Schets 3: Openbaring 6      

 

Jezus Christus heeft de boekrol opengemaakt. Dat betekent dat de geschiedenis verder kan gaan naar Gods doel. Dat door Christus werk de nieuwe hemel en aarde kan komen. Dat was we in het vorige hoofdstuk te zien kregen. In hoofdstuk 6 worden nu de zeven zegels van de boekrol opengebroken. Wat betekent dat?

 

Het eerste paard en zijn ruiter (Dag 1 vers 1,2)

 

De Verlosser Jezus Christus breekt het eerste zegel open. Het eerste gedeelte van de boekrol kan gelezen worden. Juist dan horen we een geweldig geluid. Een van de wezens, een van de lijfwachten, een machtige engel roept: Kom en kijk! In de NBV ontbreekt jammer genoeg het woordje: kijk of zie. Daar mee geeft deze engel aan dat Johannes heel goed moet opletten. Er gaat nu echt iets heel bijzonders gebeuren.  (Zie hierbij ook: Ps 46:9; 66:5,6)

Het eerste paard dat we zien is een wit paard. Over dit witte paard is veel geschreven en gesproken. Ook onder gereformeerde uitleggers vind je hierover verschillende uitleg. Soms kan dit verschil heel scherp naar voren komen. Zelf heb ik het meegemaakt dat op dezelfde zondag in dezelfde gemeente 2 predikanten over Openb 6:1 preekten. De gaf als uitleg dat het witte paard en zijn ruiter de duivel was en de andere vertelde dat het hier ging om Christus en Zijn evangelie. Dat is wel een heel groot verschil.

Ik ben er van overtuigd dat het hier over Christus gaat. Vooral de volgende woorden wijzen daarop: “Hij kreeg een zegekrans en trok op als een overwinnaar, de overwinning tegemoet.” Wanneer in het boek Openbaring over de overwinnaar en de overwinning geschreven wordt, gaat het over Christus. De boodschap die in het boek Openbaring uitgedragen wordt, is juist dat Christus de Overwinnaar regeert. Veel teksten in het boek Openbaring wijzen daarop:  1:13 e.v.;  2,26;  3:21; 5:5; 6:16; 7;9,10; 11:15; 12:11; 14:1 e.v.; 14:14 e.v.; 17:14; 19:11; 20:4; 22:16.

De overeenkomst van wat we in 6:2 en 19:16 lezen is heel erg groot. In hoofdstuk 19 gaat het ook over een wit paard met daarop een ruiter. Van die ruiter lezen we dan: “Op zijn kleding en zijn dij staat de naam ‘Hoogste Heer en koning’.” Het is duidelijk dat het hier over Jezus Christus gaat. 

 

 Is Christus echt de ruiter op het witte paard? (Dag 2 vers 2)

 

Kan de ruiter op het witte paard in Openbaring 6 echt de Here Jezus zijn? Daartegen worden wel enkele bezwaren genoemd. Die wil ik hier kort bespreken.

  1. Jezus Christus is het die de zegels van de boekrol openbreekt. Hoe kan Hij dan zelf de inhoud van het eerste zegel zijn? Je moet goed bedenken dat we hier met het

Het boek van Gods plan voor de toekomst te maken hebben. Dat plan moet uitgevoerd worden. Het is toch niet vreemd dat Jezus Christus een belangrijke plaats in de uitvoering van dat plan inneemt! Het is toch niet vreemd dat Hij de uitvoering van dit plan stuurt en beheerst.

  1. We lezen in Zacharia 1 en 6 ook over 4 paarden. Al deze paarden brengen Gods oordeel over de wereld. Is het dan niet zo dat als Christus hier aan deze

Hoofdstukken herinnert het toch het meest waarschijnlijke is dat ieder paard in Openbaring 6 ook een oordeelspaard is? Dit lijkt heel logisch maar dan vergeten we dat Christus niet alleen verlossing brengt voor de gelovigen maar ook oordeel voor wie Hem niet in liefde wil volgen. Zie o.a:  Matt 10:34,35; Openb 6:16,17. Je ziet het ook in de profetie van Eezechiel 9 waar het over Christus gaat als de man in  linnen kleren.

  1. Een ander bezwaar is dat de boog in de Bijbel eigenlijk altijd een wapen is dat gebruikt wordt door Gods tegenstanders. Dat zou de reden zijn waarom het in

Openbaring 6:2  niet over Christus kan gaan. Toch klopt dit niet. Want ook in dienst van God worden pijlen en dus ook bogen gebruikt. Een heel mooi voorbeeld daarvan is Psalm 45. Het gaat daar over Christus die dan nog komen moet. Je leest daar o.a. van Hem: “Uw pijlen zijn gescherpt om te treffen de vijanden van de koning in het hart.” Vs 6. Zie ook Hebr 1:8,9.

Jezus Christus is echt de ruiter op het witte paard. Hij is het die door al Gods oordelen heen  de geschiedenis in Zijn hand houdt. Jezus Christus gaat juist ook door en met Gods oordelen over de wereld. Hij gaat zo met de geschiedenis onstuitbaar op weg naar de nieuwe hemel en aarde.

 

 Het rode paard (Dag 3 vs 3,4)

 

De opmerkingen over de volgende drie paarden zullen korter zijn. Bij elk paard een nekele opmerking.

Het vuurrode paard verschijnt. Rood is de kleur van het bloed. Dit paard met zijn ruiter zal veel bloed op de aarde laten vloeien. Hij zal mensen tegen elkaar ophitsen zodat ze elkaar doodmaken. Je kunt hier denken aan allerlei oorlogen en aanslagen. Let erop dat dit paard en zijn ruiter opdracht  krijgt (letterlijk: gegeven zijn) om de vrede op de wereld weg te nemen. Met het gevolg dat mensen elkaar gaan afslachten. .

Het is opvallend dat dit paard en zijn ruiter daartoe de opdracht krijgen. Ook deze ruiter en paard kunnen niets zonder Gods toelating doen. Alles is en blijft in Gods hand. De oordeelspaarden en hun ruiters kunnen maar niet zo tekeer gaan als ze zelf zouden willen. Ze kunnen nooit verder gaan dan het in Gods plan is toegestaan. Oorlogen, revoluties, opstanden een grote aantallen moorden kunnen er niet voor zorgen dat verlossing die Christus verdiend heeft in gevaar komt.

Het grote zwaard dat de ruiter op het vuurode paard  krijgt, wijst vooral op de vervolging van Christus’ kerk op aarde. Andere plaatsen in het boek Openbaring waar over slachtoffers van vervolgingen gesproken wordt zijn o.a.:  6:9;  18:24. Zie ook Matt 5:10,11.

 

Het zwarte paard (Dag 4 vs 5,6)

 

Het derde paard is het zwarte paard. De ruiter op het zwarte paard heeft een weegschaal in zijn hand. Zwart is de kleur van het verdriet, de rouw en de uitzichtloosheid. Het zwarte paard en zijn ruiter zullen zorgen voor schaarste en honger op de wereld. De weegschaal die de ruiter in zijn hand heeft wijst erop dat als dit paard komt elke gram eten van belang is om in leven te blijven.

De Heilige Geest zorgt hier ook voor de toelichting. We horen in vers 6 een stem die zegt: “Een dagloon voor een portie tarwe en hetzelfde bedrag voor drie porties gerst. Maar laat wijn en olijfolie ongemoeid.”  Een portie tarwe is de hoeveelheid tarwe die een persoon per dag nodig had. Wanneer het zwarte paard en zijn ruiter langskomen heeft wie werkt alles wat hij op een dag verdient nodig om een portie tarwe te kunnen kopen. Daarvan moet hij dan met zijn hele gezin leven. Dan is de prijs van tarwe 10 tot 20 keer zo hoog als normaal in die tijd. Dan kun je beter het goedkopere gerst kopen. Al is dat dan ook schreeuwend duur geworden. Je kunt dan voor alles wat je op een dag verdiend 3 porties gerst kopen. Verder kun je dan niets meer kopen. Je geld is dan op. Je vindt in 2 Koningen 6 een voorbeeld waarin de prijs van tarwe en gerst door de omstandigheden heel hoog geworden is.

Als de ruiter met het zwarte paard met zijn ruiter voorbij komt, zie je de tegenstelling tussen rijk en arm nog duidelijker. De rijken kunnen meer uitgeven dan wat de gewone man per dag verdient. Daarbij komt nog dat de olijfolie en de wijn niet echt duurder worden. Mensen die rijk zijn kunnen nog volop eten en kunnen er zelfs nog olijfolie bij gebruiken en wijn drinken. Olijfolie en wijn waren in die tijd producten die alleen rijkere mensen konden kopen.

Ook de kerk van Christus kan op een bijzondere manier door gebrek en honger getroffen worden. Het kan zijn dat mensen juist niet bij je in de winkel iets komen kopen omdat jij christen bent. Ze willen geen gebruik van jouw diensten maken omdat je als een gelovige bekend staat. Het kan zijn dat als jij bepaalde meningen vanuit de Bijbel uitdraagt mensen niet bij je kopen of je niet in dienst willen nemen. Bijvoorbeeld als je duidelijk maakt dat je onnodig werk niet op zondag wilt doen. Dat je de zondag wilt heiligen door naar de kerk te gaan en te rusten. In bepaalde tijden van de geschiedenis worden christenen juist omdat ze als christen leven geboycot.   Dat kan leiden tot gebrek en honger. Zie Openbaring 13:14. 

 

Het vaalgele paard (Dag 5 vs 7,8)

 

Dan verschijnt het vaalgele paard. Dit paard en zijn ruiter brengen de dood. Op wat voor manier? Om dat te zien moeten we bij vers 8 zijn. Je vindt daar een opsomming van de ellende die het 2e, 3e en 4e paard over de aarde brengen. Het tweede paard brengt de dood door het zwaard. Het derde paard brengt de dood vooral door de honger. Voor het vierde paard en zijn ruiter blijven over dat ze de dood en de ellende brengen door dodelijke ziekten en de wilde dieren.

We zien de ellende die hier genoemd is en die deze paarden brengen ook onder Israel. Wanneer het verbondsvolk niet naar de HERE luistert, komt deze ellende over ze heen. Als straffen van God. Zie Leviticus 26.  De llende die het vierde paard brengt zie je dan vooral terug in Leviticus 26:21-25.

Als je dit leest moet je goed bedenken dat deze ellende over de wereld gaat vanwege de zonde die wij als mensen in de wereld gehaald hebben. Als deze gevolgen van de zonde een kind van God treffen mag die met zijn dodelijke ziekte en met andere ellende die over hem komt naar Christus vluchten. Bij Christus in de nood uitzicht vinden.

Al ben je dan ziek. Al sterf je misschien wel aan die ziekte toch ben je dan veilig in de handen van je Verlosser Jezus Christus. Hij geeft je dan door de dood heen het eeuwige gezonde leven.

Wanneer een slang of een leeuw of een ander wild dier een mens doodt, is het dit vaalgele paard dat voorbij komt. Het is gevolg van de zondeval. Voor de zondeval was er vrede tussen de mensen en alle dieren. Zo is het nu niet meer. Die tijd komt weer wanneer Gods plan door Christus helemaal uitgevoerd is. De Here Jezus heeft na de verzoekingen in de woestijn al laten zien dat Hij deze vrede herstelt. Zie Marcus 1:13. De prachtige vrede tussen mens en dier en ook tussen alle dieren zal er weer zijn op de nieuwe aarde. Zie o.a. Jes 11:1-10; 65:25.

De vier paarden zijn gekomen. Ze brengen veel ellende op de aarde. Bij al die ellende zie je ook hoe God vol liefde en genade is. Hij roeit niet in een keer de hele bevolking uit. Een vierde deel van de mensen op aarde wordt door deze oordelen van God getroffen. Dat betekent dat er nog steeds tijd overblijft om met je leven tot Christus te gaan. De Here geeft nog tijd om aan het definitieve oordeel te ontkomen. Om eens in volle vrede voor altijd op de nieuwe aarde te leven om Christus werk.

 

Martelaren roepen om straf  (Dag 6 vers 9-11)

 

Bij het openmaken van de eerste vier zegels heeft Christus onze aandacht vooral op de aarde gericht. Bij het vijfde zegel worden onze ogen op de hemel gericht. Aan de voet van het altaar in de hemel vinden we onze broeders en zusters die vanwege hun volgen van Christus zijn doodgemaakt. De tegenstanders van Christus en Zijn kerk waren heel blij toen deze mensen doodgemaakt werden. Zij denken dat deze christenen echt dood zijn. Maar in werkelijkheid leven ze in de hemel. De dood kan de kinderen van God die juist om hun geloof gestorven zijn niet echt dood maken. Zie o.a. Matt 10:28.

De martelaren roepen om straf. Hun bloed klaagt hun vervolgers aan. Zie hierbij ook: Gen 4:10; Matt 23:35. Is het verkeerd dat de martelaren in de hemel vragen om straf, om wraak? Nee, want het gaat hen om de eer van God. Het gaat ze om het recht van God. Hetzelfde zien we bij de dichter van Psalm 79. De dichter van deze Psalm erkent en belijdt de schuld die het verbondsvolk heeft aan de verwoesting van Jeruzalem en de tempel.  

Toch doet hij een beroep op de eer van God. Het ergste is voor hem dat mensen nu zeggen: “Waar is nu hun God?” Daarom vraagt hij in het vervolg om Gods straf. Zijn doel daarmee is dat voor alle mensen duidelijk wordt dat de HERE echt de Almachtige is en zo ook erkend wordt. Dit is ook de reden voor de martelaren in de hemel voor de vraag om gauw te straffen. De hemel is blij wanneer de HERE Zijn macht laat zien en zo ook Zijn vijanden straft. Zie: Openb 18:20.

De HERE wijst de martelaren in de hemel erop dat Hij niet meteen met Zijn wraak zal komen. Hij zorgt ervoor dat de martelaren witte kleren krijgen. Dat betekent dat Christus bloed hen gewassen heeft van al hun zonden. Christus bloed bedekt al hun verkeerde dingen. Zie hierbij ook: Openb 7:14 en Zacharia 3.

De uitvoering  van Gods definitieve oordeel moet nog een tijdje wachten. Het komt zeker maar nu nog niet. Gods definitieve oordeel komt als de laatste uitverkorene op deze wereld is. Dan is het getal van de gelovigen en hun kinderen vol volgens Gods plan. Gods oordeel komt niet te vroeg en ook heel zeker geen seconde te laat. 

 

Gods uiteindelijke oordeel komt! (Dag 7 vers 12-14)

 

We lezen vanaf vers 12 wat er gaat gebeuren op de dag dat de Here Jezus terugkomt. Het is de dag dat de oude wereld door Gods laatste oordeel getroffen wordt.

De dingen die dan gebeuren laten zien dat de aarde die door God in zes dagen bewoonbaar gemaakt is voor de mens in een korte tijd dan onbewoonbaar gemaakt wordt. Wat de HERE in de eerste vier dagen geschapen heeft wordt dan weer tot een chaos gemaakt. Je ziet dit als je vers 12-14 met Genesis 1:1-14 vergelijkt.

  1. De vierde dag. De HERE schiep de zon, maan en sterren. We lezen in vs 12,13 van Openbaring 6 dat zon, maan en sterren hun functie verliezen.
  2. De derde dag. Er komt scheiding tussen land en water. Die duidelijke scheiding verdwijnt want we lezen in vers 14 dat geen berg en eiland op zijn plaats blijft. Alles wordt chaos.
  3. De tweede dag. De atmosfeer met de wolken en de lucht om de aarde komt er. Op Gods oordeelsdag rolt dat als een boekrol weer op. Het verdwijnt. Vers 14.
  4. De eerste dag. De HERE zorgt voor het licht op aarde. We krijgen in openbaring 6 de indruk dat op de dag van Gods oordeel het licht met zon, maan en sterren ook verdwijnt. De HERE vangt het verdwijnen van de lichtdragers nu nog niet op met het licht van Zijn eigen heerlijkheid. Dat doet Hij wanneer de nieuwe aarde er in al Zijn heerlijkheid is. Zie Openb 21:23.

 

De grote angst (Dag 8 vers 15-17)

 

De mensen die het meemaken schrikken. De ongelovigen worden door panische angst overvallen. De Here Jezus had al eerder zelf over deze angst gesproken. Hij zegt in Lukas 21:25,26: “Dan zullen er tekenen zijn aan de zon en de maan en de sterren, en op aarde zullen de volken sidderen van angst voor het gebulder en het geweld van de zee;  de mensen worden onmachtig van angst voor wat er met de wereld zal gebeuren, want de hemelse machten zullen wankelen.” Vs 25,26

Ieder mens die in zijn of haar leven op aarde Christus niet gezocht heeft zal dan vol angst zijn. Zowel de machtigen en rijken als de zwakken en armen. De angst is de angst van de ongelovigen. Een bewijs daarvoor is wat we lezen in vers 16. De mensen die zo bang zijn roepen dan: “’ Val op ons neer! Verberg ons voor het oog van Hem die op de troon zit en voor de toorn van het Lam!”

De gelovigen beseffen namelijk dat je je niet voor God kan verstoppen. Dat zelfs de dood je niet bij Gods eeuwige oordeel kan weghouden. 

 

Vragen die voor bespreking gebruikt kunnen worden:

 

  1. Wanneer Gods oordelen over de wereld komen, is het Christus die als eerste komt. Hij gaat voor de oordeelspaarden uit. Wat betekent dat voor ons? Besteed bij het beantwoorden van deze vraag ook aandacht aan Ezechiël 9. Wie is de man die daar linnen kleren draagt? Wat is zijn taak? Zie je ook overeenkomst van de man in Ezechiël 9 met iemand in het boek Openbaring?
  2. Gods oordelen komen over de wereld. Zijn oordelen treffen niet alleen de ongelovigen. Hoe kan dit? Wie staat er schuldig aan de oordelen van God die over de wereld gaan?
  3. Welke boodschap hebben oorlogen, revoluties en veel geweld voor ons als christenen in 2012? Zie hierbij ook: Marcus 13;7,8.
  4. Blijf jij in een tijd van vervolging een trouwe gelovige? Moeten we ons er nu al zorgen over maken of we dan wel zullen volhouden? Zie hierbij o.a: Marcus 13:20.
  5. Is het in onze tijd nog wel goed om wraakpsalmen te zingen? Bijvoorbeeld Psalm 137.
  6. Wat is de toorn van het Lam?
  7. Waarom is een gelovige als dit allemaal gebeurt niet bang?