plek voor die regbank van God gestel en alle vervloeking van my weggeneem het. Verder: dat Hy al sy en my vyande in die ewige verdoemenis sal werp, maar my, saam met al die uitverkorenes, na Hom in die hemelse blydskap en heerlikheid saamneem.” Sondag 19 Vraag en antwoord 52

 

Die gelowiges het na Christus se hemelvaart in die  verwagting van Christus se terugkeer geleef.  Hulle het dit ook vir ander mense vertel. Hulle het dit verkondig. Hulle het dit verkondig om die ongelowiges  duidelik  te maak dat as hulle hul lewe nie verander nie dat hulle dan deur God se ewige straf getref sal word. Dat  hulle dan op die dag van Christus se terugkeer openlik  veroordeel sal  word.  Hulle het ook die troos van hierdie  dag  vir elkeen wat glo vir die mense verkondig.  Oor die wonderlik troos spreek vraag en antwoord 52.  Vir die gelowiges sal die dag dat die Here Jesus terugkom heerlik wees.  As jy vandag met al jou gebreke en sonde Christus soek, as jy uit liefde tot die HERE leef en jou op die ontmoeting  voorberei, leer mjy na die dag van die wederkoms verlang.  Dan is dit nie nodig vir daardie dag  om bang te wees nie.  Dan sal jy op daardie dag ook nie bang wees nie maar blyer wees as jy hier op aarde ooit was.  Bly dat jy jou Redder mag ontmoet.   Dat  jy by Hom mag wees.  Dat jy saam met Hom in  volmaakte heerlikheid mag lewe. Dan is daar niks en niemand meer aanwesig wat jou lewe swaar kan maak nie.  Al jou en God se vyande het dan vir altyd van die aarde af verdwyn. Daarmee bedoel die Kategismus  nie dat die HERE vir jou sal vra wat jou vyande is en hulle dan sal straf nie. Die Kategismus sê: Verder dat Christus  al  Sy en my vyande in die ewige verdoemenis sal werp. Eerste word Christus se vyande genoem.  Christus se vyande is ook my vyande. Want wie as gelowige leef het Christus lief en daarom is 'n vyand van Christus ook my vyand.  Vir die gelowiges is die dag dat die Here Jesus terugkom 'n heerlike dag. Ons leef dan regtig in vryheid.

 

HEMELVAARTSDAG

 

“En nadat Hij dit gezegd had, werd Hij opgenomen terwijl zij het zagen, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen.” Handelingen 1:9

 

Zomaar een paar heerlijke feiten voor wie in geloof met Christus verbonden zijn die in de hemel is.

  1. De Here Jezus doet wat volgens ons onmogelijk is. Zonder raket van de aarde loskomen en naar een bestemming buiten de aarde reizen. De wet van de zwaartekracht kan Hem niet tegenhouden. Jezus Christus laat zien dat Hij God is. Dat Hij boven de schepping en elk schepsel staat. Aan Hem kun je jouw leven toevertrouwen. Bij Hem ben je veilig voor alle gevaren die in deze schepping op je afkomen. Bij Hem kun je schuilen. Bij Hem ben je voor altijd geborgen in Gods bescherming en veiligheid.
  2. Christus is naar de hemel gegaan om vanuit de hemel te regeren. Hij zit in de troon aan de rechterhand van de Vader. Hoe corrupt, hoe onbetrouwbaar regeerders op deze wereld ook zijn toch gaat de geschiedenis onder de regering van Christus op weg naar Gods doel. Dat is vast en zeker. De geschiedenis onder menselijke regeerders is uitzichtloos. Brengt mensen tot wanhoop. De regering van Christus geeft zelfs in de wanhoop echte hoop en toekomst. Bij Hem is er de weg uit onrecht, corruptie en verdrukking.
  3. Jezus Christus is naar de hemel gegaan om terug te komen. Hij komt op de wolken met heerlijkheid terug. Dan verdwijnt alle onrecht van de aarde. Dan ga je zien dat de door Hem verdiende vergeving je een leven met ziel en lichaam geeft wat niet beter kan. Dat nooit meer verstoord wordt door zorgen en verdriet. Wat is het goed om in geloof Hemelvaartsdag te vieren met echt hoop en uitzicht. Door de HERE uit genade gegeven.   

 

CHRISTUS SE TERUGKEER UITGESTEL?

 

“Hoe word jy getroos deur die wederkoms van Christus om die lewendes en die dooies te oordeel?

Dat ek in alle droefheid en vervolging dieselfde Persoon met gespanne verwagting as Regter uit die hemel verwag wat Hom tevore in my plek voor die regbank van God gestel en alle vervloeking van my weggeneem het. Verder: dat Hy al sy en my vyande in die ewige verdoemenis sal werp, maar my, saam met al die uitverkorenes, na Hom in die hemelse blydskap en heerlikheid saamneem.” Sondag 19 Vraag en antwoord 52

 

Die eerste christelike kerk het verkondig dat die Here Jesus terugkom.  Wanneer hulle dit al verskeidende jare op dieselfde  plek verkondig het kom sekere  mense met opmerkings. Hulle wil Christus nie volg nie. Hulle spot met Christus. Hulle spot daarmee dat die kerk verkondig dat Jesus sal kom om die lewendes en die dooies te oordeel. Dit het die kerk nou al jare gesê en nog het dit nie gebeur nie!   Waar bly die wederkoms?  Hoe moet hulle daarop reageer?

Uit  wat ons in 2 Petrus 3 lees, kry ons die indruk dat sommige  lidmate van die  gemeente  aan  wie Petrus skryf as antwoord gegee het dat die Here die dag van Christus se terugkeer uitgestel het. Dat Hy die uitvoering van Sy belofte vertraag  het. Petrus maak duidelik dat dit nie die regte antwoord is nie.  Hy skryf in vers 8,9:  "Maar laat hierdie  een ding julle nie ontgaan nie,  geliefdes, dat een dag by die  Here  soos duisend jaar is en duisend jaar as een dag. Die  Here vertraag nie die belofte soos sommige dit vertraging  ag  nie,  maar Hy is lankmoedig oor ons en wil nie hê dat  sommige moet vergaan nie, maar dat almal tot bekering moet kom."

As  mense  vir  ons  sê:  ‘Waar  bly  nou die terugkeer van Christus?  As hulle sê: ‘Dit is nou al 2000 jaar na Christus en nog het die nuwe wereld nog nie gekom nie. Op hierdie wêreld  is  altyd nog baie ellende.’  As dit gesê  word  moet ons nie oor uitstel praat nie.  Ons moet hierdie mense en onsself steeds weer die erns van Christus se terugkoms voorhou. Sy koms word nie uitgestel nie. Elke dag moet jy en ek gereed wees. Daarom moet ons ons altyd weer beproef of ons Christus vandag kan ontmoet. Ons steeds weer bedink wat ons in Efese 4: "laat die son nie ondergaan  oor julle toorn nie;  en gee aan die duiwel geen plek nie." (26,27)

Môre meer.

 

DIE HERE VERTRAAG NIE

 

“Hoe word jy getroos deur die wederkoms van Christus om die lewendes en die dooies te oordeel?

Dat ek in alle droefheid en vervolging dieselfde Persoon met gespanne verwagting as Regter uit die hemel verwag wat Hom tevore in my plek voor die regbank van God gestel en alle vervloeking van my weggeneem het. Verder: dat Hy al sy en my vyande in die ewige verdoemenis sal werp, maar my, saam met al die uitverkorenes, na Hom in die hemelse blydskap en heerlikheid saamneem.” Sondag 19 Vraag en antwoord 52

 

Die  HERE  vertraag nie  Sy  belofte  nie.  Christus kom op die vasgestelde tyd terug. Geen oomblik eerder of later nie. Ons kan  die  dag  nie  bereken  nie omdat God se tydberekening  heeltemal  anders  is as die van ons.  Een dag soos duisend jaar en duisend jaar soos een dag.  Dit maak duidelik dat ons die dag nie kan bereken nie. Die HERE werk aan Christus  se  terugkeer en dit sal sekerlik  op  die  deur God vasgestelde tyd gebeur.  Elkeen wat op aarde geleef het, sal  Jesus met eie oe sien terugkeer.  Ook die mense wat met Christus se terugkeer gespot het en Hom laat doodmaak het. Ons lees dit in Openbaring 1:7 so:  "Kyk,  Hy kom met die wolke, en elke oog sal Hom sien,  ook hulle wat Hom deursteek het;  en al die geslagte van die aarde sal oor Hom rou bedryf; ja amen."

Op die dag dat die Here Jesus terugkom, sal elkeen wat op aarde geleef het opstaan. Sowel die gelowiges as die ongelowiges sal dan weer 'n liggaam kry. Die ongelowiges bly dan op die aarde  agter  maar die gelowiges sal van die aarde opvaar die Here Jesus tegemoet. Die ongelowiges sal die Here Jesus dan saam met die kerk van alle tye sien kom.  As die Here Jesus dan  saam  met God se volk op die aarde teruggekeer het, sal Hy oor elkeen die oordeel uitspreek.

Die  Here Jesus kom as die Regter van die hemel na die aarde. Wanneer  Hy op aarde teruggekeer het, sal die hele wêreldbevolking  vir Hom versamel wees. Niemand sal ontbreek nie. Niemand kan homself wegsteek nie. Die engele sal daarvoor  sorg dat elkeen dan voor Christus se troon staan.  Dan sal Christus oor al die miljarden mense die regverdige oordeel uitspreek. Wat is nou die funksie van hierdie oordeel?  Die volgende keer meer oor die funksie van hierdie oordeel.

 

DE GROOTHEID VAN GODS LIEFDE

 

“Zie, hoe groot is de liefde die de Vader ons gegeven heeft: dat wij kinderen van God worden genoemd. Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent.” 1 Johannes 3:1

 

Juist het kind van God zijn en zo leven, zorgt er voor dat er een scheiding door de mensheid loopt. De wereld dat is de wereld, die door de zonde en de duivel beheerst wordt, begrijpt niet wat de kinderen van God bezielt. Zie hierbij ook 3:13; 4:5; 5:19. Ze staan tegenover de wil van God en daarom ook tegenover de kinderen van God die volgens Gods wil willen leven. Het werk van God waardoor we nieuwe mensen worden, zorgt er voor dat er een tegenstelling komt onder de mensen. Wat ook wel de antithese genoemd wordt. Zonder dat dit betekent dat de kinderen van God de andere mensen niet met liefde zouden benaderen. Bij het leven volgens Gods wil hoort dat we liefde willen bewijzen aan elke naaste op onze levensweg. Ook dat hoort bij het leven als mens die opnieuw geboren is. Van boven af. Door God.

Dat betekent ook dat er de strijd komt die al in Genesis 3 is aangekondigd: “En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht; Dat zal u de kop vermorzelen, en u zult Het de hiel vermorzelen.” vs 15

De Here Jezus maakt ook duidelijk dat Gods volk en de wereld tegenover elkaar komen te staan omdat de wereld dat leven en de manier van leven van Gods kinderen niet begrijpt. Van de eerste christenen in de Romeinse tijd werd vanwege hun manier van leven en waar ze zich van onthielden wel gezegd dat ze vijanden van de mensheid waren. Dat zorgde meerdere keren voor haat en vervolging van de kant van de omgeving. De Here Jezus wijst daar al op in Johannes 15: “Als de wereld u haat, weet dat zij Mij eerder dan u gehaat heeft. Als u van de wereld zou zijn, zou de wereld het hare liefhebben, maar omdat u niet van de wereld bent, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren, daarom haat de wereld u. Herinner u het woord dat Ik u gezegd heb: Een dienaar is niet meer dan zijn heer. Als zij Mij vervolgd hebben, zullen zij ook u vervolgen; als zij Mijn woord in acht genomen hebben, zullen zij ook het uwe in acht nemen. Maar al deze dingen zullen zij u aandoen omwille van Mijn Naam, omdat zij Hem niet kennen Die Mij gezonden heeft.” vs 18-21

 

HOEKOM DIE LAASTE OORDEEL?

 

“Hoe word jy getroos deur die wederkoms van Christus om die lewendes en die dooies te oordeel?

Dat ek in alle droefheid en vervolging dieselfde Persoon met gespanne verwagting as Regter uit die hemel verwag wat Hom tevore in my plek voor die regbank van God gestel en alle vervloeking van my weggeneem het. Verder: dat Hy al sy en my vyande in die ewige verdoemenis sal werp, maar my, saam met al die uitverkorenes, na Hom in die hemelse blydskap en heerlikheid saamneem.” Sondag 19 Vraag en antwoord 52

 

Hoekom is God se laaste oordeel oordeel nodig? Hoekom moet nadat Christus op die wolke teruggekom het nog die oordeel oor die lewendes en die dooies uitgespreekt word?  Want die HERE het Sy oordeel  tog al uitgespreek?  Op die oomblik dat mense gesterf  het,  het die HERE hulle tog al 'n plek gewys of in die hemel of in die hel?  Wanneer die Here Jesus van die hemel na die aarde  kom  sal dit mos al duidelik wees wie by God se volk behoort  en wie daarby nie behoort nie.  Want die ongelowiges  bly op die aarde agter en die gelowiges sal Christus in die lug  begroet.  Hoekom tree Christus dan tog nog amptelik as Regter  op?  Kan die oordeel oor jou of my op die laaste  oomblik tog nog verander?  As dit so sou wees sou ons altyd vol onsekerheid en angs wees.  Dit is nie nodig nie.  As jy die HERE in liefde volg, as jy deur die Heilige Gees bewoë  nou glo, mag jy sekerlik  weet  dat Jesus Christus jou by die laaste oordeel  sal  vryspreek.  Hy  spreek  jou  dan vry omdat Hy wat die Regter is jou skuld betaal en gedra het. Deur Hom wat die Regter is, is jy dan vir altyd gered. Die Regter is ook jou Redder!

Nou bly nog steeds die vraag: Wat is die doel van die laaste  oordeel?  Die  doel is nie om jou persoonlik te vertel watter oordeel die HERE oor jou uitspreek.  Want jy ken die beslissing al. Die doel is om die hele wereld, om die mense van alle plekke en tye te wys dat God se oordeel regverdig  is.   Om te wys hoekom die HERE oor die een Sy veroordeling uitspreek en die  ander vryspreek.  By die laaste oordeel  gaan dit ook om die eer van die Drie-Enige God.

 

WAT WETEN WE?

 

Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is.” 1 Johannes 3:2

 

Johannes sluit zichzelf net als in het vorige vers duidelijk in bij de gelovigen aan wie hij schrijft. Doordat de Geest deze brief in de Bijbel een plaats gegeven heeft mogen we ook onszelf daarin ingesloten weten als we leven met en voor de Christus van de Schrift. Door het geloof in Jezus Christus de Zoon van God worden mensen kinderen van God. Daarin zien we de geweldige liefde van God. We weten in geloof dat we kinderen van zijn maar wat dat in de toekomst allemaal gaat betekenen, weten we nog niet. Vanuit Gods Woord weten we dat het mooiste en het beste nog moet komen. De kinderen van God wacht een toekomst die zo prachtig is dat het meer is dan we nu ons kunnen voorstellen. Het is ons nog niet geopenbaard.

Wat weten we al wel? Dat als Christus terugkomt wij zoals Hem zullen zijn. In die zin dat wij zullen leven met een verheerlijkt lichaam zoals Hij die bij Zijn opstanding kreeg en gaat laten zien als Hij terugkomt op de wolken. Wij worden niet God en mens zoals Christus dat is maar wel ontvangen de gelovigen het volmaakte menselijke bestaan zoals de Here Jezus dat heeft. De door Jezus Christus verlosten zullen zijn zoals Hij dan is. We lezen dat op verschillende manieren in het Nieuwe Testament:

“Want hen die Hij van tevoren gekend heeft, heeft Hij er ook van tevoren toe bestemd om aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zou zijn onder vele broeders.” Romeinen 8:29

“Ons burgerschap is echter in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus, Die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het gelijkvormig wordt aan Zijn verheerlijkt lichaam, overeenkomstig de werking waardoor Hij ook alle dingen aan Zichzelf kan onderwerpen.” Fil 3:21

“Wanneer Christus geopenbaard zal worden, Die ons leven is, dan zult ook u met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid.” Colossenzen 3:4

 

WEES AKTIEF VIR CHRISTUS

 

“Hoe word jy getroos deur die wederkoms van Christus om die lewendes en die dooies te oordeel?

Dat ek in alle droefheid en vervolging dieselfde Persoon met gespanne verwagting as Regter uit die hemel verwag wat Hom tevore in my plek voor die regbank van God gestel en alle vervloeking van my weggeneem het. Verder: dat Hy al sy en my vyande in die ewige verdoemenis sal werp, maar my, saam met al die uitverkorenes, na Hom in die hemelse blydskap en heerlikheid saamneem.” Sondag 19 Vraag en antwoord 52

 

Die Here Jesus sal elkeen oordeel. Hy kom terug. Dit is 'n feit wat sekerlik sal  gebeur. Dit sal jou en my juis tot aktiwiteit op hierdie wereld moet beweeg. Dit is onmoontlik dat die verwagting van Jesus se terugkeer jou afwagtend sou maak. Dit word ook duidelik in 2 Petrus 3 as ons daar lees: "Maar  ons verwag volgens sy belofte nuwe hemele en 'n nuwe aarde waarin geregtigheid woon. Daarom,  geliefdes, terwyl  julle hierdie dinge verwag,  beywer julle dat julle vlekkeloos  en  onberispelik  voor Hom bevind mag word in vrede." (vers 13,14)

Dit is belangrik dat ons elke dag in diens van Christus werk en leef, dat ons nie lui en traag is nie. Dat ons geen vrede met bepaalde sondes in ons lewe kry nie. Christus  kom. Hy wil by jou en my sien dat ons uit dank vir Sy werk vir die HERE wil leef.  Dat jy daarom al jou talente wat jy gekry het probeer gebruik om in God se skepping te gebruik tot Sy eer. Orals waar jy in gehoorsaamheiden liefde aan Christus jou gawes gebruik werk jy vir die HERE.  Nie net in die kerk nie. Ook op jou werk,  by die huis en op ander plekke waar jy vanuit liefde tot Christus jou gawes gebruik. Wie Christus so in sy  lewe  soek, is kind van God.  Dan het jy alle rede om na die dag dat Jesus terugkom uit te sien. Dan kan jy sonder enige angs sê: “Maranata, Kom Here Jesus kom tog gou.”

As  jy so nie leef nie. As jy eintlik nie vir Christus wil leef nie verande dan jou lewe. Doen wat jy doen moet voordat dit te laat is. Jesus kan elke oomblik, kan selfs nou terugkom.

 

OPSTANDING EN DIE HERE KEN

 

 Watter troos gee die opstanding van die liggaam aan jou?

Antwoord: Dat nie alleen my siel na hierdie lewe dadelik tot Christus, sy Hoof, opgeneem sal word nie, maar ook hierdie selfde liggaam van my, deur die krag van Christus opgewek, weer met my siel verenig en aan die heerlike liggaam van Christus gelykvormig sal word.  Sondag 22 vraag en antwoord 57

 

Die belydenis van die opstanding uit die dood is altyd weer bestry.  Nie net mense buite die kerk bestry die belydenis  van die opstanding van die liggaam nie. Die hele geskiedenis deur sien  jy dat ook mense in die kerk hulle skouers oor hierdie belydenis ophaal.  Dat mense in die kerk bestry dat op die dag dat die Here Jesus sal terugkom die dooies uit die graftes sal opstaan.

Op verskillende plekke in die Bybel lees ons dat mense binne die kerk die belydenis van die opstanding bestry. Daar is onder God se volk in Jesus se tyd selfs 'n hele groep wat nie in die opstanding glo nie.  Dit is die Saduceërs. Die Saduceërs was 'n invloedryke party. Hulle was mense wat in God geglo het maar vir hulle verstand was dit onmoontlik dat na hierdie lewe nog iets sou bestaan. Dood was vir hulle  dood. God kon 'n mens tydens sy lewe Sy seen gee maar daarna  was dit onmoontlik want dood is dood volgens hulle. Ons  kan die Saduceërs vergelyk met mense wat vandag sê dat hulle in Christus glo maar nie glo die dinge wat volgens hulle menslike verstand onmoontlik is nie. Die Saduceërs is die mense wat die Bybel nie as die onfeilbare Woord van God wil aanvaar nie. Hulle is die mense in die kerk wat kritiek op God se Woord het.  Die  Here Jesus verwyt hulle dat hulle die Bybel nie ken nie en dat hulle geen rekening met God se krag hou nie. Ons lees dit in Matteus 22 so: “Julle dwaal, omdat julle die Skrifte nie ken nie, en ook nie die krag van God nie. By die opstanding tree hulle nie in die huwelik nie en word hulle ook nie in die huwelik uitgegee nie, maar hulle is soos engele in die hemel. En wat die opstanding van die dooies betref, het julle nie gelees wat God aan julle gesê het nie,  ‘Ek is die God van Abraham en die God van Isak en die God van Jakob.’? Hy is nie die God van dooies nie, maar van lewendes.” Vs 29-32

 

VERRASSINGEN

 

Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is.” 1 Johannes 3:2

 

Het is zo dat we in ons mens zijn het beeld van God naar de omgeving hebben te weerspiegelen. Als hele mens. Met lichaam en ziel. In de toekomst zal dat nog zoveel mooier zijn.  We lezen daarvan in 2 Korinthe 3: “Wij allen nu, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heere als in een spiegel aanschouwen, worden van gedaante veranderd naar hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals dit door de Geest van de Heere bewerkt wordt.” vs 18

Over die verandering die voor ons nu nog vol mooie verrassingen zit, lezen we uitgebreid in 1 Korinthe 15:42-53. Wat hebben we als gelovigen veel om vol verwachting naar uit te kunnen zien! Het wordt nog zoveel mooier en dan voor altijd als wat wij ons nu kunnen voorstellen. De werkelijkheid die God dan geeft, is meer dan al onze verwachtingen samen. Het allermooiste is dat we dan Christus onze God en Koning, onze Verlosser met eigen ogen mogen zien. Zonder schaamte en zonder angst maar met liefde vol verwondering.  Wij worden niet vergoddelijkt maar ontvangen dan het volledig beeld van God. Een beeld van God zonder enig gebrek, beeld van God zonder dat er innerlijk nog enig tegenstand is. We zien Christus dan met eigen ogen als onze grote Geliefde in wie God Zijn liefde heeft gegeven. Hem zien met ogen van liefde is het mooiste wat er is. Zo kind van God mogen zijn en daarnaar uitkijken  is zo goed en mooi.

We lezen van dat prachtige eeuwige leven op de nieuwe aarde in Openbaring 22: “En geen enkele vervloeking zal er meer zijn. En de troon van God en van het Lam zal daar zijn, en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen, en zullen Zijn aangezicht zien, en Zijn Naam zal op hun voorhoofd zijn.” Vs 3,4

 

LEVEN MET CHRISTUS IS ZO GOED(I)

“Want God heeft ons niet geroepen tot onreinheid, maar tot leven in heiliging.” 1 Tessalonicenzen 4:7

 

Pinksteren.  Feest van de Geest. Grote blijdschap en dankbaarheid. Het is als het goed is ook het feest van de heiliging. De Geest en een heilig leven voor Gods ogen hebben alles met elkaar te maken dat zien we o.a. in Galaten 5 en ook in 1 Petrus 1:2 waarin we van de gelovigen lezen:  “Uitverkoren overeenkomstig de voorkennis van God de Vader, door de heiliging van de Geest, tot gehoorzaamheid en besprenkeling met het bloed van Christus”.

Heiliging door de Geest. Als je daarover nadenkt is dat zo iets moois. Dan schittert daarin Gods liefde zo bijzonder. De Geest wil ons heiligen. Hij wil zo met ons aan het werk dat we die dingen die het leven kapotmaken uit ons leven halen. Soms wordt je er zo door getroffen dat levens  zo verschrikkelijk stukgaan. Mensen die zo leven dat ze zichzelf zo erg stukmaken. Dan kijk ik niet alleen naar de wereld. Dan kijk ik ook naar binnen. In eigen christelijke, in eigen gereformeerde kring. Wat is daar vaak ook niet veel aan de hand. Seksueel misbruik, verslaving aan drank en drugs. Heel gewoon vinden om in het weekend flink los te gaan. De controle over je lichaam kwijt te raken zelfs met christelijke jongeren bij elkaar. Dan op zondag met een duf hoofd toch weer in de kerk zitten omdat het hoort. Zelfs soms zo dat na het seksueel misbruik op zaterdag iemand zondag weer keurig als ouderling in de rij zit of als dominee op de preekstoel staat. Ook in de levens van velen in de kerk is er zoveel aan de hand. Zoveel dat in het geheim gebeurt. Zoveel waar aan voorbij gekeken wordt. Vaak met de opmerking dat komt later wel goed. Juist dan hebben we te letten op de Geest van de heiliging. De Geest die het vuur in ons wil laten branden voor Christus. Het is zo nodig om daarvoor aandacht  te hebben. Veel aandacht. De Geest en het evangelie hebben alles met een echt goed leven te maken. Een leven dat geneest, een leven waarin we dicht bij de HERE zijn. Een leven waarin de  Geest geneest. Een leven waarin we bewogen zijn met hen die hun leven weggooien. Een leven waarin we bewogen zijn met hen die door verschrikkelijk onrecht en misbruik van anderen getroffen worden. Laten we niet langer aan de dingen voorbij kijken. Laten we mensen helpen en juist laten zien aan anderen hoe juist die heiliging van het leven door de Geest zo goed, zo mooi is. Het gaat er daarbij om dat je ziet voor wie je leeft. De komende dagen juist hierover verder.  

 

LEVEN MET CHRISTUS ZO GOED! (II)

 

“Want God heeft ons niet geroepen tot onreinheid, maar tot leven in heiliging.” 1 Tessalonicenzen 4:7

 

Ons leven heiligen voor God. Bij de doop beloven onze kinderen zo opvoeden dat ze Christus mogen zien en steeds weer door ons op Hem gewezen worden. Laten zien dat een leven waarin de Geest in ons woont en we voor de HERE leven het echte leven is.  Is dat het wat we ook echt doen? Als ouders, als opa’s en oma’s als gemeenteleden die om onze kinderen en jonge mensen heen staan? Of laten we het maar gaan omdat de wereld in de levens van onszelf en onze jongeren teveel is doorgedrongen? Omdat we denken dat het later wel goed komt?

Dan zie je ook in de zogenaamde Biblebelt de jeugdhonken, de barretjes en hoe je het ook maar noemen mag. Dan zie je dat in een groot deel van deze gedoogde honken de alcohol zeer overvloedig stroomt. Dat drugs in en rond deze plekken overvloedig te krijgen zijn. Dat er de zoldertjes zijn waar je naar toe kan om je ook seksueel te kunnen uitleven. Waar mensen pilletjes krijgen en dan onder invloed misbruikt worden. Ze kunnen er later niet zoveel van terug vertellen want het was allemaal zo wazig.

Een goddeloos leven ontwikkelt zich en wordt een bedreiging voor al meer anderen die meegenomen worden.  Want dit is toch normaal op de zaterdagavond. Je moet toch wat te doen hebben. Je kunt je dan eens echt uitleven. Je raakt gewoon aan een werelds leven. Mensen worden misbruikt en laten zich misbruiken. Dat hoort er bij. Levens worden verwoest. Velen kijken er naar en laten het gaan. Onze jeugd wordt zo stukgemaakt. De heiliging van het leven in dienst van Christus is maar niet iets wat je moet doen maar is juist ook goed voor je leven. Dan krijgt je leven zin. Dan wordt je niet stukgemaakt.  Dan wordt je geen product waar anderen mee doen wat ze willen om zelf maar bevredigd te worden. Dan breek je je eigen lichaam niet af door veel alcohol en pilletjes en lijntjes. Die genezende heiliging maakt ook bewogen met duizenden die hun leven leggen in handen van mensen die leven voor eigen geld en genot en zo dat van anderen stukmaken. Juist ouderen hebben hier een verantwoordelijkheid. Daarover morgen meer.    

 

 

LEVEN MET CHRISTUS ZO GOED! (III)

 

“Want God heeft ons niet geroepen tot onreinheid, maar tot leven in heiliging.” 1 Tessalonicenzen 4:7

 

 Hoe leven we als ouderen onze jongeren voor? Is de heiliging van ons leven voor de jongeren te zien in ons leven? In ons spreken en in ons doen.

Wanneer jongelui die gedoopt zijn, die catechisatie volgen, die zondag in de kerk zitten op andere dagen in hele groepen zich klem zien drinken, met pillen en lijntjes bezig zijn en op seksueel terrein met meerderen actief zijn. Als je dat ziet doen we dat dan af met: Dat deden wij vroeger ook? Misschien geen drugs maar verder wel. Is dat de manier waarop we opvoeden? Is dat de manier waarop we denken dat het later wel goed komt?  Praten we zelfs zo dat dit toch eigenlijk wel bij de jeugd hoort?

Verdient de Here Jezus het niet dat we van jongs af Hem dienen?  Het zijn heel belangrijke vragen in onze tijd. We kunnen en moeten veel kritiek hebben op mensen die voor een cultuurchristendom pleiten. Dat betekent dat je niet meer in de Here Jezus als jouw God, Koning en Verlosser gelooft maar wel bijvoorbeeld de christelijke feestdagen wilt houden omdat het bij onze cultuur hoort. We doen eigenlijk hetzelfde als we onze jongeren niet thuis of op een veilige plek de aandacht geven die ze nodig hebben maar wel een werelds leven laten leiden met een christelijk sausje. We moeten goed bedenken dat de liefde voor de wereld in het hart begint. Als we onze jongeren een werelds leven als afleiding geven dan spelen we met vuur. Dan wakkeren we een leven volgens de wereld aan. Als we dan ook zelf zeggen dat dit niet zo erg is, moeten we bij onszelf afvragen hoe het met ons eigen hart staat.

De HERE spreekt ons op een heilig, een echt leven met de Here Jezus aan. Oud en jong. Wanneer de Here Jezus zegt dat bij dat leven geen dronken zijn en zelfs niet een flink aangeschoten zijn hoort, zegt Hij dat tegen heel Gods volk.  Zie Lukas 21:34 Overal en altijd. Voor oud en jong. Daarin gaan we als ouderen met hart en ziel toch wel in voor?!   

 

LEVEN MET CHRISTUS ZO GOED! (IV)

 

“Want God heeft ons niet geroepen tot onreinheid, maar tot leven in heiliging.” 1 Tessalonicenzen 4:7

 

 De welvaart is voor velen van ons toegenomen. Je tijd steken in veel werken, in het opklimmen op de maatschappelijke ladder. Voor je kinderen er alles aan doen dat ze het nog weer beter krijgen dan jij. Gericht zijn op prestaties of veel werken en veel verdienen. Dat ook jouw kinderen en anderen voorhouden als eigenlijk het belangrijkste van je leven. Ook in christelijke kring. Niet dat we dat officieel zo zeggen maar in het dagelijkse leven wel vaak de praktijk.

Dan laten we de aandacht voor de jongeren maar wat gaan. Die redden zich wel met elkaar. Ze zijn jong en willen nu eenmaal wat. Dat gaat ook wel weer over. Maak je er niet te druk om. Laten we werken en gericht zijn op meer welvaart dan hebben we tenminste en goed leven. Maar dan gaat er gebeuren wat we in Markus 4 lezen. De Here Jezus heeft de gelijkenis van de Zaaier verteld en legt uit wat er met het zaad gebeurt wat tussen dorens gevallen is:  “En dit zijn zij bij wie in de dorens gezaaid wordt: zij horen het Woord, maar de zorgen van deze wereld en de verleiding van de rijkdom en de begeerten naar al het andere komen erbij en verstikken het Woord, en het wordt onvruchtbaar.” Markus 4:18,19

Wanneer ons leven vooral gericht is op welvaart, op ons eigen plezier volgens hoe de wereld er naar kijkt, wordt het Woord verstikt in ons leven. Dan zijn we zo druk, dan worden we zo door allerlei dingen in beslag genomen dat er geen echte aandacht is voor de HERE die spreekt. Dan moeten we nog even lezen, dan wordt kerkgang iets wat nu eenmaal moet.  Het gaat dan veel meer om ons werk waar we wat mee verdienen, om de bevrediging van onze verlangens. Dat wordt dan jouw leven. Gods Woord wat in jouw leven gekomen is, gaat je minder zeggen. De invloed die van dat Woord uitgaat, wordt al minder in je leven. Je gaat het al minder missen. De Here Jezus wordt al minder de Persoon voor en met wie je leeft. Wanneer je dit in jouw leven herkent maak een einde dat zo’n leven en kom echt terug bij de HERE. Laten we als ouderen dat leven met de HERE al meer uitstralen als het mooiste en beste wat er is. Dan maar wat minder welvaart.  Investeer daarin dat je de rijkdom van een leven met de HERE, de rijkdom van het verbond aan de mensen om je heen uitdraagt.  

 

LEVEN MET CHRISTUS ZO GOED! (V)

 

“Want God heeft ons niet geroepen tot onreinheid, maar tot leven in heiliging.” 1 Tessalonicenzen 4:7

 

De Here roept ons tot een leven in heiliging. Ik krijg wel eens de indruk dat meerdere dat zien als een plicht die ons zwaar moet vallen. Dat heiliging vooral is wat we allemaal niet mogen. Dat we daarbij zuchten maar ja het moet. Als we het niet doen is er nu eenmaal geen verlossing. Dus toch maar proberen. Wanneer we dit zo naar de wereld om ons heen, naar elkaar en ook naar onze jonge mensen uitdragen is het logisch dat anderen niet naar een heilig leven voor Gods ogen uitzien. Dan kun je je heel goed voorstellen dat jongeren zeggen: Eerst maar eens genieten en ons uitleven want dat leven met God waar niet veel aan is dat komt later wel. Dat doen we wel als het nodig is. Dan worden we maar gered zoals de moordenaar aan het kruis dan hebben we eerst ons nog flink kunnen uitleven en kunnen genieten.

Het is zo anders! Er is geen beter en mooier leven dan dat heilige leven in dienst van de HERE. Dat ga je juist zien als je ziet wie de HERE is. Als je gaat zien wie de Here Jezus is. Als je de grootheid van God gaat zien. Die geweldige God die in al Zijn grootheid jou en mij Zijn liefde wil geven. Die zelfs Zijn Zoon in de plaats van zondaren de straf liet dragen. Om die zondaar, die zijn leven verpruts uit de ellende te leiden. Wij maken met al onze zogenaamde lol en plezier er een zooitje van. Levens verwoest door drank en drugs. Mensen in de vernieling helpen omdat wij er ons voordeel uit halen. Mensen die andere volstoppen met pilletjes, lijntjes, drank. Mensen die andere misbruiken, die aan mensenhandel doen. De wereld is vol van de ellende om het even plezier willen hebben volgens een paar verlangens die we willen bevredigen. Als we onze verlangens hebben bevredigd is het weer op. Voelt het weer leeg en moet we op naar het volgende.

Christus wil ons daarvan verlossen. Om in een leven te staan waar we onze blijdschap in Hem vinden. Steeds weer. Waardoor we gaan zien en voelen hoe goed het is om er voor anderen te zijn. Mensen die vanuit een leven volgens Gods Woord van een toekomst mogen dromen die meer is dan wat jij en ik vanuit Gods Woord kunnen dromen. Door Christus verdiend en daarom vast en zeker. Dat is nog eens een goed leven in alle strijd tegen je eigen zondige verlangens die er tot onze dood blijft.  Een leven vol hoop en echte blijdschap.    

 

WEDERKOMST AANSPORING TOT CHRISTELIJK LEVEN

 

“En ieder die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, zoals Hij rein is.” 1 Johannes 3:3

 

Leven in de hoop op de terugkeer van de Here Jezus. Daarnaar met verlangen uitzien. Wie dat in geloof en liefde voor Christus doet, richt zich dan ook nu in dit leven op Hem. In de hoop op een lichaam dat verheerlijkt is zoals het lichaam van Jezus Christus dat is. Juist die hoop, dat geloof vraagt om een leven waarin je jezelf wil reinigen. Waarin je jouzelf schoon wil wassen. Je doel is om zo voor de HERE te leven zoals Jezus Christus dat gedaan heeft als jouw Koning en jouw God. Jezelf reinigen betekent dat je in het geloof de kracht en de leiding van de Geest zoekt om echt volgens Gods wil te leven. Om zo al meer een leven achter je te laten dat duidelijk spreekt van de zonden. Je zoekt in het bloed van Christus om van jouw zonden gewassen te worden en al meer te leven volgens de geboden van God. Deze aanwijzing om zo in geloof te leven lezen we o.a. ook in 1 Petrus 1:22,23 en Jakobus 4:8.1 Petrus 1:22,23: “Nu u dan uw zielen gereinigd hebt in de gehoorzaamheid aan de waarheid, door de Geest, tot ongeveinsde broederliefde, heb elkaar vurig lief uit een rein hart, u, die opnieuw geboren bent, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God.”Jakobus 4:8: “Nader tot God, en Hij zal tot u naderen. Reinig de handen, zondaars, en zuiver de harten, dubbelhartigen!” Het is nodig en goed om te zien dat de wederkomst van Christus Gods kinderen oproept en aanspoort tot een christelijk leven.

 

GLO IN OPSTANDING NOODSAAKLIK

 

Watter troos gee die opstanding van die liggaam aan jou?

Antwoord: Dat nie alleen my siel na hierdie lewe dadelik tot Christus, sy Hoof, opgeneem sal word nie, maar ook hierdie selfde liggaam van my, deur die krag van Christus opgewek, weer met my siel verenig en aan die heerlike liggaam van Christus gelykvormig sal word.  Sondag 22 vraag en antwoord 57

 

Ook  in die kerk na Christus se hemelvaart word die belydenis van die opstanding van die liggaam bestry.  Dit gebeur in die gemeente van Korinthe op 'n heel nadruklike manier. Daarom skryf Paulus daaroor in sy eerste brief aan daardie gemeente.

Daar is  mense wat sê  dat  geen opstanding  sal kom nie. Hulle glo dat Christus opgestaan het maar nie dat die gelowiges eendag vir altyd met 'n nuwe liggaam  op die nuwe aarde sal leef nie. Paulus reageer daarop nie versigtig nie. Paulus maak duidelik dat mense  wat so praat en leer nie in Christus se kerk tuishoort nie. Paulus maak duidelik dat wie so leer die Opgestane Christus verwerp al sê hy dat hy dit nie doen nie.  Hy skryf dan in God se naam o.a: "As daar geen opstanding van die dode is nie, dan is Christus ook nie opgewek nie. En as Christus nie opgewek is nie, dan is ons prediking vergeefs en vergeefs ook julle geloof....  en as Christus nie opgewek is nie, dan is julle geloof nutteloos,  dan is julle nog in julle sondes; dan is ook die wat in Christus ontslaap het verlore. As ons net vir  hierdie lewe op Christus hoop, dan is ons die ellendigste van alle mense." (15:13,14,17-19)

In sy  tweede brief aan Timotheus skryf Paulus weer oor 'n bepaalde  dwaling wat toe in Christus se kerk voorkom. Hy wys Himeneus en Filetus as dwaalleraars aan.  Hoekom? Omdat hulle ontken dat die liggame eendag sal opstaan. Hierdie  mense  leer dat die opstanding alreeds  plaasgevind het. Wat bedoel hulle daarmee? Hulle meen dat Christus  se opstanding daarvoor gesorg het dat mense hulle kan bekeer. Dat hulle tot 'n ander mens kan word. As iemand deur die werk van die Heilige Gees tot 'n nuwe,  gelowige mens  geword  het is dit volgens Himeneus en Filetus die opstanding.  'n Ander opstanding kan ons volgens hulle nie  verwag nie.  'n Mens kan sê:  Ek stem nie met hierdie mense saam nie maar hulle wil tog Christus dien in hulle lewe dus is dit nie nodig om hulle streng te vermaan nie. Dit sou 'n reaksie wees soos ons dat in ons tyd dikwels sien. Nogtans leer die Heilige Gees ons deur Paulus heeltemal anders. Hy noem die mense wat hierdie leer verkondig 'n kanker wat die kerk van Christus bedreig. Paulus skryf daarna oor Himeneus en Filetus: "wat van die  waarheid afgedwaal  het, omdat hulle se dat die opstanding al plaasgevind het; en hulle keer die geloof van sommige om." (2 Tim 2: 18)

 

LET OP!

 

“En ieder die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, zoals Hij rein is.” 1 Johannes 3:3

 

We lezen hier een oproep zoals Johannes de Doper die deed om Christus, die op aarde was gekomen, te kunnen ontmoeten: “Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. Want deze is het over wie gesproken werd door de profeet Jesaja toen hij zei: De stem van iemand die roept in de woestijn: Maak de weg van de Heere gereed, maak Zijn paden recht.” Mattheus 3:2,3 De ontmoeting met de Here Jezus die komt, moet ons leren om ons zo voor te bereiden dat we Hem altijd onder ogen kunnen komen. Dat die ontmoeting ook voor ons een gezegende ontmoeting zal zijn. De wederkomst van Christus is een constante stimulans om voor Hem te leven. Elke dag kan de dag zijn dat de Here Jezus terugkomt op de wolken. Hij komt als een dief in de nacht. De dag van Zijn terugkeer is niet te berekenen. Hierbij denk ik o.a. aan de woorden van de Here Jezus in Mattheus 24: “Wees dan waakzaam, want u weet niet op welk moment uw Heere komen zal. Maar weet dit, dat als de heer des huizes geweten had in welke nachtwake de dief komen zou, hij waakzaam geweest zou zijn, en niet in zijn huis zou hebben laten inbreken. Weest ook u daarom bereid, want op een uur waarop u het niet zou denken, zal de Zoon des mensen komen. Vs 42-44 Zie ook 1 Tess 5:1-10. We moeten elke dag in geloof, in liefde voor de Here klaar staan zoals de vijf wijze meisjes in Mattheus 25. De gelijkenis daar sluit de Here Jezus af met de woorden: “Wees dan waakzaam, want u weet de dag en ook het uur niet waarop de Zoon des mensen komen zal.” Vs 13 Steeds weer ons hart gericht op Christus die Zijn leven voor ons heeft willen geven. Dan ligt de toekomst door Gods genade voor ons open. Dan wil je leven zoals Christus geleefd heeft.

 

NOU AL IN DIE EWIGE LEWE

 

“Watter troos skep jy uit die artikel van die ewige lewe? Dat, aangesien ek nou alreeds die begin van die ewige vreugde in my hart ervaar". Vraag en antwoord 58 Heidelbergse Kategismus

 

As ons oor die ewige lewe praat moet ons mooi sien wanneer die ewige lewe begin. Dit gebeur meerdere kere dat mense die ewige lewe net sien as iets van die toekoms. Dit is nie reg nie. Die ewige lewe begin vanaf die oomblik dat jy met Christus leef. Dit maak die Kategismus ook duidelik in vraag en antwoord 58. Daar bely ons o.a: "Watter troos skep jy uit die artikel van die ewige lewe? Dat, aangesien ek nou alreeds die begin van die ewige vreugde in my hart ervaar".Na die sondeval word elke mens as 'n sondige mens gebore. Dit beteken dat 'n mens uit homself geen hoop het nie. Dat 'n mens niks anders as 'n lewe sonder God se hulp en liefde kan verwag nie. Dit is wat die HERE die ewige dood noem. Dit is dat jy bestaan maar dat ellende en verdriet nooit van jou sal wyk nie. Dat jy altyd God se boosheid op jou sal voel. Dit is nie nodig om in die ewige dood te bly nie. Want Jesus Christus het gekom om deur die geloof mense van die ewige ellende te red. Vanaf die oomblik dat jy met Christus leef en deur Christus die hemelse Vader leer ken het, het die ewige dood van jou gewyk. Vanaf daardie oomblik het jy die ewige lewe ontvang. Dit is die Here Jesus self wat dit vir ons sê. Ons hoor die Here Jesus in Johannes 3:36 se: "Hy wat in die Seun glo, het die ewige lewe; maar hy wat die Seun ongehoorsaam is, sal die lewe nie sien nie, maar die toorn van God bly op hom."Wie Christus op hierdie aarde volg, in liefde vir Hom lewe ervaar nou alreeds die begin van die ewige vreugde in sy hart.

 

ZONDE EN ZONDIGEN

“Ieder die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid; want de zonde is de wetteloosheid.” 1 Johannes 3:4

 

Eerst een aantal opmerkingen over de verzen 4-10 in het algemeen. Het is duidelijk dat de gedachten over de zonde en zondigen de schrijver van deze brief en de lezers bezig houden. Ze hebben te maken met mensen die zich christenen noemen maar het geen probleem vinden als ze anders leven dan de HERE in Zijn geboden zegt. Het geestelijke leven en de bijzondere kennis die ze bij hun zogenaamde Christus halen, verheft hen boven het gewone leven. Dat leven raakt ze niet meer echt en daarom zouden ze terwijl ze zondigen geen zonde hebben. Ze zijn door hun bijzondere kennis voor de zonde immuun geworden. Niet omdat Christus voor hen de straf gedragen heeft maar omdat ze de bijzondere kennis en verbondenheid met Christus en de Vader zouden hebben. Dit is ook de achtergrond voor het spreken van Johannes in dit gedeelte over de zonde en het zondigen. Vaak wordt wat in dit gedeelte over zonde en zondigen als tegenstrijdig met het voorgaande ervaren. Het wordt ook wel gebruikt om te zeggen dat we als gelovigen tot zondeloosheid in ons leven kunnen of zelfs moeten komen. Het is goed om de concrete achtergrond van die tijd waarin deze brief geschreven is te zien om te ontdekken wat hier werkelijk staat. Altijd vanuit het geloof dat de Heilige Geest de Ene schrijver van de Bijbel is. Dat het God zelf is die Zijn Goddelijk Woord gegeven heeft dat geen tegenstrijdigheden kent. Omdat de HERE zelf een is en altijd trouw is en blijft aan wat Hij gezegd heeft. Nog een opmerking over de verzen 4-10. Als je goed leest zie je een prachtig patroon in deze verzen waarin Johannes dingen bespreekt. Kijk maar eens naar dit schema:

1. Vers 4 en 8 Het wezen van de zonde – Het wezen van de duivel

2. Vers 5 en 9 Christus’ werk t.a.v van de zonde – Christus’ werk t.a.v. de duivel

3. Vers 6 en 10 Kind van God of van de duivel – Kinderen van God of de duivel

4. Vers 7 is het kernvers waarin we zien wat deze dingen voor het leven als kind van God betekenen.

 

AL HOE MOOIER

 

“Watter troos gee die opstanding van die liggaam aan jou?

 Dat nie alleen my siel na hierdie lewe dadelik tot Christus, sy Hoof, opgeneem sal word nie, maar ook hierdie selfde liggaam van my, deur die krag van Christus opgewek, weer met my siel verenig en aan die heerlike liggaam van Christus gelykvormig sal word.

“Watter troos skep jy uit die artikel van die ewige lewe?  Dat,  aangesien ek nou alreeds die begin van  die ewige vreugde in my hart ervaar". Vraag en antwoord 57 en  58 Heidelbergse Kategismus

 

Ons moet mooi op die woord begin let. As gelowiges mag ons 'n begin van die ewige vreugde in ons hart ervaar. Dit maak  duidelik  dat  dit  ons nie moet verbaas dat ons lewe nou nog nie een en al vreugde is nie. Ons leef nog in 'n wêreld waarin ook die sonde en die duiwel nog mag het.Ons leef  in 'n wêreld waarin ons sondige natuur nog invloed het. Ons moet vandag nog veg teen allerhande verkeerde invloede. Gelukkig mag ons meer as hierdie dinge ervaar.  Ons mag  ervaar dat die HERE ons help. Ons kan baie bly daaroor wees dat Jesus Christus ons Verlosser wil wees, ons mag die uitsig hê dat die begin van die ewige vreugde nie 'n begin sal  bly nie. As jy vandag baie kere die vreugde nie voel wat jy  sou wil voel,  sê die HERE vandag vir jou:  ‘My kind Ek  weet  hoe  jy jou voel,  ek weet dat dit so moeilik vir jou  is, Ek weet dat jy selfs van tyd tot tyd dink: Is ek wel 'n kind van God want ek voel so min vreugde in my lewe.’

As jy  regtig  met Christus wil lewe sê die HERE nou vir jou: ‘Bedink mooi dat die begin,  hoe klein die begin van die ewige  vreugde ookal is, deur Christus se werk sal groei. Die ewige vreugde sal groei as die lewe vir jou Christus is want dan is die sterwe vir jou wins. (Sien Fil 1:21)

Wat  gebeur met die mense wat hulle aan Christus toevertrou het as hulle sterf? Die Kategismus gee op hierdie vraag as antwoord:   "Dat nie alleen my siel na hierdie lewe dadelik tot Christus sy Hoof, opgeneem  sal word nie". Die oomblik  waarop  'n  kind  van God op hierdie aarde die laaste  asem uitblaas leef hy of sy verder in die hemel. Op die moment  dat 'n gelowige sterf, leef hy of sy verder in die hemel by die Here Jesus. Die Here Jesus kan aan die kruis vir  die moordenaar wat hom aan Jesus as sy Redder toevertrou sê:  "Voorwaar Ek se vir jou: vandag sal jy saam met My in  die  Paradys  wees." (Luk 23:43)  Die ewige lewe wat God se kinders  ontvang  word  nie onderbreek nie.  Die ewige lewe  word al hoe mooier.

 

FEEST VAN HEILIGING

 

“Want God heeft ons niet geroepen tot onreinheid, maar tot leven in heiliging.” 1 Tessalonicenzen 4:7

 

We hebben twee weken geleden het Pinksterfeest gevierd. Feest van de Geest. Grote blijdschap en dankbaarheid. Het is als het goed is ook het feest van de heiliging. De Geest en een heilig leven voor Gods ogen hebben alles met elkaar te maken dat zien we o.a. in Galaten 5 en ook in 1 Petrus 1:2 waarin we van de gelovigen lezen: “Uitverkoren overeenkomstig de voorkennis van God de Vader, door de heiliging van de Geest, tot gehoorzaamheid en besprenkeling met het bloed van Christus”. Heiliging door de Geest. Als je daarover nadenkt is dat zo iets moois. Dan schittert daarin Gods liefde zo bijzonder. De Geest wil ons heiligen. Hij wil zo met ons aan het werk dat we die dingen die het leven kapotmaken uit ons leven halen. Soms word je er zo door getroffen dat levens zo verschrikkelijk stukgaan. Mensen die zo leven dat ze zichzelf zo erg stukmaken. Dan kijk ik niet alleen naar de wereld. Dan kijk ik ook naar binnen. In eigen christelijke, in eigen gereformeerde kring. Wat is daar vaak ook niet veel aan de hand. Seksueel misbruik, verslaving aan drank en drugs. Heel gewoon vinden om in het weekend flink los te gaan. De controle over je lichaam kwijt te raken zelfs met christelijke jongeren bij elkaar. Dan op zondag met een duf hoofd toch weer in de kerk zitten omdat het hoort. Zelfs soms zo dat na het seksueel misbruik op zaterdag iemand zondag weer keurig als ouderling in de rij zit of als dominee op de preekstoel staat. Ook in de levens van velen in de kerk is er zoveel aan de hand. Zoveel dat in het geheim gebeurt. Zoveel waar aan voorbij gekeken wordt. Vaak met de opmerking dat komt later wel goed. Juist dan hebben we te letten op de Geest van de heiliging. De Geest die het vuur in ons wil laten branden voor Christus. Het is zo nodig om daarvoor aandacht te hebben. Veel aandacht. De Geest en het evangelie hebben alles met een echt goed leven te maken. Een leven dat geneest, een leven waarin we dicht bij de HERE zijn. Een leven waarin de Geest geneest. Een leven waarin we bewogen zijn met hen die hun leven weggooien. Een leven waarin we bewogen zijn met hen die door verschrikkelijk onrecht en misbruik van anderen getroffen worden. Laten we niet langer aan de dingen voorbij kijken. Laten we mensen helpen en juist laten zien aan anderen hoe juist die heiliging van het leven door de Geest zo goed, zo mooi is. Het gaat er daarbij om dat je ziet voor wie je leeft. De komende dagen juist hierover verder.

 

JEUGDHONKEN, BARRETJES EN DE GEEST

 

“Want God heeft ons niet geroepen tot onreinheid, maar tot leven in heiliging.” 1 Tessalonicenzen 4:7

 

Ons leven heiligen voor God. Bij de doop beloven onze kinderen zo opvoeden dat ze Christus mogen zien en steeds weer door ons op Hem gewezen worden. Laten zien dat een leven waarin de Geest in ons woont en we voor de HERE leven het echte leven is. Is dat het wat we ook echt doen? Als ouders, als opa’s en oma’s als gemeenteleden die om onze kinderen en jonge mensen heen staan? Of laten we het maar gaan omdat de wereld in de levens van onszelf en onze jongeren teveel is doorgedrongen? Omdat we denken dat het later wel goed komt? Dan zie je ook in de zogenaamde Biblebelt de jeugdhonken, de barretjes en hoe je het ook maar noemen mag. Dan zie je dat in een groot deel van deze gedoogde honken de alcohol zeer overvloedig stroomt. Dat drugs in en rond deze plekken overvloedig te krijgen zijn. Dat er de zoldertjes zijn waar je naar toe kan om je ook seksueel te kunnen uitleven. Waar mensen pilletjes krijgen en dan onder invloed misbruikt worden. Ze kunnen er later niet zoveel van terug vertellen want het was allemaal zo wazig. Een goddeloos leven ontwikkelt zich en wordt een bedreiging voor al meer anderen die meegenomen worden. Want dit is toch normaal op de zaterdagavond. Je moet toch wat te doen hebben. Je kunt je dan eens echt uitleven. Je raakt gewoon aan een werelds leven. Mensen worden misbruikt en laten zich misbruiken. Dat hoort er bij. Levens worden verwoest. Velen kijken er naar en laten het gaan. Onze jeugd wordt zo stukgemaakt. De heiliging van het leven in dienst van Christus is maar niet iets wat je moet doen maar is juist ook goed voor je leven. Dan krijgt je leven zin. Dan wordt je niet stukgemaakt. Dan wordt je geen product waar anderen mee doen wat ze willen om zelf maar bevredigd te worden. Dan breek je je eigen lichaam niet af door veel alcohol en pilletjes en lijntjes. Die genezende heiliging maakt ook bewogen met duizenden die hun leven leggen in handen van mensen die leven voor eigen geld en genot en zo dat van anderen stukmaken. Juist ouderen hebben hier een verantwoordelijkheid. Daarover morgen meer.

 

EEN CHRISTELIJK SAUSJE?

 

“Want God heeft ons niet geroepen tot onreinheid, maar tot leven in heiliging.” 1 Tessalonicenzen 4:7

 

Hoe leven we als ouderen onze jongeren voor? Is de heiliging van ons leven voor de jongeren te zien in ons leven? In ons spreken en in ons doen. Wanneer jongelui die gedoopt zijn, die catechisatie volgen, die zondag in de kerk zitten op andere dagen in hele groepen zich klem zien drinken, met pillen en lijntjes bezig zijn en op seksueel terrein met meerderen actief zijn. Als je dat ziet doen we dat dan af met: Dat deden wij vroeger ook? Misschien geen drugs maar verder wel. Is dat de manier waarop we opvoeden? Is dat de manier waarop we denken dat het later wel goed komt? Praten we zelfs zo dat dit toch eigenlijk wel bij de jeugd hoort? Verdient de Here Jezus het niet dat we van jongs af Hem dienen? Het zijn heel belangrijke vragen in onze tijd. We kunnen en moeten veel kritiek hebben op mensen die voor een cultuurchristendom pleiten. Dat betekent dat je niet meer in de Here Jezus als jouw God, Koning en Verlosser gelooft maar wel bijvoorbeeld de christelijke feestdagen wilt houden omdat het bij onze cultuur hoort. We doen eigenlijk hetzelfde als we onze jongeren niet thuis of op een veilige plek de aandacht geven die ze nodig hebben maar wel een werelds leven laten leiden met een christelijk sausje. We moeten goed bedenken dat de liefde voor de wereld in het hart begint. Als we onze jongeren een werelds leven als afleiding geven dan spelen we met vuur. Dan wakkeren we een leven volgens de wereld aan. Als we dan ook zelf zeggen dat dit niet zo erg is, moeten we bij onszelf afvragen hoe het met ons eigen hart staat. De HERE spreekt ons op een heilig, een echt leven met de Here Jezus aan. Oud en jong. Wanneer de Here Jezus zegt dat bij dat leven geen dronken zijn en zelfs niet een flink aangeschoten zijn hoort, zegt Hij dat tegen heel Gods volk. Zie Lukas 21:34 Overal en altijd. Voor oud en jong. Daarin gaan we als ouderen met hart en ziel toch wel in voor?!

 

WAT IS JOUW RIJKDOM?

 

“Want God heeft ons niet geroepen tot onreinheid, maar tot leven in heiliging.” 1 Tessalonicenzen 4:7

 

De welvaart is voor velen van ons toegenomen. Je tijd steken in veel werken, in het opklimmen op de maatschappelijke ladder. Voor je kinderen er alles aan doen dat ze het nog weer beter krijgen dan jij. Gericht zijn op prestaties of veel werken en veel verdienen. Dat ook jouw kinderen en anderen voorhouden als eigenlijk het belangrijkste van je leven. Ook in christelijke kring. Niet dat we dat officieel zo zeggen maar in het dagelijkse leven wel vaak de praktijk. Dan laten we de aandacht voor de jongeren maar wat gaan. Die redden zich wel met elkaar. Ze zijn jong en willen nu eenmaal wat. Dat gaat ook wel weer over. Maak je er niet te druk om. Laten we werken en gericht zijn op meer welvaart dan hebben we tenminste en goed leven. Maar dan gaat er gebeuren wat we in Markus 4 lezen. De Here Jezus heeft de gelijkenis van de Zaaier verteld en legt uit wat er met het zaad gebeurt wat tussen dorens gevallen is: “En dit zijn zij bij wie in de dorens gezaaid wordt: zij horen het Woord, maar de zorgen van deze wereld en de verleiding van de rijkdom en de begeerten naar al het andere komen erbij en verstikken het Woord, en het wordt onvruchtbaar.” Markus 4:18,19 Wanneer ons leven vooral gericht is op welvaart, op ons eigen plezier volgens hoe de wereld er naar kijkt, wordt het Woord verstikt in ons leven. Dan zijn we zo druk, dan worden we zo door allerlei dingen in beslag genomen dat er geen echte aandacht is voor de HERE die spreekt. Dan moeten we nog even lezen, dan wordt kerkgang iets wat nu eenmaal moet. Het gaat dan veel meer om ons werk waar we wat mee verdienen, om de bevrediging van onze verlangens. Dat wordt dan jouw leven. Gods Woord wat in jouw leven gekomen is, gaat je minder zeggen. De invloed die van dat Woord uitgaat, wordt al minder in je leven. Je gaat het al minder missen. De Here Jezus wordt al minder de Persoon voor