ONS GEBEDSLEVEN

 

Het volgende seizoen willen we vanuit de huisbezoeken en ook in de prediking aparte aandacht aan ons gebedsleven geven. Hoe staat het met de vertrouwelijke omgang met God in ons leven? Hoe kunnen we elkaar daarbij helpen? Hoe kunnen we dat leven in gebed ook in de gemeente stimuleren?  Als inleiding op de huisbezoeken en het verdergaande gesprek hierover een enkele korte aantekening over het gebedsleven.

 

Tot wie bidden we?

 

Op die vraag komt snel de reactie: Dat is toch duidelijk. Wij bidden tot God. Dat is waar. Om het nog wat preciezer te zeggen: Tot de Drie-enige God. Als dat ons antwoord is, is het goed om de volgende vraag te stellen:  Bidden wij wel eens tot de Zoon en de Heilige Geest?  Ik heb de indruk dat ons bidden vaak uitsluitend een gebed is tot God in het algemeen of tot de Vader. Dat is niet verkeerd. Maar daarmee buiten we niet de volle rijkdom uit die we gekregen hebben. Het gebedsleven kan rijker en sprekender wanneer we ons in ons gebed ook rechtstreeks richten tot Jezus Christus en tot de Heilige Geest.

Mag dat wel? Geeft de HERE in de Bijbel daar wel ruimte voor? Zeker. Want in Jezus Christus hebben we met de Zoon van God te maken. Met God zelf. En ook de Heilige Geest is echt  en eeuwig God.  Het is God die we mogen aanspreken in ons gebed. Het apart aanspreken van Vader, Zoon en Heilige Geest doen we ook wanneer wij Gezang 134 zingen. Dan zingen wij een gebed. We komen dan in ons gebed eerst tot Christus: :

“O grote Christus, eeuwig licht,

niets is bedekt voor uw gezicht,

die ons bestraalt waar wij ook gaan,

al schijnt geen zon, al licht geen maan.”

 

En  in het laatste vers van dit gezang spreken we zowel Vader, Zoon als Heilige Geest aan:

“Vader, dat uw liefd' ons blijk',

O Zoon, maak ons uw beeld gelijk,

O Geest, zend uwen troost ons neer,

Drie-enig God, U zij al d'eer.”

 

In de Bijbel zien we ook voorbeelden dat er tot Christus gebeden wordt. Dat Hij aanbeden wordt. In Mat 28 bijvoorbeeld lezen  we  dat  de  11 discipelen de Here Jezus na Zijn opstanding aanbidden.

Wanneer  Stefanus  in Handelingen 7 gestenigd wordt komt er nog een gebed uit zijn mond. Dan bidt deze martelaar: "Heer Jezus, ontvang mijn geest" en dan gaat hij verder  met  de woorden:  "Heer,  reken hun deze zonde niet  aan!"(vers  59,60)  Met dit gebed tot Jezus op de lippen is  Stefanus  gestorven. Een ander voorbeeld van de aanbidding die  ook  tot  Christus komt lezen we in Openbaring 5. Daar werpt  zelfs  heel de schepping zich voor Christus neer en zegt:  "Aan Hem  die op de troon zit, en aan het Lam komen de dank, de eer, de lof en de macht toe, tot in eeuwigheid.” (vers 13)

Ook de Heilige Geest heeft alles met ons gebed te maken. In Romeinen 8 komt de Geest  heel  nadrukkelijk naar voren in verband met ons bidden. Daar lezen we zelfs  dat de Geest ons gebed aanvult wanneer wij niet meer weten wat wij bidden moeten. Ik kom daarop in een later artikeltje nog terug. In de Geloofsbelijdenis van Nicea belijden we als kerk van de Heilige Geest o.a. het volgende: “die samen met de Vader en de Zoon aangebeden en verheerlijkt wordt.”

Wat is nu de praktische waarde van het ook bidden tot Christus en de Heilige Geest? De waarde daarvan is dat we er ook bewust aan denken wat het bijzondere werk van de Zoon en de Heilige Geest is. Dat we zo de rijkdom van het kennen en leven met de Drie-enige God al meer zien. Zonder ooit dat werk van Vader, Zoon en Geest van elkaar te scheiden. Zonder ooit te zien en te erkennen dat we in Vader, Zoon en Geest met de ene en enige God te maken hebben. Het gaat juist om die heerlijke rijkdom die we in Hem als de enige God hebben. Dan zie je iets van de grootheid van God. Je komt in het gebed tot hem. Je hebt in het gebed echt contact met Hem! Dan wordt ook in je gebedsleven een levende werkelijkheid voor jou wat we in art 9 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis belijden van de Drie-enige God belijden: "Wij weten dit alles zowel uit het getuigenis van de Heilige Schrift als uit de werkingen van deze Personen, voor namelijk uit die welke wij in onszelf ervaren.”

 

Onze innerlijk houding bij het bidden

         

Bidden is spreken met God. Praten met Hem. Maar praten of praten is niet hetzelfde. Het maakt uit met wie je praat. Praten met God is wat anders dan praten met je vriendje. Het spreken met de HERE vraagt om een goede houding. In de eerste plaats om een goede houding van je hart.

Als je met God wil spreken dan is aandacht nodig. Het kan niet zo zijn dat je maar gedachteloos de handen vouwt en de ogen sluit. Dat is een gevaar wat ons wel degelijk bedreigt.   Dat gevaar is groot wanneer we altijd hetzelfde gebed bidden. Dan is de kans extra groot dat het alleen maar woorden zijn waar onze aandacht niet bij is. Of in ieder geval snel afleiding onze gedachte meeneemt. Wanneer we moe zijn kan het gebeuren dat we zomaar wegzakken en ons gebed onderbroken wordt. Het is belangrijk dat we manieren vinden om dat te voorkomen.

Dat aandacht in het gebed tot de HERE van groot belang is werd ook door de Joden beseft. Op wanden van verschillende synagogen kun je de volgende spreuk lezen: "Een gebed zonder aandacht is een lichaam zonder ziel."

Dat  alleen  maar het uitspreken van geijkte woorden zonder echte betrokkenheid op God niet naar Gods wil is komt duidelijk uit in Jesaja 29:13:14:"Omdat dit volk Mij naar de mond praat, Mij slechts met de lippen dient, terwijl hun hart ver bij Mij vandaan is; omdat hun ontzag voor Mij louter plicht is, slechts aangeleerd en door mensen opgelegd  daarom zal Ik opnieuw wonderen verrichten voor dit volk, indrukwekkende wonderen en grootse daden. De wijsheid van de wijzen zal hun dan niet baten, het verstand van de verstandigen houdt zich verborgen.”

 

Erbij zijn als je bidt

 

Hieruit blijkt dat echte betrokkenheid, echte liefde tot God nodig is om met de HERE goed te spreken. Toch kan het gebeuren dat de liefde tot God er is maar we toch last hebben van het afdwalen van onze gedachten. Wat kunnen we daaraan doen?

Ik wil u een paar dingen noemen die ons daarbij kunnen helpen:

 Een goede voorbereiding op je gebed. Je denkt er van tevoren over na wat je in je gebed naar voren wilt brengen. Eventueel zet je een paar punten op een papiertje en gebruik je dat. Bij die goede voorbereiding kan ook horen dat je eerst een gedeelte uit de Bijbel gelezen hebt en dat betrekt in je gebed. Dat zal ook het met aandacht lezen van de Bijbel ten goede komen. Lees dat Bijbelgedeelte met de vragen:

             Wat belooft de Here hier?

             Wat vraagt de HERE hier?

             Wat voor werk doet Hij hier?

Betrek die beloften en die opdrachten en dat werk van de HERE in je gebed. Dank de HERE voor Zijn werk waarover je gelezen hebt.

Wanneer je van jezelf weet dat je gauw wegdwaalt of snel in slaap valt wanneer je zachtjes bidt kan het belangrijk zijn dat je altijd hardop bidt. Ook als je alleen bent. Wanneer je hoorbaar spreekt zullen je gedachten niet zo snel afdwalen. Zul je niet zo snel in slaap vallen. De HERE heeft de stem gegeven om contact te hebben met anderen. Het is helemaal niet vreemd om als je alleen bent hardop te bidden. Dat onderstreept zelfs dat er sprake is van een echt gesprek. Dat je echt tegen iemand spreekt. Iemand die er echt is.

Ook onze lichamelijke houding kan meehelpen om de aandacht er bij te houden. Wanneer je 's avonds op bed gaat zitten of liggen is de kans groter dat je in slaap valt dan wanneer  je voor je bed knielt.

We hebben het nu vooral gehad over de aandacht die er vanuit ons hart bij het spreken met de HERE moet zijn. Een ander element van de houding van ons hart bij het bidden is eerbied.

 

Bidden met eerbied

 

 Aandacht is niet het enige dat onze innerlijke houding heeft te bepalen bij ons bidden. Die aandacht zal gedragen worden en versterkt worden door eerbied voor God. Doordat je op Hem vertrouwt. Doordat je meent wat je bidt.

Bij de eerbied hoort dat we ons er goed van bewust zijn wie de HERE is en wie wij zijn. Dat we echt tot ons laten doordringen dat de HERE onze Maker is en wij het maaksel. Dat er dus een grote afstand tussen de HERE en ons is. Dat Hij ver boven ons staat. Dat wij ons leven helemaal aan Hem te danken hebben. Nadat de zonde ons leven is binnengekomen moet er nog iets gezegd worden. Want nu is er ook de afstand tussen de Heilige God en ons als zondaars. God haat de zonde en wij houden uit onszelf van de zonden. Ondanks die grote afstand mogen wij met de HERE praten. Toch wil Hij naar ons luisteren, ons in Zijn hoede nemen, onze zonden vergeven. Hij zelf heeft er voor gezorgd dat er ook voor de zondaar die berouw heeft weer een begaanbare weg is tot Hem. Door Zijn Zoon Jezus Christus. De Here Jezus heeft ook geleden om onze zonden in ons bidden weg te doen zodat ons gebed gezuiverd bij God komt. (Openb 8: 1-6)

Wie onder de indruk is van God, van Zijn werk van verlossing weet zich klein, schuldig tegenover God. En zal daarom met eerbied tot God komen in zijn of haar bidden. Wie eisend en zelfverzekerd tot God komt wordt door God veroordeeld. Het gebed van iemand die vindt dat hij het met zichzelf getroffen heeft wordt door God niet verhoord. Van zo iemand lezen we in Spreuken 16:5: "De HEER verafschuwt hooghartige mensen, ze worden hoe dan ook gestraft.”

Maar toch hoef je niet bang te zijn. Je hoeft niet te denken kan ik wel naar die grote en heilige God komen. Kan ik wel met Hem spreken. Want juist wie onder de indruk is  van die geweldige God wordt door Hem welwillend en vriendelijk aangehoord. Vol liefde luistert de HERE dan. Zo lezen we in Jesaja 57:15: "Dit zegt Hij die hoog is en verheven, die troont in eeuwigheid. Heilig is zijn naam: In hoogheid en heiligheid zal Ik tronen met hen die verslagen en onaanzienlijk zijn, opdat de onaanzienlijke geest herleeft, opdat het verslagen hart tot leven komt. Hiermee laat de HERE zien dat we met vertrouwen naar Hem mogen toegaan. Vertrouwen dat alleen Hij ons leven goed kan maken. Dat alleen in het vertrouwen op Hem het leven toekomst heeft. Dat Hij verlost en zorgt zoals Hij dat beloofd heeft.

Een gebed waar de HERE vol liefde en zorg naar luistert, vraagt van onze kant wel eerlijkheid. Dat we er eerlijk voor uitkomen wat er in ons leeft, wat we gedaan hebben. In een van de boekjes voor de catechisatie staat een voorbeeld wat met eerlijk bidden te maken heeft.  Het gaat om een gebeurtenis  die heeft plaatsgevonden in het leven van de bekende  Engelse  predikant Spurgeon.  Deze Spurgeon komt bij een  man  die teveel gedronken heeft de vorige dag. Op een  bepaald  moment zegt hij:  "We gaan samen bidden,  maar dan  moet u het gebed doen." De man begint met: “Here, ik ben gisteravond uit geweest en in een verkeerde kroeg terecht gekomen."

"Dat   is   geen  bidden,"  roept  Spurgeon.   "Dat  moet u overdoen.” Dan begint de man opnieuw: “Here, gisteravond ben ik met een paar slechte vrienden op stap geweest." Dan

zegt Spurgeon weer: "Nee, dat is geen bidden."

De man zegt dan ontmoedigd: "Hoe moet ik dan bidden."

"Wel" zegt Spurgeon,  "je moet bidden: Here ik ben gisteravond dronken geweest. Wil U het mij vergeven?"

Eerlijkheid tegenover de HERE in ons gebed is een vereiste. Want voor de HERE kunnen we niets verbergen. Willen we dat toch dan zijn we zondig bezig. Dan schaadt dat onze

verhouding met de HERE.

De houding van ons hart bij het bidden heeft niet alleen met de verhouding tot God te maken. Ook onze houding tegenover de mensen om ons heen speelt daarbij een belangrijke rol.

 

Ons gebed en onze houding tegenover de naaste

 

Wanneer wij contact zoeken met de HERE is het ook heel belangrijk dat onze houding tegenover de mensen om ons heen goed is. Wanneer onze houding tegenover mensen om ons heen vol is van haat en afweer kunnen we wel mooi bidden. Maar dan  halen  we daardoor alleen maar Gods straf over ons leven. Dan wil de HERE niet naar je luisteren. In Jesaja 1

lezen we daarover:  "Wanneer u uw handen uitbreidt, verberg  Ik  Mijn  ogen  voor  u;   zelfs wanneer u het gebed vermenigvuldigt,  hoor Ik niet; uw handen zijn vol bloed." (vers 15)   Dat je omgaan met de mensen om je heen van beslissend belang is of de HERE naar je luistert, komt ook in 1 Petrus 3 naar voren. Daar gaat het over de verhouding van man en

vrouw  in het huwelijk.  Dan spreekt de HERE daar de mannen aan op de volgende manier: "U, mannen, moet verstandig omgaan met uw vrouw, die brozer is dan u. Behandel haar met respect, want zij deelt samen met u in de genade van het nieuwe leven. Dan staat niets uw gebeden in de weg.” (vers 7) Onze houding ten opzichte van de naaste zal in

orde moeten zijn, willen we goed kunnen bidden.

Zijn er nu ook momenten in je leven dat je niet kunt bidden? Het kan zo zijn dat je leven zo verkeerd is, dat je zo vasthoudt aan het verkeerde dat bidden dan vloeken is. Wie ver van God weg is in zijn leven maar dan toch bidt om de ander de indruk te geven dat je als christen leeft haalt daardoor alleen maar een oordeel over zich.

Maar kan het nu ook voorkomen dat je zulke erge dingen in je leven meemaakt dat je van verdriet, verbazing, van geschoktheid niet kunt bidden?

Er kunnen dingen gebeuren in je leven waardoor de HERE zo ver weg lijkt. Dat God zo ver weg lijkt. Dat er alleen maar klachten tegenover de HERE in je hart lijken op te komen. Dan is het goed om die klachten te uiten tegenover de HERE. Dan mag je rustig uitspreken dat je niet begrijpt waarom de HERE  dit laat gebeuren.  Zulke klachten komen in de Bijbel

ook op bij Gods kinderen. Zo horen we Asaf in Psalm 77 zeggen: "Zou de HEER voor eeuwig verstoten, zou Hij niet langer liefhebben? Is Zijn trouw voorgoed verdwenen, Zijn Woord voor eens en altijd verstomd? Vergeet God genadig te zijn, verbergt Zijn ontferming zich achter Zijn toorn? En ik zeg: “Ik weet wat mij kwelt, de hand van de Allerhoogste is niet meer dezelfde.”(vers 8-11)

Het kan ook gebeuren dat de omstandigheden zo zwaar op je liggen dat je niet weet wat je vragen moet. Dat verdriet zo over je komt dat je er niet uitkomt. Dat je roept om hulp maar verder niet komt. Juist dan is het een machtig houvast dat God gezegd heeft: "De Geest helpt ons in onze zwakheid, wij weten immers niet wat wij in ons gebed tegen God moeten zeggen, maar de Geest pleit voor ons met woordloze zuchten.” (Rom  8:26) Ook ons gebedsleven hoeven we niet op eigen kracht te doen. Ook daarbij belooft de HERE zijn hulp.

 

Uiterlijke houding

 

Omdat het spreken met de HERE zo belangrijk is nemen we daarbij een gebedshouding aan. Wie de Bijbel leest komt niet  een voorgeschreven houding tegen. Meerdere houdingen kom je tegen.  Enkele gebedshoudingen die je tegen komt in de Bijbel zijn: Staande, gebogen, op de grond liggend, knielend, met geheven handen.

De gebedshouding die wij vaak aannemen, dat wij zitten, de handen vouwen en de ogen dicht komen we in de Bijbel niet tegen. Tijdens het gebed waren de handen in Bijbelse tijd niet gevouwen maar opgeheven.  En waren de ogen niet gesloten maar juist open naar de hemel gericht. In de Middeleeuwen is het vouwen van de handen in de christelijke kerk in zwang  geraakt.   Ook het open houden van de ogen heeft nog lang bestaan in de kerk van Christus. Zo schrijft de bekende christelijke schrijver Tertullianus in de derde eeuw:

"Wij bidden met het oog naar boven gericht en met het hoofd ontbloot." Ook op afbeeldingen uit de 17e eeuw zien we biddende mensen afgebeeld met de ogen open. Open ogen gericht naar de hemel drukken uit:  ik verwacht het van de HERE die  in  de  hemel  woont.   Vol verwachting kijk ik uit naar de verhoring door Hem. Het sluiten van de ogen is vooral opgekomen omdat het drukker in de wereld werd. Om je beter te kunnen concentreren, niet zo snel te worden afgeleid is de gewoonte ontstaan om de ogen te sluiten. Er zijn nog veel dingen over het gebedsleven te zeggen. Dit is maar een aanzet voor een goed gesprek over ons gebedsleven.