KATHOLIEKE KERK ZIJN EN ONZE SMAAK
Lezing gehouden op de studentenconferentie van de COGG 1 juni 2018 in Gouda. De hoofdlezing is op deze dag verzorgd door prof W van Vlastuin. Een uitgebreide samenvatting van die lezing is te vinden op: https://www.rd.nl/opinie/kerkelijke-verdeeldheid-hindert-zicht-op-volle-waarheid-1.1491261
De andere sprekers die dag waren prof H van den Belt en prof JW Maris.
Er is al veel gezegd. De vraag is of ik er nog wel echt iets aan kan toevoegen. Ik ga mijn best doen om bepaalde elementen naar voren te halen. Dat wil ik juist doen omdat aan de ene kant katholiciteit vertaalt als eenheid in onze tijd heel populair is. Er lijkt een geweldige beweging te zijn die naar eenheid van christenen en kerken zoekt. Toch leven we ook in een tijd waar het heel moeilijk lijkt om echt vanuit de katholiciteit te denken. We leven in de tijd van eigen smaak en eigen waarheid. Katholiciteit dreigt dan iets te worden van: er moet ruimte zijn voor mijn en onze smaak. Als je maar genoeg ruimte maakt, wordt de katholiciteit werkelijkheid. Dat lijkt mooi maar toch is het de vraag of we het dan nog over echte katholiciteit hebben.
Ik wil eerst een bepaalde tekening geven van ons levensklimaat op dit punt en dan enkele opmerkingen maken vanuit de kerkgeschiedenis en daarna vooral vanuit het Oude en Nieuwe Testament. Als ik het zo doe moet je niet denken dat ik hiermee aan ons levensgevoel of de kerkgeschiedenis de voorkeur geef boven de Schrift, boven het Woord van God. Dat zou wel heel onkatholiek zijn.
Geest van eigen tijd
Hoe wordt er in onze tijd tegen de Schrift en vandaaruit naar de theologie gekeken? Daarin is in de eeuwen die achter ons liggen een geweldige verandering gekomen. In de tijd van de reformatie werd de theologie als de koningin van de wetenschappen gezien. Nu wordt naar de theologie, en zeker als het vanuit de vastheid van de Schrift als Gods Woord beoefend wordt, vaak meewarig gekeken. Voor velen is het geen wetenschap omdat we ons uitgangspunt buiten onszelf in Jezus Christus, in Zijn Woord zoeken. De wetenschap wordt door velen nu als een paria onder de wetenschappen gezien en behandeld
We krijgen er al nadrukkelijker mee te maken dat het spreken over waarheid problematisch wordt. Vooral als je dan zegt dat dit de waarheid is waar we ons aan moeten houden. Dat dit jouw waarheid, jouw mening of jouw gevoel is dat is prima. Je moet niet gaan zeggen dat het de waarheid is. Dan sluit je anderen uit. Dan verbreek je in de ogen van velen als het over de kerk gaat de katholiciteit.
Je ziet hoe er in de geschiedenis op dit punt duidelijke verschuivingen hebben plaatsgevonden. Er was een tijd dat de Schrift als Gods waarheid die overal bovenuit gaat, beleden werd. Er was de overtuiging dat we als mensen voor de waarheid en de volheid van ons bestaan naar God moeten . Zonder God en Zijn Woord ken je de werkelijkheid niet.
De Verlichting met zijn geweldige invloed heeft daaraan in o.a. ons werelddeel een einde gemaakt. De waarheid werd gezocht binnen de schepping met de mens als het hoogste wezen. Dan is het zo dat daarbij vooral het menselijke verstand en de algemene menselijke ervaring de norm wordt. De nadruk ligt de ene keer bij het verstand en de andere keer bij het gevoel. Waarheid is wat volgens ons menselijk verstand kan of wat volgens ons algemeen menselijk gevoel is. Er was een groot vertrouwen op het verstand. Gezond nadenken zou ons bij de waarheid en een betere wereld brengen. Dat hebben we voor het grootste deel achter ons gelaten.
We leven in een tijd waarin ieders eigen gevoel een eigen waarheid is. Geen grote verhalen meer maar kleine verhalen die allemaal naast elkaar moeten kunnen staan. Waarbij je niet de claim legt dat je het over de waarheid hebt die normatief is. Dit zorgt er voor dat voor veel mensen het begrip katholiciteit een invulling krijgt dat we zo breed mogelijk moeten zijn. Elkaar aanvaarden zolang we ons christen of protestants noemen en voelen. Ik leg hier nu enkele uitspraken van Melanchton naast[1]. Melanchton was de naaste medewerker van Maarten Luther.
Melanchton
Melanchton heeft tijdens zijn leven steeds gezegd dat elke gelovige katholiek moet zijn. Elke gelovige moet de leer van de katholieke kerk in geloof aannemen. Dat betekent ook dat elke gelovige vanuit die leer heeft te leven.
Voor Melanchton betekent dit dat de kerk de leer van de Schrift hooghoudt. Hij zegt in 1519: “Het is voor een katholiek niet nodig om een geloofsartikel anders te geloven dan wat de Schrift daarover zegt. Melanchton houdt juist als het om de katholiciteit gaat het Sola Scriptura vast. De Schrift is de enige norm voor het bestaan en leven van de katholieke kerk. Melanchton krijgt daarover vragen vanuit de universiteit van Parijs in 1521. De Sorbonne-universiteit die een bolwerk van de rooms-katholieke kerk was in die tijd. Een van de vragen van zijn Roomse opponenten is dan: “Hoe kan iemand katholiek zijn als hij niet naar de kerk luistert?” Het antwoord van Melanchton is: “Aan jullie hooggeleerde heren vraag ik: hoe zien jullie de kerk? Is dat de Franse Sorbonne? Maar hoe kan dat de kerk zijn als zij zich van het Woord van God vervreemt? Hoe kan dit terwijl Christus zegt dat de schapen Zijn stem kennen. Wij noemen de kerk die kerk die gefundeerd is op het Woord van God, die leeft uit het Woord van God. Die gevoed, gekoesterd en geregeerd wordt door het Woord. Kortom wie uit God is, luistert naar het Woord van God.”
Voor Melanchton gaat het niet om een woord. Hij wil geen woordenspel. Bij het woord katholiek gaat het hem om de kerk zelf. Over wat de kerk zelf is schrijft hij: “Wanneer ik het woord “kerk” gebruik, denk ik niet aan pauzen en bisschoppen en anderen die het met hun meningen eens zijn. …. Maar ik zie de kerk als vergadering van ware gelovigen die het evangelie en de sacramenten hebben. Die door de geest geheiligd worden.”
De kerk is katholiek omdat het evangelie katholiek is. Een kerk is niet meer katholiek wanneer het vaart op de meningen van bepaalde mensen.
Hier vinden we een heel belangrijk element tegenover de geest van onze eigen tijd. Daarin zijn eigen gevoelens en meningen het belangrijkste. Niet zozeer wat anderen zeggen als wel wat ik vind en voel. Terwijl de norm voor kerk-zijn in God en Zijn Woord ligt. Niet in menselijke meningen maar in de Goddelijke openbaring. Ik kan het niet laten om hier artikel 7 van de NBG aan te halen: “Men mag ook geen geschriften van mensen, hoe heilig de schrijvers ook geweest zijn, op één lijn stellen met de goddelijke Schriften, ook de gewoonte niet met Gods waarheid - want de waarheid gaat boven alles -, evenmin het grote aantal, de ouderdom, de ononderbroken voortgang in de tijden of de opvolging van personen, of de concilies, decreten of besluiten. Want alle mensen zijn uit zichzelf leugenaars (Ps. 116 : 11) en ijdeler dan de ijdelheid zelf. Daarom verwerpen wij uit de grond van ons hart alles wat met deze onfeilbare regel niet overeenkomt. Zo hebben de apostelen het ons geleerd: Beproeft de geesten of zij uit God zijn (1 Joh. 4 : 1). En: Indien iemand tot u komt en deze leer niet brengt, ontvangt hem niet in uw huis (2 Joh. : 10).”
Graag wil ik hier de woorden aanhalen van de Zuid-Afrikaanse collega met wie ik jaren heb mogen samenwerken: Eugene Viljoen : “Die kerk is katoliek waar uit die katolieke geloof geleef word. Die katolieke kerk herleef dan ook daar waar God die ware leer herstel ; waar die evangelie weer ontdek word. Die kerk kan slegs katoliek wees daar waar sy lewe uit die evangelie van God se vrye genade deur sy Woord en Gees alleen. Katolisiteit en eenheid hoort by mekaar. Want ons glo een heilige katolieke kerk. Kerkeenheid begin by die herstel van die volle evangelie in die lewe van die kerk.
Kort konklusie : wat beteken die woord “katoliek” vir die lewe van die kerk? Dit verwys na die lewe van die kerk uit die volheid van die waarheid wat God ons geopenbaar het. Die volheid van die genade wat ons gegee word in die Here Jesus Christus deur die Heilige Gees. Ons kan sê dat die kerk katoliek is omdat en vir sover as wat sy leef uit die volle rykdom wat God haar skenk. Die rykdom van die Drie-enige God , Vader, Seun en Heilige Gees.“[2]
In Christus
We zien het katholiek zijn van de kerk en daarom ook de opdracht om katholiek te zijn heel duidelijk in Christus. Daarmee wil ik ook benadrukken dat de kerk alleen katholiek is als ze echt belijdt wat we lezen in Mattheus 16: “Toen Jezus gekomen was in het gebied van Caesarea Filippi, vroeg Hij aan Zijn discipelen: Wie zeggen de mensen dat Ik, de Zoon des mensen, ben? Zij zeiden: Sommigen: Johannes de Doper, en anderen: Elia, en weeranderen: Jeremia of een van de profeten. Hij zei tegen hen: Maar u, wie zegt u dat Ik ben? Simon Petrus antwoordde en zei: U bent de Christus, de Zoon van de levende God. En Jezus antwoordde en zei tegen hem: Zalig bent u, Simon Barjona, want vlees en bloed hebben u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is. En Ik zeg u ook dat u Petrus bent, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen.” vs 13-18
Waar niet meer op de Christus van de Schriften en Zijn betrouwbare woord gebouwd wordt en dat evangelie niet meer verkondigd wordt, is de katholieke kerk niet meer aanwezig. Juist in de echte Christus ligt haar eenheid. Dat komt ook heel duidelijk uit als we denken aan Christus kruisiging en opstanding. Ik vraag eerst aandacht voor op het eerste gezicht een detail bij het sterven van Christus aan het kruis. Toch is ook dit detail van groot belang voor de katholiciteit van de kerk. Voor de eenheid die er in Christus is en ook zichtbaar vorm hoort te krijgen.
Het gaat me om wat we lezen in Johannes 19 over de Here Jezus die gestorven is terwijl de andere kruiselingen nog leven. We lezen in vers 33-36: “maar toen zij bij Jezus kwamen en zagen dat Hij al gestorven was, braken zij Zijn benen niet. Maar een van de soldaten stak met een speer in Zijn zij en meteen kwam er bloed en water uit. En die het gezien heeft, die getuigt ervan, en zijn getuigenis is waar, en hij weet dat hij de waarheid spreekt, opdat ook u gelooft. Want deze dingen zijn geschied, opdat het Schriftwoord vervuld wordt: Geen been van Hem zal gebroken worden.”
Wat we hier lezen gaat o.a. terug op voorschriften die de HERE voor het Paaslam gegeven heeft. We lezen hierover in Exodus 12:46 en Numeri 9:12:
“In één huis moet het gegeten worden. U mag van het vlees niets uit het huis naar buiten brengen, en u mag er geen been van breken.”
“Zij mogen er niets van over laten blijven tot de volgende morgen en mogen er geen been van breken; volgens alle verordeningen voor het Pascha moeten zij het houden.”
Om de betekenis goed te zien is het nodig om op te letten waar het Paaslam dat elk jaar gegeten moest worden naar verwijst. Het verwijst naar de 10e plaag die over de Egyptenaren en ook over het volk Israël zou komen in Egypte. Die 10e plaag dat in die nacht de eerstgeborene in huis zal sterven, is alleen af te wenden als de Israëlieten een lam slachten en het bloed daarvan aan de deurposten smeren. Dan gaat de verderfengel aan hun huis voorbij. Het lam dat dan geslacht is, moet tijdens de paasmaaltijd gegeten worden. Dat paaslam mag niet gekookt worden maar moet gebraden worden. Het mag niet in stukken gehakt worden. Geen been mag er van gebroken worden. Dit laatste is ook de reden waarom het gebraden en niet gekookt mag worden. Als het gekookt zou worden, moet het zeker in stukken gebroken worden om in een pan te passen. Het paaslam staat dus voor het reddende bloed dat Gods oordeel, dat de dood afwendt. Het staat voor de bevrijding uit slavernij. Het staat er ook voor dat het door het geloof in de HERE zorgt voor de echte eenheid. Dat laatste wordt benadrukt als gezegd wordt dat het Paaslam niet gebroken mag worden. Het mocht ook niet verdeeld worden om een deel er van zo naar een ander huis te brengen. .
De Geest maakt in Johannes 19 duidelijk dat Christus die aan het kruis gestorven is en van wie geen been gebroken is de vervulling van het Paaslam is waarvan we in Exodus 12 en Numeri 9 lezen. Ook later in de Bijbel lezen we dat heel duidelijk In 1 Korinthe 5: “Doet het oude zuurdeeg weg, opdat gij een vers deeg moogt zijn; gij zijt immers ongezuurd. Want ook ons paaslam is geslacht: Christus. Laten wij derhalve feest vieren, niet met oud zuurdeeg, noch met zuurdeeg van slechtheid en boosheid, maar met het ongezuurde brood van reinheid en waarheid.” vs 7,8
In de dood aan het kruis hebben we dus te maken met Hem die voor de echte bevrijding van Gods oordeel zorgt. Die de gelovigen echt bevrijdt uit dat wat ze tot slaven maakt, dat wat ze op weg laat gaan naar alleen maar ellende. Het gevolg van de zonde die in ons leven is gekomen en die zorgt voor zonden en schuld in ons leven is de dood. Is een bestaan dat nooit ophoudt maar dat vol is van moeiten en verdriet. Voor die zonden moet er genoeg gedaan worden. De straf die door de zonden verdiend is, moet afbetaald worden. Christus is in Goddelijke liefde gekomen om dat te doen. Johannes de Doper wijst daarop bij het begin van het publieke optreden van de Here Jezus: “Zie het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt!” Joh 1:29
De Here Jezus heeft al die keren dat het Paasfeest gevierd is, vervuld. Hij heeft laten zien dat het maar niet om de bevrijding uit Egypte gaat. Hij heeft laten zien dat het ook niet alleen gaat om een volk uit slavernij en onderdrukking op aarde te bevrijden. Het gaat veel dieper en veel verder. Daarom moet Hij ook veel dieper lijden dan een lam dat geslacht werd. Hij moet lijden als de Levende onder toorn en de boosheid van God. Hij gaat niet alleen dood. Nee, Hij de enige zondeloze, de Zoon van God moet mishandeling, oneerlijke veroordeling, marteling, verachting, haat meemaken. Hij voelt daarin de toorn van God terwijl Hij leeft. Hij moet daarin de straf dragen die de gelovigen voor eeuwig verdiend hebben. Hij draagt de straf tot in de dood. Het is voor Hem de meest ellendige en moeilijke vrijdag die er tijdens Zijn leven op aarde was. Om wie als goddeloze bij Hem vergeving en verlossing uit de dood zoekt. Wie dat met echte schuldbelijdenis doet, zal Hij eeuwige verlossing geven. Zo redt Christus als het echte Paaslam niet alleen uit onderdrukking op aarde. Hij redt van de slavernij van de zonde en daarmee redt Hij wie gelooft van een altijddurende toekomst die vol ellende zit en blijft zitten. Hij redt van de hel! De eeuwige dood kan door het bloed van Christus als het Paaslam wie op Hem bouwt niet meer meenemen. Dood en duivel moeten wie bij Christus horen afstaan aan het eeuwige leven door Christus verdiend.
Dat geeft als het goed is ook de echte eenheid! Die echte eenheid vindt zijn oorsprong in Christus. Door Hem te kennen als de enige Verlosser en Heer van je leven. Van je persoonlijke leven en ook als gemeente en kerkverband. Wij mogen Christus niet om eigen gedachten en regels verdelen. Wij mogen nooit een kerk worden volgens eigen smaak. Het gaat er om dat Christus als het Paaslam onze eenheid is en dat we eenheid zoeken met ieder en elke vergadering die Christus zo kent en met Hem leeft. Die zo leeft in echte liefdevolle verbondenheid met de Drie-enige God. Onze eenheid en ons leven vinden in Jezus Christus de Gekruisigde. We lezen in Exodus 12 dat het lam niet verdeeld mag worden door het naar verschillende huizen te brengen. Christus leert ons om in eenheid met Hem te leven en met Gods volk op aarde. Dat komt ons heel duidelijk voor ogen in wat we lezen in 1 Kor 10: “Is niet het brood, dat wij breken, een gemeenschap met het lichaam van Christus? Omdat het één brood is, zijn wij, hoe velen ook, één lichaam; wij hebben immers allen deel aan het ene brood.” Vs 16,17
Wanneer het gaat om katholiek zijn en daarom de eenheid echt zoeken in de erediensten waar Gods volk samenkomt, is dan ook de opstanding van Christus heel belangrijk. Daarover zou veel te zeggen zijn. Vanuit Christus sterven en het afsterven aan je eigen zondige ik is er het opstaan in een nieuw leven. Dat is nooit los te maken van Christus. Van die ene Christus die Zijn leven voor Gods kinderen gegeven heeft en die ook voor hen is opgestaan. Die Christus die het Lam is maar ook de Leeuw. Ook onze God en Koning. Daarbij komt dat Hij voor ons zo ook ons onfeilbare Voorbeeld is. Dat vraagt van de katholieke kerk een leven als kerk volgens de wil van God. Dat vraagt om een leven waarbij we de aanwijzingen vanuit de hemel, van Christus willen volgen. Dat betekent niet dat de katholieke kerk hetzelfde is als de zuivere kerk. Dan raken we in donatistisch vaarwater. Daar moeten we ver van blijven. Als we zeggen dat we bij de zuivere kerk moeten horen, is de kans ook heel groot dat we denken dat wij voor die zuivere kerk moeten zorgen. Alsof de kerk van ons werk afhankelijk is. Dan gaat ook de belijdenis van de rechtvaardiging van de goddeloze al meer verdwijnen. Toch kan dit niet betekenen dat we nog kerk zijn, nog katholieke kerk zijn als we eigen smaak, eigen cultuur en de geest van eigen tijd laten heersen als het om een christelijk leven gaat. De opstanding van Christus vraagt om een nieuw leven. In Zijn opstanding ligt de kracht van dat nieuwe leven. Bij de katholieke kerk hoort dat er geluisterd wordt met hart en ziel naar wat Christus vanuit de hemel ons leert ook voor het leven van elke dag. Dan denk ik nu o.a. aan Kolossenzen 3: “Als u nu met Christus opgewekt bent, zoek dan de dingen die boven zijn, waar Christus is, Die aan de rechterhand van God zit. Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn, want u bent gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God. Wanneer Christus geopenbaard zal worden, Die ons leven is, dan zult ook u met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid.” Vs 1-4
Eenheid vanuit echte verbondenheid met Christus vraagt ook om zelfverloochening om echt katholiek te zijn. Niet alleen met woorden maar ook met de daad. Dat betekent scheiding en ook vereniging. Niet volgens eigen smaak maar in het geloof dat Christus vasthoudt en in Hem eenheid in leer en leven vindt.
[1] Faber, J. Was the reformation Catholic? Melanchton’s answer in Clarion Desember 1997, p. 551
[2] Eugene Viljoen in: Hannes Breytenbach e.a. Kerkeenheid:eenheid in het ware geloof. Vrye Gereformeerde Studies 3 p. 57