GODS BEELD STRAALT – OVER EVANGELISATIE

We zijn als kerkgemeenschap klein. De laatste 10 jaren is er groei. Iets om de HEERE heel dankbaar
voor te zijn. We zijn intern met veel zaken bezig geweest. Meerdere keren ook op een manier die liet
zien dat er spanningen waren. Dat het samenwerken lang niet altijd makkelijk ging. Juist in een klein
kerkverband zit je vaak erg op elkaars lip. Met het gevaar dat we eigenlijk zo praten en doen alsof we
een gemeente zijn en we het allemaal op dezelfde manier moeten doen. Dan zijn we vaak in de
praktijk mensen die vinden dat de classis of de synode het moet regelen terwijl we in theorie dat juist
niet willen. We zeggen terecht dat niet de synode of de classis het hoogste gezag hebben maar de
kerkenraad. We zijn er terecht van overtuigd dat we als kerkverband niet meer moeten regelen dan
strikt nodig is en wat de Heere God ons in Zijn Woord zegt. Veel interne discussie vragen veel tijd. In
de praktijk moet je je dan afvragen wat daaronder lijdt. Mijn indruk is dat een van de dingen die
daardoor te weinig aandacht krijgt evangelisatie is. Hoe actief zijn wij als kerken om mensen buiten
de gemeente, ook mensen die niets of weinig van het evangelie weten tot Christus en daarmee tot
Zijn kerk te brengen? Op de eerste Landelijkedag nadat ik predikant in de GKN geworden ben, heb ik
daarover gesproken. Ik ga dat in dit artikel niet herhalen. Dit keer wil ik het op een wat andere
manier onder woorden brengen. Juist om het dichtbij te brengen. Om te laten zien dat we geen
keuze hebben. Het kan niet anders dan dat een gezonde kerk van Christus ook een evangeliserende
kerk is. Niet maar enkelingen die daarvoor warmlopen maar een gemeente die met een warm hart
alles doet wat mogelijk is om de enige boodschap van echte redding aan zondaren bekend te maken.
Dan maar wat minder aandacht aan allerlei dingen die het hart van het evangelie niet raken.
Ik ga 4 dingen noemen terwijl er veel meer te noemen is!

Beeld van God zijn

Het is voor ons als gereformeerden geen vraag of wij beeld van God in de wereld moeten zijn. Er
mankeert veel aan maar de roeping is er. We hebben de opdracht om door ons leven God als onze
Schepper en Verlosser in de wereld te laten zien. Natuurlijk is het in de eerste plaats onze roeping
om zelf zo voor de HERE te leven. Om ons leven aan Christus te offeren en zo een aangename geur
voor God te zijn. Dan gaat het er om dat we als beeld van God ook echt schijnen! Dan zetten we het
licht van dat beeld van God niet alleen aan in de kerk, bij de Bijbelstudie of als we thuis in onze Bijbel
lezen en bidden. Nee, dan vragen we de Geest om ons zo te laten groeien in het leven met Christus
dat we het 24 uur per dag uitstralen. Dat heeft alles te maken met dat Christus ons leert bidden:
“Onze Vader, Die in de hemelen zijt. Uw Naam worde geheiligd.” Mattheus 6:9
We vragen de HEERE om ons te leren Gods naam te heiligen. Dat betekent o.a. dat we vragen om ons
te leren elke seconde van ons leven de HEERE boven alles en iedereen te stelen. Om dat in alle
dingen van ons leven al meer uit te stralen. Om zo te leven dat we gaan doen wat we als het doel van
ons leven in Zondag 3 zo belijden: “God heeft de mens goed en naar zijn beeld geschapen, dat wil
zeggen: in ware gerechtigheid en heiligheid, opdat hij God, zijn Schepper, naar waarheid kennen,
Hem van harte liefhebben en met Hem in de eeuwige heerlijkheid leven zou, om Hem te loven en te
prijzen.” Het doel van ons leven is om God te eren. Om dat uit te dragen in deze wereld. Dat ons hele
leven daarvan spreekt.

Dat is iets dat we als zondig mens uit onszelf niet doen. De Geest wil ons dat om het offer van
Christus juist leren. Het volk Israël was daartoe als Gods volk geroepen. De HEERE had hun het land
Kanaän als land gegeven om daar tot Zijn eer te leven. Om daar de Verlosser Jezus Christus voort te
brengen. Wanneer Christus Zijn werk gedaan heeft, komt het moment dat het niet meer in een land
vooral gedaan moet worden maar over de hele wereld. Christus zelf zegt dat zo duidelijk in Mattheus
28. Let er dan ook op dat deze opdracht alles omvattend is. We horen dan uit de mond van de Here
Jezus deze woorden: “Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Ga dan heen, onderwijs al de
volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend
alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen. En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van
de wereld. Amen.” Vs 18-20
Bij het leven van een christen, bij het leven van de kerk hoort dat we beeld van God zijn. Dat het licht
van God niet achter de deuren van een kerk of van gebouwen of huizen blijft hangen. Dit laat al zien
dat een mening dat het genoeg is om kerkdiensten te houden en dat mensen dan zelf maar moeten
ontdekken waar het licht van de redding schijnt voor Gods ogen niet kan bestaan. Als de HERE zo met
ons zou hebben gedaan, zouden we nooit tot het geloof in Christus zijn gekomen. Dan zouden wij
nog in het donker van onze eeuwige verlorenheid hebben gezeten. De HEERE heeft ons in Zijn
genade opgezocht. Wij hebben te schijnen als beeld van God in deze wereld zoals Christus dat zegt in
Mattheus 5: “U bent het licht van de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen
zijn. En ook steekt men geen lamp aan en zet die onder de korenmaat, maar op de standaard, en hij
schijnt voor allen die in het huis zijn. Laat uw licht zo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede
werken zien en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken.” Vs 14-16. Je ziet hier weer dat ons
leven geheiligd moet worden om juist Gods naam te eren, te verheerlijken.

Bewogenheid

Hoe staat het met onze bewogenheid met de mensen om ons heen die niet geloven? Zijn wij
bewogen over hen om ons heen die niet geloven? Laat het je koud dat zij voor eeuwig verloren gaan?
Praten we met hen over die geweldige hoop die we in Christus hebben? Vertellen we hun over het
beste en mooiste wat er is? Vertellen we hun over de Here Jezus? Worden we daarvoor toegerust in
de kerk? Staan we in de kerk te trappelen om mensen te ontvangen die het evangelie niet kennen?
Nodigen we mensen graag en vrijmoedig uit om kerkdiensten bij te wonen samen met ons? Om dan
dat heerlijke evangelie te horen. Denk aan het begin van dit artikel. Beeld van Christus zijn betekent
dat we ook de ontferming kennen die Christus kende op aarde. We lezen daarvan o.a. dit: “Toen Hij
de menigte zag, was Hij innerlijk met ontferming bewogen over hen, omdat zij vermoeid en
verstrooid waren, zoals schapen die geen herder hebben. Toen zei Hij tegen Zijn discipelen:  De oogst
is wel groot, maar er zijn weinig arbeiders. Bid daarom tot de Heere van de oogst dat Hij arbeiders in
Zijn oogst uitzendt.” Mattheus 9:36-38
Ik denk nu ook aan Paulus. Hij denkt aan zijn eigen familie waarvan er niet in de Here Jezus geloven.
Hij schrijft dan heel bewogen: “Ik spreek de waarheid in Christus, ik lieg niet en mijn geweten getuigt
mee door de Heilige Geest, dat het een grote bron van droefheid voor mij is, en een voortdurende
smart voor mijn hart. Want ik zou zelf wel wensen vervloekt te zijn, weg van Christus, ten gunste van
mijn broeders, mijn verwanten wat het vlees betreft.” Rom 9:1-3
Hoe meer je ziet dat het genade is dat je gered bent van het eeuwige oordeel des te meer wil je
andere vertellen van Christus en hen oproepen tot Hem te komen als hun Verlosser en God.

Toerusting

We hebben de neiging om te blijven hangen in onze eigen kerk en vooral binnen de gemeente waar
we met elkaar leven en praten. We zeggen dan dat we het zo moeilijk vinden om naar buiten toe
het evangelie uit te dragen. Dat we dat niet allemaal kunnen. Als we als gemeente er mee aan de slag
gaan, moeten we acties bedenken. Mensen die daar warm voor lopen moeten dan maar met
anderen praten en dan kunnen wij wel hand en spandiensten doen.
Ik ben er al meer van overtuigd dat niet bepaalde acties de hoofdmoot van onze evangelisatie
activiteiten moet zijn. Er kunnen bepaalde acties zijn maar het allerbelangrijkste is dat we persoonlijk
en samen als gemeente evangeliserend zijn. Dat we echt als christen in deze wereld leven. Dat we als
gemeente dat ook samen met geestdrift uitdragen. Dat de Geest ons enthousiast voor de HERE en
voor Christus maakt. Dat we als gemeente daartoe in prediking, catechese en Bijbelstudie toegerust
worden.
Zeker in onze tijd waarin de meeste van ons om ons heen velen hebben die niet geloven of niet meer
geloven. Hoe leer je om te leven en te praten in alle verbanden waar je als christen leeft? Door op
Christus te letten, door te zien hoe geweldig het is dat jij kind van God mag zijn. Dat is maar niet een
of ander extraatje dat je in je leven hebt gekregen. Dat is zo’n geweldig wonder in je leven. Dat je
God als je Vader mag kennen, Christus als je Verlosser is werkelijk het grootste cadeau dat je
gekregen hebt in jouw leven als je gelooft.
Ik heb het niet verdiend en toch heeft de Geest me door mensen heen opgezocht met het evangelie.
Zo ben ik gaan geloven. Wat heb ik daardoor gekregen wat ik zonder dat geloof niet heb en ook niet
krijg?
Ik noem maar een paar dingen. Er is nog zoveel meer!
· Ik heb vrede met God gekregen. De HEERE is mijn Vader geworden. Ik deel in Zijn liefde!
Waarom is dat zo geweldig? Omdat ik dat niet verdiend heb. Ik heb verdiend om voor altijd
zonder vrede te zijn. Om voor altijd, ook na mijn dood diepe ellende te hebben en daarvan
nooit gered te worden.
Christus heeft voor mij die vrede verdiend. Die vrede die zo geweldig is. Laat ik een ding noemen
zoals we dat in Openbaring 21 lezen: “En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal
er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn
voorbijgegaan. En Hij Die op de troon zit, zei: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zei tegen mij:
Schrijf, want deze woorden zijn waarachtig en betrouwbaar.” Vs 4,5
Gods vrede is zo heerlijk dat Hij als je bij Hem in de hemel komt of op de nieuwe aarde en er zijn nog
tranen Hij die afdroogt. Als de Vader die er vol liefde voor Zijn kind is. Nooit meer is het daarna nodig
om nog een traan te laten. Een geweldig leven in vrede en blijdschap met God, met mensen met alles
en iedereen wacht er dan op je. Geen tranen van verdriet meer alleen nog tranen van blijdschap en
dankbaarheid. Die hoeven niet afgedroogd te worden. Dat Zijn tranen tot Gods eer. Verlost van het
welverdiende oordeel door Christus. Wat heerlijk!

· Ik heb door het geloof geleerd om dorstig te zijn. Om mijn schuld en zonden te kennen en bij
Christus in mijn dorst het echte water te krijgen dat me laat leven voor God. Christus is voor
de gelovige de bron voor het behoud. De bron voor het verlost zijn van het oordeel en een
leven waarin de Geest je al meer leert leven tot Gods eer. Dat is zo goed! Dan komt je leven
tot Gods doel. Dan is het leven zo mooi ook als er nog veel verdriet en tegenslag is. Dan is er
door de vergeving de vaste hoop dat het mooiste nog komt om nooit meer te eindigen.
Daarvoor heb je Christus als je God, Koning en Redder nodig. Die Christus die zelf dit gezegd
heeft: “Ieder die van dit water drinkt, zal weer dorst krijgen, maar wie drinkt van het water
dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst meer krijgen. Maar het water dat Ik hem
zal geven, zal in hem een bron worden van water dat opwelt tot in het eeuwige leven.” Vs
13,14


Het evangelie uitdragen brengt lijden met zich mee

Is het niet moeilijk om zo in de wereld van vandaag te staan? Dat is het zeker. Juist dan blijkt of de
HEERE ons boven alles gaat. Juist dan wordt duidelijk of de liefde van God en de liefde tot de naaste
er in ons leven is. Laten we goed beseffen dat als we het echte evangelie uitdragen met woorden en
daden het ons veel kan gaan kosten. Het kan voor vijandschap zorgen. Het kan betekenen dat je met
de nek wordt aangekeken. Dat mensen hun vriendschapsbanden met jou verbreken. Dat
familiebanden onder druk komen te staan. Dan blijkt de tolerante mens ineens heel intolerant.
Sympathieke mensen zullen meerdere keren op je reageren met antipathie.
Vooral als jij het evangelie eerlijk brengt. Als je duidelijk maakt dat geloven en leven met Christus
leven en verlossing betekent. Maar dat het ook zo is dat niet geloven als gevolg heeft dat je door God
voor eeuwig veroordeeld wordt. Christus vertelt ons zelf dat we als schapen onder de wolven de
wereld ingestuurd zullen worden. Mattheus 10:16. Wie van Hem getuigt, zal meerdere keren zo
vervolgd worden dat je veroordeeld wordt, dat je in de gevangenis komt en zelfs gedood wordt. Dan
moeten we niet in onze schulp kruipen maar juist getuigen van Christus. Al kost het ons leven. Juist
voor wie Christus als zijn Verlosser en Heer kent, weet dat het leven hier niet alles is. Dat weten ook
de kerkmensen aan wie Petrus zijn eerste brief schrijft. Daarin staan ook bekende woorden over het
getuigen van Christus. Wanneer je die in het verband leest, zie je dat Petrus hen tot het getuigen
oproept terwijl de vijandschap er is. Lees maar mee:
“En wie is het die u kwaad zal doen, als u navolgers bent van het goede? Maar als u ook zou moeten
lijden vanwege de gerechtigheid, dan bent u zalig. En wees niet bevreesd zoals zij bevreesd zijn, laat
u niet in verwarring brengen, maar heilig God, de Heere, in uw hart; en wees altijd bereid tot
verantwoording aan ieder die u rekenschap vraagt van de hoop die in u is, met zachtmoedigheid en
ontzag. En heb een goed geweten, opdat in datgene waarin zij kwaad van u spreken als van
kwaaddoeners, zij beschaamd gemaakt worden die uw goede levenswandel in Christus belasteren.
Want het is beter te lijden – als God dat wil – terwijl u goeddoet dan terwijl u kwaad doet.”1 Petrus
3:13-17
In Christus hebben we meer dan het leven op aarde. Daarom kan Gods kind het evangelie uitdragen
ook als de dood dreigt. Zelfs dan kun je getuigen van Christus die je leven is. Op het gebed. Want
Christus belooft Zijn kerk ook dit: “Maar wees op uw hoede voor de mensen, want zij zullen u
overleveren aan raadsvergaderingen, en in hun synagogen zullen zij u geselen. En u zult ook voor
stadhouders en koningen geleid worden omwille van Mij, tot een getuigenis voor hen en de
heidenen. Maar wanneer zij u overleveren, moet u niet bezorgd zijn hoe of wat u spreken moet,
want het zal u op dat moment gegeven worden wat u spreken moet. Want u bent het niet die
spreekt, maar de Geest van uw Vader, Die in u spreekt.” Mattheus 10:17-20
We zijn op de wereld om beeld van God te zijn op een donkere wereld. Dan kan het toch niet zo zijn
dat we als kerk daarmee niet aan de slag gaan? Dan kan het toch niet zo zijn dat onze prediking en
onze beleid als kerkenraad daar niet op gericht is.
Wat is het nodig en belangrijk om als kerken daarmee heel hard aan de slag te gaan vanuit de
verwondering met alles wat de HEERE ons gegeven heeft.