RUST – SLAVERNIJ – KLIMAAT

 

Cultuuropdracht

 

 Zo’n dertig jaar geleden hoorde je in preken en las je in artikelen nog regelmatig het volgende citaat: “Een  “onbegonnen werk”, dat is inderdaad onze cultuurtaak achter Jezus Christus. Gezegend mijn verstandige wijkouderling, die goed huisbezoek doet: een cultuur-kracht, al weet hij het waarschijnlijk zelf niet. Laat ze maar om hem lachen: ze weten niet wat ze doen – die cultuur slampampers van de overkant.”[1]

In die tijd en ook daarvoor werd er veel aandacht aan gegeven dat mensen o.a. Als taak op de wereld hadden om de mogelijkheden die God in de schepping had gelegd te ontginnen. Om je eigen talenten te gebruiken en daarmee ook de aarde te ontwikkelen. Om uit de aarde te halen wat de HERE er in gelegd had. Daarbij was heel belangrijk wat we in Genesis 1 lezen: “En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en laten zij heersen over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht, over het vee, over heel de aarde en over al de kruipende dieren die over de aarde kruipen!  En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; 
mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen. En God zegende hen en God zei tegen hen:  Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de aarde en onderwerp haar, en heers over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht en over al de dieren die over de aarde kruipen!” vs 26-28

De mens krijgt hier als beeld van God een heel duidelijke opdracht. Een opdracht die zonder de zondeval op een prachtige manier zou zijn uitgevoerd. Zonder dat het maar iets en iemand in de schepping zou hebben aangetast. We zouden dan geen vervuiling, geen klimaatcrisis hebben gehad. Toch zou de ontwikkeling van wat de HERE in de schepping gelegd had er zijn gekomen!  De opdracht om de aarde te bewerken, om te ontplooien is er. Die blijft er ook tot het moment dat de Here Jezus terugkomt. Op dit moment zitten we als mensheid met veel vervuiling, met aantasting van de natuur die God ons gegeven heeft.  De gevolgen zijn zichtbaar in wat de klimaatcrisis wordt genoemd.

 

Waar gaat het mis?

 

 Ik hoor om me heen nogal eens de opmerking dat wij ons om het klimaat niet druk moeten maken.  Dat zou onze verantwoordelijkheid niet zijn. Wij kunnen de aarde niet redden. Dat is in Gods hand. Deze dingen worden vaak gezegd tegenover mensen die zo spreken alsof wij de aarde kunnen redden. Het is natuurlijk zo dat wij dat niet kunnen. Het is ook zo dat de aarde en ook het klimaat geen goden zijn die wij moeten dienen. Dat is allemaal waar maar dat neemt onze verantwoordelijkheid niet weg. Wij zijn geroepen om als beeld van God, om als rentmeesters in dienst van God over Zijn schepping te regeren. Ook daarover moeten we eens verantwoording afleggen aan de HERE. Waar gaat o.a. mis als we letter op het beheer van de aarde door ons als mensen? Het gaat mis wanneer we niet meer vanuit vertrouwen en daarmee met rust onze taak op aarde willen uitvoeren.

Die rust zie je in het paradijs voor de zondeval. Adam en Eva krijgen hun plaats in het paradijs. Ze hoeven zich niet druk te maken over het eten. De bomen hangen vol met fruit. Er groeit genoeg om van te eten en in zonder zorg te leven. Vanuit die rust kan de mens aan het werk. Kan hij bezig met het bewerken van de aarde. Kan hij bezig met het ontdekken van nieuwe mogelijkheden. Vanuit de band met de HERE als de Koning. In vrede met God en ook in vrede met de schepping die God ons als mensen in beheer gegeven heeft.

Die rust verdwijnt. Wij als mensen waren eigenwijs en bleven niet gehoorzaam aan de HERE, de Schepper van alle dingen. Een van de gevolgen was dat de echte rust verdween. In de eerste plaats de vrede met God. Gods straf op onze eigenwijsheid en opstand was o.a. dit: “Omdat u geluisterd hebt naar de stem van uw vrouw en van die boom gegeten hebt waarvan Ik u geboden had: U mag daarvan niet eten, is de aardbodem omwille van u vervloekt; met zwoegen zult u daarvan eten, al de dagen van uw leven; dorens en distels zal hij voor u laten opkomen en u zult het gewas van het veld eten.  In het zweet van uw gezicht zult u brood eten, totdat u tot de aardbodem terugkeert, omdat u daaruit genomen bent; want stof bent u en u zult tot stof terugkeren.” Gen 3:17-19

Er komt onrust. Er komt gejaagdheid in het leven. Hoe kan ik voor mijzelf genoeg krijgen om te overleven. Dat leidt er ook toe dat mensen vooral aan zichzelf gaan denken. Meer voor jezelf krijgen ook als dat ten koste van Gods schepping gaat en als dat ten koste van andere mensen gaat. In onze tijd zie je dat mensen meer leven als consument die van alles voor zichzelf wil dan als rentmeester in dienst van God. De reclames spelen in op het gevoel dat we veel willen hebben. Dat leidt er o.a. toe dat we in het Westen over het algemeen heel welvarend zijn terwijl we grondstoffen heel goedkoop uit andere werelddelen halen. Met als gevolg dat wij rijker worden en mensen in bijvoorbeeld Afrika heel arm blijven. Juist daar wordt het milieu op veel plaatsen heel erg aangetast omdat wij heel erg aan onze welvaart hangen.  Dan hoor ik nog mensen zeggen: Dominee daar zijn wij niet verantwoordelijk voor. Zo’n uitspraak begrijp ik niet als je weet dat de HERE je gemaakt heeft om Hem en je naaste liefde te hebben.  Het is de HERE die ons de taak gegeven heeft om als mensen Zijn schepping te bewerken en te bewaren!  Niet als consument, niet als iemand die voor zichzelf of eigen groep er zoveel mogelijk wil uit  halen ten koste van anderen.  Het gaat mis als we persoonlijk en samen niet meer als rentmeester volgens Gods Woord op deze aarde leven.

 

Rust

 

Ook na de zondeval laat de HERE zien dat er rust kan zijn en dat rust heel belangrijk is. Zowel voor de mens als ook voor de schepping.

Slaaf zijn van je eigen verlangens naar steeds meer is er na de zondeval gekomen. Slaaf zijn om zoveel mogelijk voor jezelf te krijgen. Geen tijd om echt te rusten want je kunt nog meer krijgen voor jezelf en voor je eigen groep. De Here Jezus waarschuwt heel bewust voor het slaaf zijn aan afgod Mammon. Zie o.a.: Matt 6:24; Lukas 16:9-13 De naam Mammon komt van het Aramese woord: mamona. Dat woord betekent welvaart, geld, vermogen. Wanneer die welvaart het doel van je leven wordt, is het een afgod geworden. Een afgod gaat heersen over de wil van God. Een afgod zorgt voor blikverenging. Zorgt er voor dat je slaaf wordt van je eigen verlangen naar meer. Dat zorgt er voor dat Gods rust uit het leven verdwijnt. Hoe gevaarlijk dat is lezen we o.a. in 1 Timotheus 6: “Maar wie rijk willen worden, vallen in verzoeking en in een strik en in veel dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang. Want geldzucht is een wortel van alle kwaad.”

Slaaf zijn en onrust is niet nodig. Rust is goed en goed voor Gods schepping. Goed voor het bewaren van Gods schepping. Om die in goede conditie te houden. We vinden dat ook terug wanneer het volk van God een eigen land krijgt om in te wonen. Een land waarin de HERE Zijn volk geeft wat ze nodig hebben wanneer ze in vertrouwen op Hem daar leven.

Over die zorg van de HERE voor Zijn volk in het land  Kanaän lezen we de volgende belofte in Deuteronomium 11: “Maar het land waar u naartoe trekt om het in bezit te nemen, is een land met bergen en dalen; het drinkt water door de regen uit de hemel. Het is een land waar de HEERE, uw God, voor zorgt: voortdurend rusten de ogen van de HEERE, uw God, daarop, van het begin van het jaar tot het einde van het jaar.” vs 11,12

Dat land heeft rust nodig op zijn tijd. Dat kan ook want we hoeven geen 24 uurs economie in stand te houden om goed te kunnen leven. We hoeven niet onszelf een burn-out te bezorgen. We moeten dat ook niet doen met de schepping.

De HERE geeft zijn goede gebod om elke week een dag te rusten. Je kunt dan met een gerust hart je dagelijkse werk neerleggen. De HERE geeft de rust die nodig is en blijft voor je zorgen. Zo was het ook met het volk in Kanaän. Naaste de wekelijkse rustdag, schreef de HERE elk zevende jaar een jaar van rust voor. We lezen dat in Leviticus 25 zo: “De HEERE sprak tot Mozes bij de berg Sinaï:  Spreek tot de Israëlieten, en zeg tegen hen: Wanneer u gekomen bent in het land dat Ik u geven zal, dan moet het land rust krijgen, een sabbat voor de HEERE. Zes jaar mag u uw akker bezaaien, zes jaar mag u uw wijngaard snoeien en de opbrengst ervan inzamelen. Maar in het zevende jaar moet het voor het land sabbat zijn, een periode van volledige rust, een sabbat voor de HEERE. Uw akker mag u niet bezaaien en uw wijngaard mag u niet snoeien.”

Het land moet rust krijgen!  Je moet er niet op uit zijn het land uit te putten. Je moet er juist op uit zijn om in het vertrouwen op de HERE ook om de natuur te geven om je heen. Dat is op termijn alleen maar goed voor jezelf, voor ons als mensen.

Je ziet in Leviticus 25 ook hoe de HERE er op uit is dat na de zondeval mensen altijd weer met hoop naar de toekomst kunnen kijken. Hij is er op uit om ook mensen die arm geworden zijn weer uitzicht voor de toekomst te geven. Wanneer iemand onder Gods volk in Kanaän zo arm geworden was dat hij het erfelijke bezit moest verkopen en zelfs slaaf moest worden was er nog uitzicht voor het volgende geslacht. We moeten goed bedenken dat slaaf worden als deel van Gods volk toen geen maatregel was van onderdrukking. Het was juist een uiterste maatregel van sociale wetgeving. Zo werd er voor gezorgd dat iemand in zijn armoede samen met zijn gezin verzorgd werd en werk kon doen. Het was heel iets anders als wat wij als slavernij kennen. Iemand moest onder Gods volk ook als slaaf met liefde en zorg behandeld worden. Dan was er in het vijftigste jaar weer dat prachtige uitzicht dat het erfelijke bezit weer van jou was en dat je als vrije burgers weer opnieuw kon beginnen. Dat was in het jubeljaar. Wie slaaf was kon na zes jaar dienst weer als vrij burger verder leven. Onder Gods volk moet steeds duidelijk zijn dat er voor ieder een toekomst is die met vertrouwen tegemoet gezien kan worden. We lezen dat op een heel mooie manier in Deuteronomium 15: “U moet de arme overvloedig geven, en laat uw hart niet verdrietig zijn als u hem geeft. Want vanwege deze zaak zal de HEERE, uw God, u zegenen in al uw werk en alles wat u ter hand neemt. Want armen zullen binnen uw land nooit ontbreken. Daarom gebied ik u: U moet uw hand wijd opendoen voor uw broeder, de onderdrukte en de arme in uw land.” Vs 10,11

Dus geen slaaf van mammon waardoor je je laat opjagen. Geen slaaf van mammon waardoor we Gods schepping en het leven van onze arme naaste aantasten.

 

Rentmeester op aarde

 

Regeren over de schepping. Gods schepping bewerken en ontplooien. Dat is onze opdracht. Dat betekent ook tegenover de schepping om ons heen dat we daarin geen misbruikers mogen zijn. We moeten niet meer dan rentmeesters willen zijn. Wij kunnen de aarde niet redden. Het milieu is niet onze afgod. We vereren niet moeder aarde.

Toch zijn we juist als mensen er toe geroepen om de aarde goed te verzorgen. Om de glorie die de HERE daarin gelegd heeft te bewaren. Een christen kan niet zeggen dat de klimaatcrisis hem of haar niets doet. De aarde blijft bestaan want Christus zal vanuit de hemel op de aarde neerdalen. Dat ontneemt ons niet de verantwoordelijkheid om in de klimaatcrisis juist onze bijdragen te geven. Juist omdat het om Gods schepping gaat! Het gaat daarbij om Zijn naam. Het kan toch niet zo zijn dat wij verder gaan met vervuilen en dat we daarmee Gods glorie in de schepping al meer met onze vervuilende mist verduisteren?!

Ik eindig met een citaat van Sir John Houghton dat ik vandaag in het Reformatorisch Dagblad las: “Ik antwoord dat ik optimistisch ben. Een reden die ik geef is dat ik geloof dat God toegewijd is aan Zijn schepping en dat we een door God gegeven taak hebben om goede rentmeesters van de schepping te zijn.”[2]

Waarom? Omdat het Gods schepping is!

 

[1] K. Schilder  Christus en cultuur  Franeker Wever 1978 p. 137

[2] RD Zaterdag 13 november 2021 p. 35