OPENBARING 7 GOD VERGEET ZIJN KINDEREN NIET
“En ik zag een andere engel opkomen vanwaar de zon opgaat, met het zegel van de levende God.” Openbaring 7:2
De HERE maakt terwijl de gevolgen van de zonden als het welverdiende oordeel over de wereld gaan ruimte voor tempering. Het wordt op aarde nog niet de hel die we wel verdiend hebben. Zelfs niet als het er op aarde heel erg aan toegaat. Als vervolging erg is. Wanneer de verleiding van die duivel om werelds te leven heel sterk en intens naar ons toekomt, is er toch door Gods werk de ruimte en de kracht om aan Christus verbonden te zijn en te blijven. Daarop mogen en moeten we elkaar wijzen nu en in de toekomst. Dat is ook zo als je op je leven terugkijkt en je jouzelf de vraag stelt of je eigenlijk nog wel gelooft. Wanneer je je afvraagt of je eigenlijk nog wel wil geloven, of je nog wel met Christus als je Heer en Koning wilt leven. Ook wanneer je je afvraagt of je het wel gaat volhouden in geloof, of je het wel kan uithouden bij een leven volgens Gods eigen Woord terwijl er om je heen zoveel zijn die zeggen dat je het allemaal veel makkelijker moet nemen.
Hou je het vol om bij zo’n klein clubje in de ogen van anderen te horen? Laten we dan even heel eerlijk met elkaar zijn: Als ik dat zelf voor elkaar moet boksen en volhouden, ga ik onderuit. Wie nu denkt: ‘ik sta uit mezelf sterk’ moet zich afvragen of hij wel echt gelooft.
Moeten we dan gaan twijfelen en of heel erg tobberig en somber worden? Gelukkig niet! Want ondanks onze zonden, ondanks de duivel is de HERE er en Hij werkt reddend in alle omstandigheden. Dat lezen we ook in Ezechiël 9. Het staat er in die tijd voor het verbondsvolk echt slecht voor. Ze hebben van hun leven met de HERE ondanks zoveel waarschuwingen uit liefde er een geweldige puinhoop van gemaakt. Ze nemen het leven met God maar makkelijk op. Je moet gewoon je eigen gang kunnen gaan en de HERE vindt dat echt niet erg denken ze. Ze leven in zonden en denken toch gered te worden. Dan komt Gods oordeel. Heel intens. Dan zie je dat de HEERE Zijn kinderen niet vergeet. De kinderen van Hem die echt in liefde voor Hem en Zijn Woord wil leven worden zo getypeerd: “de mannen die zuchten en kermen over al de gruweldaden die in het midden ervan gedaan worden.” Vs 4
Het gaat om de mensen die uit liefde voor de HERE het zo erg vinden als er in zonden geleefd wordt. Die met echt verdriet de afval van de HERE om zich heen zien. Tot in de tempel toe. Die niet alleen zo naar buiten kijken maar ook in eigen leven het verdriet over eigen zonden kennen en zo naar de HERE gaan. Die worden door de HEERE in Zijn hand bewaard. De winden van Zijn oordeel kunnen hun leven niet scheiden van de liefde van God die in Jezus Christus is. Gods reddende zegel wordt op hun voorhoofden gezet.
BEWAPEN JOU MET LIEFDE
“Want ons worstelstryd is nie teen vlees en bloed nie, maar teen die owerhede, teen die magte, teen die wêreldheersers van die duisternis van hierdie eeu, teen die bose geeste in die lug. Daarom, neem die volle wapenrusting van God op, sodat julle weerstand kan bied in die dag van onheil en, nadat julle alles volbring het, staande kan bly. Staan dan vas, julle lendene met die waarheid omgord”. Efese 6:12-14
Watter soort soldaat moet ons wees? As ‘n mens aan die tyd dink waarin Paulus leef, teken die Gees vir ons die mees swaar gewapende soldaat. Dit is die soldate wat vir die swaarste stryd bewapen is. Ons het met die magtigste vyand te doen en daarom moet ons so’n soldaat wees. Ons kan ook sien dat Paulus baie goed geweet het hoe soldate bewapen was want die volgorde waarin hy die wapens noem is die volgorde waarin ‘n soldaat dit aangetrek het. Die volgorde was belangrik want sonder die regte volgorde kon jy hierdie wapens nie dra nie en was jy nie goed teen die vyand bewapen nie. Ons kom nou by die eerste wat so ’n soldaat, wat jy en ek moet aantrek. Die eerste wat ons nodig het om staande te kan bly. Om werklik ons geloof, om werklik in die lewe met Christus te kan volhou en daarin selfs te kan groei. Die eerste is: “julle lendene met die waarheid omgord”.
Die eerste wat ‘n soldaat nodig gehad het om aan te trek was ‘n gordel. Die gordel om die heupe was nodig om ander dele van die wapenrusting op te kan laat rus. Die gordel was in die tyd ook nodig om die klere wat gedra is omhoog te kan trek en dan vas te maak sodat jy vinniger kon stap. Die gordel wat jy en ek nodig het is die van die waarheid. Waaraan moet ons nou by die waarheid dink? Om dit raak te sien is dit belangrik om te weet dat die lidwoord die in die Grieks nie hier staan nie. Letterlik staan hier ‘die gordel van waarheid’. Dit gaan hier in die eerste plek nie om die waarheid van God se Woord nie. Daardie wapen word later in vers 17 genoem. Die waarheid waar dit hier om gaan is dat jy in waarheid, dat jy opreg, dat jy met jou hart Christus as jou Verlosser volg, dat jy in waarheid die HERE liefhet. Dit gaan daarom dat jy met jou hart vol liefde vir die HERE en Sy Woord wil leef. Dat jy daarom jou volledig wil bewapen teen jou eie sondige hart, die duiwel en die wêreld. Dat jy volledig in diens van Christus as jou Heer wil staan.
OPENBARING 7 BESCHERMING
“Hierna zag ik vier engelen staan op de vier hoeken van de aarde. Zij hielden de vier winden van de aarde tegen, opdat er geen wind zou waaien op de aarde, of op de zee of tegen enige boom.” Openbaring 7:1
Gods engelen houden overal op aarde in de hand wat er voor oordelen over de wereld gaan. Dat heeft ook betekenis voor het leven van Gods kinderen op aarde.
Als gelovigen zijn we op aarde niet zo aan Gods oordelen en aan ellende overgeleverd dat we het zelf in eigen kracht maar moeten uitzoeken. Het is niet zo dat we in eigen kracht staande moeten blijven. Het is niet zo dat wij in het leven voor een onmogelijke opdracht staan. Christus heeft voor ons verdiend dat wij niet onder moeten en zullen gaan. Het is niet zo dat de zonden in eigen leven ons reddeloos gemaakt hebben.
Christus heeft verdiend dat er een dosering in de oordelen komt. Een dosering die we kunnen dragen. Een dosering waardoor we tot geloof kunnen komen, waardoor we in liefde voor de HERE kunnen leven. Die dosering lees je bijvoorbeeld ook in Mattheus 24. Luister maar: “En bid dat uw vlucht niet zal plaatsvinden in de winter en ook niet op een sabbat. Want dan zal er een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is vanaf het begin van de wereld, tot nu toe, en zoals er ook nooit meer zijn zal. En als die dagen niet ingekort werden, zou er geen vlees behouden worden; maar ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen ingekort worden.” vs 20-22
Wie in geloof op Christus bouwt mag zelfs weten dat God nooit iets over je brengt wat je niet kunt dragen. We lezen in 1 Korinthe 10:13 het volgende: “3Meer dan een menselijke verzoeking is u niet overkomen. En God is getrouw: Hij zal niet toelaten dat u verzocht wordt boven wat u aankunt, maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven om die te kunnen doorstaan.”
Zo is de HERE. Hij zorgt dat er gelovigen zijn en zullen blijven. Hij zorgt ervoor dat de tijd en ruimte er is om met Hem te leven en te blijven leven.
WAPENRUSTING
“Trek die volle wapenrusting van God aan, sodat julle staande kan bly teen die liste van die duiwel.” Efese 6:11
Die Heilige Gees roep ons in Efese 6 op God se wapenrusting aan te trek. Hy roep ons op om werklik vanuit die geloof te leef. Ons sien hier duidelik dat glo nie een of ander vorm is waarin nie lewe is nie. Jou geloof bely en lidmaat van Christus se kerk wees, is nie net dat jy jouself aan bepaalde gebruike hou nie. Wie so wil glo moet mooi daaraan dink dat jy dan nie werklik ‘n Christen is en ook geen ware Christen kan bly nie. Wie naamlik nie ‘n aktiewe soldaat in Christus se leër wil wees nie, wie nie wil stry nie sal deur die verleiding van die duiwel oorwin word. Dan word jy miskien sonder dat jy dit besef deel van die duiwel se leër.
Ons het nodig om God se volle wapenrusting aan te trek juis omdat ons met magtige teenstanders te doen kry. Jy en ek kan nie as God se kinders staande bly, ons kan nie in lewende geloof volhard sonder om daardie wapenrusting aan te trek nie. Let daarop dat dit ‘n saak van geloof, van geloofsaktiwiteit is om soldaat in Christus se leër te wees. Ons word naamlik daartoe opgeroep om die wapenrusting aan te trek. Hoekom het elkeen van ons dit so nodig? Omdat die duiwel met sy aktiwiteit hom juis teen hulle rig wat by Christus se kerk behoort. Die aktiwiteit wat hy teen ons ontplooi is werklik baie groot en ons kan nie in eie krag sonder die HERE daarteen teenstand bly bied nie. Let daarop wat Paulus as die rede gee waarom ons die wapenrusting moet aantrek: “Want ons worstelstryd is nie teen vlees en bloed nie, maar teen die owerhede, teen die magte, teen die wêreldheersers van die duisternis van hierdie eeu, teen die bose geeste in die lug.”
OPENBARING 7 WINDEN
De komende tijd hoop ik als het om de meditaties in het nederlands gaat met het boek Openbaring verder te gaan. Het moeten dan schetsen gaan vormen in dagboek vorm. je vind op deze website al voorbeelden hiervan over Openbaring 4-6. Ga nu verder metj hoofdstuk 7.
“Hierna zag ik vier engelen staan op de vier hoeken van de aarde. Zij hielden de vier winden van de aarde tegen, opdat er geen wind zou waaien op de aarde, of op de zee of tegen enige boom.” Openbaring 7:1
Christus onderbreekt hier de serie van de zeven zegels. Er zijn er nu 6 opengegaan in hoofdstuk 6. Het laatste en zevende zegel gaat open in 8:1. We krijgen in hoofdstuk 7 met een tussenstuk te maken. Een tussenstuk waarin Christus juist wie bij Hem horen moed wil geven. Hij laat zien dat Gods oordelen niet ongecontroleerd over ons komen. Ook niet in 2023. Hij laat zien wat in deze roerige, onrustige wereld de plaats van Gods volk is en waarin ze hun houvast mogen vinden.
Wat laat Christus aan Johannes en daarmee aan ons zien? Vier engelen dus vier belangrijke afgezanten van God zelf staan op de vieren hoeken van de aarde. Het noorden en het zuiden, het westen en het oosten worden door de vier engelen overzien. Wat doen die engelen? Ze hebben de wind in hun handen. De winden die van alle kanten kunnen komen. Er is geen wind die aan de aandacht van deze machtige dienstknechten van God ontgaat. Ze houden ze vast, ze beschikken daarover. De winden zijn Gods oordelen.
Dit betekent o.a. dat de duivel kan met zijn vreselijke kracht niet ongecontroleerd ellende over de wereld kan brengen. We zouden dat wel als zondige mensen verdiend hebben. Gods zorg en liefde betekent dat de vier engelen ervoor zorgen dat niet ongecontroleerd de ellende ons leven zal treffen. Er zijn wel tijden dat het zo in jouw leven kan voelen. Het kan ook in jouw leven zo zijn dat er het ene na het andere moeilijke je leven binnenkomt. Waarom? Hoe moet en kan ik hier nog mee omgaan? Hoe moet het verder met de wereld met al die oorlogen en ellende?
Je kunt in vertrouwen op God verder omdat het juist die vier engelen van God zijn die alles in hun hand hebben. Zonder hun toestemming kunnen de oordelen van God niet over de aarde komen. Ze hebben macht om de aarde te beschadigen. Het is in hun hand. Wat doen nu deze vier belangrijke knechten van God? Ze zorgen voor een windstilte. Ze zorgen ervoor dat er tijden zijn dat de oordelen van God, dat de verleiding van de duivel niet met kracht over ons leven komt. Zij zorgen voor ruimte voor het volk van God! Dat is het wat wij mogen weten in ons leven.
Volgende keer verder.
DIE SPESIALE VAN DIE PINKSTERFEES
“Maar Moses sê vir hom: Ywer jy vir my? Ag, as die hele volk van die Here maar profete was, dat die Here sy Gees oor hulle mag gee!” Numeri 11:29
Wat is die spesiale van die Pinksterfees? Nie dat dit die Gees is wat mense leer om te glo nie. Die mense wat in die tyd van die Ou Testament in liefde vir die HERE geleef het, het ook deur die Gees tot geloof gekom. Hulle het deur die werk van God se Gees nuwe mense geword.
Die spesiale van die Pinksterfees is dat Christus die Gees oor Sy kerk uitstort om daarvoor te sorg dat elkeen in die kerk, dat elke gelowige Sy profeet op hierdie wêreld kan wees. Dit is Christus wat gesê het dat Sy leerlinge in Jerusalem moet wag op die Gees. Hulle glo! Nogtans moet hulle wag op de Gees wat as Gpd se belofte sal kom. Hulle moet nog wag met die uitvoer van die opdrag wat Christus aan Sy kerk gegee het. Die opdrag wat ons in Handelinge 1 so lees: “maar julle sal krag ontvang wanneer die Heilige Gees oor julle kom, en julle sal my getuies wees in Jerusalem sowel as in die hele Judéa en Samaría en tot aan die uiterste van die aarde.”vs 8
Hierdie opdrag kan die kerk en die gelowiges nie in eie krag volbring nie. Hulle het daarvoor nodig dat die Gees hulle herinner aan wat Christus gesê het. Hulle het nodig dat die Gees hulle die geloofsmoed daarvoor gee. Hulle het daarvoor nodig dat die Gees die woorde in die mond lê wat hulle moet spreek. Ons lees in Numeri 11 al hoe Moses uitspreek hoe wonderlik dit sou wees as elke gelowige profeet van God op aarde sou wees. Op die Pinksterdag word deur die uitstorting van die Gees werklikheid wat Moses se verlange was en wat die HERE al in die Ou Testament beloof het. Dit is Petrus wat deur die Gees gelei op die Pinksterdag dit vertel: “Maar dit is wat deur die profeet Joël gespreek is: En in die laaste dae, spreek God, sal Ek van my Gees uitstort op alle vlees, en julle seuns en julle dogters sal profeteer, en julle jongelinge sal gesigte sien, en julle ou mense sal drome droom. En ook op my diensknegte en diensmaagde sal Ek in dié dae van my Gees uitstort, en hulle sal profeteer.” Handelinge 2:16-18
Juis omdat die goeie boodskap van Christus die hele wêreld oor moet, juis omdat ons in ons eie omgewing geroep is om Christus se getuie te wees, gee die HERE op die gebed Sy Gees sodat ons Christus se opdrag met blydskap kan uitvoer. De HERE gee ons wat ons nodig het om Sy beeld op aarde te wees.
JE LEVENSWEG MET GOD DELEN
“Ik heb U mijn wegen verteld en U hebt mij verhoord; leer mij Uw verordeningen.” Psalm 119:26
Je ziet hier iets van het intieme, het vertrouwelijke leven met de HEERE. De dichter van deze Psalm heeft net gezegd dat hij aan het stof kleeft. Dat hij sterfelijk is. Dat het op deze aarde een leven vol moeite en verdriet is. Dat als je goed kijkt je leven dreigt uit te lopen op een bestaan waarin zonder einde de ellende over je leven komt. Juist omdat ieder mens God veroordeling verdiend heeft.
Hij vraagt of God hem volgens Zijn belofte het leven wil geven. De hoop en de zekerheid dat sterfelijkheid en moeite en verdriet uit zijn leven zullen verdwijnen. Hij weet vanuit wat God beloofd heeft in Zijn liefde en genade dat er een weg uit dit dorre en uitzichtloze bestaan is. Juist omdat de ene levende God door Christus jouw Vader wil zijn. Jou en mij Zijn liefde wil geven. De dichter heeft zijn leven aan de enig levende God verteld. Hij heeft verteld over de wegen die hij in zijn leven is gegaan. De mooie dingen maar ook de heel moeilijke dingen. Ook de zonden van zijn leven. Ook over gevoelens en dingen die niemand anders weet of misschien alleen een ander mens. Hij heeft zijn hele leven aan God voorgelegd. Hij weet dat de HEERE alles ziet en gezien heeft. Tot dat wat heel diep in zijn hart opgeborgen is. Waarvan hij zelfs bang is om het weer naar boven te halen. Omdat het heel heftige gevoelens bij hem kan oproepen. Toch vertelt hij het aan de HEERE omdat die als Vader het graag hoort. Bij Hem is er dat altijd luisterende oor. Ook voor dingen die geen mens mag horen. Ook die heel verkeerde dingen in mijn leven.
Wie dat doet terwijl er de schaamte in eigen hart is tegenover de HEERE. Wie toch doorgaat op die manier met de HEERE te praten omdat je jou juist aan Christus als je God en Redder wilt toevertrouwen, mag weten dat God als Vader Zijn arm om je slaat. Hij hoort en verhoort. Hij luistert intens met liefde naar je. Juist daarom zeg je dan ook: Vader in de hemel ik maak er nog zo vaak een potje van. Leer me toch Uw regels, Uw verordeningen. Schrijf ze door Uw Geest in mijn hart om ze al meer te doen. Zo mag ik steeds weer bij de HEERE komen.
AAN DIE STOF GEKLEEF
“My siel kleef aan die stof; maak my lewend na u woord.” Psalm 119:25
Ons het nou by die vierde gedeelte van Psalm 119 gekom. Elke reël begin in hierdie gedeelte met die vierde letter van die Hebreeuse alfabet. Die naam van daardie letter is daleth. Jy sou kon sê ons letter d.
Die digter ken sy eie swakheid. Hy weet dat sy lewe sal vergaan as dit om sy eie krag gaan. Ons hoor hom sê: “My siel kleef aan die stof”. Jy kan ook vertaal met : “My lewe kleef aan die stof.” Dit gaan daarom dat ons hele lewe gevaar loop. Na die sondeval is dit so dat ons sterflik geword het. Ons liggaam het so verander dat dit aftakel en dat ons daardeur eendag sal sterf. By die straf op die sonde behoort o.a. dit: “In die sweet van jou aangesig sal jy brood eet totdat jy terugkeer na die aarde, want daaruit is jy geneem. Want stof is jy, en tot stof sal jy terugkeer.” Genesis 3:19
Nie net ons liggaam is swak en sal vergaan nie. Dit gaan om ons hele lewe. Dit wys ook op wat ons ons siel noem. Siel hier in ons Psalm wys op die ons hele lewe. Ons maak dikwels die onderskeid siel en liggaam. As jy hierdie onderskeid maak, moet ons ook sê dat ons siel, ons persoonlikheid onder God se oordeel lê. Dat ons na ons dood sonder geloof in Christus na die ewige dood gaan. Ons bestaan dan daar tot Christus se terugkeer sonder liggaam. Wie daar kom sal vir altyd in ellende en probleme bestaan. Dit is die HERE se regverdige oordeel. Ons hele lewe is deur ons sondes verbonde met die verganklikheid, met die ewige dood. Ons kleef daaraan vas.
Ons moet daarvan losgemaak word. Om nie in die ewige dood getrek te word nie. Net een kan ons daarvan losmaak. Net een kan ons hiervan bevry. Dat is die HERE. Die digter vra dan ook dat die Here God hom lewend maak. Hy voeg by: “na U woord”. Dit beteken o.a. volgens wat U beloof het. God se volk het daardie belofte geken. Ons lees dit o.a. as Lasarus gesterf het en Martha sê: “Ek weet dat hy sal opstaan in die opstanding in die laaste dag.” Joh 11:24.
Wie met Christus leef as sy of haar Redder is losgemaak van die stof en mag weet dat jy leef! Daardie lewe kan nie stukkend gemaak word nie.
BLIJ ZIJN
“Ja, Uw getuigenissen zijn mijn bron van blijdschap, zij zijn mijn raadgevers.” Psalm 119:24
Gods getuigenissen bron van blijdschap. Het Woord van God de bron om blij in het leven te staan. Zo wordt er vaak niet gesproken. Gods geboden worden door velen als een last gezien. Geloven betekent dat je allerlei dingen niet mag. Er zijn mensen die zich gelovig noemen maar niet positief tegenover de geboden staan. Dan gaat het alleen maar om moeten, zeggen ze. Dat heeft toch niets met blij zijn te maken? Een deel van de kritiek van buitenaf is dat geloven iets is of lijkt waarbij je allerlei dingen niet mag. Je wordt als gelovige eigenlijk onderdrukt door allerlei regels is dan de gedachte.
De dichter van deze Psalm noemt Gods regels, Gods geboden, dat wat je in de Bijbel leest over God en Zijn daden bron van blijdschap. Hoe kan dat? Waarom is het belangrijk om dat goed in beeld te hebben?
Bedenk daarbij dat het er hier niet om gaat dat blijdschap hetzelfde is als uit je dak gaan. Blijdschap wijst hier niet alleen op een uitbundige emotie. Het gaat erom dat er in je leven de rust en de kalmte is dat je altijd weer reden hebt om uitzicht te hebben. Altijd reden hebt om een weg voor je te zien. Een weg die je zelf misschien op geen enkele manier kunt open maken. In het donker is er ruimte om te weten dat Christus bij je is. Dat Hij je de goede weg wijst wat mensen ook zeggen. Je weet dat je uiteindelijk geen verantwoording aan mensen moet afleggen maar aan de Heere God. Door Christus mag je als je volgens Gods getuigenissen op aarde hebt willen leven, weten dat God je na je sterven als Zijn geliefd kind zal ontvangen. Dat al je zonden weg zijn door Christus’ offer. Alle reden om blij te zijn zoals Paulus en Silas dat waren toen ze in de donkerste cel in gevangenis in Filippi zaten. Dan lezen we: “En omstreeks middernacht baden Paulus en Silas en zongen lofzangen voor God. En de gevangenen luisterden naar hen.” Handelingen 16:25 In het donker is de HEERE en Zijn Woord ook dan de reden om houvast te hebben, om in problemen blij met hem en Zijn Woord te zijn.
RAADGEWERS
“Al sit vorste en beraadslaag teen my — u kneg oordink u insettinge. Ja, u getuienisse is my verlustiging, my raadsmanne.” Psalm 119:23,24
Wat is die raadgewers van jou lewe? Wat is dit wat beslissend is as jy oor dinge nadink? Die digter van ons Psalm vertel dat belangrike mense jou beoordeel. Dit lyk daarop dat wat hulle oor jou sê beslissend sal wees vir jou. Vir jou toekoms. Gaan die pad vorentoe vir jou goed wees of baie swaar? Dit lyk daarop dat die leiers dinge van jou gaan vra waardeur jy in probleme kom. Dat hulle van jou gaan vra om op sekere punte teen God se gebooie in te gaan leef. Dit kan byvoorbeeld gebeur as dit om jou werk gaan. Kan jy jou werk behou?
Die digter bely hier dat hy dan oor God se voorskrifte sal bly nadink. Die menslike belange, die menslike beoordeling sal vir hom nie dit wees wat hy altyd sal volg. Dit is God se wil wat vir hom beslissend sal wees. Die oordink van die HEERE se voorskrifte beteken vir hom dat hy as dit moet teen menslike besluite in, God se pad sal gaan. Hoe mense ook oor hom praat.
God se bepalings is sy vreugde. Hulle is die beslissende raadsmanne. So bely hy dat die HERE sy Heer is. Dat Jesus Christus die Koning en God van sy lewe is. Dat hy vanuit God se werk in liefde vir die HERE wil leef. Dit is so belangrik dat dit die beslissende houding in ons lewe is. Die grond van jou bestaan. Ook in 2023 en die jare wat die HERE ons nog op hierdie aarde gee. Dan bid ons ook om die vreugde, die verlustiging in de Christus. Dat ons die HERE al meer ken as die groot vreugde van ons lewe. So leer ons dan om die HERE en Sy gebooie as ons raadgewers te volg.
SMAAD
“Wentel smaad en veragting van my af, want u getuienisse het ek bewaar.” Psalm 119:22
Jy wil leef volgens God se wil. Jy gaan nie net kerk toe nie maar jy leef vanuit God se Woord. Elke dag weer. Jy wil anders wees as hulle wat vermetel en hoogmoedig is. Wat leef volgens hul eie gevoelens en gedagtes. Jy wil om wie de HERE is en wat Hy gedoen het na Hom luister en naby Hom leef.
Een van die gevolge is dat mense rondom met jou spot. Dat mense waaronder jy leef dinge van jou sê wat nie waar is nie. Dat die smaad van mense oor jou kom. Dat jy deur hulle verag word.
In ons tyd kan jy sommer van diskriminasie beskuldig word omdat jy meen dat mense van dieselfde geslag nie soos ‘n man en vrou mag saamleef nie. Jy sou iemand wees wat mense wat in jou oë sondig, sleg behandel. Dit sê hulle terwyl jy ook hulle wil help. Jy wil hulle liefde bewys. Jy gee hulle die liefde wat Christus vra wat ons vir ons naaste moet doen. Nogtans bly jy vir jouself en vir ander sondes noem wat die HERE sondes noem. Jy wil jou self van jou eie sondes bekeer en jy roep ander vriendelik en in liefde op om dit ook te doen. Dit gaan nie net oor die seksuele maar oor die hele lewe. Jy bly byvoorbeeld ook sê dat dit nie reg in die HERE se oë is om dronk te wees. Jy bly ook uitdra dat mense nie op grond van velkleur of hoe hulle dink of leef diskrimineer mag word nie. Jy wil elkeen wys wat die goeie lewe naby die HERE is. Jy bly uitdra deur jou lewe en met jou mond wat God se goeie gebooie is. Juis dan vra jy dat die HERE of Hy daarvoor wil sorg dat mense anderste op jou reageer. Dan bid jy die HERE om jou van ‘n oneerlike veroordeling vry te maak. Om jou daardeur juis nog meer ruimte te gee om sonder probleme uit te dra hoe goed dit is om met die HERE te leef volgens Sy gebooie. HERE wees met ons en maak ons sterk in U.
HOOGMOEDIG
“U bestraft de vervloekte hoogmoedigen, die van Uw geboden afdwalen. Wentel smaad en verachting van mij af, want ik heb Uw getuigenissen in acht genomen.”
Los van God. Of zogenaamd met God maar voor een deel los van Zijn Woord. Je eigen mening meer volgen dan wat je in de Bijbel als Gods mening leest. Dan ben je hoogmoedig. Het kan jou en mij nu populair maken. Dat lijkt heel mooi maar we lezen hier en in heel de Bijbel dat dit jou en mij niet populair bij God maakt. Afdwalen van de HEERE en wat Hij ons in Zijn Woord leert maakt ons tot vervloekten. Als ik dit nu neerschrijf gaan de rillingen over mijn lijf. De geest van de tijd komt bij mij binnen en wil protesteren, wil hoogmoedig worden. Dan zie ik weer het kruis, dan zie ik weer wat ik en alle mensen na de zondeval verdiend hebben. Dan zie ik ook weer hoe onmisbaar het is om de HEERE op Zijn Woord te geloven. Om met door de Geest geopende ogen te zien dat het geen evolutie is die ons van deels slechte mensen tot betere mensen moet maken. Dan zie ik dat wij als mensen door God niet als mensen die de slechtheid en het recht van de sterkste in ons hebben, gemaakt zijn. Hij heeft de mens goed gemaakt en wij hebben Zijn vloek verdiend omdat wij onszelf bij de zondeval slecht gemaakt hebben. Die vloek van God hebben we allemaal heel echt verdiend. Juist omdat God liefde is! Het is de duivel die door de geest van de tijd ons hart iets anders wil laten voelen en geloven.
Al met al is het dus zo dat afdwalen van de HEERE gevolgen heeft. Dat dan Gods rechtvaardige oordeel over ons komt. Dit heeft ook voor ons leven, voor de ethiek grote betekenis. Natuurlijk is Gods liefde de grote drijfveer, is Christus de Persoon die ons leert om volgens Gods woorden te leven. Daarbij hoort ook de waarschuwing zoals we die hier en in de hele Bijbel horen. Weet wat je doet als je afwijkt van Gods opgeschreven Woord en het beter denkt te weten dat de Schrijver van deze woorden. Bij Christus schuilen betekent dan ook dat ik me overgeef aan Zijn Woord en als dat zo is maar voor dwaas en gek versleten wordt door mensen om mij heen.
Het zijn nu een aantal Nederlandse meditaties achter elkaar geworden daarom volgende week volgen er eerst 3 Afrikaanse meditaties.
PASSION - HEMELVAART
“Hij heeft Zichzelf, nadat Hij geleden had, ook levend aan hen vertoond, met veel onmiskenbare bewijzen, veertig dagen lang, waarbij Hij door hen gezien werd en over de dingen sprak die het Koninkrijk van God betreffen.” Handelingen 1:3
Getwijfeld. Toch gisteravond gekeken naar de Passion-Hemelvaart. Laat ik eerst zeggen dat het goed in elkaar zat en het ook goed verteld en gespeeld werd. Maar het is heel vervreemdend als je de Bijbel er naast legt. Er komen allerlei dingen in voor die niet kloppen en ook allerlei fantasie die je in het Woord van God niet vindt. Zoals het hele verhaal dat er rond Pilatus en zijn vrouw wordt gesponnen. Terwijl het gepresenteerd wordt als het verhaal dat op weg naar Jezus’ hemelvaart zich heeft afgespeeld. Daarmee komt er op zo’n uitzending het stempel apocrief te staan. Dit is niet het evangelie, dit is niet in overeenstemming met het Woord van God.
Dan zijn er ook de suggesties die zo uit ons levensgevoel komen en de boodschap van wat Christus gedaan heeft scheeftrekken. Bijvoorbeeld de suggestie dat Petrus niet geloofde in de opstanding omdat vrouwen met de boodschap van de opstanding kwamen. Daarbij komen de opmerkingen dat het vandaag nog vaak zo is en wordt de suggestie gewekt dat de boodschap van de opstanding o.a. is dat de emancipatie zich nog veel meer moet doorzetten.
Voor mij was het slot wel de klapper die de deur dicht deed. Toen werd ons nog even verteld wat de boodschap van Hemelvaart nu eigenlijk is. Of het nu echt gebeurd is of niet. Dat werd zo omschreven: “Dat iedereen is zoals jij, dat iedereen liefde verdiend”. Daarna nog heel duidelijk dat de boodschap is dat je op Jezus mag leunen en zo deze boodschap moet uitdragen.
Dat zou het evangelie zijn. Een boodschap alleen voor nu en voor dit leven tot het sterven. Een leven waarin er niet gesproken wordt over vergeving die je nodig hebt. Wees goed voor elkaar en veroordeel niemand en wees zo lief voor elkaar.
Hoe anders is bijvoorbeeld de prediking van Paulus, die door Jezus vanuit de hemel zelf gestuurd is, in Athene: “God dan verkondigt, met voorbijzien van de tijden van de onwetendheid, nu overal aan alle mensen dat zij zich moeten bekeren, en wel omdat Hij een dag vastgesteld heeft, waarop Hij de wereld rechtvaardig zal oordelen door een Man Die Hij daartoe aangesteld heeft. Daarvan heeft Hij aan allen het bewijs geleverd door Hem uit de doden te doen opstaan.” Handelingen 17:30,31
Natuurlijk betekent dat ook liefde voor elke naaste. Zelfs onze vijanden maar dan altijd vanuit de verzoening. Hemelvaart is ook dat Christus vanuit de hemel regeert, dat Hij als Hogepriester actief is in de hemel. Een uitzending zoals gisteren trekt de boodschap van Christus helemaal scheef. Geeft mensen een helemaal verkeerde indruk van de echte boodschap. Laten wij de echte boodschap in liefde tot God en de naaste steeds weer laten horen op deze wereld.
HEMELVAARTSDAG: KIJK OMHOOG!
“Als u nu met Christus opgewekt bent, zoek dan de dingen die boven zijn, waar Christus is, Die aan de rechterhand van God zit. Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn”. Kol 3:1,2
Hemelvaartsdag. De Here jezus die echt met een verheerlijkt lichaam opgestaan is, is met dat lichaam naar de hemel gegaan. Hij leefde als mens op de aarde. Hij leeft nu als mens in de hemel. Zo eenvoudig en zo heerlijk is het.
Wat leert de Heilige Geest ons als Hij ons vertelt over de hemelvaart van de Here Jezus? Dat we als mensen op aarde naar boven moeten kijken. Dat onze belangrijkste blikrichting naar boven moet zijn. De allerbelangrijkste richting is voor ons niet opzij, niet naar achteren en zelfs niet vooruit. We zullen altijd eerst naar boven moeten kijken. De harten omhoog naar Jezus Christus gericht. De eerste vraag van ons leven, de eerste vraag elke dag weer is als het goed is: Hoe wil Christus als onze Heer dat we leven. Op Hem gericht, op Gods wil gericht, op het Woord van God gericht. Op dat gericht wat Christus vanuit de hemel tot ons laat komen. Het belangrijkste hier op aarde is dat we ons vandaag en morgen burger van Gods Koninkrijk weten. Zoals we daarover o.a. lezen in Filippenzen 3: “Ons burgerschap is echter in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus, Die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het gelijkvormig wordt aan Zijn verheerlijkt lichaam, overeenkomstig de werking waardoor Hij ook alle dingen aan Zichzelf kan onderwerpen.”vs 20,21
Dus vanuit het omhoog kijken en het willen leven als hemelburger op aarde kijken we dan achterom. Om wat achter ons aan Gods Woord te toetsen. Kijken we opzij om de weg te gaan die Christus in de hemel ons vanuit de hemel door Zijn Woord wijst. Dan gaan we juist vooruit. Dan leven we vandaag en morgen als de HEERE het geeft als mensen die voor Christus willen leven. Dan knopen we in onze oren op Hemelvaartsdag en voor de dagen erna wat de Here Jezus hier op aarde ons geleerd heeft: “Niemand die zijn hand aan de ploeg slaat en kijkt naar wat achter hem ligt, is geschikt voor het Koninkrijk van God.” Lukas 9:62
Als het goed is leert Hemelvaartsdag ons namelijk ook dit samen met Paulus: “maar één ding doe ik: vergetend wat achter is, mij uitstrekkend naar wat voor is, jaag ik naar het doel: de prijs van de roeping van God, die van boven is, in Christus Jezus.” Fil 3:14
VERMETEL
“My siel vergaan van verlange na u verordeninge altyddeur. U dreig die vermeteles as gevloektes wat van u gebooie afdwaal.” Psalm 119:20,21
Dit is die digter wat as vreemdeling op aarde na God se gebooie verlang. Hy wil God se wil vir die hele lewe ken. Hy wil hulle ken om daaruit te leef. Om daardeur gevorm en gekorrigeer te word. Nie net vir bepaalde geleenthede nie maar vir alles in sy lewe. Altyd weer.
Hy maak ook duidelik wat hoe dit is met hulle wat anderste leef. Hy praat hier in die eerste plek oor hulle wat saam met hom in die kerk is. Die volk van die verbond wat soos hy die woorde van God steeds weer hoor. Hy noem hulle wat van God se verordeninge afdwaal vermetel. Dit beteken dat jy oormoedig is. Dat jy te hoog van jouself dink. Wie God se bevele eenkant toe skuif, wie God se woorde ken maar eie wysheid en gevoelens meer volg as God se bevele is eiesinnig en eiewys. Jy doen dan asof jy God is, jy maak asof jy meer wysheid het en dit beter as die HERE sê.
Ons moet goed bedink dat die HERE se wysheid altyd groter is as ons wysheid. Hy oorsien ons lewe en die hele geskiedenis beter as wat ons dit doen. Hy is ook die God, die Enigste, wat ons die pad wys wat goed en reg vir ons is.
Laat ons nie eiewys wees nie. Dit bly naamlik ook nie sonder gevolge nie. Wie vermetel is en van God se bevele afdwaal, kry met God se straf te doen. Laat ons hoor en maak wat de Gees in Psalm 32:9-11 laat skryf het: “Moet julle nie soos ‘n perd, soos ‘n muil sonder verstand, gedra nie. Met toom en stang moet sy krag beteuel word, anders bly hy nie by jou nie. ‘n Goddelose het baie smarte, maar wie op die HERE vertrou – troue liefde omring hom. Verbly julle in die HERE, en juig regverdiges, ja, jubel dit uit,almal met opregte harte.”
VREEMDELING (III)
“Ik ben een vreemdeling op de aarde, verberg Uw geboden niet voor mij. Mijn ziel wordt verteerd van verlangen naar Uw bepalingen, te allen tijde.” Psalm 119:18,19
Een vreemdeling voor Gods troon. Je weet dat Christus regeert. Je weet dat de HEERE God is. De enige. Toch trekt de wereld. De omgeving die zo anders doet en denkt. Je voelt dat in je eigen hart. Het is niet voor niets dat we in de Heidelbergse Catechismus belijden dat we drie doodsvijanden hebben: de duivel, de wereld en ons eigen vlees. Dat eigen vlees is ons hart, onze persoonlijkheid. Dat hart van ons vindt zo makkelijk aansluiting bij de omgeving die anders denkt en voelt als wat de Geest ons in de Bijbel leert. De duivel is het die zo graag lobbyt om vooral niet te doen zoals de HEERE ons de wegwijst in de Bijbel. Dat kan op een uiterlijk heel vrome manier en dat kan rouw en grof. Of ook heel netjes maar vol van afkeer van de weg die God ons wijst. Zo maken we het ook in ons leven op aarde mee.
Juist in die omstandigheden dat de gelovige dat vreemdelingschap tot in eigen hart voelt, is er het gebed dat de HEERE ons Zijn geboden zo duidelijk voor ogen stelt. Om al het waas dat er door de wereld, door allerlei redeneringen tot in kerken toe over Gods Woord gelegd wordt, weg te nemen. Om van de HEERE die ogen en dat hart krijgen dat het Woord van God in al Zijn duidelijkheid laat zien.
Wat is de drijfveer om dat duidelijke Woord te zien? Het verlangen naar de HEERE. Het verlangen om te weten wat echt goed is volgens de Enige die dat echt kan weten. Dat is de HEERE, de enige God. Is het in onze tijd anders? Nee! De Geest laat de dichter dan ook uitspreken dat het hier om Gods bepalingen gaat voor alle tijden. Gods bepalingen zijn er echt voor de hele tijd totdat Christus op de wolken terugkomt. Daarna is Gods wet in het hart van de gelovigen zo geschreven dat je nooit meer anders wil en ook nooit meer anders doet als wat Gods wil is. Dan wil jouw hart niets meer weten van iets anders dan Gods wil. Daar is je hart dan zo vol van dat je Gods goede wil alleen maar kunt bejubelen. Geen vreemdeling meer voor Gods troon maar zo vertrouwd, zo thuis bij de HEERE. Wat kun je daarnaar uitzien.
VREEMDELING (II)
“Open my oë, dat ek kan sien die wonders uit u wet. Ek is 'n vreemdeling op die aarde; verberg u gebooie nie vir my nie.” Psalm 119:18,19
Wanneer ons oë vir die wonders van God se wet oop gemaak word, word ons ’n vreemdeling op aarde. Dan behoort jy niet meer by die mense wat eie hart volg. Dan behoort jy nie meer by die gees van die tyd nie. In die eerste 400 jaar van die Christelike kerk het die beskuldiging na die gelowiges gekom dat hul vyande van die mensheid was. Die mense het gesien hoe Christus se kerk vir die siekes en die swakkes gesorg het wat hulle nie gedoen het. Die samelewing het gesien hoe die gelowiges vanuit wat hulle hoor in Christus se kerk hul aan allerhande sake onttrek het. Hulle het nie saamgedoen met feeste en ander dinge waarop die doen van sondige dinge heel gewoon was. Mense het hulle hieraan vererg. Dan was jy in hul oë ‘n vreemdeling, selfs ‘n vyand van wat hulle as die gewone lewe gesien het. Dit het gelowiges in die tyd na die Nuwe testament nog meer gevoel as dat die volk in die Ou Testament saam gelowig geleef het. Dan was dit die volk wat saam as vreemdelinge geleef het en mekaar goed kon ondersteun. In die eerste 400 jaar na Christus wat God se kinders ‘n minderheid onder die mense. Die samelewing het steeds kritiek op hulle gehad. Soos ons dit in ons tyd ook al meer ervaar. Die agtergrond aan die vererg aan ‘n regtig Christelike lewe is dat mense hulle aangespreek voel en nie wil dat hulle gedrag sonde genoem word nie. Die Here Jesus wys ons dat ons dit sal moet dra. Dat die vreemdelingskap by die ware geloof behoort. Hy së dit o.a. in Johannes 15:18-22: “As die wêreld julle haat, moet julle weet dat hy My voor julle gehaat het. As julle van die wêreld was, sou die wêreld sy eiendom liefhê. Maar omdat julle nie van die wêreld is nie, maar Ek julle uit die wêreld uitverkies het, daarom haat die wêreld julle. Onthou die woord wat Ek vir julle gesê het: 'n Dienskneg is nie groter as sy heer nie. As hulle My vervolg het, sal hulle jul ook vervolg. As hulle my woord bewaar het, sal hulle jul woord ook bewaar. Maar al hierdie dinge sal hulle aan julle doen ter wille van my Naam, omdat hulle Hom nie ken wat My gestuur het nie. As Ek nie gekom en met hulle gespreek het nie, sou hulle geen sonde hê nie; maar nou het hulle geen verskoning vir hul sonde nie.”
Ons kan en moet ly vir Christus.
JONA EEN GRAP?
“Het woord van de HEERE kwam tot Jona, de zoon van Amitthai: Sta op, ga naar de grote stad Ninevé en predik tegen haar, want hun kwaad is opgestegen voor Mijn aangezicht. Maar Jona stond op om naar Tarsis te vluchten, weg van het aangezicht van de HEERE.” Jona 1:1-3
Je kon gisteren lezen dat prof A. Huijgen aan studenten uit de kring van de Gereformeerde Bond vertelde dat hij het boek Jona als een grap, als een satire ziet. Het is niet nodig om Jona als historisch zo gebeurd te lezen volgens hem.
Deze mening kennen we al vele jaren. Zijn bewering dat de meeste Bijbelwetenschappers er vandaag zo over denken is helaas juist. Maar is het ook zo dat de Schrift, de Geest zelf zo spreekt? Ik noem een paar dingen:
- Jona komt niet alleen in zijn eigen Bijbelboek voor. Hij wordt ook op andere plaatsen genoemd als een profeet die onder Gods volk geleefd heeft. Zie: Matt 12:39-41; 16:4; Lucas 11:29-32
- De Geest presenteert Jona als een boek dat ons verteld wat er gebeurd is. Zonder enige aanwijzing voor een grap om duidelijk te maken dat mensen bekrompen denken en het echt zo is dat het evangelie en Gods genade uitgaat naar alle volken. De aanwijzingen die wij voor een grap of satire menen te vinden is alleen omdat wij ons bepaalde dingen niet zo kunnen voorstellen dat die echt gebeurd zijn. Dan zijn we van meerdere wat moeilijke dingen in dit boek af.
- Het ergste vind ik nog dat we als we het boek Jona als een grap zien we de Here Jezus, de Zoon van God aan de kant schuiven. Hij is het die Zijn eigen Woord onfeilbaar uitlegt. Hij is het die het feit van Zijn komende opstanding verbindt met het feit dat Jona in de vis was. Jona is door het wonder van God levend uit de vis gekomen. De Here Jezus staat op uit de gevangenis van graf en dood. Was dat dan ook een grap of satire? Om te laten zien dat de dood niet het laatste woord heeft. Het feit van de opstanding wordt door Christus verbonden met het feit van Jona die na drie dagen uit de vis komt .Levend. Wie zijn wij om dan het boek als een satire te zien dat niet echt zo gebeurd is?!
- Er zijn best moeilijke dingen maar die zijn bij zorgvuldige exegese ook op te lossen. Al zou er iets overblijven dat wij niet kunnen plaatsen dan gaat wat de Geest schrijft toch altijd voor ons eigen verstand! Dat is echte theologie.
VREEMDELING (I)
“Ontsluit mijn ogen en laat mij aanschouwen de wonderen van Uw wet. Ik ben een vreemdeling op de aarde, verberg Uw geboden niet voor mij.” Psalm 119:18,19
Vreemdeling zijn op deze wereld. Daar houden we niet van. We willen geaccepteerd worden en zijn. Niet uit de toon vallen. Met de grote stroom mee. Zodat je niet te veel kritiek krijgt en je jou gewoon lekker en goed voelt op deze wereld. Wanneer je het Woord van God verkondigt, komt het voor dat mensen tegen je zeggen: Dominee, ik kom niet meer als jij preekt want onder jouw prediking word ik onrustig. Ik wil met een goed gevoel naar huis en niet dat ik nog over mijn zonden moet nadenken. Niet dat ik weer opgeroepen word om vergeving te vragen, dat ik me moet bekeren. Ik geloof om bemoedigd te worden en met de hoofdstroom van de samenleving mee te kunnen met God als mijn Helper als extra.
Dan is er van het Bijbelse vreemdeling zijn niets over gebleven. Na de zondeval kom je als iemand in de wereld die tegenover God staat. Ons hart wil vanaf het eerste begin vreemd tegenover God staan. De dichter van deze Psalm wil nu juist een vreemdeling zijn voor de wereld. Hij wil thuis zijn bij God. Hij wil thuis zijn bij Christus. Hij wil leren om elke dag zijn zonden te zien en daar vergeving voor te vragen. Hij wil steeds weer het wonder van God zien dat Hij Zijn Zoon uit liefde alleen naar de aarde stuurde om zondaren te redden. Hij vraagt daarom dat de Geest zijn ogen voor de HEERE en Zijn wil openmaakt. Om zo te gaan leven dat hij niet wat de geest van de tijd is volgt maar dat de wil van Geest zijn leidraad is en al meer wordt. Dat hij wel in deze wereld actief voor God en mensen leeft maar zich niet thuis voelt in deze wereld. Wel in de wereld maar niet van de wereld. Daarover volgende keer verder.
Oë OOP!
“Open my oë, dat ek kan sien die wonders uit u wet.” Psalm 119:18
As ek hierdie woorde lees, dink ek aan wat die Gees Paulus laat skryf in Efese 1: “hou ek ook nie op om vir julle te dank as ek aan julle in my gebede dink nie, dat die God van onse Here Jesus Christus, die Vader van die heerlikheid, aan julle die Gees van wysheid en openbaring in kennis van Hom mag gee, verligte oë van julle verstand, sodat julle kan weet wat die hoop van sy roeping en wat die rykdom van die heerlikheid van sy erfdeel onder die heiliges is”. Vs 16-18
Ons het nodig dat die Gees so in ons werk dat ons met liefde en aandag God se Woord gaan lees. Dat ons so die wonders van God se wet gaan raaksien. Dat ons gaan sien wat God se groot dade in die geskiedenis is. Dat dit almal te doen het met Christus wat moes kom, gekom het en weer sal kom. Dit is die Gees wat ons deur die geloof die liefde vir God en Sy groot dade wil gee.
Dan sien jy in God se Woord Sy wonders raak. Hier gebruik die skrywer die woord Tora. Hierdie woord word vertaal met wet. Dan sou jy kan dink dat dit hier net om gebooie en reëls gaan. Nogtans is dit nie so nie. Die woord Tora beteken ook onderwysing. Die woord word in die Bybel ook gebruik vir die hele Bybel. Die HERE praat met ons, spreek ons aan in Sy hele Woord. Ook in die groot dade wat God se wonders in die geskiedenis is. Dit begin al in die eerste vers van die Bybel: “In die begin het God die hemel en die aarde geskape.”
Hoe groot en heilig is die HERE! Die lewende God. Hy skep uit niks die hele skepping. In ses dae maak Hy die aarde gereed sodat die skepsels daarop kan woon en leef. Alles wat deur Hom gemaak is, getuig van Sy grootheid. As ons oë nie deur God geopen word nie dink ons dat deur ewolusie die natuur homself ontwikkel het. Hoe groot is die HERE. Dit leer ons om Hom te loof en by Hom ons lewe te soek.
KNECHT WILLEN ZIJN
“Wees goed voor Uw dienaar, dan zal ik leven en Uw woord in acht nemen. Ontsluit mijn ogen en laat mij aanschouwen de wonderen van Uw wet.” Psalm 119:17,18
De schrijver noemt zich als gelovige dienaar. Hij weet zich een knecht tegenover God. Als kind van God ziet hij de HEERE als Zijn meester. Hier zien we Al wat ook steeds weer in het Nieuwe Testament terugkomt dat Christus onze Heer is.
We moeten goed bedenken dat als we het hebben over de Here Jezus Christus we dan zeggen dat Christus de Heer is. Ook onze Heer. Dat wijst op gehoorzaam willen zijn. Dat wij op wat we lezen in psalm 123: “Ik sla mijn ogen op naar U, Die in de hemel zit. Zie, zoals de ogen van dienarengericht zijn op de hand van hun heren en zoals de ogen van een dienares gericht zijn op de hand van haar meesteres, zo zijn onze ogen gericht op de HEERE, onze God”. Vs 1,2
Mijn indruk is dat bij velen het spreken over Jezus als Heer populairder is dan dat er over Christus gesproken wordt als de Verlosser die je als zondig mens nodig hebt. Het verbaast mij dan wel weer dat juist bij mensen die over Jezus als Heer spreken het gehoorzaam zijn aan Gods geboden iets is dat naar de achtergrond verdwijnt.
Dan zie je wat we hier lezen dat we Gods goede werk in ons nodig hebben om gehoorzaam te willen zijn. Om echt knecht van God en Christus te willen zijn. HEERE leer ons om Uw Woord boven alles te stellen in ons doen en laten. HEERE open onze ogen door Uw Geest om juist het heerlijke van Uw wet te zien om volgens die wet te leven. Ook vandaag.
DIE WARE LEWE
“Doen goed aan u kneg, sodat ek kan lewe; dan wil ek u woord bewaar. Open my oë, dat ek kan sien die wonders uit u wet.” Psalm 119:17,18
Ons begin nou aan die derde gedeelte van Psalm 119. Dit bestaan uit 22 gedeeltes. In hierdie gedeelte begin elke sin in die Hebreeus met die letter gimel. Die Gees maak deur die digter van hierdie psalm duidelik wanneer ’n mens regtig leef.
Ons kan leef as ons die HERE ken en volg. Ons lewe is sinvol as ons by die HERE ons krag en wysheid soek. Sonder om met Christus te leef is jou lewe sinloos. Dan is ons lewe leeg. Dan koers ons met ons lewe op die ewige dood af. Dan eindig ons lewe terwyl ons bestaan af op ’n bestaan waarin ons steeds moeite, verdriet en ellende sal ervaar.
Om ’n lewe met uitsig en hoop te hê moet ons by die HERE wees. Ons is afhanklik van Sy goed doen aan ons. Die goed doen dat is dat God ons genadig is. Dat ons by Hom vergifnis vra en ons dit kry en God as ons Vader volg en in Sy sorg en liefde opgeneem word. Dat is ons hoop. As ek nou oor hoop praat is dit nie onseker. Ons gebruik die woord dikwels as iets wat dalk kan kom. As die HERE in Sy woord van hoop praat, gaan dit om Sy belofte. Ons kan op die HERE en Sy belofte bou. Ons kan op die HERE en Sy Woord bou. As ons tot die HERE met ons lewe vlug is dit seker dat Hy Hom oor ons ontferm. Dan is dit seker dat ons alles kry wat Christus vir God se kinders beloof het. Dan is ons lewe sinvol, hoe moeilik en swaar op hierdie wêreld ook. Hoe heerlik is dit om sekerlik te weet wat ons in 2 Korinte 1:20: “Want hoeveel beloftes van God daar ook mag wees, in Christus is hulle ja en in Hom amen, tot heerlikheid van God deur ons.”
Deur Christus is lewe regtig lewe.
BLIJ MET GODS GEBODEN
“Ik verblijd mij in Uw verordeningen, Uw woord vergeet ik niet.” Psalm 119:16
Geloven en juist daarin en daarom blij zijn. Blij zijn met de regels, met de geboden die de HEERE gegeven heeft. Die blijdschap laat zien dat zo leven geen wetticisme is. Leven volgens Gods wil is niet een of andere vorm van formalisme. Elkaar afrekenen op bepaalde regeltjes die er volgens ons zijn. Nee, leven met Christus is leven uit Zijn Woord in liefde voor God en alle mensen om ons heen. Dan zeg je nooit als iemand op zondag in nood is dat jouw hulp moet wachten tot het maandag geworden is. De Here Jezus heeft dat ook steeds weer laten zien.
Je leeft volgens Gods geboden omdat het leven dan pas echt goed is. Wij zijn zondige mensen en daarom valt het ons meerdere keren moeilijk om in te zien dat Gods gebod goed is. Ons gevoel zegt dan dat het jouw of mijn leven beperkt. Gods gebod kan voor ons gevoel ons geluk en onze toekomst in de weg staan. Wat is het dan belangrijk om je juist je op Gods wil te richten. Om te kijken naar Christus aan het kruis. Om te bedenken dat juist Vader in de hemel Zijn Zoon stuurde om voor jou en mij het leven zonder einde, dat zo in en in goed is voor je, te verdienen. Om te beseffen dat de Geest gestuurd is om ons zo te veranderen dat we in de strijd van het geloof gaan zien dat Gods wil goed is. Dat Hij in die strijd ons de blijdschap en de dankbaarheid wil geven ook voor Gods verordeningen. Ook als die nu steken, ook als die ons nu corrigeren terwijl we dat niet leuk vinden. De blijdschap van het geloof vind je in Christus als je Verlosser om vandaaruit te groeien in het blij zijn met Gods geboden. Geloven betekent blij zijn als het moet tegen de klippen op. Al die klippen kunnen je niet zo echt blij maken als Jezus Christus en het volgen van Hem volgens de wil van Vader. Vaders wil is wet en is goed voor ieder mens. Ook ik heb Gods geboden zo nodig om echt dankbaar voor Christus te kunnen leven.
NIE VERGEET NIE
“Ek wil u bevele oordink en op u paaie let. Ek sal my verlustig in u insettinge, u woord sal ek nie vergeet nie.”Psalm 119:15,16
Nie vergeet nie. Wanneer gaan jy die dinge mooi onthou? As jy reëlmatig dit hoor en daaraan terugdink. Wanneer jy jou by iets of iemand betrokke weet. So is dit ook as dit om die lewe met die HERE gaan.
Wanneer onthou jy wat God se wil is? As jy steeds weer God se wil hoor. Wanneer jy steeds weer God se gebooie hoor. Dit is daarom so goed wanneer elke week in die kerk die 10 Gebooie gelees word. Met die doel dat jy steeds weer aan God se grondwet vir die lewer herinner word. Daarom is dit ook nodig om steeds weer in ons Bybel te lees. Wanneer ons dit nie doen nie gebeur wat ons in God se Woord oor koning Josia se tyd lees.
In koning Josia se tyd het God se volk nie volgens God se wil geleef nie. Hulle het ’n deel van God se wil selfs nie meer geken nie. Die rede van die laaste is dat ’n deel van God se Woord in die tempel onder die stof gelê het. By die herstel van dinge in de tempel word die boekrol gevind waarop ’n deel van God se duidelike wil gestaan het. Jy kan dit lees in 2 Konings 22 en 2 Kronieke 34. As koning Josia hoor wat daarin staan, bely hy sy sondes en die sondes van die volk.
Wat was en is die rede as ons God se gebooie vergeet? Dit begin daarby dat ons nie van sekere gebooie hou nie. Ons wil eintlik nie daaraan herinner word nie. Ons wil ons eie dinge doen ook as dit met God se goeie en heilige gebooie stry. Ons wil nie dat God se woorde ons onrustig maak nie.
Ons in ons tyd besluit dan dat ons sekere dele van die Bybel nie lees nie. Of ons besluit dat dit nie by ons tyd pas nie en dat God se liefde groter is as dat Hy van ons vra om volgens Sy wil te leef. Ons begin al meer God se gebooie te vergeet en wil nie daaraan herinner word nie. Wie God in Christus, in Sy liefde ken, wil so nie leef nie. Jy wil God se Woord lees om al meer jou eie wil dood te maak en al meer volgens God se wil te leef. So wil jy Christus volg.
BEVRIJDINGSDAG
"U zult niet doodslaan.” Exodus 20:13
Net naar de dodenherdenking op de Dam gekeken. Indrukwekkend als je aan de geschiedenis denkt. Indrukwekkend als je let op wat er vandaag op deze wereld gaande is. Zorgwekkend als je er aan denkt hoe er meerdere keren met elkaar in de kerk omgegaan wordt.
Je kunt het met elkaar oneens zijn. Dat kan zelfs levenslang zo blijven maar waarom moet er dan geweld gebruikt worden? Je kunt om bepaalde ideeën en manieren van leven niet samen door een bepaalde deur blijven gaan. Je moet dan afscheid van elkaar nemen. Maar is daarmee de opdracht verdwenen dat je die ander liefde bewijst? Komt ervoor in de plaats dat je die ander dwarszit, hard behandelt, mishandelt of doodt?
Is er enige rechtvaardiging om bijvoorbeeld de Oekraïne binnen te vallen en mensen te doden? Om steden aan gort te schieten met al de slachtoffers. Is het gerechtvaardigd om in de kerk een ander links ter laten liggen, niet naar de ander te luisteren omdat je het op een bepaald punt niet met de ander eens bent? Omdat je voor je eigen club binnen de gemeente gaat.
Nee, en nog eens nee! Waar liefde woont gebiedt de HEERE Zijn zegen. Niet waar we strijd voeren voor eigen ideeën. Of het nu om conservatieve of progressieve ideeën gaat. Dat maakt niets uit. Mensen tot Christus trekken en bij Christus houden doe je door liefde te bewijzen. Echt liefde die geeft. Die liefde moet niets hebben van hardheid. Dat komt in Gods woordenboek niet voor. Liefde die juist de ander wil laten zien dat leven volgens Christus’ woorden echte vrijheid geeft. Dat leven met Hem als Heer je bevrijdt van slaaf zijn van jezelf.
Christus gaf Zijn leven om ons in de echte vrijheid te zetten. De vrijheid om zelfs je vijanden liefde te geven met een open hart. De vrijheid die er nu is, geeft ons de gelegenheid om mensen met liefde en ontferming van de echte vrijheid en van de echte Verlosser te vertellen. Laten we daar gebruik maken en ons inzetten voor die vrijheid.
DODENHERDENKING
“Dood, waar is uw prikkel? Graf, waar is uw overwinning? De prikkel nu van de dood is de zonde, en de kracht van de zonde is de wet. Maar God zij dank, Die ons de overwinning geeft door onze Heere Jezus Christus.” 1 Korinthe 15:55-57
De dood is in de wereld gekomen. Niet alleen de dood door ziekte en door aftakeling van ons lichaam. Die zonde heeft ons leven nog veel erger aangetast. Het is er zelfs toe gekomen dat wij andere mensen dood maken. De eerste dode die op de wereld viel was Abel die door zijn broer Kain werd vermoord. Er zijn buurten in de wereld waar een leven niet telt. Waar je steeds op je hoede moet zijn voor anderen die je wel eens zouden kunnen doden. Er zijn oorlogen aan de gang zoals in de Oekraïne waar je je leven niet zeker bent. Waar soldaten vechten om anderen te doden en zelf constant in gevaar zijn. Ook daar zijn soldaten en andere mensen die door de agressor hun leven niet zeker zijn. Dat allemaal om macht en aanzien. Hoe ouder ik word hoe verschrikkelijker ik dat vind. Zo slecht, zo walgelijk dat je voor jezelf gaat over de lijken van anderen. Eigenlijk zijn er geen woorden voor.
Er zijn mensen die juist zoals in de Tweede Wereldoorlog en bij andere verdedigende en vredesactiviteiten hun leven voor de vrijheid en veiligheid van anderen gegeven hebben. Het is goed om daarbij dankbaar stil te staan op deze 4 mei. Mensen hebben hun leven gegeven voor de vrijheid van anderen. Daarin zijn ze een voorbeeld voor ons. De HEERE zorgt ervoor dat er ook op die manier vrijheid en leefbaarheid blijft op aarde. De duivel kan met alle vijandschap die hij zaait niet de hele aarde tot een hel maken.
Toch is er meer. Er is er een die Zijn leven zo gaf dat er een tijd op deze aarde komt dat er helemaal geen dood meer is. Dat er alleen de liefde voor God en de ander om ons heen heerst. Dat we elkaar vanuit Gods liefde alleen maar liefde willen bewijzen. Eeuwig leven in liefde zonder einde. Christus droeg de straf voor wie in liefde het van Hem verwacht en bij Hem vergeving en leven zoekt. Hij is ons grote voorbeeld door een leven in totale liefde voor God en mensen. Laat onze vrijheid waarin we de strijders voor de vrijheid gedenken voor ons ook een dag zijn waarop we Christus danken voor Zijn werk om onze de eeuwige vrijheid te geven.
OVERDENKEN
“Ik overdenk Uw bevelen en heb oog voor Uw paden. Ik verblijd mij in Uw verordeningen, Uw woord vergeet ik niet.” Psalm 119:15,16
Dingen moeten vaak snel. We moeten ook nog even Bibellezen. Jongens kom gauw want we moeten nog uit de Bijbel lezen. Psalm 117 lezen in tijden van grote haast.
Het is een heel goede gewoonte om rond elk eten de Bijbel open te doen. Iets dat heel waardevol is. Maar het is wel goed en nodig om er tijd voor te nemen. Het kan goed zo zijn dat we dan rustig lezen en er dan niet veel woorden meer aan wijden samen. Maar laat het wel binnenkomen zodat je het kan meenemen als je weer je gewone dingen gaat doen.
Neem op andere momenten op de dag ook de tijd om echt in alle rust na te denken over wat je vanuit de Bijbel hoort en/of leest. Overdenk wat de HEERE dan tegen je zegt. In Gods Woord komen ook zijn bevelen tot ons. Overdenken betekent dan o.a. dat ik mijzelf in het licht van die bevelen toets. Ben ik iemand die uit liefde voor Christus volgens die bevelen leeft. Volgens de bevelen van Christus als de Heer van mijn leven. Als ik dan ontdek dat daaraan nog flink wat mankeert, overdenkt Gods kind hoe hij of zij dit kan veranderen. Overdenken om dichterbij God te komen in mijn leven.
Dan zijn de ogen van Gods kind ook op God gericht. Hij wordt als ik overdenk al meer het centrum van mijn leven. Dat leert me ook te bidden: Heilige Geest wilt u mijn ogen openen. Wilt u de verkeerde richting van mijn ogen corrigeren en op Christus richten. Zodat mijn ogen niet verlangend uitzien naar dingen en mensen die mij zo makkelijk tot zonde kunnen brengen. Overdenken om met hart en oog al meer de blijdschap te vinden in wat God wil. Dat vraagt tijd, dat vraagt aandacht met mijn hart voor dat goede Woord van God zoals dat vanuit de Bijbel klinkt.
GOD SE WOORDE!
“Ek wil u bevele oordink en op u paaie let. Ek sal my verlustig in u insettinge, u woord sal ek nie vergeet nie.” Psalm 119:15,16
Die digter van hierdie Psalm het die groot waarde van die HERE se gebooie ontdek. Hy sien raak dat God se gebooie meer wysheid het as die grootste menslike wysheid. Hy leer al hoe meer dat dit die gebooie van de Here God is.
Dit is een van die belangrikste dinge vir ons lewe dat ons al hoe meer gaan raaksien dat ons in die Bybel God se Woord lees. Dit is nie so dat ons in die Bybel God se Woord kan vind nie. Nie op die manier dat ons volgens ons eie gevoelens en gedagtes Gods woorde in die Bybel moet vind nie en ‘n ander deel van die Bybel as menslike woorde sou waardeer. Nee, die hele Bybel is God se Woord. Hy spreek ons met elke woord in die Bybel aan. So leer die Gees self dit ons. Op ‘n so duidelike manier: “Die hele Skrif is deur God ingegee en is nuttig tot lering, tot weerlegging, tot teregwysing, tot onderwysing in die geregtigheid, sodat die mens van God volkome kan wees, vir elke goeie werk volkome toegerus.” 2 Timotheus 3:16,17. Jy sien hier dat dit om God se lewende stem gaan! Hy spreekt ons aan om juis vanuit Sy Woord te leef. Die hele Bybel is God se Woord en moet daarom ook so uitgelê word dat dit een geheel bly. Die Gees is die Bybel se skrywer. Hy is God en Hy spreek die waarheid en nie teenstrydige dinge nie. So bely ons dit in ons belydenisskrifte: “Ons aanvaar al hierdie boeke, en hulle alleen, as heilig en kanoniek om ons geloof daarop te grondves en daar mee te bevestig. Ons glo ook sonder twyfel alles wat daarin vervat is, nie juis omdat die kerk hulle aanvaar en as sodanig beskou nie maar veral omdat die Heilige Gees in ons hart getuig dat hulle van God is Hulle het ook die bewys daarvan in hulleself, aangesien selfs die blindes kan tas dat die dinge wat daarin voorspel is, plaasvind.
Wie begin raaksien dat die hele Bybel van die enigste God kom, gaan luister en wil God se woorde en gebooie as die hoogste wysheid in sy hart bêre om daaruit te leef.
BLIJ MET GODS GEBODEN
“Geloofd zij U, HEERE, leer mij Uw verordeningen. Ik heb met mijn lippen verteld al de bepalingen van Uw mond. In de weg van Uw getuigenissen verblijd ik mij meer dan in alle bezit.” Psalm 119:12-14
Blij zijn met Gods geboden. Blij zijn met de regels die onze hemelse Vader ons geeft. Als je dat doet, komt die lof al meer in je hart te zitten. Dan wil de Geest dat zo zegenen dat je echt blij wordt met wat de HEERE ons in Zijn Woord leert.
Dan gaat het zelfs nog een stap verder. Dan kun je dat hele mooie niet voor jezelf houden. Je leert zien hoe goed Gods geboden zijn. Je hart raakt al meer vol met de lof op Gods geboden en dan verdringt het blij zijn dat wat in Gods ogen zondig is. Wat in Gods ogen verkeerd is, is echt slecht en verkeerd. Slecht en verkeerd ook voor je eigen leven. De grond van je hart, hoe dat ook wordt aangevallen, wordt zo al meer bezet door Gods woorden, Zijn geboden, Zijn goede richtlijnen. Vanuit het kennen van Christus als je Verlosser en Koning.
Waar het hart vol van is, stroomt de mond van over. Leven vanuit Gods geboden wordt al meer je leven. Je kunt er niet meer over zwijgen. Het is zoveel beter dan een vette bankrekening waarvoor je leeft. Het is zoveel beter dan altijd welvarend willen zijn en daar je leven op inrichten. Leven voor Christus, in dienst van Hem en daarom leven voor je naaste, veel geven en daardoor op je euro’s moeten letten voor jezelf is zoveel beter.
Wie voor zichzelf leeft en eigen regels volgt om je doel te behalen zal na zijn of haar sterven straatarm zijn en eeuwig blijven. Die zal een leven hebben dat aan alle kanten moeilijk is en blijft. Wie de lof op Christus gevonden heeft en daaruit leeft, kan intens blij zijn en zo naar de toekomst kijken. Al moet je nu elke dag opletten wat je uitgeeft voor jezelf. Leven met God en daarom volgens Zijn geboden maakt blij. Geeft toekomst!
GLO EN BLYDSKAP
“Lofwaardig is U, o Here! Leer my u insettinge! Ek het met my lippe vertel al die verordeninge van u mond. Ek is vrolik in die weg van u getuienisse soos oor allerhande rykdom.” Psalm 119:12-14
Glo. Die HERE ken. Die HERE se gebooie hoor en in jou opneem. Christus volg volgens Sy gebooie. Daardeur jou sondes leer ken. Hulle bely. Is dit nie almal baie swaar? Is glo in Christus op hierdie manier nie iets wat jou tot iemand maak wat nie regtig bly kan wees nie? Baie mense sê in ons tyd dat op hierdie manier glo jou net droewig maak. Dat so glo die lewe moeilik maak.
Wie hierdie dinge sê, ken nie regtig die HERE nie. Jy kan in Psalm 119 sien hoe die ken van God se gebooie en daardeur die ken van jou sondes en die blydskap van die geloof bymekaar behoort. Die digter van hierdie psalm jubel oor die HERE se gebooie terwyl hy weet hoe Gods se gebooie ook sy skuld en sondes wys. Hy ken die blydskap dat God se gebooie ons ontdek aan eie skuld en sondes Dit is die Gees wat daarmee werk. In jou hart. Wat sou dit erg wees as die HERE nie ons sondes aanwys en ons daarmee nie op die pad van die vra van vergifnis lei nie. Dan ken ons Christus nie regtig nie en gaan ons op die breë pad wat na die verderf lei.
Die HERE maak ons ryk met Sy gebooie wat ons ons sondes wys. Die Gees wys ons deur God se gebooie wat die goeie lewe is. Die Gees leer ons deur Christus om al hoe meer bly te wees met God se gebooie en die leef volgens hierdie gebooie. Die Gees leer ons so al hoe meer as God se beeld te leef. Dan kom vrolikheid, blydskap oor die HERE en Sy Woord in ons lewe. Glo en leef volgens God se gebooie is een fees. Die fees wat nie verbygaan nie!
RUIMTE MAKEN
“Ik heb Uw belofte in mijn hart opgeborgen, opdat ik tegen U niet zondig. Geloofd zij U, HEERE, leer mij Uw verordeningen. Ik heb met mijn lippen verteld al de bepalingen van Uw mond.” Psalm 119:11-13
Je maakt ook in de kerk, onder het volk van God soms dingen mee die je van je stuk brengen. Hoe is het mogelijk dat er zo gesproken en gereageerd wordt. Het komt over je. Je bent eigenlijk niet in staat om te reageren. Wanneer je dagen erna daarover nadenkt komt het nog dieper en indringender binnen. Het brengt je van je stuk.
Wat moet je er mee? Hoe kun je weer gewoon in het leven staan? Door eerst wat je meemaakt even achter je te laten. Dat lukt niet helemaal maar toch maak je ruimte. Je bidt er om. Om niet jouw emoties je hele hart te laten bezetten.
Je kijkt met je hart naar de Here Jezus, naar de HEERE, naar wat God ons vertelt in Zijn Woord. Je wilt ook in je emotie en je gevoel niet zondigen. Je wilt niet op een verkeerde manier voelen over anderen. Over je naasten, over broers en zussen in geloof. Je ziet de vergevingsgezindheid van de HEERE, je ziet de liefde van Christus voor mensen die zelfs zo gebrekkig zijn in het belijden van eigen schuld. Daaraan ben ik zelf ook schuldig. Dan zie ik Gods liefde. De Geest geeft al meer rustig en maakt op het gebed mijn eigen emotie weer minder. Wie ben ik dat ik zo geraakt ben door anderen terwijl er ook nog zoveel in mijn omgang met mijn naaste mankeert. De boosheid in eigen hart moet het afleggen tegen Gods onverdiende liefde en tegen Zijn gebod om mijn naaste lief te hebben. Het ergste is voor mij als ik in mijn verkeerde emoties blijf hangen dat ik dan de HEERE met mijn gevoelens verdriet doe.
Dan denk ik aan o.a. deze woorden van mijn en onze hemelse Vader: “Word boos, maar zondig niet; laat de zon niet ondergaan over uw boosheid, en geef de duivel geen plaats. ….. Laat er geen vuile taal uit uw mond komen, maar wel iets goeds, wat nuttig is tot opbouw, opdat het genade geeft aan hen die het horen. En bedroef de Heilige Geest van God niet, door Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing. Laat alle bitterheid, woede, toorn, geschreeuw en laster van u weggenomen worden, met alle slechtheid, maar wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, en vergeef elkaar, zoals ook God in Christus u vergeven heeft.” Efeze 4:26,27 …29-32
Deze woorden van God geven ruimte om niet op de verkeerde weg verder te gaan maar Christus te zoeken en mijn naaste. Zo maakt de Geest mensen weer bruikbaar voor de bouw van Gods Koninkrijk, het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde. Dank u Here dat ik bij u weer echt tot rust mag komen. Dan leer je God te loven voor Zijn woorden waarmee Hij jou en mij als onze hemelse God en Vader aanspreekt.
HELE HART
“Waarmee sal die jongeling sy pad suiwer hou? Deur dit te hou na u woord. Ek soek U met my hele hart; laat my nie afdwaal van u gebooie nie. Ek het u woord in my hart gebêre, dat ek teen U nie sal sondig nie. Lofwaardig is U, o Here! Leer my u insettinge!” Psalm 119:9-12
Die hele hart en nie afdwaal nie. Die digter van hierdie psalm ken sy eie hart. Hy weet hoe gevoelig hy vir die afdwaal van de HEERE is. Vir die dwaal wat beteken dat jy volgens jou eie wil die woorde van God gebruik. Dat jy God se liefde en vergifnis as verskonings gebruik om te bly sondig. Om jou eie dinge te maak teen God se gebooie in. Die dwaal om met baie vroom woorde, selfs met aanhalings uit de Bybel jouself te soek. Om te leef vir eie genot en eer. As jy agterkom dat die meerderheid op ’n sekere manier dink dan God se woorde te verdraai omdat jy die guns en eer van die meerderheid soek.
Hoe kan dit dat die dwaal weg by die HERE en Sy wil in jou of my lewe is en al hoe meer invloed kan kry? Omdat ons nie met ons hele hart die HERE soek nie. Ons laat ruimte vir gedagtes, gevoelens en dade wat met die HERE se wil stry. Dit kan wees omdat ons slordig is in die ken van Christus. Ons werk nie so dat ons de HERE al hoe meer en al hoe dieper wil ken nie. Wat ons nou in groot lyne weet is vir ons genoeg. Ons leef nie so dat ons al hoe meer die HERE wil ken en al hoe meer die kennis van Hom en Sy wil ons hart laat vol stroom nie. Hoe meer ons met ons hart op die HERE en die kennis van Hom gerig is hoe minder daar ruimte vir die invloed van die duiwel en die sonde is. Hier sien jy weer raak hoe belangrik dit is om al meer God se woorde in ons hart te bewaar. Hoe meer ons die HERE reg ken hoe meer ons leer volgens Sy Woord te lewe. Hoe meer die invloed van die duiwel minder word. Hoe meer ons die ou mens in ons leer doodmaak.
Om regtig jonk te wees en al meer jonk en kragtig te word is dit nodig om met jou hart vir die HERE te leef. Ek moet nou dink aan wat ons Jesaja 40 lees: “n Ewige God is die Here, Skepper van die eindes van die aarde; Hy word nie moeg of mat nie; daar is geen deurgronding van sy verstand nie. Hy gee die vermoeide krag en vermenigvuldig sterkte vir die wat geen kragte het nie. Die jonges word moeg en mat, en die jongmanne struikel selfs; maar die wat op die Here wag, kry nuwe krag; hulle vaar op met vleuels soos die arende; hulle hardloop en word nie moeg nie, hulle wandel en word nie mat nie.” Vs 28-31
OPZOEKEN OF BEWAREN?
“Waarmee houdt een jongeman zijn pad zuiver? Als hij dat bewaart overeenkomstig Uw woord. Ik zoek U met heel mijn hart, laat mij van Uw geboden niet afdwalen. Ik heb Uw belofte in mijn hart opgeborgen, opdat ik tegen U niet zondig.” Psalm 119:9-11
Je bent jong. Je kunt heel veel dingen opzoeken op het internet. Je hebt ontdekt hoe je werkstukken voor school heel makkelijk met ChatGPT kunt maken. Je hoeft maar aan te geven waar het over moet gaan en wat het niveau moet zijn en hoe lang het moet zijn en er komt een keurig werkstuk uit. Je kunt het nog een beetje bewerken en klaar is kees.
Je hoeft niet veel meer echt zelf te weten om toch goede cijfers te halen. Als je dat nu eens op geloven betrekt. Allerlei dingen van de Bijbel weten, is dat nou echt nodig. Dingen uit je hoofd leren is toch helemaal niet meer nodig zou je zeggen. Je kunt bijna alles opzoeken en als je iets ergens iets voor moet schrijven, gebruik je de ChatGPT. Alles is op te zoeken en na te lezen toch? Als het over alles gaat en alles in een goed verband kunnen zien, moet je hierbij je vragen stellen.
Maar het gaat me nu eigenlijk nog om iets anders. Je leest in de tekst hierboven over dingen bewaren overeenkomstig Gods Woord. Als het om je leven gaat, als het er om gaat dat je als kind van God wilt leven, is dingen opzoeken dan genoeg?
Ik weet wel zeker van niet. Denk er eens aan dat je met iemand een goede vriend bent of je houdt veel van elkaar op weg naar een huwelijk of in het huwelijk. Iemand zegt iets of er is iets gebeurd. Zeg ja dan: even wachten hoor ik moet even opzoeken op het internet hoe ik moet reageren? Als je dat doet, zal die ander denken dat je niet echt van die ander houdt of om die ander geeft. Liefde betekent, goede vriendschap betekent dat je die ander goed wilt kennen. Dat je bijvoorbeeld onthoudt waar die ander niet van houdt. Dat je weet wat die ander mooi en prettig vindt. Dat je ook graag met die ander rekening houdt. Je onthoudt en bewaart in je hart wat die ander graag wil. Dat bewaar je in je hart om zo met die ander te leven.
Zo is het nog veel meer met de HEERE. Je wilt het in je hart weten wie Hij is en hoe Hij wil dat je leeft. Je wil niet opzoeken maar echt steeds leven met Christus. Daarom wil je al meer over de HEERE en Zijn wil weten en bewaren in je hart.
KEUZE
“Waarmee houdt een jongeman zijn pad zuiver? Als hij dat bewaart overeenkomstig Uw woord. Ik zoek U met heel mijn hart, laat mij van Uw geboden niet afdwalen. Ik heb Uw belofte in mijn hart opgeborgen, opdat ik tegen U niet zondig.” Psalm 119:9-11
Jong zijn. In de meeste gevallen veel energie hebben. Je weg door het leven zoeken. Veel om te kiezen. Misschien wel veel keuzestress in je leven. Wat komt er veel op je af van alle kanten. Je bent nog jong. Past daarbij nu het geloof in God? Het vertrouwen op Jezus Christus?
Daaraan zou je kunnen twijfelen als het om een keuze zou gaan. Je zou kunnen twijfelen als het maar de vraag was of God echt bestaat en Christus als de Verlosser echt naar de wereld is gekomen. Is dat onzeker? Dat kan onzeker zijn in jouw of mijn gevoel en verstand. Maar dat is niet de werkelijkheid. De Here God is de Schepper. Hij heeft dat hele onmetelijke heelal gemaakt. Hij is niet een of andere buitenstaander. Of een of ander vaag figuur. Hij is het die alles gemaakt heeft waardoor wij kunnen leven. Hij heeft laten weten wie Hij is. Hij heeft ons Zijn eigen Woord gegeven. Het klinkt in deze wereld als eruit voorgelezen wordt. Als je zelf in de Bijbel leest. Dan klinkt Zijn stem.
Als het dan om kiezen gaat, gaat het niet om de keuze of God bestaat, of Jezus Christus die dingen gedaan en gezegd heeft die in de Bijbel staan.
Nee, het is een keuze of je Hem die er echt als de enig levende God is wil dienen of niet. De keuze is of jij en ik op de weg willen gaan die Hij voor ons neergelegd heeft. De weg dat we Christus volgen als de Weg, de Waarheid en het Leven. Het is geen ingewikkelde keuze. Het is de keuze voor de echte wereld of voor een schijnwereld die je eens eeuwig bedriegt. We worden opgeroepen om te zoeken. Niet een of andere zoektocht waar we altijd zoekers blijven. Waar we altijd weer een andere weg zoeken. Nee, we worden opgeroepen om met ons hele hart de weg van Gods geboden te vinden en daarop al meer met blijdschap te lopen. Dat is ook het beste en het mooiste als je jong bent. Leven met God is zo echt en zo goed! Door Christus als onze Verlosser.
JONGMENSE
“Waarmee sal die jongeling sy pad suiwer hou? Deur dit te hou na u woord. Ek soek U met my hele hart; laat my nie afdwaal van u gebooie nie.” Psalm 119:9,10
Vir wie is die Bybel? Vir ou mense? Vir mense wat al baie dinge in die lewe meegemaak het? Die Bybel is God se Woord vir alle mense. Vir kinders, vir jongmense, vir ouers en vir mense wat alleen deur die lewe gaan en vir ou mense.
Die digter van hierdie Psalm vra nou spesiale aandag vir die jongmense. Vir die HERE is ook die jongmense belangrik. Jy sien dit ook raak as jy die boek Spreuke lees. Ons lees daar van ‘n vader wat sy kind onderwys gee. Om juis die jongmense ‘n veilige pad te wys. ‘n Pad wat hulle kan stap waarop die HERE se seën oor hulle lewe is. ‘n Weg waarop hulle kan gaan en verstandig met die ander mense kan leef. Die HERE het ‘n hart vol liefde vir die jongmense. Hy wil ook met Sy Woord na hulle kom. Dink daaraan dat as in de verse hierbo na God se Woord verwys word dit daarom gaan dat die Here God jou persoonlik aanspreek. Hy stel belang in jou! Die HERE weet dat jy jonk is. Dat waar jy kan jy kan en wil geniet van die lewe. As jy dit binne die ruimte van God se Woord doen is dit goed. As jy van dinge geniet is dit nie sondig nie. As y dit binne die grense van Sy wil doen, maak jy die HERE juis bly.. De Gees roep jou selfs op om so te maak. Jy lees dit in Prediker 11 en 12. Die Gees roep jou op om te geniet solank jy nog nie baie verantwoordelikheid het nie. As jou liggaam nog baie krag het. As hier oor die oordeel geskryf word, gaan dit daarom dat as jy van die lewe geniet dit binne die ruimte van God se goeie wil gebeur.
“Verbly jou, o jongeling, in jou jeug en laat jou hart jou vrolik maak in die dae van jou jonkheid; en wandel in die weë van jou hart en in die aanskouing van jou oë; maar weet dat God jou oor al hierdie dinge in die gerig sal bring. En weer verdriet uit jou hart, en hou die kwale weg van jou liggaam, want die jeug en die jonkheid is nietigheid. EN dink aan jou Skepper in die dae van jou jonkheid voordat die ongelukkige dae kom en die jare aanbreek waarvan jy sal sê: Ek het daar geen behae in nie.” 11:9-12:1
LOVEN
“Ik zal U loven met een oprecht hart, wanneer ik Uw rechtvaardige bepalingen geleerd heb. Ik zal Uw verordeningen in acht nemen, verlaat mij niet geheel en al.” Psalm 119:7.8
Gods bepalingen, het onderwijs van de Geest zoals het in de Bijbel tot ons komt, is zo goed. Het laat in de eerste plaats zien wie God is. Die God die zo goed en heilig is. Die God waarbij we geen enkele kritische vraag hoeven te stellen. We doen het vaak wel. Toch zijn kritische vragen aan Gods adres altijd onterecht. Omdat de HEERE de rechtvaardige God is. Bij Hem is er geen onrecht.
Dat is een van de dingen die je leert als je Gods Woord leest. Dan ga je al meer zien hoe groot en goed de enig levende God is. Dan leer je de Bijbel te lezen om de HEERE te loven. Dat kan door tranen heen. Dat kan in het diepste verdriet. Loven is niet hetzelfde als uit je dak gaan. Het kan zelfs zo zijn dat je toch die kritische vragen in je eigen hart voelt. Je uit ze in het gebed, in het gesprek met de HEERE. Dan is het de Geest die je vanuit het Woord leert dat er zelfs nu houvast voor je is in Christus. Jij mag met jouw vragen naar de Vader gaan. De Geest leert je dat. Je mag door moeilijke tijden heen weten dat de HEERE de eeuwige God en Vader is. Dat als je in je verdriet en problemen het bij de HEERE zoekt Hij je om Christus werk naar de eeuwige blijdschap brengt. Dat Hij wie het bij Hem zoekt vergeeft en altijd tot in het donkerste gat het licht dat in Christus schijnt laat zien. Hoe meer je vanuit de Bijbel God leert kennen des te meer zie je wie de Drie-enige God echt is. Dan leer je vanuit de Bijbel lezen Hem echt loven. HEERE wat geweldig dat U ons niet aan onszelf en niet aan mensen hebt overgeleverd.
Als je zo hebt leren loven en God echt al meer leert kennen, hoe meer je ziet dat leven volgens Zijn bepalingen goed is. Altijd. Omdat de HEERE die deze bepalingen gegeven heeft. God is en in en goed en rechtvaardig. Daarom ook Zijn onderwijs en bepalingen.
SCHAAMTE
“HEERE, Ú hebt geboden om Uw bevelen ten zeerste in acht te nemen. Och, waren mijn wegen zo vast om Uw verordeningen in acht te nemen! Dan zou ik niet beschaamd worden, als ik oog zou hebben voor al Uw geboden.” Psalm 119:4-6
Je moeten schamen. Met het hoofd naar beneden en liever anderen niet aankijken. Dat is iets wat je niet wilt. Dat is een ervaring die je onzeker maakt. Wat betekent dat voor je toekoms?. Zeker in een samenleving waarin er snel met je afgerekend wordt. Als er ergens berichten opduiken dat je negatieve dingen gezegd of gedaan hebt, wordt je in onze tijd snel zonder bewijs aan de schandpaal genageld en moet je weg of hoor je er niet meer bij.
Wanneer we naar ons eigen leven kijken en we zetten dat in het licht van de Heilige God en Zijn wil, moeten we ons elk moment van ons leven schamen. Dan is onze toekomst altijd vol dreiging. Dan lijkt Gods straf, Gods eeuwige veroordeling als een zwaard van Damocles steeds boven ons hoofd te hangen.
De Geest wijst ons de weg om uit die situatie te komen. Dat is de weg van een leven met Hem. Als kind van God die steeds weer Christus wil volgen. Die steeds weer met liefde en eerbied vraagt naar de wil van God. HEERE hoe wilt U dat ik doe. De wil van God, Zijn goede wet is het richtsnoer van je leven.
Je zult zeggen dat is waar, maar we worden toch nooit zondeloos? Dat is waar maar wie vanuit eigen hart bij de HEERE wil horen en op de weg wil gaan die Christus wijst, mag weten dat Christus in je leeft. Dat er daarom ook vergeving is om Christus lijden in jouw plaats. Dat heb je niet verdiend maar dat krijg je. Dat krijg je ook op die manier dat de Geest je de liefde voor Gods wil en wet geeft. Dat geeft de HEERE op het gebed aan ieder die daarom vraagt. Dan sta je bij je sterven of de terugkeer van de Here Jezus niet beschaamd voor God. Dan sta je daar blij en dankbaar omdat de Vader jou dan welkom heet om het werk van de Zoon voor jou. Omdat Christus zondeloze leven over jou zonden is gelegd. Je wordt dan behandeld alsof je geen een zonde gedaan hebt.
MYSELF AL HOE MEER LEER KEN
“Ú het u bevele gegee om dit trou te onderhou. Ag, was my weë maar vas om u insettinge te onderhou! Dan sal ek nie beskaamd staan as ek op al u gebooie let nie.” Psalm 119:4-6
Die wette en reëls van die HERE is so goed. Hulle wys ons die regte pad deur die lewe. Die digter van Psalm 119 ken sy eie hart en lewe. Hy weet dat die werklikheid is dat ons nie uit onsself volgens God se goeie wet leef nie. Hy weet dat die HERE se wet na die sondeval ons ook ons eie sondes wys.
Hy skryf vanuit die werklikheid: “Ag, was my weë vas om U insettinge te onderhou.” Ons lewenspad is dikwels nie standvastig volgens God se voorskrifte nie. God se wet het na die sondeval ook dit geword wat ons aan ons verkeerde dinge ontdek. Dit beteken o.a. dat as jy in geloof groei jy ook al meer jou eie sondes raaksien. Jy gaan ook al meer raaksien wat vroeër in jou lewe nie reg was nie. Toe ek jonk was, was daar dinge wat ek nie as sonde in my lewe herken het nie. As ek nou daaraan terugdink sien ek dat meer dinge nie reg voor die HERE se oë was terwyl ek dit toe nie so herken het nie.
Dit leer my om soos die digter van hierdie Psalm tot de HERE te bid. Om nie te dink dat ek self die regte dinge in eie krag kan doen nie. Dit leer my om juis die Gees se krag te vra om al hoe meer volgens God se wil te leef. Dit leer my om steeds weer, elke dag om vergifnis te vra. Sonder om moedeloos te raak. So leer jy steeds bid en leer jy steeds weer om in dankbare blydskap vir Christus te leef.
Ek het God se wet so nodig om op Sy pad te bly stap, om my sondes te bely, om diep afhanklik van die HERE te bly leef. Ek het die Gees se korreksie deur Sy Woord steeds weer nodig. Dit leer my om nie God se gebooie eenkant toe te skuif nie. Dit leer my om in die spieël van God se wet te gaan staan en juis vanuit die lewe met Christus Hom te dank vir Sy wet. Wie in geloof groei leer homself ken en leer nog meer tot Christus as die enigste Verlosser te vlug.
PERSOONLIJK
“HEERE, Ú hebt geboden om Uw bevelen ten zeerste in acht te nemen. Och, waren mijn wegen zo vast om Uw verordeningen in acht te nemen! Dan zou ik niet beschaamd worden, als ik oog zou hebben voor al Uw geboden.” Psalm 119:4-6
De HEERE maakt duidelijk aan de wereld die van Hem is wat het goede leven is. Hij maakt duidelijk wat Zijn wil is. Heel concreet in Zijn geboden, in Zijn regels. Voor Hem leven, de Here Jezus liefhebben betekent uit liefde volgens Gods geboden leven. Wij krijgen van God te horen als zondige mensen wat echt goed is. Wanneer deze dingen in de eerste drie verzen van Psalm 119 al duidelijk door de Here God zijn verteld, lezen we in het vervolg van deze Psalm heel vaak de woorden ik en mij.
Daarmee maakt de Heilige Geest duidelijk dat het er om gaat dat wij persoonlijk de HEERE dienen. Hoe de mensen om ons heen ook doen, denken en voelen. Dat spreekt nog meer omdat in onze tijd er beweerd wordt dat wij vanaf ongeveer 200 jaar geleden andere mensen zijn geworden. Wij zoeken wie we zijn, niet meer in hoe de groep om ons heen doet, denkt of voelt. Wij in de westerse wereld zouden wie we zijn nu vinden in eigen gedachten en gevoelens.
Wanneer je de Bijbel leest, is daar heel wat op af te dingen. We zien in de Bijbel juist hoe gelovigen geroepen zijn om zelf, al is het tegen de stroom van de tijdgeest in, voor Gods wil te kiezen. Voor Christus hebben te kiezen tegen de stroom in. Om jou persoonlijk Gods wil eigen te maken en dan biddend jezelf te verloochenen. Jezelf verloochenen in de Bijbel is niet dat je dat gelaten over je laat komen. Het is de geloofskeuze om niet je eigen gevoel en je eigen Ideeën te volgen maar volgeling van Christus te willen zijn. Daarom stel je al biddend je vertrouwen op de HEERE en niet op jezelf.
Het gaat er om dat jij en ik zelf vanuit het kennen van God en Zijn wil midden in de wereld en tegen een eigen protesterend hart in met Jozua leren zeggen: “Maar ik en mijn huis, wij zullen de Heere dienen!” Jozua 24:15
Dat wil je altijd samen met anderen doen maar al sta je nog zo alleen dan is Gods wil beslissend. Niemand weet het beter dan Hij. Niemand heeft me meer lief dan de HEERE!
GOD SE WET
“Welgeluksalig is die opregtes van weg, wat in die wet van die Here wandel. Welgeluksalig is die wat sy getuienisse bewaar, Hom van ganser harte soek; ook geen ongeregtigheid doen nie, maar in sy weë wandel.” Psalm 119:1-3
Ek wil nog ’n algemene opmerking maak. Dit is opmerklik dat ons in Psalm 119 geen aanhaling van een van die 10 gebooie lees. Dit gaan steeds weer in die algemeen oor die HERE se bepaling, oor Sy gebooie en reëls. Ons lees dan verskillende kere dat dit op sekere dinge in die lewe toegespits word. Nochtans is dit ’n loflied op die HERE se wet in die algemeen. Wat maak dit vir ons duidelik? Dat al God se reëls goed en heilig is. Dat dit juis as kind van God wat verwonder oor God se liefde en genade is ons mooi moet en wil luister naar al die gebooie van God. Die HERE se wet is een geheel. Dit behoort almal by mekaar. Dit is nie los reëls waarvan jy of ek kan ignoreer nie. Wat is die rede daarvan? Dat dit almal gebooie is wat van die HERE self kom. Dit kom uit Sy hart. Dit wys ons dat 2 dinge:a. Dit gaan nie om die reëls self nie. Ook die toepassing van God se gebooie vra daarom dat dit vanuit liefde en genade gebeur. In diep ontsag vir God. Die leef volgens God se wet mag nooit wettisisme word nie. Ons leef niet volgens die gebooie om die gebooie self. Ons wil leef volgens die gebooie omdat dit God se wil is en Sy wil is goed. Ook as ons anders voel deur ons sondige hart. b. Die gebooie waar dit in hierdie Psalm oor gaan, is die HERE se gebooie. Ons kyk boontoe na Christus om uit liefde vir Hom volgens God se wil te leef. Ons lees dit in die Nuwe Testament o.a. in Kolossense 3:1-7: “AS julle dan saam met Christus opgewek is, soek die dinge daarbo waar Christus is en aan die regterhand van God sit. Bedink die dinge wat daarbo is, nie wat op die aarde is nie. Want julle het gesterwe, en julle lewe is saam met Christus verborge in God.4Wanneer Christus, wat ons lewe is, geopenbaar word, dan sal julle ook saam met Hom in heerlikheid geopenbaar word. Maak dood dan julle lede wat op die aarde is, naamlik hoerery, onreinheid, hartstog, slegte begeertes en gierigheid, wat afgodediens is, waardeur die toorn van God oor die kinders van die ongehoorsaamheid kom, waarin julle ook vroeër gewandel het toe julle daarin geleef het."
WAAR IS DE TEMPEL?
“Welzalig zijn de oprechten van wandel, die in de wet van de HEERE gaan. Welzalig wie Zijn getuigenissen in acht nemen, die Hem met heel hun hart zoeken, die ook geen onrecht bedrijven, maar in Zijn wegen gaan.” Psalm 119:1-3
Wanneer je Psalm 119 in een keer doorleest, valt je op dat er nooit over de tempel gesproken wordt. We lezen er niets over de offers en de tempel als het centrale punt voor de dienst aan de HEERE voor Israël in die tijd. Als we alleen Psalm 119 als onze Bijbel hadden staan, zouden we niets over de tempel geweten hebben.
Wat zegt dat ons nu? Niet dat de tempel toen niet belangrijk was. Ook niet dat de schrijver van deze psalm de dienst in de tempel niet belangrijk vond. Psalm 119 is deel van het hele Woord van God! Al de delen van Gods Woord horen bij elkaar zonder elkaar tegen te spreken.
Het laat wel zien waar het in de aanbidding van God en in de offers in de tempel om ging. Het laat wel zien wat de kern van het leven moest zijn en ook nu moet zijn. Het laat zien in welk verband het gaan naar de tempel stond. Het laat wel zien in welk verband ons gaan naar de kerk en ons leven in de kerk moet staan. Dat is dat we de HEERE in heel ons leven, 24 uur per dag hebben te vrezen. Dat is in diepe eerbied en met liefde voor Hem leven. Volgens Zijn wet. Die wet is dan meer dan een paar regels. De HEERE heeft in Christus Zijn hart laten zien. Hij laat in Zijn wet zien hoe Hij vanuit Zijn hart ons vertelt wat een goed leven is, wat een leven is waar Hij blij van wordt. Dat is ook een leven dat goed is voor de mensen om je heen. Jouw en mijn naasten. De HEERE geeft Zijn regels, Zijn wet om juist te laten zien wie Hij is. De rechtvaardige, liefdevolle, betrokken, goede God! Zijn getuigenissen in acht nemen is de HEERE zoeken met je hart. Dat is voor Christus als jouw Redder en Heer willen leven. Zijn regels, Zijn normen, Zijn raadgevingen zijn Goddelijk goed. Wat zijn we dom, onverstandig, opstandig als we die niet volgen.
Wie in Gods wegen gaat, leest dan ook de rest van Gods Woord en ging daarom in de tijd dat Psalm 119 geschreven is naar de tempel volgens Gods regels. Die gaat volgens Gods gebod in onze tijd naar de kerk. Niet om de tempel, niet om de kerk maar om de HEERE. Om daar Christus te ontmoeten die daar Zijn woorden laat horen. Bij de HEERE zijn in vrede met Hem, luisterend naar Zijn Goddelijke wijsheid is zo goed en heilzaam!
WAT IS GELUK?
“Welzalig zijn de oprechten van wandel, die in de wet van de HEERE gaan. Welzalig wie Zijn getuigenissen in acht nemen, die Hem met heel hun hart zoeken, die ook geen onrecht bedrijven, maar in Zijn wegen gaan.” Psalm 119:1-3
Wat is geluk eigenlijk? In onze tijd is voor de meesten geluk dat je jezelf goed voelt. Dat je zo kunt leven dat jij dat volgens je eigen inzichten en gevoelen kan doen. Dat jou en mij geen strobreed voor in de weg gelegd wordt. In onze tijd zelfs zo dat niemand daar kritiek op uitoefent omdat je je anders niet geaccepteerd voelt. Ieder moet helemaal geaccepteerd worden zolang dat politiek correct is. Het is ineens heel anders als een deel van mensen daarop kritiek heeft. Dan is acceptatie niet echt nodig. Dan komen er de grote verwijten en wordt er gezegd dat zo toch niet meer gedacht mag worden in deze tijd. Dan moeten ouders en scholen naar hun kinderen toe het politiek correcte standpunt uitdragen. Soms zitten we toch wel heel dicht bij de dictatuur van de meerderheid terwijl we officieel heel veel kritiek hebben op dictaturen. Omdat in die dictaturen mensen niet hun mening kunnen geven en niet mogen leven zoals zij graag willen. Hier wringt iets. Hier zie je iets dat heel hypocriet is.
Wat is nu echt geluk in een samenleving die al verder van Gods Woord weg gaat? Echt geluk is als ik op de weg van Gods geboden ga. Geluk is als ik ga zien dat om echt gelukkig te zijn mijn gevoelens en gedachten niet beslissend zijn. Gelukkig zijn is niet dat ik maar kan doen wat ik wil vanuit verlangens en gedachten die uit mijzelf komen. Gelukkig zijn is als ik mij door Geest leer overgeven aan God als mijn Vader die veel beter weet wat echt goed is dan ik dat weet. Jezelf laten leren door de Geest om met Christus als je Koning ‘in de wet van de HEERE te gaan’. Om binnen de beschermende heining van de wet te willen leven. Is dat niet benauwend? Nee, want als je buiten die heining gaat kom je op het gebied van het ongeluk. Dan ga je op die brede weg zonder heining die je in de altijddurende ellende brengt. In het moeras van het ongeluk. Wat is het goed om in de beschermende ruimte van Gods wet te leven.
GELUKKIG
“Welgeluksalig is die opregtes van weg, wat in die wet van die Here wandel. Welgeluksalig is die wat sy getuienisse bewaar, Hom van ganser harte soek; ook geen ongeregtigheid doen nie, maar in sy weë wandel.” Psalm 119:1-3
Ons lees hier die woord “welgeluksalig”. In die 2020 vertaling lees ons “gelukkig’. Dit laat ons dink aan wat die Here Jesus aan die begin van de Bergrede sê. Dan lees ons in die eerste 11 verse steeds weer die woord ‘salig’ of ‘gelukkig’(2020).
Die ware geluk het alles te doen met dat ’n mens vrede met God het. Jy is salig, jy is regtig gelukkig as jy met jou hart aan die Here verbind is. As by jou en my die liefde vir God en Sy wil bo alles gaan. Dit gaan dan nie net oor jou geluk nie. Dit is nies o dat God se kind net aan homself dink nie. Dit is nie so dat ons die ware geluk net vor onsself soek nie. Ons leef in ’n tyd dat dit veral om jou as persoon gaan. Soos ek of jy voel is die belangrikste. Ons is in ons tyd baie ek-gerig.
In Psalm 119 lees ons dikwels die woord ek maar nie om net op jouself gerig te wees. Dit gaan daarom dat elkeen in die goeie verhouding met die HERE moet staan. Dit gaan daarom dat jy opreg van hart is. Die 2020 vertaling gebruik die woord ‘onberispelik’. Dit beteken nie dat die HERE aan ons die voorwaarde stel dat ons volmaak moet wees. Dat ons sonder moet wees om Sy kind te wees. Die woord wat hier gebruik word, wys daarop dat ons ‘n mens uit een stuk moet wees. ‘n mens wat ondanks swakhede en sondes met jou hele hart Christus wil volg. Juis dan ontdek jy jou sondes en begin vergifnis vra. Dan begin jy stry teen die sondes in jou lewe.
Hierdie psalm wys dat ‘n mens net regtig gelukkig kan wees as jy uit liefde en dankbaarheid aan God op die pad wil stap wat Hy wys. Die smal pad waar Christus ons op wys: ‘Gaan in deur die nou poort, want breed is die poort en wyd is die pad wat na die verderf lei, en daar is baie wat daardeur ingaan. Want die poort is nou en die pad is smal wat na die lewe lei, en daar is min wat dit vind.’ Matt 7:13,14
God se kind is nie op homself gerig maar op die HERE en Sy werk en wil. Saam met soveel moontlik andere mense. Persoonlik geloof is onmisbaar maar dit is altyd gerig om saam met ander die HERE dien.
WET EN EVANGELIE
aleph
“Welzalig zijn de oprechten van wandel, die in de wet van de HEERE gaan.” Psalm 119:1
De komende tijd hoop ik afwisselend in Nederlands en Afrikaans Psalm 119 te overdenken. De langste psalm die er is. De psalm die een groot loflied op Gods wet is. Steeds weer maakt de dichter duidelijk dat Gods wet, Zijn regels zo geweldig zijn. In onze tijd klinkt dat voor velen gek. De wet is iets waar velen niet van houden. Het gaat toch niet om regels maar om de liefde! Het gaat toch niet om de wet maar om Jezus!
Op een bepaalde manier is dat waar. Wanneer we denken dat Gods wet ons kan redden dan is het waar. Niet omdat Gods wet verkeerd is maar omdat wij de wet als zondaars niet kunnen houden. Niet de wet kan ons redden maar Christus alleen. Toch is Gods wet van groot belang. Het is juist de Here Jezus die heeft laten zien hoe goed Gods regels zijn. Hij heeft met liefde en toewijding juist volgens de wet van Zijn Vader geleefd. Dat laat zien hoe goed Gods wet is. De redding door Christus en Gods wet staan niet tegenover elkaar. Wie door Christus offer gered is, wil juist Christus navolgen in een leven volgens Gods goede wet. De wet laat de grootheid en de wijsheid van God zien. De HEERE is goed en daarom is Zijn wet ook heilig, rechtvaardig en goed. Goed voor ons leven, goed voor iedereen en voor altijd.
Wat is het de moeite waard om juist ook Psalm 119 te overdenken vanuit de verlossing door Christus en op weg naar de nieuwe hemel en aarde. Je ziet in deze Psalm 22 keer de naam van een Hebreeuwse letter. Om de 8 verzen. Psalm 119 is zo in 22 delen verdeeld. De 22 letters van het Hebreeuwse alfabet. Wij zouden zeggen van A tot Z. Elke zin in dat gedeelte begint dan ook met die letter. Dus in de eerste 8 verzen begint elke regel met de letter ‘aleph’. De Geest laat de dichter van deze psalm op een bijzondere manier Zijn boodschap brengen.
Je bent echt gelukkig als je vanuit de redding door Christus volgens de wet van HEERE leeft. Daarover morgen meer.
PSALM 11 (Slot)
“Hy sal op die goddelose vangnette, vuur en swawel laat reën; en 'n gloeiende wind sal die deel van hulle beker wees. 7Want die Here is regverdig; Hy het geregtighede lief; die opregtes sal sy aangesig sien.” Psalm 11:6,7
Die oordeel wat oor hom sal kom is baie swaar. Die oordeel wat in vers 6 genoem word laat ons aan God se oordeel oor Sodom en Gomorra dink. Die geweldenaar, hy wat onreg en geweld liefhet sal nie aan God se straf ontkom nie. Die HERE laat Sy vangnet oor hom kom en hy kan nie meer ontvlug nie. Vuur en swawel sal kom oor hom wat gevang is en dit sal hom baie pyn besorg. Sy bestaan sal dan ellendig wees. Want ‘n gloeiende wind sal die deel van sy beker wees. Die beker wys op ‘n mens se lewe. Sy lewe sal deur God se oordeel vanaf ‘n sekere oomblik beteken dat hy nêrens meer water en koelte kan vind om sy dors, pyn en ellende te verlig nie.
Die rede hoekom God se oordeel oor hom kom wat geweld liefhet is dat die HERE regverdig is. Hy duld dit nie vir ewig dat mense dit wat Hy liefhet met geweld versteur nie. Hy wat die Almagtige is, het geregtigheid lief en Hy sal dit wys ook. Eendag sal die wêreld van elke misdadiger en van elke geweld verlos wees.
Die HERE is regverdig. Hy straf daarom eendag elkeen wat nie regverdig wou wees nie. Misdaad en geweld loon nie! Ook in ons situasie is dit so belangrik om op die HERE ons vertroue te stel. Om soos Dawid gedoen het by die HERE te skuil.
Die opregtes sal God se aangesig sien. Hulle wat geweld liefhet sal die HERE eendag in Sy toorn sien. Hulle sal dan bewe vir God se toorn en in radeloosheid en verskriklike angs dit uitskree: “Berge en rotse val op ons en verberg ons vir die aangsig van Hom wat op die troon sit, en vir die toorn van die Lam; want die groot dag van sy toorn het gekom, wie kan bestaan?” (Openb 6:16,17)
Hulle sal vir ewig van God se aangesig verdryf word.
Wie hom van sy geweld bekeer het, wie in liefde vir Christus en daardeur in liefde vir wat die HERE reg noem lewe, sal God se aangesig altyd bly sien. Sal altyd naby die HERE as sy liefdevolle Vader wees. Jy mag dan altyd Sy vriendlike aangsig sien. Hoe heerlik is dit. Die HERE gee juis vrede vir wie vanuit God se liefde liefde vir sy of haar naaste soek.
VOOR ONS TOT ZONDE GEMAAKT
“Wij zijn dan gezanten namens Christus, alsof God Zelf door ons smeekt. Namens Christus smeken wij: laat u met God verzoenen. Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem.”2 Korinthe 5:20,21
Wat was het goed om op Goede vrijdag te preken, om op eerste en tweede Paasdag de geweldige boodschap van Christus opstaan uit de dood te verkondigen. In een van de diensten met speciale aandacht voor de kinderen en de jeugd.
Wanneer je dan die grootheid van Gods werk en liefde ziet, besef je al meer hoe indringend de boodschap is die Paulus door de Geest verwoordt als hij schrijft: “Laat u met God verzoenen.”
Des te meer voel je de pijn wanneer op sociale media door meerderen steeds weer de boodschap klinkt dat Christus niet voor ons, niet in onze plaats de straf tegen onze zonden gedragen heeft. Het hoge woord moet er nu dan ook uit: Bedenk dat je hier met dwaalleraars te maken hebt die met al hun vrome woorden de boodschap en het werk van God verdraaien.
Paulus roept ons op om ons met God te verzoenen en laat zien hoe die verzoening er alleen kan komen in ons leven. Door te geloven in, door in liefde verbonden te zijn met Jezus Christus. Wat is er met Hem als de Zondeloze gebeurd?
Hij had alleen maar haat en afstand tot de zonde. Het is God die Hem tot zonde heeft gemaakt! Hij maakt Hem niet tot zondaar want dat is Hij niet. Hij legt de zonden van de gelovigen als een groot pak op Hem. Christus wordt daardoor een en al zonde. Hij wordt daarom van God verlaten aan het kruis en verdient zo voor wie tot Hem vlucht en voor de HEERE leeft vergeving. Vergeving, verzoening waardoor voor wie aan Hem in een leven met Hem verbonden is er de gerechtigheid is. Dat betekent dat Hij voor mij de straf gedragen heeft, mijn ongerechtigheid is op Hem gelegd en daardoor wordt de zondeloosheid van Christus op mij gelegd. De HEERE behandelt mij alsof ik geen zonden heb gedaan. Het wonder van Gods liefde.
Wat is de Geest daarover duidelijk in het Woord van God. Laat je dat evangelie niet afnemen door mensen die beweren dat verzoening door voldoening een uitvinding van iemand in de middeleeuwen is. Totale onzin. Het is de Geest die ons dit leert in Gods eigen Woord. Dat is het echte evangelie. Christus is opgestaan tot onze rechtvaardiging. De HEERE liet in de opstanding zien dat Hij het offer van de Zoon aanvaardde en er zo betaald is voor de zonden van wie leeft met de Christus. Christus zoals die ons in de Bijbel door de Geest wordt getoond. Dit is niet iets om over te discussiëren maar om te geloven!
STILLE ZATERDAG
“En op de sabbat rustten ze overeenkomstig het gebod.” Lukas 23:56
Er wordt gerust op deze zaterdag. Het is stil nu de Here Jezus gestorven is. Rouw en stilte. Waar is de mijn hoop, waar is mijn moed gebleven?
Zo kan het ook in ons leven zijn. Zoveel wanhoop, zoveel verdriet, zoveel teleurstelling, zoveel verkeerde dingen in eigen leven. Redding, verlossing, genezing, het wegggaan van zoveel pijn lijkt onmogelijk.
Je bent ouders met een kind dat zo ziek is, zoveel verzorging nodig heeft. Het is zo zwaar al doe je het graag.
Je bent een kind, een tiener en je wordt gepest. Niet een klein beetje ook. Het leven lijkt een hel. Het komt steeds weer terug.
Je bent een twintiger en het leven ligt voor je. Je verwacht zoveel van het leven en ineens is er een levensbedreigende ziekte in je leven. Het is heel goed mogelijk dat je eraan sterft of na de behandeling heel veel niet meer kunt.
Je bent van middelbare leeftijd en het leven valt je zo zwaar. Er is al zoveel in je leven gebeurd. Je zit vol met wonden, je hebt zoveel krassen op je ziel. Hoe kun je verder?
Je bent ouder en het leven heeft je teleurgesteld. Ook met mensen die dicht om je heen staan, zijn er zoveel problemen.
Je bent mens en om je heen is het zo anders dan wat de HEERE in de Bijbel zegt. Wat moet je nu geloven? Steeds weer hoor je dat je anders moet denken. Zoals je nu denkt en leeft, is niet van deze tijd. Ook dit kan je zoveel verdriet of vertwijfeling brengen.
Je wordt stil of je gilt het uit van angst en zorg. Waar kun je heen, waar heb je toekomst? Het kan zo zwaar zijn. Zo blijft het als je niet verder kijkt dan deze stille zaterdag.
Ook voor jou is er hoop, is er toekomst al benauwt jou het leven nog zo erg. Wie in de nood namelijk in alle stilte tot Christus gaat mag weten en ervaren dat Hij niet stil gebleven is. Het is morgen Pasen. Ook voor jou is er uitzicht als je naar de Man gaat die voor het echte Pasen heeft gezorgd. Dat heeft niets met eieren en uitgebreid eten te maken maar wel met die Ene die het Leven is en die de stilte en de hopeloosheid heeft doorbroken. Hoe zwaar het leven je nu ook valt.
TOCH DE WERELDLEIDER VAN DE WERELDLEIDERS
“En het was het derde uur en zij kruisigden Hem. En het opschrift met Zijn beschuldiging was boven Hem geschreven: DE KONING VAN DE JODEN.” Markus 15:25,26
Pilatus weet heel goed dat de beschuldiging die de Joden tegen Jezus ingebracht hebben niet op waarheid berust. Pilatus heeft zijn eigen redenen om de Joden toch hun zin te geven. Ook dat heeft weer alles met zijn eigen positie te maken. Eigen belang speelt daarbij de hoofdrol. Jezus moet daaronder lijden. Pilatus heeft aan de Joden toegegeven. Toch wil hij de Joden nog een hak zetten. Hij wil de spot met hen drijven door niet op het bordje te laten schrijven: Hij heeft gezegd dat Hij de koning van de Joden te zijn. Nee, hij laat er op schrijven: De koning van de Joden. Zo vernederde Pilatus ook de Joden zelf. Kijk eens wat dat Joodse volk voorstelt. Zelfs hun koning kan niets tegen ons Romeinen beginnen.
Toch is dat niet het ergste wat hier gebeurt. Het ergste is dat de Here Jezus nog verder vernederd wordt. Hier wordt van Hem gezegd dat Hij de Koning van de Joden was. Niets meer dan een Jodenkoninkje. Een koning van een volk met veel pretentie maar je kunt wel zien een machteloze koning want nu hangt Hij aan een kruis dood te gaan. Je kunt wel zien dat Hij zeker niet de Koning van de wereld is. Hij is zeker niet de Koning van de koningen. Ten diepste spot Pilatus hier met Psalm 72. De psalm waarin de Heilige Geest laat zien dat een nakomeling van David eens als Koning over de hele wereld zal regeren. Luister maar: “In Zijn dagen zal de rechtvaardige tot bloei komen; er zal grote vrede zijn, tot de maan er niet meer is.Hij zal heersen van zee tot zee, van de rivier de Eufraat tot de einden der aarde.. …… Zijn Naam zal voor eeuwig blijven; zolang de zon er is, wordt Zijn Naam van kind tot kind voortgeplant.” Vs 7,8,17
Pilatus heeft uit de mond van de Here Jezus zelf gehoord dat Hij en niet Pilatus en niet de keizer in Rome de grote Koning is. Dat het Koninkrijk van Jezus uit de hemel, van God zelf komt. Dat Jezus als Koning alle machten van deze wereld overstijgt. Als Pilatus naar Jezus als koning vraagt, zegt de Here Jezus in Joh 18:36: “Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Als Mijn Koninkrijk van deze wereld was, zouden Mijn dienaars gestreden hebben, opdat Ik niet aan de Joden overgeleverd zou worden, maar nu is Mijn Koninkrijk niet van hier.”
Zelfs de oneerlijke dood van Christus om onze zonden heeft er niet voor kunnen zorgen dat Christus de Koning van de koningen is. De Wereldleider van de wereldleiders. Dat kan niemand ongedaan maken. Wat een troost en houvast ook vandaag en voor de toekomst.
PSALM 11 (VII)
Die Here toets die regverdige; maar sy siel haat die goddelose en die wat geweld liefhet.” Psalm 11:5
As die HERE onderskei tussen regverdiges en goddeloses, word in hierdie omstandighede ‘n sekere saak wat by sekere goddeloses op die voorgrond tree in die kollig geplaas. Dawid ondervind so baie ellende van mense wat nie regtig met die HERE lewe en wat in geweld sy lewe bedreig. Mense wat geweld liefhet, mense wat graag ander mense martel, mense wat sommer ‘n ander doodskiet, mense wat by ‘n inbraak geweld gebruik. Hulle wat dit vandag graag doen is goddeloses. Die HERE haat die man of vrou, die seun of dogter wat graag geweld gebruik. Die wat ‘n ander mens gou slaan moet mooi bedink dat die HERE dit haat as dit nie regtig nodig is nie.
Wie geweld liefhet word deur God gehaat, God se toorn rus dan op jou lewe. Die HERE het hulle lief waarvan Jesus in Mat 5 sê: “Salig is die sagmoediges, want hulle sal die aarde beërwe.Salig die wat honger en dors na die geregtigheid, want hulle sal versadig word. Salig die vredemakers, want hulle sal kinders van God genoem word. Salig is die wat vervolg word ter wille van die geregtigheid, want aan hulle behoort die koninkryk van die hemele.” (vers 5,6-9,10)
Die HERE se gevoelens word deur die manier waarop ons lewe in beweging gebring. Dis nie so dat die goddelose net ongestraf moord, geweld, verkragting, berowing kan uitvoer nie. Al sal die misdadiger op hierdie aarde nooit sy verdiende straf ontvang nie eendag sal hy nie aan die HERE se straf ontkom nie.
DE LEUGEN IN DE KERK
“En het was het derde uur en zij kruisigden Hem. En het opschrift met Zijn beschuldiging was boven Hem geschreven: DE KONING VAN DE JODEN.” Markus 15:25,26
Ook na Zijn triomfantelijke intocht in Jeruzalem maakt de Here Jezus duidelijk dat Hij niet gekomen is om nu een aardse koning te worden. Velen keren zich dan heel teleurgesteld van Jezus af. Een ding is duidelijk dat het een smerige leugen is dat Jezus een opstandeling zou zijn. De leugen heerst in de kerk. De kerk roept de wereld met een leugen te hulp om de enige rechtvaardige en zondeloze mens aan het kruis te krijgen. Dood te krijgen. De vader van de leugen: de duivel wint het in de kerk. Verschrikkelijk!
Dat moet de Here Jezus hier ondergaan! Dat moet Hij hier lijden! Zonder als een opstandeling dat lijden als oneerlijk van Zich af te schudden! Want oneerlijk was het! Het kon niet oneerlijker tegenover de zondeloze mens Jezus Christus. Laten we dan nu even niet naar de Joden van toen kijken maar naar onszelf. Zijn wij beter dan de Joden van toen? Probeer jij altijd op een eerlijke manier voor elkaar te krijgen wat je zelf wilt? Ga ja dan altijd heel teer en liefdevol met de ander om en doe je er alles aan om die ander recht te doen? Om er van uit te gaan dat hij of zij goede bedoelingen heeft? Hangen we niet aan de grote klok wat we gehoord hebben of denken zonder om echt met de ander gesproken te hebben? Doen we er alles aan om alleen het goede gerucht van een ander te verspreiden? Of verdraaien we soms ook de woorden van een ander, houden bepaalde dingen expres achter of vertellen alleen een element om de ander in een daglicht te stellen waardoor we onze eigen zin of ideeën makkelijker kunnen uitwerken? Dan wint de satan in de kerk! Dan zijn we bezig om te zondigen. Wat hebben we dan de Here Jezus als de drager van onze schuld nodig! Hij moest daar ook lijden, Hij moest aan het kruis ook die beschuldiging op Zich af laten komen voor elke verkeerde omgang van ons met onze naaste. Voor elke keer dat jij je opstandig gedroeg tegenover Gods goede wil. Jij niet het goede voor God en je naaste gezocht hebt maar wat jij op dat moment voor jezelf en volgens je eigen ideeën wilde.
De Here Jezus draagt dat aan het kruis voor wie dit aan God belijdt! Wie gebroken over zijn of haar zonde bij Hem komt en vergeving vraagt. De Here Jezus draagt aan het kruis, ondergaat op het kruis de straf, het oordeel van God dat ik om mijn zonden verdiend heb. Omdat ik die opstandeling ben. Niet Hij. Ik ben die opstandeling tegenover God en Zijn goede wil! De Here Jezus draagt die straf die zo zwaar en intens is om de Heilige Geest voor mij te verdienen. Om Hem zo voor mij te verdienen dat de Geest mij leert om geen opstandeling meer te willen zijn maar kind dat graag naar Vader in de hemel wil luisteren
VALSE BESCHULDIGING
“En het was het derde uur en zij kruisigden Hem. En het opschrift met Zijn beschuldiging was boven Hem geschreven: DE KONING VAN DE JODEN.” Markus 15:25,26
De Joodse leiders weten heel goed dat Pilatus Jezus niet tot de dood zal veroordelen als hij merkt dat het verschil over godsdienstige zaken gaat. Ze moeten bij Pilatus met een andere beschuldiging komen. Ze moeten met iets komen dat volgens het Romeinse recht de doodstraf waard is. Dan komen ze met de beschuldiging dat Jezus de koning van de Joden wil zijn. Dat Hij het volk tot opstand tegen de Romeinen zou opzetten. Je ziet ook in het Marcusevangelie dat dit beschuldiging is waarop Pilatus de Here Jezus ondervraagd. Kijk maar eens in 15:2,9,12:
“En Pilatus vroeg Hem: U bent de Koning van de Joden? En Hij antwoordde hem en zei: U zegt het.….. En Pilatus antwoordde hun: Wilt u dat ik de Koning van de Joden voor u loslaat?….. En Pilatus antwoordde opnieuw en zei tegen hen: Wat wilt u dan dat ik met Hem doen zal Die u de Koning van de Joden noemt?” Let ook op de spot die de soldaten van Pilatus met de Here Jezus drijven: “Gegroet, Koning van de Joden!” vs 18
Het was echt een heel minne, smerige, ja zelfs een duivelse streek om deze beschuldiging tegen de Here Jezus in te brengen. Wat was de kerk van het Oude Testament, wat was het verbondsvolk diep gevallen door zo de leugen te gebruiken tegen de zondeloze Jezus. Wat zijn leugens vreselijke wapens zelfs in de kerk. Als er een was die had laten horen en zien dat Hij geen koning wilde zijn die een opstand tegen de Romeinen zou ontketenen was het de Here Jezus. Hij had steeds weer laten zien dat Hij daarvoor niet was gekomen. Als Zijn tegenstanders er voor willen zorgen dat Hij zich in die richting zal uitspreken, maakt de Here Jezus duidelijk dat het niet zo is! Dan komen de Joodse leiders met de vraag of het toegestaan is om belasting aan de Romeinse keizer te betalen. Dan neemt Jezus een geldstuk en wijst erop dat daarop het hoofd van de keizer staat. Dan zegt Jezus: “Geef dan aan de keizer wat van de keizer is, en aan God wat van God is.” Marc 12:17.
Ook als het Joodse volk de Here Jezus tot hun koning wil maken om zo de Romeinen het land uit te krijgen, weigert Jezus dat. Hij heeft op een bepaald moment een geweldige aanhang. Dan lezen we in Joh 6:15: “Omdat āJezusā nu wist dat zij zouden komen en Hem met geweld mee zouden nemen om Hem ākoningā te maken, trok Hij Zich opnieuw terug op de berg, Hij Zelf alleen.”
De Here Jezus moet de zonde van de leugen, van oneerlijk onze mond gebruiken hier ook dragen. Ook voor ons. Dat brengt ons toch wel vol berouw aan de voet van het kruis?!
PSALM 11 (VI)
“Die Here is in sy heilige paleis; die troon van die Here is in die hemel; sy oë sien, sy ooglede toets die mensekinders. Die Here toets die regverdige; maar sy siel haat die goddelose en die wat geweld liefhet.” Psalm 11:4,5
As die HERE met groot aandag kyk na wat elke mens doen, dan toets Hy elkeen persoonlik. Die HERE is nie net ‘n toeskouer nie. Dis nie so dat die HERE die geskiedenis van die wêreld en die lewe van jou en my persoonlik net vanaf die paviljoen bekyk nie. Hy kyk en toets jou lewe en dit van elke ander mens. Die HERE is daarby met sy hele wese betrokke. Dis nie so dat Hy net alles waarneem en daarvan ‘n rapport skryf en dit dan vir altyd in ‘n argief bêre nie. Dit wat die HERE sien, dit wat Hy dan aan Sy wil toets bring Hom in beweging.
Dit maak in die eerste plek gevoelens by Hom los. Dit lees ons in vers 5. Die mensekinders wat in vers 4 genoem word, word in vers 5 in twee groepe onderskei. Die regverdiges en die goddeloses. Die vertaling wat ons in ons vertaling van vers 5 het is nie onmoontlik nie maar is nie die mees waarskynlike nie. ‘n Beter vertaling van vers 5 sou wees: “Die HERE toets die regverdige en die goddelose; Sy siel haat die wat geweld liefhet.”
Die HERE se toetsing loop daarop uit dat die regverdige, die gelowige wat ondanks sy sondes na die HERE wil luister en altyd weer op Sy pad wil terugkeer en stap as ‘n regverdige gesien word. Hy is in Christus se bloed van sy sondes skoongewas en wil deur die Heilige Gees gelei word. Die toetsing deur die HERE wys ander as goddeloses aan. Mense wat hulle nie deur Hom in hulle lewe laat lei nie. Dis mense wat sonder God, sonder Christus, sonder Sy sorg, vergifnis en liefde lewe. Wat hulle laat lei deur hulle eie sondige hart en verlangens.
JEZUS BESCHULDIGD ZO ONEERLIJK!
“En het was het derde uur en zij kruisigden Hem. En het opschrift met Zijn beschuldiging was boven Hem geschreven: DE KONING VAN DE JODEN.” Markus 15:25,26
Wie is de Here Jezus eigenlijk? Wie is die man die daar tussen twee moordenaars aan het kruis op Golgotha hangt? Het bordje bij het kruis zegt: een gevaarlijke rebel. Een man die de macht in het Joodse land naar zich toe wilde trekken. De man die in Israël de koningsmacht wilde grijpen. Dat is ook de beschuldiging die Zijn eigen broeders bij de Romeinse stadhouder Pilatus tegen Hem hebben ingebracht.
Je ziet hier de geweldige oneerlijkheid die de Here Jezus treft. De Joodse leiders hebben de Here Jezus helemaal niet tot de dood veroordeeld omdat Hij de macht in het land zou willen grijpen. Dat weten ze ook heel erg goed. Ze zijn bang voor Jezus omdat ze bang zijn de geestelijke leiding over het volk aan Hem te verliezen. Hij die met gezag de mensen leert wie God is en wat Gods wil is. De reden waarom zij Hem tot de dood veroordeeld hebben is dat Hij zichzelf als de Zoon van God gepresenteerd heeft. Als God die mens geworden is. Die op deze aarde gekomen is als de door God beloofde Verlosser. Ze hebben Hem tot de dood veroordeeld omdat Hij volgens hen God gelasterd heeft. Wat moet dat Jezus veel pijn gedaan hebben. Niemand leeft zo in liefde met God en niemand is zo innig aan Vader in de hemel verbonden als Hij. Je kunt je het een heel klein beetje voorstellen als je er aan denkt dat iemand jou er van beschuldigt dat jij die persoon haat van wie je het meeste op deze wereld houdt en voor wie je ook echt leeft.
Wat hebben de leiders van de kerk de Here Jezus op het hart getrapt. En dan gaan ze naar Pilatus. Ze willen Jezus dood hebben. Dat is hun doel. Het doel heiligt dan volgens hen de middelen.
Laten we ons goed bedenken het doel nooit de middelen heiligt als die niet goed in Gods ogen zijn!. Dat de HERE het vanuit Zijn hart haat als we oneerlijke dingen zeggen of doen omdat we dan volgens ons het goede doel bereiken. Zo mag het ook nooit gaan in de kerk. Wat is kerkpolitiek een groot kwaad alle eeuwen door! Dat is de duivel in de kerk ook als je meent voor het goede te staan. Al zou het echt een goed doel zijn, mogen we nog nooit middelen gebruiken die in Gods ogen niet goed zijn. Zo mogen we in de kerk ook nooit met elkaar omgaan en over elkaar spreken! Ook nooit negatieve dingen over anderen zeggen als we dingen niet zeker weten en niet zelf met de ander gesproken hebben.
PSALM 11 (V)
“As die fondamente omgegooi word, wat kan die regverdige doen?Die Here is in sy heilige paleis; die troon van die Here is in die hemel; sy oë sien, sy ooglede toets die mensekinders.” Psalm 11:3,4
Hoe ernstig is die situasie. “Die fondamente word omgegooi, wat kan die regverdige doen?” As die situasie so is, moet ‘n mens amper wel moedeloos word en sy koffers pak en op die vliegtuig stap. Wat kan ek as God se kind wat regverdigheid soek, wat kan ons as kerk in so ‘n gewelddadige en korrupte samelewing doen? Wat kan ons as gelowiges, as kerk doen in ’n samelewing waarin die afval van die HERE al groter word? Waar jy al meer van diskriminasie beskuldig word as jy volgens God se Woord bly leef, dink en praat? Het ‘n mens, het God se volk dan nog ‘n houvas? As die vrae en die geweldige onsekerheid ‘n mens so bestorm, wys die Heilige Gees deur Dawid ons die pad waarop ondanks ellende verder kan.
Ondanks al die onreg wat rondom ons gebeur, ondanks die uitsiglose situasie rondom Dawid wys Dawid deur die krag van die geloof op die HERE se paleis, op Sy troon.
Hoe die fondamente van die samelewing ook al omvergegooi word, kan niks verhinder dat ons omhoog kyk nie. Dat jou en my oog op die hemel gerig is waar die HERE woon en troon. Die hemel is sy paleis. Dis die heilige paleis. Dis die paleis wat bo enige paleis uitstyg. Die groot wonder van hierdie Koning is dat Hy met Sy eie oë verder as Sy eie paleis kan kyk. Sy uitsig is nie tot die hemel beperk nie. Sy oë sien alles wat in die skepping gebeur. Die HERE is dit ook wat vol aandag by Sy skepping, by die mense wat Hy geskep het betrokke is. As in vers 4 selfs die HERE se ooglede genoem word, wys dit daarop dat Hy met besondere aandag by die mense, by elke mens betrokke is. ‘n Mens knyp sy ooglede ‘n bietjie toe as hy met groot aandag na iets kyk. As jy fokus. Gelukkig kan ons ook in hierdie omstandighede op die HERE bou en op Sy regering vanuit die hemel. Vanuit Sy paleis.
JEZUS AAN HET KRUIS
“En het was het derde uur en zij kruisigden Hem. En het opschrift met Zijn beschuldiging was boven Hem geschreven: DE KONING VAN DE JODEN.” Markus 15:25,26
Mensen kunnen je te schande zetten. Het kan gebeuren dat mensen tegenover anderen dingen van jou zeggen die bij die anderen wantrouwen of zelfs afkeer van jou veroorzaken. Iemand kan van jou dingen vertellen en je beschuldigen terwijl het niet waar is. Als dat gebeurt word je aan de schandpaal geslagen. Het ergste is dat nog als je niet kunt reageren. Dan moet een mens lijden. Wat kan dat zeer doen. Wat kan dat je leven bitter maken en verlammen. Onrecht lijden is een van de moeilijkste dingen voor een mens.
De Here Jezus hangt nu aan zo’n schandpaal. Hij is na gemarteld en bespot te zijn aan het kruis gehangen. Er zijn van Hem slechte dingen gezegd terwijl die helemaal niet waar waren. Dan wordt het hangen aan het kruis ook nog het openlijk hangen aan een schandpaal. Want wat was de gewoonte en wat gebeurt hier? Er komt een bordje bij het kruis waarop staat waarom deze man de kruisdood moet sterven. Soms moesten de veroordeelden dat bordje om hun nek dragen en soms werd zo’n bordje op het kruis zelf of vlak erbij opgehangen. Iedereen kan nu lezen waarom Jezus officieel deze vreselijke straf gekregen heeft. Hier hangt Jezus de rebel. Hier hangt Hij die de koning van de Joden wordt genoemd. Hij die volgens de beschuldiging een heel gevaarlijke man was. Een gevaar voor de samenleving. De Here Jezus wordt hier vals beschuldigd en wordt hier ook als een minderwaardig mens behandeld. Dit terwijl er niemand zo trouw en rechtvaardig is als Hij. Dit terwijl Hij de Zoon van God is. Hij is de Koning van de wereld. Wat wordt de Here Jezus met deze beschuldiging een pijn gedaan!
Wij zijn de Here Jezus niet. Wij zijn niet zondeloos. Hij hing er voor zondaren zoals jij en ik. Hij heeft gezegd dat als we Hem door Gods genade volgens wij niet boven Hem zullen staan. Ook wij zullen onrecht moeten dragen juist als gelovigen. Christus heeft zo geleden voor wie gelooft dat onrecht lijden kan omdat er uitzicht is door Zijn offer.
PSALM 11 (IV)
“As die fondamente omgegooi word, wat kan die regverdige doen?” Psalm 11:3
Dawid sê in hierdie omstandighede vir sy vriende: Hoe kon julle my die raad gee om te vlug! Hoe goed jy hierdie raad van die vriende kan indink, nogtans was hierdie raad nie goed nie. Hierdie raad het nie van die geloof en van die HERE se roeping uitgegaan nie. Dawid is die koning wat die HERE aangewys het. Hy is die koning oor God se volk. Hy mag sy pos nie verlaat nie, hy moet aan sy roeping voldoen.Die Here Jesus wat baie meer as Sy voorvader Dawid is, is nog dieper deur onreg, geweld, misdaad en ontrou getref. Hy het dit tot in die diepste diepte van die hel gevoel. Hy het die duiwelse geweld nog baie meer as Dawid en ons moet ervaar. Hy het dit ook nog baie meer gevoel omdat hy in alles regverdig was en met alles wat in Hom is die verkeerde, die ontrou, die geweld haat. Hoe het Hy hieronder gely om ons van ons liefde vir die verkeerde, vir misdade en geweld te verlos. Om ons van ons skuld, ons medepligtigheid ook aan al die onreg op aarde te verlos. Hy het daarvoor die straf vir ons gedra as ons tot Hom vlug. Hoe die geweld en misdade die Here Jesus ook geteister het, nogtans het Hy nie gevlug nie. Hy het die taak bly doen waartoe God Hom geroep het. Tot die bittere end. Hoe groot was ook vir Hom die versoeking toe sy vriende vir Hom gesê het dat Hy Sy lyding moes ontvlug. As die Here Jesus na Petrus se belydenis dat Hy die Christus die Seun van die lewende God is, vertel dat Hy na Jerusalem moet gaan om daar te ly en gedood te word lees ons in Matt 16: 22: “Toe neem Petrus Hom opsy en begin Hom bestraf en sê: Mag God dit verhoed, Here, dit sal U nooit oorkom nie!”Hierdie woorde van Petrus is vir die Here Jesus ‘n groot versoeking. Dis ‘n versoeking om die lyding te ontvlug en Hom aan Sy taak en roeping as die Verlosser te onttrek. Juis daarom is Christus se reaksie so skerp. Sy antwoord vir Petrus is: “Gaan weg agter My, Satan! Jy is vir My ‘n struikelblok, omdat jy nie die dinge van God bedink nie, maar die dinge van mense.”Ons is nie Dawid en verseker nie die Here Jesus nie. Nogtans het dit wat ons van Dawid en die Here Jesus gehoor het vir ons vandag groot betekenis. Ook vir ons geld dat ons in die eerste plek aan God se roeping gebind is. Nie aan dit wat vir ons lekker is nie.
WIE NIET MET CHRISTUS IS, IS TEGEN HEM
“Johannes antwoordde en zei: Meester, wij hebben iemand gezien die in Uw Naam demonen uitdreef, en wij hebben het hem verboden, omdat hij U niet samen met ons volgt. En Jezus zei tegen hem: Verbied het niet, want wie niet tegen ons is, die is voor ons.” Lukas 9:49,50
“Wie met Mij niet is, die is tegen Mij; wie met Mij niet verzamelt, die drijft uiteen.” Lukas 11:23
We lezen in Lukas 9: “wie niet tegen ons is, die is voor ons.” In Lukas 11 horen we de Here Jezus zeggen: “Wie met Mij niet is, die is tegen Mij; wie met Mij niet verzamelt, die drijft uiteen.”
Is dit nu een tegenstelling? Nee! Het het laat juist zien wat de weg is die we hebben te gaan als het om de kerk gaat, als het om ons eigen leven gaat.
Bij de kerk en bij het besluit waar je moet zijn om deel van Christus’ kerk te zijn gaat het niet om ons. Het gaat er niet om dat mensen met ons mee moeten gaan. Het gaat er niet om dat mensen daar zijn waar wij zijn. De kerk is op geen enkele manier een menselijk zaakje. De vorige keer vroeg ik me al af of ik op deze manier de kerk relativeer. Dat doe ik zo niet maar maak juist duidelijk dat de kerk veel meer is dan een menselijke club of vereniging. Het gaat om Christus die ik en wij samen hebben te volgen. Daarom zegt de Here Jezus ook dat waar twee of drie in Zijn naam bij elkaar zijn Hij in hun midden is. Bij elkaar zijn in Zijn naam van Jezus betekent niet dat daar waar de naam Jezus genoemd wordt het goed is. Dat we dan zelf kunnen denken en leren wat we willen. Het betekent wel dat zij die bij elkaar komen dan Christus boven alles in hun leven stellen en Hem op Zijn Woord in alles willen volgen. Zijn Woord eerbiedigen ook als dat jou voor je gevoel en in de samenleving van vandaag slecht uitkomt.
Christus is de Heer van de kerk. Hij is de Zoon van God die Zijn kerk bij elkaar brengt niet volgens onze gedachten maar op Zijn manier. Wij zijn geen God en kunnen zijn werk niet overzien. Als wij een kerk ontmoeten die volgens het Woord van Christus leeft en de belijdenis van de kerk die met het Woord overeenstemt eerbiedigt, is het Christus die vergadert. Dan hebben we dat te erkennen. Het gaat erom dat we met Christus zijn! Dat is en blijft beslissend. Voor elke gemeente, voor mijzelf. Als ik niet meer met Christus ben door dat we onze eigen gedachten tegen het Woord vasthouden dan zijn we geen kerk meer. Waar Hij verzamelt daar is Hij. Dan zoeken we elkaar om samen met Hem te zijn! Dan zijn we zo blij met anderen die nu niet bij ons zijn maar die wel Christus volgen op Zijn Woord. Dan is elkaar ontmoeten en elkaar willen helpen het verlangen van ons hart. Dan is wat er vroeger gebeurd is niet meer beslissend. Dan kijken we vooruit en niet meer achteruit.
PSALM 11 (III)
“As die fondamente omgegooi word, wat kan die regverdige doen?” Psalm 11:3
Die erns van die situasie en die uitsigloosheid van hierdie omstandighede vat Dawid in vers 3 so saam: “As die fondamente omgegooi word, wat kan die regverdige doen?”
Die situasie is so dat Dawid nêrens meer veiligheid en sekerheid kan ervaar nie. Selfs die fondamente waarop ‘n gewone lewe gebou is, het in daardie tyd verdwyn. Reg en geregtigheid, waarheid, eerlikheid, trou en veiligheid het uit die samelewing verdwyn. Die onpartige oordeel en beoordeling het vir ‘n partydige en oneerlike oordeel gewyk. Sien ook Psalm 82 en die meditaties daaroor.
Hoe kan ‘n mens, hoe kan iemand wat as God se kind vrede en reg soek nog in so ‘n samelewing lewe? Dan is dit tog logies dat jou vriende vir jou sê: Gaan na ‘n ander plek waar dit beter en veiliger vir jou is. Dis tog geen lewe daar waar die fondamente van die samelewing so aangetas en omgeskop word nie? Moet ons dit ook nie van ons omstandighede in ons land en lewe sê nie? Kan ons hier nog lewe? Het die misdaad en onveiligheid nie te groot geword nie? Moet ons vir mekaar nie sê dat ons beter na ander oorde op hierdie aarde moet trek nie? Plekke waar dit so baie veiliger is nie. Plekke waar ons en ons kinders nies o dikwels en so met krag deur dwaalleer en die gees van die tyd bedreig word nie. Waar die owerheid ons wil dwing om sekere standpunte te laat vaar en ons kinders anders op te voed in die huis en in die skool as wat ons ion God se Woord leer.
Die Heilige Gees wys ons in Psalm 11 God se pad in hierdie omstandighede. Dawid het geleer dat nie die omstandighede die beslissende rol hierin mag speel nie. Die beslissende moet ook in daardie omstandighede wees of die HERE ons nog ‘n taak en roeping gee. Calvyn skryf by hierdie Psalm o.a.: “Die HERE leer ons hier dat ons steeds op ons plek moet bly, al beweeg die wêreld. Dit is ons roeping want anders sal ons uit God se beloftes uitval of God se beloftes sal ons ontval. Al word ons op en neer gewerp nogtans moet ons op die geloof van ons roeping bly vashou en daarop bly steun.”
WIE NIET TEGEN ONS IS, IS VOOR ONS
“Johannes antwoordde en zei: Meester, wij hebben iemand gezien die in Uw Naam demonen uitdreef, en wij hebben het hem verboden, omdat hij U niet samen met ons volgt. En Jezus zei tegen hem: Verbied het niet, want wie niet tegen ons is, die is voor ons.” Lukas 9:49,50
Je leest je Bijbel. Je doet dat op bepaalde momenten op de dag van Genesis 1 tot Openbaring 22. Steeds een stukje verder. Dan kan het zijn dat iets wat je al veel vaker gelezen hebt ineens voor je oplicht. De rillingen gaan over je lichaam. Moet je eens kijken wat hier staat! Zo ging het met me toen ik een paar dagen geleden de verzen die je hierboven leest, las.
Je denkt over deze woorden van de Here Jezus na. Het zijn Zijn woorden en dat betekent dat ik me door Hem laat leren! Je denkt er over na en vraagt je af wat dit voor ons in onze tijd betekent. Dan leer ik hier heel duidelijk dat ik niet in de kerk geloof. Ik geloof volgens het Woord in de Drie-enige God. In de Vader, de Zoon en de heilige Geest. De kerk is het werk van God maar is niet God zelf!
Dan leer ik dat het in de kerk niet om ons en om onze kerk gaat. Verschrikkelijk als de kerk de kerk van ons wordt. Dan wordt het een menselijke club. Waar ik ook wil blijven als het Woord niet meer echt gevolgd wordt. Of dan beginnen mensen te denken dat het eigenlijk niet anders kan dat mensen tot Christus moeten komen via onze kerk. Dan wordt onze kerk zo belangrijk. Dan letten we op onszelf in plaats van op Christus. Johannes en Petrus brengen naar voren dat er mensen zijn die niet bij hen zijn en toch dingen in Jezus naam doen. Dat kan toch niet goed en echt zijn? Daar moet de Here Jezus toch wat aan doen! Hij doet dat niet want Johannes en Petrus zitten er helemaal naast. Ze denken veel te menselijk en daarom te bekrompen. De Here Jezus laat zien dat Hij ook werk doet buiten de voor ons bekende omgeving.
Je moet niet in wantrouwend tegenover die anderen staan en niet vertrouwend alleen op eigen kerk de wereld inkijken. Wanneer andere mensen in Christus naam bij elkaar komen en er klinkt het echte evangelie dan horen die bij Christus. Dan mag er geen soort concurrentiestrijd zijn. Wel om elkaar met diep verlangen te zoeken.
Relativeer ik nu de kerk? Nee, want een kerk zonder een leven uit en volgens Gods onfeilbare Woord is geen kerk. Daar vergadert Christus niet. Wat moet ik blij zijn als ook anderen door Christus bij elkaar gebracht worden rondom Zijn Woord. Geleid door Zijn Geest. Daarover volgende keer meer. Want Gods werk is altijd meer dan ik kan overzien!
PSALM 11 (II)
“Vïr die musiekleier. 'n Psalm van Dawid.
By die Here skuil ek. Hoe kan julle dan vir my sê: Vlug na julle berg soos 'n voël! Want kyk, die goddelose span die boog; hulle het hul pyl op die snaar reggesit om in die donker te skiet na die opregtes van hart ” Psalm 11:1,2
Ons sal hier by berg nie aan een berg moet dink nie. Dit gaan hier om die gebergte. As die gevaar dreig is die berge dikwels ‘n goeie skuilplek. Dawid het vroeër al baie kere sy toevlug in die berge gesoek. Hy het hom in spelonke en rotsklowe vir Saul weggesteek. Dawid ken die pad in die berge. Daarom praat sy vriende ook van julle berge.
Dawid word deur sy vriende met ‘n voël vergelyk. ‘n Mens kan in die Ou Vertaling sien dat die woord soos ‘n toevoeging van die vertalers is. Dis beter om dit weg te laat. Dan sien ons duideliker dat Dawid se vriende hom ‘n voël noem. Sy vriende gebruik ook vir die woord vlug ‘n opvallende woord. Hierdie woord beteken in die verbinding met ‘n voël dat die voël fladder. Die voël is in groot gevaar en weet eintlik nie waar hy heen moet gaan nie. Die mense staan klaar om hierdie fladderende voël te skiet. Dit pas ook heeltemal by wat ons in vers 2 lees: “Want kyk die goddelose span die boog”.
Dawid se vyande dring al hoe meer op. Alles is daarvoor klaar en daarop gerig om hom te uit die weg te ruim. Dawid se vyande het alle voorbereidings getref om hulle slag te slaan. Die vyand het die pyl al op die snaar gelê en staan klaar om te skiet en hulle is bereid om daarby alle middele te gebruik. Ook bedrog en allerhande duistere praktyke. Hulle staan klaar om die opregtes van hart in die donker bedrieglik te oorval. Laat ons bedink dat dit ook met die groot nakomeling van Dawid die Here Jesus gebeur het. Die Joodse leiers in daardie tyd het alles gedoen en beplan om Hom dood te maak. Die spesiale met die Here Jesus is dat Hy nie gevlug het nie. Hy het Hom laat gevangegeneem. Om juis aan die kruis te sterf. Die vyande dink dat hulle gewen het. Nogtans het Christus gewen deur ons sondes te dra en die pad na die lewe vir elkeen wat glo te open.
PSALM 11 (I)
“Vïr die musiekleier. 'n Psalm van Dawid.By die Here skuil ek. Hoe kan julle dan vir my sê: Vlug na julle berg soos 'n voël! Want kyk, die goddelose span die boog; hulle het hul pyl op die snaar reggesit om in die donker te skiet na die opregtes van hart ” Psalm 11:1,2
Dawid se lewe is in gevaar. Sy lewe word van alle kante bedreig. Ons Psalm vertel ons nie wat die omstandighede presies was nie. Ons kan aan verskillende gebeurtenisse in Dawid se lewe dink. Ons kan daaraan dink dat hy steeds weer vir koning Saul moet vlug. Ons kan ook dink aan sy seun Absalom se opstand dink. Dit is moontlikhede maar een ding maak dit moeilik om dit as die mees waarskynlike historiese agtergrond te sien. Dit is dat Dawid in daardie omstandighede gevlug het en ons juis in ons Psalm lees dat hy nie wil vlug nie. Dit sou moontlik wees dat die historiese agtergrond van dit wat Dawid in ons Psalm sê die opstand van Seba teen hom is. Hierdie opstand is onder ons nie baie bekend nie, nogtans was dit ‘n baie gevaarlike aanslag op Dawid se koningskap. Ons lees van hierdie opstand in 2 Sam 20. Dis net na Absalom se opstand en Dawid het weer na Jerusalem teruggekeer. Dit was veral die stam van Juda wat Dawid na Jerusalem teruggebring het. Die 10 stamme is dan baie kwaad want hulle oortuiging is dat hulle nog meer reg op Dawid het as Juda want hulle is 10 stamme. As hierdie onenigheid en ontevredenheid bestaan, maak ‘n sekere Seba hiervan gebruik en onder sy leiding staan die 10 stamme teen Dawid op. Die situasie word dan so ernstig dat Dawid in 2 Sam 20:6 sê: “Nou sal Seba, die seun van Bigri, ons meer kwaad doen as Absalom”.Sonder nou met sekerheid die historiese agtergrond van hierdie psalm te kan vasstel is dit duidelik dat Dawid se lewe en sy koningskap ernstig bedreig word. Dit is die mense wat by hom is wat vir hom sê dat hy en sy familie beter kan vlug. Hulle raad vir Dawid is: “Vlug na julle berg soos ‘n voël.” Is dit 'n goeie raad? Daaroor die volgende keer.
VERKIEZINGEN 2023
“Jezus zei tegen hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij.” Johannes 14:6
Van meerdere kanten is mij gevraagd om hier iets te schrijven over de verkiezingen in ons land waarbij de BBB een geweldige overwinning heeft behaald. Ik ga nu niet op allerlei politieke kwesties in. Ik wil wel iets schrijven over het hele politieke klimaat en wat voor mij bij deze verkiezingen heel duidelijk naar voren is gekomen.
Daarbij denk ik dan ook vooral aan wat de Here Jezus in Johannes 14 zegt: “Ik ben het leven”. Het valt me op dat het als je door de dingen heen kijkt vooral om het geld gaat. Over de eigen portemonnee en om de eigen financiële toekomst. Is er toekomst voor mensen? Daarbij komt dan dat de samenleving in groepen verdeeld wordt en er weinig tot geen aandacht is voor anderen. Er niet naar anderen met mededogen, met een hart vol meegevoel gekeken wordt. Er is weinig tot geen aandacht voor het willen opgeven van een stukje eigen welvaart om anderen weer toekomst te geven. Er wordt vooral de wacht betrokken bij het zelf veel willen hebben. Zelfs in een van de rijkste landen van de wereld. Dan is het ook schokkend dat verwacht wordt dat volgend jaar 1 miljoen mensen in ons land onder de armoedegrens zullen leven. Er wordt dan een beroep gedaan op allerlei regels die er zijn waardoor er niet snel gehandeld kan worden.
Mensen kunnen niet snel steun krijgen, mensen die door de overheid onrecht zijn aangedaan, kunnen niet snel vergoed worden. Want dan zou misschien 10% wel eens onterecht iets kunnen krijgen. Daar moet de rest dan onder lijden. Regels worden dan meer dan mensen met liefde geven wat ze nodig hebben. Onrecht blijft bestaan omdat het onze portemonnee raakt.
Dit soort denken raak je kwijt als Christus je Leven is. Als Hij je leven bepaalt. Dan weet je zo goed dat jij dat leven, die verlossing uit de dood niet verdiend hebt. Toch geeft de HEERE het je zo graag. Gods open hart leert je dan met een open en rechtvaardig hart naar de naaste uit te reiken. Ook in de politiek. Christus is ook het leven en de weg en de waarheid voor het politieke handelen. Leven daaruit hebben we nodig. Dan komt er eerlijkheid en er echt voor anderen willen zijn in de politiek. Dan is de overheid er om eerlijke, hardwerkende en ook zwakke mensen in de samenleving te beschermen. Dat willen we dan samendoen. Dan staat partijbelang nooit voorop. Ook niet als verkiezingen dichtbij komen.
LAAT GOD SE WOORD OOPGAAN
“Die opening van u woorde gee lig; dit maak die eenvoudiges verstandig.” Psalm 119:130
Ons is mense. Die HERE is God. Ons kennis is beperk. God se kennis omvat alles! Sy kennis is meer as alles wat Hy self as die Skepper in die skepping gelê het. Sy kennis omvat alles want Hy weet en ken alles wat op aarde gebeur. Hy is dit ook wat alles tot in die kleinste detail gemaak het. Met Sy eie stem volgens Sy plan. Niks bestaan wat Hy nie weet nie. Hy ken ook die toekoms. As die HERE praat, as die HERE Sy woorde laat opskryf in die Bybel is dit woorde, is dit wysheid, is dit verstand wat soveel meer is as ons kennis.
Ek moet nog iets daarby sê. Ons is mense wat na die sondeval leef. Ons verstand het nog meer beperk geraak en het selfs al meer begin vervorm omdat ons teen God het opgestaan. Ons gebruik ons kennis na die sondeval ook dikwels teen die HERE se wysheid en wil in. Ons het onverstandig geword. Sien Romeine 1.
Hierdie dinge wys ons hoe belangrik God se woorde vir ons is. Die Bybel is God se Woord. Dit is die Woord wat Christus ook aangewys het as Sy Woord en wat die Gees deur mense het laat hoor en laat opskryf. Dit is so belangrik dat ons God se woorde tot ons laat spreek! Nie deur dit eers volgens ons gedagtes so te vorm dat dit vir ons aanvaarbaar word nie. Dan vervorm ons God se woorde tot woorde van mense. Dan tas ons God se grootheid en heerlikheid aan. Dan is ons so dom en is ons op ’n duiwelse manier besig. Wil ons verstandig word moet ons God se Woord laat oopgaan en bid ons dat die Gees ons gee om leerling van God se Woord te word en te bly. Dan kry die onkundiges insig, dan raak die eenvoudiges verstandig. Dan straal die ware lig in die wêreld omdat ons God se woorde laat oplig in ons lewens.
DIE HERE VRA VERANTWOORDING
“Sta op, o God, oordeel de aarde, want Ú bezit alle volken.” Psalm 82:8
God roept de machtigen, belangrijken, invloedrijken ter verantwoording. Hij laat zien dat ze onrechtvaardig oordelen. Zij zoeken zichzelf door juist in hun beleid en beoordelingen mensen die los van Hem leven te bevoordelen. Een leven zonder de diepe eerbied en liefde voor Christus wordt door deze mensen gestimuleerd. Om hier op aarde een makkelijker leven te hebben of om bepaalde belangen van een groep waar je thuis voelt te bevorderen. Geen onpartijdige oordelen vanuit het Woord van de HEERE alleen. Sympathieën voor bepaalde personen beïnvloeden het oordeel dat gegeven wordt. Dat oordeel is niet meer alleen gebaseerd op Gods eigen Woord en de liefde voor God en de naaste. De tere omgang met de HEERE en met elkaar is niet meer leidend.
De HEERE roept ter verantwoording. Nu roept de dichter Asaf de HEERE op om op staan. Om op de hele wereld omdat alles van Hem is het recht te herstellen.
De HEERE zal opstaan. Christus zal eens op een dag voor altijd het recht herstellen. Dat gebeurt als Hij terugkomt op de wolken. Dat zal voor altijd ieder die zijn oordeel laat beïnvloeden door geld, door sympathie voor bepaalde mensen van de aarde verdwenen zijn. Hoe belangrijk en recht in de leer ze in ogen van mensen ook waren. Gods oordeel is eerlijk en onpartijdig. Christus komt en dan zal op de hele aarde gebeuren wat we in Openbaring 22 lezen: “Zalig zijn zij die Zijn geboden doen, zodat zij recht mogen hebben op de Boom des levens, en opdat zij door de poorten de stad mogen binnengaan. Maar buiten bevinden zich de honden, de tovenaars, de ontuchtplegers, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder die de leugen liefheeft en doet.” Vs 14,15
God zal door Christus opstaan over de hele wereld. Die roep om op te staan mag de vurige wens ook in ons gebed zijn: “Ja, Ik kom spoedig. Amen. Ja, kom, Heere Jezus!” Openbaring 22:20
DIE EREKONING! (II)
"Wie is tog die Erekoning? Die Here, sterk en geweldig, die Here geweldig in die stryd. Hef op julle hoofde, o poorte, ja, hef op, ewige deure, dat die Erekoning kan ingaan! Wie is dan tog die Erekoning? Die Here van die leërskare — Hy is die Erekoning!" Psalm 24:8-10
Dis die HERE wat met Sy hemelse leërmag, wat onder leiding van Migael staan, teen die duiwel en sy leër stry. (Dan 10,12) Dis die HERE wat met die hemelse leërmag die duiwel en sy leër oorwin wanneer hulle die hemel binnekom en Christus wat die hemel binnegekom het van Sy troon wil stoot. Kyk Openb 12.
Steeds weer bewys die HERE dat Hy die Held, die Almagtige is. Daarom kan Jesaja vir God se volk in hoofstuk 42 sê:
“Die HERE sal uittrek soos 'n held; Hy sal die ywer opwek soos 'n krygsman; Hy sal die strydkreet aanhef, ja, uitskree, teen sy vyande Hom as held openbaar." (vers 13)
Die HERE wat geweldig in die stryd is, is die HERE van die leërskare. Hy bewys Sy eer, Sy gewig ook deur Sy leër. By die leërskare van die HERE moet ons aan verskillende groepe ding. Dit is die engele, die hemelse leër. (Kyk
o.a: Psalm 103:21; Jos 5:14) Dit is Christus se kerk wat as God se volk Sy leër op aarde is. (Kyk o.a: Ef 6:10 e.v.) Ons moet hierby ook dink die son, maan en sterre. (sien o.a: Rigt 5:20; Jes 40:26) In Sy geweldige groot leër wys die HERE sy grootheid waaraan niks en niemand hom kan gelykstel nie.
Die HERE is die Erekoning. Ons mag en moet vandag sê: Christus is die Erekoning. Hy het as die Koning van alle konings op die Hemelvaartsdag die hemelse paleis binnegegaan. Die ark moes in Jerusalem gebring word om daar in die heiligdom die ereplek te kry. Christus het gekom. Die Seun van God het op aarde geloop, gewerk. Die mense kon Hom sien. Hy het bewys dat Hy die Erekoning is. Hy het dit o.a. bewys deurdat Hy die dood en die duiwel die beslissende neerlaag toegebring het. Hy het die hemelse heiligdom binne gegaan. Ons lees dit in Hebr 9 so: "Maar Christus, wat opgetree het as Hoëpriester van die toekomstige weldade, het deur die groter en volmaakter tabernakel wat nie met hande gemaak is nie, dit wil sê, wat nie aan hierdie skepping behoort nie, ook nie met die bloed van bokke en kalwers nie, maar met sy eie bloed, een maal ingegaan in die heiligdom en 'n ewige verlossing teweeggebring." (vers 11,12)
PSALM 82 (IV)
“Ík heb wel gezegd: U bent goden, u bent allen zonen van de Allerhoogste; toch zult u sterven als een mens, zoals iedere andere vorst zult u vallen.” Vs 6,7
De HEERE heeft bepaalde mensen hoge posities gegeven. In kerk en samenleving. Ze hebben zelfs de erenaam goden gekregen. De HEERE is de Allerhoogste. Hij is de enig levende God. De anderen zijn machten en mensen die veel invloed kunnen uitoefenen. Ze hebben van God een bepaald gezag gekregen. Daarmee tegenover de HEERE als de unieke God ook een grote verantwoordelijkheid.
Mensen met gezag in kerk en samenleving moeten eens verantwoording aan de HEERE hebben af te leggen. Dan vallen ze onder Zijn oordeel terwijl deze mensen veel anderen leiding hebben gegeven en beoordeeld. Daarvan zullen we ons heel goed bewust moeten zijn als de HEERE ons dit soort verantwoordelijkheid roept. Wat is het dan belangrijk om juist met het gezag dat je gekregen hebt dienstbaar te zijn tot opbouw van het Koninkrijk van Christus. Niet op eigen strepen staan, niet de belangen van jezelf of een bepaalde groep zoeken. Dienstbaar zijn aan Christus volgens Zijn Woord
De heilige Geest maakt hier ook duidelijk als we dat niet doen. Dan kun je nog zo’n belangrijke positie in kerk en samenleving gekregen hebben. Als je voor jezelf gaat of voor een bepaalde groep en daar je beleid en je beoordelingen op grond zul je sterven als een mens lezen we hier.
Hoeveel mensen je ook geerd hebben en hoe belangrijk jij in hun ogen ook was toch zul je sterven. Als een mens na de zondeval. Dan zul je sterven als iemand die tegen de wil van God in je roeping hebt uitgevoerd. Dan kom je na je sterven onder Gods oordeel en dan kom je in de eeuwige dood terecht. Hoe mensen misschien ook tegen je opgekeken hebben.
Wie in alle eenvoud in liefde voor Christus en de naaste geleefd heeft en ook als hij of zijn belangrijk in Gods ogen was de ander gediend heeft in liefde en vrede mag weten dat je eens samen met Christus als koning zal regeren. Ook als mensen je eigenlijk niet zagen zitten en vonden dat je teveel vanuit Gods liefde de echte vrede zocht. Wanneer mensen vonden dat je niet genoeg hebt opgebouwd omdat je niet verder wilde gaan in je werk en je beoordelingen dan wat de HEERE in Zijn Woord zegt, mag je weten dat je eens samen met Christus als koning zal heersen. Zie o.a. 2 Tim 2;12; Openbaring 5:10; 20:4-6; 22:5.
Tegenover eigen eer en invloed te zoeken staat wat Christus ons zegt in Markus 10:42-45: “Maar Jezus riep hen bij Zich en zei tegen hen: U weet dat zij die geacht worden leiders te zijn van de volken, heerschappij over hen voeren, en dat hun groten macht over hen uitoefenen. Maar zo zal het onder u niet zijn; maar wie onder u belangrijk wil worden, die moet uw dienaar zijn. En wie van u de eerste zal willen worden, die moet dienaar van allen zijn. Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven als losprijs voor velen.”
DIE EREKONING! (I)
"Wie is tog die Erekoning? Die Here, sterk en geweldig, die Here geweldig in die stryd. Hef op julle hoofde, o poorte, ja, hef op, ewige deure, dat die Erekoning kan ingaan! Wie is dan tog die Erekoning? Die Here van die leërskare — Hy is die Erekoning!" Psalm 24:8-10
Die poorte moet ruim gemaak word omdat 'n baie besondere persoon kom. Hy word die Erekoning genoem. Hy is die Koning wat die grootste heerlikheid uitstraal. Hy is die Koning wat soveel gewig, soveel eer het dat niemand daarmee vergelyk kan word nie. Hy is die Koning wat so heerlik en magtig is dat Hy alle eer en lof verdien. Dit word beklemtoon as twee keer die vraag gevra word: "Wie is tog die Erekoning?"Die heerlike antwoord is dat dit die HERE is. Hy is nie net die koning wat op 'n troon sit nie. Die koning wat net sekere simboliese handelinge verrig nie. Hy is nie soos baie konings in Europa ‘n koning wat beperkte mag het nie.Hy wys Sy mag in alles wat Hy doen. Die HERE het Sy gewig o.a. daarin bewys dat Hy vir Sy volk en teen hulle vyande gestry het. Die HERE is die groot Held in die stryd. Hy het die volk uit Egipte bevry. Hy het hulle oor droë grond deur die Skelfsee laat trek. Hy het die Faroa en sy soldate in dieselfde Skelfsee laat verdrink. So het Hy toe die Egiptenaars by Israel weggehou deur dit donker tussen Israel en Farao te laat wees. Die HERE het daarvoor gesorg dat die son nie op die gewone tyd ondergegaan het om Israel onder Josua se leiding by Gibeon ‘n baie groot oorwinning te gee. Kyk Jos 10. Dit was die HERE wat as 'n Held gestry het toe Dawid teenoor die reus Goliat gestaan het. Kyk 1 Sam 17. Dit was die HERE wat daarvoor gesorg het dat die een klein klippie wat van Dawid se slingervel gekom het Goliat dodelik geraak het. Dit is die HERE wat met Sy hemelse leërmag, met Sy engele, vir Sy volk stry. As die profeet Elisa in Dotan is, is dit die engele wat die stad beskerm en daarvoor sorg dat die Arameërs in Israel se hande val. Kyk 2 Kon 6.Hoe dit in die wëreld ook onrustig is die HERE is die Erekoning!
ENIGE HINDERNIS MOET VERDWYN
"Hef op julle hoofde, o poorte, ja, verhef julle, ewige deure, dat die Erekoning kan ingaan!" Psalm 24:7
Elke hindernis moet vir die ark, vir die HERE weggeneem word. So was dit toe die ark deur die poorte van Jerusalem moes gaan. So was dit toe die Seun van God Jesus Christus gekom het. Maleagi profeteer in verband daarmee: "Kyk, Ek stuur my boodskapper wat die weg voor My uit sal baan; dan sal skielik na sy tempel die Here na wie julle soek, naamlik die Engel van die verbond, na wie julle 'n begeerte het. Kyk, Hy kom, sê die HERE van die leêrskare." 3:1Hy profeteer dat Johannes die Doper sal kom om die mense op te roep dat hulle hul lewe moet regruk. Hulle moet bekeer sodat hulle die Verlosser, Jesus Christus, wat kom, kan ontvang. Sodat hulle in hulle lewe, in hulle manier van lewe op die manier ruim baan vir Christus maak en hulle Hom sonder angs kan ontvang. Die Here Jesus het gekom. Hy het Sy werk van redding en verlossing gedoen. Hy het na die hemel gegaan en Sy Gees uitgestort. Eendag sal Hy terugkom. Vir ons is dit nou belangrik dat ons die Here die eer gee wat Hom toekom. Dit is ons roeping in ons persoonlike lewe, in die lewe as gemeente en in ander lewensverbande. Dit is ons roeping om alle hindernisse weg te neem waardeur ons die HERE nie regtig kan ontmoet en ontvang nie. Dat ons in ons lewe so deur die eer vir die HERE gedryf word dat ons alles doen om die HERE se eer as die Koning te bevorder.
PSALM 82 (III)
“Zij weten niets en begrijpen niets, zij wandelen steeds in de duisternis rond; daarom wankelen alle fundamenten van de aarde.” Psalm 82:5
Mensen leven voor zichzelf. Ze leven voor een in hun ogen goed leven op de aarde. Zo kan het ook zijn met belangrijke en invloedrijke mensen in samenleving en kerk. Dit soort mensen is erg gevoelig voor geld en eer.
Wanneer deze mensen moeten oordelen en leidinggeven zijn ze gevoelig voor geld. Dan krijgen mensen geld of andere dingen toegeschoven om een oordeel te vellen of leiding te geven in de richting van de gever. Dan wordt een partijdig oordeel uitgesproken. We lezen daarover o.a. in Exodus 23: “U mag geen geschenk aannemen, want het geschenk maakt zienden blind en verdraait de woorden van de rechtvaardigen.”vs 8
Deze mensen kunnen ook heel gevoelig zijn voor eer. We zien dat bij de Joodse leiders in de tijd van de Here Jezus. De Here Jezus zegt tegen hen o.a. dit: “Ik ben gekomen in de Naam van Mijn Vader, maar u neemt Mij niet aan. Als een ander komt, in zijn eigen naam, die zult u aannemen. Hoe kunt u geloven, u die eer van elkaar aanneemt en de eer van de enige God niet zoekt?” Johannes 5 43,44
Je ziet hier ook dat we in de kerk hiervoor gevoelig kunnen zijn. Dat gebeurt vooral als we tot in de kerk in partijen denken. Dat we graag bij dat deel van de gemeente willen horen en heel gevoelig zijn voor de goedkeuring van dat deel van de gemeente. Wat werkt dan verwoestend want dan is het niet meer Christus en Zijn Woord wat ons spreken en handelen bepaalt. Wij moeten altijd weer leren om alleen op de HEERE en Zijn Woord gericht te zijn. Niet op eigen smaak of gewoonten. We horen dat o.a. wanneer de Here Jezus in Johannes 7 zegt: “Als iemand de wil heeft om Zijn wil te doen, zal hij van dit onderricht weten of het uit God is, of dat Ik vanuit Mijzelf spreek. Wie vanuit zichzelf spreekt, zoekt zijn eigen eer, maar Wie de eer zoekt van Hem Die Hem gezonden heeft, Die is waarachtig en geen ongerechtigheid is in Hem.”
Wanneer we niet meer onpartijdig oordelen en leidinggeven worden de fundamenten omgedraaid. Dan is in werkelijkheid niet meer God en Zijn Woord bepalend. Dan zie je het verkeerde al meer de overhand krijgen. Dan gaan we voor onszelf leven in plaats dienstbaar te zijn aan Christus en Zijn Koninkrijk.
POORTE HEF JULLE HOOFDE OP!
"Hef uw hoofden op, o poorten, en verhef u, eeuwige deuren, opdat de Koning der ere binnengaat." Psalm 24:7
Die HERE staan voor die poorte van Jerusalem. Hierdie poorte word ewige deure genoem. Die woord ewig het hier die betekenis van baie oud, eeue-oue deure. Dit is 'n duidelike aanwysing dat dit hier om Jerusalem gaan. Jerusalem was nog nie lank vantevore deur Dawid op die Jebusiete verower nie. Jerusalem was al 'n baie ou stad. 'n Stad met 'n lank geskiedenis. Dit kan ons in die Bybel self al lees. Wanneer Abraham Melgisedek ontmoet, lees ons o.a. dat Melgisedek
koning van Salem is. Kyk Genesis 14. Salem is 'n ander naam vir Jerusalem. (Kyk Psalm 76:3) Al in Abraham se tyd was Jerusalem 'n belangrike stad. Die poorte van Jerusalem is baie oud.
Wat beteken dit nou dat die poorte, die ewige deure hulle hoofde moet ophef? Die Nuwe Vertaling praat nie van ophef nie maar van verbly. Dit is regtig 'n verkeerde vertaling. Die woord wat hier gebruik is, kan nie verbly beteken nie. Dis nie so dat ons die ophef net aan 'n geestelike, figuurlike betekenis moet dink nie. Juis deur die opgrawings in Israel het dit duidelik geword dat ons eers aan iets moet dink wat regtig met die poorte moes gebeur. Want wat het met 'n stad gebeur wat al eeue bestaan het?
Wanneer 'n stad gebou word en die muur en die poort klaargebou is, is die poort hoog genoeg om belangrike gaste, om 'n koning wat op 'n esel ry sonder enige verhindering deur die poort te laat gaan. Wat gebeur met 'n stad wat
tussen mure lê? Wanneer dit reën spoel grond uit en bly langsaan die muur by die poorte lê. Dit gaan al hoe meer gebeur omdat wanneer 'n huis afgebreek word op die reste van die ou gebou weer gebou word. Dit beteken dat grondvlak
binne die muur al hoe hoër word. Die gevolg is dat ook die pad onder die poorte hoër word en so die ruimte tussen die boog van die poort en die pad kleiner word. Dit word dan al hoe moeiliker om sonder die noodsaak om te buk in die stad in te gaan. Sekerlik wanneer 'n koning of 'n ander belangrike gas die stad besoek lyk dit nie gasvry wanneer hy net met moeite die stad kan binnegaan nie. Daarom moet wanneer 'n belangrike besoeker verwag word die poort weer so hoog gemaak word dat seker is dat sonder enige moeite die stad kan binnegaan. Sekerlik wanneer die Koning, wanneer die HERE op Sy troon voor die poort staan moet dit so wees dat alles daarop wys dat die HERE as die Koning met blydskap verwelkom word. Hom moet alle eer bewys word, Hy moet aan alle kante vrye toegang hê.
PSALM 82 (II)
“Doe recht aan de geringe en de wees, bewijs de ellendige en de arme gerechtigheid. Bevrijd de geringe en de arme, ontruk hem aan de hand van de goddelozen.” vs 3,4
De machten en de mensen die HEERE in deze Psalm aanspreekt zijn zij het die niet volgens Gods recht willen oordelen. Zij bevoordelen goddelozen. Zij bevoordelen mensen die heel duidelijk los van God leven en handelen.
Waarin komt dat onrechtvaardige en goddeloze gedrag uit? Wat bevoordelen deze machten en belangrijke mensen tot in de kerk? Dan gaat het juist om de zwakke naaste om ons heen. Dan gaat het juist er om dat je er voor de arme en zwakke naaste in de kerk wilt zijn.
De onrechtvaardige en goddeloze trekt zich niets aan van het recht van de wees, weduwe en arme. De HEERE heeft juist de zwakke het recht gegeven om hulp te krijgen. Zie ook de meditatie een tijdje terug vanuit Deuteronomium 15. Zie o.a. ook Lev 19:10; Deut 10:17,18; 15:11; 24:17; 27:17-19; Psalm 146:9; Spreuken 22:22,23; 29:7; 31:8,9; Jesaja 58:6,7; Jakobus 1:27.
Wie grote woorden gebruikt, wie welvarend is en zelf en de gemeente weg wil houden bij de hulp aan zwakken en armen, ook als ze niet gelovig zijn, wordt hier door de |HEERE aangesproken. Mensen die gezag in de kerk gekregen hebben en daar niet tegen optreden bevoordelen de goddelozen die voor zichzelf en eigen groep leven.
Het is juist onze taak om waar we kunnen de armen en de zwakken uit de greep van mensen te krijgen die hen gebruiken tot eigen voordeel. Wie in liefde met Christus leeft wil graag geven aan deze zwakken en armen. Die komt graag voor ze op in en buiten de kerk. Wat kunnen diakenen daarbij ook een goede rol spelen. In het stimuleren en zelf de gemeente door collecten en hulp te betrekken. Je bent goddeloos als je niet bewogen bent met zwakken en armen. Ook als je heel gelovig kunt praten. Dan helpen heel rechtzinnige woorden niet. Daar wijst de Heilige Geest o.a. op door Jakobus: “Als iemand onder u denkt dat hij godsdienstig is, en hij zijn tong niet in toom houdt, maar zijn hart misleidt, dan is zijn godsdienst zinloos. De zuivere en onbevlekte godsdienst voor God en de Vader is dit: wezen en weduwen bezoeken in hun verdrukking en zichzelf onbesmet bewaren van de wereld.”
Wie zijn dus de goddelozen? Zij die hard oordelen en geen ontferming kennen voor armen en zwakken en weigeren voor hen op te komen.
PSALM 82 (I)
“Een psalm van Asaf. God staat in de vergadering van God, Hij oordeelt te midden van de goden:Hoelang zult u onrechtvaardig oordelen en de goddelozen bevoordelen?” Psalm 82: 1,2
Dit is geen eenvoudige Psalm. Over de uitleg van deze psalm is veel te doen. Vooral over het punt of het hier nu over geestelijke machten gaat zoals de gevallen engelen of over rechters en andere mensen met veel verantwoordelijkheid die over anderen regeren en rechtspreken.
In deze meditaties ga ik daarop nu niet uitgebreid in. Een ding is duidelijk dat er machten zijn die het leven van mensen heel intens raken. Machten die verantwoordelijk zijn en die ook via verantwoordelijke hooggeplaatsen mensen met regeren en rechtspraak te maken hebben. Ieder die in kerk en maatschappij verantwoordelijkheid dragen moeten zich er van bewust zijn dat de HEERE als de enig levende God, die de Schepper val alle dingen is, tot verantwoording roept.
Daarbij is het belangrijk om te beseffen dat deze Psalm als eerste in de kerk en voor het verbondsvolk gegeven is. Het zegt dus beslissend veel over de kerk en het omgaan met mensen in de kerk. Het zegt veel over de manier waarop ambtsdragers in de kerk hun werk hebben te doen. Ook over hoe we onze woorden gebruiken in de omgang met mijn broer of zus in het geloof en ook in de omgang met alle andere mensen.
De HEERE ziet alles. Hij weet hoe we oordelen. Hij kent ook al onze motieven in die in ons hart zijn als we het doen.
Wat ziet de HEERE gebeuren? Dat er leiders in de kerk zijn die vanuit hun hart onder invloed van de duivel goddelozen bevoordelen. Dat is nog al wat! Het gaat daarbij om mensen die zich duidelijk goddeloos gedragen. Die met hun woorden en daden los van God en tegen Zijn wil in handelen en spreken. Die zichzelf en niet Gods Woord als maatstaf gebruiken. Niet door een vergissing maar met overtuiging. Als in de kerk ambtsdragers en kerkenraden deze mensen bevoordelen zijn de fundamenten omgekeerd. Dit betekent ook dat als je deze psalm in de kerk gebruikt over bepaalde zaken je een ongelooflijke beschuldiging doet. Dan moeten de mensen die dat doen meteen als goddelozen ontmaskerd worden. We hebben hier met een heel indringende psalm te maken. Morgen meer.
DIE HERE KOM!
"'n Psalm van Dawid. Die aarde behoort aan die Here en die volheid daarvan, die wêreld en die wat daarin woon; want Hý het dit gegrond op die seë en dit vasgestel op die strome. ... Hef op julle hoofde, o poorte, ja, verhef julle, ewige deure, dat die Erekoning kan ingaan! " Psalm 24:1,2,7
By watter geleentheid het Dawid hierdie Psalm geskryf? Ons kan dit nie met sekerheid sê nie. Dis duidelik dat dit in ons Psalm daarom gaan dat die HERE of 'n stad of 'n gebou binnegaan. Poorte moet hulle hoofde ophef om daarvoor te sorg dat die HERE sonder hindernisse binne kan kom. Wanneer ons bedink wanneer hierdie Psalm geskryf is, bly eintlik net die moontlikheid oor naamlik dat die HERE 'n stad, Jerusalem binnetrek. Wanneer is dit duidelik dat die HERE kom en dat Hy deur poorte wil trek?Dis duidelik as priesters die ark dra en na Jerusalem op pad is. Die ark is naamlik die troon van die HERE op aarde. Wanneer die ark gedra word moet die volk besef dat dit nie net 'n ding is wat kom nie maar dat dit die HERE self is. Wat het tydens Dawid se lewe, tydens sy koningskap gebeur?Dawid het die ark na Jerusalem laat haal. Kyk 1 Sam 6. Israel het die ark iewers op ‘n plek buite Israel se volksbestaan gebêre. Die ark as God se troon staan nie in die middelpunt van hulle lewe nie. Dit wys hoe die volk van die diens aan HERE afgeval het. Nou is dit Dawid wat die ark na Jerusalem wil bringsodat die diens aan die HERE weer in die middelpunt van Israel se volkslewe kom en staan. Dan gebeur dit dat Ussa die ark aanraak wanneer die ark dreig om te val. Ussa sterf omdat hy God se troon aangeraak het wat hy nie mag aanraak nie. Die ark word dan vir 'n rukkie in die huis van Obed-Edom gebêre. Na drie maande laat Dawid die ark, die troon van God weer haal om hom in Jerusalem 'n ereplek te gee. (Kyk 2 Sam 5,6; 1 Kron 15) Toe het die HERE op 'n besondere manier na Jerusalem gekom en op Jerusalem se poorte geklop. Dit lyk asof alles daarop wys dat Dawid vir hierdie geleentheid Psalm 24 geskryf het. Natuurlik kon Israel hierdie Psalm weer gebruik as die ark vir 'n sekere geleentheid die stad uitgedra is en later weer teruggebring word. (Kyk o.a: 2 Sam 11:11; 15:24 e.v; 1 Kon 2:26) Ons weet dat later hierdie Psalm elke eerste dag van die week in die tempel gesing is. Die Koningskap van die HERE oor alle dinge, die eer wat Hy verdien was die inhoud van die Psalm waarmee die tempeldiens elke nuwe week begin het. Sy Koningskap moet elke week weer deur Sy volk uitgeroep word en moet elke week weer die lewe en die werk beheers.
BIDDAG 2023
“Bid, en u zal gegeven worden; zoek, en u zult vinden; klop, en er zal voor u opengedaan worden.” Mattheus 7:7
Vandaag biddag voor gewas en arbeid in ons land. Heel veel mensen zullen er niet van weten en er ook niets van merken. Wat is een biddag? Waarom is dat nodig? Je moet werken voor je geld. Je moet je talenten ontplooien en daar je best voor doen en dan komt het goed. Er is werk genoeg dus je kunt zeker in Nederland aan de slag. Je kunt wel zweverig praten maar je moet het wel zelf doen.
Dan hoor je politici zeggen dat we eens moeten ophouden om geld te geven aan anderen die het zoveel slechter hebben dan wij. Dat we moeten ophouden om geld te investeren in zaken die het klimaat raken. Dat geld kunnen we allemaal beter voor onszelf en onze mooie Nederland besteden. Dan groeit onze welvaart want wij hebben er hard voor gewerkt. Ikke, ikke en de rest kan stikken. Wij eerst en de rest van de wereld moet zich maar redden. Je kun best over meerdere maatregels discussiëren. Maar niet vanuit deze egoïstische, groepsegoïstische houding. Mensen die zo denken en voelen moeten ook niet bidden. Het bidden vloekt met deze houding en met de woorden die ze spreken.
Bidden vandaag betekent dat we onze eigen armoede, ons eigen onvermogen om voor werk en eten te zorgen bij de HEERE neerleggen. Hij moet het geven. Zonder zegen komt er niets! (zie bijvoorbeeld Psalm 127) Zonder zijn zegen zal ook het rijkste land en volk ter wereld zo arm worden als een kerkrat.
Bidden betekent dat we onze lege handen bij de HEERE ophouden. Dat we graag als we meer krijgen dan we nodig hebben, geven aan mensen die het heel moeilijk op deze wereld hebben. Dan stopt ons geven niet bij mensen die heel dichtbij zijn. Dan geven we ook aan landen en mensen die o.a. arm zijn omdat wij heel goedkoop dingen willen hebben. Waardoor wij voor een deel van de oorzaak van armoede bij anderen op deze wereld zijn.
Ook op dit punt gelden de bekende woorden: Bid en werk. Laten we met een houding waarin we klein zijn voor de HEERE samen gaan bidden. Laten we bidden met een hart dat vanuit Gods liefde openstaat voor de naaste. Dichtbij en ver weg. Laten de diakenen ons in de kerk juist met het Woord ook deze weg wijzen. Christus heeft willen lijden voor mensen over de hele wereld en voor mensen die rijk zijn en arm. Hij deelt vergeving en eeuwig leven uit aan elk die tot Hem komt en kijkt niet naar onze positie in de wereld en de samenleving.
DIE HERE IS KONING!
“'n Psalm van Dawid. Die aarde behoort aan die Here en die volheid daarvan, die wêreld en die wat daarin woon; want Hý het dit gegrond op die seë en dit vasgestel op die strome.” Psalm 24:1,2
Die HERE is Koning. Ek sê dit nou en dalk klink dit in julle ore so gewoon. Ons het dit al so dikwels gehoor. Eintlik lyk dit ou nuus. Besef ons nog regtig wat dit beteken dat die HERE, dat Christus Koning is? Dit is regtig iets wat ons in beweging moet bring, wat vir ons, wat vir die wêreld van die allergrootste belang is.
Die HERE is Koning. Hy is nie 'n koning nie. Alles wat jy sien, selfs alles wat ons nie sien nie maar tog op die aarde is, is van Hom. Staan onder Sy gesag. Juis omdat Hy die Skepper van die hemel en die aarde is, is dit so. Omdat die HERE alles met Sy vingers gemaak het. Daarom kan Dawid ons Psalm begin met die woorde: "Die aarde behoort aan die HERE en die volheid daarvan, die wêreld en die wat daarin woon."
Omdat alles aan die HERE behoort kan net hulle regtig by die HERE tuis wees wat Hom as Koning erken. Wat Hom gehoorsaam. Hulle wat steeds weer na die Koning se wil vra en daarvolgens wil lewe kan sonder angs en bewe by Hom kom. Hulle sal deur Hom geseën word. Hulle kan op die berg van die HERE klim. Hulle kan met blydskap na Jerusalem opklim en daar die HERE se tempel binnegaan. Hoe goed is dit dan wanneer hulle deur die priester daar die HERE se seën ontvang.
Die HERE is Koning. Jesus Christus is Koning. Dit beteken dat alle eer, alle aanbidding, alle gehoorsaamheid aan Hom toekom. Dit beteken dat God se kinders soldate is wat op veroweringstog moet gaan om al hoe meer mense te beweeg om die HERE die eer te gee wat Hom toekom. Dit het alles te doen met die eer wat ons die Koning van hemel en aarde verskuldig is.
ONZE WOORDEN EN DE OMGANG MET ELKAAR (IX)
“Wie is wijs en verstandig onder u? Laat hij uit zijn goede levenswandel zijn werken laten zien, in zachtmoedige wijsheid. Wanneer u echter bittere afgunst en eigenbelang in uw hart hebt, beroem u dan niet en lieg niet tegen de waarheid.” Jakobus 3;13,14
2. We kijken iets verder bij Efeze 4:31,32: “Laat alle bitterheid, woede, toorn, geschreeuw en laster van u weggenomen worden, met alle slechtheid, maar wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, en vergeef elkaar, zoals ook God in Christus u vergeven heeft.”
Goed zijn voor elkaar betekent dat je een hart hebt, dat naar de ander uitgaat. Je zoekt het goede juist voor de ander. Je spreekt daarom niet onnodig negatief over anderen om geen negatieve gevoelens te kweken. Je bidt de HERE er juist om, om vanuit het evangelie positief tegenover de ander te staan. Je wilt juist met de ander meeleven ook als die ander niet altijd zo vriendelijk tegen jou doet. Je laat merken dat je met de ander meeleeft in blijde en verdrietige dagen. Een woord, een kaart, een briefje, een mail. Je laat de ander ook merken dat je graag wilt vergeven als dat nodig is. Dat je niet op je strepen staat, dat je niet vol wantrouwen naar de ander kijkt. Maar dat je zo vol liefde naar de ander kijkt zoals de HERE naar jou kijkt en jou graag vergeeft en jou graag als Zijn kind weer aan Zijn hart drukt. Dit laat zien hoe het niet past bij een leven samen in Christus’ kerk om op afstand van elkaar te blijven, omdat er nog iets uit het verleden speelt. Of omdat we zonder concreet te zijn toch iets tegen die ander in de gemeente hebben. Dan is het zo nodig om elkaar op te zoeken en onze mond tot onderlinge vrede en liefde te gebruiken. Niet om je zin te krijgen maar om vanuit die echte liefde, vrede en vergeving te leven. Dan komt er echt bloei in ons leven. Ook samen als gemeente.
3. Je leest deze dingen nog concreter in Kol 3:13: “Verdraag elkaar en vergeef de een de ander, als iemand tegen iemand anders een klacht heeft; zoals ook Christus u vergeven heeft, zo moet ook u doen.” Het gaat hier weer om ‘elkaar’. Weer over de gemeenschap van de heiligen als gemeente van Christus. Juist daar komt het erop aan dat we elkaar verdragen. Het kan zijn, dat jou of mij ineens een verwijt wordt gemaakt. Wat is het dan belangrijk om te verdragen, ook als je ervan overtuigd bent dat het verwijt dat jou met de mond gemaakt wordt, onredelijk of zelfs oneerlijk is. Dan is het belangrijk om te vragen: HERE geef me Uw liefde en geduld om te verdragen. Om niet direct in emotie te reageren. Om niet meteen zo fel te reageren dat je daarmee ook de ander niet bereikt en er alleen gauw ruzie komt. Verdraag de ander dan. Doe dat ook als je op dat moment onrecht wordt aangedaan. Verdraag en denk er eerst rustig over na. Ook als je per brief of mail een verwijt krijgt. Schrijf niet direct uit emotie terug en druk dan niet meteen op de knop ‘Verzenden”! Trek je terug in je binnenkamer, vraag als het nodig is aan iemand die je als wijs kent, advies. Buig je knieën en vraag de Geest om je inzicht te geven. Ook liefde voor de ander van wie dat verwijt komt. Zoek de ander op, kom met liefde om te praten over het verwijt. Met het doel om samen in vrede met de HERE te leven en daarom samen in vrede met elkaar. Om juist samen gehoorzaam de weg te willen gaan die Christus ons concreet in ons leven wijst.
ONZE WOORDEN EN DE OMGANG MET ELKAAR (VIII)
“Wie is wijs en verstandig onder u? Laat hij uit zijn goede levenswandel zijn werken laten zien, in zachtmoedige wijsheid. Wanneer u echter bittere afgunst en eigenbelang in uw hart hebt, beroem u dan niet en lieg niet tegen de waarheid.” Jakobus 3;13,14
In dit gedeelte hiervoor stelt de Heilige Geest heel sterk en indringend aan de orde dat je je tong niet dubbelhartig mag gebruiken. Het is niet Gods bedoeling dat we met de door hem geschapen tong en mond het leven van andere afbreken. In de verzen hierboven wordt op het positieve gewezen wat hiervoor in de plaats moet komen. Het moet juist gaan om de goede opbouw van het leven. Ook om het leven van anderen. De liefde van God en daardoor de liefde voor onze naaste moet ook de koers van onze tong elke dag beheersen.
Het positieve dat de HERE in het negende gebod gelegd heeft, komt in de Heidelbergse Catechismus Zondag 43 zo naar voren: “verder dat ik in rechtszaken en in alle andere handelingen de waarheid liefheb, oprecht spreek en belijd en ook de eer en goede naam van mijn naaste zoveel ik kan verdedig en bevorder.”
Je ziet hier dat positieve doel van Gods gebod. Je ziet hoe de HERE juist wil dat we in liefde met elkaar leven. Dat we vertrouwen en liefde naar elkaar uitstralen en zo elkaar opbouwen in een leven met de HERE. Als je daarover nadenkt is het heel opvallend hoe vaak het woordje elkaar in het Nieuwe Testament voorkomt. Een paar voorbeelden wil ik hier noemen die juist ook ons heel praktisch kunnen helpen in het gebruik van onze tong. In het spreken met elkaar juist in de gemeente van Christus.
- Efeze 4:25: “Leg daarom de leugen af en spreek de waarheid, ieder tegen zijn naaste; wij zijn immers leden van elkaar.” Je ziet hier hoe we juist als gelovigen in de kerk bij elkaar horen. Eén lichaam vormen. Dan wil je juist goed voor elkaar zorgen. Elkaar geen schade aandoen. Als je dan bij iemand een ziekte, een wond ziet, ga je naar die ander om te helpen van het genezen en bestrijden van die ziekte. Dan zeg je het tegen elkaar en niet tegen de hele goegemeente. Dan is het natuurlijk ook belangrijk om met liefde naar de ander te luisteren. Om, ook als het je raakt wat de ander zegt, blij te zijn dat de ander in jouw leven een ziekte aangewezen heeft die bestreden moet worden.
Volgende keer verder met nog enkele andere gedeelten uit Gods zuivere Woord.
HOELANK NOG HEERE?
“HEERE, God van de legermachten, hoelang zal Uw toorn branden tegen het gebed van Uw volk? U geeft hun tranenbrood te eten en laat hun tranen drinken uit een maatbeker. U hebt ons voor onze buren tot een bron van ruzie gemaakt, onze vijanden spotten onder elkaar. O God van de legermachten, breng ons terug; doe Uw aangezicht lichten, dan zullen wij verlost worden.” Psalm 80: 5-8
Het is moeilijk voor Gods volk. Het kan moeilijk zijn in de kerk. Er is zoveel ellende. Een deel van Gods volk is in ballingschap. Toch bidt de dichter ook voor hen. Het lijkt erop dat deze Psalm geschreven is toen nog alleen het koninkrijk Juda bestond. Toch wordt de hand uitgestoken naar broers en zussen van de andere stammen. Hoe ze in het verleden ook een verkeerde weg zijn gegaan. Hoe er ook sprake was van afval en dwalingen. De dichter bidt door de Geest gedreven om eenheid. De verdeeldheid van Gods volk zorgt er voor dat de mensen buiten de kerk de spot met de kerk drijven. Moet je eens kijken hoe ze over vrede en liefde spreken maar als je ziet hoe verdeeld ze zijn en hoeveel ruzie ze met elkaar maken! Zo wordt de kerk een makkelijke prooi voor de wereld. Ook voor de jonge mensen die in de kerk zoveel ruzie, ellende en onderling gekrakeel zien. Wat betekent God, wat betekent Christus dan in werkelijkheid?
Je ziet dat het Asaf als kind van God aan het hart gaat. Hij ziet in al dat gedoe, in al die afval, in al die gevolgen hiervan de toorn van God. De toorn van God over geslachten die niet met hun hart de HEERE gediend hebben. Dat zorgt er niet voor dat Asaf en de mensen die in geloof leven zich van de HEERE afkeren. Zij gaan juist in gebed tot de HEERE. HEERE hoe lang nog deze verschrikkelijk situatie. HEERE we hebben Uw genadig ingrijpen niet verdiend maar grijp toch in!
U weet hoeveel tranen er zijn gevloeid. HEERE laat het toch zo zijn zoals we lezen in Psalm 56: “Ú hebt mijn omzwervingen geteld; doe mijn tranen in Uw kruik. Staan zij niet in Uw register? Dan zullen mijn vijanden terugdeinzen, op de dag dat ik roep. Dit weet ik: dat God met mij is.”vs 9,10
HEERE breng terug, verenig. Maak ons mensen die hun vrede bij U zoeken en U volgen en aanhouden met bidden en werken. HEERE geef vanuit Uw vrede onderlinge vrede en maak Uw kerk tot een geloofwaardige getuige in de wereld. Doordat we vanuit Uw vrede in Christus onder elkaar in vrede leven. Onszelf verloochenen en zo samen met veel anderen naar Christus en Uw onfeilbaar Woord terugkeren.
HEERE breng ons terug naar U en naar elkaar! In Uw vrede! Laat uw licht ons ontdekken aan eigen schuld en gebrek en maak ons in Uw licht tot mensen die elkaar liefdevol zoeken en vinden. Verwonderd over het wonder dat mensen Christus met hart en ziel willen volgen. Laat dat wonder voor mijzelf nog het grootst zijn.
VOL VERWAGTING
“Ek stel my vertroue in die Here, ek vertrou op Hom, ek wag op die vervulling van sy woord. Ek wag op die Here eer as wat die wagte op die môre wag, wagte op die môre. Wag op die Here, Israel, want by die Here is daar troue liefde, by Hom is die verlossing seker. 8Hy alleen sal Israel verlos van al sy sondes.” Psalm 130:6-8
Die digter van Psalm 130 het geleer dat hy homself op geen enkele manier kan verlos nie. Hy sal dit buite homself moet soek. By die HERE!
Die digter van ons Psalm wys daarop, dat sy lewe steeds weer vol verwagting is. Hy rig sy blik steeds weer op die HERE vir die vergifnis van sy sondes, vir die redding uit die dieptes. Hy vergelyk dit met die wagte wat in die nag die stad moet bewaak en beskerm. Hierdie wagte het in die donker die wag gehou. Hulle het daarna uitgesien dat dit weer dag geword het, want dit was vir hulleself ook gevaarlik om in die nag buite te wees. Hulle was die eerste teiken van skelms en oorvallers. As die son begin opkom, het dit ook vir hulle weer veiligheid beteken.
Sonder die HERE se hulp en vergifnis, is dit nag in 'n mens se lewe. Sien ook Psalm 32. Die HERE alleen kan hierdie nag wegneem. Die digter van ons Psalm hoop ook op die HERE se Woord. Dit maak duidelik dat hy God se beloftes ken. Die Woord, wat betroubaar is, bevat God se beloftes, dat Hy die sondes van elkeen wat op Hom hoop en by Hom die vergifnis van sy sondes soek, wil en sal vergewe. Dit is nodig om steeds weer die Bybel met aandag te lees, want dan word ons steeds weer aan die HERE se beloftes herinner en sterk dit die sekerheid van ons geloof.
Hoekom moet 'n mens dit nou van die HERE verwag? Is dit regtig so dat dit enige effek sal hê? Ja, want by Hom is die goedertierenheid. Dit wil sê, by Hom is die liefdevolle trou aan Sy verbond. Hy sal vol van liefde doen wat Hy belowe het. Dit is nie nodig om maar vir een sekonde daaraan te twyfel nie. Hy wil en kan vergewe. Hy kan dit doen, omdat by Hom baie verlossing is. Dit is nooit so dat Hy moet sê: “Nou kan Ek jou nie meer vergewe nie, want my hele voorraad vergifnis is klaar. Jesus Christus het Goddelik baie vergifnis verdien.
Vers 8 wys met klem op Jesus Christus. Dit kan ons sien as ons vers 8 met Matt 1: 21 vergelyk. Daar sê 'n engel vir Josef: "en sy sal 'n seun baar, en jy moet Hom Jesus noem, want dit is Hy wat sy volk van hulle sondes sal verlos."
Die “Hy” van vers 8 is die HERE. Dit is Jesus Christus. Dit is weer een van die baie bewyse dat Jesus Christus ook God is.
Vers 8 is in Jesus Christus heerlik vervul. As ons ons oë op Hom rig, het die HERE, om Christus ontwil, ons vir altyd uit die dieptes verlos.
IN GODS LICHT STAAN
“Herder van Israël, neem ter ore, U, Die Jozef als schapen leidt. U, Die troont tussen de cherubs, verschijn blinkend! Wek Uw macht op voor de ogen van Efraïm, Benjamin en Manasse en kom ons verlossen. O God, breng ons terug; doe Uw aangezicht lichten, dan zullen wij verlost worden.” Psalm 80:2-4
Psalm 79 eindigt met het beeld van de schapen. Schapen die de HEERE als hun Herder zullen loven. In het begin van Psalm 80 zijn het de schapen die ook om de zorg van God als de Herder vragen. Het volk en ook wij in ons leven, leven meerdere keren alsof we het zelf kunnen. Meerdere keren moet de HEERE het volk laten voelen dat ze het zelf niet kunnen.
Asaf maakt in vers 2 duidelijk waarom de HEERE de Goede Herder is. Een van de redenen daarvoor is dat Hij het is die de ark als troon op aarde heeft. Het zijn de cherubs die rond Zijn troon zijn. Dat zijn de machtige engelen. De HEERE is de Almachtige!
De HEERE is de Herder en de Koning! De Here Jezus de Zoon van God is de Goede Herder en is de Koning van de koningen die vanuit de hemel regeert. Zie Johannes 10; Openbaring 4,5.
Wat laat ons dat in onze tijd zien? Dat we ons door Christus moeten laten leiden. Samen met Gods volk, samen als gemeente. Dat we dat werk van Christus als de Goede Herder ook merken door over de hele wereld mensen te zien die voor Christus leven als hun Redder en Koning. Dat wijst ons er ook op, dat we juist Hem mogen vragen om ons te redden uit de greep van de zonde, de duivel, tirannen en machthebbers die het onrecht omarmen.
HEERE laat uw blinkend licht zo schijnen dat we op het spoor van Christus en Zijn Woord lopen. Dat Uw blinkend licht hen die onrecht doen en blijven doen wegvaagt. Dat wie in hun kleinheid bij U het leven zoeken gered worden van al de ellende, liefdeloosheid en van de dood. Verlossing, echte redding is er alleen waar Gods blinkend licht ons beschermt en de weg wijs. Waar we ons de weg laten wijzen. Echte verlossing is er alleen bij Christus als het Licht van de wereld. Gods licht schijnt eeuwig en onafgebroken op de nieuwe aarde. Dank U HEERE dat u om Christus onze gebeden verhoort.
NOGTANS VERGIFNIS
“As U, Here, die ongeregtighede in gedagtenis hou, Here, wie sal bestaan? Maar by U is vergewing, dat U gevrees mag word.” Psalm 130:3,4
Die digter van Psalm 130 bely in vers 4 die wonder van die vergifnis. Vir sover 'n mens kan sien, bestaan daar geen enkele rede om hom genadig te wees nie. Die mens kan niks by die HERE bring en dan sê: “HERE, dit is 'n rede hoekom U ons nou kan vergewe” nie.
By onsself is geen enkele rede daarvoor te vinde nie. Nogtans kan die Psalmdigter met groot eerbied en sekerheid sê: "Maar by U is vergewing, dat U gevrees mag word."
As die HERE vergewe, vergewe Hy regtig. Dan het die sonde regtig uit Sy gedagtes verdwyn en Hy kom dan nooit meer daarop terug nie. Sien Miga 7: 19.
As 'n mens redding van die ewige oordeel soek en uit die dieptes gered wil word, moet hy dit nie by homself soek nie. Die enigste manier om uit die dieptes gehaal te word, is deur vergifnis.Die HERE alleen kan dit gee.
Wat is nou die doel van God se vergifnis in ons lewe? Wat moet dit in ons lewe op aarde bewerk? Dit word in die tweede deel van vers 4 genoem. Die doel is, dat ons vanuit die vergifnis van ons sondes leer, om eerbiedig vir Hom te lewe. Dat die HERE se liefde in Christus vir ons so groot is en so in ons hart deurdring, dat ons deur blydskap en dankbaarheid nie anders wil, as om in vrees vir die HERE, in diepe eerbied vir en afhanklikheid van Hom te lewe. Dit is nie angs en vrees wat ons by Christus bring nie. Dit is nie angs en vrees wat ons vir die HERE laat lewe nie. Let op die volgende sin in artikel 24 van die NGB: "Daarom is daar geen sprake van dat hierdie regverdigende geloof die mens vir 'n vroom en heilige lewe onverskillig sou maak nie; inteendeel, hy daarsonder nooit iets uit liefde tot God doen nie maar slegs uit liefde tot homself en uit vrees vir die verdoemenis.”
ONZE WOORDEN EN DE OMGANG MET ELKAAR (VII)
“Maar nu, legt ook u dit alles af, namelijk toorn, woede, slechtheid, laster, en schandelijke taal uit uw mond. Lieg niet tegen elkaar, aangezien u de oude mens met zijn daden uitgetrokken hebt, en de nieuwe mens aangetrokken hebt, die vernieuwd wordt tot kennis, overeenkomstig het beeld van Hem Die hem geschapen heeft.” Kolossenzen 3:8,9
Ook in de gemeente van de Here Jezus gebeurt het, dat we het ene moment de naam van God in onze mond nemen, over Hem goed spreken en vlak daarna op een ander moment beginnen te roddelen en slecht over een ander in de gemeente of in onze kennissenkring te praten. Misschien hebben we net gelezen of gebeden of komen net uit de kerk en krijgen we ruzie en schelden we de ander ineens voor alles uit wat maar lelijk is. Het kan zo gauw gebeuren dat we met een dubbele tong spreken. Als dat gebeurt en een ander zegt er iets van, dan zijn we nogal eens geneigd om daarover luchtig te doen. Dan zeggen we: Doe niet zo moeilijk. Ik ben ook maar een mens. Vooral als we op roddelen, op negatief praten over een ander aangesproken worden. Dan is onze reactie zo makkelijk: doe niet zo wereldvreemd, dat doet bijna iedereen.
En toch hoort dat roddelen, dat negatief praten over de ander, het kritisch zijn op de ander zonder er met de ander in liefde over te hebben gesproken niet bij het mens-zijn zoals de HERE dat bedoeld heeft. Zoals het ook echt goed voor ons is. Kijk maar eens in het Jakobus 3: 9b,10: “… en door haar vervloeken wij de mensen, die naar de gelijkenis van God gemaakt zijn. Uit dezelfde mond komen zegen en vervloeking voort. Dit behoort niet zo te zijn, mijn broeders.” Dan volgen er in vers 11 en 12 voorbeelden die laten zien dat het niet goed is dat uit een bron, en dus uit een leven, twee tegenstrijdige geluiden komen.
Je ziet dat de HERE het zo niet wil. Hij heeft het zo niet bedoeld. Want ieder mens is als beeld van Hem bedoeld. Dat beeld van Hem mogen wij niet met grove, beledigende, onnodig kritische woorden de grond in boren. We mogen een ander mens niet met onze woorden onnodig van ons afstoten. Een ander mens mag in onze ogen nooit te minderwaardig zijn om in liefde te behandelen, ook met onze woorden. Dat de HERE dat ook heel echt meent, zie je in de al eerder aangehaalde woorden van de Here Jezus: “Wat de mond ingaat, verontreinigt de mens niet; maar wat de mond uitkomt, dat verontreinigt de mens.” Mattheüs 15:11.
Hier zie je hoe belangrijk het is dat we elkaar helpen, elkaar aanspreken om niet te roddelen, om een ander niet met grove woorden van ons af te stoten of te bekritiseren.
TE SCHULDIG OM GEHELP TE WORD?
“Als U, HEERE, op de ongerechtigheden let, Heere, wie zal staande blijven? Maar bij U is vergeving, opdat U gevreesd wordt.” Psalm 130:3,4
As die digter van ons Psalm na sy eie lewe kyk, bly geen hoop in sy hart oor nie. Dan begin alles in hom daaraan twyfel, of die HERE vir hom sal help. As 'n mens net op sy eie hart, sy verlede, of wat hy gedoen het begin let, krimp hy vir die HERE in mekaar. Een sonde in ons hele lewe, is genoeg om vir altyd deur God veroordeel te word.
As die HERE ons sondes op waarde sou skat, sou geen enkele persoon ook maar een oomblik sonder God se ewige oordeel kan bestaan nie. Sien ook Psalm 143: 2; Mal 4: 2; NGB art 14; HK vr/ant 4, 5, 8, 10, 11 en DL I, 1.Die woord “ongeregtigheid” wat in vers 3 gebruik word, dui veral op die verdorwenheid van die mens se hart. Die mens wil sondig. Sy hart is op die sonde gerig. As die HERE die verdorwenheid van ons hart, wat steeds weer in dade uitkom, teenoor ons persoonlik in berekening bring, wag net God se oordeel vir ons.
Dit maak duidelik dat ons ons nooit op ons goeie werke, op die dinge wat ons uit geloof gedoen het, vir ons verlossing kan beroep nie, want selfs een sonde is genoeg vir ons ewige veroordeling.
As vers 3 die laaste was wat die Psalmdigter kon sê, was alles aanwesig om moedeloos en radeloos te word. Die sonde is die oorsaak vir die dieptes waarin 'n mens homself bevind. Wie hierdie dieptes in sy lewe nie erken nie, wie geen werklike skuldbesef het nie, wie homself nog nie so sleg vind nie, deel nie in wat ons in vers 4 lees nie.
Hierby is baie belangrik wat ons in 1 Joh 1: 8,9 lees: "As ons sê dat ons geen sonde het nie, mislei ons onsself en die waarheid is in ons nie. As ons ons sondes bely, Hy is getrou en regverdig om ons sondes te vergewe en ons van alle ongeregtigheid te reinig."
ONZE WOORDEN EN DE OMGANG MET ELKAAR (VI)
“Maar nu, legt ook u dit alles af, namelijk toorn, woede, slechtheid, laster, en schandelijke taal uit uw mond. Lieg niet tegen elkaar, aangezien u de oude mens met zijn daden uitgetrokken hebt, en de nieuwe mens aangetrokken hebt, die vernieuwd wordt tot kennis, overeenkomstig het beeld van Hem Die hem geschapen heeft.” Kolossenzen 3:8,9
We hebben gezien dat we ook onze mond in liefde voor de HEERE en onze naaste hebben te gebruiken. Dat betekent naar de mensen om ons heen met liefde en in teerheid. Geen harde en vuile taal. Bekend staan om onze vriendelijkheid en liefdevol spreken in onze woorden onder elkaar en naar buiten toe. Dat roept nog al eens kritische reacties op als je dit zegt. Dan hoor je maar altijd die liefde. Dan merk je hoe juist Gods liefde scherp is en ons ontdekt aan onze zonden. Dat willen velen niet. Juist je onttrekken aan Gods liefde zorgt voor hardheid in woorden.
Er is ook nog iets anders. Dat is wat we hier in Kolossenzen 3 lezen. Juist in de gemeente van Christus moet het zo zijn vanuit Gods liefde dat we niet liegen. Dat we elkaar niet om de tuin leiden. Dat we juist eerlijk zijn. Dat daarin de ambtsdragers ook goede leiding geven in woorden en in eigen leven. Juist in de gemeente van Christus kunnen we open en eerlijk naar elkaar zijn. Als dat betekent dat we iets hebben op te biechten dan vragen we elkaar vergeving. Om daarna open en eerlijk met elkaar voor Gods ogen verder te kunnen. Liegen betekent dat je iets te verbergen hebt tegenover de ander. Dat er geen open gesprek kan zijn bij een open Bijbel. We hebben vaak allerlei redenen waarom we dat niet zouden kunnen of het niet verstandig zou zijn. Dat moeten we als smoesjes voor Gods ogen wegdoen om juist vanuit een leven met de HEERE te groeien in een leven waarin we open naar elkaar zijn. Om zo samen Gods weg te gaan en elkaar in liefde te corrigeren. We moeten ook bedenken dat liegen voor de HEERE echt heel erg is. Dat belijden we ook in de Catechismus. Lees maar mee: “Wat eist God in het negende gebod? Dat ik tegen niemand een vals getuigenis afleg, niemands woorden verdraai en geen kwaadspreker of lasteraar ben.
Dat ik ook niemand lichtvaardig en onverhoord veroordeel of help veroordelen.
Maar dat ik alle liegen en bedriegen als echt duivelswerk vermijd, als ik tenminste de zware toorn van God niet op mij laden wil.”
Eerlijk en oprecht met elkaar omgaan en zo een licht in de wereld zijn persoonlijk en als gemeente. Daartoe roept Christus ons.
HOE GROOT IS DIE NOOD!
“'n Bedevaartslied. Uit die dieptes roep ek U aan, o Here! Here, hoor na my stem; laat u ore luister na die stem van my smekinge.” Psalm 130:1,2
Psalm 130 staan as een van die 7 boetpsalms bekend. Die ander wat, vanaf die begin van die christelike Kerk, boetpsalms genoem word, is: 6, 32, 38, 51, 102 en 143.
Hierdie Psalms beklemtoon op 'n besondere manier die boete, die skuld, wat 'n mens teenoor die HERE het. Dit is opvallend, dat een van die Psalms wat as voorbereiding op die besondere ontmoeting met die HERE in die tempel moet dien, 'n boetpsalm is. Dit wys ons daarop, dat ons ons op die ontmoeting met die HERE moet voorberei, ook deur ons eie skuld teenoor die HERE te ken en te bely. Sonder jou eie posisie as sondaar teenoor die HERE te ken, kan 'n mens nie op 'n goeie manier die HERE ontmoet nie en kan 'n mens nie op 'n goeie manier kerk toe kom nie.
Die digter se nood is groot. So groot, dat hy dit met die dieptes vergelyk. Wat word met hierdie dieptes bedoel? Dit is die dieptes van die see. Dieselfde woord word ook in Psalm 69: 3,15; Jes 51: 10 en Es 27: 34 gebruik.
Die digter se probleme is so groot, dat hy dit met die dieptes van die see vergelyk. Hy is in daardie dieptes. Uit daardie dieptes kan 'n mens nie kom nie. Aan alle kante word 'n mens deur die branders bedreig. Nêrens vind hy iewers vaste grond onder sy voete nie. 'n Mens kan in hierdie omstandighede net om hulp roep.
Die digter van hierdie Psalm roep nie 'n mens te hulp nie. Hy weet dat dit sinneloos sou wees. Menslike hulp is in hierdie omstandighede te min. 'n Mens is te swak om nou die regte hulp te bied. Daarvan lees ons o.a. ook in Psalm 146: 3-6: "Vertrou nie op prinse, op die mensekind, by wie geen heil is nie. Sy gees gaan uit, hy keer terug na die aarde toe; op daardie dag is dit met sy planne gedaan. Welgeluksalig is hy wat die God van Jakob het as sy hulp, wie se hoop is op die HERE sy God, wat hemel en aarde gemaak het, die see en alles wat daarin is; wat trou bly tot in ewigheid."
Die adres wat God se kind in nood soek, is die HERE. Ons wat Christus ken, mag deur Hom die weg tot die HERE as ons Vader gaan. Dit is Jesus Christus wat vir ons sê: "Kom na My toe, almal wat vermoeid en belas is, en Ek sal julle rus gee. Neem My juk op julle en leer van My, want Ek is sagmoedig en nederig van hart, en julle sal rus vind vir julle siele; want my juk is sag en my las is lig." (Mat 11: 28-30).
ONZE WOORDEN EN DE OMGANG MET ELKAAR (V)
“Laat er geen vuile taal uit uw mond komen, maar wel iets goeds, wat nuttig is tot opbouw, opdat het genade geeft aan hen die het horen. En bedroef de Heilige Geest van God niet, door Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing. Laat alle bitterheid, woede, toorn, geschreeuw en laster van u weggenomen worden, met alle slechtheid, maar wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, en vergeef elkaar, zoals ook God in Christus u vergeven heeft.” (Efeziërs 4:29-32)
Schelden doet geen zeer. Het zijn maar woorden. Dit zijn uitspraken die we nogal eens hoorden. We weten in onze tijd hoe verschrikkelijk onwaar deze zijn. Wat kunnen woorden voor de naaste, hoe onwaar ook, een verwoestende uitwerking hebben. Ook psychisch gezien. De wil van God om ook in onze woorden teer en liefdevol te zijn, laten de echte wijsheid zien.
Dat het hierbij om de wil van God gaat, laat de Here Jezus ook zien als Hij over het laatste oordeel spreekt. De woorden van de Here Jezus die ik nu noem hebben ook een plaats gekregen in onze belijdenis. In artikel 37 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Het gaat me nu om wat we lezen in Mattheus 12:36,37: “Maar Ik zeg u dat de mensen van elk nutteloos woord dat zij zullen spreken, rekenschap moeten geven op de dag van het oordeel. Want op grond van uw woorden zult u rechtvaardig verklaard worden, en op grond van uw woorden zult u veroordeeld worden.”
Wat we gezegd hebben en hoe we het gezegd hebben in ons leven doet er toe. De HEERE zegt in het oordeel niet: Ach het waren maar woorden, dat is allemaal niet zo erg. Nee, tot op onze woorden en ook tot in onze gedachten en gevoelens komen we in het oordeel. Dan gaat het er ook om hoe we dingen gezegd hebben. De Here Jezus maakt duidelijk dat we nooit onze schouders mogen ophalen over woorden en hoe dingen gezegd zijn. Dat we ook nooit kunnen zeggen: het is toch waar en dan maakt het niet uit hoe ik het zeg.
We hebben elkaar vanuit Gods Woord te corrigeren en leiding te geven om ook met onze woorden vol liefde voor God en onze naaste te leven. Ook dat is deel van de leer die ons leven heeft te bepalen. Ook dit zal vanaf de preekstoelen, in de catechisatielokalen, op de huisbezoeken en in het leiding geven door de ambtsdragers een belangrijke rol moeten spelen. Christus zegt ons dat onze woorden in het oordeel komen en daarom hebben ook ambtsdragers daarin geestelijk leiding te geven en geestelijk te beoordelen. We mogen niet spelen met onze woorden om onszelf maar te kunnen zijn. We hebben onszelf te buigen onder het onderwijs dat de Geest ons in het Woord geeft. Ook op dit punt.
SORG VIR DIE ARMES (VI slot)
“Jy moet aan hom gewillig gee, en jou hart moet nie bedroef wees as jy aan hom gee nie; want ter wille hiervan sal die Here jou God jou seën in al jou werk en in alles waar jy jou hand aan slaan. Want die arme sal in die land nie ontbreek nie; daarom gee ek jou bevel en sê: Jy moet jou hand wyd oopmaak vir jou broer, vir die ellendige en die arme in jou land.” Deuteronomium 15: 10,11
Wie vanuit Christus se liefde graag en gul gee word vanuit menslike oogpunt armer. Dit lyk so maar dit is 'n leuen. Alles wat ons nie vanuit Christus se werk en liefde beskou nie is 'n leuen. Wanneer jy uit liefde jou hand wyd oopmaak vir die ellendige en arme onder God se volk word jy al hoe ryker. Dan word ons saam as gemeente al hoe ryker. Want dan kom die HERE se seën oor ons lewe. Dit word in die boek Spreuke op 'n pragtige manier onder woorde gebring:
"Wie hom ontferm oor die arme, leen die HERE; en Hy sal hom sy weldaad vergelde.(19:17) Wie aan die arme gee, sal nie gebrek lei nie; maar hy wat sy oë toemaak, word swaar vervloek." (28:27)
Dit nërens vir nodig om in jou hart bedroef te voel wanneer jy gee nie. Dis nie belangrik dat jy en ek in luukse kan lewe nie maar dat onder die HERE se seën lewe. Dan is ons ryker as die rykste man of vrou op aarde wat nie met die HERE lewe nie. Laat ons ons eie hart en lewe beproef of ons so lewe en voel. Laat God se Woord en Sy liefde ons juis in hierdie rigting dring. Dis onmoontlik om God lief te hê en nie jou broeder nie al kos dit vir jou baie geld. Die geld moet binne Christus se gemeente rol om saam in vreugde, in die blydskap van die vergewing van die sondes optimaal vir Christus en Sy ryk te kan werk.
ONZE WOORDEN EN DE OMGANG MET ELKAAR (IV)
“Laat er geen vuile taal uit uw mond komen, maar wel iets goeds, wat nuttig is tot opbouw, opdat het genade geeft aan hen die het horen. En bedroef de Heilige Geest van God niet, door Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing. Laat alle bitterheid, woede, toorn, geschreeuw en laster van u weggenomen worden, met alle slechtheid, maar wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, en vergeef elkaar, zoals ook God in Christus u vergeven heeft.” (Efeziërs 4:29-32)
Juist onze tong en mond gebruiken we zo gauw verkeerd. Als we dat doen heeft het ook vaak grote gevolgen. Ook dat heeft de Geest ons al laten zien in Jakobus 3:56,8: “Zo is ook de tong een klein lichaamsdeel, en roemt toch van grote dingen. Zie eens hoe een klein vuur een grote hoop hout aansteekt. Ook de tong is een vuur, een wereld van ongerechtigheid. Zo staat het met de tong onder onze lichaamsdelen. Ze bevlekt het hele lichaam, en zet onze levensloop vanaf het begin in vlam, en ze wordt zelf door de hel in vlam gezet. …. Maar de tong kan geen mens temmen. Ze is een niet te bedwingen kwaad, vol dodelijk vergif.”
Onze tong laat vaak zien wat er in ons hart leeft. Als uit onze monden negatieve dingen over onze naaste komen, die we niet met die ander zelf bespreken, luisteren we daar ook vaak graag naar. Het lijkt soms of we genieten van het negatieve dat over een ander verteld wordt. Ook dat lezen we al in de Bijbel. Bijvoorbeeld in Spreuken 26:22: “De woorden van een lasteraar zijn als lekkernijen, die dalen af in de schuilhoeken van zijn binnenste.”
Dan gaat het hier bij lasteren niet alleen om negatieve dingen over de ander die waar zijn. Soms hoor je mensen zeggen: ik roddel niet, want wat ik zeg is echt helemaal waar. Zelfs als dat zo is en je hebt niet met de ander zelf gesproken is het laster. Zelfs al is het helemaal waar, maar het is niet nodig om dit aan een ander te vertellen, is het toch laster. Als je negatieve dingen over een ander weet, of je hebt kritiek op een ander dan ga je dat niet verder brengen, maar houd je dat in een zo klein mogelijk kring. Om juist samen verder te komen. Om juist in de vrede van Christus samen verder te leven. Het is juist ook daarom dat de Here Jezus ons in Mattheus 18 laat zien, dat we het negatieve van de ander met de ander zelf moeten bespreken en in een zo’n klein mogelijk kring moeten houden als dat maar enigszins kan.
EENHEID EN VERSCHEIDENHEID
“Want mij is over u bekendgemaakt, mijn broeders, door de huisgenoten van Chloë, dat er ruzies onder u zijn. Ik bedoel dit, dat ieder van u zegt: Ik ben van Paulus, ík van Apollos, ík van Kefas, en ík van Christus. Is Christus verdeeld? Is Paulus soms voor u gekruisigd? Of bent u in de naam van Paulus gedoopt?” 1 Korinthe 1:11-13
Wat een spanning en verwarring in de wereld van nu. Wat een spanningen, verdriet en verwarring in zoveel kerken in ons land op dit moment. Wat staan er een kerken op haren en snaren. Wat maakt dit duidelijk dat we eenheid hebben te zoeken en te vinden! Een in Christus, een in een leven volgens Gods onfeilbare Woord.
Helpt het dan om te zeggen dat bij diepe verschillen het alleen maar gaat om verschil in uitleg terwijl we allemaal toch de Bijbel als Gods Woord zien. Dat zou helpen als we samen terugkeren naar dat Woord. Maatr zo is het niet. Je moet ook bedenken dat mensen als Arius en Pelagius van wie hun leer als ketters is veroordeeld ook meenden dat ze volgens de Bijbel leerden en leefden. Ze waren in de ogen van de mensen toen vrome mensen. Zij legden de Bijbel zo uit dat de kerk daarvan moest zeggen zo mag het niet.
We mogen nooit scheurmakers worden. Ik geef zo twee linken naar artikelen die ik geschreven heb die daarop verder ingaan. Het is wel zo dat je niet daar kunt blijven waar dingen geleerd worden die heel duidelijk ingaan tegen wat de HERE in Zijn eigen onfeilbare Woord tegen ons zegt. Dan denk ik o.a. aan vrouw in het ambt, homoseksualiteit. Dan denk ik aan onderwijs waarbij gezegd wordt dat de Geest het in Gods Woord verbiedt maar dat we het vandaag anders kunnen doen omdat de cultuur of wij als mensen de laatste twee eeuwen zo veranderd zijn. Dan is het Woord niet meer veilig, dan krijg je in die kerk o0nderwijs dat van Christus afleidt. Daar kan je niet meer zijn. Dan scheur je niet maar wil je bij Christus blijven als je moet vertrekken. Dat doet zo zeer. Je leven lang. Dat is een van de offers die je dan in je leven om Christus brengt.
Dan is er het gevaar van sektarisme. Je zoekt je eigen kerk volgens je eigen mening en smaak. Ook dat is zo verkeerd. Dan hebben we de eenheid te zoeken en bij eenheid in Christus is dan bijvoorbeeld diversiteit in liturgie (liturgie en liederen die volgens Gods Woord zijn) geen verhindering voor eenheid. Dan mogen we van eigen smaak nooit maar dan ook nooit een blokkade maken. Het enige is, is dit in overeenstemming met Gods Woord. Eigen smaak en gewoonte is dan zo onbelangrijk geworden als je samen Christus kent en volgens Zijn Woord als Verlosser, Koning en God volgt. HEERE leer zo eenheid te zoeken en maak ons klein zodat we die eenheid ook juist in deze tijd vinden! Zo’n een getuigenis in ons land mogen zijn.
https://www.evangeliebelijden.nl/kerk-in-verscheidenheid-kerk-en-verscheurdheid
https://www.evangeliebelijden.nl/samen-gereformeerd-een-diepe-roeping
ONZE WOORDEN EN DE OMGANG MET ELKAAR (III)
“Laat er geen vuile taal uit uw mond komen, maar wel iets goeds, wat nuttig is tot opbouw, opdat het genade geeft aan hen die het horen. En bedroef de Heilige Geest van God niet, door Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing. Laat alle bitterheid, woede, toorn, geschreeuw en laster van u weggenomen worden, met alle slechtheid, maar wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, en vergeef elkaar, zoals ook God in Christus u vergeven heeft.” (Efeziërs 4:29-32)
Jakobus schrijft in hoofdstuk 3 van zijn brief over de zonde van de tong. Dat doet hij niet om mensen te zeggen: ‘Je kunt er niets aan doen dat je er met je woorden zo’n puinhoop van maakt in deze wereld.’ Nee, hij schrijft dit om ons te laten zien dat we Christus nodig hebben om vergeving van onze verkeerde woorden. Dat we de Geest nodig hebben om in ons te werken om echt een ander mens te worden en met onze woorden in liefde voor God en onze naaste bezig te zijn.
Het gebed om het werk van de Geest hebben we ook hiervoor zo nodig. Dan leert de Geest ons weer om onze tong volgens Gods bedoeling te gebruiken. Ik geef een paar voorbeelden uit de Bijbel hoe goed en nodig dat is:
- “Een betrouwbare getuige is een redder van levens, maar wie leugens blaast, is een bedrieger.” Spreuken 14:25
- “De mond van de rechtvaardige is een bron van leven, maar geweld overdekt de mond van de goddelozen.” Spreuken 10:11
- “In de veelheid van woorden ontbreekt de overtreding niet, maar wie zijn lippen inhoudt, is verstandig. De tong van de rechtvaardige is het beste zilver, het hart van de goddelozen is weinig waard. De lippen van de rechtvaardige voeden velen, maar de dwazen sterven door gebrek aan verstand.” Spreuken 10:19-21
- “Vergeld geen kwaad met kwaad of laster met laster, maar zegen daarentegen, omdat u weet dat u daartoe geroepen bent, opdat u zegen zult beërven. Want wie het leven wil liefhebben en goede dagen zien, die moet zijn tong weerhouden van het kwaad, en zijn lippen van het spreken van bedrog; die moet zich afkeren van het kwaad en het goede doen; die moet vrede zoeken en die najagen. Want de ogen van de Heere rusten op de rechtvaardigen, en Zijn oren zijn gericht op hun gebed; maar het aangezicht van de Heere is tegen hen die kwaad doen.” 1 Petrus 3:9-12
- “Als iemand spreekt, dan als iemand die de woorden van God spreekt; als iemand dient, dan als iemand die dient uit kracht die God schenkt; zodat God in alles verheerlijkt wordt door Jezus Christus. Hem komt de heerlijkheid en de kracht toe, tot in alle eeuwigheid. Amen.” 1 Petrus 4: 11.
SORG VIR DIE ARMES (V)
“Jy moet aan hom gewillig gee, en jou hart moet nie bedroef wees as jy aan hom gee nie; want ter wille hiervan sal die Here jou God jou seën in al jou werk en in alles waar jy jou hand aan slaan. Want die arme sal in die land nie ontbreek nie; daarom gee ek jou bevel en sê: Jy moet jou hand wyd oopmaak vir jou broer, vir die ellendige en die arme in jou land.” Deuteronomium 15: 10,11
Die HERE weet wat die werklikheid in hierdie wêreld sal wees. Voordat die Here Jesus terugkom sal selfs onder God se volk altyd armes lewe. Hulle sal nie ontbreek nie. Ook in Christus se kerk sal dit so wees. Die Here Jesus bepaal Sy leerlinge daarby wanneer Maria Hom met kosbare olie salf. Hierdie fles met baie kosbare reukolie het ’n waarde van omtrent 300 penninge. 1 Penning was die arbeider se dagloon. Die waardevan hierdie fles is dus 'n arbeider se jaarloon. Wanneer die dissipels Maria bekritiseer omdat dit tog betersou gewees het om 300 peninge aan die armes te gee, sê Jesus o.a: "Laat haar staan; sy het dit bewaar vir die dag van my begrafnis. Want die armes het julle altyd by julle, maar My het julle nie altyd nie." (Joh 12:7,8 sien ook Mat 26:6-13)
Christus, wat die Koning van die kerk is verduidelik dat die gebod om vir armes en behoeftiges te sorg nie verdwyn het nie. Hoe meer God se volk van Sy liefde gesien het hoe intenser hierdie gebod ons lewe raak. Maar dit is nie reg om Maria te kritiseer nie want Sy eer nou juis die Heiland. Sy eer die Koning van die kerk wat deur Sy lyding vir ons sondes in ons plek, ons juis nog meer dring om vir die armes en behoeftiges te sorg. Sy liefde is daarvoor onmisbaar. Wanneer ons regtig met Christus lewe, maak juis Sy liefde ons bly wanneer ons kan gee om ander mense te help. Om ander mense in staat te stel om regtig hulle talente in God se diens te kan ontplooi. Ons lees dit ook wanneer Paulus aan die gemeente van Korinte in sy tweede brief skryf: "Laat elkeen gee soos hy hom in sy hart voorneem, nie met droefheid of uit dwang nie, want God het 'n blymoedige gewer lief. En God het mag om alle genade oorvloedig oor julle te laat wees, sodat julle altyd in alle opsigte volop kan hê en oor vloedig kan wees tot elke goeie werk. ..... sodat julle in alles ryk kan word tot alle mildadigheid, wat danksegging aan God deur ons bewerk. Want die bediening van hierdie hulpbetoning voorsien nie alleen in die behoeftes van die heiliges nie, maar is ook oorvloedig deur baie danksegginge aan God". (9:8,9,11,12)
Die eer van God het ook alles met die hulpbetoon aan armes en behoeftiges vanuit 'n bly hart te doen.
ONZE WOORDEN EN DE OMGANG MET ELKAAR (II)
“Laat er geen vuile taal uit uw mond komen, maar wel iets goeds, wat nuttig is tot opbouw, opdat het genade geeft aan hen die het horen. En bedroef de Heilige Geest van God niet, door Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing. Laat alle bitterheid, woede, toorn, geschreeuw en laster van u weggenomen worden, met alle slechtheid, maar wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, en vergeef elkaar, zoals ook God in Christus u vergeven heeft.” (Efeziërs 4:29-32
Het is goed om er eens op te letten wat de Here Jezus zegt over de omgang met elkaar als het om onze woorden gaat. Kunnen we in de kerk hard zijn voor elkaar in woorden? Kan het zo zijn dat je kind van God bent en met heel harde woorden met jouw mening een ander in de hoek drijft? Dat je dan zegt: Ik moet dit kunnen zeggen. Anderen moeten niet zo kleinzielig zijn. Is het zo dat je als broers en zussen in geloof kunt samenleven en met grove en harde beschuldigingen komt? Kunnen we dan zeggen dat is hij en hij is nu eenmaal zo? En dan de schouders ophalen.
Laten we dan eens luisteren naar wat de Here Jezus zegt in Mattheus 5. De Here Jezus geeft hier Goddelijk onderwijs en wijst ons de enig goede weg. Zou je dan nog met excuses komen als het gebeurt. Uit de mond van de Zoon van God horen we deze woorden: “Maar Ik zeg u: Al wie ten onrechte boos is op zijn broeder, zal schuldig bevonden worden door de rechtbank. En al wie tegen zijn broeder zegt: Raka! zal schuldig bevonden worden door de Raad; maar al wie zegt: Dwaas! die zal schuldig bevonden worden tot het helse vuur.” Vs 22. Hier is geen woord Frans bij.
Het was ook voor de Joden toen een heel opvallend woord. Alleen de ernstige gevallen van moord werden door de Hoge Raad behandeld. Eenvoudiger gevallen van moord werden door lagere rechtbanken afgehandeld. Dat mensen elkaar uitscholden of hard verwijten maakten, kwam daar nooit terecht.
De Here Jezus maakt duidelijk dat als je de ander aanspreekt als dwaas of domkop de HEERE dat ernstig opneemt. Wie in woorden liefdeloos en hard met zijn broer of zus in geloof omgaat, ligt onder Gods oordeel. Dat is het wat Christus ons leert. Dat is dus ook de weg die in Christus’ kerk gewezen moet worden. Die vooral de ambtsdragers hebben te wijzen. Dat is de weg die we hebben te gaan. Om zo ook bekend te staan in de wereld. Hard en stoer zijn hoort niet bij Gods kinderen. In liefde duidelijk maar liefdevol en teer spreken hoort daar wel bij!
ONZE WOORDEN EN DE OMGANG MET ELKAAR (I)
“Laat er geen vuile taal uit uw mond komen, maar wel iets goeds, wat nuttig is tot opbouw, opdat het genade geeft aan hen die het horen. En bedroef de Heilige Geest van God niet, door Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing. Laat alle bitterheid, woede, toorn, geschreeuw en laster van u weggenomen worden, met alle slechtheid, maar wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, en vergeef elkaar, zoals ook God in Christus u vergeven heeft.” (Efeziërs 4:29-32)
De komende tijd wil ik het hebben over de omgang met elkaar in de woorden die we spreken. De aanleiding is dat ik in mijn leven steeds weer mensen ben tegengekomen die zeggen: je moet dingen flink kunnen zeggen. Je moet harde woorden kunnen spreken en daar moeten mensen niet moeilijk over doen. Zeker niet in d3e kerk. Elk vogeltje zingt zoals hij gebekt is. Ik moet de dingen zo kunnen zeggen en al dat gepraat over liefde en tere omgang dat is niet zo belangrijk. Mensen die anderen in woorden erg hard aanvallen mogen niet tot de orde geroepen worden en zeker niet door een kerkenraad vermaand worden. Is dat zo. Spreekt de HEERE zo? Daar gaan we met deze tekst boven de de komende meditaties vanuit verschillende gedeelten in de Bijbel naar kijken.
Jakobus schrijft in hoofdstuk 3: 6 over het rad van de geboorte. Dit is in de HSV met onze levensloop vertaald. Vanaf de geboorte van een mens draait het wiel van het leven. Vanaf het begin is er de zonde die vanuit ons hart zorgt voor verkeerde woorden. Die er voor zorgt dat ons hele leven een verkeerde koers gaat. Een koers die ingaat tegen Gods wil en tegen het liefhebben van de HERE en onze naaste. Ons eigen spreken beheerst ons zo dat we de weg opgaan van die verkeerde woorden. Zo worden wij ook door onze woorden smerig gemaakt en gaan een smerig leven lieden. De Here Jezus wijst daar ook op in Mattheus 15:11:”Wat de mond ingaat, verontreinigt de mens niet; maar wat de mond uitkomt, dat verontreinigt de mens.”
Ons leven als mensen staat zonder Christus en zonder het werk van de Heilige Geest aan ons in verbinding met de hel. Het vuur van de hel steekt ons leven aan. De zonde en de duivel hebben vrije toegang doordat wij als mensen tegen God gekozen hebben. Onze woorden die vanuit ons zondige hart komen, versterken vanaf het begin van ons leven een leven tegen de liefde voor God en de naaste in. In hoofdstuk 3:7,8 leert de HERE ons dat we nooit uit die kringloop in eigen kracht kunnen komen. Wij kunnen als mensen veel. We kunnen zelfs wilde dieren temmen en zorgen dat ze voor ons geen gevaar meer zijn. Zelfs een slang of een leeuw kunnen getemd worden. Maar met de tong en dus ook met ons hart krijgen we dat nooit in eigen kracht voor elkaar. Onze tongen zijn voor ons als mensen ontembaar. Wij blijven uit onszelf achter ons zondige hart en achter onze zondige woorden aanlopen. We lopen dood op de hel. We zijn dan zelf mensen die dodelijk gif verspreiden. Ook hardheid en zomaar beschuldigingen naar een ander horen niet bij het leven van een kind van God. Dat is nooit goed te praten.
SORG VIR DIE ARMES (IV)
Neem jou in ag, dat daar in jou hart geen slegte gedagte is nie, naamlik: Die sewende jaar, die jaar van kwytskelding, is naby — en jou oog dan jou arm broer skeef aankyk, en jy hom niks gee nie, en
hy teen jou na die Here roep, en dit sonde in jou word. Jy moet aan hom gewillig gee, en jou hart moet nie bedroef wees as jy aan hom gee nie; want ter wille hiervan sal die Here jou God jou seën in al jou werk en in alles waar jy jou hand aan slaan.” Deuteronomium 15: 9-10
Bewys met die geld wat ek vir jou gee ook barmhartigheid, wys juis in die gemeenskap van die heiliges en vanuit God se volk, dat jy graag gee. Dat ons alles doen om daarvoor te sorg dat almal soveel as moontlik vouit hulle kultuuropdrag in die wëreld kan vervul.
Dit is vir die HERE 'n groot sonde wanneer onder Sy volk die reg van die arme (Eks 23:6) nie met vreugde en blydskap erken word nie. God se volk het van die HERE die grootste geskenk, Sy eie Seun gekry. Hy wat Sy lewe vir die sondes van die gelowiges opgeoffer het. Wanneer ons armes en
behoeftiges en swakkes nie vol vreugde gul wil ondersteun nie Wanneer die wat nie genoeg het nie daaroor tot die HERE moet kla sal dit ons as 'n groot sonde toegereken word. Die woord wat in vers 9 vir sonde gebruik word dui op 'n sonde wat die HERE 'n mens swaar toereken. Dit word ook duidelik wanneer later in Israel mense net aan hulleself dink en nie vir die armes omgee nie. Dan hoor ons uit die profeet Amos se mond hierdie woorde: "Daarom, omdat julle die arm man vertrap en van hom 'n heffing van koring neem, het julle huise van gekapte klippe gebou, maar julle sal nie daarin woon nie; julle het pragtige wingerde geplant, maar sal die wyn daarvan nie drink nie." (5:11 sien ook 4:1; 8:4-8)
Wanneer onder die HERE se volk nie goed vir armes en behoeftiges gesorg word is dit 'n skande. Dit tas die HERE se eer aan. Sy volk is Sy eer, moet Sy goedheid en barmhartigheid weerspieël en aanbeveel. Moet wys die hart van Vader in die hemel wat vir skuldige mense, vir sondaars wat elkeen van ons is, wat vir brandarme sondaars die liefste wat Hy het, Sy enigste Seun gegee het. Sy enigste Seun het vir elkeen wat glo sy totale skuld, sy totale armoede betaal. Wie vanuit hierdie liefde graag barmhartigheid in en buite die kerk wil bewys, sal die HERE se seën ontvang.
SORG VIR DIE ARMES (III)
“Neem jou in ag, dat daar in jou hart geen slegte gedagte is nie, naamlik: Die sewende jaar, die jaar van kwytskelding, is naby — en jou oog dan jou arm broer skeef aankyk, en jy hom niks gee nie, en
hy teen jou na die Here roep, en dit sonde in jou word. Jy moet aan hom gewillig gee, en jou hart moet nie bedroef wees as jy aan hom gee nie; want ter wille hiervan sal die Here jou God jou seën in al jou werk en in alles waar jy jou hand aan slaan.” Deuteronomium 15: 9-10
Dit sou ’n slegte gedagte wees wanneer hy sou dink: Hoe jammer is dit nou om geld vir armes te gee. Wanneer jy dink: Hoe jammer is dit nou van my geld om dit aan die diakonie te gee. Om dit deur die diakens of deur anderes te gee vir die mense wat in Turkije of Sirië deur die verskriklike aardbewing getref is.
Meerdere kere hoor jy mense sê: Wanneer ek uitreken wat ek dan weggee sou ek daarvoor soveel ander dinge vir myself kon koop. Ek sou met daardie geld vir myself baie wins kon maak.
Dit kon in Israel gebeur dat 'n arme vir jou kom vra om geld te leen. Dit is in die sesde jaar. Nog amper een jaar en dan sou die sabbatsjaar aanbreek. Wanneer daardie jaar begin, het elke skuld verdwyn en mag niemand meer geld wat geleen was by 'n ander terugeis nie. Wanneer mense hulle geld as hul eie geld sien is die kans groot dat hulle dan nie wil leen nie.
Die HERE sê nou dat dit baie sleg is wanneer iemand so dink. Wie so dink gaan alles doen om vir die armes nie t gee wat hulle nodig het. Dan sien jy geen ie as iets wat mooi en goed is maar net as iets waardeur jy iets verloor. Dit is in die HERE se oë 'n groot sonde.
Dit maak duidelik dat die HERE nie wil dat ons redeneer vanuit die gedagte dat die geld wat ons verdien of op ’n ander manier gekry het ons geld is nie. Wanneer ons die broers diakens geld gee, is dit nie ons geld wat ons weggee nie. Dit is nie ons geld wat die broers diakens beheer nie. Dis ook regtig 'n verkeerde manier van praat wanneer ons sê: Die broers diakens moet suinig met die geld omgaan want dit is ons geld.
Ons moet mooi bedink dat alles van die HERE is. Elke sent wat jy verdien, is God se geld. Die HERE leen dit vir jou en sê vir jou: Jy moet dit mooi beheer om daarmee My te eer. Jy moet daarmee Christus se Koninkryk dien. Bly bedink dat dit My geld is. Geef daarom gul vir hulle wat in nood is! Gebruik dit in liefde vir God en vir jou naaste. Dan is jou naaste ook die moslim en die ongelowige wat in nood is. Laat ons as Christene bekend staan as mense wat graag en veel gee vir hulle wat in nood is.
SYNDROOM VAN DOWN 09-02-2023
“Voorzeker, de fundamenten worden omvergehaald! Wat kan de rechtvaardige dan doen? Psalm 11:3 “Uw ogen hebben mijn ongevormd begin gezien, en zij alle werden in Uw boek beschreven, de dagen dat zij gevormd werden, toen er nog niet één van hen bestond.” Psalm 139:16
Hier eerst een aanhaling uit een biologieboek voor de havo dat op het punt van verschijnen staat. Dit deel van het boek is geschreven door de arts Luc Bonneux. “Nu de screening van NIPT veilig is geworden zou hij moeten worden ingezet om zoveel mogelijk te voorkomen dat er nog kinderen met deze aandoening (syndroom van Down) worden geboren. Denemarken heeft het begrepen maar Nederland verzaakt zijn preventieplicht, wat blijkt uit het feit dat hier nog kinderen met downsyndroom worden geboren.” Zie het RD van 9 februari p.11
Zo worden jongeren op scholen voorgelicht. Moord op kinderen wordt als iets goeds voorgesteld. Bepaalde mensen worden door ons als minder gezien en dat is lastig en dus zorg je ervoor dat ze gedood worden. Zo eenvoudig is dat toch. Dit terwijl de HEERE ook deze kinderen ons geeft. Bescherming van het leven staat op het spel. Er zouden dus mensen van meer en minder waarde zijn en zij die van meer waarde zijn kunnen dan over anderen besluiten en ze zelfs hun leven afnemen. Dat heet dan een beschaafde Westerse wereld. Je ziet dat als de liefde voor de HEERE en Zijn Woord verdwijnen ook de liefde voor de naaste al meer weggaat. Dan wordt de maatschappij hard en gaat al meer het recht van de sterkste, het recht van de meest ontwikkelde, het recht van een bepaalde groep gelden. Hier zie je hoe denken vanuit het recht van de sterkste of de meest aangepaste voor moord, voor hardheid, voor leven voor jezelf zorgt.
Hoe anders is het echte evangelie. Door Christus is er juist ook voor de zwakke die tot God vlucht vergeving en eeuwig leven. Wat is het nodig om juist op scholen lesboeken te hebben en te ontwikkelen die een heel andere weg wijzen. Die ook ontmaskeren hoe dit soort woorden voor ellende en verderf zaaien. HEERE dank U dat ook iemand met het syndroom van Down voor u een echt mens is dat in Uw liefde mag delen.
Inmiddels is meegedeeld dat het bewuste gedeelte door de uitgever wordt teruggenomen omdat dit teveel mensen kwetst. Het is wel opvallend dat de rede daarvoor is dat ze andere niet willen kwetsen. Op geen manier wordt ingezien hoe diep ingrijpend de geuite mening is en dat het hier om iets gaat dat in zichzelf slecht is.
SORG VIR DIE ARMES (II)
“As daar by jou 'n arme is, een uit jou broers, in een van jou poorte, in jou land wat die Here jou God jou sal gee, dan moet jy jou hart nie verhard en jou hand nie toehou vir jou arm broer nie. Maar jy moet jou hand wyd oopmaak vir hom, en jy moet gewillig aan hom leen, genoegsaam vir sy behoefte, wat hom ontbreek.” Deuteronomium 15: 7,8
Juis om blywende armoede te bestry het die HERE O.a. die sabbatsjaar en die jubeljaar ingestel. Sien Levitikus 25 Dit kon gebeur dat iemand soveel skuld teenoor 'n ander gemaak het dat selfs sybesittings nie genoeg oplewer om te kan afbetaal nie. Dan kon dit gebeur dat die een Israëliet 'n slaaf van ’n ander Israeliet word. Hoe groot die skuld ook was, altyd het die Israëlitische slaaf uitsig gehad. Want elke sewende jaar was die sabbatsjaar en dan moes elke slaaf vrygelaat word en was elke skuld onder Israel kwytgeskeld. Dan het elke Israëliet weer 'n skoon lei gehad. Elke vyftigste jaar was dit jubeljaar. Dan was dit selfs so dat elke familie weer sy oorspronklike stuk grond teruggekry het. Mense wat groot stukke land in besit gekry het, het dit dan weer verloor en moes dit weer aan die familie teruggee wat dit oorspronklik by die verowering van Kanaän gekry het. Ook dit was 'n maatreël van die HERE om daarvoor te sorg dat sekere families en geslagte nie vir altyd tot armoede sou verval nie. Binne God se volk, binne die HERE se verbond moet elkeen uitsig kan hê, moet ook in materiele sin mense uitsig kan hê.
Daarom is die HERE se opdrag om jou hart nie te verhard en jou hand nie toe te hou nie wanneer 'n arm broer of suster by jou kom om hulp te vra. Dit moet juis so wees dat jy graag vir hom of haar gee. Dat jy hom of haar graag wil leen en dit ook gul wil doen. Dit wat hy nodig het om regtig met sy gesin so te kan lewe dat hy met sy gesin in diens van Christus kan lewe, moet ons hom graag wil gee wanneer dit vir ons moontlik is. Wanneer in 'n gesin die gawes aanwesig is om kinders te versorg en op te voed, om hulle tot diens aan Christus te lei mag gebrek aan geld geen belemmering wees om nog kinders te kry nie.
Dit moet so wees dat ons dink vanuit die HERE se opdrag, vanuit die gemeenskap van die heiliges waar Hy ons aan mekaar gegee het. Dan word ons denke verander. Dan begin ons so dink: Hoe heerlik is dit dat ons daarvoor kan sorg dat mense dit kry waardeur hulle hul talente en hul lewe vol uitsig vir die HERE kan leef.
'n Israeliet moes leer om sy arme broer of suster dit te leen wat die ander regtig nodig het sonder dat hy die kansop terugbetaling in rekening sou bring. Oor die laaste die volgende keer meer.
SORG VIR DIE ARMES (I)
“As daar by jou 'n arme is, een uit jou broers, in een van jou poorte, in jou land wat die Here jou God jou sal gee, dan moet jy jou hart nie verhard en jou hand nie toehou vir jou arm broer nie. Maar jy moet jou hand wyd oopmaak vir hom, en jy moet gewillig aan hom leen, genoegsaam vir sy behoefte, wat hom ontbreek.” Deuteronomium 15: 7,8
Israel is God se volk. Israel is die volk van die verbond. Dit is die volk wat die HERE uit Egipte verlos het. Hoe moeilik en swaar was die lewe in Egipte. Hoe moes hulle daar as 'n slawevolk lewe. Nou het die HERE hulle bevry. 40 Jare het hulle vanwe‰ klein en ongeloof in die woestyn rondgetrek. Die beloofde land Kana„n is nou in sig. Nog 'n kort rukkie en die volk sal in die land lewe wat van melk en heuning oorvloei. Net voordat dit gebeur hou Moses sy laaste toespraak. Hy mag nie in die beloofde land inkom nie. Hy moet omdat hy op 'n sekere oomblik die HERE nie die eer gegee nie het maar op homself gewys het net voor die drumpel van Kana„n sterwe.
In Sy laaste toespraak maak Hy die volk van die verbond nog een keer duidelik hoe die HERE wil dat hulle lewe. Hoe die lewe in die verbond moet wees. 'n Element wat Moses in die HERE se naam dan nog 'n keer beklemtoon is die sorg vir hulle wat geen of min inkomstes het. Die volk moet daarvoor sorg dat die priesters wat geen eie stuk grond gekry het van hulle werk in diens van die evangelie sonder sorg kan lewe. Hulle moet ook daarvoor sorg dat die vreemdeling, wees en weduwee in vreugde kan lewe al het hulle geen of min inkomstes. Wanneer alles volgens die HERE se wet reg sou funksioneer, wanneer elke lidmaat van God se volk in volmaakte gehoorsaamheid sou lewe, sou daar geen armes onder die verbondsvolk wees nie. Dit is waarop die HERE Sy volk in vers 1-6 wys.
Dit is die situasie waarna God se volk moet strewe. Die HERE weet dat hierdie volmaakte situasie nie sal ontstaan nie. Daarom gee Hy sosiale wette aan Sy volk om die armoede wat sal ontstaan te bestry. More meer hieroor.
VERSCHRIKKELIJKE AARDBEVING 07-02-2023
“Toen daverde en beefde de aarde, de fundamenten van de bergen sidderden en daverden, omdat Hij in toorn ontstoken was.” Psalm 18:8
Een geweldige aardbeving. Wat een verwoesting. Wat een ellende. Wat een gewonden en een doden. Wat een angst. Gebouwen storten als een kaartenhuis in elkaar. Wat zijn de mensen in het zuiden van Turkije en het noorden van Syrië zwaar getroffen. We kunnen het via onze media van heel dichtbij zien.
Wanneer we met geestelijke ogen daarna kijken zijn er zeker drie dingen die we daarbij moeten bedenken.
- Wat een ellende! Wat is het nodig om met open hart en handen te geven om de mensen die getroffen zijn te helpen. Want het kon ons net zo goed getroffen hebben. Dat brengt me bij het tweede.
- Aardbevingen waarbij dood en verderf te zien is. Waarbij er zoveel verwoest wordt. Al blijf je leven, tekent het je leven en geeft het veel verdriet en zorg. Dat is het gevolg van onze zonden. Van ons allemaal. Daarom hebben aardbevingen met Gods toorn te maken. Het is het gevolg van de zondeval. Wij als mensen hebben het de wereld ingebracht. Daarom past het ons niet om met een beschuldigende vinger naar God te wijzen. Het past ons om juist bij Hem hulp te zoeken. Om te beseffen dat Hij God is en dat de enige die ons blijvende hulp kan geven Jezus Christus is.
- De aarde die schudt, die beweegt laat zien dat we het niet van de aarde moeten hebben. Dat het nodig is om bij de Schepper van het hele heelal ons leven te zoeken. Zo in een aardbeving ook een stem die ons allemaal oproept om verder te kijken dan de aarde. Om te beseffen dat je leven op aarde zomaar afgelopen kan zijn. Toch is het niet nodig om wanhopig te zijn. Wij als mensen zijn de schuld van verwoestende aardbevingen. De HEERE stuurde Zijn Zoon om voor wie gelooft en zich aan Hem toevertrouwt een eeuwig leven te verdienen waar geen natuurrampen meer op aarde voorkomen. Waar het leven een en al vrede en rust is. Waar je altijd veilig bent omdat Christus jouw zonden en de straf op die zonden dan gedragen heeft. Zo is ook deze aardbeving een oproep om tot Christus te gaan.
DOOR HET WOORD GEHEILIGD
“Zij zijn niet van de wereld, zoals Ik niet van de wereld ben. Heilig hen door Uw waarheid; Uw woord is de waarheid.” Johannes 17:16,17
Uw Woord is de waarheid. Dat zegt de Here Jezus. Dat heeft de Heilige Geest laten opschrijven voor alle eeuwen. Het Woord van God is de waarheid. De Here Jezus bidt dat we door dat Woord van God geheiligd zullen worden.
Dat is als het goed is voor ons een grote stimulans om naar de woorden van God zoals we die in de Bijbel vinden te luisteren. Wat gebeurt er als je naar Vader in de hemel als Zijn kind naar Hem luistert? Dan komt er verandering in je leven. Dan is de mening van de meerderheid om je heen niet de maatstaf voor je denken, spreken en handelen. Dan vraag je je af of wat mensen zeggen de waarheid is. Ik heb het hier niet over complottheorieën. Dat zijn namelijk net zo goed menselijke meningen. Het gaat me er hier om dat dat we meningen en wat we doen toetsen aan wat de HEERE zegt. Wat Hij zegt is waar. Als je wilt weten wat een goed leven is dan moet je bij de Bijbel zijn. Dan leert de Geest je wat de werkelijkheid is en hoe je hebt te leven tot de gevoelens in je hart toe.
Bedenk dat de Here Jezus dit zegt binnen de kerk op dat ogenblik. Het is niet zo dat wat de meerderheid in een kerk denkt of voelt dus altijd de waarheid is. Je moet altijd weer terug naar de HEERE zelf.
Wie luistert met zijn of haar hart en in eigen leven volgens Gods woorden gaat leven die wordt door de Vader in de hemel geheiligd. Dan kom je apart te staan. Samen met al die anderen die in liefde voor Christus en Zijn Woord leven. Dan kom je tegenover het leven en denken van de wereld te staan. Dan zoek je niet het compromis met het leven en denken van de wereld. Dan wil je geen dubbelleven leiden. Dan bid je dat de Geest je leert leven volgens de waarheid, volgens Gods onderwijs aan ons gegeven. Hoe vreemd dat ook klinkt in de wereld om je heen. Dan heiligt God je zodat je hoort bij het volk dat voor eeuwig toekomst heeft. Dan ligt het heilige, zondeloze leven van Christus over je heen. Het leven van hem die voor jou de straf voor eeuwig gedragen en zo weggenomen heeft.
GELUK?
“Hoewel Hij Zichzelf toch niet onbetuigd liet door goed te doen: Hij gaf ons vanuit de hemel regen en vruchtbare tijden en verzadigde ons hart met voedsel en vreugde.” Handelingen 14:17
We hebben tot nu toe een zachte winter. Dat zorgt er voor dat we geen gas tekort hebben. Deze week kwam in het nieuws dat een topman van Shell daarvan zei dat het geluk was. Hij wilde er voor waarschuwen dat het volgend jaar heel anders kan zijn en we onze verantwoordelijkheid moeten blijven nemen. Dat laatste is waar. Toch is het opvallend dat de zachte winter hier geluk wordt genoemd.
Je ziet hier dat de HEERE als de enig levende God vergeten wordt. We denken alleen vanuit de schepping en niet vanuit de Schepper. We hebben zo’n onwerkelijk klein wereldbeeld voor onszelf ontwikkeld.
Waaraan hebben we de zachte winter die we in deze spannende tijden zo nodig hebben te danken? Aan klimaatverandering, aan het lot? Nee, aan de HEERE die regen en droge tijden, vruchtbare maar ook onvruchtbare jaren geeft. We zullen in de eerste plaats moeten bidden tot God. Dat Hij ons dat geeft wat we in deze omstandigheden zo nodig hebben. Wij kunnen denken dat wij de geschiedenis maken of dat het niets anders is als een onberekenbare reis door de tijd maken.
Dat is gelukkig niet zo. Het is Christus die vanuit de hemel regeert.
Laten we ons klein maken voor Hem en belijden dat we er op deze wereld een grote puinhoop van maken. Dat we allemaal de hel van een altijddurende oorlog in de kou verdiend hebben. Laten we bidden dat de HEERE zorgt. Dat Hij ons leert, en al meer mensen om in diepe afhankelijk van Christus
BASIESE GELOOF: SO SEKER VERLOS VAN DIE TOEKOMSTIGE TOORN!
“Want hulle vertel self aangaande ons watter ingang ons by julle gehad het en hoe julle jul van die afgode bekeer het tot God, om die lewende en waaragtige God te dien en sy Seun uit die hemele te verwag, wat Hy uit die dode opgewek het, Jesus wat ons van die toekomstige toorn verlos.”1 Tes 1:9,10
Geen enkele mens kan aan die toorn van God ontkom nie. Want niemand is sonder sonde en skuld nie. Almal verdien daardie verskriklike toorn op die dag van Jesus se terugkeer. Nogtans mag die gelowiges selfs uitsien na daardie dag. Hulle mag sonder angs in hulle hart op hierdie dag wag. Hoekom? Hoekom mag jy as God se gelowige kind byvoorbeeld die fees van die Nagmaal vier wat ook ‘n teken en seël daarvan is dat die Here Jesus sal terugkom. Omdat die Nagmaal ook die seël daarvan is dat Christus ook vir die gelowiges verdien het dat God se toekomsitge toorn hulle nie tref nie omdat Christus dit gedra het. Omdat die Nagmaal ook die versekering is dat vir die gelowiges die Here Jesus se terugkeer juis beteken dat hulle saam met al die gelowiges met Christus fees sal vier op die nuwe aarde. Die enigste rede daarvoor is dat Jesus jou deur die dra van die straf wat ons verdien het van die toekomstige toorn verlos het. Jy en ek het die toorn regtig verdien maar Christus het in selfopofferende liefde dit dan vir die gelowiges gedra. Wat ‘n liefde van God se Seun. Wat ‘n houvas en bemoediging in die lewe. Hoe heerlik is dit as ons in geloof, in diepe afhanklikheid van die HERE op hierdie aarde leef. Dan mag ons so seker as jy ons brood en wyn by de Nagmaal proe, so seker as jy dit gesien vir jou lewe weet: “Want God het ons nie bestem tot toorn nie, maar om die saligheid te verkry deur ons Here Jesus Christus wat vir ons gesterf het, sodat ons , of ons waak en of ons slaap, saam met Hom kan lewe.” 1 Tes 5:9,10
Lewe met Christus is lewe, ewig verlos van God se toorn deur Sy liefde alleen! Deur Christus se offer vir ons, in ons plek alleen!
VERZOENING NIET UITSTELLEN
“Als u dan uw gave op het altaar offert en u zich daar herinnert dat uw broeder iets tegen u heeft, laat uw gave daar bij het altaar achter en ga heen, verzoen u eerst met uw broeder en kom dan terug en offer uw gave.” Mattheus 5:23,24
Een aantal dagen geleden schreef ik iets over het omgaan met elkaar. Juist ook in de kerk van Christus. Dit is daarop een vervolg. Wij erkennen Christus in de kerk als onze God, Koning en Verlosser. Hij heeft het over ons te zeggen. Dat geldt dus ook van deze woorden die uit de mond van de Here Jezus zijn gekomen om ons de goede weg te wijzen.
Als ik dan naar de praktijk kijk, ben ik er van overtuigd dat deze woorden van de Here Jezus een van die zijn die we met vrome woorden nogal eens aan onze laars lappen. Als er problemen ontstaan, als mensen iets tegen elkaar hebben, zijn we er goed in om te zeggen dat het tijd moet hebben, dat we procedures moeten maken, dat het nu te gevoelig ligt, dat we er nog niet klaar voor zijn om er nu over te praten. Dat we er nog niet aan toe zijn. Het klinkt allemaal zo mooi en wijs.
Het gevolg is meerdere keren dat de wortels van verbittering en afstand naar elkaar al meer beginnen te groeien. Omdat we niet de wijsheid van onze God en Verlosser in praktijk brengen. Omdat we te trots en te eigenwijs zijn. Wat zorgt dat voor een ellende en voor veel meer werk dan nodig is. De Here Jezus zegt naar nu vertaald: wanneer je op zondag naar de kerk gaat of omdat je vanwege gezondheid een kerkdienst voor het scherm meebeleeft, moet je eerst naar de ander gaan die iets tegen je heeft om het op te lossen. Ook als je denkt dat het niet jouw schuld is. Niet uitstellen, niet op de lange baan schuiven, geen kans geven om verbitterd te worden.
Geen formalisme in de zin van dat pas over zoveel tijd er een vergadering is waar dit ter sprake komt. Als broeders en zusters altijd de vrede zoeken. Met een open hart vanuit Gods liefde naar elkaar. Wat zou het een zegen zijn als we zo leren leven. Wat zou dat een heerlijk getuigenis naar buiten zijn en een blijdschap en vrede in de kerk geven. Weg met alle formalisme en leven vanuit Gods liefde met elkaar. Als ambtsdragers hebben we daarin het goede voorbeeld te geven. Altijd weer. Je nooit verschuilen achter regels maar elkaar zoeken volgens de woorden van onze God en Verlosser.
BASIESE GELOOF: VERLOS VAN DIE TOEKOMSTIGE TOORN
“Want hulle vertel self aangaande ons watter ingang ons by julle gehad het en hoe julle jul van die afgode bekeer het tot God, om die lewende en waaragtige God te dien en sy Seun uit die hemele te verwag, wat Hy uit die dode opgewek het, Jesus wat ons van die toekomstige toorn verlos.”1 Tes 1:9,10
Die heidene wat toe in Tessalonika en in die hele Grieks-Romeinse wêreld geleef het, het groot geword met verhale oor godeseuns. As die inwoners van Tessalonika oor die water uitgekyk het en dit was helder weer het hulle die godeberg Olympus by Atene gesien. Daar leef die oppergod Zeus met al die godeseuns wat eendag by vroue op aarde verwek is en nou ook gode geword het.
Hierdie verhale en die gevolge wat dit vir die Tessalonisense in hulle dagelikse lewe gehad het, het hulle agter hulle rue gelaat. Hulle kyk nie meer vol verwagting na die Olympusberg nie maar na die hemel. Hulle is nie meer bang vir die grillige en onbetroubare aksies van die gode nie maar verwag van die hemel die Seun van God Jesus Christus. Hulle verwag Hom as die Redder van hulle lewe.
Dit is duidelik dat die apostels in hulle prediking Christus se terugkeer en wat daarmee saamhang as ‘n basiese element van die prediking en die eerste onderwys gesien het. Steeds weer lees ons daarvan as hulle die evangelie ‘n eerste keer verkondig. ‘n Duidelike voorbeeld daarvan is ook as Paulus op die berg Areopagus in Atene die evangelie vir die geleerde Grieke verkondig. Ons lees daarvan in Handelinge 17:30,31:
“God het dan die tye van onkunde oorgesien en verkondig nou aan al die mense oral dat hulle hul moet bekeer, omdat hy ‘n dag bepaal het waarop Hy die wêreld in geregtigheid sal oordeel deur ‘n Man wat Hy aangestel het, en Hy het hiervan aan almal sekerheid gegee deur Hom uit die dode op te wek.”
Die Tessalonisense wag op die Seun van God wat nou in die hemel woon. Die woord wat hier vir verwag gebruik word lê die klem daarop dat hulle geduldig wag. Hulle weet verseker dat Hy kom maar hulle kan afwag wanneer dit gebeur. Hierdie sekere verwagting dat Christus van die hemel sal kom, stimuleer hulle lewe met Hom. Hulle wil nou in liefde en gehoorsaamheid aan Hom hulle lewe vorm gee. Hulle weet hoe beslissend Sy terugkeer is, hulle weet dat Hy die magtige koning is. Want hulle weet en glo dat Hy uit die dode opgewek is. Hulle glo dat Christus se opstanding God se aanwysing is dat Hy die offer van Sy Seun vir die gelowiges aangeneem het. Hulle weet dat die opstanding van die Here Jesus Hom ook so duidelik as God se Seun as as die Here, die Koning aangewys het. Paulus skryf daarvan in Rom 1:4: “en na die Gees van heiligheid met krag verklaar is as die Seun van God deur die opstanding uit die dode, Jesus Christus, ons Here”.
DE BIJBEL GODS CADEAU VOOR HEEL MIJN LEVEN
“Ik overdenk Uw bevelen en heb oog voor Uw paden. Ik verblijd mij in Uw verordeningen, Uw woord vergeet ik niet.” Psalm 119:15,16
De Bijbel als prachtig cadeau. De Bijbel die midden in je leven staat. De stem van God die bepaalt wie je bent. Waarom:
Omdat Gods stem beslissend is bij de beslissingen in mijn leven.
Omdat de Bijbel als de stem van de Goede Herder voor mijn omgang met de mensen om me heen beslissend is.
Omdat Gods stem leidend is bij het opvoeden van mijn kinderen.
Omdat de stem van de Geest door de Bijbel mij leert hoe ik met mijn werk en opleiding heb om te gaan.
Omdat de stem van mijn hemelse Vader die door de Bijbel tot mij komt mij leert hoe ik in mijn huwelijk sta of hoe ik met mijn single zijn of mijn kinderloosheid om ga.
Omdat Gods stem mij leert wat voor man of vrouw ik in dit leven heb te zoeken en waar ik niet moet zoeken en vinden.
Omdat de HEERE mij door Zijn Woord leert hoe ik me heb op te stellen als er spanningen en conflicten zijn.
Omdat de Drie-enige God door de Bijbel mij leert hoe ik met geld en goed heb om te gaan.
Omdat de Heere God mij leert door de Bijbel hoe ik met mijn tijd, ook mijn zogenaamde vrije tijd heb om te gaan.
Dit vooral omdat de Geest mij door het Woord leert om bij God als onze Vader en bij Christus als de enige Verlosser van zonde en schuld het echte leven te zoeken en te vinden.
De Bijbel Gods geschenk voor alles in mijn leven.
HEERE wat bent u goed voor ons om de Bijbel te geven die duidelijk is!
BASIESE GELOOF: OMKEER (III)
“Want hulle vertel self aangaande ons watter ingang ons by julle gehad het en hoe julle jul van die afgode bekeer het tot God, om die lewende en waaragtige God te dien en sy Seun uit die hemele te verwag, wat Hy uit die dode opgewek het, Jesus wat ons van die toekomstige toorn verlos.”1 Tes 1:9,10
Let daarop dat die Heilige Gees dit self vir ons sê dat by die basiese se lewe as Christen behoort dat jy jou bekeer van die afgode. Jy draai jou rug op alles wat stry met die HERE en Sy liefde en Sy wil. Juis in de Bybel wys die Gees dat God se onverdiende liefde so duidelik, so sigbaar, so oorvloedig na ons toegekom. By die doop en die nagmaal sien ons dieselfde. As jy sien hoe groot God se liefde is dat Hy selfs Sy Seun vir ons gegee het en sien hoe groot Christus se liefde was en is. Hoe Hy gely het om jou skuld te dra dan leer jy raaksien dat bekering is dat jy regtig jou rug dra op alles wat God se naam aantas en jou in stryd met Hom bring.
Dit is wat die HERE vanuit Sy liefde in Christus van ons vra. Dat jy jou rug op die afgode, op die sonde draai en jou tot Hom bekeer. Dat jy Hom as die lewende en waaragtig God dien. Letterlik beteken die woord dien hier dat jy Hom as slaaf volg. Dat jy graag God se slaaf wil wees. ‘n Slaaf wat dan as ‘n kind van God behandel word. ‘n Slaaf wat wil doen wat die enigste ware God sê, wat die enigste God wat waaragtig is, wat die waarheid vir jou wys, sê. Slaaf van God wees is regtig pragtig. Dan staan jy in die ware lewe. Dit vra die die HERE van al Sy kinders. Dan maak dit nie saak waar ons bly en waarop op hierdie wêreld ons lidmaat van Christus se gemeente is nie. Tussen kerken en lidmate wat regtig by Christus behoort kan nie daaroor ’n verskil wees dat ons moet en wil breek met ‘n ou sondige lewe nie. Dan mag daar geen verskil wees daarin dat ons in alles slaaf van God wil wees nie. Dan kan daar verskil in kennis wees maar waar die ware liefde, die ware geloof is wil enige kind van God in alles wat hy weet die HERE met sy of haar hele hart gehoorsaam wees, dien en eer. Wie dit nie wil nie beweeg self by God weg en laat die dreiging van die toekomstige toorn oor sy lewe bestaan.
WAAR LIEFDE WOONT
“Want u bent tot vrijheid geroepen, broeders, alleen niet tot die vrijheid die aanleiding geeft aan het vlees; maar dien elkaar door de liefde. Want de hele wet wordt in één woord vervuld, namelijk hierin: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Maar als u elkaar bijt en verslindt, pas dan op dat u niet door elkaar verteerd wordt.” Galaten 5:13-15
Soms moet je iets van je hart. Dat heeft nu te maken met een ontmoeting met iemand vorige week. Ik kreeg met een man een gesprek. Een goed gesprek. Een gesprek waarbij we samen bij Christus kwamen. Deze man wil niets anders dan de HEERE met Zijn hart dienen. Hij deelde op een goede manier de zorgen die er over het veel kerken zijn. Juist als het gaat om de trouw aan de HEERE en Zijn Woord. Toch was het een gebroken broeder. Hij had in de kerk zoveel ruzie meegemaakt. Zoveel liefdeloosheid. Zoveel moeilijk doen om vormen en regels die niet het evangelie en Gods eigen Woord raken. Zoveel veroordeling had hij gezien en meegemaakt. Op mijn uitnodiging om naar de kerkdienst te komen waar ik voorging, zei hij met tranen in de ogen dat hij dat niet kon. Hij wil dolgraag het evangelie horen maar als hij dan weer in een gemeente komt waar ze over kleine dingen ruzie maken en mensen veroordelen dat kon hij niet meer aan.
Je kunt hiervan van alles vinden. Er is zeker meer van te zeggen. De ellende is dat ik dit in mijn meer dan 35 jaar predikant zijn teveel heb meegemaakt. Ook collega’s die daardoor het onderspit moesten delven. Wat zijn we vaak enthousiast begonnen. Door de HEERE geroepen om dat geweldige evangelie van Christus te verkondigen. Mooier kan er toch niet zijn! Heerlijk het Woord van echte redding mensen mogen verkondigen. Natuurlijk weet je dat er tegenstand zal komen. We zijn zondige mensen. Maar dat geruzie onder mensen, onder mensen die door Gods liefde elkaar liefhebbende broers en zussen horen te zijn om dingen die niet raken of je wel of niet bij Christus hoort, is ten hemel schreiend. Wat gaan daaraan een mensen, wat gaan daar een ambtsdragers, wat gaan daaraan een dienaren van het Woord kapot.
Dan hoor je soms zelfs iemand zeggen: ze moeten eens wat minder soft zijn die mensen, de Here Jezus heeft nog veel erger geleden.
Dat laatste is zo erg als dit in deze omstandigheden gezegd wordt! De Here Jezus leed uit liefde voor zondaren zo erg dat wij dat nooit zouden kunnen. Hij moest zelfs God zijn om dat te kunnen. Wij worden nooit God. We moeten voor zulke dingen geen excuses en zeker geen vrome excuses gebruiken. We moeten onze hand in eigen boezem steken en leren zien dat ons harde liefdeloze gedrag, het gelijk willen hebben om eigen dingen zonde voor de HEERE is. Dan moeten we klein voor Christus worden om helende liefde te kunnen gaan geven. Dat ook echt doen! Onszelf verloochenen. Ik met mijn mening ben niet belangrijk en zeker niet om daardoor scheiding en ellende bij anderen te veroorzaken. De kerk van Christus moet een trouwe kerk zijn maar mag nooit een harde kerk worden. Dan kun je nog zo rechtzinnig zijn maar als hardheid je leven beheerst naar anderen ben je geen gelovig kind van God.
De liefde voor de naaste is het waarin ons leven met Christus juist vorm moet krijgen.
BASIESE GELOOF: OMKEER (III)
“Want hulle vertel self aangaande ons watter ingang ons by julle gehad het en hoe julle jul van die afgode bekeer het tot God, om die lewende en waaragtige God te dien en sy Seun uit die hemele te verwag, wat Hy uit die dode opgewek het, Jesus wat ons van die toekomstige toorn verlos.”1 Tes 1:9,10
Dan was daar nog die verering van allerhande ander gode. As jy in ‘n sekere beroep gestaan het, het jy saam met ander in dieselfde beroep ‘n vereniging gevorm en moes jy saam met hulle reëlmatig die beskermgod van jou beroep in sy of haar heiligdom vereer. Feeste, familiebyeenkomste, die saamkom van die stadbevolking, die amptelik jou beroep kan uitoefen en nog so baie meer het met die verering van afgode saamgehang. Die hele samelewing was daardeur gestempel. Jou hele sosiale lewe ook.
As jy dan sê dat die HERE alleen God is en jy Jesus Christus as jou enigste Redder en Koning volg, word jy gesien as ‘n vyand van die hele samelewing, as ‘n vyand van die mensheid. Jy verbreek dan regtig baie, baie bande.
Die bekering, die hulle rug draai in denke en in doen op die afgode het in Tessalonika plaasgevind. Ons is dikwels geneig om te sê: Jy kan van mense tog nie vra om so radikaal te wees nie. Daar is by mense tog die begin van die lewe met die HERE maar dan kan jy nog nie van hom of haar verwag om met alles te breek nie. Dan maak jy mense tog ongelukkig en isoleer jy jouself en ander teveel. So praat ons somtyds as dit oor sending of evangelisasie gaan. So praat en dink ons somtyds ook as dit om ons eie lewe gaan. Jy en ek het nie beelde, afgodsbeelde waarvoor ons kniel nie en ons gaan nie na tempels nie. Maar wat van jou as die god Dionysius sommer in jou lewe verskyn omdat jy van tyd tot tyd teveel drink en die alkohol die stuur in jou liggaam begin oorneem? Wat van jou as jy weet dat ‘n sekere fliek nie goed is nie maar jou vriende sê: Jy moet dit kyk man gaan jy dan na daardie tempel? Wat doen jy as jy fliek kyk of jy kyk televisie of ander sosiale media en die naam van die HERE, die naam van Christus word misbruik. Staan jy dan in die fliek op en verlaat die saal, hou jy op met kyk omdat jou God en Redder se naam aangetas word. Omdat ’n verkeerde beeld van die HERE, van Christus uitgedra word. Draai ons om as Christus se naam lelik gemaak word of is ons eintlik onverskillig? Ons kan baie voorbeelde hierby voeg.
Dink daaroor voor God se oë na of dit te radikaal is. Bedink daarby dat die HERE die God van liefde is wat jou heeltemal wil verlos en wat alle eer in die hele skepping verdien.
DE BESLISSENDE WOORDEN
“Ik overdenk Uw bevelen en heb oog voor Uw paden. Ik verblijd mij in Uw verordeningen, Uw woord vergeet ik niet.” Psalm 119:15,16
De Bijbel is het Woord van God. Dat zijn woorden waarvan we de betekenis eigenlijk niet groot genoeg kunnen maken. Waarom niet?
Zou dat zijn omdat het:
Zo’n oud boek is?
Omdat we er zoveel wijsheid in vinden?
Omdat we er mee opgevoed zijn?
Omdat we kunnen zeggen dat veel van de manier waarop we nu leven voortkomt uit het joods-christelijke van de Bijbel?
Als dat het is waarop we steunen is dat echt niets waard. Dan bouwen we ons leven op zand en gaat de Bijbel in ons leven nooit echt de plaats innemen die het verdient.
De Bijbel is echt het Woord van God. Het is Gods levende stem. Hij spreekt ons in Zijn Woord aan. Als de Bijbel opengaat, begint God met je te praten. Dan komen er de woorden op je af in verhalen, in geboden, in brieven en in profetieën en ook in dichterlijk taal. Dat zijn echt de woorden van de enige levende God. Het zijn de woorden waarvan we in Psalm 12 lezen: “De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal.” Vs 7
Het beroerde is dat wij er meesters in geworden zijn om aan dat Woord te sleutelen, om delen van dat Woord buiten de orde te stellen, om onze eigen wijsheid boven de woorden van God te stellen. Dan zeggen we dat de Bijbel grote waarde heeft maar de HEERE moet niet zo dichtbij komen dat we onze mening of ons leven anders moeten inrichten. Dan weten wij het zo snel beter of zelfs meer dan de HEERE zelf zegt. Dan moet de Geest die spreekt en Christus die spreekt toch wijken voor onze wijsheid of onze manier van leven. Daarbij hebben we allemaal hand in eigen boezem te steken!
Daartegen is maar een medicijn: het gebed dat de Geest ons klein maakt en ons in onze eigenwijsheid breekt en ons door Christus maakt tot mensen die niet meer willen zijn dan leerlingen van God. Dus ook van Zijn Woord!
BASIESE GELOOF: OMKEER (II)
“Want hulle vertel self aangaande ons watter ingang ons by julle gehad het en hoe julle jul van die afgode bekeer het tot God, om die lewende en waaragtige God te dien en sy Seun uit die hemele te verwag, wat Hy uit die dode opgewek het, Jesus wat ons van die toekomstige toorn verlos.”1 Tes 1:9,10
Waar hierdie woord bekering of bekeer gebruik word gaan dit om ‘n radikale omkeer in jou lewe. Dit gaan nie om jou koers ‘n klein bietjie aan te pas nie maar om ‘n totaal ander koers in jou lewe. Selfs so dat jy jou rug draai op dit wat jy tot nou toe gedoen het. Die woord wat Paulus hier vir bekeer gebruik wys daarop dat dit gaan om ‘n radikale omkeer van jou lewe sowel in denke as in doen. Hoe belangrik is dit ook vir ons. As jy lidmaat van die kerk is, as jy na die preek luister, as jy Nagmaal vier, as jy in God se verbond gebore is, gaan dit nie net daarom dat jy in die evangelie, in Christus glo as ‘n idee nie. Dit gaan nie net daarom dat jy die belangrikste punte van die leer van God se Woord ken nie. Dit is belangrik! Maar dit gaan daarom dat dit jou hele lewe deurtrek. Dat dit sowel jou hele denke asook jou lewe elke dag beheers en stuur.
Jy moet jou eers indink wat dit vir die mense toe beteken het! Watter geweldige verandering dit in hulle lewens was. Die dien van verskillende afgode het hulle hele denke en manier van lewe bepaal. Daar was die aanbidding van Kabeiros wat ook die voorvaderverering ingesluit het. Dit was ‘n vaste onderdeel van hulle lewe en as jy dit nie gedoen het, was jy verag want jy hou jou voorouers nie in ere nie. Dan was daar die verering van Dionysius wat die god van die wyn en die natuur was. Hierby het behoort die reëlmatige feeste waar die wyn ryklik gevloei het en waarby van Dionysius verwag is dat hy vir hulle ‘n lewe na die dood sou gee. Dit was feeste wat die eenheid van die stadsbevolking gewys het. As jy nie saamdoen, is jy geen deel van die samelewing nie. Dan is daar die verering van die keiser. Daaraan moet jy saamdoen om te wys hoe jy saam met die hele stad aan die reëls wat almal aanvaar, lojaal is. Die manier van lewe wat daar onder die keiser as ‘n godheid is, aanvaar jy saam met die ander en jy maak geen onrus nie. Dit is een van die groot beskuldigings teen die Christene dat hulle algemeen aanvaarde reëls nie aanvaar nie en mense tot ‘n ander manier van lewe wil beweeg. Ons lees die beskuldiging juis as Paulus in Tessalonika is. Ons lees naamlik in Hand 17:6,7: “Die mense wat die wêreld in opstand bring, hulle het hier ook gekom, en jason het hulle ontvang. En hulle almal handel teen die bevele van die keiser en sê dat daar ‘n ander koning is, naamlik Jesus.”
Jy sien hier dat ons geroep is om as die eerste van ons lewe burger van God se Koninkryk te wees.
HOMPJE CELLEN
“Uw ogen hebben mijn ongevormd begin gezien, en zij alle werden in Uw boek beschreven, de dagen dat zij gevormd werden, toen er nog niet één van hen bestond.” Psalm 139:16
Er is in de media weer ophef over het ongeboren kind. De bekende Tim Hofman verdedigd zijn vriendin die over een eigen abortus schrijft en daarbij spreekt over een hompje cellen dat zo verwijderd wordt. Ze biedt daarbij excuses aan dat hompje cellen in haar baarmoeder aan omdat ze er nog niet klaar voor was om daarvoor te zorgen.
Daarop komen reacties. Heel goed voor te stellen. Zeker als je zo in het openbaar schrijft. Op deze reacties komt een felle reactie van Tom Hofman die laat merken hoe hij over het ongeboren leven denkt. Hij schrijft in reactie o.a. dit: “Fascinerend hoe mensen die doorgaans geen zier om mensen en mensenrechten geven (bruine mensen eng! homo’s vies! vrouwen dom!) opeens helemaal wild worden van een klompje cellen laten verwijderen.”
Jouw eerste reactie is waarschijnlijk verontwaardiging. Toch moeten we daar nog even mee wachten. Wat waren o.a. de reacties die er op het schrijven van zijn vriendin kwamen? O.a. dingen zoals dit en dan ook nog anoniem: “„Was ze ook nog niet klaar voor bescherming? Of gewoon te lui om het te gebruiken. Ik wil geen kind dus ik vermoord je maar. Egoïstisch rotvolk”,
Zo’n reactie is niet goed. Juist als kinderen van God, als gelovigen mogen we niet zo reageren. We hebben op te komen voor het ongeboren kind! Dat ongevormde begin is leven, is een kind dat de HEERE gegeven heeft. Dat kind verdiend juist daarom bescherming. Wij hebben niet het recht om dat kind te doden. Het is al echt een persoon.
Dat moeten we steeds weer met liefde en bewogenheid naar voren brengen maar niet door te gaan schelden en nooit anoniem. Als ik dat eerste bericht lees dan is daar ook een aanknopingspunt. De vrouw die schrijft biedt haar excuses aan. Dat doe je niet als je het alleen als een hompje cellen ziet. Dan zie je doorschemeren het besef dat het toch veel meer is. Dan is het goed om juist daarop te reageren en met liefde duidelijk te maken waarom je voor de bescherming van het ongeboren kind staat. Dat wij als mensen niet boven aan de ladder staan en alleen aan onszelf verantwoording hebben af te leggen maar juist ook aan Hem die ook ons het leven gegeven heeft. Die ook het leven dat in onze ogen als een ongevormd begin begonnen is, gegeven heeft. Niet schelden, niet de bescherming van het ongeboren leven opgeven maar in liefde laten zien hoe de HEERE het leven geeft en we er mee hebben om te gaan. Dat we dan op Gods zorg mogen bouwen en vertrouwen.
BASIESE GELOOF: OMKEER (I)
“Want hulle vertel self aangaande ons watter ingang ons by julle gehad het en hoe julle jul van die afgode bekeer het tot God, om die lewende en waaragtige God te dien en sy Seun uit die hemele te verwag, wat Hy uit die dode opgewek het, Jesus wat ons van die toekomstige toorn verlos.”1 Tes 1:9,10
Die boodskap wat vanuit die gemeente van Tessalonika deur die wêreld eggo is dat hulle voorbeelde van die geloof in Jesus Christus is. Dit is nie net een of ander vae eggo wat klink nie. Die mense kan ook vertel wat die inhoud van hulle geloof is. Die inhoud is dit wat ons in ons teks lees. Dit is ‘n goeie opsomming van hulle geloof en die lewe van die geloof onder hulle.
Die eerste wat van hulle ook aan Paulus hulle vertel word, is dat hulle hul “van die afgode bekeer het”. Die bekering van die afgode was een van die eerste punte wat Paulus in sy prediking aangespreek het. Ons lees dit duidelik as die bevolking van Listre Paulus en Barnabas as gode wil aanbid. Dan sê hulle vir die inwoners van Listre o.a. die volgende: “Manne, waarom doen julle hierdie dinge? Ons is net sulke mense soos julle, en ons verkondig die evangelie dat julle jul van hierdie nietige dinge moet bekeer tot die lewende God wat die hemel en die aarde en die see en alles wat daarin is, gemaak het.” Hand 14:15.
Paulus noem die afgode hierdie “nietige dinge”. As jy dit bedink, let dan eers daarop hoe dit wat hy hier sê ooreenkom met dit in ons teks: “Julle jul van die afgode bekeer het tot God, om die lewende ….. God te dien.”
Wat is dus een van die eerste beginsels van die prediking dat mense hulle van die afgode bekeer. Wat is nou bekeer? Om dit mooi raak te sien is dit goed om eers op die letterlike betekenis van die woord bekeer te let. Vir ons is die woord bekeer ‘n geestelike woord wat ons net in verband met die geloof gebruik. Ons moet bedink dat sowel in die Ou as in die Nuwe Testament, sowel in die Hebreeus as ook in die Grieks hierdie woord, of die woorde wat daarvoor gebruik word ook ‘n hele gewone betekenis gehad het. Jy kon die woorde bekeer jou op die sportveld of iewers op die straat hoor. Dit kon wees dat ‘n onderwysers vir ‘n leerling sê: bekeer jou en die leerling het dan besef dat hy die opdrag kry om hom letterlik om te keer. Letterlik is die betekenis dat jy jou omdraai. Jy het met jou gesig een kant toegestaan en nou draai jy jou rug na daardie rigting. Gello in Christus beteken dat jou lewensrigting heeltemal anders geword het.
ZO'N PRACHTIG CADEAU
“Ik overdenk Uw bevelen en heb oog voor Uw paden. Ik verblijd mij in Uw verordeningen, Uw woord vergeet ik niet.” Psalm 119:15,16
De woorden van God. Zijn geboden. Ja de Bijbel is belangrijk. Een kerk kan niet zonder de Bijbel. Maar het is toch wel een oud boek. Er staat veel moois in maar het is niet meer echt van deze tijd. Dan nog al die geboden. Dat is toch wel iets dat ons steekt. Wij willen vrij zijn. Wij willen ook niet echt bekritiseerd worden. Want we zijn wie we zijn. Het spreekt toch veel meer aan dat de Here Jezus ons van de straf gered heeft. Dat Gods liefde naar ons toekomt. Dat Hij om Christus ons onze vrijheid gunt en ons Zijn wijsheid en Zijn zorg aanbiedt als het moeilijk in ons leven is. Anders voelt het zo als verplichtingen en dat tast toch onze vrijheid aan en wie we zelf zijn. Wij zijn er als personen ook nog en wij mogen er toch zijn.
Het zijn gedachten en gevoelens die door de hele samenleving gaan en ook ons raken. Het zit in de lucht. Het trekt overal heen. Het wil ook mijn en jouw hart veroveren. Juist dit verklaart ook dat als je het met de manier van leven van bepaalde mensen niet eens bent en je zegt dat ze zichzelf aangevallen en niet geaccepteerd voelen.
Maar nu terug naar de woorden van God. Naar de Bijbel. Het is een zegen dat we dat Woord hebben. Dat is echt zo’n geweldig cadeau! Vooral voor zondige mensen zoals wij. Vooral voor ons die uit onszelf, vanuit onze eigen kracht allerlei verkeerde en domme dingen doen. Wij die ons tegenover God gezet hebben omdat we eigen baas willen zijn.
In ons eigen gevoel en verstand is de goede weg en het goede leven niet te vinden. Hier zie je hoe belangrijk en onmisbaar het juist is wat de HEERE over onze schuld en zonden zegt. We moeten er voor uitkijken om niet met onze mond te zeggen dat de Bijbel voor de kerk onmisbaar is maar dat we het cadeau van Gods Woord daarna in het cadeaupapier laten zitten. Het moet uitgepakt worden. Gelezen met eerbied. Om te leren. Dan ga je zien dat Gods geboden geen last zijn maar een prachtig cadeau dat we zo nodig hebben. Elke dag. Omdat ik zo dom eigenwijs ben en de HERE een en al wijsheid.
BASIESE GELOOF
“Want hulle vertel self aangaande ons watter ingang ons by julle gehad het en hoe julle jul van die afgode bekeer het tot God, om die lewende en waaragtige God te dien en sy Seun uit die hemele te verwag, wat Hy uit die dode opgewek het, Jesus wat ons van die toekomstige toorn verlos.”1 Tes 1:9,10
‘n Groot deel van die gemeente in Tessalonika het uit die heidendom gekom. Die mense wat in hierdie gemeente die Nagmaal gevier het, was enkele jare gelede nog besig om by offermaaltye in die tempels van hulle afgode die afgode te vereer. Die lidmate van hierdie gemeente was verseker nie net mense wat ‘n joodse agtergrond gehad het of die Ou Testament al baie goed geken het en al besig was om die HERE op die regte manier te dien nie. Die meeste van hulle was voor hul bekering nog regtig in die greep van ‘n heidense lewe. Hierop wys in ons teks die mededeling dat die Tessalonisense hul van die afgode bekeer het. Belangrike afgodediens toe in Tessalonika was die verering van Kabeiros as die god van die voorvaders en die verering van Dionysius en die aanbidding van die keiser. Dan was daar langsaan nog verering van minder belangrike gode.
Ons lees in die teks hierbo wat die kern van Paulus se prediking aan heidene was. Die Gees wys ons hier die kern van die sendingprediking. Hy wys ons die eerste beginsels wat daar moet wees om waarlik gemeente van Christus te wees. Hier sien ons hoe aktueel ons teks ook vir ons vandag is. Hoe belangrik dit is as jongmense belydenis van hulle geloof wil aflê, as mense vra om deel van dee gemeente wil word. As gemeentes vra om deel van die kerkverband te word. Dit is so belangrik in die eerste pel vir ons persoonlik en as gemeente by die vraag of ons regtig Christene is of ons regtig kerk van Christus is.
Sonder hierdie basiese in leer en lewe is ons nie Christene nie. Dan leer ‘n mens ook sien hoe hierdie basiese nog altyd teenstand in ons harte oproep. Let vir ons tyd daarop spesiaal op dat by die basiese geloof behoort dat jesus ons van die komende toorn verlos! Die oordeel van god en God se toorn oor die sondes behoort by die basiese geloof. Sonder dat dit deel van jou geloof en lewe is, is ons nie Christene nie!
BIJBELEZEN EN VERANDEREN
“Heden, indien u Zijn stem hoort, verhard uw hart niet, zoals te Meriba, zoals in de dagen van Massa in de woestijn” Psalm 95:7b,8
Ik hoop dat jouw Bijbel niet stoffig is. Dat het stof geen kans krijgt omdat je elke dag je Bijbel openmaakt en er in leest. Dat je elke dag de stem van God in je leven wilt horen en overdenken. Met wat voor doel lees je in de Bijbel?
Je antwoord is misschien: om meer over de HEERE te leren. Om meer te leren wat de wil van God is. Dat zijn goede antwoorden. Dat zijn dingen die onmisbaar zijn als je in je Bijbel leest. Het is goed om al meer te leren over wie Christus is, wie God de Vader is, wie de Heilige Geest is. Je zult merken dat je dan al meer de grootheid van de Drie-enige God gaat zien.
Toch moet er iets bij gezegd worden. Iets dan onmisbaar is! De Heilige Geest heeft het 100% betrouwbare Woord van God niet alleen gegeven om dingen te weten. De stem van God zoals die door de Bijbel tot ons komt, is er op gericht om jou en mij te veranderen! Om ons tot andere mensen te maken. Om in ons hart te komen en volgens dat Woord al meer te gaan denken, te gaan voelen, te gaan spreken, te gaan handelen.
De HEERE spreekt ons echt elke keer aan als we in de Bijbel lezen. Het gaat maar niet alleen om de Bijbel als boek maar het is juist die levende stem van God die door het lezen van de Bijbel tot ons komt. Om mij als eigenwijs mens leerling van Hem te maken en onze eigen wijsheid aan de kant te zetten. Om mij met mijn korte lontje tot een al meer zachtmoedig mens te maken. Om mij die met woorden zo makkelijk mensen tegen elkaar opzet tot vredemaker te maken. Om mij te ontdekken aan verkeerde dingen in mijn voelen, spreken en handelen. Om juist dat al meer te veranderen. Als wij aangesproken worden op het verkeerde, het zondige in ons, hebben we de neiging om ons te verzetten, om ons te verharden. Om misschien de Bijbel aan de kant te schuiven of onze eigen uitleg te geven waardoor we in eigen wijsheid Gods wijsheid aan de kant schuiven. Wat is dat erg. Lees je Bijbel en laat je aanspreken. Bid dat de Geest je echt laat luisteren om te veranderen. Dat hebben we allemaal elke dag nodig. Dat wil God om Christus’ werk je geven!
GETUIES WEES
“Julle weet hoedanig ons onder julle om julle ontwil gewees het. En julle het navolgers van ons geword en van die Here deurdat julle die woord in baie verdrukking ontvang het met die blydskap van die Heilige Gees, sodat julle voorbeelde geword het vir al die gelowiges in Macedónië en Acháje. Want van julle uit het die woord van die Here weerklink nie alleen in Macedónië en Acháje nie, maar ook op elke plek het julle geloof in God uitgegaan, sodat ons nie nodig het om daar iets van te sê nie.” 1 Tes 1: 5b-8
Dit behoort by ons geen vraag te wees of ons Christus in ons lewe wil navolg en so voorbeeld van die lewe met Hom wil wees nie. Dit behoort by jou geen vraag te wees of jy in die lewe met die HERE wil groei nie. Nader aan die HERE beweeg, al hoe meer Sy navolger word, behoort ons lewe as Christen te wees. Dan is jou eerste en ook ons eerste prioriteit nie om daaroor na te dink hoe ons die meeste in ons samelewing aanvaar sal word en ook nog Christen kan wees nie. Die eerste is hoe ons Christus se getuies in ons omgewing teen alle teenstand in kan wees. Hoe belangrik is dit dat ons as kerk ook deur ons manier van leef Christus se getuie in die wêreld is. Hoe belangrik is dit dat jy deur jou manier ‘n voorbeeld vir mense is waardeur hulle nie ‘n verkeerde beeld van Christus en Sy gemeente kry nie. Laat die ken van Christus ons stimuleer om persoonlik en saam as gemeente voorbeeld, goeie voorbeelde van die lewe met Christus te wees. Laat ons steeds weer deur die krag van die Gees nuwe krag wil ontvang om dit al hoe meer te kan wees.
As ons nie so wil leef nie, as dit jou te vroom of te gelowig is, moet jy bedink dat jy Christus nou nie volg nie. Dan leef jy nou sonder vergifnis van jou sondes. Dan is bekering so nodig want dan is jy besig om God se liefde te verag en God se eer vir mense te verduister. Laat ons so leer leef van God se genade en laat die blydskap van die Gees ons beheers. Laat die lewe met die HERE ons bo alles gaan. Dan kry ons in en deur Christus alles uit genade vir ewig!
LAAT JE JE AANSPREKEN? (I)
“Heden, indien u Zijn stem hoort, verhard uw hart niet, zoals te Meriba, zoals in de dagen van Massa in de woestijn” Psalm 95:7b,8
Er kan in ons leven een pijnlijke tegenstelling zijn. We zijn naar buiten toe een gelovige man of vrouw. We geven leiding aan een bijbelstudievereniging, je bent misschien ambtsdrager, je doet mee aan gesprekken over Christus en het leven met Hem. Met je mond ben je naar anderen toe iemand die als gelovige spreekt.
Maar in je gezin ben je vaak een heel ander persoon. Op je werk of bij je opleiding ben je iemand die om jouw gedrag niet erg goed bekend staat. Je hebt een kort lontje, je bent niet iemand die bekend staat als een mens die warmte en liefde uitstraalt. Ze kennen je niet als een christen. Je wil ook liever niet dat mensen dat weten. Is niet nodig. Als ze horen dat je dat bent zijn ze verbaasd en bevestigt dat voor meerderen dat christen schijnheilig zijn.
Het is zo dat iedere gelovige een strijd heeft te voeren tegen het verkeerde in eigen leven. Toch is dat iets anders dan dat je leven twee gezichten heeft. Een die in de kerkelijke omgeving zegt wat verwacht wordt en waar je om jouw woorden misschien zelfs wel aanzien hebt maar in het gewone leven ben je iemand die volgens eigen zondige hart leeft.
Het is een gevaar dat we dit in stand houden. Dat kan gebeuren door steeds te zeggen dat je zondig bent. Dat jouw karakter nu eenmaal zo is en dat je er niet veel aan kunt doen. Je gelooft en je weet veel van de Bijbel maar het moet niet zo dichtbij komen dat het jou moet veranderen. Ik ben zondig en vraag om vergeving en dan is het toch goed. Zo’n levenshouding werkt verwoestend! Hoe behoudend en orthodox we ook met onze mond zijn.
Waarvoor heeft de HEERE de Bijbel aan ons gegeven? Om op afstand te weten wie Hij is? Om Hem te loven en te prijzen zonder dat het invloed op ons dagelijkse leven heeft? Ben je een christen als je een dubbelleven leidt?
Nee en nog eens nee. Juist wie belijdt dat de Bijbel voluit Gods onfeilbare Woord is, weet dat dit niet zo is. De Heilige Geest spreekt ons door en in het Woord aan! Hij spreekt de zondige mens aan om te veranderen. Als we veel over bekering spreken maar het Woord op afstand houden dan weten we zelf niet wat bekering is. Het gevaar is dat we onze harten verharden terwijl we veel over de HEERE spreken. Het is nodig om de komende tijd daar verder over na te denken.
DIE REGTE BLYDSKAP VAN DIE GELOOF
Die vorige keer het ek met die volgende woorden uit Rom 8 geeindig: “Die Gees self getuig saam met ons gees dat ons kinders van God is; en as ons kinders is, dan ook erfgename van God en medeerfgename van God, as ons naamlik saam met Hom ly, sodat ons ook saam met Hom verheerlik kan word. Want ek reken dat die lyding van die teenwoordige tyd nie opweeg teen die heerlikheid wat aan ons geopenbaar sal word nie.” 16-18.
Dit is ook daarom dat Paulus en Silas met al hul beserings in die slegste sel in die tronk nog altyd van Christus getuig het deur lofliedere op die Here in die tronk te sing. Daarom kan Paulus ook in Fil 4:4 skryf: “Verbly hulle altyd in die Here; ek herhaal: Verbly julle.”
Hier sien ons hoe die blydskap van die Gees, die blydskap van die geloof nie afhanklik is van die druk wat op gelowiges geplaas word nie. Hierdie blydskap is so sterk omdat Christus dit verdien het en die Gees dit werk. Dit wys ons dat die verbondenheid aan die HERE vir Sy kind die belangrikste en beste in die lewe is. Dat jy Sy liefde en genade mag ken en daarin deel is soveel meer as eer, aanvaarding en wêreldse geluk.
Die Tessalonisense het dit raakgesien en daarom leef hulle teen alle verdrukking in met Christus en is hulle aktief vir God. Wie so leef dink nie meer daaraan dat hy te gelowig of te vroom kan wees nie. So ‘n mens dink nie daaraan hoe hy nog net soveel vir homself kan leef, watter sondetjies nog kan doen en dan nog net deur die HERE aangeneem sal word nie. Jy dink dan nie groot van jouself nie want jy val jouself nog so baie teen vanweë die sondes wat jy doen. Dit is vir jou hartseer en jy bely dit vir die Here. Jy dink nie dat jy die beste voorbeeld van geloof is nie maar jy wil in liefde vir Christus as jou Redder so leef as wat dit in Vader se oë reg is. Jy wil God se wil navolg. Jy wil Christus navolg. Christen-wees is jou lewe.
As jy by jouself ontdek of weet dat jy nie so leef en eintlik tot nou toe ook nie so wou leef nie. Dan is dit die HERE self wat jou met die oog op jou lewe en toekoms persoonlik aanspreek. My kind, wat Ek My belofte en liefde gegee het, leef tog nie met ‘n onverskillige hart vir my. Dink tog nie dat jy self kan bereken hoe jy nog net by Christus kan behoort nie. Dink ook nie dat jy later wel weer gelowig met jou hele hart sal leef nie. Verag My liefde tog nie maar laat My liefde jou beweeg om regtig vir My en vir Christus te leef. Verag nie mense wat so leef nie en sê nie wat ’n vroompies is hulle nie maar laat ons ons voeg by hulle wat met hul hele lewe Christus wil volg. Wie so navolg word ook voorbeeld.
MENSELIJKE KRACHT BESLISSEND?
“Toen nu de tijd om te baren voor haar aangebroken was, zie, er was een tweeling in haar schoot.De eerste kwam tevoorschijn, rossig en helemaal behaard als een haren mantel; daarom gaf men hem de naam Ezau. Daarna kwam zijn broer tevoorschijn, terwijl zijn hand de hiel van Ezau vasthield; daarom gaf men hem de naam Jakob. Izak was zestig jaar oud bij hun geboorte. Toen die jongens groot werden, werd Ezau een man ervaren in de jacht, een man van het veld. Jakob echter was een oprecht man, die in tenten woonde. Izak had Ezau lief, omdat hij graag wildbraad at; Rebekka daarentegen had Jakob lief.” Genesis 25:24-28
Geslacht mag eigenlijk geen enkele rol meer spelen. Je moet ook zonder probleem van geslacht kunnen wisselen. Eigen keuze in plaats het lichaam dat je van je Schepper gekregen hebt, is bepalend vinden velen.
Tegenover deze invasie van bepaalde ideeën zien we dat vooral in christelijke kring er verschillende initiatieven genomen worden om de verschillen tussen de geslachten te benadrukken. Er worden kampen en Bijbelstudies gehouden die erop moeten wijzen dat een man een avonturier is, dat een man uit is op veel lichamelijke kracht. Een man moet een kerel zijn. Een echte man is sterk, geeft sterke leiding en zoekt het avontuur, zoekt de uitdaging. Een echte vrouw is lief en wil er vooral mooi uitzien en laat de initiatieven aan de mannen over. Is een vrouw die wel initiatieven neemt en in onze ogen niet zo heel erg op haar uiterlijk is geen echte vrouw? Is een man die graag thuis is en die niet zo op kracht en avontuur uit is geen echte man? Zijn bepaalde kenmerken die wij als vooral mannelijk en vrouwelijk noemen beslissend voor het echte man en vrouw zijn? Dat is ook een van de elementen die in dit gedeelte van de Bijbel naar voren komt. Ook dit heeft alles met Gods belofte te maken.
Rebekka is in verwachting geraakt. Ze heeft ook de strijd tussen de tweeling die ze verwacht in haar buik gevoeld. De HERE die ervoor heeft gezorgd dat ze in verwachting is geraakt, heeft haar verteld waarom het wel oorlog in haar buik lijkt. Dan komen de negen maanden zwangerschap tot een einde. De HERE bepaald de dag van de geboorte. Dan wordt duidelijk dat wat de HERE gezegd heeft ook echt zo is. Er wordt een tweeling geboren.
De eerste die geboren wordt is een heel opvallende verschijning. Er komt een jongetje in de wereld die al over zijn hele lichaam behaard is. In die zin lijkt deze baby meteen al een volwassen man. Zelfs op een volwassen man die opvallend veel haren over zijn hele lichaam heeft. Er wordt van hem ook gezegd dat hij rossig is. Dat kan hier wijzen op het haar dat rossig is. Het kan ook wijzen op de kleur van zijn huid die donkerder dan normaal is en wel roodbruin lijkt. Alsof hij al jaren door de zon gekleurd is. Hoe dan ook deze baby ziet er heel opvallend uit. Toch wil dit niet zeggen dat deze kerel met veel kracht de drager van Gods belofte is. Er komt nog een kind en daarvan is al een handje zichtbaar. Volgende keer daarover verder. Menselijke kracht is bij de HERE niet beslissend!
JOU BLYDSKAP IN GOD VIND
“Julle weet hoedanig ons onder julle om julle ontwil gewees het. En julle het navolgers van ons geword en van die Here deurdat julle die woord in baie verdrukking ontvang het met die blydskap van die Heilige Gees, sodat julle voorbeelde geword het vir al die gelowiges in Macedónië en Acháje.” Thessalonicense 1:5b-7
Die Here Jesus het vanweë Sy gehoorsaamheid aan Sy Vader al hoe meer verdrukking in hierdie wêreld gely. Hy het nie stil gebly nie. Hy het steeds weer die evangelie verkondig dat Hy die beloofde Verlosser en Messias is. Hy het die wil van Vader teenoor Fariseërs, Saduseërs en al die leiers wat vyandelik teenoor Hom gestaan het, bly wys. Hy het nie stil gebly as Hy dinge moes sê wat mense hard in die ore geklink het en mense daarom geloop het en sy teenstanders geword het. Hoe verskriklik swaar het dit vir die Here Jesus geword. Ons sien dit in die tuin vann Getsemane as die bloedsweet uit Sy liggaam kom. Nogtans is Sy vreugde om die wil van Vader te doen. As dit Vader se wil is, sal Hy tot in die diepste Hom vir die gelowiges en deur die ongelowiges laat verdruk. In alles bly die Here Jesus se diepste blydskap om die wil van Sy Vader te doen. Kyk:
So het die Here Jesus vir al God se kinders vergifnis van al ons sondes en ewige blydskap verdien. Paulus en sy medewerkers leef vanuit die liefde vir God en daarom wys hulle in hulle lewe Christus, die voorbeeld van Christus vir die Tessalonisense. Paulus en Silvanus het in Filippi vir Christus gely het. Gegesel, in die tronk gegooi, uit die stad gesit. As hulle so in Tessalonika aankom is hulle nie verslae mense nie. Hulle is nie mense wat net kan kla en mou nie. Ondanks die baie seer plekke op hulle rue, ondanks die slegte behandeling wat hulle gekry het, straal daar blydskap uit hulle lewens. Die blydskap wat hulle vanweë Christus se lewe en werk gekry het, is groter as al die verdrukking wat daar in hulle lewe is. Dit is die blydskap dat God hulle Vader is en Christus al hulle sondes weggeneem het. Die blydskap wat die Gees in hulle gewerk het en wat beteken dat hulle weet dat niks God se liefde uit hulle lewe kan wegneem nie. As die Gees dit werk kan niks dit in hulle doodmaak nie. Die vreugde in God, die ewige lewe wat God se kind in Christus het, is meer as al die verdrukking, veragting en spot wat jy weëns die volg van Christus moet dra in hierdie wêreld. Die Gees wys dit vir ons in Rom 8 so: “Die Gees self getuig saam met ons gees dat ons kinders van God is; en as ons kinders is, dan ook erfgename van God en medeerfgename van God, as ons naamlik saam met Hom ly, sodat ons ook saam met Hom verheerlik kan word. Want ek reken dat die lyding van die teenwoordige tyd nie opweeg teen die heerlikheid wat aan ons geopenbaar sal word nie.” 16-18.
DIENEN
“De kinderen stootten in haar lichaam tegen elkaar. Toen zei zij: Als dit zo is, waarom overkomt mij dit? En zij ging de HEERE raadplegen. De HEERE zei toen tegen haar: Er zijn twee volken in uw schoot, en twee naties zullen zich uit uw lichaam vaneenscheiden. Het ene volk zal sterker zijn dan het andere en de meerdere zal de mindere dienen.” Genesis 25:22,23
De HERE vervult zijn belofte. Ook dat uit Abraham meerdere volken zullen voortkomen. In de buik van Rebekka zijn er de voorvaderen van 2 volken. Daar is Ezau, de oudste als voorvader van het volk Edom. Daar is Jakob de jongste als de voorvader van het volk Israël.
De HERE laat weten dat als gevolg van Zijn verkiezing er strijd zal zijn. Juist die strijd laat zien dat Ezau en zijn nakomelingen uiteindelijk voor het grootste deel gehaat, verworpen zullen worden. Zoals de HERE daarover ook in Romeinen 9 spreekt dat Hij Jakob heeft liefgehad en Ezau gehaat. Want wat gebeurt er in de geschiedenis? Dat is waar de HERE hier tegenover Rebekka al over spreekt. Dat zullen we in de komende tijd ook zien gebeuren als we bij andere delen in de geschiedenis van Jakob en Ezau zullen stilstaan. Wat gebeurt er? Je ziet dat Ezau zich niet schikt in Gods verkiezing van Jakob als de erfgenaam, als de drager van Gods belofte.
Was er voor Ezau die de jongste zal gaan dienen wel toekomst? Was er wel toekomst mogelijk voor zijn nakomelingen? Dat was zeker het geval. We moeten goed bedenken dat ook Ezau Gods belofte heeft gekregen. Ook hij is besneden. Hij was in Gods verbond opgenomen. De HERE riep ook hem op om met zijn leven, zijn schuld, zijn zonden tot Hem te komen. Dat was een echte roep, de HERE komt ook serieus met Zijn belofte naar Ezau. Voor Ezau en zijn nakomelingen is er toekomst als ze zich onder Jakob stellen. Als ze zich onder Gods plan stellen. Als ze de minste in menselijk opzicht willen zijn en zich willen stellen onder de Verlosser die uit Jakob zal voortkomen. Zo is het ook in ons leven. Wie gedoopt is en Gods uitnodiging om tot Christus te komen vandaag ziet en hoort, wordt echt geroepen. Wie komt, dankt de HERE dat zijn of haar geloof het gevolg van Zijn genadige verkiezing is. Dan leven we niet voor onze eigen positie in kerk en samenleving. Dan is alleen maar belangrijk dat we in dienst van Christus leven en bij Hem de verlossing zoeken en volgens Zijn geboden willen leven.
CHRISTUS NAVOLG
“Julle weet hoedanig ons onder julle om julle ontwil gewees het. En julle het navolgers van ons geword en van die Here deurdat julle die woord in baie verdrukking ontvang het met die blydskap van die Heilige Gees, sodat julle voorbeelde geword het vir al die gelowiges in Macedónië en Acháje.” Thessalonicense 1:5b-7
Wat is nou die voorbeelde wat die Tessalonisense nagevolg het? Ons lees dit in vers 6: “En julle het navolgers van ons geword en van die Here”. Ons lees in die vervolg ook waarin die navolging bestaan het: “deurdat julle die woord in baie verdrukking ontvang het met die blydskap van die Heilige Gees.”
Let daarop dat hier vir ons gesê word dat die gemeente in Tessalonika navolgers van Christus geword het. Want wat is hier die verhouding tussen Christus en Paulus en sy medewerkers? Dit is die Here Christus wat as die Koning van die kerk Paulus en sy medewerkers gestuur het om die evangelie te verkondig. Om te vertel van Christus en Sy werk. Paulus en Sy medewerkers staan in Sy diens en behoort Hom te gehoorsaam en Hom na te volg. Die Tessalonisense ken Christus en Sy evangelie deur Paulus, Silvanus en Timoteus. Hulle het ook gesien hoe hierdie drie mense Christus in hulle lewe navolg. As hulle nou Paulus en sy medewerkers navolg, volg hulle saam met Paulus, Silvanus en Timoteus die Here Christus na. Daarom is dit goed en nodig om raak te sien watter voorbeeld en onderwys die Here Jesus op hierdie punt gegee het.
Die Here Jesus het vir mense baie duidelik vertel wat dit vir die lewe op aarde beteken as jy Hom in jou lewe sal volg. Ek wys op enkele dinge wat Hy ons as ons belangrykste leraar geleer het:
Matt 5:10,11: “Salig is die wat vervolg word ter wille van die geregtigheid, want aan hulle behoort die koninkryk van die hemele. Salig is julle wanneer die mense julle beledig en vervolg en valslik allerhande kwaad teen julle spreek om My ontwil."
Joh 15:20: “Onthou die woord wat Ek vir julle gesê het: ‘n Dienskneg is nie groter as sy heer nie. As hulle My vervolg het, sal hulle jul ook vervolg.”
Joh 16:33: “Sit het Ek vir julle gesê, dat julle in My vrede kan hê. In die wêreld sal julle verdrukking hê; maar hou goeie moed, Ek het die wêreld oorwin.”
Die pad gaan wat Christus wys as ons God en Koning is Hom navolg.
SAMEN BIDDEN
“Izak bad vurig tot de HEERE in het bijzijn van zijn vrouw, want zij was onvruchtbaar. En de HEERE liet Zich door hem verbidden, zodat Rebekka, zijn vrouw, zwanger werd.” Genesis 25:21
Izak en Rebekka bidden samen. Dat is voor ons ook een heel goed voorbeeld. Wat is het belangrijk dat we samen in onze huwelijken, op weg naar het huwelijk en in onze gezinnen samen bidden. Bidden voor elkaar en dat ook samen doen. Leven als man en vrouw, leven in het gezin, leven in de kerk in de eenheid van het geloof is samen voor de HERE leven. Samen ook je hulp, vergeving, toekomst en liefde bij Hem zoeken. Als je in je eigen leven merkt dat je dat niet meer doet of misschien wel nooit gedaan hebt, is het nu de tijd om dat te veranderen. Om ook hierin samen in dienst van Christus te staan. Om zo ook werkelijk op het goede fundament je leven, je gezinsleven, huwelijk en het leven in de gemeente te bouwen.
De HERE is de Hoorder van het gebed! Wanneer Izak en Rebekka samen bidden om de vervulling van Gods belofte dan geeft de HERE dat. De HERE wil geven in de weg van het gebed. Zodat wij blijven beseffen dat we hierin echt van Hem afhankelijk zijn. De verlossing en ook de weg naar de verlossing van zonde en schuld is niet wat wij doen maar wat de HERE op het gebed geeft. De HERE geeft uit genade en altijd trouw aan wat Hij beloofd heeft..
We zien ook in het vervolg van deze geschiedenis dat Rebekka met de HERE leeft. Ze raakt in verwachting. Hoe mooi is dat na zoveel jaren. Na zoveel gebed waarbij op Gods belofte gepleit is. Maar dan gebeuren er dingen die Rebekka onzeker en bang maken. Het lijkt wel oorlog in haar buik. Ze vraagt zich af wat dit nu te zeggen heeft. We zien dan dat Rebekka naar het juiste adres gaat. Ze weet, ze gelooft dat het de HERE is die haar nu vruchtbaar heeft gemaakt. Zij belijdt dat de kinderen van de HERE komen. Ze belijdt ook in haar bijzondere positie op weg naar de Christus het de HERE is die dit geeft. De HERE geeft haar antwoord. Over dat antwoord is zeker meer te zeggen als ik nu kan doen. Ik beperk me nu tot het punt dat het Gods werk is die deze kinderen geeft en dat Hij in Zijn grootheid en soevereiniteit bepaalt wie van de twee de zoon is via wie de belofte naar de geboorte van Christus gaat.
De HERE maakt duidelijk dat het Zijn plan, Zijn verkiezing is die beslissend is in de geschiedenis. Dat is geen bedreiging! Dat is maar goed ook! Als wij het zelf zouden moeten doen en zelf zouden moeten kiezen, zou het altijd weer verkeerd gaan. Dan zou het recht van de sterkste op deze wereld heersen. Dan zou het al meer een hel op aarde worden. Het is de HERE die ondanks onze schuld en zonden als mensen Zijn weg naar de Verlosser gaat.
NAVOLGERS
“Julle weet hoedanig ons onder julle om julle ontwil gewees het. En julle het navolgers van ons geword en van die Here deurdat julle die woord in baie verdrukking ontvang het met die blydskap van die Heilige Gees, sodat julle voorbeelde geword het vir al die gelowiges in Macedónië en Acháje.” Thessalonicense 1:5b-7
Ons het al eerder gesien dat Paulus en sy medewerkers die evangelie in Tessalonika verkondig het. Die Gees het hulle die geloofskrag en moed daarvoor gegee. Die heerlike van hulle werk daar was dat die Heilige Gees so met die Woord wat verkondig is gewerk het, dat dit in vrugbare grond geval het. Mense in Tessalonika is deur die Gees oortuig en hulle het as gemeente in liefde vir Christus begin leef en werk. Daaraan sien Paulus en die ander dat die Tessalonisense deur God uitverkies is, deur God bemin word.
In Tessalonika het ‘n gemeente ontstaan wat regtig op Christus gerig is en in vertroue op die HERE leef. Dit is daarom dat Pulus hier kan skryf dat hulle navolgers geword het. Baie mense in ons tyd sien dit nie as positief as jy iemand se navolger is. Jy moet jouself wees sê hulle. Jy is jou eie baas en jou eie persoonlikheid en jy moet nooit die navolger van ‘n ander wees of word nie.
Nogtans gebruik die Heilige Gees die woord navolger in ‘n positiewe sin. Ons moet ook mooi daarop let dat hierdie woord nie beteken dat ons die ander wil wees nie. Dit gaan nie daarom dat jy nie jouself meer is nie maar in die ander se persoon verander nie. Dit gebeur as ons ‘n ander wil naboots, wil na-aap. Dit is selfs op sekere punte nie moontlik nie as die Gees ons oproep om Christus na te volg. Christus navolg is iets anders as om presies soos Hy te wees nie. Ons kan nie in alles doen wat Hy gedoen het nie. Hy is die Verlosser en ons kan nie so ly soos Hy gely het nie. Ons kan nie verlossing vir ander verdien nie. Die Gees roep ons selfs in die Bybel op om navolgers van God te wees. Ons lees dit in Efese 5:1,2: “Wees dan navolgers van God soos geliefde kinders; en wandel in liefde, soos Christus ons ook liefgehad het en Hom vir ons oorgegee het as ‘n gawe en offer aan God tot ‘n lieflike geur.”
Hier word baie duidelik dat navolg nie is dat jy dieselfde persoon word nie. Jy kan nie God word nie en jy mag daarna selfs nie streef nie. As die Gees ons daarop wys dat ons moet navolg gaan dit daarom dat ons God en mense moet navolg in sekere dinge waar hulle ons die regte pad gewys het. Jy moet met jou persoonlikheid en met jou verantwoordelikheid op daardie pad gaan wat hulle jou voorbeeldig gewys het.
GEBED OP WEG NAAR DE VERLOSSER (II)
“Izak bad vurig tot de HEERE in het bijzijn van zijn vrouw, want zij was onvruchtbaar. En de HEERE liet Zich door hem verbidden, zodat Rebekka, zijn vrouw, zwanger werd.” Genesis 25:21
De HERE maakt duidelijk dat het komen van de Verlosser van oordeel, zonden en schuld alleen Zijn werk is. Zijn onverdiende cadeau. Dat betekent niet dat wij als mensen dan maar lui in onze stoel moeten gaan zitten en denken: God geeft het en het komt wel. Ik zie wel. Nee, dat roept om het gebed in de nood. De nood dat je bent gaan zien dat je zonder Christus als de Verlosser geen enkele toekomst hebt. Wie in geloof aan de HERE verbonden is, wie zichzelf verloochend en aan de HERE in liefde verbindt, gaat dan bidden.
Bidden op grond van de belofte! De HERE heeft beloofd dat uit Izak en Rebekka die zoon zal komen die de weg naar de Christus zal zijn. Ze bidden dan ook daarom omdat ze ook zelf zonder de komst van de Christus geen toekomst hebben. Er zonder de komst van Hem ook voor hen geen vergeving is. Bidden op grond van de belofte is zo belangrijk! Dat laat ook zien wat je van de HERE mag verwachten. Wat heeft de HERE ons belooft? Om alles te geven wat wij graag willen? Nee! Hij heeft ons belooft dat als we in geloof tot Hem komen Hij ons vergeving, kracht om te geloven en te blijven geloven en het eeuwige leven zal geven. Hij belooft bij de doop dat Hij voor ons wil zorgen, dat Hij het kind of de volwassene die gedoopt wordt op het gebed steeds het geloof wil geven. Dat Hij je in het verbond aanspreekt met Zijn liefde en je echt steeds roept om tot Christus te komen. Dat Hij je de Geest wil geven om zo te leven. Een geweldige belofte. Die roept om het gebed. Het gebed van de ouders, het gebed van de gedoopte. We mogen pleiten op Gods belofte. Wie ook nadat hij of zij de HERE verlaten heeft met zijn of haar hart naar Hem terugkomt en dan pleit op de belofte die de HERE hem of haar gedaan heeft, mag weten dat de HERE jou als bidder niet laat staan. Hij geeft je dan wat Hij je in de weg van het geloof, van het gelovige gebed beloofd heeft. Dat betekent niet dat je leven alleen maar zonneschijn is. Het kan zijn dat je een moeilijk leven hebt. De HERE heeft ons geen gemakkelijk leven beloofd. Hoe ook vol verdriet en vol schrammen en wonden in je hart als je je aan de HERE en Zijn belofte vastklemt is er de behouden aankomst in de hemel of op de nieuwe aarde. Om het werk van Christus die ook door de weg van het gebed heen gekomen is.
VERBONDSOUTOMATISME?
“Julle weet hoedanig ons onder julle om julle ontwil gewees het. En julle het navolgers van ons geword en van die Here deurdat julle die woord in baie verdrukking ontvang het met die blydskap van die Heilige Gees, sodat julle voorbeelde geword het vir al die gelowiges in Macedónië en Acháje.” Thessalonicense 1:5b-7
Ons mag nie oormoedig gaan leef nie. Wie dit doen vertrou nie meer op die HERE nie maar op homself. Jy sê: Ek is kind van God en kan daardeur in eie krag baie dinge doen. Wie so leef, verhoog homself en sal val, sal verneder word. Die sekerheid van die geloof is juis ‘n lewe waarin jy al meer jou afhanklikheid van die HERE voel. Waarin jy steeds weer bid om die krag van God se Gees om Sy getuie, Sy gemeente op aarde te kan wees. Hoe meer God se kinders die afhanklikheid van God en hulle eie onvermoë ken hoe sekerder hulle in hul geloof staan. Laat ons op die Gees vertrou dan sal in jou en my lewe al hoe meer sigbaar word dat ons Christus se gemeente is wat tot die ewige lewe uitverkies is.
Elkeen van ons behoort ‘n voorbeeld van die lewe in liefde vir die HERE en Sy wil te wees. Ek skryf dit nou omdat mense in die kerk nie altyd so dink en leef nie. Dan hoor ‘n mens: ‘Dit is nou tog regtig oordrewe dat ek ‘n voorbeeld moet wees. Hoekom moet ek altyd so voorbeeldig leef. Dit is tog nie nodig om so vroom te wees nie. Mense moet nou nie so oordrewe raak nie. Hoekom moet ek nou vromer as ander wees?!’ As jy dan vir hulle verder vra, kom jy agter dat hulle vanuit ‘n vorm van verbondsoutomatisme dink. Jy is deur jou doop in die verbond en jy moet regtig heeltemal ongelowig leef om nog verlore te gaan. Die doop sou jou red as jy maar ‘n bietjie met de HERE leef.
As jy so dink, as jy so leef moet jy mooi raaksien wat jy eintlik doen. Dan is jou lewe eintlik gebou op die dien van twee gode. Dan is jou lewe daarop gerig om te balanseer, om te sorg dat jy nog net so leef dat jy die verlossing van sondes sal kry. Dan is jou lewe bewus verdeel tussen God en jy wat eie baas wil wees. Dan geld regtig vir jou Jesus se woord: “dat ‘n mens geen twee here kan dien nie”.
Hoe belangrik is dit om jouself te ondersoek of jy Christus met jou hele hart wil dien. Om regtig met jou hart op God se belofte te staan en daaruit te leef.
BIJ WIE VEILIG?
“en dat uit uw eigen midden mannen zullen opstaan die de waarheid verdraaien om de discipelen weg te trekken achter zich aan. Daarom: wees waakzaam, en bedenk dat ik drie jaar lang, nacht en dag, niet heb opgehouden iedereen onder tranen terecht te wijzen.” Handelingen 20:30,31
We leven in een tijd van verwarring. Van grote veranderingen. Het is een tijd waarin ik heel geregeld vragen krijg van mensen die het niet meer weten. Ook van veel mensen die ik niet ken. De vraag die de laatste weken geregeld gesteld wordt is: “Bij welke ambtsdragers ben ik in onze tijd veilig? Nu er zoveel spanningen in kerken is aan welke ambtsdragers moet ik mij toevertrouwen. Bij wie ben ik veilig?
Daarop geeft de Geest in het Nieuwe Testament een heel duidelijk antwoord. Dit antwoord laat ook zien waar we de echte eenheid van Christus’ kerk vinden.
Die veilige plaats vind je bij ambtsdragers die zelf buigen onder het juk van Christus. Het zijn de ambtsdragers die in alles willen buigen voor het Woord van God. Die blijven bij de gezonde leer. De Geest maakt door Paulus duidelijk dat vanaf het begin er mensen in de kerk zullen komen die andere dingen leren dan God ons in Zijn Woord leert. Vaak mensen die zelf zeggen dat ze alleen maar een andere uitleg hebben en ook veel van Christus houden. Mensen die zeggen dat je nu eenmaal op meerdere manieren de Bijbel kunt uitleggen. Het komt er op aan dat je van de Here Jezus houdt en dat je dan in kerk de Bijbel heel anders uitlegt is dan bijzaak.
Dat zijn mooie redeneringen maar ze houden geen stand tegenover wat de Geest zelf door de Bijbel zegt. Mensen die een deel van de Bijbel aan de kant schuiven, mensen die duidelijke normen in de Bijbel weg verklaren omdat we in een andere tijd leven, worden in de Bijbel dwaalleraren genoemd. Het is de taak van ouderlingen om dit aan te wijzen en te bestrijden. Om de gemeente te beschermen tegen de invloed van zulke mensen hoe gelovig ze het ook menen. Ouderlingen die dat doen beveiligen de gemeente tegen een verkeerde geest. Ouderlingen die zo leven en werken zoeken juist andere kerken die dat ook doen. Dat is niet sektarisch maar juist de echte oecumene. Die hebben we te zoeken. Dan zoeken we het juist bij Christus en zo bij de gezonde leer. Dan houd je afstand van alle invloed die verkeerde leer en leven op de gemeente uitoefent. Laten we bidden om zulke ambtsdragers en zulke kerkenraden. Dan wijzen we terecht om juist samen veilig te zijn. Heel dichtbij Christus. Here ontferm u ook zo over Uw volk in ons land!
GELOOFSSEKERHEID
“omdat ons weet van julle verkiesing, broeders wat deur God bemin word. Want ons evangelie het tot julle nie gekom in woord alleen nie, maar ook in krag en in die Heilige Gees en in volle versekerdheid, soos julle weet hoedanig ons onder julle om julle ontwil gewees het.” 1 Tes 1:4,5
Die Heilige Gees gee hier vir ons ‘n baie belangrike aanwysing vir ons lewe vanuit die geloof. Hy wys ons hier dat en hoe ons sekerheid van ons heerlike verkiesing deur die HERE mag hê. Dit is nie so dat Paulus een of ander besondere openbaring gehad het om te kan weet of mense uitverkies was nie. Nee, hy kan dit sê omdat hy sien hoe die HERE in mense werk. As jy met Christus leef, as die HERE jou met die Woord van jou skuld en sonde oortuig het en jou na Christus laat vlug het. As jy die Here Jesus as jou Redder en Koning wil volg en in sy voetstappe wil gaan het jy geen rede om te twyfel nie. Dan wys die HERE self in jou lewe dat Hy jou aan Christus gegee het. Dat Hy jou tot een van Sy skape gemaak het. Dan sien jy in jou lewe dat God se krag en Sy Gees jou in beslag geneem het. Hoe belangrik is dit dan om vanuit hierdie sekerheid te leef.
Wat beteken dit? Hoe belangrik is dit dan dat jy nie bly twyfel nie, dat jy nie in die gebied bly hang waar jy steeds weer vra: Is ek nou God se kind of is ek dit nou nie. Dan verlam jy in jou eie lewe deur eie onsekerheid jou lewe vir Christus. Dan belemmer jy in jou eie lewe dat jy voluit ‘n getuie vir Christus op hierdie wêreld is. Dan bly jy nog so dikwels hang in ‘n lewe waar jy so dikwels die sonde soek en jou eie onsekerheid weer groter maak. Leef vanuit die sekerheid dat jy God se kind is en werk deur die krag van God se Gees daaraan om dit al hoe meer uit te dra en daarin te groei.
GEBED OP WEG NAAR DE VERLOSSER (I)
“Izak bad vurig tot de HEERE in het bijzijn van zijn vrouw, want zij was onvruchtbaar. En de HEERE liet Zich door hem verbidden, zodat Rebekka, zijn vrouw, zwanger werd.” Genesis 25:21
De geschiedenis van Izak laat nu iets zien dat ook bij vader Abraham zo duidelijk naar voren kwam. Iets dat moeilijk is en waarmee de HERE ook een heel duidelijk doel heeft. Ook als het om de boodschap gaat voor ons.
Wat zien we wanneer de HERE belooft dat uit Abraham en Sara een zoon geboren zal worden? Dat die zoon niet komt. Er wordt jaren op gewacht en er komt maar geen kind. Zou de HERE de belofte die Hij gedaan heeft wel waar kunnen maken? Staat Hij niet machteloos tegenover de onvruchtbaarheid van Sara? We zien nu bij Izak en Rebekka hetzelfde. Als je er goed op let, zie je dat we hier met een heel moeilijke situatie te maken hebben. De HERE heeft beloofd dat door Izak de lijn naar de Verlosser die moet komen verder zal gaan. De HERE heeft bij Abraham en Sara al duidelijk gemaakt dat als Hij dat belooft het niet zo is dat je dan naast jouw vrouw een andere vrouw moet zoeken die wel snel een kind kan krijgen. Alles wijst er op dat Gods belofte zal doodlopen op de onvruchtbaarheid van Rebekka.
Juist dan zien we ook wat de omgang in Gods verbond is en hoe belangrijk die is. Wat doen Izak en Rebekka als de eerste 20 jaar voor hun huwelijk elke maand weer duidelijk wordt dat Rebekka niet in verwachting is? Elke maand wordt de kans op een zwangerschap minder.
Dan lezen we in onze tekst: “Izak bad vurig tot de HEERE in het bijzijn van zijn vrouw, want zij was onvruchtbaar”.
Je ziet hoe Izak en Rebekka zich hier verenigen in gebed met Izak als de voorbidder. Wat is dit goed en mooi. Samen komen ze met hun nood bij de HERE. Ze beseffen dat zij geen kindje kunnen maken. Het uitvoeren van Gods belofte is maar geen mensenwerk. Je ziet hier wat de grond van het echte gebed is. Dat is Gods belofte! Er is vanuit deze tekst meer te zeggen over het komen van de Verlosser. Daarover de volgende keer.
DEUR DIE GEES OORTUIG
“omdat ons weet van julle verkiesing, broeders wat deur God bemin word. Want ons evangelie het tot julle nie gekom in woord alleen nie, maar ook in krag en in die Heilige Gees en in volle versekerdheid, soos julle weet hoedanig ons onder julle om julle ontwil gewees het.” 1 Tes 1:4,5
Die krag om te verkondig het Paulus en sy medewerkers in Tessalonika nie van hulleself gehad nie. Dit was die Gees wat hulle dit in die “volle versekerdheid” waarvan ons in vers 5 lees, gegee het. Die volle versekerdheid, die oortuiging waardeur hulle weer gaan preek het, kom van die Heilige Gees. Die HERE gee dit vir hulle omdat Hy Sy uitverkorenes in Tessalonika die evangelie wil laat hoor. Dit kom van die Gees as ons ook in ons tyd teen die gees van die tyd en teen wat baie rondom ons sê, vashou aan God se onfeilbare Woord. Hierdie geloofsmoed, die diepe oortuiging wat die Gees in Paulus en sy medewerkers gewerk het is ‘n bewys dat hier ‘n gemeente van Christus is, wat tot die ewige lewe uitverkies is. Kyk Sondag 21. ‘n Gemeente wat deur die prediking deur Christus vergader word.
Dit het in Tessalonika ook duidelik geword deurdat die woord “in krag en in die Heilige Gees” tot die Tessalonisense gekom het. Dit was nie so dat die mense daar net die woorde gehoor het en toe gedink het: dit is interessant nie maar nie meer as dit nie. Nee, die Gees het met die Woord van Christus wat verkondig is so met krag gewerk dat mense vir hulle lewe oortuig is. Van die Woord het so ‘n krag uitgegaan dat mense hulle daarvan nie meer kon losmaak nie. Hulle kon hulle nie meer van Christus as die draer van hulle skuld en sonde losmaak nie. Die Gees het deur die verkondiging van die Woord hulle harte verower om nooit meer los te laat nie.
Paulus en sy medewerkers het in Tessalonika gesien hoe die evangelie van Christus “’n krag tot redding is vir elkeen wat glo”. Rom 1:16. Dit is die Gees wat met die Woord so oortuig dat mense die kruisdood van Christus wat mense volgens eie hart as twak, as dwaasheid beskou, begin raaksien as God se heerlike krag en wysheid. Die kruis, die liefde van God in Christus wat jou alleen kan red, is nie meer ‘n ergernis maar het die heerlike houvas in jou lewe geword. Ons lees van die oortuiging deur die Heilige Gees in Tessalonika in Handelinge 17:4: “En sommige van hulle is oortuig en het hulle by Paulus en Silas aangesluit, ook ‘n groot menigte van die godsdienstige Grieke en ‘n groot aantal van die aansienlikste vroue.” Die HERE gee Sy seën oor die troue verkondiging van Sy Woord.
IK ZOU OPGESTAAN ZIJN
“Het opengaan van Uw woorden geeft licht, het schenkt eenvoudigen inzicht.” Psalm 119:130
Vorige week vrijdag was er een congres rond het net verschenen boek van prof de Bruijne: “Verbonden voor het leven”. Voor dat congres had ik me opgegeven. Later bleek dit door werk in de gemeente en een andere eerdere afspraak niet te kunnen. Dat vond en vind ik jammer. Het was een congres volgens het verslag in het Nederlands Dagblad waar de deelnemers: “de meeste man, wit, veertigplus en voorganger of hoogleraar waren.Enkele sprekers lieten daar horen dat het eigenlijk beschamend was dat dit congres zo druk bezocht werd (ongeveer 400 deelnemers). Zouden die er ook zijn geweest als het over een voor hen veel belangrijker thema als klimaat was gegaan vroegen ze zich af. Wat ik nog veel opmerkelijker vond was dat in het verslag van het Reformatorisch Dagblad ook dit nog stond: “Halverwege de dag vraagt dagvoorzitter ds. Hans van Benthem, predikant van de gkv Utrecht-Centrum, de zaal of er iemand is die er héél anders over denkt dan De Bruijne (lees: meer denkend vanuit de klassiek-christelijke lijn). Niemand steekt zijn hand op.”Uit reacties op eerdere versie van dit stuk is duidelijk geworden dat deze vraag niet door ieder gehoord is en er wel degelijk mensen waren die het niet met de mening van de Bruijne eens waren. Daarom haal ik een gedeelte van de eerdere versie weg. Als ik het gehoord zou hebben, zou ik opgestaan zijn. Niet om mijn mening. Dat is helemaal niet interessant. Wel omdat de HERE, omdat de Heilige Geest zo anders spreekt. Wel omdat de Bruijne in zijn boek dat wel erkent maar dan zegt dat wij meer door ontwikkeld zijn als mensen en dat de HERE zegt alleen seksuele omgang in het huwelijk tussen een man en vrouw niet meer voor ons geldt als mensen die hun identiteit vinden in hun gevoelens. (hierover heb ik een uitgebreid artikel geschreven. Je kunt het vinden op: https://www.evangeliebelijden.nl/de-vuurvlam-van-de-heere... ) Laten we opstaan voor die HERE die ons Zijn Woord voor alle tijden en culturen gegeven heeft. De eeuwige God die alle tijden kent en die alles doorziet en voor mensen van alle tijd Zijn Woord geeft. Die ons in elke tijd de weg wijst en voor elke tijd Zijn goede normen geeft. Ik hoop en bid dat de HERE ons de kracht geeft om een eenvoudige te blijven die niet eigenwijs wordt maar wil luisteren naar Zijn stem ook als mijn tijd en ook mijn eigen hart anders voelt. Hier sta ik en kan niet anders.
WAT IS DE WERKELIJKHEID?
“Het geloof nu is een vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet.” Hebreeën 11:1
Je staat midden in de wereld. Wat is de werkelijkheid? Wat is de grond waarop je staat. Wat is het zekere bewijs voor wat echt is? Die vraag kwam weer naar boven bij het lezen van de zogenaamd wetenschapsbijbel die een paar weken geleden verschenen is. Waarin zelfs op zogenaamde wetenschappelijke gronden opengelaten wordt of Christus werkelijk lichamelijk opgestaan is. Is onze beperkte menselijke wetenschap de grond waarop we staan?
Ik hoop het niet want dan bouwen we niet op de rots maar op het zand. Dan bouwen we niet op Christus. Zie het slot van Mattheus 7. Ik zeg hier niets over gezonde wetenschap die eigen beperkingen kent en tot zegen van velen is. Waar onze menselijke wetenschap in strijd komt met wat de HERE ons in Zijn Woord leert, komt het aan op de vraag of we de HERE vertrouwen of ons beperkte menselijke onderzoek. De HERE is God! De HERE is de Schepper die alles gemaakt heeft. Op een manier die boven ons verstand uitgaat. Soms zelfs tegen ons verstand in. In die zin dat wij volgens wat we in de schepping ontdekken zeggen: Dat kan niet. Onmogelijk dat de Here Jezus uit de maagd Maria geboren is. Dat kan niet als je alleen naar de schepping kijkt. Toch is het echt gebeurd! De HERE doet namelijk wat volgens ons onmogelijk is. Voor de HERE is niets te wonderlijk, niets te groot om te doen. De engel zeght tegen Maria die vraagt hoe het mogelijk is dat zij zonder man zwanger zal worden o.a. dit: “Want geen ding zal bij God onmogelijk zijn.” Lukas 1:37 De HERE is God. Hij doet wonderen. Wonderen die boven wat een schepsel kan en kan bedenken uitgaan. Dat is de werkelijkheid. Dan is niet de ervaring, niet onze wetenschap het bewijs maar het geloof. Niet het geloof als gevoel maar de inhoud van het geloof dat vanuit Gods eigen Woord komt. Zijn Woord is de waarheid. Een harder bewijs, een zekerder bewijs dan wat de HERE ons zelf in Zijn Woord leert en zegt is er niet. Daar kan menselijke wetenschap niets aan afdoen!
DIE EVANGELIE BLY VERKONDIG
“omdat ons weet van julle verkiesing, broeders wat deur God bemin word. Want ons evangelie het tot julle nie gekom in woord alleen nie, maar ook in krag en in die Heilige Gees en in volle versekerdheid, soos julle weet hoedanig ons onder julle om julle ontwil gewees het.” 1 Tes 1:4,5
Paulus en die twee ander het in Tessalonika gekom. Paulus herinner aan die eerste keer dat hulle daar gekom het. Die omstandighede toe was nie baie bemoedigend nie. Dit was selfs so dat jy jou menslik kan voorstel dat Paulus en sy medewerkers sou sê: Ons bly hier maar ons praat nie meer oor Christus nie. Want wat het gebeur toe hulle in Tessalonika aangekom het?
Hulle was in Fillippi. Daar is Paulus en Silas in die tronk gegooi omdat hulle ‘n slavin deur Christus se krag van ‘n waarseënde gees verlos het en omdat hulle Christus verkondig het. Hulle is daar gegesel en al is hulle vrygelaat nogtans moes hulle die stad Filippi verlaat. Paulus herinner daaraan hoe hulle die eerste keer in Tessalonika gekom het in 2:2: “maar alhoewel ons vantevore, soos julle weet, in Filippi gely het en mishandel is, het ons in onse God vrymoedigheid gehad om aan julle die evangelie van God te verkondig onder veel stryd.”
Nogtans het dit dadelik in Tessalonika duidelik geword dat hierdie mense meer as ‘n menslike boodskap verkondig. Hulle laat hulle nie deur slegte ervarings afskrik nie. Hulle laat hul nie die swye oplê vanweë vervolging, spot en verdrukking wat oor hulle kan kom nie. Al het die verkondiging van Christus vir hulle ellende veroorsaak nogtans verkondig hulle in Tessalonika dadelik weer Christus. Hulle gaan na die sinagoge en wys die mense vanuit die Ou Testament dat die Verlosser wat daar beloof word in Jesus Christus gekom het.
Hierdie krag het Paulus en sy medewerkers in Tessalonika nie van hulleself gehad nie. Die geloofskrag wil die HERE deur Sy Gees ook vir ons gee.
DIE EVANGELIE
“omdat ons weet van julle verkiesing, broeders wat deur God bemin word. Want ons evangelie het tot julle nie gekom in woord alleen nie, maar ook in krag en in die Heilige Gees en in volle versekerdheid, soos julle weet hoedanig ons onder julle om julle ontwil gewees het.” 1 Tes 1:4,5
Paulus wys daarop dat hy saam met die ander twee vir die Tessalonisense die ware evangelie verkondig het. Dit staan teenoor die baie sogenoemde evangelies wat allerhande mense toe vir mense vertel het. Al is daar allerhande filosowe en geleerdes wat met hulle sogenoemde waarheid en evangelie rondreis nogtans is net die evangelie wat Paulus en die ander twee verkondig het die ware een. Hoe belangrik is dit ook vir ons vandag om dit te bedink. Ons leef in 'n tyd dat ons met allerhande inligting en idees oorspoel word. Die radio, televisie, internet, al die sosiale media gee ons meer inligting en idees as wat ons kan verwerk. Daarom pas volgens menslike maatstawwe by ons tyd die gedagte dat elkeen ‘n stukkie van die waarheid het en dat ons mekaar moet vrylaat. Ons moet ook daarop let dat ons in ons lewe die ware evangelie altyd die regte plek in ons lewe gee. Dat ons Christus wat die waarheid is die regte plek gee.
Dit beteken dat jy en ek steeds weer moet bely dat die evangelie van God en Christus die waarheid, die goeie boodskap is. Dat ons aan Christus en Sy Woord al die ander idees en inligting toets. Dat jy ook die HERE en Sy evangelie in die sin op die eerste plek in jou lewe stel dat jy jou meeste aandag en tyd aan die HERE en Sy evangelie gee. Dat jy veral daaraan werk om te groei in jou lewe met die HERE. Dat jy al hoe meer deur die innige kennis van die evangelie aan Christus verbonde raak. Hoe meer jy die evangelie vanuit God se liefde leer ken, al hoe beter kan jy onderskei in hierdie wêreld as baie inligting na jou toekom. Hoe heerlik sien ‘n mens die HERE werk as die evangelie nie alleen in woord na mense toekom
GEEN SCHOTJESGEEST
“Vertrouwelijk gaat de HEERE om met wie Hem vrezen,Zijn verbond maakt Hij hun bekend. Mijn ogen zijn voortdurend gericht op de HEERE, want Hij bevrijdt mijn voeten uit het net.” Psalm 25:14
Van tijd tot tijd verbaas je je erover hoe mensen in schotjes denken. Hoe mensen door anderen ook in hokjes worden gezet. Hoe ze ook de kerk in hokjes delen en zien. Een voorbeeld daarvan las ik in van de hand van collega Leeftinck in het RD van 22 november 2022. Een redelijk groot artikel waarin in ieder geval ten aanzien van de GKN fouten, onjuistheden staan. Maar dat nu even daar gelaten.
Hij beweert dat mensen uit de GKV eigenlijk alleen maar naar DGK/GKN kunnen. Een van de redenen zou zijn omdat zij niet bevindelijk zijn en ook DGK en GKN dat niet zijn. Als je zo’n stuk leest is bevindelijkheid wel iets heel negatiefs. Laat ik eerlijk zeggen dat ik hoop dat ik op een Schriftuurlijke manier bevindelijk preek. Meerdere collega’s in de GKN willen graag op zo’n manier bevindelijk preken. Hoe dan? Door het evangelie, door Gods belofte te verkondigen midden in het leven. Door ook binnen de gemeente op te roepen tot geloof en bekering. Door te weten dat bij de doop Gods belofte in Christus’ kerk echt naar iedere dopeling gekomen is. De belofte dat dit kind dat nog onder Gods toorn ligt de belofte krijgt dat de Geest hem of haar tot wedergeboorte wil brengen. De oproep om je te bekeren klinkt elke dienst weer. Toegespitst vanuit de tekst. De twee wegen wordt de gemeente steeds weer voorgehouden.
Geen bevindelijkheid die vaart op eigen gevoel. Wel dat we bevinden hoe de HERE er in je leven is, hoe Hij werkt, dat je daarom in alle eerbied met Hem omgaat en over Hem spreekt. Daarom was er ook zoveel herkenning in de gesprekken met de deputaten van de HHK en CGK de laatste weken. Leven in diepe eerbied voor de HERE is dat je de vertrouwelijke omgang met de HERE kent. Daarnaar uitziet. Dat niets erger voor je is dan dat je merkt dat de HERE ver van je staat omdat je zelf in zonden leeft. Je wil met schuldbelijdenis terug naar de HERE als je Vader. Je vraagt door de Geest om vergeving op grond van Gods belofte. De HERE in je leven zien werken zonder om op eigen gevoel te willen varen en bouwen. Wel om je gevoel al meer te veranderen naar Gods wil toe. Heilige Geest werk dit in ons leven! Als we zo Schriftuurlijk bevindelijk leven en kerk zijn verdwijnt die gekke hokjesgeest, het denken in schotjes uit ons leven. Dan kunnen we door de Geest op weg naar eenheid volgens het Woord en in een levende eerbiedige relatie met Christus. Vanuit die eerbied en liefde voor de HERE en Zijn Woord sta je met een open blik in de wereld, om juist vanuit Gods Woord door de Geest te leven in de wereld en te getuigen van Christus. In de wereld van vandaag en morgen. Ook dat is Schriftuurlijk-bevindelijk. Dan leer je vreemdeling op deze wereld te zijn die vanuit de eerbied en liefde van God in de wereld van vandaag en morgen leeft.
HET ELKAAR NIET LASTIG MAKEN
“Daarom ben ik van oordeel dat men het hun die zich uit de heidenen tot God bekeren, niet lastig moet maken, maar aan hen moet schrijven dat zij zich dienen te onthouden van de dingen die door de afgoden besmet zijn, van ontucht, van het verstikte en van bloed.” Handelingen 15:19,20
De laatste maand waren er gesprekken op deputatenniveau met de HHK en de CGK. Was er afgelopen zaterdag de ontmoetingsdag op Urk waar verontruste broeders en zusters uit de GKV bij elkaar waren. Waar er de leiding werd gegeven om niet met de fusie tussen GKV en NGK mee te gaan omdat het Woord van de HERE in geding is. Om na 1 mei eenheid te zoeken met CGK, DGK en GKN en allen die volgens Gods Woord en de belijdenis van de kerk leven. Dan zijn er de gesprekken op verschillende plaatsen en momenten met collega’s en broeders en zusters in de DGK. Dan zijn er altijd wel weer dingen waarvan je zegt dat zou ik anders doen of wat anders zeggen. Dat zal zo blijven ook. Dat is niet omdat de ander altijd er een beetje naast zou zitten. Kijk eerst naar jezelf zou ik zeggen. Wat was er in de afgelopen maand een heerlijke geestelijke herkenning van broeders en zusters die niet anders willen dan zichzelf verloochenen en bekeren en Christus op Zijn onfeilbaar Woord volgen. Het de tijd om elkaar te zoeken en samen echt kerk te zijn.
Maar dan ontdek je ook iets anders. Iets dat professor van Vlastuin in een lezing vorige week zei. Ik haal een heel klein stukje aan (laat ik erbij zeggen dat deze lezing mij uit het hart gegrepen is): “We moeten een diepere vraag stellen: Willen we eigenlijk wel echt kerkelijke eenheid? Natuurlijk, alle kerken hebben commissies voor kerkelijke eenheid. We weten dat Jezus met zicht op Zijn lijden intens gebeden heeft dat zij alleen een zouden zijn, opdat de wereld in God zou geloven. Maar zijn we stiekem toch niet heel tevreden met onze denominatie? Denken we ten diepste niet dat onze denominatie de beste is, ook al zeggen we dat deze de slechtste is? Ervaren we onze eigen theologie en (kerkelijke0 spiritualiteit niet als norm voor anderen?” (RD vrijdag 18 november)
Laat ik dit er aan toevoegen: Zijn wij er van overtuigd om het anderen niet lastig te maken, om anderen geen onnodige last op te leggen om samen kerkelijk een te zijn? Zijn we bereid met verschillen die de gehoorzaamheid aan Christus niet raken anderen en dus elkaar niet meer dan dit op te leggen: “dat zij zich dienen te onthouden van de dingen die door de afgoden besmet zijn, van ontucht, van het verstikte en van bloed”. Hand 15:20
Dat we elkaar niet meer opleggen dan samen te leven vanuit en volgens Gods onfeilbare Woord en de belijdenis van de kerk die daarop gegrond is. Juist omdat we allemaal van genade hebben te leven. Ook kerkelijk. Er is er toch geen andere weg?! Dan gaat het niet meer om ons, om mij maar gelukkig alleen om de HERE, om Christus, om Zijn Woord. Moge de HERE ons dat geloof geven en leren onszelf echt te verloochenen. Dan zien we Christus werken en willen we Hem alleen volgen.
ONS EVANGELIE?
“omdat ons weet van julle verkiesing, broeders wat deur God bemin word. Want ons evangelie het tot julle nie gekom in woord alleen nie, maar ook in krag en in die Heilige Gees en in volle versekerdheid, soos julle weet hoedanig ons onder julle om julle ontwil gewees het.” 1 Tes 1:4,5
Paulus gaan nou verder duidelik maak hoe hy weet dat die Tessalonisense deur God bemin, verkies is. Hy weet dit ”want ons evangelie het tot julle nie gekom in woord alleen nie”. Voordat ons nou kom by wat dit nie alleen hier beteken is dit belangrik om te sien dat dit al ‘n groot voorreg is dat die woord, dat die evangelie, die heerlike boodskap van verlossing na mense kom. Die HERE bevoorreg elkeen wat die evangelie hoor bo hulle wat dit in hulle lewe nie hoor nie. In hierdie groot voorreg het die Tessalonisense gedeel. Hulle het op ‘n sekere oomblik deur God se leiding van die geskiedenis Paulus en sy medewerkers in hulle stad gekry en toe het die oproep en uitnodiging geklink om tot Christus as die Redder van hulle lewe te kom en so vergifnis en ‘n ewige goeie lewe te ontvang.
Nou sê jy dalk as jy hierdie teks lees: Hoe kan Paulus en sy twee medewerkers nou skryf: ons evangelie? Is dit nie verkeerd nie? Dit gaan tog nie om Paulus se evangelie nie maar dit gaan tog om Christus. Paulus skryf meerdere kere van ons of selfs my evangelie. Sien o.a: 2 Tes 2:14; 2 Kor 4:3. As hy dit doen gaan dit nie daarom dat hy sê dat hy die inhoud van die evangelie is nie. Hy wys dan daarop dat hy die bringer van die ware boodskap van God was. Dit wat hy en sy medewerkers vertel het was die ware evangelie en niks minder nie. Hy het het vir hulle nie ‘n menslike boodskap gebring nie! Dit maak hy baie duidelik in 2:2 en 3:2: “om aan julle die evangelie van God te verkondig”. 3:2: “Timoteus, ons broeder en dienaar van God en ons medewerker in die evangelie van Christus”.
Dit is nodig dat wat ons glo en uitdra as inhoud het wat die HERE ons as die evangelie vertel het. Sy Woord mag ons toeëien en dit glo en verkondig.
VASTEN? (II)
“En Jezus zei tegen hen: De bruiloftsgasten kunnen toch niet vasten terwijl de Bruidegom bij hen is? Zolang zij de Bruidegom bij zich hebben, kunnen zij niet vasten, maar de dagen zullen komen dat de Bruidegom van hen weggenomen zal zijn, en dan, in die dagen, zullen zij vasten.” Marcus 2:19,20
Waarom vasten de leerlingen van de Here Jezus niet elke week? Waarom houden zij zich niet aan de gewoonte die er al veel generaties is? Jezus en Zijn volgelingen lijken een beetje een losgeslagen groep in de ogen van de Farizeeën.
Vasten was en is iets dat met schuld en verdriet over de zonden te maken heeft. Dat moet er bij de gelovigen altijd zijn. Altijd weer je vergeving en je toekomst zoeken bij Christus. Het van Hem verwachten en niet van jezelf. We moeten goed bedenken dat die schuld en het vragen om vergeving niet het einde is. Niet het uiteindelijke doel. Verdriet over je zonden is nodig maar daar mag je niet in blijven hangen. De leerlingen van de Here Jezus vasten niet elke week omdat hun leven beheerst wordt door feest! Ze mogen juist vanuit die belijdenis van schuld een blij en dankbaar leven leiden. Echt blij en vrolijk zijn. Ze mogen weten dat de beloofde Redder van zonden en schuld gekomen is. Dat in Hem de verlossing en die eindeloze blijdschap vast en zeker is. Onder de Joden was een bruiloft een groot feest. Met overvloed aan eten en drinken, met uitbundigheid. Daar was geen sprake van vasten. Daar was een overvloed van blijdschap die ook geuit mocht worden. Als je dan weet dat die machtige Verlosser, de Zoon van God die mens geworden is, gekomen is. Dat de leerlingen dag en nacht bij Hem mogen zijn dan is er geen plaats voor vasten. Dan is er plaats voor blijdschap, voor het goede dat uit Zijn hand genoten wordt.
Dan ben je bruiloftsgast als je gelooft. Dan ga je het feest dat een en al dankbaarheid aan God is niet onderbreken door vasten. De Here Jezus is zo dicht bij Zijn leerlingen dat ze alle reden hebben om vol blijdschap verwonderd te zijn om Hem. Dat moeten de Schriftgeleerden en de Farizeeën nu juist leren. Om blij te zijn in Christus. Dat is het echte leven. Vanuit de schuldbelijdenis zo blij en dankbaar zijn. Om Gods genade.
FAMILIE
“Ons dank God altyd oor julle almal as ons aan julle dink in ons gebede en onophoudelik in gedagte hou die werk van julle geloof en die arbeid van julle liefde en die lydsaamheid van julle hoop op onse Here Jesus Christus, voor onse God en Vader, omdat ons weet van julle verkiesing, broeders wat deur God bemin word.” 1 Tes 1:2-4
Ons is deur God se werk mekaar se broers en susters. Ons moet mooi onthou dat Paulus hier dieselfde woord gebruik waarmee in die Grieks ‘n eie broer aangedui is. Ons het hier nie met een of ander geestelike variasie op die woord broer te doen nie. Ons is dikwels geneig om ‘n onderskeid in ons taalgebruik te maak tussen ‘n broeder en ‘n broer. Broeder is dan die geestelike woord wat ons in die kerk gebruik en broer is dan die gewone woord vir ons gewone familie. Let daarop dat die Heilige Gees in die Bybel nie hierdie onderskeid maak nie. Die Gees maak gebruik hierdie woord 21 keer in die briewe aan die gemeente van Tessalonika. So maak die Gees duidelik dat jou naaste familie jou medegelowiges in die gemeente is. Hulle met wie Christus jou in een gemeente ‘n plek gegee het is jou belangrikste en naaste familie. Jy deel met hulle die belangrikste en die mees innige wat in die wêreld bestaan: die band met die HERE deur Jesus Christus die Verlosser. Jy deel met hulle dat jy kind van Vader in die hemel is en saam Sy kinders is. Dit beteken ook dat ons in die kerk nie in menslike families en groepe mag dink nie. Dit mag nie so wees dat ons ons eie familie die belangrikste in die gemeente wil maak nie. Hoe belangrik is dit dat ons ons in die eerste plek kinders van een Vader weet en volgelinge van een Here: Jesus Christus. Hoe belangrik is dit dat jy in jou hele lewe die HERE wil dien en daarom die ander wat dit ook doen volledig as jou naaste familie eerbiedig en behandel. Ons sien hier ook dat die geloofsband, die verbondenheid aan Jesus Christus bo die gewone familieband uitgaan. Dit het die Here Jesus baie duidelik gemaak in Markus 3. Jesus is saam met ander mense in ‘n huis en dan laat moeder Maria en sy broers Hom roep. Ons lees dan dat die Here Jesus hierdie antwoord gee: “Wie is my moeder en my broers? En Hy kyk rond na die wat rondom Hom sit, en sê: Daar is my moeder en my broers! Want elkeen wat die wil van God doen, die is my broer en my suster en moeder.” (Mark 3:33-35)
VASTEN?
“En de discipelen van Johannes en van de Farizeeën vastten; en zij kwamen en zeiden tegen Hem: Waarom vasten de discipelen van Johannes en van de Farizeeën wel en waarom vasten Uw discipelen niet?” Marcus 2:18
De Farizeeën spreken de Here Jezus aan zijn gedrag en op dat van zijn discipelen. Hoe kan Jezus met al die opvallende zondaren eten? Als ze daarop antwoord hebben gekregen, komen ze met iets anders. Ze missen bij Jezus en Zijn leerlingen op bepaalde punten de ernst van het leven. Een van de dingen die ze missen, is het vasten. Waarom zie je deze vorm van verootmoediging bijna niet bij de Here Jezus? Bij de Farizeeën en ook bij de leerlingen van Johannes is het zo anders. Door hen wordt juist heel geregeld gevast.
Dit terwijl als je er op let wat de Here Jezus leert hij veel dichter bij de Farizeeën staat dan bij die andere grote partij onder de Joden de Sadduceeën. Het is zelfs zo dat de leerlingen van Johannes geleerd is dat de Here Jezus de beloofde Verlosser is. Hoe zat het nu met het vastten in die tijd? We lezen in de Bijbel veel over vasten maar er waren behalve op de Grote Verzoendag geen dagen waarop de HERE zelf vasten voorgeschreven had. We lezen over vasten bij grote rampen die het volk getroffen heeft (bijvoorbeeld Zach 7:3,4) Ook bij bijvoorbeeld droogte, ziekten, hongersnood. (Bijvoorbeeld 2 Sam 12:16; Psalm 35:13)
Bij de Farizeeën was het veel meer geworden. Elke maandag en donderdag was bij hen een dag van vasten. Dat was hun eigen gebruik en volgens hen een gebruik dat er al een hele tijd bij de voorvaderen was. Ze kunnen zich hiervoor niet op Gods eigen Woord beroepen. Het is voor hen een regel geworden. Gebruiken worden onder de Farizeeën iets wat heilig is en wat bijna het gezag van Gods eigen Woord krijgt. Juist op dit punt vindt er steeds weer een botsing tussen Jezus en deze mensen plaats. Geloven mag niet iets worden van eigen regeltjes maar moet echt leven in liefde voor de HERE zijn. Waarbij wat de HERE zelf zegt het is waarom het gaat. De HERE in liefde volgen op Zijn stem dat is waar het om draait.
GOD SE LIEFDEVOLLE VERKIESING
“Ons dank God altyd oor julle almal as ons aan julle dink in ons gebede en onophoudelik in gedagte hou die werk van julle geloof en die arbeid van julle liefde en die lydsaamheid van julle hoop op onse Here Jesus Christus, voor onse God en Vader, omdat ons weet van julle verkiesing, broeders wat deur God bemin word.” 1 Tes 1:2-4
Om die begin van ons teks te verstaan moet ons terug na vers 2. Ons lees daar dat Paulus en sy medewerkers God dank vir wat in Tessalonika gebeur. Hierdie dankbaarheid is juis dankbaarheid teenoor God. Dit is nie net een of ander mededeling vir Vader in die hemel dat hulle bly is dat dit in Tessalonika goed gaan nie.
Dit is werklik dank aan God omdat die skrywers van hierdie brief daarin die HERE self sien werk. Hulle sien dit nie in die eerste plek as die broers en susters in Tessalonika se eie werk en prestasie nie. Nee, hulle dank die HERE dat Hy so heerlik in daardie gemeente werk. Dat hulle God se werk daar so oorvloedig mag sien.
Hulle weet dat hierdie lewe vanuit die geloof in Tessalonika uit God se liefdevolle verkiesing van hulle voortkom. Die HERE se verkiesende liefde skyn so duidelik in en vanuit hierdie gemeente. Ons sien hier ook hoe God se verkiesing alles met Sy liefde te doen het. Dit is nie een of ander toevallige keuse vir hulle nie. Dit is nie ‘n kwessie van dobbel nie waardeur die keuse nou juis op hulle geval het nie. Nee, God se verkiesing is ‘n saak van bemin, van liefde. Dit wys die Gees deur Paulus vir die Tessalonisense te laat skryf: “ons weet van julle verkiesing, broeders wat deur God bemin word.” Hierin lê dan ook die besondere band tussen al die ware gelowiges. Hierin lê die familieband tussen die lidmate van Christus se gemeente vas. Die familieband gaan selfs verder as die plaaslike gemeente. Die band is daar tussen elkeen wat Jesus Christus in waarheid volg en daarin God se liefde en verkiesing in sy of haar lewe mag sien.
DE DOKTER
“En toen de schriftgeleerden en de Farizeeën Hem zagen eten met de tollenaars en zondaars, zeiden zij tegen Zijn discipelen: Waarom eet en drinkt Hij met de tollenaars en zondaars? En toen Jezus dat hoorde, zei Hij tegen hen: Wie gezond zijn, hebben geen dokter nodig, maar wie ziek zijn. Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot bekering te roepen, maar zondaars.” Marcus 2:16,17
Nog een keer naar aanleiding van deze verzen. De Here Jezus zoekt de zondaars op. Zoekt de mensen op die slecht bekend staan in de samenleving. Hij zoekt ze in hun eigen huizen op. Hij eet met ze. Mensen trekken daaruit hun conclusies. Jezus keurt dus het verkeerde in het leven van deze mensen niet af zeggen ze. De mensen die dat zeggen voelen zich zoveel beter en zien daardoor niet meer dat ook zij alleen van genade moeten leven.
De Here Jezus leert ons hier o.a. dat ook wij vandaag niet maar op het uiterlijk mogen afgaan. Wij mogen niet omdat anderen dingen wel eens negatief over ons kunnen gaan denken niet naar zondaars toegaan die het evangelie en onze liefde vanuit Christus zo nodig hebben. Wij mogen ons niet laten stoppen door wat anderen van ons denken en vinden als het er om gaat mensen te helpen met het evangelie. Het uiterlijk is niet beslissend! Het gaat er om of ik echt aan die anderen het evangelie laat zien en horen. Of ik die ander Christus voor ogen schilder en ze met bewogenheid juist oproep om niet eigen hart te volgen maar Christus. Om je naar Christus te keren en je af te keren van je eigen zondige leven.
De Here Jezus laat horen dat Hij dat gedaan heeft! Hij maakt duidelijk dat Hij met al die zondaars, al die opvallende zondaars aan tafel heeft gezeten als dokter! Hij heeft er gezeten als de Man die het echte medicijn heeft om weer in vrede met God te leven. Om een ander leven te gaan leiden. Hij is zelf het medicijn. Hij wil uit Zijn medicijnkast de Geest geven zodat deze mensen een nieuw en ander leven willen gaan leiden. Wie dat evangelie naar verloren zondaren brengt, doet een goed werk. Die volgt Christus. Wie zich daarvoor te rechtvaardig voelt, kent Christus niet. Die gaat met al zijn of haar eigen gerechtigheid verloren. Verloren zondaren die hun verlorenheid in het licht van Christus echt leren kennen, zoeken Hem als de enige Dokter die hen kan redden en genezen.
GELOOFSAKTIWITEIT
“Ons dank God altyd oor julle almal as ons aan julle dink in ons gebede en onophoudelik in gedagte hou die werk van julle geloof en die arbeid van julle liefde en die lydsaamheid van julle hoop op onse Here Jesus Christus, voor onse God en Vader, omdat ons weet van julle verkiesing, broeders wat deur God bemin word.” 1 Tes 1:2-4
Timoteus het met goeie berigte uit Tessalonika by Paulus en Silvanus teruggekom. Die dankbaarheid vir die lewe vanuit die geloof in hierdie gemeente klink duidelik in die brief wat hulle nou saam skryf deur.
Dankbaar vir die geloofsaktiwiteit wat daar in die gemeente van Tessalonika is. Daar is aktiwiteit wat deur geloof, liefde en hoop gedra word. Dit is nie aktief wees omdat jy nou eenmaal aktief moet wees nie. Dit is nie aktiwiteit van ‘n gemeente wat dit doen om goed bekend te staan of beter as ander gemeentes te lyk nie. Dit is nie aktiwiteit van mense wat probeer om op daardie manier ‘n posisie in kerk of samelewing te verwerf nie.
Die regte aktiwiteit in en van die gemeente ontstaan en word gedra deur die band met Vader in die hemel en met Christus ons Here. Dan gaan dit nooit om ons nie maar om die HERE. Juis omdat jy in diepe dankbaarheid vir Sy liefde, sorg en verlossing wil leef, wil jy aktief vir Hom en dus vir en in Sy gemeente wees. Dan kyk jy ook nie na mense nie. Ons moet leer dat ons nie vir mense aktief is nie. Die HERE roep ons om saam vir Hom en daarom in Sy kerk aktief te wees. Om so te werk dat jy daarin ander saamneem om in diens van Hom te werk. Dit doen ons dan vanuit die band met Hom. Dit gee vertroue, liefde en volharding. Dit gee die Gees dan vir Christus se gemeente waarin ons mag leef. Wie die hoë posisie van Christus se gemeente sien, leer dan om God se liefderyke uitverkiesing raak te sien en staan en leef so in die sekerheid van die geloof.
DE LAMP
“Ik ben een metgezel van allen die U vrezen en die Uw bevelen in acht nemen. …. Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.” Psalm 119: 63,105
Ik sluit nu aan bij de meditatie van 2 dagen geleden. Elkaar zoeken. Samen volk van God zijn. Samen in alle eerbied de HERE willen dienen en daarmee het verleden achter je laten. Leren van het verleden vanuit het Woord van God en nu samen leven en in liefde verbonden zijn aan Christus. Als de levende Heer. Als de enige Verlosser.
Elkaar herkennen als kinderen van God, als deel van hetzelfde gezin. Daarom niet bij elkaar kunnen en willen wegblijven. Er op letten bij jezelf en anderen of de woorden van God boven alles gaan. Of de liefde van en voor Christus boven alles gaat. In een gebroken wereld waarin we samen strijden om op de smalle weg te blijven. Waarin we elkaar nodig hebben in de afhankelijk van Gods Woord en Geest. Wat is het kenmerk van dat volk van God? Wat is het kenmerk van Gods gezin? Dat ze vol verwachting en vertrouwen op Zijn Woord leven. Op Zijn stem die zuiver tot ons komt in de Bijbel. De Bijbel is het Woord dat het licht op ons pad is. Voor ons hele leven. Elke dag weer. Het is niet een lamp met daarbij nog andere lampen. Zo wordt er in onze tijd vaak gesproken. De Bijbel is een mooi en belangrijk boek, misschien wel het belangrijkste boek maar er zijn ook nog andere lampen. Zo is het niet. Boven alles uit schijnt Gods Woord als een helder licht in de wereld. Het licht dat laat zien hoe de HERE ook in de natuur en de geschiedenis tot ons spreekt. Het licht dat over alles en iedereen schijnt. Het licht waarin geen duisternis is omdat in de HERE, de Schrijver van het Woord, geen duisternis is! Wie aan het Woord komt, komt aan de HERE zelf!
Gods Woord boven alles om in alles te ontdekken wat duisternis is en daarvan afstand nemen. Om in alles te zien wat de weg is die we hebben te gaan op alle terreinen van het leven. Zij die dat met hun hart doen, met alle gebreken, kunnen en mogen niet bij elkaar wegblijven. Juist ook om in deze donkere wereld helder van God, van Christus te getuigen. Zo bidden we om een gezegende zondag die ons samen onder dat Woord brengt. Dat we daar willen zijn waar dit Woord met eerbied en onverkort verkondigd wordt.
STANDVASTIG IN HOOP
“Ons dank God altyd oor julle almal as ons aan julle dink in ons gebede en onophoudelik in gedagte hou die werk van julle geloof en die arbeid van julle liefde en die lydsaamheid van julle hoop op onse Here Jesus Christus, voor onse God en Vader”. 1 Tes 1:2,3
Die derde wat Paulus en sy medewerkers noem is die ”lydsaamheid van julle hoop”. Die gemeente van Tessalonika het dit nie maklik nie. Hulle word deur hulle omgewing nie aanvaar nie. Hulle word verag, agteruitgesit, bespot. Hoe moeilik kan dit dan wees om in die geloof vol te hou om openlik lidmaat van Christus se gemeente te bly. Hoe is dit moontlik dat jy dit om die geloof so swaar moet kry terwyl Jesus die Here van die here is? Hoe kan jy volhou as jy sien dat rondom jou baie mense met die HERE breek en die Bybel al hoe meer begin sien as ‘n menslike boek met allerhande foute? Of sê dat hulle die Bybel as God se Woord aanvaar maar dat ons vandag ander mense is wat meer weet en daarom nie meer in alles die Bybel as die norm vir ons lewe sien nie. Die Bybel is meer die boek wat dinge oor die Here God vertel as dat dit God se eie onfeilbare Woord is. Ons hoor mense hierdie dinge sê en hulle pas al meer aan aan wat die gees van die tyd is.
Hoe kan ons nogtans regtig teen as al die stemme in volgens God se wil soos ons die in Bybel lees, bly leef? Dit kan jy, dit kan ons as gemeente alleen as ons hoop, ons verwagting op Christus is. Die hoop beteken dat ons sekerlik weet dat Christus die Verlosser eendag sal kom en die hele aarde nuut sal maak. Hy sal kom om as Regter eendag die oordeel uit te spreek en ook almal wat vanweë die geloof in Hom gemartel en gedood is, staan dan ook met hulle liggaam op om ewig op die nuwe aarde te leef.
Die heerlike toekoms wat daar na die afsterwe van God se kind ook al in die hemel is, maak Christus se gemeente nou al sterk as moeite, hartseer en verleriding kom. Die heerlike toekoms leer jou om te kan volhard, vol te hou en met Christus te leef. So leef die gemeente van die Tessalonisense. So mag en moet ons ook onder God se seën leef.
Hoe belangrik is dit dat jy op “onse Here Jesus Christus hoop”. Hoe belangrik is dit dat jy nie op jouself vertrou nie maar op jou troue Heiland Jesus Christus. Dan kan daar swaar tye in jou lewe en in die lewe van die gemeente kom maar niemand kan ons dan van Christus en Sy toekoms beroof. Hoe belangrik is dit dat ons ook regtig leef met die hoop op die toekoms. Hoe belangrik is dit dat ons hoop nie net gerig is op aardse goed nie.
GODS WOORD VOOR HET HELE LEVEN EN VOOR ALTIJD
“Wij geloven dat deze Heilige Schrift de wil van God volkomen bevat en voldoende leert al wat de mens moet geloven om behouden te worden. Daarin heeft God uitvoerig beschreven op welke wijze wij Hem moeten dienen.” Artikel 7 Nederlandse Geloofsbelijdenis.
Een gebeurtenis gisteren en wat ik vanmorgen in het Nederlands Dagblad las lieten mijn gedachten gaan naar de woorden hierboven. Gisteren hadden we een prachtig gesprek met de deputaten van de Christelijke Gereformeerde Kerken. Wat een herkenning! Samen in liefde de HERE willen dienen volgens Zijn Woord. Zijn Woord voor alle tijden. Ook in de cultuur van 2022 in Nederland. Wat een herkenning over wat de HERE in Zijn Woord zegt en dat Hij ons steeds weer oproept tot bekering tot Hem. Ook dit gesprek kan niet meer vrijblijvend blijven.
Dan het artikel in het ND over de Vrijgemaakte kerk op Urk. Dat ze om het Woord niet mee kunnen met de vereniging tussen GKV en NGK. Juist in een tijd dat een hoogleraar in de GKV beweert dat op bepaalde delen van het leven wat er nu in de Bijbel staat niet meer geldt omdat wij andere mensen zouden zijn dan de mensen in de tijd van de Bijbel. Hier zie je een voorbeeld hoe de Bijbel niet meer als het volkomen Woord van God erkent wordt. Het staat wel in de Bijbel maar wij zijn als westerse mens zover gevorderd dat bepaalde dingen niet meer op ons van toepassing zijn. Wij kunnen leven op een manier die duidelijk tegen wat de Geest in de Bijbel zegt maar dat is niet erg want wij zijn zo door ontwikkelt dat we daar nu boven staan. je kunt hier meer over lezen op: https://www.evangeliebelijden.nl/de-vuurvlam-van-de-heere-die-levenslang-verbindt
Hoe sympathiek ook bedoeld toch is dit de stem van de HERE, die alles overziet voor jezelf en onze tijd, stil maken. Wat hebben we nodig dat mensen en kerken die de Here Jezus en Zijn stem liefhebben, opstaan. Heel duidelijk laten horen dat we zo’n stem die het Woord het zwijgen oplegt niet willen volgen. Dat we elkaar zoeken en eigen gebruiken, gedachten, geschiedenis en vooroordelen aan de kant schuiven om tot Gods eer elkaar zoeken. Om samen te getuigen van Zijn Woord en in tere liefde voor de HERE en Zijn Woord leven. Dan leer ik mijzelf verloochenen als de HERE mij een andere weg wijst dan wat er in mijn hart aan verlangens en gedachten is. Laten we opstaan en verenigen rond dat ene Woord van God dat voor alle tijden en situaties de goede weg wijst. Juist tot ons behoud en tot behoud van onze kinderen. Laten we bidden voor elkaar om vanuit deze geloofsmoed in vertrouwen op Christus en Zijn Woord op te staan voor de Here onze God.
INSPANNING VAN LIEFDE
“Ons dank God altyd oor julle almal as ons aan julle dink in ons gebede en onophoudelik in gedagte hou die werk van julle geloof en die arbeid van julle liefde en die lydsaamheid van julle hoop op onse Here Jesus Christus, voor onse God en Vader”. 1 Tes 1;2,3
Dan noem die Gees dat daar in die gemeente is die “arbeid van julle liefde”. Ons sien hier hoe die werk in die gemeente van Tessalonika gebeur. Die broers en susters en die jongmense in daardie gemeente is aktief vanuit die liefde van God en die liefde vir mekaar. Dit is selfs nie alleen liefde vir mekaar maar ook vir alle mense. Ons lees in hoofstuk 3:12: “en mag die Here julle ryk en oorvloedig maak in liefde vir mekaar en vir almal, soos ons ook teenoor julle is.” Dat vanuit die liefde van God die onderlinge liefde toe in die gemeente van Tessalonika geblom het, lees ons baie duidelik in 4:9: “Oor die broederliefde het julle nie nodig dat ons julle skrywe nie, want julle is self deur God geleer om mekaar lief te hê.”
Hoe belangrik is die ware liefde in Christus se gemeente. Ware liefde sorg vir aktiwiteit. Ware liefde soek om vir Christus werklik te leef en dan ook aktief jou broer en suster in liefde te soek. Dit is ook vir ons baie nodig om onsself daaraan te toets. Is dit die liefde van Christus wat ons lewe as gemeente en as persoon beheers. Soek ons steeds saam hoe ons die meeste diensbaar vir die HERE is? Is dit die groot vraag in ons persoonlike en gemeentelike lewe? Soek ons dan steeds weer die ander in die gemeente, ook as ‘n ander somtyds regtig moeilik kan wees? Soek ons die opbou van ander, van die gemeente juis deur onsself te verloën? Juis deur nie negatief oor ander in die gemeente te praat nie? Juis deur nie negatief maar positief opbouend oor die prediking te praat sodat die liefde van God wat juis daardeur in die gemeente kom nie afgebreek word nie? Liefde maak nie lui nie maar soek juis deur aktief te wees die goeie vir die gemeente en vir broers en susters in die gemeente. Soek wat regtig goed is vir die mense waaronder ons leef. So sien ons raak hoe Christus se liefde die gemeente laat leef. In die wêreld waarin Christus ons plek gegee het.
BEN JE GEZOND? (II)
“En toen de schriftgeleerden en de Farizeeën Hem zagen eten met de tollenaars en zondaars, zeiden zij tegen Zijn discipelen: Waarom eet en drinkt Hij met de tollenaars en zondaars? En toen Jezus dat hoorde, zei Hij tegen hen: Wie gezond zijn, hebben geen dokter nodig, maar wie ziek zijn.
Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot bekering te roepen, maar zondaars.” Marcus 2:16,17
Voor wie is het evangelie? Moeten mensen in onze ogen eerst fatsoenlijk zijn, een bepaald niveau hebben om ze op te zoeken met het evangelie? Voel je jezelf, voelen wij ons als kerk toch wel wat verheven boven bepaalde mensen en vinden we diep in ons hart dat bepaalde mensen het niet waard zijn om tot Christus en Zijn kerk door ons geroepen te worden?
Dat zijn belangrijke vragen die ook alles met ons eigen hart te maken hebben. Hoe wij tegenover de HERE staan. Voelen we ons gezonder dan anderen? Voelen we dat wij het toch wel meer waard zijn om Gods kind te zijn dan anderen op de wereld?
Als we dat diep in ons hart zo voelen en daarom een bepaald soort mensen mijden als het om het evangelie gaat, horen we bij die zogenaamde gezonden voor wie de Here Jezus als Verlosser niet gekomen is. Dat zijn de mensen die zichzelf er buiten zetten omdat ze niet echt voor 100% van genade willen leven. Al praten ze heel vaak over genade.
De Here Jezus stelt geen voorwaarde aan mensen als het er om gaat of Hij ze opzoekt met Gods liefde en genade. Ze hoeven zich niet eerst te bekeren voordat Hij naar ze toekomt. Voordat Hij met Zijn woorden en Zijn voorbeeld het leven met de HERE voorhoudt en oproept om Hem te volgen en volgens Gods wil te gaan leven. Bedenkt dat de HERE dat ook zo doet in de kerk! Terecht zeggen we in het doopsformulier dat “Gods toorn op ons rust, zodat wij in het rijk van God niet kunnen komen, of wij moeten opnieuw geboren worden.” God komt met Zijn machtige belofte tot mensen die uit zichzelf niets van Hem willen weten. Ook in de kerk! Christus is niet gekomen tot mensen die denken dat ze het wel waard zijn dat Christus tot hen gekomen is. Dan zet je jezelf buiten de verlossing omdat je jezelf te goed vindt. Wie Gods genade echt kent, wil ook de grootste zondaar in onze ogen van Christus vertellen en uitnodigen tot Hem te komen. Is blij met elke verloren zoon die tot de Vader komt.
OPDRA IN GEBED
“Ons dank God altyd oor julle almal as ons aan julle dink in ons gebede en onophoudelik in gedagte hou die werk van julle geloof en die arbeid van julle liefde en die lydsaamheid van julle hoop op onse Here Jesus Christus, voor onse God en Vader”. 1 Tes 1;2,3
Timoteus het teruggekom met goeie berigte oor die lewe, die lewe van die geloof in hierdie gemeente. Dit is ook daarom dat die dankbaarheid vir die Here groot is. Hulle is bly en dankbaar as hulle hierdie gemeente in hulle gebed aan Vader in die hemel opdra. As hulle in hul gebede “voor onse God en Vader” (vs 3) kom, is daar drie sake wat hulle vol dankbaarheid stem. Hierdie drie dinge wat genoem word wys op die hele lewe met God.
Die drie wat in vers 3 genoem word is:
- Die werk van julle geloof
- Die arbeid van julle liefde
- Die lydsaamheid van julle hoop
Hoe belangrik is dit ook vir ons vandag om hierin ‘n gemeente te sien wat ons stimuleer om ook self hierdie pad te stap. Dit wys ons dat die gemeente van Christus vol lewe is. ‘n Ware kerk van Christus kan nie lou, kan nie passief wees nie.
Ons lees dat in Tessalonika daar is die werk van die geloof. Dit is nie so dat die broers en susters daar op hulle eie krag en werk vertrou nie. Dit is nie so dat hulle dink dat hulle hul eie verlossing kan of moet verdien nie. Nee, die geloof, die verbondenheid met Christus maak hulle aktief. Dit sorg daarvoor dat hulle vir Hom wil leef en werk. Ons sien dit ook as Paulus en Silas in Tessalonika gevangegeneem word. Dan bly die gemeente nie op ‘n afstand nie. Dan dink hulle nie dat alles sommer reg sal kom nie. Nee, dan werk hulle. Dan is dit Jason en ander wat daarvoor sorg dat daar genoeg waarborg vir die owerheid kom en dat Paulus en Silas vrygelaat word.
Die gemeente van Tessalonika het ook nadat Paulus en sy medewerkers daar weg was in diens van Christus gewerk. Hulle is aktief om die gemeente te versterk. Hulle wil saam ‘n lewende gemeente van Christus wees. Bid en werk!
BEN JE GEZOND? (I)
“En toen de schriftgeleerden en de Farizeeën Hem zagen eten met de tollenaars en zondaars, zeiden zij tegen Zijn discipelen: Waarom eet en drinkt Hij met de tollenaars en zondaars? En toen Jezus dat hoorde, zei Hij tegen hen: Wie gezond zijn, hebben geen dokter nodig, maar wie ziek zijn. Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot bekering te roepen, maar zondaars.” Marcus 2:16,17
De leiders van het verbondsvolk zien wat Jezus doet. Hij gaat het huis van de tollenaar binnen. Hoe kun je dat doen? Het huis van zo’n slechte man. Je maakt jezelf daarmee medeplichtig aan zijn zonden. Je wordt zo toch vies voor God? Moet je nou eens kijken daar komen ook andere tollenaars en mannen en vrouwen met een hele slechte naam dit huis binnen. Jezus gaat ook met deze mensen om en gaat zelfs me ze eten. Wat een schande. Jezus eet met mensen die in de synagoge geen plaats hebben. Zulke mensen horen niet in de kerk. Die zoek je toch niet op. Jezus wordt viezer en viezer in de ogen van deze leiders. Jezus geeft zeker niets om de heiligheid van God?!
Laten we zelf eens de hand in eigen boezem steken. Wat zouden wij zeggen als een dominee of een ouderling dit soort mensen opzoekt en zelfs samen met ze gaat eten? Wat zouden wij zeggen als een dominee een hele groep van dit soort mensen voor een maaltijd zou uitnodigen bij hem thuis?
Wat zouden wij zeggen wanneer die dominee zegt dat hij nu een tijdje meer aandacht geeft aan deze mensen dan aan gerespecteerde leden in de gemeente? De kans op kritiek is er zeker. Omdat wij ons verheven voelen boven dit soort menen. Met dit soort mensen wordt het toch nooit wat. Die mensen moeten eerst maar eens een fatsoenlijker leven gaan leiden. Zij zijn nu het evangelie en de genade niet waard toch? Dan letten we op de Here Jezus als ons grote voorbeeld. Hij zoekt ze met het evangelie op. Hij zegt tegen wie kritiek heeft dat Hij niet voor gezond mensen gekomen is. Dat is een scherp woord. Dat betekent wie zichzelf genoeg waard voelt voor het evangelie buiten de verlossing staat. Daarover de volgende keer meer. Nu sluit ik af met het gebed dat ik hoop dat morgen in de kerk waar ik het evangelie mag brengen meerdere van dit soort tollenaars en zondaars onder het gehoor van het evangelie zitten. Ik hoop dat ik daarna bij ze op de koffie kan om ze verder het evangelie te kunnen vertellen. Christus zoekt ook hen. Gelukkig maar want ik ben geen haar beter.
GENADE EN VREDE (II)
“Paulus en Silvánus en Timótheüs aan die gemeente van die Thessalonicense wat in God die Vader en die Here Jesus Christus is: Genade vir julle en vrede van God onse Vader en die Here Jesus Christus!” 1 Tes 1:1
Dit is die vrede en genade waar Paulus hieroor skryfwat die lewe so goed maak wat die Drie-enige God in die seëngroet op Sy gemeente lê. Dit kom in die seëngroet werklik na die gemeente van die Tessalonisense toe. Dit kom elke kerkdiens by die begin regtig na ons toe. Die genade en vrede lê dan op jou. So seker is dit. Hoe belangrik is dit dan wat jy met hierdie genade en vrede van God doen. Jy mag dit sommer, verniet jou toeëien. Die HERE lê dit in jou hande. Wie hierdie ware vrede nie in sy lewe wil hê en net sy eie sondige hart wil volg daarmee gebeur wat ons in Lukas 10 lees. Die Here Jesus sê daar vir Sy leerlinge:
“En in watter huis julle ook al mag ingaan, sê eers: Vrede vir hierdie huis! En as daar ‘n man van vrede is, sal julle vrede op hom rus; anders sal dit tot julle terugkeer.” 5,6.
Laat ons steeds die seën en vredegroet in liefde, in verbondenheid met God ons Vader en die Here Jesus Christus ontvang hoe ryk is ons dan elke kerkdiens vanaf die staanspoor! Dan kan ons dankbaar sing en luister soos Paulus nou in dankbaarheid verder skryf. Dankbaar omdat die gemeente in Tessalonika wys dat hulle vanuit die geloof leef.
Paulus en sy medewerkers laat weet dat hulle die gemeente Tessalonika nie vergeet het nie. Dit is nie so dat as hulle weer in ‘n ander plek werk hulle die vorige een vergeet nie. Die liefde van Christus bly steeds daarvoor sorg dat hulle ook vir die gemeente in Tessalonika bid. Hoe belangrik is dit om juis vir mekaar te bid. Om mekaar aan te beveel aan de HERE en Sy genade en vrede. Laat ons dit nie vergeet nie. Die krag van die gebed is groot.
GENADE EN VREDE(I)
“Paulus en Silvánus en Timótheüs aan die gemeente van die Thessalonicense wat in God die Vader en die Here Jesus Christus is: Genade vir julle en vrede van God onse Vader en die Here Jesus Christus!” 1 Tes 1:1
Wat lê op hierdie gemeente? Die genade en vrede van God onse Vader en die Here Jesus Christus. Hierdie seëngroet is nie net een of ander wens nie. Dit is baie meer! So is dit ook baie meer as ‘n wens as die HERE by die begin van die kerkdiens met die seëngroet na Sy gemeente toekom. Dan is dit die Drie-enige God self wat Sy seën op Sy gemeente lê. So kom Hy elke erediens ook weer na ons toe. Dan sê Hy vir ons:
Ek lê nou My genade oor julle lewe. Die genade is Sy onverdiende liefde, is dat Hy as Vader Hom oor jou ontferm en met die vergifnis van jou sondes na jou toekom. Hy koester jou met Sy liefde. Dit is die genade wat die Here Jesus deur Hom te laat bespot, te laat verneder, te laat slaan en selfs aan die kruishout te laat spyker, verdien het. Hoe duur het Hy vir hierdie genade om dit oor jou en my lewe te kan laat lê, betaal!
Wat is nou die resultaat van hierdie genade wat die Here Jesus verdeel het? Dit is die vrede wat van God onse Vader en die Here Jesus Christus na ons toekom. Dit is dat jy sonder angs, sonder om daaraan te hoef twyfel of God as liefdevolle Vader na jou kyk en met jou omgaan, mag leef.
Jy mag jou veilig voel en weet, omdat jy by God as jou Vader mag skuil. Hy staan nie vyandig teenoor jou nie maar daar is vrede met Hom. Dit is die vrede wat Christus verdien het. Dit is die vrede wat Hy verdien het deur Hom vir God tot ‘n vloek te laat maak deur jou en my sonde op Hom te laat laai. Hy het God se toorn teen die gelowiges se sonde ondergaan om jou en my die vrede met God te gee. Die vrede met God is Christus se werk vir Sy gemeente. Ons lees dit in Rom 5:1 so: “Omdat ons dan uit die geloof geregverdig is, het ons vrede met God deur ons Here Jesus Christus”.
ZONDAARS EN TOLLENAARS
En gebeurde, toen Hij in diens huis aanlag, dat ook veel tollenaars en zondaars met Jezus en Zijn discipelen aanlagen; want zij waren met velen en waren Hem gevolgd.” Markus 2:15
De Here Jezus gaat met de tollenaar Levi naar zijn huis. Om daar met Levi te eten. Dat is niet zomaar een maaltijd. Het maakt ook duidelijk dat deze tollenaar veel geld heeft. Want op diezelfde dag is er in het huis van Levi een maaltijd waarbij een grote groep aanwezig is. Die ook mee-eet.
Veel tollenaars en zondaars zijn erbij. De groep mensen met wie Levi normaal gesproken optrekt. Zijn vrienden. Let dan ook op het woord zondaars. Dat betekent hier maar niet dat we allemaal zondaars zijn. Dit zijn de mensen die in de samenleving van toen bekend stonden als mensen die openlijk tegen de wil van God ingaan. Mensen die zich openlijk niet houden aan Gods wet. Sekswerkers, mensen die zich niet aan de rust op de sabbat houden, mensen met een slechte naam onder de gelovige Joden.
Deze mensen staan niet buiten de aandacht van de Here Jezus. Hij schrijft ze niet bij voorbaat af. Hij zoekt ze met het evangelie. Hij laat zien dat Gods liefde naar hen uitgaat. Hij roept ze in liefde op tot een leven met God en zo tot bekering. Niet om ze op hun plaats te zetten en te zeggen: Met zulke mensen moet je je nooit bemoeien. Nee, Hij zoekt ze in liefde op om ze de weg naar God te wijzen.
Dat leert ons om niemand in de samenleving op voorhand van het brengen van het evangelie uit te sluiten. Dat leert ons om niet te willen selecteren wat voor soort mensen wij in de gemeente willen hebben. Om er voor open te staan dat de HERE bijvoorbeeld 100 sekswerkers tot bekering brengt en op onze stoep zet om deel van de gemeente te worden. Mensen die wij nooit hadden uitgezocht. Mensen die het karakter van een gemeente heel erg veranderen maar wel door bekering heen met Christus zijn gaan leven. Wie daarvoor niet openstaat en de kerk als zijn of haar eigen club zoekt, weet niet wat echte genade is. Het hart van de Here Jezus gaat uit naar wie verloren is om die te redden. Laat dat er ook in ons hart zijn! Om ook zelf van genade te leven en blij te zijn met ieder die tot de gemeente van Christus komt wat zijn of haar achtergrond ook is. Om ieder die voor Christus volgens Zijn Woord wil leven met je hart voluit te verwelkomen.
'N HEERLIKE VOOREG
“Paulus en Silvánus en Timótheüs aan die gemeente van die Thessalonicense wat in God die Vader en die Here Jesus Christus is: Genade vir julle en vrede van God onse Vader en die Here Jesus Christus!” 1 Tes 1:1
Die woorde van die teks hierbo wys ook hoe goed dit is om die vergadering van God se volk te wees. Dit beteken dat jy by die volk behoort waaroor die enigste God as ‘n liefdevolle Vader waak en versorg. Jy mag by die volk van Sy kinders behoort. Jy mag ook deel wees van die gemeente wat onder die beskerming en leiding van die Here Jesus Christus staan.
Jou Verlosser is die Here. Hy staan bo alles. Niemand is meer as Hy nie. Selfs nie die keiser nie. Selfs nie al die magte wat ons rondom ons op hierdie aarde sien nie. Selfs nie die duiwel en allerhande demoniese magte nie. Nee ons mag die gemeente van die ware Here, van die Heer van alle here wees. Ons mag die gemeente van Jesus wees. Hy wat die enigste ware Verlosser is. Hy wat in die plek van die gelowiges al hulle skuld gedra het en hulle daarvan vir ewig bevry het. Dit is die gemeente waarin die saligheid, die ware verlossing, die ewige lewe werklik gevind word. Nêrens anders kan jy dit vind en toeeien nie. Dit is ook die gemeente van Christus. Dit wys daarop dat hierdie gemeente in die lewende verbondenheid staan met die kerk van alle tye. Vanaf Adam af. Die HERE het in Sy onpeilbare liefde na die sondeval al vir Adam en Eva belowe dat Hy die Verlosser sal stuur. Die man wat Hy tot Verlosser salf. Die woord Christus beteken Gesalfde. Die Gesalfde Redder wat die HERE al dadelik na die sondeval belowe het, het gekom. Die gemeente van die Tessalonisense is ‘n gemeente van Hom. Van die deur God gestuurde Redder. In Hom lê die ewige redding en behoud van Sy volk vas.
Ek het nou nog net enkele dinge genoem wat vanuit hierdie woorde van God na ons toekom. Hoe 'N heerlike, hoe ’n ongelooflike voorreg is dit om gemeente te wees “in God die Vader en die Here Jesus Christus”! So mag ons omtrent 2000 jaar later ook gemeente wees.
ALLEEN HET WOORD IN 2022
“HEERE, U doorgrondt en kent mij. Ú kent mijn zitten en mijn opstaan, U begrijpt van verre mijn gedachten. U onderzoekt mijn gaan en mijn liggen, U bent met al mijn wegen vertrouwd.” Psalm 139: 1-3
31 oktober 2022 hervormingsdag. Het was de HERE die Maarten Luther weer leerde denken en leven vanuit Het Woord van God alleen. Sola Scriptura. De HERE gebruikte hem om de kerk weer terug te brengen bij het Woord. Meer dan 500 jaar geleden.
Wij leven in 2022. Om nu kerk van Christus te zijn. Om vanuit het Woord van God te leven en te denken. Dat brengt me bij het boek van professor de Bruijne: Verbonden voor het leven. Het boek dat ik de afgelopen week intensief gelezen heb. Waarop ik nog hoop terug te komen in meerdere artikelen en lezingen. In dit boek ziet hij ruimte voor homoseksuele en ook andere relaties anders dan het huwelijk tussen man en vrouw waarbij de beleving van de seksualiteit ook een plaats heeft. Als het relaties tussen twee mensen zijn.
Waar het mij nu om gaat is dit: Hij wijst heel duidelijk aan dat de Bijbel dit soort relaties en handelingen afwijst. Je zou zeggen dat daarmee het pleit beslecht is. Toch is dit niet zo want in dit boek is een van de belangrijke zaken dat de Bruijne schrijft dat ongeveer 200 jaar geleden de westerse mens veranderd is. Dat het gevoel en ook de seksuele gevoelens veel meer de eigen identiteit, je eigen zelf zijn gaan bepalen. Dat is een feit schrijft hij. Dit zal ik niet ontkennen. De gevolgtrekking is dan dat wat in de Bijbel hierover staat de huidige mens niet meer echt raakt. Het gaat niet over de westerse mens van 2022. Daarom moeten we nu zelf gaan denken in de lijn van de Bijbel. Er is veel meer te zeggen. Het gaat me nu om het punt kun je de Bijbel zo aan de kant schuiven?
Ik wil dan op een punt wijzen. Wat is de Bijbel? Het Woord van God! Wie is die God die door Zijn Geest dat Woord aan ons gegeven heeft? De eeuwige God. Kent die God, de HERE alle mensen? Ja van binnen en van buiten. Beter nog dan we onszelf kennen. Kent die God de toekomst? Ja, Hij regeert de geschiedenis. Hij profeteert hoe de geschiedenis verloopt en zo gaat het ook. Hij vertelt ons o.a. in het boek Openbaring hoe de geschiedenis op weg is naar de dag van Christus’ terug keer. Kent Hij ook de mens van de toekomst? Ja, helemaal! Hij vertelt ons hoe mensen zijn als Christus terug komt (Lukas 17:20-37). Hij vertelt o.a. in de tweede brief aan Timotheus hoe mensen zullen zijn in het laatste deel van de geschiedenis van deze wereld. Zie 2 Tim 4:1-5
De HERE heeft Zijn ontdekkende en en beslissende richtingwijzende Woord voor de mensen van alle eeuwen gegeven. Hervormingsdag is heel actueel in 2022.
GO SE VERGADERING
“Paulus en Silvánus en Timótheüs aan die gemeente van die Thessalonicense wat in God die Vader en die Here Jesus Christus is: Genade vir julle en vrede van God onse Vader en die Here Jesus Christus!” 1 Tes 1:1
Die plaaslike kerke is almal aparte vergaderings wat Christus met Sy evangelie saamroep en saambring en hulle eenheid in Hom vind. Ons lees o.a.in 2 Kor 8:1 hoe elke gemeente regtig ‘n gemeente van Christus is: “En ons maak julle bekend, broeders, die genade van God wat aan die gemeentes van Macedonië geskenk is.”
Die plaaslike kerk is die vergadering van God se volk in daardie omgewing. Hoe belangrik is dit dan dat hierdie vergadering ook wys dat hulle net bestaan en leef in die gemeenskap en deur die beheersing van God die Vader en die Here Jesus Christus.
Hierdie gemeente is dus nie die vergadering van die burgers van ‘n stad nie en ook nie die vergadering van die Joodse volk of ‘n deel van hulle nie.
Die gemeente is die vergadering, die volk wat hulle deur God die Vader laat saamroep. Wat die Vader as die enigste God, as die Skepper van die hele kosmos, as die God wat alles beheer en bestuur, erken. Hoe anders was dit met die vergadering van die burgers van Tessalonika. Hulle het baie gode aanbid. Hulle het nie die wil van God die Vader gesoek en aanbid nie. Die vergadering wat net ‘n vergadering van Jode gebly en nie in die vryheid van Christus wil gaan staan nie het Jesus nie as die Christus en as Here gevolg en aanbid nie. Die unieke van die gemeente van Christus is dat hierdie gemeente deur Hom vrede met God het. Daar is nie ‘n ander gemeente, daar is nie ‘n ander volk wat vrede, ware omgang met die HERE het nie. Dat die vrede met God na Christus se opstanding daar net is vir die gemeente wat in Sy Naam saamkom lees ons ook baie duidelik in Joh 20. Dit is die Here Jesus wat uit die dood opgestaan het en so ook weer bewys het dat Hy die Seun van God is. Hy soek dan nie die Joodse kerkleiers op nie maar kom by samekoms van Sy leerlinge en dan gebeur die volgende: “Jesus het in hul midde gestaan en aan hulle gesê: Vrede vir julle! En nadat Hy dit gesê het, wys Hy hulle sy hande en sy sy. En die dissipels was bly toe hulle die Here sien. Jesus sê toe weer vir hulle: Vrede vir julle!” vs 19-21.
VOLG MIJ!
“En Hij ging verder en zag Levi, de zoon van Alfeüs, in het tolhuis zitten en zei tegen hem: Volg Mij! En hij stond op en volgde Hem.” Markus 2:14
Volg mij! Met deze woorden komt de Here Jezus in het tolhuis naar de tollenaar. Het woord volgen dat hier in het Grieks gebruikt wordt, wordt in de Evangeliën alleen voor volgelingen van de Here Jezus gebruikt.
Jezus laat deze oproep persoonlijk horen aan de tollenaar. Dat is in die tijd voor de Joden al ongehoord. Hoe kun zo’n grote zondaar nu vragen om bij jou te horen. Dat wil je toch niet. Dat mag toch niet. Je zoekt je volgelingen en leerlingen toch niet bij zulk uitschot van de bevolking. Bij zulke onreine mensen.
Jezus maakt het in de ogen van veel Joden nog erger. Hij roept deze tollenaar op om zijn huis voor Hem open te stellen en om daar samen te gaan eten. Hoe kun dat nou doen? Hoe kun je nu gaan eten met deze man in dat onreine huis en dan ook nog samen met al die zondaars met wie hij optrekt. Dat doe je toch niet! Toch doet de Here Jezus dat wel. Dan gooi je je naam toch te grabbel! Laat je dan niet zien dat je de manier waarop deze mensen leven niet erg vindt?!
Toch doet de Here Jezus het. Wat leren we hiervan? Dat niemand te slecht is om het evangelie te horen. Dat we ons boven niemand hebben te verheffen alsof wij beter zijn. Hij die echt beter was, zonder zonden geeft ons het voorbeeld. We hebben geen onderscheid te maken in wie we het evangelie brengen en wie we wel of niet bij de gemeente willen hebben. Iedereen opzoeken met de machtige boodschap van Christus. Wat mensen er ook van denken en zeggen. Wat fatsoenlijke mensen er ook van vinden. Als we dat doen om anderen het leven met Christus te willen laten zien en met liefde oproepen tot bekering tot Christus staan we onder Gods zegen. Hiertoe zijn we als kerk van Christus geroepen! Als we die roeping niet meer uitvoeren schieten we in Gods Koninkrijk echt te kort. Dan dreigen we meer op de Farizeeër dan de tollenaar te lijken in de gelijkenis die Jezus daarover in Lukas 18 verteld heeft.
GEMEENTE IN DIE SAMELEWING WEES
“Paulus en Silvánus en Timótheüs aan die gemeente van die Thessalonicense wat in God die Vader en die Here Jesus Christus is: Genade vir julle en vrede van God onse Vader en die Here Jesus Christus!” 1 Tes 1:1
Hulle reis nou verder. Paulus kom in Atene en daarna in Korinte. Hy werk vanuit Korinte ‘n langer tyd: een en halwe jaar. In hierdie anderhalf jaar gaan Paulus weer vir ‘n kort rukkie saam met Silvanus en Timoteus na Atene. Hulle het nou hierdie brief in die een en halwe jaar dat Korinte hulle tuisbasis was geskryf. Dit is goed moontlik dat dit selfs gebeur het toe hulle vir ‘n rukkie in Atene was. Timoteus was nog in Tessalonika om te kyk hoe dit met die gemeente gaan en het met positiewe berigte by Paulus en Silvanus gekom. 3:1-10 Hulle kan nou vanuit ‘n positiewe indruk van die gemeente in dankbaarheid ‘n brief skryf. Die dankbaarheid oor die Gees se werk in hierdie gemeente sien ons ook in die eerste drie verse van hierdie brief.
Hierdie brief is spanwerk. Paulus, Silvanus en die jonge Timoteus vorm die vaste span by die tweede sendingreis. Hulle staan saam in diens van die Here Jesus. Hulle het hulle deur Hom laat stuur om die evangelie te verkondig waar die Gees hulle lei.
Hulle skryf nou ‘n brief aan die “gemeente van die Tessalonisense”. Ons ken die woord gemeente. Dit is vir ons ‘n gewone woord. Dit was dit ook vir die inwoners van Tessalonika. Wat het die inwoners van Thessalonika en in die hele Romeinse Ryk onder die woord gemeente verstaan? Dit was ‘n volksvergadering wat saamgeroep is. Hierdie woord is veral gebruik in die sogenaamde vrye stede, waarvan Tessalonika een was, waar dan ‘n vergadering van al die burgers van hierdie stad saamgeroep is om besluite vir die bestuur van die stad te neem.
Die enigste uitsondering op hierdie betekenis van hierdie woord vind ons toe by die Jode. Die Griekssprekende Jode en die Griekse vertaling van die Ou Testament in daardie tyd het hierdie woord gebruik vir die bymekaar kom van God se volk. Die saamkom om na die HERE te luister en Hom te aanbid.
Nou is dit die Heilige Gees wat die menslike skrywers in die oudste brief van Paulus in die Bybel die woord gemeente vir Christus se kerk in Tessalonika laat gebruik. Dit wys vir ons hoe Christus se gemeente in elke plek teenoor die samekoms van ‘n ongelowige bevolking en teenoor die vergadering van Jode staan wat Christus nie as die Verlosser erken en volg nie.
JEZUS ROEPT DE ZONDAAR
“En Hij ging verder en zag Levi, de zoon van Alfeüs, in het tolhuis zitten en zei tegen hem: Volg Mij! En hij stond op en volgde Hem.” Markus 2:14
Levi zit in het tolhuis. Hij wordt ook Mattheus genoemd. Zie Mattheus 9:9. Deze man is een tollenaar. Hij staat in dienst van de vijand. Van de Romeinen. Hij verdiend aan het belasting innen voor de Romeinen een goede boterham. Toch staat deze man onder zijn eigen volk heel geïsoleerd. In die tijd moeten de Joden niets van tollenaars hebben. Het zijn verraders, het zijn vijanden van Gods volk. Ze worden niet voor niets op een lijn gezet met hoeren.
Het is dan ook zo dat een tollenaar in die tijd onder de Joden geen rechter of getuige kan zijn. Een tollenaar wordt ook uit de synagoge gezet. Zo’n man is een schande voor zijn familie. Met zo’n man wil je niet te maken hebben.
Dan komt daar de Here Jezus. Hij ziet Levi zitten in het huis waar hij zich veilig voelt. In het tolhuis. Het is niet zo dat Levi in wanhoop de Here Jezus opzoekt. Nee, de Here Jezus gaat naar het tolhuis en roept daar deze tollenaar om Hem te volgen. Dat is echt heel bijzonder. De Here Jezus roept een tollenaar die aan het werk is om Hem te volgen. Midden in Zijn werk wordt Levi geroepen. Dat leert ons dat we niet moeten wachten om mensen tot Christus te roepen als wij denken dat ze eigenlijk al een beetje naar Hem op weg zijn. Nee, midden in een zondig leven komt Christus met Zijn oproep om dat zondige leven achter je te laten en Hem te volgen. Iemand is nooit te slecht om door Christus in liefde geroepen te worden. Wie denkt dat je eerst jezelf toch wel flink verbeterd moet hebben voordat Christus je kan roepen zit er helemaal naast. Dan denk je te veel van jezelf of hoe mensen moeten zijn voordat ze genade kunnen ontvangen. Wie denkt dat je eerst jezelf toch wel tot een bepaald niveau gebracht moet hebben om tot Christus te kunnen komen, zit er zo naast dat als je zo denkt nooit iemand tot Christus zal komen. Ook jij of ik niet.
Christus roept de zondaar! Die ook ik en jij bent.
IN CHRISTUS SE DIENS AAN DIE KERK BOU
“Paulus en Silvánus en Timótheüs aan die gemeente van die Thessalonicense wat in God die Vader en die Here Jesus Christus is: Genade vir julle en vrede van God onse Vader en die Here Jesus Christus!” 1 Tes 1:1
Die eerste brief aan die Tessalonisense is die eerste brief wat Paulus aan ‘n gemeente gestuur het waarvan ons weet. Paulus is saam met sy medewerkers op wat ons sy tweede sendingreis noem.
Die HERE het daarvoor gesorg dat Paulus, Silvanus en Timoteus na Europa oorsteek en ook daar die evangelie van die Verlosser gaan verkondig.
As hulle in Griekeland is, kom hulle ook in Tessalonika. Tessalonika was toe ‘n belangrike stad. Hierdie stad het in die Romeinse ryk ook die reg van ‘n vrye stad gekry. Dit beteken dat hierdie stad deur die burgers van die stad self bestuur word.
Paulus en Silvanus (Silas) het in Tessalonika Christus eers vir die Jode verkondig. Drie weke lank het Paulus in die sinagoge daar gepreek. Dan kom daar die skeiding tussen hulle wat in Christus glo en hulle wat Hom verwerp. Die gemeente van Christus bestaan dan uit Jode en ‘n groot aantal Grieke wat as belangstellendes al na die sinagoge gekom het. Dan is daar nog ‘n groot aantal van die aansienlikste vroue in die stad wat by hierdie gemeente aansluit. Die Here gee seën op die werk van Paulus en Silas. Dit is juis die oomblik dat die duiwel sy stert laat swaai. Hy vuur veral die Jode aan om in die stad haat teen Paulus en die gemeente te saai. Die gevolg is dat Paulus en Silas Tessalonika moet verlaat. Sien hiervoor Handelinge 17:1-14
Die duiwel wil altyd weer die kerk van Christus trou is stukkend maak. Christus sorg dat deur Paulus en ander Sy kerk bly bestaan. Dat positiewe werk in Sy kerk gebeur. Hoe belangrik is dit dat ons vanuit God se Woord wil opbou en ons nie deur die duiwel laat gebruik nie.
AANBIDDING - LEVEN VOLGENS GODS WIL
“Mijn mond zal van de lof van de HEERE spreken, alle vlees zal Zijn heilige Naam loven, voor eeuwig en altijd.” Psalm 145:21
Vorige week heb ik ook bij deze tekst stilgestaan. Vol verwondering over de grootheid van God. Wie die grootheid ziet in Zijn daden, in Zijn genade, in Zijn oordeel, in Hemzelf leert de HERE te aanbidden. Leert steeds weer hoe klein jezelf bent als mens.
Dat leert je ook om steeds weer te vragen wat Zijn wil is. Dan blijft het niet bij zingen en praten over die grootheid van de HERE. Dan blijft het niet bij het zingen en in samenkomsten vol verwondering en aanbidding spreken over Christus als jouw en onze Verlosser en Heer. Dan gaat juist dat Heer zijn van de HERE over je leven spreken. Die grootheid van God vertaalt zich in ons leven dan in gehoorzaamheid in liefde voor Hem. Juist omdat ik Hem al meer in Zijn aanbiddelijke grootheid leer kennen, wil ik al meer volgens Zijn goede wil leven. Dat is mijn dure plicht uit liefde.
Juist dan hoor ik stemmen om mij heen die daar kritiek op hebben. Dan wordt het leven het doen van plichten. Dat houdt nooit stand. Dan vervallen we aan een gebodsethiek. Juist die benadering zou er voor zorgen dat mensen op bepaalde momenten ineens met het christelijke geloof of in ieder geval met een leven volgens Gods wil breken. Als het om geboden gaat, zou het buiten je hart omgaan. Dat kan. Als mensen het alleen doen omdat het zo hoort of omdat het altijd zo gedaan is. Dan mist dat ene onmisbare: het echt kennen van de HERE. Dan is leven volgens bepaalde geboden niet meer dan een gewoonte, iets dat er bij hoort. Echt leven volgens Gods wil is er als je de HERE in Zijn grootheid en liefde kent en daarom het als je plicht uit liefde ziet om volgens Zijn geboden te leven. Dan verandert dat door de Geest je leven. Dan ga je veranderen tot in je karakter toe, dan is niet de geest van de tijd een norm. Dan leef je in de tijd hoe die ook verandert is met vroeger vergeleken uit verwondering volgens de geboden en regels die de eeuwige God voor alle tijden gegeven heeft. Ook als je die geboden soms niet begrijpt, ook als het jou pijnlijk raakt. De HERE is groot, veel groter dan ik ben, Zijn wijsheid is groter dan de wijsheid en gevoelens van ons. Ook groter dan die van de westerse mens in de 21e eeuw. Laat we ons niet groter maken dan we zijn. Hoe groot bent U HERE!
OP DIE HERE VERTROU
"Twee dinge vra ek van U; onthou dit nie aan my voordat ek sterf nie; Hou valsheid en leuentaal ver van my af; gee my nie armoede of rykdom nie, laat my geniet die brood wat vir my bestem is; dat ek nie, as ek oorversadig geword het, U verloën nie, en sê: Wie is die HERE? En dat ek nie, as ek arm geword het, steel en my aan die Naam van my God vergryp nie." Spreuke 30:7-9
Ons sien hoe die toenemende welvaart onder 'n deel van die bevolking van de wêreld mense van Christus vervreem. Ons sien ook hoe armoede tot allerhande geweld en opstand teen die HERE lei. 'n Mens wat al hoe meer welvarend word,moet goed weet hoe groot die gevaar is om tevrede met jouself te wees en nie meer werklik op God te vertrou nie. So'n mens besef dikwels nie meer hoe afhanklik hy van die HERE is nie. Sien ook Lukas 12:13-21.
Die HERE vra in die tiende gebod van ons tevredenheid. Hy sê nie vir jou dat jy nie verlangens of ideale in jou lewe mag hê nie. Dit is goed om ideale te hê. Nogtans moet 'n mens dit steeds weer in gedagte hou dat dit ideale en verlangens moet wees wat in ooreenstemming met Christus se wil is. Hierdie verlangens mag geen bedreiging vir jou lewe met Christus en met jou naaste wees nie.
Jy kan sekere ideale in jou lewe nastreef. Maar dan moet jy jouself ook steeds weer afvra of jy hierby op Christus vertrou of op jouself. Dit kan gebeur dat jou planne misluk. Of dat jy die dinge wat jy graag wil doen, nie op 'n goeie manier kan realiseer nie. Juis dan is die vertroue op die HERE en sy weg met 'n mens se lewe so belangrik. As die HERE die belangrikste en rykste in jou lewe is, sal jy dit kan verdra dat jou eie planne misluk. Natuurlik pla dit 'n mens maar hy kan dan sy las, sy hartseer en moeites by Christus kwyt. Dan vind 'n mens rus by Christus wat vir God se gelowige kind die skuld vir al sy sondes, ook sy sondige verlangens betaal het!
Hy wat leer om nou tevrede te wees, sal eendag 'n rykdom ontvang wat geen mens op aarde kan beskryf nie.
ONTEVREDE -TEVREDE
"Jy mag nie jou naaste se huis begeer nie; jy mag nie jou naaste se vrou begeer nie, of sy dienskneg of sy diensmaagd, of sy os of sy esel of iets wat van jou naaste is nie." Eksodus 20:17
'n Mens wil dan altyd meer hê, ryker word. Dit bedreig 'n mens se lewe. Ons lees dit baie duidelik in 1 Tim 6: 9,10: "maar die wat ryk wil word, val in versoeking en strikke en baie dwase en skadelike begeerlikhede wat die mense laat wegsink in verderf en ondergang. Want die geldgierigheid is 'n wortel van alle euwels; en omdat sommige dit begeer, het hulle afgedwaal van die geloof en hulleself met baie smarte deurboor."
As die verlange om ryk te word of om nog ryker te word 'n mens se lewe beheers, gaan dit ten koste van jou naaste. Dan begin 'n mens ander mense oneerlik behandel. En tas jy dit aan wat die HERE vir die ander gegee het. Die HERE wil die besittings van die ander juis in sy gebooie beskerm.
Die verlange om altyd meer te wil hê word in die Bybel selfs 'n krag van die doderyk genoem. 'n Krag en verlange wat ellende voortbring. Dit bring 'n mens ver van God weg. Die skrywer van die boek Spreuke wys daarop in beeldende taal: "Die bloedsuier het twee dogters: Gee, gee! Drie is dit wat nie versadig word nie; vier sê nooit: Genoeg nie! - die doderyk en die toegesluite moederskoot, die aarde wat nie genoeg water kry nie en die vuur wat nooit sê: Genoeg nie!" (30:15,16)
As 'n mens ryk wil wees en welvaart die belangrikste in jou lewe geword het, is daar nog 'n manier waarop dit die lewe met die HERE bedreig. Die gevaar van ryk en welvarend wees is dat 'n mens God so gou kan vergeet. Die Heilige Gees wys dit vir ons in Spreuke 30: 7-9: "Twee dinge vra ek van U; onthou dit nie aan my voordat ek sterf nie; Hou valsheid en leuentaal ver van my af; gee my nie armoede of rykdom nie, laat my geniet die brood wat vir my bestem is; dat ek nie, as ek oorversadig geword het, U verloën nie, en sê: Wie is die HERE? En dat ek nie, as ek arm geword het, steel en my aan die Naam van my God vergryp nie."
CHRISTENDOM VOOR LOSERS?
“Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen. Daarom heb ik een behagen in zwakheden, in smadelijke behandelingen, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus' wil. Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig.” 2 Korinthe 12:9,10
Soms laten mensen zomaar hun ware gezicht zien. Dat wat eigenlijk al wel duidelijk was maar ineens er heel duidelijk uitkomt. Zo was het de laatste dagen met de leider van Forum voor Democratie. Meerdere keren deed hij alsof hij aan de kant van orthodoxe christenen stond. Het was ook zo dat jammer genoeg velen van hen ook nog sympathie voor hem en zijn standpunten hadden en dachten dat hij toch echt aan de kant van het christendom stond.
Hij is nu heel duidelijk door de mand gevallen. Het is duidelijk dat hij in feite niets met echt christelijk geloof heeft. Dat het ook bij hem om macht en aanzien gaat. Hij wil vooral mannelijk zijn. Mannelijk betekent dan zoiets als dat je je eigen kracht wel eens zult laten zien. Bouwen op jezelf en je eigen kracht. Als je zulke bondgenoten zoekt, doe je hetzelfde als het verbondsvolk deed toen ze politiek op Egypte bouwden en de HERE duidelijk maakte dat je dan verkeerd bezig bent. Zie bijvoorbeeld Jesaja 31:1-3 We horen nu uit de mond van Baudet o.a. dit: “Het christendom heeft een gebrek aan mannelijkheid. Het is te veel een losergodsdienst een ideologie van verliezers. De ander de wang toedraaien. Altijd dat kruis. Altijd dat lijden. Ik bedoel: waar is het succes? Waar het gevecht?”
Baudet voelt zich veel meer een heiden. Wie zo in het leven staat, staat tegenover de echte Christus. Christus die de Koning is en die de grote Overwinnaar is. Die de gelovigen die niet op zichzelf bouwen meeneemt in Zijn overwinning. Omdat we zo op Christus als onze Koning en Verlosser kunnen bouwen, kunnen we zwak zijn. Bouwen op Christus en daarom liefde bewijzen, daarom onrecht ondergaan. Daarom blijven getuigen van Christus en mensen oproepen tot Hem te komen. Jezelf verliezen en verloochenen ter wille van de HERE en de naaste. Misschien in de ogen van mensen wel alles verliezen maar toch weten dat je voor eeuwig alles gekregen hebt. Daarom klaar staan voor vluchtelingen, daarom zieken verzorgen, daarom niet gaan voor eigen succes en macht. Daar ben ik niet van afhankelijk. Christus is mijn Koning en daarom ligt de eeuwige erfenis door Hem verdiend voor mij klaar. Daarom wil ik niets weten van een steunen op Baudet of andere mensen die zo voor christenen lijken op te komen maar alleen voor eigen macht en invloed gaan. Wees maar zwak in Christus want machtiger kun je niet zijn. Dan hebben we mannetjes als Baudet met al hun mannelijkheid niet nodig.
VERKEERDE VERLANGENS
"Jy mag nie jou naaste se huis begeer nie; jy mag nie jou naaste se vrou begeer nie, of sy dienskneg of sy diensmaagd, of sy os of sy esel of iets wat van jou naaste is nie." Eksodus 20:17
Verkeerde verlangens het in die geskiedenis al tot groot ellende gelei. Dit kan selfs die hele geskiedenis beinvloed. Voorbeelde daarvan is die oorloë wat al op hierdie aarde gevoer is. Ons kan hierby aan die Tweede Wêreldoorlog dink. Hitler se verlange was na mag en land. Sy haat vir die Jode het ontsettende gevolge gehad. Ses miljoen Jode is deur hom vermoor en dan nog al die ander mense wat deur sy geweld gesneuwel het. Dit het vreeslike gevolge vir Europa en die Joodse volk gehad. Dink ook aan die oorlog in die Oekraine. Die verlange na mag en grootheid by Poetin veroorsaak so baie ellende.
Die groot probleem met verkeerde verlangens is dat dit dikwels nie net verlangens en gedagtes bly nie. 'n Verlange het dikwels 'n groot mag oor 'n mens se lewe. En uit die verlange groei daar dan 'n plan om hierdie verlange tot werklikheid te maak. Hierdie plan pla jou dan tot hy tot uitvoering kom. So word verkeerde verlangens dan 'n bedreiging vir die lewe met God en met jou naaste.
Dit wat ons tot nou toe gesien het, kan deur 'n voorbeeld, wat by die teks van die tiende gebod aansluit, geïllustreer word.
Dit is duidelik dat die HERE ons in die tiende gebod wil leer om tevrede te wees. 'n Verkeerde verlange is om altyd meer te wil hê. Die HERE vra daarvoor aandag as Hy praat van: jou naaste se huis, sy vrou, sy dienskneg, sy diensmaagd, sy os of sy esel. Dit gaan hier oor dinge wat in die gewone daaglikse lewe in Israel 'n rol gespeel het. Die HERE waarsku hier om nie ontevrede te wees met die vrou wat Hy vir jou gegee het nie. Om nie ontevrede te wees met die besittings wat jy gekry het nie. Hy waarsku mense om nie jaloers na die vrou van hul vriend te kyk nie. Om nie jaloers op 'n ander se besittings te wees nie. 'n Mens wat jaloersheid 'n vaste plek in sy lewe gee word ontevrede. Hierdie mens versuur sy eie lewe. Sy jaloersheid, sy ontevredenheid maak die deur na groter sondes in sy lewe oop.
REGENBOODBAND DRAGEN
“Mijn boog (regenboog RV) heb Ik in de wolken gegeven; die zal dienen als teken van het verbond tussen Mij en de aarde.”Genesis 9:13
Gisteren zat ik meerdere uren in de auto. Het nieuws werd voor een belangrijk deel op de radiozender NPO1 aan het niet dragen van de regenboogband door twee aanvoerders in de Eredivisie een dag eerder besteed. Allebei zijn ze moslim. Van een van hen werd heel duidelijk betwijfeld of zijn motief wel godsdienstig was. Hij is namelijk Turks international en hij is misschien wel bang voor de reactie uit dat land. Het wordt heel moeilijk om een gesprek te voeren als er al niet op je woorden beoordeeld wordt.
Er moest een regenboogband gedragen worden. O.a. als teken tegen geweld en discriminatie van de lhbt+gemeenschap. Laat ik eerst zeggen dat ik tegen geweld (ik heb het hier niet over gerechtvaardigd geweld tegen misdadigers en wat echt nodig is om de openbare orde te handhaven) en discriminatie tegen alle mensen ben. Ook als dat geweld en discriminatie is tegen mensen die heel anders leven dan mijn waarden en normen zijn. Dat leef ik uit. Dat laat ik horen op de preekstoel en overal waar ik kom. Ik verkondig het evangelie van Christus en ook dat je alle mensen met liefde moet behandelen. Christus zocht in diepe liefde en bewogenheid ook de mensen op die zo anders leefden dan Gods normen en waarden zijn. Ook mensen die daar openlijk tegenin leefden.
Toch blijf ik zeggen dat alle seksualiteit buiten het huwelijk, zoals de HERE daarover spreekt in Genesis 2:24, zonde is. Dat we daarbij weg moeten blijven. Omdat het de goede norm van onze Schepper is. Dat relaties die anders zijn dan levenslang tussen een man en vrouw seksualiteit in het huwelijk beleven zonde is en dat we daarvoor vergeving nodig hebben. Dat zeg ik ook tegen mijn naaste die anders denkt en leeft. Juist omdat ik er van overtuigd ben dat dit voor de ander nu en voor de eeuwigheid het beste is.
Toch lijkt het nu gevaarlijk om dit te zeggen. Dan ben ik eigenlijk in de ogen van velen een tweederangs burger. Meerdere keren hoorde ik dat de weigering om deze band te dragen voor de aanvoerder van Feyenoord consequenties zou moeten hebben. Zo’n man kan geen aanvoerder meer zijn, was meerdere keren de opmerking. Moet ik nou eigenlijk ook niet gestraft worden? Omdat ik uitdraag wat de HERE zegt. Moet ik een boete krijgen, een taakstraf of een tijdje in de gevangenis? Onze minister van justitie heeft een paar weken geleden in de HJ SWchoo-lezing gezegd dat je juist in een democratie iedereen moeten kunnen kwetsen. Dat wordt door velen met gejuich ontvangen. Ik ben het daar niet mee eens. Ik wil in liefde en vrede samen leven. Dat we zonder kwetsen elkaar heel duidelijk kunnen vertellen waarom we bepaalde waarden en normen hebben.
Daarom ga ik de regenboog niet gebruiken voor het goedkeuren van een leven dat volgens de HERE niet is zoals het bedoeld is. Ik blijf bepaalde dingen zonde noemen. De regenboog is Gods boog en ik wil aan Hem trouw zijn en daarom mijn naaste liefhebben. Ook als het me mijn vrijheid in dit land zou kosten.
HOE GROOT BENT U!
“Mijn mond zal van de lof van de HEERE spreken, alle vlees zal Zijn heilige Naam loven, voor eeuwig en altijd.” Psalm 145:21
Er zijn van die momenten dat de rillingen over lichaam gaan, als je aan de Here God denkt. Momenten dat Zijn grootheid je bijzonder voor ogen komt. Dat je ziet hoe groot Christus als de enige Verlosser is. Dat je extra beseft wie de HERE is die alles gemaakt heeft en die voor een wereld vol ellende toch een toekomst biedt. Die God die ondanks al dat verschrikkelijke wat we in de wereld gebracht hebben met Zijn liefde tot ons komt. Die God die echt uit helemaal niets de hele schepping gegeven heeft. Die in zes dagen de aarde klaar maakte voor bewoning. Met alles er op en er aan. Wij als mensen onderzoeken de schepping en vinden steeds weer nieuwe dingen. Raken al meer verbaast hoe alles in elkaar zit. Dat van de wereld na de zondeval. Hoe moet het daarvoor niet geweest zijn! Dat niet door een ontwikkeling van miljarden jaren maar door God in zes dagen. Hoe groot bent U!
Dan die liefde voor zondaren. Niet te verklaren zo groot. Zo speciaal. Iets dat wij naar elkaar nooit zouden kunnen opbrengen. Dat doet de HERE. Hoe groot bent U!
Dan die toekomst. Toekomst voor wie bij Christus als zijn of haar Verlosser het leven zoekt. Een toekomst waar alle kwaad net als voor de zondeval uit weg is. Alles wat verkeerd is en je hebt er nooit meer last van! Eigenlijk niet voor te stellen. Dat is vast en zeker in Christus die dat met Zijn lijden verdiend heeft. Hoe groot bent U!
Als ik dat zie, vraag ik me af waarom wij het in ons leven vaak beter dan de HERE willen weten. Waarom proberen wij het Woord van die God dan toch nog te buigen omdat het ons in onze cultuur en ons leven beter uitkomt. De lof op God leert me ook zeggen dat als Zijn woorden tegen mijn eigen ideeën en waarden ingaan. Ook als dat zoveel pijn in mijn leven doet: HERE U weet het zoveel beter. Laat de lof op U ook betekenen dat ik Uw weg ga, dat ik leef vanuit de verwondering voor U. Dat ik mijn identiteit niet zoek in mijn verlangens en wie ik wil zijn maar mijzelf verloochen en al meer beeld van U wil zijn. Volgens u gegeven Woord. U bent zo groot. U weet het zoveel beter!
WANHOPIG?
"Jy mag nie jou naaste se huis begeer nie; jy mag nie jou naaste se vrou begeer nie, of sy dienskneg of sy diensmaagd, of sy os of sy esel of iets wat van jou naaste is nie." Eksodus 20:17
'n Mens staan reeds by die verkeerde verlange skuldig teenoor God. Dit is daarom so belangrik om die verkeerde, die sondige vanaf die staanspoor te weerstaan. Dit beteken dat jy deur die eerbiedige gebed met Vader in die hemel die verkeerde verlangens al hoe meer uit jou lewe wil ban. Dit is 'n ding waarmee ons bewus besig moet wees. Dit noodsaak die gebed waarin ons vra dat ons leer sien wat die verkeerde verlangens in ons lewe is. Ons het die Heilige Gees nodig om onsself goed op hierdie punt te leer ken. Ons het ook die Gees se krag nodig om ons verlangens te heilig en te leer om hulle in ooreenstemming met Vader se wil te bring.
Wanneer die besef tot jou deurdring dat jou verkeerde gevoelens skuld by die HERE veroorsaak, kan dit jou tot wanhoop dryf. Hoe kan 'n mens nog enigsins langer by God hoort? Begin ons by ons gevoelens, besef ons eers hoeveel daar in ons lewe verkeerd is! Maar die HERE gee die tiende gebod nie vir sy kinders wat hierdie dinge in hul lewe raaksien en daaroor skuldig voel, net om hulle nog meer wanhopig en raadop te maak nie. Die Kategismus wys ons in Sondag 44 hoekom die HERE se wet so streng gepreek moet word, waarom selfs die binneste van my hart deur die HERE se gebooie bloot gelê moet word. Christus se kerk bely in vraag en antwoord 115 van die Heidelbergse Kategismus die volgende: "Waarom laat God die Tien Gebooie dan so streng aan ons voorhou as niemand dit tog in hierdie lewe kan onderhou nie?
Ten eerste sodat ons gedurende ons hele lewe ons sondige natuur hoe langer hoe beter kan leer ken en met groter verlange na die vergewing van sondes en na die geregtigheid in Christus kan soek. Ten tweede moet ons ons sonder ophou beywer en God om die genade van die Heilige Gees bid sodat ons altyd meer en meer na die ewebeeld van God vernuwe mag word totdat ons na hierdie lewe die volmaaktheid as doel bereik."
As die HERE ons op ons sondige verlangens wys, is dit om te wys hoe nodig ons die Here Jesus het! Hoe nodig ons Hom het as die draer en versoener van ons skuld. 'n Mens wat Christus ken, vra ook die krag van die Heilige Gees om sy verlangens al hoe meer in ooreenstemming met die HERE se wil te bring. Dit is dan die gebed dat die Gees vanuit ons hart met sy heiligende werk in ons begin en verder gaan.
DIE VERSKIL TUSSEN GOEIE EN VERKEERDE VERLANGENS
"Jy mag nie jou naaste se huis begeer nie; jy mag nie jou naaste se vrou begeer nie, of sy dienskneg of sy diensmaagd, of sy os of sy esel of iets wat van jou naaste is nie." Eksodus 20:17
Dit is egter nie net die verlange na God en sy Woord wat goed is nie. Die verlange na dit wat die HERE in sy goeie skepping gelê het en wat ons volgens Sy wil wil gebruik, is ook goeie verlangens.
'n Voorbeeld daarvan is as 'n mens verlief is. Dan verlang 'n mens op 'n goeie manier na die belewing van die liefde met eie man of vrou. Ons lees van die vurige verlange na die liefde in die boek Hooglied. Uit hoofstuk 8 die volgende: "Dra my soos 'n seëlring op u hart, soos 'n seëlring op u arm; want liefde is sterk soos die dood, die liefdes-ywer is hard soos die doderyk, sy gloed is 'n gloed van vuur, 'n vlam van die HERE. Groot waters kan die liefde nie uitblus en riviere dit nie oorstroom nie; al gee 'n man ook al die goed van sy huis vir die liefde, hulle sou hom diep verag." (6,7)
Die HERE verbied goeie verlangens nie in die tiende gebod nie.
Die tiende gebod het dit nie teen goeie verlangens nie. Nogtans is die tiende gebod nodig omdat ons hart en daarmee ook ons verlangens na die sondeval verkeerd gerig geraak het. Ons hart is die begin van verkeerde, sondige verlangens. 'n Sondige verlange kan in 'n mens se hart ontstaan en leef sonder dat ander mense dit ooit sal weet. Mense kom dit nie agter nie maar die HERE sien dit wel raak.
'n Goeie voorbeeld daarvan vind ons in 1 Samuel 16. Die HERE stuur Samuel na Betlehem om daar een van die seuns van Isai tot koning te salf. As Samuel in Isai se huis is laat hy al sy seuns roep. Die HERE sal aanwys watter seun hy moet salf. Die oudste kom eerste en as Samuel sien hoe groot en sterk hy is, dink hy: Dit sal hierdie een wees! Maar dan sê die HERE vir hom: "Kyk nie na sy voorkoms en sy hoë gestalte nie, want Ek ag hom te gering. Want nie wat die mens sien, sien God nie; want die mens sien aan wat voor oë is, maar die HERE sien die hart aan." (6)
Die HERE sien dit wat in 'n mens se hart leef. Hy ken ons verlangens. Dit is nie so dat ons verlangens nie by die HERE tel nie. Of dat verkeerde verlangens nie sonde is nie net omdat hulle nog nie in dade omgesit is nie. Dit is duidelik as ons op die volgende twee gedeeltes in die Bybel let:
- "HERE, U deurgrond en ken my. U ken my sit en my opstaan; U verstaan van ver my gedagte. U deurvors my gaan en my lê, en U is met al my weë goed bekend. Want daar is nog geen woord op my tong nie - of U, HERE, U ken dit geheel en al. ... Deurgrond my, o God, en ken my hart; toets my en ken my gedagtes; en kyk of daar by my 'n weg is van smart, en lei my op die ewige weg!" (Psalm 139:1-4,23,24)
- Die Here Jesus sê in Matt 5:27,28: "Julle het gehoor dat aan die mense van die ou tyd gesê is: Jy mag nie egbreek nie. Maar Ek sê vir julle dat elkeen wat na 'n vrou kyk om haar te begeer, reeds in sy hart met haar egbreuk gepleeg het."
VERLANGENS
“Voor eeuwig, HEERE, staat Uw woord vast in de hemel. Uw trouw duurt van generatie op generatie; U hebt de aarde gegrondvest, zodat zij blijft staan. Volgens Uw bepalingen blijven zij ook heden nog staan, want zij alle zijn Uw dienaren.” Psalm 119:89-91
Het is iets waar de laatste tijd veel over geschreven wordt. In onze tijd zouden verlangens een grotere rol spelen als meer dan 200 jaar geleden. Vooral seksuele verlangens zouden veel meer bepalen wie we zijn en wie we willen zijn. Dat zou een reden zijn om concrete geboden en verboden in de Bijbel toch anders op te vatten en vooral toe te passen dan in de tijd van de Bijbel zelf. De Bijbel zou niet weten van seksuele verlangens die je eigen identiteit zoals het dan heet zo zou bepalen.
In de tijd van de Bijbel zou bijvoorbeeld het huwelijk meer een afspraak zijn dan dat het ook alles te maken heeft met verlangens en gevoelens. Ook hierover zou nog eens te praten zijn als je Hooglied leest en bijvoorbeeld het begin van 1 Korinthe 7. Maar afgezien daarvan nu iets anders.
Als het zo is dat wij als mensen op meerdere punten meer vanuit verlangen en gevoelens ons eigen bestaan beleven, betekent het dan dat Gods geboden mee veranderen?
Ik stel die vraag vooral omdat we in de Bijbel met het eigen Woord van God te maken hebben. Met de woorden van de eeuwige God. Van Hem die de hele geschiedenis overziet en stuurt. Hij is het die als de eeuwige God Zijn goede geboden geeft voor de mensen van alle tijden en culturen. Om juist zuiverend, corrigerend op mensen van alle tijden en culturen in te werken. Omdat op die manier door Zijn Geest te doen.
Als ik dan zeg dat Gods gebod zoals ik het in de Bijbel lees anders toegepast moet worden en op bepaalde punten aan de kant geschoven kan worden, Kan ik dit niet anders zien dan dat je God zelf aan de kant schuift. In het 10e gebod maakt de Geest duidelijk dat ook onze verlangens volgens Gods Woord en wil veranderd moeten worden. Niet Gods gebod aan de kant maar onze verlangens onder de liefdevolle correctie van de Christus zetten. Als je dat niet doet wordt de Bijbel en een theologie voor een bepaalde tijd en worden de Bijbelschrijvers een soort theologen in plaats van de mensen die Gods 100% betrouwbare woorden voor de hele geschiedenis hebben opgeschreven. Woorden van leven ook als ze ons diep raken en mij pijn doen omdat ze me aanwijzen dat ik niet moet willen zijn wie ik wil zijn maar me heb te voegen naar het Woord van de Geest. Gods geboden en ook verboden laten staan om door Christus op de weg van het leven te gaan.
IS DIT SONDIG OM VERLANGENS TE Hê?
"Jy mag nie jou naaste se huis begeer nie; jy mag nie jou naaste se vrou begeer nie, of sy dienskneg of sy diensmaagd, of sy os of sy esel of iets wat van jou naaste is nie." Eksodus 20:17
Die HERE praat in die tiende gebod nadruklik van ons verlangens. Hy stel dit wat in ons hart lewe hier aan die orde. Die eerste vraag wat ons moet beantwoord is of die HERE ons in hierdie gebod verbied om te verlang. Is begeer 'n saak wat op sig self sondig is? Eis die HERE van ons om ons gevoelens te onderdruk en sover as moontlik uit ons lewe te uit hou?
Nee, verseker nie. Verlangens is deel van 'n mens se lewe. Die HERE het 'n mens geskep wat verlang. Die HERE het 'n mens met goeie verlangens gemaak. Ons lees in die Bybel ook van hierdie goeie verlangens. Ek noem enkele voorbeelde:
- As Adam in die paradys al die diere hul name gegee het en sien hy hoe hulle almal as mannetjies en wyfies saamlewe. Dan verlang Adam ook daarna om die lewe saam met iemand wat by hom pas te mag deel. Die HERE bring al die diere by Adam om juis hierdie verlange in Adam op te wek. Sien Gen 2:18-25.
- 'n Goeie verlange is ook wat ons in Psalm 42 lees: "Soos 'n hert wat smag na waterstrome, so smag my siel na U, o God! My siel dors na God, na die lewende God; wanneer sal ek ingaan en voor die aangesig van God verskyn?" (2,3)
- 'n Ander voorbeeld uit die Psalm is: "Hoe lieflik is u woninge, o HERE van die leërskare! My siel verlang, ja, smag na die voorhowe van die HERE; my hart en my vlees jubel tot die lewende God." (Psalm 84:2,3)
- Die apostel Paulus skryf van sy verlange om by God te wees. Hy werk op hierdie aarde in Christus se diens, aan die bou van die kerk. Paulus mag baie in Christus se Koninkryk doen. Maar hy weet dat dit vir hom nog mooier is om by Christus in die hemel te wees. Hy skryf daarom in Fil 1:23,24: "Want ek word van weerskante gedring: ek het verlange om heen te gaan en met Christus te wees, want dit is verreweg die beste; maar om die vlees te bly, is nodiger om julle ontwil."
- Ons kan hier ook dink aan die verlange van Christus se kerk na die dag wat die Here Jesus in die wolke sal terugkeer. Ons lees daarvan o.a. in Openbaring 22:20: "Hy wat dit getuig, sê: Ja, Ek kom gou. Amen, ja kom, Here Jesus!"
HERE LAAT HET NOOIT MIJN KERK ZIJN!
“Ik heb nog andere schapen, die niet van deze schaapskooi zijn; ook die moet Ik binnenbrengen, en zij zullen Mijn stem horen en het zal worden één kudde en één Herder.” Johannes 10:16
Een prachtig gesprek gehad met een afvaardiging van de Hersteld Hervormde Kerk. Wat een herkenning in het gesprek over 2 preken over Zondag 23. Hoe goed om bij elkaar te herkennen dat Christus leert om te luisteren naar Zijn stem. Dat vraagt om een vervolg. We belijden in Zondag 23 dat we het van Christus alleen moeten hebben. Dat we mogen geloven en zo onszelf verliezen om bij Christus alles te vinden.
Als je dan eens aan de kerk denkt, ga je ook zien dat de kerk nooit onze kerk of mijn kerk is. Dat het nooit zo mag zijn dat de gemeente of het kerkverband ons project wordt. Dat is tot mislukken gedoemd. Dan bouwen op onszelf, op eigen ideeën en eigen verwachtingen. Dan zullen wij de kerk wel eens bouwen. Dan is niet meer de stem van Christus in alles beslissend maar gaat onze eigen stem ook een rol spelen om op te bouwen. Dan wordt de kerk ondanks heel vrome woorden een menselijk zaakje. Dan raken we teleurgesteld omdat het niet zo gaat als wij gedacht hebben. Dan komen er de ruzies en ergernissen die niet nodig zijn. Wat hebben we daar voor uit te kijken. Zeker ook als dominees. Het mag nooit onze kerk of ons kerkverband worden. Ook in de vergadering van de kerk gaat het om Christus alleen. Niet ik vergader de kerk. Dat doet Christus en Hij alleen. Jij en ik hebben alleen maar te volgen. Alleen maar Zijn Woord te spreken en te bidden dat de Geest dat zegent. Een is ons Meester, een is de Herder die de kudde bij elkaar brengt en leidt. Dat is Christus! Zo zijn we echt volk van God die als de hemelse Vader voor ons zorgt.
Wat is dat bevrijdend. Het gaat niet om mij, het gaat niet om mijn ideeën en verlangens. HERE leer mij om alleen te willen volgen, alleen het Woord van God te verkondigen en dat trouw te doen. HERE maak alles stuk waar het om mij gaat en waarin ik zo bezig ben dat de gemeente moet lijken zoals ik graag wil. Leer me om niet in de weg te staan wanneer U met uw Woord vergadert en leer mij om aan U dienstbaar te zijn ook als ik dan heel klein moet worden. Leer mij in vreugde te dienen.
MILD
“Toen riep zijn heer hem bij zich en zei tegen hem: Slechte dienaar, al die schuld heb ik u kwijtgescholden, omdat u mij dat smeekte. Had ook u geen medelijden moeten hebben met uw mededienaar, zoals ik ook medelijden met u had?” Mattheus 18:32,33
De laatste tijd moet ik veel nadenken over hoe we met elkaar omgaan in het gewone leven maar ook in de samenleving en in de kerk. Juist in de kerk hebben we uit te stralen dat we echt in liefde en met vergeving met elkaar omgaan. Dat we daar toonbeelden van zijn. Daarin het beeld van God vertonen. Ik ben bang dat we iets kwijt zijn geraakt dat ons hard gemaakt heeft. Dat ons steeds weer ons eigen gelijk wil laten halen. Dat maakt zoveel stuk. Ik weet dat er soms heel schrijnende situaties zijn. Waarin je leven helemaal stukgemaakt is. Daar heb ik het nu niet over. Daarover zou je apart moeten doorpraten.
Een van de dingen die we nogal eens zijn kwijtgeraakt is het feit dat de HERE jou en mij altijd meer te vergeven heeft dan wij een ander! Dat zie je in de gelijkenis waaruit hierboven een paar zinnen genomen zijn. De ene man is zijn onnoemlijk grote schuld kwijtgescholden door de koning. Als deze man weer vrij op straat loopt, ziet hij iemand die hem iets schuld en hij stapt op die man af en eist dat deze man dat hij meteen betaalt want anders komt die in de gevangenis. De koning hoort dit en laat blijken dat het zo niet kan en mag. Het gaat niet om mij. Ook niet in het kerkelijke leven. Ook daar leven we als het goed is van genade. Dat maakt mild. Dat zorgt er voor dat je blij bent met iedereen en overal waar echt het evangelie van Christus verkondigd wordt. Dat laat je ook blijken. Daar zoek je ook de band van eenheid in Christus mee. Heel opvallend vind ik dan wat Paulus schrijft als hij er op gewezen wordt dat er mensen het evangelie brengen die dat ook doen om de positie van Paulus in de kerk te ondermijnen. Daarop wijst het niet zuiver in de tekst hieronder. Christus wordt echt verkondigd maar niet vanuit een zuiver motief. Staat hij dan op om zijn positie te willen handhaven? Nee, dan schrijft hij aan de mensen die hem hierop gewezen hebben dit: “Sommigen prediken weliswaar Christus uit afgunst en twistzucht, maar anderen ook uit welwillendheid. 16De eersten verkondigen Christus wel uit eigenbelang, niet zuiver, met de bedoeling aan mijn gevangenschap verdrukking toe te voegen, maar de laatsten uit liefde, omdat zij weten dat ik tot verdediging van het Evangelie aangesteld ben. Maar wat dan nog? Toch wordt Christus op allerlei wijze verkondigd, of het nu onder een voorwendsel is of in waarheid; en daarover verblijd ik mij, ja, zal ik mij ook verblijden.” Fil 1:15-18
Dit is ons ten voorbeeld! Zeker in een samenleving waarin we elkaar zo nodig hebben om elkaar te ondersteunen om volgens het evangelie te blijven leven.
NOODLEUEN
"Jy mag geen vals getuienis teen jou naaste spreek nie " Eksodus 20:16
Moet 'n mens in alle omstandighede die feitlike waarheid vertel? Is daar nooit 'n uitsondering nie? Dit is belangrike vrae want 'n mens kan in situasies beland waar hierdie vrae met groot klem op jou afkom.
In sekere omstandighede is die nood so groot, dat dit 'n mens se roeping is om die feite nie vir 'n ander te vertel nie. Maar dit is slegs in baie besondere omstandighede. Dit is in die HERE se oë sonde as ons 'n witleuentjie vertel omdat die feite ons by ons ouers, ons baas, by ons vriende of in die kerk in moeilike omstandighede sou bring. Die HERE roep ons om die waarheid te vertel. Daar is egter een uitsondering.
En dit is as jyself of 'n ander deur die dood bedreig word terwyl julle nie skuldig is nie. Ons vind hiervan ook voorbeelde in die Bybel waaroor die HERE nie sy afkeuring uitspreek nie.
Voorbeelde in die Bybel is die vroedvroue wat die bevel van die Farao kry om die seuntjies wat vir die Israelitiese vroue gebore word, dood te maak. Hierdie vroedvroue voer die Farao se bevel nie uit nie want hulle vrees die HERE. As die Farao later vra waarom hulle die Israelitiese seuntjies nie gedood het nie, kom die antwoord: "Die Hebreeuse vroue is nie soos die Egiptiese nie, want hulle is sterk - voordat die vroedvrou by hulle kom, het hulle al gebaar." (Eks 1:19) Die HERE straf die vroedvroue nie omdat hulle hierdie noodleuen gebruik nie. Sy reaksie is as volg: "Maar God het aan di8e vroedvroue weldadigheid bewys. En die volk het vermenigvuldig en baie magtig geword. En omdat die vroedvroue God gevrees het, het Hy huisgesinne aan hulle geskenk." (Eks 1:20,21)
'n Ander voorbeeld van 'n noodleuen vind ons in Josua 2. Josua het twee verkenners na Jerigo gestuur. Ragab steek hierdie verkenners dan vir die koning se soldate weg en sê dat hulle al buite die stad is.
'n Noodleuen mag net gebruik word as iemand se lewe in in gevaar is en die dood nie verdien nie.
IN ONZE KERKDIENSTEN VALT NOG EENS IETS TE BELEVEN (II)
“Ik haat, Ik versmaad uw feesten. Uw bijzondere samenkomsten kan Ik niet luchten, want al brengt u Mij brandoffers, en uw graanoffers, Ik schep er geen behagen in. En het dankoffer van uw gemest vee: Ik wil het niet aanzien. Doe het lawaai van uw liederen van Mij weg, en het getokkel van uw luiten kan Ik niet aanhoren! “ Amos 5:21-23
Zo is het ook als Paulus de gemeente van Korinthe aanspreekt. Wat een kritiek terwijl het zo aansprekend allemaal lijkt. Wat is het weinig waard als je let op wat het echt is. Dat is namelijk wat de HERE ziet. Hij ziet wat er in ons hart is. Of dat enthousiasme wat er natuurlijk mag zijn echt Christus zoekt en echt vanuit het Woord van god wil leven of niet. Dat is waarop wij onszelf altijd weer hebben te toetsen.
In de gemeente van Korinthe hebben ze kerkdiensten waar veel te beleven is maar waarin de gemeente mensen met elkaar flink ruzie maken en elkaar bij de rechters aanklagen, (1 Kor 6) waar een seksueel zondige manier van leven wordt toegelaten (1 Korinthe 5,7), waar de armen in gemeente niet delen in de welvaart van het andere deel van de gemeente (1 Korinthe 11). Het gaat in de kerkdiensten meer om de beleving dan om de echte boodschap die van de HERE naar ze toekomt. (1 Kor 14)
Nog even terug naar de tijd van Amos voordat we het nu verder op onszelf gaan toepassen. Dan gaat het mij om die laatste verzen van onze tekst. Dat zijn verzen die niet zo makkelijk te vertalen zijn. Het beste is om het zo te vertalen: “Toen jullie Mij offers en offergave brachten in de woestijn, veertig jaar lang, huis Israël, hebben jullie toen Sakkot, je koning, en Kewan je sterregod (rond)gedragen, die beelden die jullie je gemaakt hebben?” (Lettinga Amos notities bij de Hebreeuwse tekst).
Wat laat dit zien? Dat de Israëlieten, dat een groot deel van het verbondsvolk naast aansprekende kerkdiensten voor de HERE ook andere goden dienden als het ze uitkwam. Daarbij kwam dat ze naar Jeruzalem moesten waar de HERE de dienst van de verzoening Zijn plaats gegeven had. Al die godsdienstigheid en al die vroomheid in die kerkdiensten was geen dienen volgen Gods eigen Woord en wil. Het is godsdienst naar eigen smaak en dat haat de HERE. Daar is Hij niet bij. Dan is een kerkdienst en dan is het offeren in een tempel waardeloos geworden.
Dus ook voor vandaag kerk willen Zijn volgens Gods onfeilbare Woord. Kerkdiensten waarin we met ons hart voor Christus als de enige Verlosser willen luisteren naar wat God ons te zeggen heeft. Om onze beleving juist steeds weer aan te passen aan wat de HERE ons vanuit Zijn Woord zegt. Leven met de HERE als de enige God en mezelf verloochenen in de dingen waar ik van houd maar die tegen Gods wil ingaan.
IN ONZE KERKDIENSTEN VALT NOG EENS IETS TE BELEVEN!
“Ik haat, Ik versmaad uw feesten. Uw bijzondere samenkomsten kan Ik niet luchten, want al brengt u Mij brandoffers, en uw graanoffers, Ik schep er geen behagen in. En het dankoffer van uw gemest vee: Ik wil het niet aanzien. Doe het lawaai van uw liederen van Mij weg, en het getokkel van uw luiten kan Ik niet aanhoren! “ Amos 5:21-23
We lezen in onze tekst over dat actieve godsdienstige leven. Van dat trouwe en enthousiast gaan naar de kerkdiensten. De samenkomsten, die erediensten die er onder Israël dan zijn, zijn voor de mensen indrukwekkend. Het lijkt ook allemaal zo goed. Kijk maar eens mee.
Er worden naast het gewone in de heiligdommen zelfs nog extra samenkomsten gehouden. Ze houden het niet alleen bij het gewone. Ze brengen daar ook echt offers zoals de HERE offers wilden zien. Ze schepen de HERE in dat opzicht ook niet af. Ze brengen bij die offers echt het beste en het duurste wat ze hebben. Ze brengen dankoffers van gemest vee. Het beste dat ze hebben. Er wordt gezongen. Ze zingen liederen voor de HERE. We moeten hier ook denken aan Psalmen die er dan zijn. Ze zingen tot eer van de HERE. Die bijzondere samenkomsten zijn echt aansprekend. De naam van de HERE wordt er echt vaak genoemd. Naar vandaag toe zou het gaan om heel aansprekende kerkdiensten waar mensen heel enthousiast zijn en je heel vaak de naam Jezus hoort.
Ook in het Nieuwe Testament lezen we over van die heel aansprekende kerkdiensten in de gemeente van Korinthe. Ze zijn in Korinthe ook heel trots op de kerkdiensten die ze hebben. Daar gebeurt tenminste wat. Daar zit leven in met al die mensen die daar het woord doen en dan zelfs zo meegenomen worden dat ze in tongen spreken. Dat is nog eens wat. Daar kunnen die anderen kerken iets van leren.
Je denkt dat je wat hebt. Deze samenkomsten of kerkdiensten zijn toch wel het bewijs van een echt leven met God. Wat een enthousiasme. Dat voelt nog eens goed.
Dan die woorden van Amos. Verschrikkelijk toch. Hij verstoort het hele feestje. Wat een koude man. Altijd maar weer kritiek. Het gaat toch juist om dat uitgelaten enthousiaste geloof in de samenkomsten? Dan klinkt daar uit de mond van Amos de boodschap van de HERE. Van Hem die ze zeggen te dienen. Hij zegt. Het zijn mokerslagen:
“Ik haat, Ik versmaad uw feesten. Uw bijzondere samenkomsten kan Ik niet luchten, want al brengt u Mij brandoffers, en uw graanoffers, Ik schep er geen behagen in. En het dankoffer van uw gemest vee:
SKINDER
"Jy mag geen vals getuienis teen jou naaste spreek nie." Eksodus 20:16
Die HERE leer die mense in die negende gebod om betroubaar te wees. Leer 'n mens om 'n ander altyd met respek te behandel ook in dit wat jy vir en oor iemand anders sê. Dis belangrik dat ons ook in ons daaglikse lewe doen wat ons in Sondag 43 bely: "Ek mag teen niemand valse getuienis aflê, niemand se woorde verdraai, nie 'n kwaadstoker of lasteraar wees nie, niemand onverhoord en ligtelik help veroordeel nie. ... My naaste se eer en goeie naam moet ek na my vermoë verdedig en bevorder."
'n Mens is gou geneig om juis die negatiewe dinge van iemand anders te vertel. Om iemand anders se negatiewe eienskappe of dade te bespreek sonder om met die persoon self daaroor te praat. 'n Mens luister graag na skinderstories en voel dan sommer beter oor jouself. Die Heilige Gees ken ons: "Die woorde van die kwaadstoker is soos lekkernye, en dit gly af na die kamers van die binneste." (Spr 18:8; 26:22)
Skinder oor 'n ander is baie gevaarlik en maak dinge altyd vir jouself of juis vir die ander stukkend. Mense wat deur Christus se Gees geleer het om betroubaar te wees en geleer het om hulle tong te beheers is 'n seën vir die samelewing: "'n Betroubare getuie red lewens, maar hy wat leuens uitstrooi, is bedrog." (Spr 14:25)
Wat doen 'n mens dan as iemand lelik oor iemand anders skinder? Moet jy klaar luister? Nee! Jy moet vra of hy dit al met daardie persoon self opgeneem het. Indien nie, moet jy weier om verder te luister as hy dit nie met die betrokke persoon self bespreek het nie.
ALTIJD STROMENDE BEEK
Laat het recht stromen als water, de gerechtigheid als een altijd stromende beek.” Amos 5:24
Tegenover de vormendienst die zo mooi lijkt maar het niet is!, zet de HERE een leven met ons hart voor Hem en volgens Zijn goede geboden. Wie bij Christus hoort, kan niet in haat binnen de kerk leven. Die zoekt de ander, die wil de naaste ook buiten de kerk recht doen. Helpen waar nood is. Niet zo af en toe zodat je je weer even goed voelt. Niet voor een tijdje als vergoeding voor een leven waarin je de naaste voor je eigen belang aan de kant schuift. Niet voor een deel om zo te denken dat je dus een ander niet helemaal eerlijk, rechtvaardig en liefdevol hoeft te behandelen.
Als je goed kijkt zie je dat de Geest dat ons hier duidelijk zegt. Christus heeft zondeloos geleefd, 100% ook in liefde en opoffering voor de naaste. Hij gaf Zijn leven zelfs voor mij zondaar. Wanneer je de vergeving en liefde van Christus voor jou kent dan wil je anderen vergeven en liefde geven. Dat blijft dan altijd nog zo gebrekkig dat ik altijd weer vergeving nodig heb.
Het recht in je leven laten stromen als een altijd stromende beek. Je moet bedenken dat er in Israël twee soorten beken waren. Er waren er die alleen in het regenseizoen stroomden. Dan kwam er water in en stroomde het water verder. Maar wanneer het regenseizoen afgelopen was, droogde zo’n beek op en kwam zelfs helemaal droog te staan. Er waren andere beken die het hele jaar door water kregen en van waaruit ook altijd water vloeiden.
De Heilige Geest zegt door Amos tegen Gods volk toen en tegen ons nu: Laat jouw leven een bron, een beek zijn waaruit altijd het water komt. Aangesloten op Christus als je God en Redder waardoor het water van het leven vanuit jou ook deze wereld instroomt. Niet als je er een keer zin in hebt en als het je keer goed uitkomt om er voor de ander te zijn en de ander goed te behandelen. Nee, laat je leven een leven zijn dat altijd het recht van God en daarmee het recht voor de naaste laat zien. Doordat je Gods recht en liefde steeds weer wil inademen om het in deze wereld tot hulp en geluk van je naaste uit te ademen. De HERE als de bron om je eigen zondige bron al meer te zuiveren van al de vervuiling, van al dat leven voor onszelf en ons eigen belang dat zo sterk in ons zit. Alleen zo zijn we echt volk van God. Alleen zo kijkt de HERE met plezier door het werk van Christus naar ons leven. Alleen zo zijn we echt kerk van Christus.
De Here Jezus heeft voor ons verdiend dat we zo kunnen leven door de Geest! Hij is het die ook tegen ons zegt: “Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken. Wie in Mij gelooft, zoals
de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. En dit zei Hij over de Geest, Die zij die in Hem geloven, ontvangen zouden.” Joh 7:37-39
VALS GETUIENIS
"Jy mag geen vals getuienis teen jou naaste spreek nie." Eksodus 20:16
Die krag van die leuen is baie sterk. Ons sien dit ook in die Bybel. Ten spyte daarvan dat die HERE sy goeie gebod gegee het, kom vals getuies steeds weer voor. In 1 Konings 21 lees ons van so 'n voorbeeld. Die belangrike persone in hierdie geskiedenis is koning Agab, koningin Isebel en Nabot. Nabot het 'n groot tuin en weier om dit aan Koning Agab te verkoop. Agab was dikmond oor dat dit hom geweier is, maar Isebel dring by hom aan want hy is tog die koning. Daar is sekerlik ander maniere om hierdie tuin van Nabot te bekom! Isebel sien dan toe dat Nabot aangekla word. Sy sorg dat daar getuies aanwesig is wat sê dat Nabot God en die koning gevloek het. Dit is 'n misdaad wat die doodstraf verdien. Nabot word veroordeel en gedood en Agab eien hom sy tuin toe.
'n Ander voorbeeld waar ons valse getuies sien optree was toe die Here Jesus voor die Joodse raad gestaan het. Hulle soek na 'n beskuldiging waarmee hulle die Here Jesus die doodstraf kan oplê. Twee of drie mense wat dieselfde beskuldiging inbring. Hulle doen dit omdat hulle Jesus dood wil hê en nie omdat hulle weet dat Hy 'n misdaad gepleeg het waarop die doodstraf staan nie. Die Joodse raad organiseer 'n oneerlike verhoor. Dit was 'n skynverhoor soos dit in hierdie wêreld ook vandag nog op baie plekke gebeur. Elkeen wat hom hiervoor laat gebruik, elkeen wat as 'n valse getuie optree voer oorlog teen God en tas sy naaste se lewe aan.
EERLIKE REGSPRAAK
"Jy mag geen vals getuienis teen jou naaste spreek nie." Eksodus 20:16
Ons lewe in 'n wêreld waarin lieg en bedrieg steeds weer gesien, gehoor en ontdek word. Baie mense sien nie dat dit werklik verkeerd is om in sekere omstandighede te lieg nie. 'n Duidelike voorbeeld daarvan is dat mense meen dat o.a. in die politiek leuens 'n aanvaarbare middel is. 'n Wêreld waarin dit so is, het nodig dat mense steeds weer daaraan herinner word dat die leuen sonde is. Dat die leuen nie by God se goeie skepping pas nie. Die verbod om valse getuienis af te lê is ook nodig om te sorg dat eerlike regspraak in die samelewing moontlik is.
Na die sondeval het ons regters en regspraak nodig. Hoe belangrik is dit dan ook dat die getuies wat in 'n hofsaak optree betroubaar is. Die HERE het verskillende wette vir Israel gegee om sover as moontlik betroubare regspraak te waarborg. Ons let nou op enkeles daarvan, wat ook vir ons vandag nog altyd groot betekenis het.
God se wet beskerm mense daarteen dat hulle nie sommer so beskuldig en veroordeel kan word nie. 'n Regter in Israel kon nie maar net enige aanklag wat iemand teen iemand anders ingebring het, aanhoor nie. 'n Saak kon net verhoor word as meer as een persoon met dieselfde aanklag gekom het en ook slegs as hulle getuienis daaroor ooreen gestem het. Ons lees daarvan o.a. in Deut 17:6: "Op die verklaring van twee getuies of drie getuies moet die veroordeelde gedood word; hy mag nie gedood word op die verklaring van een getuie nie."
As iemand met 'n aanklag kom waarop die doodstraf staan, moes die aanklaer ook die eerste steen gooi wanneer die veroordeelde tereg gestel word. As hy die hele beskuldiging en die getuies tog op 'n leuenagtige manier bewerk het, staan hy skuldig aan moord. Hy moet dus die moed hê om self die eerste klip te gooi. Sien Deut 17:7. Jy sien hier dat ook 'n anonieme aanklag nie regmatig is nie.
'n Ander reëling wat mense moes afskrik om 'n valse getuienis af te lê was die volgende: "En die regters moet terdeë ondersoek doen, en is die getuie 'n valse getuie, het hy vals teen sy broer getuig, dan moet julle met hom doen soos hy gedink het om met sy broer te doen; so moet jy dan die kwaad uit jou midde uitroei. En die ander moet dit hoor en vrees en nie meer verder by jou so iets verkeerds doen nie. En jou oog mag nie verskoon nie: lewe vir lewe, oog vir oog, tand vir tand, hand vir hand, voet vir voet." (Deut 19: 18-21)
Hy wat as 'n valse getuie ontmasker word, moet die straf ondergaan wat hy ten aansien van die beskuldigde met sy beskuldiging geeis het.
OPHEF VEROORZAKEN?
“Ook de tong is een vuur, een wereld van ongerechtigheid. Zo staat het met de tong onder onze lichaamsdelen. Ze besmet het hele lichaam, en zet onze levensloop vanaf het begin in vlam, en ze wordt zelf door de hel in vlam gezet. …… Door haar loven wij God en de Vader, en door haar vervloeken wij de mensen, die naar de gelijkenis van God gemaakt zijn. Uit dezelfde mond komen zegen en vervloeking voort. Dit behoort niet zo te zijn, mijn broeders.” Jakobus 3:6,9,10
Toch nog een keer over hoe we met onze woorden in de wereld van vandaag hebben te staan. Hoe gebruiken we onze tong? Je merkt en kunt ook de overtuiging horen dat het goed is om ophef te veroorzaken. Ophef zorgt voor aandacht. Met ophef krijg je de ogen op je gericht en komt er aandacht voor bepaalde dingen of personen. Dan is het niet echt belangrijk of de feiten kloppen. Ophef om andere mensen in een slecht daglicht te zetten. Om een ander verdacht te maken en te zorgen dat er gebrek aan vertrouwen in de ander ontstaat. De feiten net een klein beetje verdraaien of zorgen dat het verband waarin dingen gezegd zijn niet duidelijk is. Een paar zinnen uit een geheel halen waardoor die zinnen toch echt anders klinken dan ze toen bedoeld waren.
Dat om aandacht, dat om macht, dat om andere mensen aan jou kant te krijgen. Dat om mensen toch in ieder geval aan anderen te laten twijfelen. Misschien zegt iemand dat hoort erbij. Dat is vooral deel van het politieke spel zegt misschien een ander. Ik zeg het maar eerlijk dat is lariekoek. Nog erger dat is duivels en hoort bij de hel. Mensen die zo opereren mogen wij als kinderen van God nooit steunen. Ook niet als ze een mening verkondigen waar we het mee eens zijn. Zulke dingen zijn vlammen die uit de hel komen. Dan sta je in dienst van de duivel die de vader van de leugen is. Zie Johannes 8:44.
Als christenen hebben we tegen dit soort dingen in ons eigen leven en zeker in de kerk te strijden. Vragen of de Geest ons leert onze tong te gebruiken tot Gods eer en zo dat we het goede voor de ander zoeken. Niemand onverhoord en onnodig veroordelen. Dan kom je ook niet met giftige suggesties waarin je iets net niet helemaal zegt. Met later de opmerking dat heb toch niet gezegd. Alleen de suggestie die bepaalde woorden en zinnen oproepen moet zuiver zijn en niet voor verkeerde gedachten ruimte geven.
Het komt nauw. Het siert een christen als hij of zij zo denkt en spreekt. Als hij of zij niets met het verkeerde spreken te maken wil hebben.
DIE VERWOESTENDE KRAG VAN DIE LEUEN
"Jy mag nie steel nie." Eksodus 20:15
Die leuen en die navolging daarvan, het vir die mens groot ellende gebring. Dit het die verhouding met God en ook die verhouding tussen mense onderling groot skade berokken. Die vrede met God bestaan nie meer nie, die mens het homself tot vyand van die HERE gemaak. Hy het God se toorn oor hom gebring en het nou verlossing van sy sonde nodig om weer in vrede met God te kan lewe. Die mense het die Verlosser Jesus Christus nodig. Enige mens het ook nodig dat die Heilige Gees hom weer leer om nie die leuen nie, maar die waarheid lief te hê.
Hierdie leuen het die mens bang vir God gemaak. As die HERE Adam en Eva opsoek nadat hulle van die boom geëet het, is hulle nie bly om die HERE te ontmoet nie, maar bevrees. Voor die sondeval was hulle bly om die geluid van die HERE te hoor wanneer Hy hulle kom besoek het. Nou is dit anders. Ons lees in Gen 3:8 "En hulle het die stem van die HERE God gehoor terwyl Hy wandel in die tuin in die aandwindjie; en die mens en sy vrou het hulle verberg vir die aangesig van die HERE God tussen die bome van die tuin." Die vrede met God het verdwyn.
Die groot skade wat leuen en onwaaragtigheid onder mense veroorsaak, sien ons dadelik na die sondeval in Adam en Eva se lewe. Die onderlinge vertroue tussen die man en vrou het groot skade gely. Adam en Eva het tot toe naak geloop. Hulle naaktheid het hulle nie gepla nie omdat hulle in volledige vertroue en liefde vir mekaar geleef het. Hulle was geen bedreiging vir mekaar nie. Na die sondeval het dit verander. Hulle beskuldig mekaar oor dit wat gebeur het en skaam hulle vir mekaar vanweë hulle naaktheid. Die leuen van die duiwel en die mens se val daarvoor het veroorsaak dat wantroue en angs vir mekaar in die plek van blindelingse vertroue gekom het. Die oorsaak van vernietigende oorloë was die duiwel se leuen in die paradys en die mens wat die verleiding van die leuen nie kon weerstaan nie. Hoe nodig het ons Christus wat die waarheid is. Die enigste wat ons van hierdie ellende kan verlos.
HOE SPREKEN WIJ?
“Er zijn er die als met dolksteken praten, ondoordacht, maar de tong van de wijzen betekent genezing.” Spreuken 12:18
Je ziet en hoort hoe mensen met elkaar praten en omgaan. In de samenleving en ook in de kerk. Dan zie je mensen in onze Tweede Kamer die als volksvertegenwoordigers het goede voorbeeld zouden moeten geven. Dan gaat het mij er nu niet er om of ik het met bepaalde mensen eens ben of niet. Ik kan met meerderen van hen heel grondig en radicaal van mening verschillen. Ik kan wat ze voorstaan en zeggen zelfs een gevaar voor de samenleving en voor de kerk van Christus vinden. Daarvoor heb ik ook goede redenen vanuit Gods Woord en vanuit wat ik in de wereld zie gebeuren. Dat is ook iets dat we aan de orde mogen stellen en vaak ook moeten doen als we echt als kind van God in de wereld willen staan.
Dan hoor en zie ik hoe in onze volksvertegenwoordiging er op de man of vrouw gespeeld wordt. Dat er suggesties worden gedaan die negatief zijn zonder dat er echt op ingegaan wordt. Dan worden foto’s geshopt en worden er beelden of woorden toegevoegd die niet overeenkomen met de wat er echt gebeurd is. Dan spreek je mensen die dat niet zo erg vinden omdat ze het met de mening van de spreker eens zijn. Dat is verleidelijk maar juist als kind van God, als gelovige mag je nooit in die val trappen. Ieder mens is je naaste, ook in het politieke debat! Zo hebben we te leven ook met mensen met wie we totaal van mening verschillen. Ook als we heel anders naar het leven en de werkelijkheid kijken. Dan mogen en moeten we grondig laten zien wat er van de overtuiging van de ander niet goed is. Maar niet met woorden die als dolksteken de ander verwonden omdat we het niet met gewone woorden meer afkunnen. Dat is juist een zwaktebod. Al staan er allerlei mensen dan om je heen te juichen. Wat is het nodig om de woorden zo te gebruiken dat mensen horen dat je de ander zoekt en niet wil verwonden om maar meer stemmen of macht te krijgen. Je bent er om in dienst van Christus te helpen het land goed te regeren. Niet om op te vallen of te kwetsen. Dan wil je je tong zonder dat jouw woorden onnodig de ander schade doen gebruiken. Dat is de weg die Christus ons wijst. Dat is wat Hij zegent. Laten we zo spreken en anderen aanspreken.
GOD SE SKEPPING
"Jy mag nie steel nie." Eksodus 20:15
Alles wat ons in die skepping sien, is deur die HERE gemaak. Alles is sy eiendom. As ons hier op aarde besig is met ontwikkeling, as ons bou, gewasse saai, wat ook al ons doen, sonder God se leiding en sorg kan dit nie suksesvol wees nie. Toe die HERE alles gemaak het, het Hy nie vir die mens gesê : Nou moet julle maar sien en kom klaar met dit wat Ek vir julle gegee het, nie. Die HERE het Hom na die skepping nie van hemel en aarde onttrek nie.
God is nog altyd aktief by sy skepping betrokke. Ook na die skepping in ses dae het ons steeds sy seën nodig om die aarde op 'n goeie manier te kan gebruik en ontwikkel. Die mens het by alles wat hy doen, ook by alles wat hy in God se opdrag doen, die HERE se seën nodig.
Die HERE is die eienaar van alles in Sy skepping. Ons lees daarvan in Psalm 24: "Die aarde behoort aan die HERE en die volheid daarvan, die wêreld en die wat daarin woon; want Hy het dit gegrond op die seë en dit vasgestel op die strome." (1,2)
'n Mens moet steeds weer leer om vir die bestaan en voortbestaan van sy lewe en die hele skepping in diepe afhanklikheid van die HERE te lewe.
Ons moet altyd onthou dat ons maar kan werk en werk soveel as wat ons wil, maar as die HERE Sy seën nie daaroor gee nie, is alles tevergeefs! Ons moet steeds weer leer om ons vertroue altyd op die HERE te stel, ook as dit oor ons inkomste, ons besigheid en ons toekoms gaan. Die HERE gee dit wat Hy gemaak het, waarvan Hy die eienaar is, nooit uit Sy hande nie. Hy gee die mens as sy beeld en gelykenis die opdrag om as rentmeesters in sy diens en volgens sy norme die aarde te beheer. Dit beteken ook dat ons op ‘b goeie manier met die natuur moet omgaan. Omgewingsbewaring behoort by die verantwoordelikheid wat ons gekry het. Dit is nie ons skepping nie maar God se skepping wat ons moet beheer.
DANKBARE GEBEDEN
“De Heere is nabij. Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God.” Filippenzen 4:5b,6
Een leesrooster met een enkele opmerking daarbij voor 4 dagen bij deze tekst.
De HERE roept op tot dankbare gebeden (Fil 4.5b,9) Dat is lang niet altijd makkelijk. Soms zelfs heel moeilijk. Toch is het in een woord een wonder dat je echt je hele leven bij God kunt brengen. Echt alles. Bij de enige die jou en ons echt de hulp kan geven die we nodig hebben.
Lees: Hebreen 4:14-16 De Here Jezus is onze Hogepriester. Het bijzondere is o.a. dat Hij de Hogepriester is maar ook het Lam dat geofferd moest worden. Hij liep zelf naar het kruis als het altaar. Hij kon engelen roepen en ze waren gekomen om Hem te redden. Hij deed het niet. Hij liet zich aan het kruis spijkeren. Daarom kunnen wij zonder angst naar God gaan en met Hem praten in het gebed. Je mag je hele leven met God delen als jouw God en Vader. Dankzij de Here Jezus die de weg naar God in de hemel gelegd heeft.
Lees: Filippenzen 4: 1-9 Bidden een verlanglijstje dat we elke dag bij de Here God brengen? Is bidden alleen vragen? We hebben gelezen dat bidden is dat jij jouw leven bij God brengt met dankzegging. Sta je er bewust bij stil waar je de HERE allemaal voor kunt bedanken? Doe dat eens. Dan zie je hoe groot Gods zorg over je leven is. Dan leer je in je spreken met God ook als meer Hem te bedanken voor alles wat Hij onverdiend geeft.
Lees: Lukas 18: 9-14 Verkeerd danken kan ook. Let maar eens op de farizeeër die de HERE dankt. Hij dankt God dat hij beter is dan die tollenaar. Je moet nooit zo bidden dat jij denkt dat je beter dan anderen bent. Dat ben je niet. Als je denkt dat je beter dan anderen bent, denk je dat God daarom liever naar jou luistert dan naar anderen. Bedenk heel goed dat de Here Jezus van de tollenaar die om genade, die om vergeving vraagt zegt: “Deze man ging gerechtvaardigd terug naar huis, in tegenstelling tot de andere.” Je bent en blijft altijd een bedelaar die tot God gaat. Wie zo tot hem komt maakt Hij heel rijk!
Lees: Romeinen 8:18-30 Bidden is niet altijd makkelijk. Het kan heel moeilijk zijn. Je kunt zo in de moeilijkheden zitten dat je niet weet wat je moet bidden. Hoe kan het dat het zo moeilijk in je leven is? Laat de HERE je dan in de steek? Nee, dan wil de Heilige Geest jouw zuchten overnemen. Hij brengt dan het goede gebed in Jezus naam bij de Vader. Je ziet hoe diep het Vader zijn van God voor Zijn kinderen gaat. Laten we ons nooit te sterk voelen om in alle verdriet en wanhoop ons leven in Gods hand te leggen.
VIR MAN EN VROU IN DIE HUWELIK
“Jy mag nie egbreek nie.” Eksodus 20:14
Verskillende kerke in hierdie wêreld het homoseksualiteit aanvaar. Hulle noem dit nie meer sonde nie. Dit is veral kerke in Europa en Australië. Ook in ons land Suid-Afrika word die geluide al hoe sterker gehoor dat kerke in hierdie rigting moet beweeg. Hoe moet ons hierop reageer?Wie die Bybel as God se Woord aanvaar en lees wat die HERE sê, lees ‘n duidelike antwoord. Ons lees in Levitikus 18:22: “Met ‘n manspersoon mag jy ook geen gemeenskap hê soos ‘n mens met ‘n vrou het nie. Dit is ‘n gruwel.”Levitikus 20:13: “En as ‘n man met ‘n manspersoon gemeenskap het soos ‘n mens met ‘n vrou het, het hulle altwee iets gruweliks gedoen.”Ons lees in Romeine 1 hoe mense hulle van God afkeer en dit bly doen. Mense wat so geleef het, kom o.a tot hierdie lewe: “Daarom het God hulle oorgegee aan skandelike hartstogte, want hulle vroue het die natuurlike verkeer verander in die wat teen die natuur is; en net so het ook die manne die natuurlike verkeer met die vrou laat vaar en in hulle wellus teenoor mekaar ontbrand; manne het met manne skandelikheid bedrywe en in hulleself die noodwendige vergelding van hulle dwaling ontvang.” (26,27) Jy hoor steeds weer dat dit hier nie om homoseksualiteit sou gaan wat ons nou ken. Dit sou gaan om dinge waar die een toe gedwing word. Dan moet jy daarop let dat hier staan dat manne vir mekaar ontbrand het! Dit gaan om gevoelens wat daar vir mekaar is en wat hulle vrywillig vorm gee. Homoseksualiteit is sonde. Ons mag die HERE se Woord ook op hierdie punt nie by ons smaak en toleransie aanpas nie. Daar is wel iets anders wat ons moet onthou. Dit is so dat daar in die tyd na die sondeval, mense lewe wat gevoelens vir iemand van dieselfde geslag het. Ook broers en susters in Christus se gemeente worstel daarmee. Ons moet vir hulle in liefde oopstaan as hulle bemoediging en hulp soek in hulle stryd teen hierdie gevoelens. Ons sou hulle nie help as ons sou sê dat homoseksualiteit geen sonde is nie. Ons help hulle as ons hulle in liefde en bewoënheid God se wil voorhou. Hulle in liefde wil help en opvang.
NEDERIG ALS EEN KIND
“Wie zich dan zal vernederen als dit kind, die is de belangrijkste in het Koninkrijk der hemelen. En wie zo'n kind ontvangt in Mijn Naam, die ontvangt Mij. Maar wie een van deze kleinen, die in Mij geloven, doet struikelen, het zou beter voor hem geweest zijn dat een molensteen aan zijn hals gehangen was en hij in de diepte van de zee gezonken was.” Mattheus 18: 4-6
Vernederen als een kind. Je klein weten en zo gedragen. Niet uit zijn op een eigen positie. Je in de kerk en ook in de samenleving niet zo gedragen dat je ergens de baas moet zijn. Dat je je aanpast bij hoe mensen denken om maar zoveel mogelijk invloed te krijgen. Om maar zoveel mogelijk aanzien te krijgen en geaccepteerd te worden. Deze laatste dingen zijn in onze tijd heel actueel.
Het kind dat daar bij de Here Jezus staat voegt zich naar wat de Here Jezus wil. Hij laat zich vormen zoals de Here Jezus gesproken heeft. Zijn eigen mening en gevoel is niet beslissend. De Here Jezus spreekt er over dat we in Zijn Koninkrijk klein hebben te zijn. Juist die kleinheid kan je tegenover mensen laten staan. Bij die kleinheid hoort o.a. dat je de woorden van God hoe ze ook tegen eigen gevoel en tegen de geest van de tijd ingaan als de waarheid aanneemt en daaruit leeft en denkt. Dat Gods Woord je boven alles gaat ook als dat betekent dat je alleen komt te staan. Ook als je veracht wordt omdat je nog aan de achterlijke ideeën in de Bijbel vasthoudt. Het kind van God staat op als het heilig Woord van Vader wordt aangetast. Niet om belangrijk te worden, niet om aanzien te krijgen maar om kind van God te blijven. Om samen kerk te zijn. Niet een kerk van grote woorden maar een kerk die zich klein weet voor de HERE en daarom niet anders wil en kan dan Christus op Zijn Woord volgen. Ik wil niet meer dan kind van God zijn. Heel bescheiden al heeft dat me in het leven veel geld en aanzien gekost. Het gaat niet om mij maar om de HERE die wijzer is dan alle zogenaamde theologen en kerken die het beter dan de HERE menen te weten. Ik bid om een kerk die klein wil zijn voor de HERE door Gods wijsheid als het einde van alle tegenspraak te volgen en dat te blijven doen. Een kerk die vanuit die kleinheid omziet in liefde naar de naaste en alleen met het evangelie mensen tot Christus wil brengen.
GAAT NIET OM MIJN POSITIE
“Wie zich dan zal vernederen als dit kind, die is de belangrijkste in het Koninkrijk der hemelen.
En wie zo'n kind ontvangt in Mijn Naam, die ontvangt Mij. Maar wie een van deze kleinen, die in Mij geloven, doet struikelen, het zou beter voor hem geweest zijn dat een molensteen aan zijn hals gehangen was en hij in de diepte van de zee gezonken was.” Mattheus 18: 4-6
De Here Jezus keert van een rondreis voor de laatste keer terug in Kapernaum. Hierna gaan ze op weg naar Jeruzalem waar de Here Jezus gedood zal worden. Hij zal er ook weer opstaan uit de dood. Onderweg naar Kapernaum hebben de leerlingen ook zonder Hem met elkaar gesproken. Ze zijn er nogal mee bezig wie van hen de belangrijke personen zullen zijn. De mensen die de meeste aanzien in het Koninkrijk van Jezus Christus zullen hebben.
Ze komen met die vraag nu ook bij de Here Jezus zelf nadat ze er onderling ruzie over gemaakt hebben. Daaraan zie je dat het voor deze mannen belangrijk was om een heel hoge positie te krijgen. Ze waren ook als leerlingen van de Here Jezus uit op eer voor zichzelf. We zien hier bij hen wat er bij veel mensen speelt. We willen zo graag meer dan anderen zijn. Meer verdienen, meer gewaardeerd worden. Voor velen is dat heel belangrijk. Zelfs als we het niet uitspreken kan wil om meer te zijn er in ons hart zijn. Dan wordt nogal eens gezegd dat iemand ambitieus is. Iemand wil wat in het leven zijn of bereiken. De grote vraag is dan wat voor motief daar achter zit. Gaat het om jezelf of wil je dienen op een plaats met veel verantwoordelijkheid?
De Here Jezus geeft op de vraag van Zijn leerlingen niet meteen antwoord. Wanneer deze vraag naar Hem toekomt is Zijn reactie dat hij een kind roept. Een kind dat op gehoorafstand van Hem en de leerlingen is. Hij roept dat kind naar Zichzelf toe. Het kind laat zich roepen. Dat is hier ook een belangrijk element. Het is geen kind dat brutaal zegt: Daar heb ik geen zin in. Ik ben met wat anders bezig. Het is geen brutaal kind. Wanneer je goed leest, zie je dat de Here Jezus helemaal in beheer is. Hij roept het kind en zet het kind ook op de plaats die Hij wil. Dit kind laat zich op de plaats zetten waar de Here Jezus het een plaats wijst. Dit kind vraagt niet eerst wat het er voor krijgt als het doet wat de Here Jezus zegt. Dit kind is gehoorzaam. Geloven op Gods Woord. Ook als zijn woorden tegen ons gevoel en de cultuur ingaan.
Dit kind erkent de Here Jezus daarin als iemand die boven hem staat. Dit kind is voor de Here Jezus het beeld van kinderen in het algemeen dat Hij aan Zijn leerlingen voorhoudt. Hij houdt ze niet het beeld van een brutaal en ongehoorzaam kind voor. Nee het gaat er om hoe dit kind zich door de Here Jezus laat gebruiken. Christus volgen op Zijn stem. Over dit laatste de volgende keer meer.
DE HEER SPREEKT OP 19 SEPTEMBER 2022 DE WERELD TOE
“Nu dan, koningen, handel verstandig. Laat u onderwijzen, rechters van de aarde. Dien de HEERE met vreze, verheug u met huiver. Kus de Zoon, opdat Hij niet toornig wordt en u onderweg omkomt, wanneer Zijn toorn slechts even ontbrandt. Welzalig allen die tot Hem de toevlucht nemen!” Psalm 2:10-12
Westminster Abbey 19 september 2022. 2000 mensen in de kerk. Miljoenen kijken mee. In die kerk velen van de machtigen van de aarde. De HERE (the Lord) heeft ze bijelkaar gebracht. Heeft gezorgd dat de miljoenen de woorden horen die gezongen en gelezen worden.
“Dood, waar is uw prikkel? Graf, waar is uw overwinning? De prikkel nu van de dood is de zonde, en de kracht van de zonde is de wet. Maar God zij dank, Die ons de overwinning geeft door onze Heere Jezus Christus. Daarom, mijn geliefde broeders, wees standvastig, onwankelbaar, altijd overvloedig in het werk van de Heere, in de wetenschap dat uw inspanning niet tevergeefs is in de Heere.”1 kor 15:55-58
“Jezus zei tegen hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij. Als u Mij gekend had, zou u ook Mijn Vader gekend hebben; en van nu af kent u Hem en hebt u Hem gezien.” Joh 14:5,6
“Proef en zie dat de HEERE goed is; welzalig de man die tot Hem de toevlucht neemt.” Psalm 34:9
In gezongen vorm horen de machtigen en de miljoenen o.a.: “De HEERE is mijn Herder, mij ontbreekt niets.” Psalm 23
Het eindigt met het indrukwekkend zingen: “leggend onze gouden kronen zingend voor uw aangezicht.” Denk dan ook voor ons allemaal aan wat we zingen in het gezang ”U Heilig Godslam kocht ons met uw bloed, Dies brengen wij U dank en ere, En werpen w' in aanbidding, Here!
Al onze kronen aan uw voet. Ja, amen, ja, Halleluja!”
Wat heeft Christus gesproken! Wat een appel op de wereld, op de machtigen van de aarde: “Nu dan, koningen, handel verstandig. Laat u onderwijzen, rechters van de aarde. Dien de HEERE met vreze, verheug u met huiver. Kus de Zoon, opdat Hij niet toornig wordt en u onderweg omkomt, wanneer Zijn toorn slechts even ontbrandt. Welzalig allen die tot Hem de toevlucht nemen!” Psalm 2:10-12
GEEN DERDE NIE
“Jy mag nie egbreek nie.” Eksodus 20:14
Geen derde mag in ‘n mens se huwelik inkom nie. Ons lees dit in pragtige beeldende taal in Spreuke 5 waar die HERE teen die vreemde vrou waarsku, die vrou wat sonder huwelik seksuele bevrediging soek. Na hierdie waarskuwing lees ons dan in vers 15-17: “Drink water uit jou eie reënbak en strome uit jou eie put. Sal jou fonteine buitentoe oorstroom, waterstrome op die pleine? Hulle moet vir jou alleen wees en nie ‘n ander saam met jou nie.”
Hoe belangrik is dit om te sien dat die HERE se goeie gebod is dat geen derde in die huwelik mag inkom nie. Dit gee vir ons dadelik die antwoorde op sake soos: kunsmatige inseminasie van ‘n donor ( dit is wanneer 'n vrou op 'n kunsmatige manier met die saad van 'n ander man bevrug word) en of dit toegestaan is dat ‘n man ‘n kind by ‘n ander vrou verwek, omdat sy eie vrou onvrugbaar is en dat daardie kind na die geboorte as eie kind aangeneem word.
Dit is vir die HERE ook ‘n groot kwaad as iemand wat nie getroud is nie sy seksuele behoeftes buite die huwelik wil bevredig. As ‘n mens mans of vrouens besoek wat vir geld of omdat hulle daarna verlang seksuele bevrediging sonder die huwelik, as verbond van trou, soek. Die HERE waarsku daarteen. ‘n Waarskuwing waar dit op ‘n beeldende manier gesê word is Spreuke 7. As die Heilige Gees daar geteken het hoe ‘n jongmens verlei word, lees ons in vers 24-27: “Hoor dan nou na my, seuns, en luister na die woorde van my mond. Laat jou hart nie afwyk na haar weë nie, dwaal nie rond op haar paaie nie. Want baie is die gesneuweldes wat sy laat val het, en talryk almal wat deur haar vermoor is. Haar huis is weë na die doderyk, wat afdaal in die kamers van die dood.” (24-27)
‘n Mens moet jou selfs nie eers naby mense en geleenthede waag as jy weet dat dit hulle ten doel is om jou seksueel sodanig te prikkel, dat jy jouself sal laat verlei nie.
GEEN OWERSPEL NIE
“Jy mag nie egbreek nie.” Eksodus 20:14
Ons lees in die Bybel steeds weer die waarskuwing teen die vreemde vrou. Dit gaan nie net daarom dat ‘n vrou kan verlei nie. 'n Man kan dit ook doen. As ons na die huwelik kyk, is dit duidelik dat dit 'n verbond tussen ‘n man en ‘n vrou is waar geen inmenging van 'n derde persoon geduld mag word nie. Die huwelik is die samelewingsvorm van twee mense wat mekaar voor God en mense openlik en amptelik trou belowe het. Dit is ‘n omgewing van trou waarin die HERE die geskenk van seksualiteit en daardeur ook van kinderseën wil gee.
Die HERE wys steeds weer dat Hy owerspel haat. Letterlik lees ons dit in Maleagi. Dit gaan in Maleagi 2 daarom dat die HERE nie meer na sy volk luister nie. Hy help hulle nie meer nie. Hy sê ook hoekom Hy hulle nie meer wil help nie:
“Omdat die HERE getuie is tussen jou en die vrou van jou jeug aan wie jy ontrou geword het, terwyl sy tog jou metgesel is en die vrou van jou verbond. …. Want Ek haat egskeiding, sê die HERE, die God van Israel, en dat ‘n mens sy kleed met geweldpleging bedek, sê die HERE van die leërskare. Neem julle dan in ag ter wille van julle gees en wees nie ontrou nie.” Vs 14.....16
Die HERE wys ook daarop hoe onverstandig owerspel is. Hoe dit groot ellende saambring. Ons lees in Spreuke 6:32,33: “Hy wat owerspel pleeg, is sonder verstand; hy wat sy eie lewe wil verwoes, hy doen so iets; slae en skande sal hy kry, en sy smaad sal nie uitgewis word nie.”
Die HERE wil nie dat ‘n derde in ‘n huwelik toegelaat word nie. Dit is vanaf die staanspoor al sy gebod gewees. Die Here Jesus wys daarop teenoor ‘n algemene egskeidingspraktyk soos dit in sy tyd in Israel gegeld het. Die Jode beroep hulle dan op Deuteronomium 24 waar reëls vir ‘n skeibrief gegee word. Dit is dan die Here Jesus se antwoord: “Omdat Moses weens die hardheid van jul harte julle toegelaat het om van julle vroue te skei; maar van die begin af was dit nie so nie. Maar Ek sê vir julle, elkeen wat van sy vrou skei, behalwe oor hoerery, en ‘n ander een trou, pleeg egbreuk; en die wat die geskeie vrou trou, pleeg egbreuk.” (Mat 19:9)
VERSLAGEN DOOR VERDRIET
“HEERE, God van mijn heil, overdag en in de nacht kom ik voor U en roep ik. Laat mijn gebed voor Uw aangezicht komen, neig Uw oor tot mijn roepen. Want mijn ziel is verzadigd van ellende, mijn leven raakt bijna het graf.” Psalm 88:2-4
Mensen hebben het over al die moeilijke dingen die in de wereld gebeuren. De wereld staat in brand. Dan is er na blijdschap in jouw persoonlijke leven iets dat je als een bom raakt. Zo verslagen. Hoe kan dit, waarom moet dit. Je was zo blij en nu dat niet te bevatten verdriet. Zo zwaar. HERE, hoe kan dit? Het hele wereldgebeuren is daar niets bij. Dit is zo moeilijk in je persoonlijke leven
We zien dat bij de dichter van Psalm 88. Hij heeft juist ook geschreven voor al die anderen die zoiets in hun persoonlijke leven meemaken. Is dit een sombere psalm? Niet echt. Het is een psalm die de werkelijkheid in het leven van mensen, ook in die van kinderen van God laat zien. Het leven is niet een of ander feestje waar je uit kunt stappen als het niet zo feestelijk meer is. Je wordt persoonlijk getroffen door een ramp, je wordt getroffen door ziekte of door ziekte bij je kind of kinderen. Het leek zo mooi en nu? Het voelt alsof je nergens meer vaste grond hebt. Je bent echt verzadigd van ellende. Er kon eigenlijk al niets meer bij en nu nog dit. Je kunt niet meer. Je bent verslagen.
Je weet dat alles in Gods hand is. Het gebeurt onder Zijn regering. Veel mensen gaan de HERE er dan de schuld van geven. Zo kan het ook voelen. Dat voelt ook de dichter van deze psalm. Toch is al die ellende onze schuld als mensen. Van ons allemaal! Samen. Daarom hebben we juist ook om elkaar heen te staan, te helpen waar het kan. Toch moet je het zelf verwerken met al die tranen, al dat verdriet, al die verslagenheid. Dan is er in al die verslagenheid die ene weg die in alles vaste grond onder je voeten geeft: “Mijn oog is treurig van ellende; HEERE, ik roep tot U de hele dag, ik strek mijn handen naar U uit.” vs 8
De HERE luistert dan echt! Met Zijn hele hart. Hoe diep je verdriet ook zit. In tranen verbonden met Christus als Verlosser krijgt zelfs de dood jou of jouw kind niet dood. In al je zorg mag je weten dat de HERE de God van je heil is en jouw of je kind dat vroeg in het leven sterft voor eeuwig gered bij de hem komt. Helemaal genezen zo gelukkig als wat. Door verslagenheid en heftig verdriet heen is Christus je enige echte en betrouwbare hoop. Het echte anker van je leven.
DE DOOD VAN KONINGIN ELIZABETH EN DE GROOTHEID VAN GOD
“En de naties die zalig worden, zullen in haar licht wandelen, en de koningen van de aarde brengen hun heerlijkheid en eer erin.” Openbaring 21:24
Een van de dingen die in deze dagen het nieuws beheerst, is het overlijden van koningin Elizabeth van Engeland. Wat zien we een ceremonies en een pracht en een praal. Wat brengt het veel mensen op de been. De heerlijkheid, de rijkdom, de status straalt er steeds weer vanaf. Het gaat me er nu niet om wat we daar van vinden. Een ding is duidelijk dat een bepaalde grootheid steeds weer te zien is.
Koningen, machtigen en rijken op deze wereld stralen vaak uit hoe rijk en hoe machtig ze zijn. Er komt een dag dat al die grootheid bij elkaar komt. Dat het afgelegd moet worden en dat het dan neergelegd wordt voor Hem die daar recht op heeft. Neergelegd wordt voor Hem van wie alles op aarde is. Bezit en grootheid die mensen hebben, is alleen maar geleend van God. Gekregen van Hem om daarmee tot Zijn eer en tot voordeel van andere mensen daarmee om te gaan. Als een heel klein beetje van al die grootheid en rijkdom nu zichtbaar is rond het overlijden van Elisabeth dan besef je hoe onnoemlijk groot de heerlijkheid van de HERE is. Hoe niet te bevatten groot de heerlijkheid van Jezus Christus is, die de Koning van de koningen is. Eens moet iedere machthebber, iedere rijke, ieder die veel heeft het aan de voeten van Christus leggen en zal dat op de enig goede manier schitteren op de nieuwe aarde tot eer van God.
Wie veel gekregen heeft en dat in dienst van Christus heeft gebruikt zal als door het oog van de naald heen nog rijker zijn op de nieuwe aarde. Zoals ieder die daar leeft steenrijk is door het offer van Christus voor schuldige zondaren. Dan hebben we geen onnoemelijk schuld meer die om straf roept maar dan leven we in een heerlijkheid die niet vergaat. Dan hebben we zoveel plezier in de lof op Christus en het Lam!
SEKSUALITEIT EN LIEFDE
“Jy mag nie egbreek nie.” Eksodus 20:14
Die HERE wys daarop dat man en vrou in die huwelik tot een vlees word. Die mees intieme verhouding wat in die lewe moontlik is, wil die HERE ons in die huwelik gee.
Dit is baie belangrik dat die tyd voor die huwelik goed bestee word. Hierdie periode moet gebruik word om mekaar te leer ken en oor baie dinge te praat. Ook om te sien of julle mekaar verstaan en of julle saam die lewenspad kan loop. ‘n Mens moet in daardie tyd leer om vir mekaar belangstelling te hê, om mekaar te kan aanvoel en om mekaar te kan vergewe. Dis die tyd waarin die grondslag gelê word om saam te bid en te lees en oor die gesamentlike diens aan die HERE te praat.
As dit nie gebeur nie gaan mense die huwelik in sonder om mekaar werklik te ken. Hoe maklik lei dit nie later tot probleme en veroorsaak dit dat man en vrou by mekaar verby leef nie, in plaas daarvan dat hulle alles met mekaar deel. Baie belangrik vir die huwelikslewe is dit wat ons in Efesiërs 5:21-33 lees. Ons mag vers 21 daarby nie vergeet nie. Ons lees daar dat man en vrou aan mekaar onderdanig moet wees. Onderdanig in die vrees van God. Die gesamentlike diepe eerbied vir God bring man en vrou dan daartoe dat hulle mekaar wil dien. Hy wat sy eie belange in die huwelik najaag, is verkeerd besig.
Dit geld ook vir die seksuele lewe in die huwelik. Die seksuele gemeenskap in die huwelik is die mees intieme liggaamlike gemeenskap wat man en vrou vir mekaar kan gee. Hulle het deur te trou vir mekaar belowe om dit aan mekaar te gee. Paulus wys daarop in 1 Kor 7:3,4: “Die man moet aan die vrou die verskuldigde welwillendheid bewys, en net so ook die vrou aan die man. Die vrou het nie mag oor haar eie liggaam nie, maar die man; en net so ook het die man die mag oor sy eie liggaam nie, maar die vrou.” Ook hier sien ons wat die beteken om mekaar in die huwelik onderdanig te wees.
As ons dit gesê het mag ons nooit vergeet dat die huwelik ‘n band van liefde moet wees nie. Sien o.a: Efesiërs 5:22-33. Liefde beteken dat die een die ander in ag moet neem. Dan is die een se seksuele verlangens nie die belangrikste as die ander siek is, nie lekker voel nie, of baie moeg is. Liefde beteken dat ons onsself beheers as dit die ander ten goede kom. Liefde soek nooit homself nie. Sien 1 Kor 13. Die regte houding teenoor mekaar in die huwelik dat die een vir die ander in liefde seksueel oopstaan. Dan is die seksuele gemeenskap die kroon op onderlinge liefdestrou. Dan gaan ons in die seksuele belewing teer met mekaar om. ‘n Mens leer dan in die huwelik ook regtig dank vir die seksuele lewe wat saam in liefde geniet mag word.
SEKS BUITE DIE HUWELIK?
“Jy mag nie egbreek nie.” Eksodus 20:14
Mense vra in ons tyd al hoe meer waarom seksuele gemeenskap nie ook voor die huwelik mag nie. Hoekom is dit nie geoorloof as jy uitgaan nie, hoekom is dit nie reg as jy verloof geraak het nie?
Die antwoord wat die HERE daarop in die bybel gee is duidelik. Die HERE gaan daarvan uit dat ‘n mens voor die huwelik geen seksuele gemeenskap het nie.
Ons lees in Deut 22: 13-21 dat die HERE dit ernstig opneem as ‘n vrou nie as maagd die huwelik ingaan nie.
Die Hooglied besing die liefde en die belewing van die liefde in die huwelik. Ons lees juis in hierdie boek: “Ons het ‘n klein sustertjie wat nog nie borste het nie; wat moet ons met ons suster maak die dag dat sy gevra word? As sy ‘n muur is, sal ons ‘n silwerrand daarop bou, en as sy ‘n deur is, sal ons dit met ‘n sederplank toeslaan. Ek is ‘n muur, en my borste soos torings; toe het ek in sy oë geword soos een wat vrede vind.” (8:8-10) Hierdie jongedogter sal deur haar broers toegesluit word as sy voor haar huwelik tot seksuele gemeenskap oorgaan. Sy bewaar haar maagdelikheid tot die dag van haar huwelik en vind daarom vrede by haar man.
Paulus wys in dit wat hy skryf ook dat hy daarvan uitgaan dat die seksuele gemeenskap ‘n geskenk van God is wat die HERE vir die huwelik gereserveer het. Hy skryf in 1 Kor 7 oor mense wat ‘n sterk verlange na seksuele gemeenskap ken en dit omtrent nie kan beheers nie. Hy wys hulle dan die pad na die huwelik. Ons lees dit in vers 9: “maar as hulle hul nie kan beheers nie, laat hulle trou; want dit is beter om te trou as om van begeerte te brand.”
Die Heilige Gees dui hier aan dat die belewing van die seksualiteit in die huwelik tuishoort. Ons het al gesien dat die HERE dit al in die paradys so aandui.
Dit is vir mense dikwels moeilik om so te bly lewe. Verseker in ‘n tyd waar seksuele gevoelens steeds geprikkel en opgewek word. Waar ‘n mens selfs in die openbare lewe met afbeeldings van prikkelpoppe te doen kry. Hoe belangrik is dit dat jongmense wat ‘n verhouding het, met mekaar oor die grense van liggaamlike kontak praat en afspreek hoe ver hulle kan en mag gaan. Dat hulle ooreen kom om mekaar te waarsku as die een te ver wil gaan. Die grens wat ‘n mens voor die huwelik verseker nie mag oorskry nie, is dat mekaar se geslagsdele ontbloot word en dat die een die ander so stimuleer dat dit tot ‘n orgasme lei .
Dit is so dat ook voor die huwelik seksuele gevoelens vir mekaar hoog kan oplaai. Juis daarom is dit so belangrik om saam te bid en die HERE krag te vra om ook seksueel rein te kan bly lewe. 'n Mens moet ook die tyd van ‘n verhouding nie onnodig lank uit rek nie.
GODS REGERING EN DE REGENBOOG
“En meteen raakte ik in geestvervoering.
En zie, er stond een troon in de hemel, en op de troon zat Iemand. En Hij Die daar zat, zag eruit als de stenen jaspis en sardius. En er was een regenboog rondom de troon, die eruitzag als een smaragd.” Openbaring 4:2,3
In de hemel staat Gods troon. Dat laat de Here Jezus aan Johannes zien. Johannes mag in de hemel kijken terwijl hijzelf verbannen is naar het eiland Patmos. Johannes is een verstotene, een gevangene omdat hij van Christus in deze wereld getuigt. Gods kinderen worden vervolgd. De wereld kan in brand staan en dan is de vraag: “Waar is God? Heeft het wel zin om te geloven?” Christus laat Johannes en daarmee ons zien dat de troon echt in de hemel staat. Geen lege troon. Nee, de enige en echte God zit op de troon samen met het Lam. Met Christus. De regering ligt in Gods handen. Door alles heen gaat de geschiedenis naar Gods doel. Daarin delen de gelovigen al worden ze gemarteld en gedood door de machthebbers op de wereld.
Waar ik nu vooral aandacht voor wil vragen is die regenboog die Johannes rondom de troon ziet. Hoe leest iemand dit die zelf weinig of niets van de Bijbel weet dit? Hoe leest iemand zonder verdere voorkennis in onze tijd dit? Je hebt grote kans dat zo iemand bij de regenboog aan lhbti+ denkt. Dat is ook helemaal niet zo vreemd want daarmee is voor veel mensen de regenboog en de regenboogvlag verbonden. Er zijn zelfs kerken die deze vlag met dat doel van tijd tot tijd ophangen. Dan zou deze tekst zomaar gebruikt kunnen worden voor de goedkeuring van seksuele gedragingen die in het Woord van God als zondig worden gekenmerkt. Het is duidelijk vanuit Gods Woord dat de HERE als de Schepper het seksuele leven in het huwelijk tussen een man en vrouw die elkaar hun leven lang trouw blijven, wil. Dat is Gods wil. We moeten altijd weer bedenken hoe mensen vanuit eigen voorkennis dingen lezen en dan in liefde laten zien wat er echt mee bedoeld is.
De regenboog hier in Openbaring 4 wijst op Gods belofte in Genesis 9 dat Hij altijd trouw blijft aan wat Hij beloofd heeft. God regeert zo dat door alle ellende heen er de nieuwe hemel en aarde komt die Hij beloofd heeft. Niemand kan teniet doen wat Christus door Zijn werk op aarde verdiend heeft. Wat is het ontspannend en bevrijdend dat je in een moeilijke tijd je leven in Gods handen kunt en mag leggen.
DIE SEKSUELE LEWE 'N PRAGTIGE GESKENK VAN GOD
“Jy mag nie egbreek nie.” Eksodus 20:14
Die geskiedenis ken baie voorbeelde dat mense die seksuele as minderwaardig of selfs sondig gesien het. Ook in die geskiedenis van Christus se kerk is dit nie onbekend nie. Seksuele verlangens self sou al sondig wees. As ons in Psalm 51 lees: “Kyk, in ongeregtigheid is ek gebore, en in sonde het my moeder my ontvang”, (7) sou dit om die seksuele daad gaan waardeur Dawid ontstaan het.
Hoe seksuele vryheid in ons tyd ook in losbandigheid ontaard, kan ons nie sê dat seksualiteit self sondig is nie. Die HERE self wys dit duidelik in die Bybel. Hy wys vir ons dat ‘n mens voluit van die seksuele omgang mag geniet. Ons mag daarin van die HERE se geskenk geniet. ‘n Voorbeeld daarvan lees ons in Spreuke 5:18,19: “Mag jou fontein geseënd wees, en verheug jou oor die vrou van jou jeug – die lieflike wildsbokkie en aanvallige steen bokkie; laat haar boesem jou altyd vermaak, mag jy in haar liefde gedurigdeur bedwelmd wees.” (18,19)
Die boek Hooglied wys ook hoe ‘n mens van die seksualiteit mag geniet.
Die seksualiteit is ‘n geskenk van God waarvan Hy wil dat dit binne sekere perke beleef word.
Die HERE het seksuele gemeenskap gegee om in die huwelik beleef te word. Ons lees dit al in die tweede hoofstuk van die Bybel: “Daarom sal die man sy vader en moeder verlaat en sy vrou aankleef. En hulle sal een vlees wees.” (Gen 2:24)
Die eenwording tot een vlees, wat die seksuele eenwording insluit, hoort by die huwelik tuis en nie reeds daarvoor nie. Die HERE het dit ‘n plek gegee in die verhouding as man en vrou amptelik hulle ouer huise verlaat en ‘n eie selfstandige eenheid vorm.
Man en vrou mag mekaar in die huwelik ook seksueel na ‘n hoogtepunt lei
GOED GENOEG VOOR DE HERE?
“En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.” Openbaring 21:4
Je hebt zorgen. Je voelt het verdriet in je leven. Je worstelt. De tranen komen. Soms willen de tranen niet komen en voel je toch de zorgen en het verdriet. Het is of er steen op je hart drukt. Het leven voelt zo zwaar.
Toch geloof je ook. Je vertrouwt je met al je vragen aan de HERE toe. Maar is al dat verdriet, zijn al die zorgen er geen teken van dat je geloof niet goed genoeg is? Zou het wel goed komen als je sterft? Ben je niet te kleingelovig met al je zorgen en verdriet om door de HERE aangenomen te worden als Zijn kind?
Het zijn vragen die je bezig kunnen houden. Heel intens. Vooral als mensen om je heen doen alsof je als gelovige alleen maar kunt juichen en het leven een feest is als je gelooft waarin er geen ruimte voor verdriet en zorgen is. Dan is het tijd om bijvoorbeeld op Openbaring 21:4 te letten. Het gaat daar om de tijd dat de Here Jezus teruggekomen is. De tijd dat de HERE samen met Zijn volk op de nieuwe aarde woont. Gods kinderen zijn daar bij de HERE. Als hun God en Vader. Wie zijn daar ook? Die kinderen van God die met tranen van zorg en verdriet op de nieuwe aarde zijn gekomen. Wat zegt de HERE dan? Wegwezen? Nee! Hij veegt de tranen uit hun ogen. Als een liefdevolle Vader troost Hij. Dan is die troost er voor altijd! Als de Here God dan de tranen uit je ogen heeft gewist, komen ze nooit meer terug. Alle angst, zorg, verdriet is dan voor altijd verdwenen. Wie met zorg en verdriet op aarde is als de Here Jezus terugkomt, wie met verdriet in het hart en misschien wel in de ogen sterft maar op Christus bouwt, mag weten dat God om Christus als een Vader je tranen wist, je verdriet en angst wegneemt om nooit meer terug te komen. Laat je niet misleiden en bang maken door mensen die zeggen dat een echte christen geen verdriet en zorg kent. De HERE is zo goed en zo’n liefdevolle Vader!
HOE DIEP GAAN DIE SEWENDE GEBOD?
“Jy mag nie egbreek nie.” Eksodus 20:14
By hierdie gebod moet ‘n enkele opmerking oor die diepte van God se gebooie gemaak word. Dit wat hier geskryf word geld nie net vir die sewende gebod nie, maar vir elkeen van die Tien Gebooie.
Dit is Christus self wat wys dat die Tien Gebooie die hele lewe aanspreek. ‘n Mens kan nie sê dat hy die sewende gebod 100% volledig gehou het net omdat hy nie van sy vrou geskei het nie. Net so kan ek ook nie sê dat ek die sesde gebod volledig gehou het, omdat ek nog nooit iemand doodgeslaan het nie.
Hy wat die Tien Gebooie op hierdie manier lees, minimaliseer die HERE se wet. Hy lees die wet dan op ‘n Fariseistiese manier. Die Fariseërs en hulle volgelinge het die Tien Gebooie so gelees en daarom kon hulle die diepte van hulle sondes en ellende nie raaksien nie. Die Fariseërs het allerhande wetjies by God se wet gemaak en as ‘n mens iets gedoen het wat nie in daardie wetjies staan nie, was dit nie 'n sonde nie.Wie so wetties lewe ken nie die diepte van God se wet nie en vra nie by elke ding: Hoe wil die HERE dat ek lewe nie.
Die Here Jesus waarsku veral in die bergpredikasie sterk daarteen dat mense die Tien Gebooie oppervlakkig lees en toepas in hulle lewe. ‘n Voorbeeld daarvan is hoe Hy oor die toepassing en die reikwydte van die sewende gebod praat. Ons lees dit in Matt 5: “Julle het gehoor dat aan die mense van die ou tyd gesê is: jy mag nie egbreek nie. Maar Ek sê vir julle dat elkeen wat na ‘n vrou kyk om haar te begeer, reeds in sy hart egbreuk gepleeg het. As jou regteroog jou dan laat struikel, ruk dit uit en gooi dit weg van jou af, want dit is vir jou beter dat een van jou lede vergaan en nie jou hele liggaam in die hel gewerp word nie. En as jou regterhand jou laat struikel, kap dit af en gooi dit weg van jou af; want dit is vir jou beter dat een van jou lede vergaan en nie jou hele liggaam in die hel gewerp word nie. Daar is ook gesê: Elkeen wat van sy vrou skei, moet haar ‘n skiebrief gee. Maar ek sê vir julle dat elkeen wat van sy vrou skei, behalwe omrede van hoerery, maak dat sy egbreuk pleeg, en elkeen wat die geskeie vrou trou, pleeg egbreuk.” (27-32)
As ‘n mens sy toegang tot die internet nie kan beheer nie en telkens weer pornografiese webbladsye besoek, moet ter wille van sy saligheid sorg dat jy nie meer daar op kan kom nie. Baie ander toepassings moet ‘n mens vanuit hierdie onderwys van Christus maak. Die HERE se gebod gaan werklik oor ons hele lewe.
Die HERE noem in die Tien Gebooie ‘n duidelike en ernstige sonde en daarmee saam word alles wat daartoe kan lei, ook as sonde aan gedui.
REGEN!
“Hij maakt de zoldering van Zijn hemelzalen op de wateren, maakt van de wolken Zijn wagen, wandelt op de vleugels van de wind.” Psalm 104:3
Ik word wakker. Kijk uit het raam. Zie dat de straat nat is. Eindelijk weer een beetje regen. Zoals het nu lijkt komt er in de komende dagen nog meer. Als we dat zien en horen komen we dan niet verder dan de gedachte dat dit mooi is? Dat we dat ook wel nodig hebben. Of is er zelfs de gedachte dat die regen nog wel even mag wegblijven omdat we nog een paar dagen weg zijn en het mooie weer niet verveelt?
Het weer is niet een of ander lot. Wij als mensen kunnen het weer niet bepalen. We kunnen het weer niet als een wapen inzetten dat we kunnen gebruiken. Zoals Poetin zijn gas gebruikt. Dat is maar goed ook. Anders zouden we misschien ook daarover nog oorlog maken. Het weer is in de handen van de HERE die de Schepper van alle dingen is. Hij en niemand anders zorgt voor het weer. Hij is het die vanuit de hemel regen geeft of niet. We zien dat o.a. ook als Elia met de Baalpriesters op de berg Karmel is. Dan laat de HERE zien dat Hij alleen over de elementen regeert. Hij geeft vuur, Hij geeft regen.
Juist als je dan de droogte ziet en de gevolgen die dat heeft, bid je om regen. Als je ziet dat een groot deel van Pakistan onder water staat, bid je dat het daar nu droog wordt en een hele tijd zal blijven. Wanneer de HERE dat dan uit genade geeft, danken we Hem daarvoor. Dan doen we niet onverschillig maar danken we Hem die ons kan geven wat we nodig hebben maar niet verdiend hebben. Op een droge aarde is elke druppel regen de onverdiende goedheid van God. In een overstroomd land is elke dag dat het water zakt een teken van Gods goedheid die over goeden en slechten gaat. De HERE verdiend om tot Hem te bidden en Hem te danken.
EIGEN SMAAK (III)
“En ik was bij u in zwakheid, met vrees en veel beven. En mijn spreken en mijn prediking bestonden niet in overtuigende woorden van menselijke wijsheid, maar in het betonen van geest en kracht, opdat uw geloof niet zou bestaan in wijsheid van mensen, maar in kracht van God. En wij spreken wijsheid onder de geestelijk volwassenen, maar een wijsheid niet van deze wereld, en ook niet van de leiders van deze wereld, die tenietgedaan worden.“ 1 Korinthe 2:3-6
Gods wijsheid is in Christus op een onnavolgbare manier op aarde gekomen. Hij is de wijsheid voor mensen uit alle volken. Zo wordt Hij door de apostel Paulus verkondigd. Hemelse wijsheid wordt verkondigd door een mens die geen grote redenaar is. Je gaat menselijk gezien niet om Paulus die zo’n charismatisch en indrukwekkend persoon is, geloven. Paulus is als mens en als prediker niet indrukwekkend. Hij brengt in alle eenvoud en kwetsbaarheid het evangelie van Jezus Christus. Ook dat is Gods wijsheid. Zodat het om Hem, zodat het om Christus blijft gaan en niet om in onze ogen charismatische en diepgaande predikers.
Paulus is ambtsdrager. Door Christus zelf geroepen als apostel. Dat maakt duidelijk dat zij die in dienst van Christus ambtsdragers zijn en daarna verlangen juist deze weg in leer en leven hebben te wijzen. Dan leef je van het evangelie, dan wijs je van mensen af en wijs je juist op Christus.
Dan leer ik het ook af om te zeggen dat je een fijne gemeente zoekt. Je ziet in je gemeente waar in alle eenvoud het evangelie elke zondag verkondigd wordt zoveel gebreken. Zoveel dat jij anders zou willen. Jij vindt dat er veel mankeert. Daarop mopper je steeds weer. Het komt vast te zitten in je hart. Je vindt ook dat je meerdere keren niet zo goed door gemeenteleden behandeld bent. Dat komt steeds weer boven en daarom zoek je een fijnere gemeente. Je praat er over en met een paar anderen en begint een groepje te vormen. Waarin onderling veel geklaagd wordt. Dan zegt de Here Jezus: Hou op. Ga geen groepen vormen. Ik heb je hier een plaats gegeven. Leef vanuit mijn evangelie dat je elke week hoort. Geef liefde, leef hier als mijn kind. Als je in jouw klachten gelijk hebt, ben je juist zo nodig om de nodige liefde en wijsheid in deze gemeente te geven.
De Here Jezus zegt dan tegen ons: Als ik nu eens eerst een heel fijne gemeente gezocht zou hebben en dat de voorwaarde was om Mijn leven voor jou te geven wanneer zou Ik dat dan hebben gedaan? Als Mijn voorwaarde was dat jij eerst voor Mij een fijn mens moest zijn voordat ik voor jou mijn leven aan het kruis zou geven om in Gods liefde te delen. Wanneer zou Ik dat dan gedaan hebben? Nooit!
Denk daar eens over na nu Christus jou een plaats in die heel concrete gemeente gegeven heeft waar elke zondag de goede boodschap van Christus volgens Gods Woord verkondigd wordt.
HOUD JE MOND!
"Want dit heeft Amos gezegd: Jerobeam zal sterven door het zwaard, Israël zal zeker in ballingschap worden gevoerd, weg uit zijn land. Daarop zei Amazia tegen Amos: Ziener, ga heen, vlucht naar het land van Juda! Eet daar uw brood en ga daar profeteren. In Bethel mag u niet langer profeteren, want dat is het heiligdom van de koning, dat is het huis van het koninkrijk." Amos 7:11-13
Ik kom nog even terug op de tekst die ik een paar dagen geleden noemde. Mensen die dingen zeggen die de leidende klasse niet bevalt, moeten hun mond houden. Mensen die in alle voorzichtigheid bepaalde dingen ter sprake willen brengen, moeten vooral zwijgen. Terwijl diezelfde mensen wel hevig protesteren als in andere landen mensen de mond wordt gesnoerd. Mensen die hun mond vol hebben van vrijheid van meningsuiting. Die vinden dat er altijd ruimte moet zijn voor een andere mening en kritische geluiden. Zelfs voor het beledigen van anderen om hun hun geloof. Maar als het niet in hun straatje past, is er ineens hevig protest en moet er gezwegen worden.
We zien dat nu gebeuren wanneer de wijzigingen in de transgenderwet naar voren worden gehaald en daar vragen bij worden gesteld. Wanneer mensen naar mijn mening helemaal terecht deze dingen aan de orde stellen en zeggen: Let erop wat er aan het gebeuren is. Het lijkt er op dat bijna stilzwijgend deze veranderingen zullen worden goedgekeurd volgende week. Het lijkt er op dat mensen die vrijheid van meningsuiting propageren eigenlijk een dictatuur voor eigen mening en gevoelens willen. Ik geef even via de site van de Eerste kamer weer waar de voorgestelde wijzigingen van de transgenderwet over gaan: “Dit wetsvoorstel versoepelt in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek de voorwaarden voor wijziging van de vermelding van het geslacht in de geboorteakte. Hiermee wordt het voor personen waarvan de genderidentiteit niet aansluit bij het bij de geboorte vastgestelde geslacht makkelijker om de vermelding van het geslacht in de geboorteakte te wijzigen. Met deze wijzigingen wil het kabinet een bijdrage leveren aan de emancipatie van transgender personen. De Transgenderwet is drie jaar na inwerkingtreding naar aanleiding van toezegging T01914 aan de Eerste Kamer geëvalueerd.
Met dit voorstel-
- komt de deskundigenverklaring te vervallen;-
- krijgen kinderen onder de zestien jaar de mogelijkheid om hun geslachtsregistratie te wijzigen via een verzoek aan de rechtbank;-
- kunnen personen van zestien jaar en ouder een eerste of tweede wijziging doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand en een derde of volgende wijziging na een verzoek bij de rechtbank;-
- kan de wijziging van de geslachtsregistratie worden verzocht aan ambtenaar van de burgerlijke stand van de woonplaats van de transgender persoon.”
Mensen die willen vasthouden aan wat de HERE in de Bijbel zegt dat Hij ons een geslacht gegeven heeft, moeten hun mond houden. Zelfbeschikking moet beslissend zijn. Wij als mensen moeten het beter weten dan de Schepper van alle dingen. Als je daar aandacht voor vraagt moet je stil blijven en ben je ‘transfoob’ al ga je in liefde met mensen om die transgender zijn. Je moet je mond houden als je zegt dat kinderen zo’n beslissing niet verantwoord kunnen nemen. Dat wordt zelfs als een bedreiging gezien. Je moet denken als een bepaalde elite die toch echte dictatoriale neigingen laat zien. Wat is het belangrijk dat we in liefde blijven spreken zoals de Schepper van alle dingen spreekt. Laten we bidden om vrijheid die al meer ook in ons zogenaamde vrije land bedreigd wordt. O, die tolerante die zo verschrikkelijk intolerant zijn. Leer ons steeds weer volgens de wet van vrijheid leven die de HERE ons gegeven heeft. De vrijheid om volgens Gods wil te leven en zo tot ons doel te komen.
EIGEN SMAAK II
“En ik, broeders, toen ik bij u kwam, ben niet gekomen om u met voortreffelijkheid van woorden of van wijsheid het getuigenis van God te verkondigen, want ik had mij voorgenomen niets anders onder u te weten dan Jezus Christus, en Die gekruisigd. En ik was bij u in zwakheid, met vrees en veel beven. En mijn spreken en mijn prediking bestonden niet in overtuigende woorden van menselijke wijsheid, maar in het betonen van geest en kracht, opdat uw geloof niet zou bestaan in wijsheid van mensen, maar in kracht van God.” 1 Korinthe 2:1-5
Je hebt van die gedeelten in de Bijbel die je in bepaalde omstandigheden heel erg aanspreken. Niet in de zin van dat het zo heerlijk overeenkomt met wat jij denkt en voelt maar omdat de HERE je daar zo ontdekkend aanspreekt. Dat Hij je laat zien zo wil Ik het en daar moet je niet mee sjoemelen. Want als je dat doet ben je net zo goed iemand die aan Schriftkritiek doet als waar je anderen op aanspreekt.
Niet op personen gericht zijn in de kerk is zo belangrijk. Zo onmisbaar. De kerk en mijn eigen leven is als het goed is tempel van de Heilige Geest. De Geest woont daar. Hij maakt daar als we tempel van de Geest willen zijn de dienst uit. Dat is maar goed ook.
Een dominee moet zijn plaats kennen. Dan kom je mensen tegen die zeggen: We zijn hier lid geworden of willen hier lid worden want uw prediking is zo rijk en goed. Of: onze zoon of dochter is gelukkig nog bij de kerk en leeft nu dichtbij de HERE. Dat is door uw prediking. Als u er niet was geweest was het vast anders gelopen. Wat kunnen zulke dingen je eigen ego strelen. Wat kun je daarvan groeien in zogenaamd zelfvertrouwen. Het is niets anders dan duivelse verleiding! Verleiding om veel van jezelf te gaan denken. Om voor een deel op Gods plaats te gaan zitten. Wat hebben we nodig om dit soort dingen als zondig en ongeestelijk ver van ons te werpen. Het gaat niet om de dominee. Denk er ook aan dat we belijden dat de Here Christus Zijn dienaren roept en stuurt waar Hij wil en wanneer Hij wil. Zouden wij dan een ander zoeken wanneer ons het echte evangelie gebracht wordt. Heeft de Here die hem stuurde zich dan vergist? Al is het in onze ogen nogal eenvoudig en stuntelig. Het is toch de HERE en Zijn Woord waarop wij bouwen?! Laten we zo bouwen in Christus kerk. Dan komt Gods vrede ons leven en de gemeente al meer binnen.
EIGEN SMAAK
“En ik, broeders, toen ik bij u kwam, ben niet gekomen om u met voortreffelijkheid van woorden of van wijsheid het getuigenis van God te verkondigen, want ik had mij voorgenomen niets anders onder u te weten dan Jezus Christus, en Die gekruisigd. En ik was bij u in zwakheid, met vrees en veel beven. En mijn spreken en mijn prediking bestonden niet in overtuigende woorden van menselijke wijsheid, maar in het betonen van geest en kracht, opdat uw geloof niet zou bestaan in wijsheid van mensen, maar in kracht van God.” 1 Korinthe 2:1-5
Wij zijn ook in gereformeerde kring voor iets dat werelds is heel gevoelig. Onze eigen smaak. Ons eigen gevoel. Wat ons zo aanspreekt. We zoeken de prediking van een dominee die ons aanspreekt. Daar worden we door gebouwd. Die andere dominee is wel gereformeerd maar zijn prediking spreekt me niet zo aan. Die ander heeft toch veel meer inhoud. Tussen haakjes de inhoud die ik graag hoor. Die ene dominee die spreekt met veel meer overtuiging. Die gebruikt een taal die mij veel meer bevalt. Daarom wil ik lid worden van de gemeente waar deze man het Woord brengt. Mensen die zo denken en doen worden door Paulus later in de naam van God vleselijk genoemd. Dit soort denken en doen zet mensen op een voetstuk, zet wat ik voel, denk en mij aanspreekt op een voetstuk. Wat is het goed dat Christus ons roept naar de gemeente waar ik het dichtste bij woon. Ik kies niet welke dominee mij bevalt. Het gaat niet om wat mensen hun ligging noemen. Het gaat er om dat het evangelie verkondigd wordt. Het evangelie van Jezus Christus die Zijn leven voor zondaren gaf met oproep tot geloof en bekering gebracht wordt. Volgens Gods Woord. Dat kan in zwakheid volgens menselijke normen en gevoelens gebeuren maar dat is nooit een reden om dan een andere gemeente in het kerkverband op te zoeken. Of zelfs daarbuiten. Het gaat om het evangelie en als het evangelie niet verkondigd wordt, moet ik weggaan en dan ook anderen oproepen om het evangelie te gaan beluisteren waar het echt gebracht wordt. Gewoon het evangelie. Niet volgens mijn smaak maar volgens Gods Woord. Paulus laat zien dat het nooit om onze smaak mag gaan. Niet de dominee is beslissend maar de boodschap. Zo leren we niet op mensen, ook niet op dominees te bouwen maar op de kracht van God. Laten we ons zo door Christus laten verzamelen rondom Zijn Woord. Laten we daarin altijd weer voorbeelden voor elkaar zijn en zo Gods vrede dienen.
ZWIJGEN?
Even een paar dagen op de Haamstedeconferentie. Heerlijk om zo met collega's te spreken, inspirerende toespraken die je weer met je werk voor Gods ogen zetten om je werk in diepe liefde voor Christus te doen en te blijven doen. Een paar dagen zonder mail en je echt richten op wat de HERE voor jou en je werk betekent.
Het trof me toen we lazen uit Amos 7: "Want dit heeft Amos gezegd: Jerobeam zal sterven door het zwaard, Israël zal zeker in ballingschap worden gevoerd, weg uit zijn land. Daarop zei Amazia tegen Amos: Ziener, ga heen, vlucht naar het land van Juda! Eet daar uw brood en ga daar profeteren. In Bethel mag u niet langer profeteren, want dat is het heiligdom van de koning, dat is het huis van het koninkrijk."
Amos komt uit Juda. De HERE stuurt hem naar het Tienstammenrijk Israël. De reactie van de geestelijke leiding is: waar bemoei je je me. Ze worden onrustig van de boodschap die Amos in Gods naam moet brengen. Hij mag de zonden onder dit deel van Gods volk niet aanwijzen. Het moet allemaal zo zijn dat niemand echt aangesproken wordt. Dat is in onze tijd meerdere keren ook zo. Hou je mond. Breng ons een boodschap die niet schuurt maar ons ons goed laat voelen. De trouwe kerk die in de wereld het echte evangelie brengt, krijgt ook in de samenleving te horen: Houd je mond! Je laat ons slecht voelen, je raakt mensen op een verkeerde manier. Deze stem willen we niet horen. Wegwezen jullie of kruip in je schulp en zelfs daar willen we eigenlijk niet dat jullie dit nog zeggen en leren aan jullie kinderen.
Wat moet je dan doen? Je moed en kracht vinden in wat Amos in antwoord daarop zegt: "Toen antwoordde Amos en zei tegen Amazia: Ik ben geen profeet (geen profeet van beroep RV) en ik ben geen profetenzoon, maar ik ben veehouder en moerbeikweker.
De HEERE haalde mij echter achter de kudde vandaan en de HEERE zei tegen mij: Ga heen, profeteer tegen Mijn volk Israël!
God roept en zouden wij dan zwijgen., De HERE roept om de waarheid in Christus te brengen, zouden wij zwijgen? Nee, toch. De Geest wil de moed en de kracht geven om te spreken tegen alles en iedereen in als dat nodig is. Hoe je ook staat te beven van spanning en angst Hij geeft dan de woorden in je mond.
WANNEER BEGIN DIE LEWE WAT BESKERM MOET WORD?
“Jy mag nie doodslaan nie.” Eksodus 20:13
Die HERE wil dat ons altyd weer die lewe van onsself en van ander mense beskerm. Nou is die vraag wanneer hierdie beskerming moet begin. Vanaf watter oomblik kan ons en moet ons van menslike lewe praat? Vanaf watter oomblik is iemand ‘n mens? Is dit vanaf die oomblik dat hy of sy gebore word? Is iemand ‘n mens vanaf die tyd dat hy 20 weke in die moederskoot gegroei het? Of kan ons ‘n ander oomblik aanwys waarop dit wat in die moederskoot groei ‘n mens word?
Wanneer ons na die HERE, ons Skepper, luister, is dit sonder twyfel duidelik dat ‘n mens vanaf die bevrugting mens is. Wanneer 'n man en vrou seksuele gemeenskap gehad het, en die saadsel die eiersel binne gedring het, het daar 'n mens ontstaan. Dan het ‘n mens begin groei. Dit is Job wat hom in moeilike omstandighede juis daarop teenoor die HERE beroep. Ons lees dit in Job 10.
Hy bely daar in vers 8-10: “Bedink tog dat u my soos klei gevorm het, en wil U my tot stof laat terugkeer? Het U my nie soos melk uitgegiet en my soos kaas laat dik word nie? Met vel en vlees het U my beklee, en met beendere en senings het u my deurvleg.”
Jy moet mooi daarop let dat Job bely dat die HERE hom as melk uitgegiet het en soos kaas laat dik word het. Die uitgieting van melk is die beeld van die manlike saad wat die vrou binne gaan. Die kaas wat die HERE laat dik word het, is die beeld dat die HERE daarvoor gesorg het dat die bevrugting plaasgevind het en daardeur ‘n mens ontstaan het wat nou verder sal groei. Dit is die HERE wat dit doen. Hy het op daardie manier ‘n mens laat ontstaan. In Psalm 139 word oor hierdie werk van die HERE gejubel. Dat dit die HERE is wat vir die wonder van die lewe gesorg het. Dawid bely verruklik daar dat hy vanaf die bevrugting ‘n mens was wat deur die HERE gemaak is en onder sy beskerming staan.. Hy skryf onder leiding van die Heilige Gees: “My gebeente was vir U nie verborge toe ek in die geheim gemaak is nie, kunstig geweef in die dieptes van die aarde. U oë het my ongevormde klomp gesien; en in U boek is hulle almal opgeskrywe; dae dat alles bepaal was, toe nog geeneen van hulle daar was nie. Hoe kosbaar is dan vir my U gedagtes, o God! Hoe geweldig hulle volle som nie!” (vers 15-18)
Die menslike lewe ontstaan by die bevrugting en nie 'n oomblik later nie. Dan leef ‘n mens. ‘n Hulpelose mens wat op 'n besondere manier liefde en beskerming nodig het. Dit beteken ook dat ons nadat ons gemeenskap gehad het, geen middele mag gebruik om 'n moontlik bevrugte eiersel te laat afdryf nie. Dit beteken ook dat ons in geen geval ‘n voorbehoedsmiddel teen swangerskap mag gebruik as dit afdrywing van die vrug tot gevolg kan hê nie.
MENSENHANDEL
Er is een asieldeal gesloten. Dit onder de druk dat er in Ter Apel de laatste weken steeds mensen buiten moeten slapen. Er zijn mensen die vinden dat dit niet zo erg is. Het is goed om af te schrikken. Om te zorgen dat er minder vluchtelingen komen. Dat komen van vluchtelingen zou ontmoedigd moeten worden. Nu is er een asielakkoord gesloten waarbij verschillende partijen een beetje hun zin krijgen. Daar zitten goede afspraken bij. Ook slechte. Ik ga hier geen discussie over asielbeleid voeren en ook niet toestaan hieronder.
Wat mij als christen, als kind van God steekt, is dat we over mensen een deal sluiten. Over mensen die voor hun veiligheid en leven vluchten. Die vaak al allerlei ellende meegemaakt hebben die de meeste van ons in hun hele leve nooit meemaken. Ja maar er zitten er ook veel tussen die geen echte vluchteling zijn hoor ik dan. Dat kan zo zijn maar wat als je wel een echte vluchteling bent. Moet je dan de onder de slechte lijden? Zou jij dat willen als dat in jouw leven zou gebeuren? Ik hoor de Here Jezus zeggen: “Alles dan wat u wilt dat de mensen u doen, doet u hun ook zo, want dat is de Wet en de Profeten”. Mattheus 7:12 Daarbij gaat het natuurlijk over wat volgens Gods wil is.
De HERE roept ons juist op om mensen die moeten vluchten te helpen. De Here Jezus doet dat ook heel duidelijk in Mattheus 25. Om zo liefde aan de naaste in nood te bewijzen. Het is echt een aanfluiting voor Nederland wat er in Ter Apel gebeurt. Dan zie je ook dat procedures boven het echt helpen van mensen gaat. Dan worden tenten in beslag genomen, dan kunnen mensen die nacht niet ergens onderdak gebracht worden want de procedures moeten eerst voltooid worden. Dan gaan we over mensen een deal sluiten in plaats uit echte bewogenheid helpen. Dan protesteren we om ons eigen belang veilig te stellen in plaats van mensen ergens te kunnen helpen. In al onze welvaart, die nu ook best bedreigd wordt, zijn onze harten vet geworden. Dat vraagt om bekering, om leven vanuit Gods liefde in Christus. Dan willen we niet aan een soort mensenhandel doen maar vanuit Gods liefde de naaste liefhebben ook als het ons een deel van onze welvaart kost. Dan zijn procedures niet onze God maar willen vanuit Gods liefde Zijn liefde uitstralen met onze daden.
We moeten er ook eens over nadenken of droogte en de gevolgen van de oorlog in de Oekraïne en wat we hebben meegemaakt met corona geen oordelen van God zijn over ons leven dat steeds maar weer gericht is op onszelf en onze welvaart die al groter moet zijn. Zijn het geen kloppen op de deur van ons hart om tot bezinning te komen?!
VERBOND- KIND VAN GOD
“Jy mag nie doodslaan nie.” Eksodus 20:13
Die mens is as kind van God geskep. Met sy kind het die HERE sy verbond gesluit. Dat dit nie beteken dat die HERE die mens ‘n totale en absolute vryheid gegee het nie, sien ons o.a. in Gen 2: 16,17: “En die HERE God het aan die mens bevel gegee en gesê: Van al die bome van die tuin mag jy vry eet, maar van die boom van kennis van goed en kwaad, daarvan mag jy nie eet nie; want die dag as jy daarvan eet, sal jy sekerlik sterwe.”
Die mens is as God se onderkoning geskep en bly dus altyd verantwoordelik teenoor God. Hy is in liefde en gehoorsaamheid kind van God, regeer in sy naam op die aarde en vertoon daardeur God se beeld hier op aarde.
Die vryheid wat die mens binne die verbond gekry het is nie onbeperk nie. Werklik vry is die mens as hy in ‘n goeie verhouding met die HERE leef. As hy steeds weer vra: HERE wat is U wil? As jy Christus volg het jy na die sondeval weer ‘n vry mens geword. Dan is die hoogste wat jy kan bereik nie dat jy oor jouself beskik nie maar dat jy Jesus Christus in alles volg. Christus self sê: “As julle in My woord bly, is julle waarlik my dissipels. En julle sal die waarheid ken, en die waarheid sal julle vrymaak. …. Voorwaar, voorwaar Ek sê vir julle dat elkeen wat die sonde doen, ‘n dienskneg van die sonde is. En die dienskneg bly nie vir altyd in die huis nie, die seun bly vir altyd. As die Seun julle dan vrygemaak het, sal julle waarlik vry wees.” (Joh 8:31,32,34-36)
‘n Mens leef as ‘n verbondskind wanneer hy of sy die wil van Vader in die hemel doen. Dit is egte vryheid. Jy is vry as jy in liefde na Christus luister en sy wil wil doen.
Wanneer ons oor die verhouding van die mens tot God praat kan ons nie sê dat ons oor ons eie lewe mag besluit nie. Ons bly in alles van die HERE afhanklik. Dit bly altyd die mens se plig om na die wil van God te vra. En dit bly altyd ons plig om ons lewe in gehoorsaamheid en liefde tot God in te rig.
In bepaalde omstandighede is dit moontlik om oor selfbeskikkingsreg te praat wanneer dit om jou verhouding tot ander mense gaan. Nogtans is dit beter om die woord verantwoordelikheid te gebruik. Want ook in ons verhouding tot ander mense word ons reg om oor ons eie of oor ‘n ander se lewe te beskik deur God se wet begrens. Ons moet hierby altyd weer die tweede deel van die groot gebod in gedagte hou: “Jy moet jou naaste liefhê soos jouself”. (Mat 22:39)
SELFBESKKKINGSREG? (II)
“Jy mag nie doodslaan nie.” Eksodus 20:13
‘n Mens kan in en deur Christus weer God se beeld begin vertoon. Beeld-van-God-wees beteken dat ‘n mens nie los van God oor sy lewe mag besluit nie. Dit word juis in Christus se lewe op aarde duidelik. Christus, wat die beeld van God is, wil nie sy eie wil volg nie. Hy wil juis leerling van sy Vader in die hemel wees. So vertoon Hy, as Verlosser, juis die beeld van God. Dat die Here Jesus leerling wil wees, lees ons steeds weer in die Bybel. Ons noem twee voorbeelde:
- Johannes 5:30: “Ek kan uit Myself niks doen nie. Soos Ek hoor, oordeel Ek; en My oordeel is regverdig, omdat Ek nie My wil soek nie, maar die wil van die Vader wat My gestuur het.”
- Johannes 8:26,28: “Ek het baie dinge om van julle te sê en te oordeel; maar Hy wat My gestuur het, is waaragtig; en Ek, wat Ek van Hom gehoor het, dit spreek Ek tot die wêreld. …. En Jesus sê vir hulle: wanneer julle die Seun van die mens verhoog het, dan sal julle weet dat dit Ek is; en uit Myself doen Ek niks nie; maar net wat My Vader My geleer het, dit spreek Ek.”
Dit beteken dat ons ook God se leerling wil wees. Dat ons ons lewe volgens God se gebod in Sy hand lê en nie in eie hand neem nie.
Die HERE het met die mens ‘n verbond gesluit en gaan ook op die manier van die verbond met die mens om. Dit het die HERE al vanaf die staanspoor gedoen. Die HERE spreek die mens aan en kom tot hom met sy belofte en maak duidelik wat Hy van hom verwag. Hy mag ook weet dat God as die Vader vir hom wil sorg. Die HERE vra van die mens liefde wat ook gehoorsaamheid inhou.
SELFBESKIKKINGSREG? (I)
“Jy mag nie doodslaan nie.” Eksodus 20:13
Mag ons oor ons eie lewe beskik en belis? Sou jy die selfbeskikkingsreg van die mens kon verdedig deur jou op die mens as beeld van God te beroep? Het die mens in God se plek gekom? Nee!
Beeld van God wees het alles met gehoorsaamheid en liefde tot God te doen. Dat God Hom na die skepping nie teruggetrek het nie, sien ons duidelik in die geskiedenis na die skepping. Telkens wanneer die mens gesondig het, reageer die HERE daarop. Hy maak duidelik dat Hy Hom met die geskiedenis van die wêreld bly bemoei. Dat as sy volk na Hom luister, hulle seën mag verwag en as hulle dit nie doen, hulle gestraf sal word. Sien o.a: Gen 2:17 en Lev 26. Die mens mag juis nooit God se plek inneem nie. Dit is hoogmoedswaan. Dit is wat by die sondeval gebeur. Die HERE het duidelik gemaak dat Hy weet wat goed en kwaad is en dat die mens steeds die goeie moet doen. Die mens wil nie aanvaar dat net die HERE weet wat goed is nie. Sien Genesis 3. Hy wil self besluit oor wat goed en verkeerd is. Dit het gebeur toe Eva en daarna Adam van die boom van kennis van goed en kwaad geëet het. Dan wil die mens God se plek inneem. Dit is nou juis die mens se sonde. Die mens verloor op hierdie manier dat hy beeld van God is, maar hy verloor nie sy opdrag om God se beeld te wees nie. Die HERE spreek die mens ook na die sondeval oor sy opdrag aan. Dit word o.a. in Genesis 9:6 en Jakobus 3:9 duidelik.
Genesis 9:6: “Hy wat die bloed van ‘n mens vergiet, sy bloed sal deur die mens vergiet word, want God het die mens na sy beeld gemaak.”
Jakobus 3:9: “Met die tong loof ons God en die Vader, en daarmee vloek ons die mense wat na die gelykenis van God gemaak is.”
GOD VAN DE VREDE (III)
“En de God van de vrede zal de satan spoedig onder uw voeten verpletteren. De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u. Amen.” Romeinen 16:20
De HERE de God van de vrede. De satan is het machtige schepsel die de ellende en de onrust en de tegenstand tegenover God wil. Goed door God geschapen maar toch de engel die tegen God is opgestaan. De satan of de duivel is het die mensen zoveel mogelijk tegenover elkaar laat staan. Hij stimuleert mensen om machtig en rijk te willen zijn. Ook als dat ten koste van anderen gaat. Vijandschap, honger, oorlog dat is wat de duivel graag wil. Hij wil geen vrede. Niet de echte vrede. Hij vindt het prima als mensen vrede zoeken om zich tegen Gods wil en de mensen die volgens die wil willen, zich op te stellen. Hij wil kapotmaken. Hij wil dat bepaalde mensen baden in weelde, dat bepaalde mensen zich prettig en goed voelen en anderen daardoor een leven in ellende, in slavernij, in oorlog moeten ondergaan. Als je daarover nadenkt zie je ook iets van Gods vrede. Vanuit de vrede met God door Christus, doordat Hij de straf in de plaats van de gelovigen heeft gedragen, komt er ook vrede tussen mensen. Zo wil de HERE het. Dan zoeken we vanuit Gods vrede niet ons eigen belang. Niet om zelf rijk en machtig te zijn. Dan willen we graag delen om vanuit Gods vrede het voor zoveel mogelijk mensen goed te hebben. Ik geef een voorbeeld van het niet willen leven voor eigen welvaart en laat daarna zien hoe Christus ons de weg wijst om niet voor eigen belangen in het leven te gaan. “Maar wie rijk willen worden, vallen in verzoeking en in een strik en in veel dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang. ……. Beveel de rijken in deze tegenwoordige wereld dat zij niet hoogmoedig zijn, en hun hoop niet gevestigd houden op de onzekerheid van de rijkdom, maar op de levende God, Die ons alle dingen in rijke mate verschaft om ervan te genieten; ook om goed te doen, rijk te zijn in goede werken, vrijgevig te zijn en bereid om samen te delen.” 1 Tim 6:9,17,18
“Doe niets uit eigenbelang of eigendunk, maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf. Laat eenieder niet alleen oog hebben voor wat van hemzelf is, maar laat eenieder ook oog hebben voor wat van anderen is. Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was, Die, terwijl Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden. En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood.” Fil 2:3-8
BEELD VAN GOD
“Jy mag nie doodslaan nie.” Eksodus 20:13
Alles wat ons op aarde sien is deur God geskep. Nogtans is elke skepsel nie gelyk nie. Daar is ‘n belangrike verskil tussen die mens en al die ander skepsels. ‘n Verskil wat aantoon dat die mens die hoogste skepsel is. Die HERE het die mens as die hoogste skepsel gemaak want net die mens is na God se beeld gemaak. Daarvan lees ons in Genesis 1:26,27: “En God het gesê: Laat ons mense maak na ons beeld, na ons gelykenis, en laat hulle heers oor die visse van die see en die voëls van die hemel en die vee en oor al die diere wat op die aarde kruip. En God het die mens geskape na sy beeld; na die beeld van God het Hy hom geskape; man en vrou het Hy hulle geskape.”
Ons sien ook dat die beeld van God beteken dat die mens bo die ander skepsels op aarde staan. Die mens moet oor hulle regeer. In Psalm 8 word dit ook duidelik dat die mens ‘n baie hoë posisie in God se skepping ontvang het. Daar lees ons oor die skepping en van die mens: “wat is die mens dat U aan hom dink, en die mensekind dat U hom besoek? U het hom ‘n weinig minder gemaak as ‘n goddelike wese en hom met eer en heerlikheid gekroon. U laat hom heers oor die werke van U hande; U het alles onder sy voete gestel.” (vers 5-7)
Wat beteken dit dat die mens na God se beeld geskep is? Watter besondere taak ontvang die mens daarmee? As iemand na ‘n ander se beeld en gelykenis gemaak is, beteken dit dat die Maker in die maaksel herken kan word. Die mens is God se verteenwoordiger op aarde en hy moet God se beeld op aarde toon. Dit is die mens se amp. Die HERE het die mens as sy kind gemaak. Dit kan ons ook in die Nuwe Testament lees. In Lukas 3 lees ons die geslagsregister van die Here Jesus. Aan die einde daarvan lees ons: “die seun van Adam, die seun van God.” (vers 38)
Die HERE het die mens as sy kind so gemaak dat Hy altyd en oral die verteenwoordiger van sy Skepper en sy Vader kan wees. Die HERE het die mens ook so gemaak dat hy dit kan doen en vir hom die opdrag gegee om dit te doen. Ons lees in Efesiërs 4:24 dat God die mens as sy kind so gemaak het dat hy in die goeie verhouding met God staan. Die mens is in ware geregtigheid en heiligheid geskep. Dit wil sê dat alles tussen Vader en kind goed is. Dat Vader sy kind altyd alles gee wat hy nodig het om sy beeld te kan vertoon.
GOD VAN DE VREDE (II)
“En de God van de vrede zal de satan spoedig onder uw voeten verpletteren. De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u. Amen.” Romeinen 16:20
De God van de vrede. Hij is vrede, Hij is de bron van de vrede. Alles wat geen vrede is, hoort niet bij Hem! Het is wel zo dat die echte vrede die van God komt bij ons strijd met zich meebrengt. Het zorgt er ook voor dat de HERE het kwaad, dat de duivel in Gods schepping gebracht heeft en door beïnvloeding van de mens ook op de wereld, bestrijdt. Dat vraagt om het verpletteren door God van de satan. Het woord satan betekent tegenstander. Het is de naam van de engel geworden die het initiatief genomen heeft om tegen God en Zijn vrede op te staan. Om te zorgen dat Gods vrede weer op aarde gaat heersen zonder tegenstand is die verplettering van de satan nodig. Alle invloed van de satan en zijn helpers en volgelingen, moet daarvoor uitgeschakeld worden. De HERE strijdt om die heerlijke vrede, die niet meer aangetast en aangevochten wordt, weer voor altijd op aarde te geven. De woorden van Romeinen 16:20 wijzen o.a. terug naar wat er in het paradijs is gebeurd. Dat wij als mensen kozen voor de satan en voor het kwaad. Dan is het de HERE die in Zijn genade het volgende beloofd heeft: “Omdat u dit gedaan hebt, bent u vervloekt onder al het vee en onder alle dieren van het veld! Op uw buik zult u gaan en stof zult u eten, al de dagen van uw leven. En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht; Dat zal u de kop vermorzelen, en u zult Het de hiel vermorzelen.” De HERE belooft hier Zijn Zoon als de Verlosser. Hij gaat het gevecht met de satan aan. Op de derde dag na Zijn dood, na Zijn offer voor onze zonden, staat Christus als de Overwinnaar op. Hij zal Gods vrede eens voor altijd op aarde laten overwinnen. Gods vrede komt overal en altijd, Gods vrede zal wie in geloof heeft geleefd eens in alle vezels van zijn of haar bestaan beheersen. Vanuit Gods vrede is dat dan ook zo’n heerlijke vrede met elkaar. Over 2 dagen verder.
ONTSTAAN, BESTAAN, VOORTBESTAAN
“Jy mag nie doodslaan nie.” Eksodus 20:13
Alles het deur God ontstaan. Sonder God sou geen mens kan asemhaal nie. Elke mens het sy lewe aan God te danke, is selfs vir elke asemteug van God afhanklik. Want wie gee vir hom die lewensasem? God. Die HERE vertel dit vir ons by die skepping van die mens. Want wat gebeur dan? Uit stof maak die HERE die eerste mens. Uit lewelose stof. Die HERE maak ‘n pop. ‘n Pop is iets wat soos ‘n mens lyk maar nie leef nie. As die HERE die mens uit stof gevorm het lees ons: “en die HERE God het in die mens se neus die asem van die lewe geblaas. So het dan die mens ‘n lewende siel geword.” (Gen 2:7)
Dit is baie duidelik dat die mens sy eie ontstaan nie aan homself te danke het nie. Dat hy nie stadig maar seker homself by die omstandighede aangepas het, dat hy tot ‘n mens geëvolueer het, homself tot ‘n mens ontwikkel het nie. Die mens is ‘n maaksel. Hy is vir sy ontstaan, sy bestaan en sy voortbestaan van God afhanklik. Ons lees van die afhanklikheid van elke skepsel in Psalm 104: “Hulle almal wag op U, dat U hulle voedsel kan gee op die regte tyd. U gee dit aan hulle, hulle tel dit op; U maak U hand oop, hulle word versadig met die goeie. U verberg U aangesig, hulle word verskrik; U neem hulle asem weg, hulle sterwe en keer terug tot hul stof. U stuur U Gees uit, hulle word geskape; en U maak die gelaat van die aarde nuut.” (vers 27-30)
Uit dit alles is meer as duidelik dat die Skepper, dat die HERE bo sy skepsels, ook bo sy hoogste skepsel, die mens staan. Die mens is as skepsel volledig van God afhanklik. Hy kan nie vir homself sorg en oor sy eie lewe beskik nie. Tog is daarmee nog nie alles gesê nie. Die HERE sou die mens na die skepping die reg kon gegee het om self oor sy eie lewe te besluit. Om te sien of dit so is moet ons let op wat dit beteken dat God die mens na sy beeld geskep het.
GOD VAN DE VREDE
“En de God van de vrede zal de satan spoedig onder uw voeten verpletteren. De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u. Amen” Romeinen 16:20
We hebben het over geldingsdrang gehad. Jezelf of je eigen groep laten gelden en dat loopt zo vaak uit op ruzie. Op twist. Dat maakt zoveel stuk! Juist een christen, juist de kerk zouden voorbeelden moeten zijn van plaatsen waar die geldingsdrang en de ruzies die daaruit voortkomen niet of heel weinig voorkomen. Toch is de praktijk vaak zo anders.
Waarom is dat zo erg? Omdat het leven van een kind van God, omdat het leven in de kerk het beeld van God heeft te vertonen. Voor Gods ogen, naar elkaar toe, midden in de wereld. De HERE is de God van de vrede. Dan is er juist strijd tegen de zonden in je eigen leven, dan is er strijd tegen het verkeerde om elkaar te stimuleren om als beeld van God te leven. Dan is er strijd tegen dwaling maar geen geruzie om je eigen invloed en je eigen positie en gedachten. Dan zoeken we samen om juist te laten zien hoe goed het leven vanuit Christus’ werk is.
Dan hoor ik meerdere keren een heel “vrome” redenering. Rob je moet wel verschil maken tussen door Christus rechtvaardig en een heilig leven. Iemand die bij Christus vergeving zoekt, kan nog heel onaangenaam leven voor anderen. Je moet bedenken Rob dat hoe we met elkaar omgaan niet zo belangrijk is als dat we bij Christus ons leven zoeken.
Mijn antwoord is dat dit echt onzin en dwaalleer is. Dan ben je weer bezig om jezelf te handhaven. Dan wil je je vanuit Christus’ werk niet bekeren. We schieten altijd tekort. We schieten altijd tekort in een heilig leven voor de HERE. Maar wie zich niet wil bekeren, wie zijn of haar leven niet wil veranderen en daarvoor dit soort smoesjes gebruikt kent de God van de vrede niet. Die heerlijke vrede waarover de komende tijd nog wat dingen hoop te schrijven.
ALLES DEUR GOD GEMAAK
“Jy mag nie doodslaan nie.” Eksodus 20:13
Die sesde gebod is juis in ons tyd baie aktueel. Sake soos aborsie, genadedood en selfmoord, wat deesdae baie op die voorgrond tree, het betrekking op hierdie gebod. Ek gaan dit nou nie uitgebreid behandel nie. Ek probeer die grondlyne te gee om goed te kan beoordeel. As ‘n mens geroep word om hierdie sake te beoordeel, is die fundamentele vraag wie die mens eintlik is en of hy oor sy eie lewe of die lewe van ‘n ander mag beskik.
Vir hierdie onderwerp is die eerste hoofstukke van die Bybel van groot belang. Daar lees ons hoe die HERE hemel en aarde gemaak het en hoe Hy elke skepsel 'n‘eie plek in sy skepping gegee het. Ons lees in hierdie hoofstukke ook met watter doel die HERE sy skepping gemaak het. In die vervolg van God se Woord lees ons baie dinge wat daarby aansluit. Dit mag ons nie verbaas nie, want die HERE spreek in die hele Bybel. Hy sal nooit verander nie. Hy werk altyd volgens die plan wat Hy vir Homself gestel het.
Die mens is saam met die aarde en alles wat daarop aan getref word, skepsel. Sonder God se inisiatief sou die mens nooit bestaan het nie en kan die mens nie leef nie.
Die hele skepping het dit aan die HERE te danke dat hy bestaan. Alles het deur God se stem, deur sy opdrag ontstaan. In Genesis 1 lees ons steeds weer: “En God het gesê”. Wat God sê ontstaan ook dadelik. Ons lees dit ook baie duidelik in Psalm 33: “Deur die Woord van die HERE is die hemele gemaak en deur die gees van sy mond hulle hele leër …. Laat die hele aarde vir die HERE vrees; laat al die bewoners van die wêreld vir Hom gedug wees; want Hy het gespreek, en dit was; Hy het gebied en dit staan.” (vers 6,8,9)
Hierby het die Seun van God as die Woord ook ‘n belangrike plek ingeneem. In Johannes 1, wat so duidelik aan Genesis 1 herinner, lees ons:" Alle dinge het deur die Woord ontstaan, en sonder Hom het nie een ding ontstaan wat ontstaan het nie.” (Joh 1:3)
Alles het deur God ontstaan. Sonder God sou geen mens kan asemhaal nie. Elke mens het sy lewe aan God te danke, is selfs vir elke asemteug van God afhanklik.
KERKPOLITIEK
"Die ieder vergelden zal naar zijn werken, namelijk hun die met volharding het goede doen en heerlijkheid, eer en onvergankelijkheid zoeken: het eeuwige leven. Hun echter die twistziek zijn en ongehoorzaam aan de waarheid, maar gehoorzaam aan de ongerechtigheid, zal gramschap n toorn vergolden worden." Romeinen 2:6-8
We hebben het over geldingsdrang die tot rivaliteit en tot ruzies en spanningen leidt, gehad. Dat is iets heel anders dan de vrede die de HERE geeft. De vrede die de HERE door Zijn Geest juist in Zijn kerk wil zien. Christus is het die vrede met God voor de zondaar die tot Hem vlucht, verdiend heeft. De Geest wil in ons werken zodat we vredemakers zijn. Hij wil dat de gemeente van Christus van die vrede leeft en dit ook uitleeft.
Dat betekent dat juist in de gemeente en in het kerkverband kerkpolitiek taboe hoort te zijn. Eens kijken hoe ik of wij onze invloed het beste kunnen uitoefenen om voor elkaar te krijgen wat wij willen, moet uit onze hoofden en harten! Het gaat nooit om ons en onze positie en onze invloed in de kerk. Dat mag niet zo zijn. Het is niet mijn of onze kerk. Het is Christus’ kerk. De echte vrede is er als we vanuit Gods Woord leven en elkaar geen dingen opleggen die onze ideeën zijn en waarvan we niet kunnen zeggen zo wil de HERE het volgens Zijn Woord.
Laat ik ook de hand in eigen boezem steken. De boezem van dominees. Wat is het belangrijk dat we in de positie waarin wij staan niet voor onszelf gaan. Dat we de kerk niet zo willen maken zoals wij graag willen. Dat we niet een eigen positie willen krijgen waarin wij onze invloed kunnen uitoefenen. Dat wij niet uit zijn op een bepaalde taak die we graag doen terwijl de HERE ons andere dingen te doen geeft. De HERE roept ons om dienaar te zijn. Dienaar van het Woord. Dan ga ik niet voor eigen positie. Ook als ik een besluit moet nemen en mij iets wordt aangeboden wat ik heel graag wil, moet ik me nog afvragen of ik bij het aannemen ervan niet in de eerste plaats aan mijzelf denk. Dan kan het zeer doen als ik het niet doe maar dienaar van Christus zijn is mijn taak. Hij wijst mij mijn plek. Mijn bescheiden plek. Dan leer ik vrede te hebben met wat Christus geeft. Ik moet minder worden en Hij al hoe meer. Dan is er vrede. Dan leer ik mijzelf laten gelden bij Christus af.
OPVOEDING (II)
“Eer jou vader en jou moeder, dat jou dae verleng mag word in die land wat die HERE jou God aan jou gee.” Eksodus 20:12
Die regte tug kom uit liefde voort.
Die boek Spreuke wys dit vir ons in die volgende spreuke:
- “Wie sy roede terughou, haat sy seun; maar hy wat hom liefhet, besoek hom met tugtiging.” (13:24)
Dit is ook die manier waarop die volmaakte Vader met sy volk, met sy kinders omgaan. Baie belangrik is dit wat ons in Hebreërs 12:5-11 lees:
“En julle het die vermaning heeltemal vergeet wat tot julle as seuns spreek: My seun, ag die tugtiging van die Here nie gering nie en beswyk nie as jy deur Hom bestraf word nie; want die Here tugtig hom wat Hy liefhet, en Hy kasty elke seun wat Hy aanneem. As julle die tugtiging verdra, behandel God julle as seuns; want watter seun is daar wat die vader nie tugtig nie? Maar as julle sonder tugtiging is, wat almal deelagtig geword het, dan is julle onegte kinders en nie seuns nie. Verder, ons het ons vaders na die vlees as kastyders gehad; en ons het vir hulle ontsag gehad; moet ons nie veel meer aan die Vader van die geeste onderworpe wees en lewe nie? Want hulle het ons wel ‘n kort tydjie na hulle beste wete getugtig; maar Hy tot ons beswil, sodat ons sy heiligheid deelagtig kan word. Nou lyk elke tugtiging of dit op die oomblik nie ‘n saak van blydskap is nie, maar van droefheid; later lewer dit egter ‘n vredevolle vrug van geregtigheid vir die wat daardeur geoefen is.”
Ouers moet ook in hierdie opsig God se beeld vir hulle kinders toon.
- “Tugtig jou seun, want daar is hoop; maar laat dit nie in jou opkom om hom dood te maak nie.” (19:18) Die HERE maak hier duidelik dat ‘n pak slae uit woede verkeerd is. As ouers straf moet hulle vanuit liefde vir hulle kind weet wat hulle doen en hoekom hulle dit doen.
Ons het almal nodig om gekorrigeer te word om die regte pad te leer stap. Vanweë die sonde het ons ook van tyd tot tyd nodig dat ons voel dat ons op die verkeerde pad gaan.
RIVALITEIT
"Die ieder vergelden zal naar zijn werken, namelijk hun die met volharding het goede doen en heerlijkheid, eer en onvergankelijkheid zoeken: et eeuwige leven. Hun echter die twistziek zijn en ongehoorzaam aan de waarheid, maar gehoorzaam aan de ongerechtigheid, zal gramschap n toorn vergolden worden." Romeinen 2:6-8
Ik kom weer terug op de geldingsdrang waar we het en paar dagen terug over hadden. Hier vertaald met twistziek. Geldingsdrang leidt o.a. tot rivalitiet. Tot jaloers zijn. Anderen staan jou in de weg. Jij wilt die invloed, die macht, die positie. Mensen worden elkaars rivalen. Wat komt daar vaak een ellende uit voort. Mensen hebben hun idolen en als een rivaal iets overkomt wordt er zelfs gejuicht. Het zorgt er ook voor dat mensen al makkelijker denken dat het doel de middelen heiligt. Ook als die middelen vals en verkeerd zijn. Denk maar eens an wat er bijvoorbeeld bij verkiezingen gebeurt. Er wordt met modder gegooid. Uitspraken van mensen worden uit hun verband gehaald en daarmee wordt de ander verdacht gemaakt. In de politieke arena in ons land wordt dat ook al meer gewoon. Mensen willen invloed. Moet je dan maar zeggen dat is de politiek en daar gaat het nu eenmaal zo? Nee, en nog eens nee. Een christen heeft een Heer en dat is Jezus Christus. We hebben altijd en overal ons als christen te gedragen. Ook als dat ons onze positie of ons invloed kost.
Wij hoeven ons niet te handhaven! Het is Christus die alle macht in hemel en op aarde heeft. We kunnen ons in alle rust aan Hem toevertrouwen. Hij zorgt voor hen die niet uit geldingsdrang leven, die niet denken dat ze zelf voor eigen positie en invloed moeten zorgen. Hij zorgt voor hen die het goede doen. In liefde voor God. Hij zorgt voor wie in alle eenvoud vanuit Gods liefde er voor de naaste wil zijn. Dan denderen anderen misschien over je heen maar dan mag je weten dat je door Christus een geliefd kind van God bent. Dan maar geen macht, geen invloed, niet die positie. Het belangrijkste is dat ls de HERE naar me kijkt het goed met Hem is!
OPVOEDING (I)
Eer jou vader en jou moeder, dat jou dae verleng mag word in die land wat die HERE jou God aan jou gee.” Eksodus 20:12
Ons het hierdie hoofstuk met Efesiërs 6:1-3 begin. Paulus spreek hier nie net die kinders aan nie maar ook die ouers: “En vaders, moenie julle kinders vertoorn nie, maar voed hulle op in die tug en vermaning van die Here.” (vs 4)
Ouers het die taak om hulle kinders op te voed. Wat beteken opvoeding? Is dit dat ouers sorg dat hul kinders kos, klere en 'n goeie skool opleiding kry en daarmee is hulle taak klaar? Is dit reg as ouers hul kinders vry laat om self oor dinge te besluit en net daar is om raad te gee? Is die sogenaamde vrye opvoeding reg?
‘n Vrye opvoeding stry met die laaste deel van Efesiërs 6:4: “maar voed hulle op in die tug en die vermaning van die Here.” Die opvoeding moet steeds weer op die navolg en liefhê van Jesus Christus afgestem wees. Hy moet in die gesin duidelik die belangrikste en mees gesaghebbende Persoon wees. As ouers Christus wil volg, laat hulle hul kinders nie in alle dinge vry nie. Dan wys hulle die regte pad aan. Dan is straf ook van tyd tot tyd nodig om ‘n kind te leer om sy harde kop te buig.
Dan is ‘n pak kry daarby geen taboe nie. Die doel van pak kry is dan nie dat die ouer uit woede nie, maar uit liefde die goeie vir sy kind wil leer. Die regte tug kom uit liefde voort. Dan gaan dit nie om slaan en verneder nie. Dan gaan dit daarom dat somtyds nodig is dat ‘n mens voel dat wat hy of sy doen nie reg is nie. Dat ons na die straf ook laat voel dat jy vol liefde vir die kind gehandel het en ook regtig van hom of haar hou. Wanneer ons uit bitterheid handel is dit nie reg nie. Wanneer ons die ander regtig graag seer wil maak is dit sonde. Nogtans het ons almal somtyds nodig om letterlik ‘n korrigerende tik or jou vingers te kry.
HOE GROOT BENT U!
“HEERE, U doorgrondt en kent mij. U kent mijn zitten en mijn opstaan, U begrijpt van verre mijn gedachten. U onderzoekt mijn gaan en mijn liggen, U bent met al mijn wegen vertrouwd.” Psalm 139:1-3
Er zijn van die momenten dat bepaalde dingen sterk bij je binnen komen. Momenten waarop je dan ook weer iets anders heel sterk ziet. Ik denk nu aan al de problemen, moeiten en verdriet op de wereld. Op wat wij elkaar allemaal aandoen. Hoe mensen moeten zuchten onder wat anderen je aandoen. Hoe we vol zorg naar de toekomst kijken omdat allerlei maatregelen onze toekomst lijken aan te tasten. Dan denk je aan al die gevolgen van de zondeval. Als je daar heel bewust naar kijkt en het bij jezelf laat binnen komen dan weet je het even niet meer. Juist bij dit gevoel besefte ik hoe groot en geweldig de HERE is. Zonder Hem moet je zo’n gevoel wegdrukken om verder te kunnen. Als je dat niet kunt, word je depressief of krijg je andere psychische klachten.
Wat is het dan goed om op de HERE te letten. Hij is het die het leven van ieder mens doorziet en kent. Hij is het die in het leven van ieder mens die bij Hem komt en eigen verkeerde dingen belijdt, werkt. Hij is het die laat zien dat er door Christus toekomst voor je is. Als je dan eens bedenkt dat de HERE het hart van ieder kent! Iedereen op deze wereld, iedereen in de geschiedenis. Hij kent de gevoelens, de plannen, het leven van iedereen van binnen en van buiten. Niemand kan voor Hem maar iets verborgen houden! Hij is het die door alles heen hoop en toekomst geeft. Voor wie het bij Christus zoekt. Niet alleen vergeving hoe onmisbaar ook! Christus leidt de geschiedenis. Hij zorgt dat de wereld komt waar er geen enkele zorg, geen enkele zonde, geen enkele slechte gedachte of daad zal zijn. Dat kunnen al die mensen met verkeerde verlangens, slecht plannen en vijandbeelden niet tegenhouden. Zo vind ik weer rust in de HERE. In Christus mijn Verlosser die vanuit de hemel regeert. Gelukkig kent Hij iedereen van binnen en van buiten. Hij komt nooit voor een verrassing te staan. Daarom is het zo zeker dat die verloste wereld er komt en dan nooit meer zal verdwijnen.
VERANDERENDE GEHOORSAAMHEID
“Eer jou vader en jou moeder, dat jou dae verleng mag word in die land wat die HERE jou God aan jou gee.” Eksodus 20:12
'n Belangrike rede waarom die eer en gehoorsaamheid vir vader en moeder verander wil ek nou noem. Die manier waarop vader en moeder geëer moet word verander soos die kind grootword. As kinders volwasse geword het, is dit nie meer so dat hulle hul ouers soos vroeër moet gehoorsaam nie. Hulle het dan hul eie verantwoordelikheid gekry. Nogtans bly dit so dat om jou ouers te eer, beteken dat jy met eerbied en respek na hul raad sal luister. Eerbied vir ouers is ‘n lewenslange plig. Ook as ouers oud geword het, het kinders ‘n taak teenoor hulle. Ons mag ons ouers dan nie aan hulle lot oorlaat nie. ‘n Duidelike voorbeeld daarvan vind ons in 1 Tim 5:4: “Maar as ‘n weduwee kinders of kleinkinders het, laat hulle eers leer om teenoor hulle eie huis eerbied te betoon en vergelding te doen aan hulle ouers; want dit is goed en aangenaam voor God.”Die hulle van hierdie teks verwys na die kinders en kleinkinders. Die kinders en selfs die kleinkinders word geroep om , sou dit nodig wees, hulle ouers te versorg, te dien, te help en as dit nodig is ook finansieel te ondersteun. Ook dit behoort by die eer van ouers. Ons sien hier hoe goed die HERE se gebod is. Sy gebooie is vol van sorg en liefde. Sy gebooie sorg daarvoor dat mense wat oud en swak geword het liefdevol versorg word. Ook as ons aan die ander dinge terugdink wat ons tot nou toe van hierdie gebod gelees het sien ons hoe die HERE deur sy gebod bevry en rus gee. As ouers goeie leiding gee, beteken gehoorsaamheid dat hul kinders op God se pad van verlossing gelei word. Dan is dit vir kinders nie nodig om bang vir hul ouers te wees nie. As ouers en kinders saam volgens die HERE se wil wil lewe is dit vir ouers en kinders nie nodig om bang vir die toekoms te wees nie. Dan wil ouers en kinders vanuit liefde vir Christus vir mekaar sorg.
EENHEID EN EENVORMIGHEID
“Samen bent u namelijk het lichaam van Christus, en ieder afzonderlijk Zijn leden.”1 Korinthe 12:27
Eenheid en eenvormigheid. Is dat hetzelfde? Soms kom je mensen tegen die menen dat iedereen en iedere gemeente precies hetzelfde moet zijn om werkelijk in eenheid te leven. Dat is een groot misverstand. Dat doet ook tekort aan de veelkleurige wijsheid van God (zie Efeze 3:10) waarmee de Here God mensen ook verschillende gaven gegeven heeft. De tekst hierboven komt uit 1 Korinthe 12. Het gaat daar om de verschillende gaven die de Here Christus in Zijn kerk geeft. Het gaat om mensen die allemaal hun eigen steentje in de bouw van de gemeente geven. De een is daarbij niet meer of minder dan de ander. We hebben elkaar nodig. Iedereen hoeft niet hetzelfde te zijn. Dan ontkennen we de verschillende gaven die de HERE aan mensen gegeven heeft. In de kerk en onder kerken is er eenheid in verscheidenheid. Daarbij moeten we niet tegenover elkaar staan maar juist de grote rijkdom die de HERE in die verscheidenheid geeft, erkennen. Om juist zo al meer als lichaam van Christus te schitteren. Om zo een te zijn.
Toch begrijp ik wel de angst voor verscheidenheid. Voor meerderen is dan de vraag waar is de eenheid? Kan dan iedereen maar doen wat hij of zij wil. Kan elke gemeente dan maar doen wat zij wil? Nee, want onze eenheid ligt in Christus! Niet maar als een naam die genoemd wordt. In Hem als onze Heer! Dus mens zijn, kerk zijn in diepe liefde en gehoorzaamheid aan Zijn Woord. Dan kunnen vormen verschillen maar dan is de inhoud volgens dat ene Woord van Christus. Waar vormen en wat geleerd wordt strijdt met Gods Woord hebben we te maken met dwaling. Dat tast de echte eenheid aan. Dit leert ons om ons te binden aan het Woord van god en niet aan eigen vormen of ideeën. Dat is ook wat we in onze eigen belijdenis belijden. O.a. in art 29 en 32 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Ons helemaal binden aan Gods Woord! Elkaar dienen met de verscheidenheid die de HERE geeft. Samen zo kerk zijn doet recht aan wat de HERE ons in Zijn Goddelijke wijsheid geeft. Eenheid in verscheidenheid waardoor we zo veel mogelijk de schittering van Gods grootheid in de wereld uitstralen. Waardoor verscheidenheid geen splijtzwam wordt maar ons in eenheid met Christus en Zijn Woord echt kerk van Hem laat zijn in vrede. Zijn vrede.
VERSKULDIGDE GEHOORSAAMHEID
“Eer jou vader en jou moeder, dat jou dae verleng mag word in die land wat die HERE jou God aan jou gee.” Eksodus 20:12
Die antwoord op hierdie vraag sou ja gewees het as ons in ‘n wêreld sonder sonde geleef het. Dit is jammerlik genoeg nie so nie. Daar is situasies waarin gehoorsaamheid aan ouers selfs sondig sou wees. Die kategismus gebruik by die uitleg van die vyfde gebod hierdie formulering: “Aan hulle goeie leer en tug moet ek my met die verskuldigde gehoorsaamheid onderwerp.” (Vr en antw 104)
Let op die woord verskuldigde. Dit is die gehoorsaamheid soos die HERE dit in sy Woord aanwys. Gehoorsaamheid aan ouers moet altyd weer daaraan getoets word. Aan hierdie gehoorsaamheid is ook ‘n grens.
Die grens is as ouers hulle kinders dinge leer of van hulle verwag wat teen God se wil ingaan. Dit beteken ook dat ouers niks van hulle kinders mag vra wat ander mense benadeel en wat die lewe van hulle kinders verwoes nie. Kinders mag ander mense in opdrag van hulle ouers nie bedrieg nie. ‘n Vader en moeder het ook nie die reg om van hulle kinders te vra dat hulle hul liggame vir hulle seksuele luste beskikbaar stel nie. ‘n Kind mag nie na vader en moeder luister as hulle hom verbied om na die HERE te luister, om na Christus se kerk te gaan nie. Die gehoorsaamheid aan die HERE en Sy wil is altyd belangriker as gehoorsaamheid aan mense. Dit geld vir alle verhoudings waarin ons met enige gesagsdraer staan.
Hier is dit belangrik wat Petrus tot twee keer toe namens die apostels vir die Joodse Raad sê as hierdie Raad hulle verbied om Jesus as die Christus te verkondig. Ons lees in Hand 4:19,20 en 5:29 die volgende:
“Toen antwoord Petrus en Johannes en sê vir hulle: Of dit reg is voor God om julle meer gehoorsaam te wees as God, moet julle self beslis; want vir ons is dit onmoontlik om nie te spreek oor wat ons gesien en gehoor het nie.”
“En Petrus en die apostels antwoord: Ons moet aan God meer gehoorsaam wees as aan die mense.”
VERBITTER JE KINDEREN NIET
“En vaders, wek geen toorn bij uw kinderen op, maar voed hen op in de onderwijzing en de terechtwijzing van de Heere.” Efeze 6:4
Van de Nederlandse kant van de lezers kwamen er vragen over de eerste meditatie over het vijfde gebod. Daarom schrijf ik daarover dit keer in het Nederlands. Ik had geschreven over de gehoorzaamheid die de HERE in het vijfde gebod van ons vraagt. In de eerste plaats aan de ouders. Ik zal dat in volgende meditaties weer doen. De vragen gingen er om dat het toch niet alleen om gehoorzaamheid gaat maar ook om de verantwoordelijkheid van de ouders naar hun kinderen toe. De verantwoordelijkheid om ook echt met liefde en aandacht er voor alle kinderen in het gezin te zijn. Dat we uitleggen waarom we willen dat ze bepaalde dingen doen en andere laten.
Dat is ook zo! Dat lees je heel duidelijk in de tekst hierboven. Het gaat er om dat we onze kinderen niet onnodig kwaad maken en dwarszitten. In de vertaling van 1951 staat dat we onze kinderen niet verbitteren. Ouders zijn geroepen om op te voeden. Dat betekent ook dat je kinderen in hun jonge jaren duidelijk maakt wat niet goed is en dat je daarom bepaalde dingen verbiedt. Wel steeds weer met daarbij waarom je dat doet. Dat je jouw kinderen voelbaar en hoorbaar in liefde de weg wijst. Natuurlijk kunnen kinderen onterecht verbitterd raken. Ook zij zijn zondaren.
Toch is het nodig dat de liefde voor onze kinderen er steeds weer duidelijk is. Dat we niet zo opvoeden dat wij de baas zijn en zij moeten hun mond houden en daarmee uit. Ook in een gezin zijn we door de HERE aan elkaar gegeven en is het nodig om echt naar elkaar te luisteren. Dan kunnen kinderen ook mij als ouder op iets wijzen waarin ik niet gelijk heb en het verkeerd doe. Dan kan ik tegenover hen iets gedaan of gezegd hebben wat niet goed is. Ook ik ben als ouder een zondaar. Dan is het nodig om mijn kinderen om vergeving te vragen. Dat is geen nederlaag, dat is geen gezichtsverlies. Dat is het goede voorbeeld geven voor later. Dat is echte liefde. Dat is de overwinning op mijzelf door de liefde en gehoorzaamheid aan de Here
PARTIJVORMING
“Hun echter die twistziek zijn en ongehoorzaam aan de waarheid, maar gehoorzaam aan de ongerechtigheid, zal gramschap en toorn vergolden worden.” Romeinen 2:8
Twist, ruzie, geldingsdrang. Het zijn dingen die vaak tot partijvorming leiden. Tot in de kerk toe. Het kan er zelfs toe leiden dat mensen die zelf niet door geldingsdrang beheerst worden daarvoor gebruikt worden. We zien dat bijvoorbeeld in de gemeente van Korinthe. Ik hoop daarover zondag ook te preken. We lezen dat er in die gemeente groepen, klieks zijn die zich op bepaalde voorgangers beroepen. We lezen daarover in 1 Kor 1 o.a. het volgende: “Want mij is over u bekendgemaakt, mijn broeders, door de huisgenoten van Chloë, dat er ruzies onder u zijn. Ik bedoel dit, dat ieder van u zegt: Ik ben van Paulus, ík van Apollos, ík van Kefas, en ík van Christus.” Vs 11,12
Paulus heeft aan het begin van de gemeente in Korinthe gestaan. Hij heeft er anderhalf jaar aan een stuk gewerkt. Daarna kwam Apollos. Hij was een vurig man die heel goed thuis was in de Schriften. Petrus was ook bekend en een heel belangrijk persoon in de kerk van toen. Dan is er Christus om wie alles draait. Hij die gekomen is niet om te heersen maar te dienen. Markus 10:45. Hij is de Zondeloze.
Toch zijn er mensen daar in de kerk die hun eigen kliek hebben waarbij ze zich o.a. op deze personen beroepen voor hun eigen meningen. Die meningen moeten zegevieren. Daarvoor wordt zelfs de naam van Christus misbruikt. Het is in een woord verschrikkelijk. Wij hebben er in de geschiedenis ook op dit punt zo vaak een puinhoop van gemaakt. In de kerk ruzies waarbij het niet gaat om het echte evangelie. Waarbij mensen zich op bekende personen beroepen om eigen standpunt voor te schrijven. Waarbij het niet om vasthouden aan het echte evangelie gaat maar om eigen gewoonten en meningen. We hebben dan onze eigen iconen. In het verleden bijvoorbeeld Calvijn, Schilder en Kamphuis. Nu misschien voorgangers die ons meer aanspreken. Mensen zijn bereid om daarvoor, voor eigen ideeën een wig te drijven in de gemeente van Christus. Dat is geldingsdrang onder de naam van een ander!
De gemeente waarin dit gebeurt daarvan zegt Paulus later in de eerste brief aan de Korinthe: “Als er immers onder u afgunst is en ruzie en tweedracht, bent u dan niet vleselijk en wandelt u dan niet naar de mens? Want als iemand zegt: Ik ben van Paulus, en een ander: Ik van Apollos, bent u dan niet vleselijk?” 1 Kor 3:3,4 Wat is het belangrijk om geen partij te vormen maar echt Christus in liefde te volgen en elkaar vanuit Hem liefde te geven. Dat geneest!
RUSDAG AFGESKAF?
Ses dae moet jy arbei en al jou werk doen; maar die sewende dag is die sabbat van die Here jou God; dan mag jy géén werk doen nie — jy of jou seun of jou dogter, of jou dienskneg of jou diensmaagd, of jou vee of jou vreemdeling wat in jou poorte is nie. Want in ses dae het die Here die hemel en die aarde gemaak, die see en alles wat daarin is, en op die sewende dag het Hy gerus. Daarom het die Here die sabbatdag geseën en dit geheilig.” Eksodus 20:8-11
Nog een keer iets oor die vyfde gebod. ’n Belangrike vraag hierby is of Christus die rusdag nie afgeskaf het nie. ’n Mens hoor dat die sabbat iets van die Ou Testament was en dit eintlik glad nie lekker was nie. Jy mog op daardie dag niks doen nie, word dan gesê.
Iemand wat so praat het ’n heeltemal verkeerde beeld van die rusdag soos die HERE die vir Sy volk in die Ou Testament gegee het. Die rusdag het die HERE elke week gegee as ’n feesdag! ’n Voorbeeld daarvan is hoe de HERE self oor die weeklikse rusdag in Jesaja 58 praat: “As jy jou voet terughou van die sabbat — om nie jou sake op my heilige dag te doen nie, en as jy die sabbat 'n verlustiging noem en die heilige dag van die Here hooghou; en as jy dit eer deur nie jou gewone gang te gaan nie, nie geleentheid vir jou sake soek of ydele taal spreek nie; dan sal jy jou verlustig in die Here, en Ek sal jou laat ry oor die hoogtes van die aarde en jou laat geniet die erfdeel van jou vader Jakob; want die mond van die Here het dit gespreek.” vs 13,14
As die Here Jesus op aarde is, val Hy die Fariseërs en Skrifgeleerdes aan op die gebooie wat hulle self gemaak het. Hy is nie krities op die HERE se gebod om op die sabbat te rus nie! Ons lees dit o.a. in Matt 12:1-21; Mark 2:23-3;6; Lukas 6;1-11; 13:10-17; 14:1-6; Joh 5:1-18; 9:1-14. Ook in Kol 2;16,17 gaan dit nie oor die gebod om een dag in die week te rus en dan intensief met die HERE en Sy Woord besig te wees nie. Paulus wys daar dat ons mekaar in die kerk nie aan menslike gebooie mag bind nie. Hy tas daar op geen enkele manier die morele gebod wat die HERE in die vierde gebod vir ons gegee het aan nie.
Christus se kerk het oor die eeue heen ’n beproefde opsomming gemaak van die dinge wat op die rusdag gedoen mag en moet word: die werke van godsdiens, van noodsaaklikheid en van barmhartigheid. Wie so die Sondag vier, vier werklik fees tot eer van God en besorg ook sy naaste op daardie dag vreugde.
GELDINGSDRANG (IV)
“Hun echter die twistziek zijn en ongehoorzaam aan de waarheid, maar gehoorzaam aan de ongerechtigheid, zal gramschap en toorn vergolden worden.” Romeinen 2:8
Van jezelf vervuld zijn. Het altijd beter weten dan een ander. Je boven anderen verheven voelen omdat jij meer kennis hebt volgens jezelf. Omdat jij nou eenmaal gereformeerder bent dan die ander. Je laat je daarom gelden. Daarom ga je het gevecht aan en zorg je voor ruzie, voor twist. Mensen moeten naar jou luisteren. Jij weet het. Paulus krijgt met een gemeente te maken die zo voelt en reageert. Zij zijn echt beter dan andere gemeenten menen ze. De anderen moeten zich bij hen aanpassen want zij zien het toch het beste. Dat is de gemeente van Corinthe die door Paulus hierop heel duidelijk wordt aangesproken. Het is ook de gemeente waarin het ruziën heel duidelijk naar voren komt. Zie 1 Korinthe 1-3. Paulus noemt mensen daar opgeblazen, zij zijn mensen van gewicht volgens zichzelf. We komen dat tot 3 keer woordelijk tegen in de eerste brief die Paulus aan deze gemeente schrijft:1 Korinthe 5:2: “En u doet zich zo gewichtig voor. Kunt u niet beter treuren, om dan hem die deze daad begaan heeft, uit uw midden weg te doen?”1 Kointhe 8:1b-3: ” De kennis maakt opgeblazen, maar de liefde bouwt op. En als iemand denkt iets te weten, dan heeft hij nog niets leren kennen zoals men behoort te kennen. Maar als iemand God liefheeft, is hij door Hem gekend.” 1 Korinthe 13:4: “De liefde is geduldig, zij is vriendelijk, de liefde is niet jaloers, de liefde pronkt niet,zij doet niet gewichtig”. Wat is het medicijn voor mensen en gemeenten die zichzelf zoveel gewicht toe kennen? Die zich gedragen iemand die klein is maar dat niet wil zien. Iemand die in zichzelf zwelgt en zichzelf opblaast om indruk te maken.Dat is de liefde van God! Dat is God liefhebben en jezelf klein weten en je verwonderen dat Christus zelfs voor jou heeft willen sterven. Dan gaat je houding veranderen zoals de Geest door Paulus daarover spreekt in 1 Korinthe 9:27: “Maar ik oefen mijn lichaam op harde wijze en maak het dienstbaar, opdat ik niet misschien, na anderen gepredikt te hebben, zelf verwerpelijk word.”Gods liefde en genade prikt de opgeblazen ballon stuk. Wie die niet laat stukprikken is voor God verwerpelijk. Het gaat erom dat we leren dienen in liefde. Altijd weer.
VADER MOEDER - KIND
“Eer jou vader en jou moeder, dat jou dae verleng mag word in die land wat die HERE jou God aan jou gee.” Eksodus 20:12
Paulus skryf in Efesiërs 6:1-3: “Kinders, julle moet jul ouers gehoorsaam wees in die Here, want dit is reg. Eer jou vader en jou moeder – dit is die eerste gebod met ‘n belofte – sodat dit met jou goed mag gaan en jy lank mag lewe op aarde.”
Die HERE gee aparte aandag aan kinders en jongmense. Hy is nie net die God van die vaders en moeders nie. Nie net die God van grootmense nie. Jongmense is in die HERE se oë net so belangrik. Hy wys ook vir jongmense die pad wat goed vir hulle is, ook as dit oor die verhoudings met hul ouers gaan. Dit is ‘n voorreg dat die HERE so aandag aan die jeug gee.
Wat beteken dit as die HERE vir kinders sê dat hulle hul ouers moet eer. Wat beteken dit dat jy aan jou ouers gehoorsaam moet wees? Die HERE het hulle die gesag gegee om hulle kinders op te voed. Kinders mag nie sê dat hulle niks met hulle ouers te doen wil hê nie. Wie dit sê, sê eintlik dat hy niks met die HERE te doen wil hê nie.
Na wie moet ‘n kind die meeste luister? Na pa of na ma? Hoe opvallend is dit dat sowel die vader as die moeder in die vyfde gebod genoem word. By die volke rondom Israel het die vader baie meer gesag teenoor die kinders gehad as die moeder. Die posisie van die moeder was maar moeilik. Hoe anders moet dit onder God se volk wees. Die moeder het nie minder gesag teenoor die kinders as die vader nie. Die gehoorsaamheid en die eer van beide vader en moeder word in die Bybel steeds weer beklemtoon. Ons lees dit gedurig in die boek Spreuke. Ek wys op enkele voorbeelde:
- “My seun, luister na die tug van jou vader, en verwerp die onderwysing van jou moeder nie”. (1:8)
- “’n Wyse seun verbly sy vader, maar ‘n dwase mens verag sy moeder.” (15:20)
- “Wie sy vader of sy moeder vloek, sy lamp gaan in pikdonker dood.” (20:20)
- “Luister na jou vader wat jou verwek het, en verag jou moeder nie as sy oud geword het nie.” (23:22)
- “’n Oog wat met die vader spot en die gehoorsaamheid vir die moeder verag – die kraaie van die dal sal dit uitpik, en die kuikens van die arend sal dit opeet.” (30:17)
GELDINGSDRANG (III)
“Hun echter die twistziek zijn en ongehoorzaam aan de waarheid, maar gehoorzaam aan de ongerechtigheid, zal gramschap en toorn vergolden worden.” Romeinen 2:8
Geldingsdrang. In veel gevallen leidt dit tot concurrentie. Als er maar een vanuit geldingsdrang leeft, krijg je dictatuur. Dan is vaak de concurrentie zo uitgewoed dat er een overwinnaar is die voor een hele tijd de dienst uitmaakt. Velen zijn bang voor die persoon of die groep en doen wat die ander zegt. Er heerst een angstcultuur.
Wanneer meerderen zich willen laten gelden, komt er de ruzie, de twist. Jezelf verloochenen, de ander meer en beter achten dan jezelf komt dan niet meer in mensen op. Dat is maar zwakheid. Dat is softgepraat. Dat is voor watjes en dat wil je niet zijn. We moeten toch stoer en sterk zijn. Laten we dat eens op de gemeente van Christus betrekken. We beginnen dan vanuit het punt dat de HERE boven ons staat. Hij is goed. Hij is de enige God. Zijn naam is heilig. Christus is onze Verlosser en Heer. De Bijbel is het Woord van God zelf. Zuiver en betrouwbaar 100%.
Samen willen we dienen vanuit Gods Woord. Samen in liefde voor God vanuit Zijn liefde in Christus. De Here Jezus, de Zoon van God kwam zelfs om te dienen! Markus 10:45. Willen heersen is zo’n slechte eigenschap voor een christen. Het is zonde. Dat betekent dat we juist in de kerk niets met heersen en elkaar beconcurreren moeten willen hebben. Dienen en niet heersen. Dat betekent een open gesprek bij een open Bijbel elke keer weer. Open voor Gods Woord en daardoor open voor elkaar staan. Mijn positie is niet belangrijk. Belangrijk is dat ik wil dienen in kerk en samenleving. In persoonlijk leven, in mijn huwelijk, op mijn werk. Dat ik uitstraal wat Christus uitstraalde. Dienen en leren dat het nooit om mij en mijn mening gaat maar om de HERE en Zijn wil. Dan haat ik alle geruzie en twist. Dan wil ik samen met de gemeente van Christus dienstbaar zijn volgens Zijn Woord. Door Gods liefde. Dan willen vanuit het gebed zo stralen als gemeente van Christus in de samenleving. Daar doen we dan in Gods kracht alles aan.
GELDINGSDRANG (II)
“Hun echter die twistziek zijn en ongehoorzaam aan de waarheid, maar gehoorzaam aan de ongerechtigheid, zal gramschap en toorn vergolden worden.” Romeinen 2:8
Geldingsdrang. Jezelf als belangrijk laten zien. Daarmee uit zijn op invloed, op eer. Het is iets dat we bij mensen buiten en in de kerk zien. Mensen die haantjes zijn omdat ze menen dat dingen moeten zoals zij het willen. Die geldingsdrag was er in het Romeinse Rijk heel sterk. Paulus schrijft het in een tijd en cultuur dat geldingsdrang zelfs als een positieve eigenschap wordt beoordeeld. De Romeinse schrijver Cicero schrijft over de geldingsdrang onder de Romeinen: “Meer dan welk volk ook waren de Romeinen op glorie uit en hunkerden zij naar roem.” Hier wordt wat achter geldingsdrang ligt opengelegd. Het is de drang naar invloed, naar door mensen geprezen te worden, naar dat dingen zo gaan zoals jij wilt, naar zelf of met jouw groep belangrijk willen zijn.
Die geldingsdrang werd in Rome zelf tot in de standbeelden duidelijk. In de tijd van Paulus stonden er in Rome en andere steden al standbeelden van de keizers Caligula en Claudius. Dat waren lichamelijk gezien geen mensen die indruk maakten. Hun kwetsbaarheid was lichamelijk heel goed te zien. Toch worden ze afgebeeld als heel sterke en gezonde mensen. Als mannen met een gespierd lichaam. Ze laten zich gelden. Dat is wat er van hen in den Romeinse Rijk uitgestraald moet worden. Vooral niet je eigen zwakte erkennen. Dan zou je wel eens minder invloed kunnen krijgen.
Dat kan in de kerk ook gebeuren. Dat zorgt er voor dat we wel over vergeving praten maar eigenlijk nooit vergeving aan een ander vragen. Dat is een zwaktebod, dan zou ik wel eens minder invloed of een slechtere naam kunnen krijgen. Dat leidt er toe dat er geen echte gesprekken plaatsvinden van hart tot hart bij een open Bijbel. Ik moet sowieso bij mijn standpunt blijven want als ik het gesprek echt aanga maak ik mij zwak. Dit zijn onze manieren, zo moet het blijven en er over praten doe ik niet.
Zo’n instelling en zo bezig zijn maakt de kerk stuk. Dat maakt een gemeente tot een sekte als dat een patroon wordt.
RUSDAG GEE UITSIG
Ses dae moet jy arbei en al jou werk doen; maar die sewende dag is die sabbat van die Here jou God; dan mag jy géén werk doen nie — jy of jou seun of jou dogter, of jou dienskneg of jou diensmaagd, of jou vee of jou vreemdeling wat in jou poorte is nie. Want in ses dae het die Here die hemel en die aarde gemaak, die see en alles wat daarin is, en op die sewende dag het Hy gerus. Daarom het die Here die sabbatdag geseën en dit geheilig.” Eksodus 20:8-11
Eendag kom die rusdag waarin alle aanvegtinge, onrus, sorg, oorlog vervolginge en moeite verdwyn het. Dit is as die Here Jesus, die Verlosser terugkom en Sy volk na die beloofde land lei: die nuwe hemel en aarde. Daar mag ons dan rus soos die HERE van Sy werke op die sewende dag gerus het. Dan is dit nie meer nodig om steeds nuwe dinge te doen nie maar dan werk en geniet ons van God se volmaakte skepping. Dan geniet ons voluit van die lewe met Hom. Dit beteken nie dat ons daar niks sal doen en ewig lui sal wees nie. Ons sal daar in die HERE se diens werk en leef. Die heerlike is dat daardie werk ons voldoening sal gee en ons nooit moeg sal word nie. Ons leef dan met heel o0ns hart tot eer van die HERE. Met groot blydskap.
Ons het al eerder gesien dat die HERE Sy skepping die ritme van ses dae werk en een dag rus gegee het. Die sewende dag was van die skepping tot Christus se opstanding die dag waarop gerus moes word. Ons sien in die Nuwe Testamentiese tyd dat die dag om te rus verander. Na ’n sekere oorgangstyd word die rusdag al hoe meer die eerste dag van die week. Die onderskeid tussen die Jodendom en die Christenen word al hoe meer sigbaar aan die verskil tussen die dag waarop gerus word en saamgekom word om na God se Woord te luister. Die dag wat wys dat Christus die verlossing verdien het en so ook die kom van die nuwe hemel en aarde word die groot weeklikse feesdag. Volgende keer meer daaroor.
IK BEN EEN MENS
“Ik loof U omdat ik ontzagwekkend wonderlijk gemaakt ben; wonderlijk zijn Uw werken, mijn ziel weet dat zeer goed. Mijn beenderen waren voor U niet verborgen, toen ik in het verborgene gemaakt ben en geborduurd werd in de laagste plaatsen van de aarde.” Psalm 139:14,15
Het is lekker warm in de buik van mijn moeder. Ik ben nog heel klein. Ik heb mijn vader en moeder horen zeggen dat het zo fijn was toen ik ontstond. Ze hebben er van genoten toen ze vol verlangen gemeenschap hadden.
Nu ben ik er. Ik weet niet of ze het al weten.
Het is een paar weken later. Ik heb het erg naar mijn zin. Ik groei lekker. Wel ben ik geschrokken. Ik hoorde dat mijn vader en moeder niet blij met me zijn. Ze weten niet hoe het allemaal moet als ik er ben. Het komt zo slecht uit. Jammer. Ik hoop dat het weer goed komt. Ze praten over het gaan naar een dokter. Wat dat ook is.
Het is weer een heel tijdje later. We gaan op pad. Naar de dokter. Ze praten over mij. Of ik wel mag blijven. Waarom zou ik niet mogen blijven? Ik ben toch ook een mens. Ik moet alleen nog geboren worden. Nog groot en sterk genoeg worden.
We gaan op reis hoor ik. Naar een andere dokter. Dat kan toch niet verkeerd zijn. Een dokter is er om mensen juist te helpen in het leven. Ik leef. Ik ben een mens. We komen bij die dokter. Wat nou? Er wordt aan mij gerommeld. Het doet zeer. Au! Au! Ik word uit de buik van mijn moeder gehaald. O is dit de wereld waar ik ga leven? Ik krijg geen eten meer. Ik krijg het zo benauwd. Er is niemand die mij helpt! Ze laten me met mijn pijn en benauwdheid gewoon liggen. Hoe kan dat? Ik ben toch een mens net als al die anderen die al geboren zijn. Ik kan niet meer. Ik ben er niet meer.
Wat een mens zonder liefde van de mensen om hem of haar heen allemaal moet meemaken.
De HERE die liefde is, roept ons op om alle mensen liefde te bewijzen. Hij is goed. Op Hem kun je aan in leven en in sterven.
RUSDAG - EWIGE RUS
Ses dae moet jy arbei en al jou werk doen; maar die sewende dag is die sabbat van die Here jou God; dan mag jy géén werk doen nie — jy of jou seun of jou dogter, of jou dienskneg of jou diensmaagd, of jou vee of jou vreemdeling wat in jou poorte is nie. Want in ses dae het die Here die hemel en die aarde gemaak, die see en alles wat daarin is, en op die sewende dag het Hy gerus. Daarom het die Here die sabbatdag geseën en dit geheilig.” Eksodus 20:8-11
Hoe heerlik en onmisbaar is die Woord van Christus vir God se kinders. Die Heilige Gees gebruik die prediking op die rusdag om ons in die stryd van die lewe by Christus en ons rus in Hom te kry en te bewaar. Dit is nou nog ’n rus wat deur stryd verkry word. Eendag sal vir die gelowiges dit rus sonder stryd wees. Ook daarop wys die rusdag. Daarom bely ons in Sondag 38: “So begin die ewige sabbat reeds in heirdie lewe.”
As jy met Christus lewe, as die Heilige Gees in ons werk en ons lei, het die ewige sabbat in ons lewe begin. Dan het jy rus gekry. Dan kan allerhande ellende, dan kan invloed, mag en geld ons nie by Christus en die verlossing deur Hom wegkry of weghou nie. Selfs die sondes in jou lewe kan dit nie doen nie. Want dit is die Gees wat jou tot hartseer oor jou sondes bring. Jy wil by Christus vergifnis en die nuwe lewe ontvang. Wie die Gees nies o in hom laat werk nie staan buite hierdie verlossing. Jy leef dan nog in onrus. Al sal die duiwel vir jou sê dat jy nou lekker leef.
Dit is so dat die egte rus in Christus hier op aarde altyd nog aangeveg word. Die rus in Christus hier en nou is nog maar ’n begin en nog nie die volle heerlike rus nie.
Ons kan dit vergelyk met die intog in die beloofde land Kanaan. Dit was vir Israel nog nie die volle rus. Die intog was daarvan wel ’n teken. Ons lees dit in Hebreërs 4: “Want as Josua aan hulle rus gegee het, sou Hy nie van 'n ander dag daarná spreek nie. Daar bly dus 'n sabbatsrus oor vir die volk van God; want wie in sy rus ingegaan het, rus ook self van sy werke soos God van syne.”
Dit leer ons verlang na hierdie rus!
GELDINGSDRANG
“Hun echter die twistziek zijn en ongehoorzaam aan de waarheid, maar gehoorzaam aan de ongerechtigheid, zal gramschap en toorn vergolden worden.” Romeinen 2:8
De Geest gebruikt hier het woord ‘twistziek’. Daarop wil ik de komende tijd wat dieper ingaan. Paulus gebruikt hier het Griekse woord erithea. De algemene betekenis daarvan is geldingsdrang. Uit die geldingsdrang komt veel ellende voort. Ook in de kerk van de Here Jezus. In de tijd dat Paulus zijn brief aan de kerk in Rome schrijft, is geldingsdrang in de Romeins/Griekse wereld een positieve eigenschap. Je deed er alles aan om zover mogelijk te komen op de maatschappelijke ladder. Je deed er alles aan om jezelf te laten gelden. Het ging om jouw positie en om jouw ontplooiing. Wie daarvoor leefde werd daarvoor geprezen. Jij bereikt nog eens wat. Goed joh!
De wereld van de sport was vol van deze geldingsdrang. Maar ook de politiek. Dezelfde dingen zie je ook in onze samenleving. In de politiek moet je je vooral laten gelden. Het gaat om jouw positie en jouw invloed. De inhoud lijkt bij velen veel minder belangrijk. Je gaat voor zoveel mogelijk populariteit. Je wilt dingen om je heen, tot zelfs in de kerk naar jouw hand zetten. Het moet worden zoals jij het graag wilt. Daarvoor moet je jezelf laten gelden.
Je moet bij de mensen gaan horen die belangrijk zijn. Die aanzien hebben. In de Romeinse wereld betekende dit dat je bij de buik, bij het centrum van de samenleving hoorde. Daarbij hoorde ook dat je veel kon eten met anderen met wie je een netwerk kon vormen om invloedrijk te blijven. Wat we in Rom 16:18 lezen heeft ook hiermee te maken: “Want zulke mensen dienen niet onze Heere Jezus Christus, maar hun eigen buik, en door fraaie woorden en mooie praat bedriegen zij de harten van de argeloze mensen.”
Voor jezelf leven staat tegenover je in liefde opofferen voor de Here. Wie zichzelf zoekt blijft met heel veel mooie praatjes en lekker eten onder Gods oordeel. Christus wijst een andere weg. De weg waarin er echte vrede is. Daarover volgende keer meer.
GOD SE DAG EN DIE VERLOSSING DEUR CHRISTUS
Ses dae moet jy arbei en al jou werk doen; maar die sewende dag is die sabbat van die Here jou God; dan mag jy géén werk doen nie — jy of jou seun of jou dogter, of jou dienskneg of jou diensmaagd, of jou vee of jou vreemdeling wat in jou poorte is nie. Want in ses dae het die Here die hemel en die aarde gemaak, die see en alles wat daarin is, en op die sewende dag het Hy gerus. Daarom het die Here die sabbatdag geseën en dit geheilig.” Eksodus 20:8-11
Die HERE se groot dade het verder gegaan. Hy kom tot Sy doel. Hy het Sy Seun Jesus Christus as die beloofde Verlosser na die aarde gestuur. Christus het Sy heerlike werk gedoen. Hy het op die eerste dag van die week uit die dood opgestaan. Dit is die rede hoekom ons nou die rusdag op die eerste dag van die week vier. Om dan te rus en in alle rus die evangelie van Christus te hoor. Ons het nodig om dit elke week weer te hoor, want as ons nie weekliks kom en luister nie, dwaal ons so gou by Christus weg. Word ons so gou weer slawe van die sonde, slawe van ons werk, slawe wat soveel moontlik moet verdien. Ons soek dan juis daarin weer so gou ons geluk en vastigheid. Dis belangrik om die een dag rus te hou, om ook ander mense op daardie dag rus te gee. So kan ‘n mens vanuit die verlossing deur Christus alleen, deur Sy leiding vir ons sondes weer geestelik en liggaamlik asem skep. Ons moet leer om hierdie dag volledig te benut. Rus is dan nie ‘n las nie maar ‘n lus. Dan wil ons in ons lewe juis van Christus se verlossing getuig, die verlossing wat ‘n mens werklike rus gee. Die Sondag is die weeklikse viering van die bevrydings- en versoeningsdag. Christus is die egte Bevryder en Versoener.
Die verbondenheid aan Hom moet elke Sondag met krag verkondig word. Die prediking van die evangelie is baie belangrik. Daarom noem Sondag 38 van die Heidelbergse Kategismus die verkondiging van die Woord en die skole. By die skole gaan dit in die eerste plek om die teologiese opleidings. Hulle moet die broers toerus om in diepe trou aan die HERE en Sy Woord veral op die Sondag die evangelie van Christus te verkondig. Met die oproep tot geloof en bekering. Ons het dit elke week so nodig!
HONGER ALS WAPEN
“Als dan uw vijand honger heeft, geef hem te eten, als hij dorst heeft, geef hem te drinken, want door dat te doen, zult u vurige kolen op zijn hoofd hopen.” Rom 12:20
Gisteren zei het hoofd van de Russische staatstelevisiezender RT Margarita Simonyan dat ‘alle hoop’ van Moskou ‘gesteld is op hongersnood’. De oorlog moet gewonnen worden door anderen honger te laten lijden. Zo’n bericht ontmaskert wat bepaalde mensen zijn. Het laat zien of er werkelijke voor christelijke en nobele doelen gevochten wordt. Wie honger op een groot deel van de wereld inzet als oorlogswapen staat in dienst van Gods grote tegenstander de duivel.
Wie echt met Christus verbonden is als zijn of haar Verlosser en God denkt en leeft zo anders. Dan ga je in het spoor van Christus en wil je zelfs je vijanden te eten geven. De Here Jezus spreekt daarover in de Bergrede. (Matt 5:44) De Geest laat het Paulus in Romeinen 12 schrijven. Een van de grote doelen van je leven als kind van God is om je naaste lief te hebben. Om dat niet alleen met de mond uit te spreken maar juist in de praktijk te brengen. Al is er iemand die vijandig naar jou doet en je ziet dat hij honger lijdt, zal je die ander te eten geven. Royaal. Met een hart dat de ander zoekt. Dan zie je ook hoe verschrikkelijk duivels het is als wereldleiders honger inzetten, zelfs naar landen en mensen toe die niet als vijanden reageren, als wapen. Hier zien we hoe iemand en een hele kliek van machthebbers zichzelf ontmaskert als mensen die in dienst van de duivel staan.
Dit leert ons om als onze vijanden honger gaan lijden we waar het kan, hen te eten willen geven. Dat we dan niet op dezelfde manier terug zullen reageren. Dat we echt leven uit wat we in Romeinen 5 lezen dat Christus zelfs voor ons gestorven is toen wij nog vijanden waren. Dat leert om echt vol liefde in de wereld te staan zelfs als het om onze vijanden gaat.
GOD SE RUSDAG WYS OP DIE VERLOSSING
Ses dae moet jy arbei en al jou werk doen; maar die sewende dag is die sabbat van die Here jou God; dan mag jy géén werk doen nie — jy of jou seun of jou dogter, of jou dienskneg of jou diensmaagd, of jou vee of jou vreemdeling wat in jou poorte is nie. Want in ses dae het die Here die hemel en die aarde gemaak, die see en alles wat daarin is, en op die sewende dag het Hy gerus. Daarom het die Here die sabbatdag geseën en dit geheilig.” Eksodus 20:8-11
Dit gaan by die viering van die Sondag nie net oor die HERE as die Skepper nie.
Na die sondeval en die HERE se belofte dat Hy vir die Verlosser sal sorg, het die rusdag ook met die redding uit slawerny te doen.
Ons lees daarvan as Moses die HERE se wet in Deuteronomium 5 herhaal en dan hierdie motief vir die sewende dag as rusdag noem: “dan mag jy geen werk doen nie – jy of jou seun of jou dogter, of jou dienskneg of jou diensmaagd, of jou os of jou esel of enige dier van jou, of jou vreemdeling wat in jou poorte is nie En jy moet daaraan dink dat jy in Egipteland ’n slaaf was, en die HERE jou God jou daarvandaan uitgelei het deur ’n sterke hand en ’n uitgestrekte arm; daarom het die HERE jou God jou beveel om die sabbatdag te hou.” Vs 14,15
Israel wat die HERE as die enigste God en Skepper leer ken het, word nou ook opgeroep om op die weeklikse rusdag aan God se werk van redding te dink. Daarby neem die uittog uit Egipte ’n groot plek in. Die HERE het die slawevolk wat teenoor die wêreldmag Egipte niks kon beteken nie, nogtans uit die mag van Egipte bevry. Die HERE wys dat Hy die enigste God en Verlosser is. Hy wys in die uittog uit Egipte al dat Hy deur Christus die Verlosser, die mag van die duiwel om alle mense vir ewig in die ongeluk te stort, sal verbreek. Daaroor die volgende keer meer.
VERSTERKING GELOOF ZO NODIG!
“En meteen riep de vader van het kind onder tranen: Ik geloof, Heere! Kom mijn ongeloof te hulp.” Markus 9:24
Wij zijn geen supergelovigen. Zelfs de mensen van wie we in Hebreeën 11 als geloofsgetuigen lezen, waren geen mensen die het in geloof allemaal wel even deden. Wij worden aangevochten. We moeten steeds weer bekennen dat ons geloof nog zo klein en zwak is. Wij hebben steeds weer nodig om in ons geloof versterkt te worden. Om in de zwakheid van ons geloof te horen wie de HERE echt is. Om steeds weer door Zijn Woord Hem voor ons te zien. Om zo bij Christus gebracht te worden.
Christus heeft in Zijn Goddelijke wijsheid gezien dat wij zwakke mensen daarbij ook iets nodig hebben wat we zien en voelen. Daarom heeft Hij ons de doop en het avondmaal gegeven. Onder andere tot versterking van ons geloof. De doop als eenmalig teken in het leven van een mens. Het avondmaal om vaak te vieren samen als gemeente. Juist omdat we in geloof zwak zijn, hebben we die viering zo nodig. Om zelfs te voelen hoe echt het evangelie is. Om te zien en te voelen en zelfs te proeven hoe echt de Here Jezus voor zondaren die eigen schuld en zwakheid erkennen en daarmee tot Hem vluchten, geleden heeft. Christus is het dan die het brood geeft en de wijn aanreikt. Proef hoe goed de HERE is voor het kind dat eigen zwakheid erkent en ook erkent dat hij of zij het zo nodig heeft om dat brood te eten en uit beker te drinken. Het is waar dat het avondmaal laat zien dat we bij elkaar horen in Christus. Maar daaraan gaat vooraf dat we de vrede met God zoeken door Christus en dat we die versterking van ons geloof door dit teken en zegel dat God zelf in Zijn wijsheid gegeven heeft zo nodig hebben. Steeds weer! Heerlijk dat de HERE in Zijn Goddelijke wijsheid zo naar ons omziet.
GODS DADEN!
“Want U hebt mij verblijd, HEERE, met Uw daden; ik zal vrolijk zingen over de werken van Uw handen. HEERE, hoe groot zijn Uw werken, zeer diep zijn Uw gedachten.” Psalm 92:5,6
Zit vanmorgen (18 juni 2022) op de veranda van onze caravan. De zon schijnt. Allerlei kleuren van bloemen om mij heen. Geen geluid van andere mensen. Overal hoor ik de geluiden van vogels. Alleen jammer dat er twee auto’s staan waar je tegenaan kijkt maar dat is niet anders.
De stilte, het horen van de vogels, het zien van al die bloemen en planten is het zien van Gods daden. Hij is de Schepper. Hem mag ik kennen. Ik kan allerlei negatieve dingen noemen. Ik kan me laten meenemen door allerlei problemen. Ik kan mijn hart laten bezetten door mensen die het tot in de kerk heel moeilijk en onaangenaam maken. Ik kan naar de wereld kijken en al die ellende van hongersnood en oorlog zien. Dan zie ik wat wij als mensen er van hebben gemaakt. Dan zie ik zoveel verschrikkelijke daden van mensen. Dan zie ik de gevolgen van de zonde die wij in de wereld hebben gebracht. Dan zie ik dat ik niet bij mensen moet zijn om een goed leven te hebben en een fantastische toekomst. Dan moet ik bij de HERE zijn die alles zo mooi heeft gemaakt. Daar is het niet bij gebleven! De HERE heeft in Zijn veelkleurige wijsheid uit genade alleen de Here Jezus gegeven als de Verlosser. Bij Hem moeten we zijn. Hij roept ons om tot Hem te komen en zo het nog veel mooier te krijgen als wat ik nu op mij veranda van mooie dingen die de Schepper geeft, geniet. Als je het leven als zwaar ervaart en het ook heel moeilijk is, zijn het de daden van God die je hoop en moed kunnen geven. Wanneer je die steeds weer voor ogen houdt. Gods daden zijn voor wie bij Christus het leven zoekt meer dan al het moeilijke. Gods daden van verlossing zijn om in alles van te genieten. Ze zijn groter dan wat ik me kan voorstellen. Zo groot is de enig levende God.
VOORBEREIDING OP DIE SONDAG
Ses dae moet jy arbei en al jou werk doen; maar die sewende dag is die sabbat van die Here jou God; dan mag jy géén werk doen nie — jy of jou seun of jou dogter, of jou dienskneg of jou diensmaagd, of jou vee of jou vreemdeling wat in jou poorte is nie. Want in ses dae het die Here die hemel en die aarde gemaak, die see en alles wat daarin is, en op die sewende dag het Hy gerus. Daarom het die Here die sabbatdag geseën en dit geheilig.” Eksodus 20:8-11
Die rusdag, die besondere ontmoeting met ons God is so belangrik dat die voorbereiding daarop nie afgeskeep kan word nie. Dit gaan nie net daarom om op Sondagoggend en middag/aand in die kerk te sit nie. Dit gaan ook daarom hoe jy daar is.
Dit gaan daarom dat jy en ek daar ook op Sondagoggend uitgerus sit. Dit beteken dat ons op Saterdagaand betyds in die bed klim sodat ons die HERE die volgende dag met aandag en eerbied kan ontmoet. So’n voorbereiding vorm ook ’n deel van die liefde tot die HERE. Dit beteken sonder om negatief of moralisties te wees dat ons Saterdagaande nie tot baie laat kuier nie. Die HERE wag die volgende dag op ons. Dit behoort by ’n lewe naby die HERE om bewus daarme om te gaan. Wie in liefde vir Christus leef, wil alles doen om die volgende dag Christus se stem met aandag te kan hoor.
Dit is ook so dat ons hele lewe, elke dag, voorbereiding op die ontmoeting met die HERE op die Sondag is. Dit beteken dat ons so lewe soos die Kategismus in Sondag 38 sê: “Ten tweede moet ek elke dag van my lewe van my bose werke rus en die Here deur Sy Gees in my laat werk.”
As ’n mens die ander ses dae van die week in sekere sondes leef en dit steeds weer doen sonder om daarteen te stry, sit jy nie met ’n goeie gewete in die kerkdiens nie. Of jy het al so afgestomp geraak dat die regte evangelie jou of my nie meer raak nie. Die voorbereiding op die kerkdiens vra van ons om vanuit God se liefde ons lewe steeds weer in die spieël van God se wet te toets. Om steeds weer trou kerk toe te gaan om steeds fris met eerbied en aandag na God se eie stem te kan luister. Om ook met liefde en aandag saam te sing en te bid. Om jou steeds weer te wil bekeer van die sondes wat die HERE in jou lewe, ook in die kerkdiens aanwys.
HET BEEST UIT DE AARDE (IV)
En ik zag een ander beest opkomen, uit de aarde, en het had twee hoorns, als die van het Lam, maar het sprak als de draak. En het oefent al de macht van het eerste beest voor zijn ogen uit, en het maakt dat de aarde en zij die er wonen het eerste beest aanbidden, waarvan de dodelijke wond genezen was." Openbaring 13:11,12
Overheden, organisaties, je werk kunnen dingen van je vragen die ingaan tegen wat je in de Bijbel leest. Er wordt heel anders gevoeld en gedacht dan je in de Bijbel leest. Dat kan zijn op het punt van seksualiteit maar ook op het punt van hoe eerlijk en betrouwbaar je moet zijn in het zakenleven. Moet je gaan voor je eigen belang, voor je eigen carrière of zijn er andere dingen die belangrijker zijn? Mag je ten koste van anderen je eigen belang bevorderen? Er zou zoveel meer te noemen zijn. Gaat het leven om voor jezelf de grootste prestatie te leveren?
De Heilige Geest laat ons zien dat er tot de komst van Christus een macht zal zijn die zich ook met de naam van God en Christus bekleedt die dan zegt dat je je aan de tijdgeest mag en misschien wel moet aanpassen. De Bijbel kan het wel anders zeggen maar God vindt het in 2022 niet erg als je anders leeft. Je moet bedenken dat de Bijbel uit een andere tijd en cultuur komt. Je moet niet zo moeilijk doen. Het is echt niet erg en Christus vindt het ook niet erg als je meer met de wereld meedoet want anders komen mensen helemaal niet meer naar de kerk. Dan denken ze dat de kerk tegenover de wereld staat en dat moeten we niet hebben wordt dan gezegd. Dat is de taal van de valse profeet. De valse profeet, de kerk die de tijdgeest volgt, zorgt er voor dat de macht die zich tegenover het evangelie opstelt niet als tegenstander en verleider wordt gezien.
Met mooie woorden, met het veel noemen van God en Christus worden we zo geleid op een weg waar we in feite het spoor van het de duivel gaan. Omdat we geen vreemdeling op aarde meer willen zijn. Omdat we denken door aanpassing mensen bij onze kerk te krijgen of te kunnen overleven met onze kerk. Het is nooit onze kerk! We moeten in de kracht van de Geest kerk van Christus zijn en blijven. Dan ben je een vreemdeling op aarde omdat je burger van het Koninkrijk van de hemel bent.
DIE RUSDAG GEGROND IN DIE SKEPPING (III)
Ses dae moet jy arbei en al jou werk doen; maar die sewende dag is die sabbat van die Here jou God; dan mag jy géén werk doen nie — jy of jou seun of jou dogter, of jou dienskneg of jou diensmaagd, of jou vee of jou vreemdeling wat in jou poorte is nie. Want in ses dae het die Here die hemel en die aarde gemaak, die see en alles wat daarin is, en op die sewende dag het Hy gerus. Daarom het die Here die sabbatdag geseën en dit geheilig.” Eksodus 20:8-11
Die vorige keer het ek beloof om die volgende keer nog twee ander sake wat uit die rus op die rusdag volg vir die viering van daardie dag te noem. Dit is die volgende:
2.Rus is ‘n noodsaaklike deel van ‘n mens se lewe. Die HERE wys in die vierde gebod hoe die geleentheid om rus te kan geniet deel van die lewe is. Ook dit bring die mens se lewe tot sy doel. As jy jouself na ses dae van werk op die sewende dag nog nie daarvan kan los maak nie, doen jy jouself as God se skepsel tekort. Dan leer jy nie om tot rus te kom nie, om te geniet van wat die HERE gemaak het en om te luister wat Hy op daardie dag vir jou wil sê nie. Na Christus beteken dit dat ons na ses dae se werk op die eerste dag so kan rus.
3.Rus op God se dag beteken dat ‘n mens die rus neem om vol aandag na sy Skepper te luister. Die rusdag beteken dat ons alle geleentheid het om die HERE se Woord te hoor. Ons bely dit in Sondag 38 van die Heidelbergse Kategismus so: “Om veral op die rusdag ywerig met die gemeente van God saam te kom om die Woord van God te hoor”. Om saam juis dan in alle rus met die gemeente die gemeenskap met God te soek en te ervaar. Onder andere “deur die sakramente te gebruik en die Here openlik aan te roep.” Om dit werklik te ervaar en dit tot ons te laat deurdring, het ons rus nodig. Wie haastig is, wie al weer in sy gedagtes met die werk, met die nuwe projek van môre besig is, gaan kerk toe maar is nie regtig ontvanklik vir die Woord van die HERE en die gemeenskap met Hom nie. Ons het die rus nodig en so ook die vertroue dat die HERE as ons rus vir ons bly sorg.
DIENAAR VAN HET WOORD
"Niet omdat wij van onszelf bekwaam zijn iets te denken, als was het uit onszelf, maar onze bekwaamheid is uit God. Hij heeft ons namelijk bekwaam gemaakt om dienaars van het nieuwe verbond te zijn, niet van de letter, maar van de Geest; want de letter doodt, maar de Geest maakt levend." 2 Korinthe 3:5,6
Gisteren wees iemand mij er op dat het vandaag 35 jaar geleden is dat ik bevestigd ben als predikant. Op Urk. Toen was er het intrede met de tekst die je hierboven leest.
Een deel van Gods Woord dat altijd heel indringend met mij meegegaan is in de bediening als dienaar van het Woord. Ik kan het zelf niet. Je komt in zoveel tekort. Je staat elke week weer als een bedelaar voor Gods troon om de wijsheid en het inzicht te krijgen om het echte evangelie te kunnen verkondigen. Gericht op de gemeente, in de wereld van vandaag, Waar moet je daarvoor het inzicht vandaan halen? Dat heb ik zelf niet. Dat betekent dat de studeerkamer ook altijd weer een kamer vol gebed is.
Dat betekent ook dat je bidt dat het een verkondiging van Christus is. Het gaat maar niet om je eigen regels. Niet om de letter. Het gaat er om dat je de gemeente Christus, de HERE zelf voor ogen schildert. Dat de Geest je steeds weer laat zien wat Christus vanuit die tekst voor ons betekent en voor ons leven van elke dag. Christelijk leven is niet maar het uitvoeren van bepaalde regels maar vanuit de liefde van God leven op de stem van Christus bewogen door de Geest. Juist vanuit die onnoemelijke liefde van God je eigen zonden en beperkingen kennen. Met verdriet over je zonden juist vanuit Gods liefde willen leven volgens Gods wil zoals we die in de Bijbel als Gods Woord lezen. Dan gaat het niet meer om die letters maar dan worden die letters de woorden van God en schrijft de Geest die als Gods levende wil in je hart. Daarop moet de prediking altijd weer gericht zijn. Ik moet al kleiner worden en de HERE voor ons als groter. Dienaar zijn van het Goddelijke Woord. Niet meer en niet minder.
HET BEEST UIT DE AARDE (III)
“En ik zag een ander beest opkomen, uit de aarde, en het had twee hoorns, als die van het Lam, maar het sprak als de draak.” Openbaring 13:11
De draak doet zich voor als het Lam! Dat betekent dat er ook onder de naam van Christus dingen geleerd worden die niet van Hem komen. Hoe herkennen we wat deze macht, deze zogenaamde kerk zegt en leert. We leven in een tijd waar gevoel vaak veel belangrijker is dan inhoud. Het gaat om God, om Jezus maar niet om de leer. Het gaat er om of ik mij ergens thuis voel. Hier maakt de Geest ons duidelijk dat dit niet zo is. Het gaat er juist om wat er gezegd en geleerd wordt en daaraan hebben we ons leven, ons gevoel, ons verstand aan aan te passen. Ons laten vormen door wat de Geest ons echt leert! De Geest doet dat door Gods onfeilbaare Woord. Door dat woord leren wie de HERE echt is, wie Christus echt is, wat Zijn wil voor ons leven, ook ons dagelijkse leven is. Wat is het belangrijk dat we Gods Woord al meer willen kennen en ons leven al meer door Zijn stem laten vormen. Wat is het belangrijk broeders en zusters, jongelui dat we elke dag onze Bijbel pakken en daarin met liefde lezen. Om te kunnen herkennen wat Gods wil is en wat dat niet is. Dan leer je wat de Here Jezus in Johannes 10 zegt: “Wanneer hij zijn eigen schapen alle naar buiten gebracht heeft, gaat hij voor ze uit en de schapen volgen hem, omdat zij zijn stem kennen; maar een vreemde zullen zij voorzeker niet volgen, doch zij zullen van hem weglopen, omdat zij de stem der vreemden niet kennen.” Vs 4,5
Waar in de naam van Christus aanpassing aan de tijdgeest verkondigd en geleerd wordt tegen Gods eigen Woord in hebben we met het beest uit de aarde te maken. Hoe vroom en gelovig het ook klinkt. De leer is geen bijzaak maar door de leer leert de Geest ons juist echt te leven, in liefde te leven met de echte God, met de echte Christus.
DIE RUSDAG GEGROND IN DIE SKEPPING (II)
Ses dae moet jy arbei en al jou werk doen; maar die sewende dag is die sabbat van die Here jou God; dan mag jy géén werk doen nie — jy of jou seun of jou dogter, of jou dienskneg of jou diensmaagd, of jou vee
of jou vreemdeling wat in jou poorte is nie. Want in ses dae het die Here die hemel en die aarde gemaak, die see en alles wat daarin is, en op die sewende dag het Hy gerus. Daarom het die Here die sabbatdag geseën en dit geheilig.” Eksodus 20:8-11
Ons lees in Genesis 2 dat die HERE Sy skeppingswerk op die sewende dag voltooi het. Beteken dit dat die HERE toe nog die laaste paar dingetjies wat aan Sy skepping ontbreek het, gedoen het? Nee, dit gaan daarom dat die rus op die sewende dag God se skepping voltooi het. Die rus was die kroon op God se skepping of om dit anders te sê: die kersie op die koek van die skepping. Die HERE het op die sewende dag van Sy skepping geniet. Hy het toe geen nuwe dinge meer gemaak nie. Nogtans het die skepping sonder die sewende nog nie tot sy doel gekom nie.
Die rus, die geniet van wat die HERE gemaak het, behoort by die doel van God se skepping. God bepaal wanneer Hy weer nuwe dinge gaan doen. Hy laat Hom nie rusteloos voortjaag nie. Die belangrikste is nie dat steeds weer iets nuuts gedoen word nie. Om dit wat Hy gemaak het, te gebruik en dit te bewonder en daarvan te geniet, is ook deel van die doelwit van die skepping. Dit het ook groot betekenis vir hoe ons vandag op die rusdag, wat nou die Sondag is, leef. Vir die viering van die Sondag is o.a. van belang:
- Dit is duidelik dat die rus op die een dag van die week wat die HERE aangewys het nie net ’n Ou-Testamentiese wet is nie. Die ritme van ses dae werk en een dag rus is God se goeie wet vir alle tye. Hierdie gebod van die HERE vind sy oorsprong en krag in God se skepping. In die orde wat Hy in Sy skepping gelê het. Ook dit behoort by die gebod van die Skepper vir alle tye en alle mense. Die Sondag is volgens God se gebod ’n rusdag.
Volgende keer nog twee ander sake wat hieruit volg vir die viering van die rusdag.
HET BEEST UIT DE AARDE (II)
“En ik zag een ander beest opkomen, uit de aarde, en het had twee hoorns, als die van het Lam, maar het sprak als de draak.” Openbaring 13:11
Dat mensen die zelf vervolgen en verleiden in dienst van de draak, kunnen denken dat ze toch echt in dienst van God staan zie je aan Paulus. Hij deed de er alles aan om de gemeente van Christus te vervolgen en te vernietigen. Hij zegt daar later o.a. dit van: “Ik voor mij was tot de slotsom gekomen, dat ik tegen de naam van āJezus, de Nazoreeër, fel moest optreden, wat ik dan ook gedaan heb te āJeruzalem; en ik heb vele van de āheiligenā in gevangenissen opgesloten, waartoe ik de macht van de overpriesters ontvangen had; en als zij zouden omgebracht worden, heb ik mijn stem eraan gegeven. En in alle āsynagogenā trachtte ik hen dikwijls door toepassing van straffen tot lastering te dwingen en in tomeloze woede tegen hen heb ik hen vervolgd, tot zelfs in de buitenlandse steden.” Hand 26:9-11
Er is dus ook een bondgenoot van de draak die in de naam van een god of goden, die zelfs in de naam van Christus de trouwe kerk tot ontrouw, tot afval van de echte Christus wil brengen. Deze macht wordt ook in het vervolg van Openbaring de: valse profeet genoemd. Zie Openbaring 16;13; 19:20; 20:10.
Wat leren wij hier voor vandaag? Voor ons leven als kind van God en als kerk van Christus. Dan moeten we heel goed letten op het verschil tussen uiterlijk en de echte inhoud. Dat zie je heel goed aan het einde van vers 11: “ het had twee horens als die van het Lam, en het sprak als de ādraak.” Waaraan ken je de godsdienstige macht die jou en mij, die ons bij het echte dienen van Christus wil weghalen. Hoe herkent iemand die daar leeft waar deze macht haar sterke invloed heeft dat het hier niet om Christus gaat maar om de draak?
Het grote punt is dat we moeten letten op de inhoud. Op wat deze macht, deze zogenaamde kerk zegt en leert. Daarover volgende keer meer.
HET BEEST UIT DE AARDE (I)
“En ik zag een ander beest opkomen, uit de aarde, en het had twee hoorns, als die van het Lam, maar het sprak als de draak.” Openbaring 13:11
We zien nu een tweede beest opkomen. In dienst van de draak. In dienst van de duivel. Een die twee horens als het Lam heeft. Wanneer je alleen naar het uiterlijk kijkt zou je zeggen dat het hier om Christus gaat, dat het hier om de kerk als het lichaam van Christus gaat. Het uiterlijk is voor gelovigen zo vertrouwd. De naam kerk staat als het ware op de huid van dit dier gehangen. Veel woorden en uiterlijkheden geven je de indruk dat dit beest met Christus, met het Lam van God verbonden is. Dat boezemt veel mensen op aarde vertrouwen in.
Moeten we hier nu verbaast over zijn? Nee. Ik kom er in volgende meditaties nog op terug. Dat de Geest ons dit laat zien, wijst er op hoe de HERE in Zijn genade ons als onze God en Vader de weg wil wijzen. Hoe Hij ons dit in Openbaring vertelt om op tijd het gevaar dat op ons afkomt te herkennen. De duivel komt namelijk niet alleen op ons af met openlijk vijandige machten. Hij komt ook naar ons toe door mensen, organisaties die heel aantrekkelijk en vriendelijk lijken. Die zelfs christelijk lijken en zich ook christelijk noemen. Waarvan velen ook zelf denken dat ze in dienst van Christus staan.
Ik noem nu vanuit Gods Woord verschillende voorbeelden waarin dit ook wordt gezegd:
“Want zulke lieden zijn schijn-apostelen, bedrieglijke arbeiders, die zich voordoen als āapostelenā van āChristus. Geen wonder ook! Immers, de āsatanā zelf doet zich voor als een āengelā des lichts. 15Het is dus niets bijzonders, indien ook zijn dienaren zich voordoen als dienaren der āgerechtigheid; maar hun einde zal zijn naar hun werken.” 2 Kor 11:13-15
De Here Jezus zegt zelf: “Wacht u voor de valse profeten, die in schapevacht tot u komen, maar van binnen zijn zij roofgierige wolven. Aan hun vruchten zult gij hen kennen: men leest toch geen ādruivenā van dorens of āvijgenā van distels?’ Matt 7:15,16
GOD SE RUSDAG GEGROND IN DIE DIE SKEPPING
"Ses dae moet jy arbei en al jou werk doen; maar die sewende dag is die sabbat van die Here jou God; dan mag jy géén werk doen nie — jy of jou seun of jou dogter, of jou dienskneg of jou diensmaagd, of jou vee of jou vreemdeling wat in jou poorte is nie. Want in ses dae het die Here die hemel en die aarde gemaak, die see en alles wat daarin is, en op die sewende dag het Hy gerus. Daarom het die Here die sabbatdag geseën en dit geheilig.” Eksodus 20:8-11
Dit sou verkeerd wees om aan te neem dat die vaste rusdag eers ingestel is toe God die 10 Gebooie by die berg Sanai afgekondig het.
Deur net Eksodus te lees, word dit al duidelik! Dit is naamlik so dat voordat die HERE die 10 Gebooie met Sy eie stem vanaf die berg Sinai afkondig, die volk Israel reeds op die sewende dag rus. Ons lees in Eksodus 16 hoe Israel juis in verband met die sewende dag as die rusdag op die sesde dag 'n dubbele porsie manna moet insamel. Sien veral Eksodus 16:4,5, 22-30. Op die sewende dag, die HERE se rusdag, sal daar geen manna wees nie. Die HERE sorg dat die manna wat dan ingesamel word die volgende dag nie sleg is nie. Die manna kan dan ‘n dag langer goed gehou word.
Die motief wat die HERE in Eksodus 20 vir die rusdag noem, is dat Hy by die skepping van hemel en aarde op die sewende dag gerus het: “Want in ses dae het die Here die hemel en die aarde gemaak, die see en alles wat daarin is, en op die sewende dag het Hy gerus. Daarom het die Here die sabbatdag geseën en dit geheilig.” Vers 11
Ons lees dit ook in Genesis 2: “So is dan voltooi die hemel en die aarde met hulle ganse leërmag. En God het op die sewende dag sy werk voltooi wat Hy gemaak het, en op die sewende dag gerus van al sy werk wat Hy gemaak het.
En God het die sewende dag geseën en dit geheilig, omdat Hy daarop gerus het van al sy werk wat God geskape het deur dit te maak.”vs 1-3
Een dag in die week rus behoort by God se wil wat goed is vir alle mense
HET BEEST UIT DE ZEE (IX)
“Indien iemand een oor heeft, hij hore. Indien iemand in gevangenschap voert, dan gaat hij in gevangenschap; indien iemand met het āzwaardā zal doden, dan moet hij zelf met het āzwaardā gedood worden. Hier blijkt de volharding en het geloof der āheiligen.” Openbaring 13:9,10
Er zijn dus tijden dat het lijkt alsof de hele samenleving zich tegen Christus en Zijn kerk keert. De mens wil eigen baas zijn. De kerk wordt aangevallen en het lijkt dan alsof er geen redden aan is. Moet de kerk zich dan om te overleven en eventueel weer nieuwe leden te krijgen aanpassen? Moeten we dan de scherpe kantjes van het evangelie afvlakken? Nee, kijk maar eens in vers 9,10.
Christus laat ons weten dat het juist in zulke omstandigheden zo nodig is om te horen wat de Geest, wat de Drie-enige God zegt. Je leven met Christus, je leven in diepe liefde en daarom gehoorzaamheid aan God kan er voor zorgen dat je in gevangenschap komt of zelfs daarom doodgemaakt wordt.
Let er op dat de gelovigen hier heiligen genoemd worden. Mensen die door Gods genade apart gezet zijn. Mensen die geloof hebben gekregen als onverdiende liefde van God. Mensen die het volhouden ondanks alle bedreiging niet uit eigen kracht maar door de kracht van de Heilige Geest. Mensen die al van voor de schepping staan in het boek van het Lam, het boek van het leven door God in Zijn liefde Zijn geschreven. Als ik er nu aan denk dat ik om mijn geloof, om wat ik vanuit Bijbel uitdraag ook aan normen en waarden, de gevangenis in moet of zelfs voor het vuurpeloton wordt gezet dan denk ik: dat kan ik niet. Dan denk ik dat ik bezwijk. Wat zegt de HERE nu tegen jou en mij? Als je in eenvoudig vertrouwen op Mij leeft, als je Christus als de grootste liefde van je leven kent, geef Ik je het geloof, de volharding die je ook dan nodig hebt om Mijn getuige te zijn. Als het moet tot in de dood. Daar sta Ik zegt de HERE om het offer van Christus garant voor. Wie alleen uiterlijk gelooft, gaat het niet volhouden. Als je dat nu bij jezelf weet wat is het nodig en goed om tot Christus te gaan. Om je op het gebed met berouw over eigen ongeloof en kleingeloof aan Hem toe te vertrouwen. Zodat je hoort bij de heiligen die zelfs door verdrukking en vervolging heen het eeuwige leven binnengaan in plaats van de eeuwige dood.
Dan vind je rust bij de enige die het leven kan geven dat niet stuk te krijgen is. Tot Zijn eer.
PINKSTERFEES - PAASFEES
"En toe die dag van die Pinksterfees aangebreek het". Handelinge 2:1a
Op die Pinksterfees word duidelik dat die Paasfees tot sy doel gekom het. Die bevryding uit Egipte het daartoe gelei dat die volk in die beloofde land gekom het en nou van die opbrings van hierdie land kan lewe. Die begin van die oes wat op die tweede dag van die Paasfees gevier word het tot sy doel gekom. Op die tweede dag van die Paasfees het Israel die eerstelingsgerf, die eerste are van die oes aan die HERE aangebied. Op die Pinksterdag het Israel die resultaat van die oes aan die HERE aangebied. Dan kom God se volk nie meer met 'n gerf, met are nie. Dan het hulle al begin om die oes te verwerk. Want wat gee hulle op die Pinksterdag aan die HERE? Dit lees ons in Levitikus 23: 17: "Julle moet uit jul woonplekke twee beweegbrode bring; dit moet van twee-tiendes van 'n efa fynmeel wees, gesuurd moet dit gebak word as eerstelinge aan die HERE".
Op die Pinksterdag gee Israel aan die HERE die begin van die resultaat van die oes. Die HERE word erken as die Gewer van alles wat ook die reg op die resultaat van die oes het. Ook die meel en die brood, wat die resultaat van die oes is, is gawes van die HERE.Nou gebeur dit dat die HERE op hierdie dag die Heilige Gees uitstort. Die Paasfees het tot sy doel gekom. Die Here Jesus het gesterf aan die kruis en so die bevryding uit die tronk van sonde en duiwel vir die gelowiges verdien. Deur Christus se lyding en Sy opstanding, Sy oorwinning op die dood het die begin van die heerlike oes vir God se volk gekom. Die Here Jesus het die groot oes verdien.
Nou kom op die Pinksterdag die kroon op die werk van die verlossing.Nou kom die vervulling van wat op die Paasfees gebeur het. Nou word vir altyd duidelik dat Christus se sterwe aan die kruis, dat Sy oorwinning op die dood heerlike gevolge sal hê. Dat Sy werk tot voltooiing sal kom. Dat Sy werk 'n heerlike en wonderlike groot resultaat sal hê. Die oes van Christus se werk sal nie tot die volk Israel beperk bly nie. Die Gees wat gekom het sal die gelowiges as profete oor die wêreld versprei. Hulle maak tot verkondigers van die evangelie wat elkeen oproep om Christus te volg. Die Gees wat gekom het sal mense uit alle volke tot Christus bring. Christus se werk sal heerlike resultate hê.
GEEST - PINKSTEREN - WET
“Want als u naar het vlees leeft, zult u sterven. Als u echter door de Geest de daden van het lichaam doodt, zult u leven.” Romeinen 8:13
Morgen Pinksteren. Het heerlijke feest van de uitstorting van de Heilige Geest. Heerlijk dat de Vader en de Zoon de Geest zo gegeven hebben dat je het vol kunt houden in geloof en dat je juist als kind van God midden in de wereld als christen kunt en wilt leven. Dat je door de Geest de blijdschap van het geloof zo leert kennen dat je van Christus in deze wereld getuigt met woord en daad.
De Joden vierden met Pinksteren ook dat de HERE Zijn wet aan Zijn volk gegeven had. Zijn wet die laat zien wat het goede leven is zoals God dat wil. Het leven in dienst van God. De HERE is de enige die in en in goed is en de enige die weet wat echt goed voor jou en mij is. Pinksteren is niet het feest dat wij volgens onze eigen vrije geest maar kunnen leven en het dan wel goed komt. Veel mensen hebben dat er van gemaakt en vertellen ons dat dit het evangelie zou zijn. Dat is niet waar. Dat is een leugen. Leven op eigen gevoel, loopt altijd dood in Gods oordeel. In de tekst uit Romeinen 8 die hier boven staat, zie je dat heel duidelijk. Leven naar het vlees is leven volgens wat ons eigen hart wil, is leven zoals de mensen om ons heen menen dat het goed is. Leven naar het vlees is meevaren op de golven van de samenleving en cultuur. Varen op de golven van wat die goed en verkeerd vinden. De Heilige Geest die in ons wil wonen, leert ons juist om dat niet te doen. De Geest bindt ons uit liefde voor God juist aan Gods wet. Niet om iets te verdienen maar omdat ons hart, ons leven bij Christus hoort. Omdat Hij onze grote liefde is. Dan Zijn Gods wet en de Geest geen tegenstelling. De Geest leert ons om de zonden (daden van het lichaam) al meer uit ons leven te willen bannen. De Geest leert ons juist met een door Hem veranderd hart voor Christus te leven volgens de wil van onze hemelse Vader. Pinksteren is niet het feest van de vrijgevochten menselijke geest. Het is o.a. het feest dat we ons hart en onze wil al meer willen binden aan Gods wil. Met liefde door Christus verdiend en van de Vader gekregen.
HET BEEST UIT DE ZEE (VIII)
“En het beest werd macht gegeven om oorlog te voeren tegen de heiligen en om hen te overwinnen, en hem werd macht gegeven over elke stam, taal en volk. En allen die op de aarde wonen, zullen het aanbidden, althans van wie de namen niet zijn geschreven in het boek des levens van het Lam Dat geslacht is, van de grondlegging van de wereld af.” Openbaring 13:7,8
We moeten niet vergeten dat wat we in hoofdstuk 13 lezen het gevolg is van het oorlog voeren tegen Christus’ trouwe kerk waarvan we in hoofdstuk 12:17 lezen. In deze oorlog worden ook de politieke machten ingeschakeld. Zo was het in de tijd van het Nieuwe Testament en ook in de tijd van de vervolging door de Romeinse overheid en keizers. Zo is het ook nu.
Het beest laat zijn ware aard zien in wat we lezen in vers 1 en 5. We lezen daar hoe vanuit hem de godslasteringen komen. Dan gaat het om het lasteren van de enig ware God. Dan gaat het om het lasterlijk spreken over Christus als de Verlosser en Koning van het leven. Alsof de HERE als Hij al bestaat een slavendrijver zou zijn. Dat als Hij bestaat en het offer van Christus in onze plaats wil een bloeddorstige God zou zijn. Alsof het leven met Christus als de Heer van je leven je eigen mens-zijn en je eigen vrijheid zou aantasten. Een god die dat wil, wil jij toch niet. Allerlei normen in de Bijbel op bijvoorbeeld seksueel terrein en ook de taak die we als vrouw en man op aarde hebben, worden belachelijk gemaakt. Die zouden onderdrukkend zijn.
Wie vandaag menselijk gevoel en verstand als het hoogste aanprijst. Wie zegt: maar zo voel ik toch, krijgt applaus en hoeft eigen leven niet onder de norm van de HERE en Zijn Woord te leggen. In feite betekent dit dat we met elkaar dan het beest en de draak aanbidden. Dat we dan eigenlijk willen horen bij het koninkrijk van de duivel. De macht van dit denken en ook het opleggen van dit denken zul je in de geschiedenis zien.
DERDE GEBOD - LEVITIKUS 24 (IV)
“Jy mag die Naam van die HERE jou God nie ydellik gebruik nie, want die HERE sal die een wat sy Naam ydellik gebruik, nie ongestraf laat bly nie.” Eksodus 20:7
Die HERE vertel vir Moses wat die straf op die laster en vloek van sy Naam moet wees. Moses kry die opdrag om dit weer aan die volk oor te dra. Die straf waarvan die HERE praat gaan nie net oor hierdie seun nie. Na aanleiding van dit wat gebeur het, maak die HERE bekend wat die straf vir hierdie sonde moet wees.
En dit is die doodstraf. Hierdie sonde is vir die HERE baie swaar. Ons bely dit ook in die Heidelbergse Kategismus as daar by die uitlegging van die derde gebod o.a. dit gesê word: “want geen sonde is groter en vertoorn God meer as die lastering van sy Naam nie. Daarom het Hy beveel om dit met die dood te straf.” (Antwoord 100)
Laster en vloek is nie een of ander klein sondetjie nie. Die HERE neem dit doodernstig op. ‘n Mens speel regtig met sy lewe en ook met sy ewige heil. Die HERE wys dit ook duidelik in die derde gebod. Ons lees in die gebod self al baie duidelik hoe God met sy straf dreig as mense sy Naam ligvaardig gebruik. Die meeste van die Tien Gebooie praat nie dadelik van straf nie maar dit gebeur wel by die derde gebod: “want die HERE sal die een wat sy Naam ydellik gebruik, nie ongestraf laat bly nie.”
Die HERE onderstreep die erns van hierdie sonde verder deur ook van hulle wat die lastering gehoor het ‘n sekere handeling te vra.
Hulle wat die geveg gesien het, het ook die woorde van lastering en vloek gehoor. Hulle word by die voltrekking van die doodstraf betrek. Ons sien dit as die mense in die laer op God se bevel buite die laer gaan en die seun saamneem. Dis nie so dat hierdie seun dan dadelik gestenig word nie. Die HERE het eers nog iets anders voorgeskryf: “en almal wat dit gehoor het, moet hulle hande op sy hoof lê; dan moet die hele vergadering hom stenig.”
Oor die laaste die volgende keer meer.
HET BEEST UIT DE ZEE (VII)
“En het beest werd macht gegeven om oorlog te voeren tegen de heiligen en om hen te overwinnen, en hem werd macht gegeven over elke stam, taal en volk. En allen die op de aarde wonen, zullen het aanbidden, althans van wie de namen niet zijn geschreven in het boek des levens van het Lam Dat geslacht is, van de grondlegging van de wereld af.” Openbaring 13:7,8
Verschrikkelijk als vervolging en verachting over je komen als kerk en als kind van God. Ik denk nu ook aan het een verhaal uit onze eigen Nederlandse geschiedenis rond 1836. Gelovigen komen rond het evangelie samen op een boerderij. De voorganger is ds AC van Raalte. De overheid wil niet dat mensen zich van de grote protestantse kerk van ons land afscheiden. De politie komt in de kerkdienst en beveelt ds van Raalte om de kerkdienst te ontbinden. In naam van de koning. Van Raalte antwoordt dat hij een dienaar van de Koning van de koningen is en dit niet kan doen en vraagt de gelovigen wat zij er van vinden. Ze blijven allemaal in de kerkdienst. Het gevolg voor het gezin dat onderdak verleend heeft, is dat al hun bezit hen wordt afgenomen door de overheid. Je ziet hier het beest uit de aarde werken. Zover kunnen dingen komen. Als je dan kijkt in vers 8b-10 zie je hoe de HERE het boek Openbaring als troostboek voor Zijn kerk gegeven heeft. De duivel kan zo tekeer gaan in de tijd tot de Christus terugkeer op de wolken. Christus laat zien dat de vervolging door de politiek, door machten in de samenleving heel groot en heel erg kunnen zijn. Als dat gebeurt moeten we niet denken dat de HERE er niet is, dat Christus niet regeert. Dan moeten we ons niet laten meeslepen door een overheid die propageert dat er geen God is en die zeker Christus niet als de Koning respecteert. Die dingen gebeuren. Hoe erg ook. Ook die wijzen er op dat Christus gaat komen op de wolken. In die strijd, hoe zwaar ook, zijn wij niet aan de heidenen en ook niet aan het beest op de aarde overgeleverd. Kijk maar mee in vers 8: “En allen, die op de aarde wonen, zullen het (beest) aanbidden, ieder, wiens naam niet geschreven is in het āboekā des levens van het Lam, dat geslacht is, sedert de grondlegging der wereld.”
Al gaat voor je gevoel de hele wereld achter het ongeloof aan. Toch zijn er die dat niet doen. Dat zijn zij die in het boek van het leven van het Lam geschreven staan. De duivel met zelfs de ergste staatsmacht en de ergste martelingen en verleidingen krijgt hen die geschreven staan in dat boek niet definitief in zijn kamp. Dat betekent voor de gelovige dat Christus als het Lam dat de ergste vervolging op aarde heeft meegemaakt en tot in de diepste diepte onder Gods toorn is doorgegaan voor jou verdiend heeft dat je staande zult blijven. Niet in eigen kracht maar door Zijn kracht, door Zijn Geest! Dat is niet onzeker want dan staat je naam zelfs al van voor de schepping in dat boek. Door God er in geschreven en daarom vast en zeker en er nooit uit te krijgen.
DERDE GEBOD - LEVITIKUS 24 (III)
“Jy mag die Naam van die HERE jou God nie ydellik gebruik nie, want die HERE sal die een wat sy Naam ydellik gebruik, nie ongestraf laat bly nie.” Eksodus 20:7
Die woord laster wat in Lev 24:11 gebruik word, wys daarop dat die seun verkeerde dinge van die HERE sê, dat Hy die HERE smaad aandoen. Hy noem God se Naam, wat HERE is, en smeer die HERE swart. Dit beteken dat hy openlik sê dat die HERE nie die God is wat Hy sê dat Hy is nie. Dat hy die HERE se mag en trou openlik aanval. Dit beteken dat hy openlik sê dat die HERE nie die enigste God is nie. Dalk het hy in daardie omstandighede gesnou dat die HERE sy volk nog steeds nie na Kanaän gebring het nie en dat hulle nou nog steeds in die woestyn sukkel. Is dit nie ‘n bewys dat die HERE glad nie die Almagtige is nie?Laster is dat God se reputasie, wat Hyself vir ons geopenbaar het, aangeval word. Die tweede ding wat hierdie seun doen is dat hy God se Naam vloek. Waaraan moet ons by vloek dink? Die woord vloek wat hier gebruik word, wys veral daarop dat iets wat ernstig is , ligsinnig gemaak word. Iets of iemand word verkleineer. Dit beteken dat die HERE se Naam ligvaardig gebruik word. Hier kom ons ook by die woord wat in die derde gebod genoem word: ydellik. Ydellik gebruik beteken dat ‘n mens God se Naam op ‘n manier gebruik wat nie by die eerbied vir die HERE pas nie. Die HERE se Naam word dan nie uitgespreek op die manier wat by sy statuur pas nie.As ons na Levitikus 24 terugkeer. is dit duidelik dat die een seun gesondig het. Die volk herken ook die sonde en saam met Moses is hulle daarvan oortuig dat hy vanweë sy sonde gestraf moet word. Hulle sit hom in die tronk. (vs 12) Hulle bewaak hom daar totdat die HERE vir hulle duidelik gemaak het wat die straf is wat hierdie seun verdien het. Die HERE het nog nie gesê wat met iemand moet gebeur wat Hom so laster en vloek nie.
IN ONZE SCHULP KRUIPEN?
“En ook allen die godvruchtig willen leven in Christus Jezus, zullen vervolgd worden.” 2 Timotheus 3:12
Je kijkt naar het nieuws. Daar wordt verteld dat er nog reformatorische basisscholen zijn die vanuit de Bijbel zeggen dat vanuit de Bijbel het huwelijk bedoeld is voor een man en vrouw en niet tussen twee mensen van hetzelfde geslacht. Dat wordt zo gebracht dat dit toch eigenlijk wel heel gek is. Er wordt zelfs aan het ministerie van Onderwijs gevraagd of dit wel kan. Het ministerie antwoord daarop dat ze hier niets aan kunnen doen zolang homoseksualiteit zelf maar niet veroordeeld wordt. Voor mij is dit allemaal een vreemd onderscheid. Dat daar gelaten.
Een ding is duidelijk dat als we tegen onze kinderen en anderen dit zonde noemen wat de HERE in Zijn Woord zonde noemt we al meer tegenover de wereld om ons heen komen te staan. Al geef je liefde aan iedereen, al wil je er voor iedereen in liefde zijn maar je zegt vanuit Gods Woord dat bepaalde zaken strijden met Gods wil en dus zonde zijn dan moet je eigenlijk zwijgen. Dan wordt je als een gevaar voor anderen gezien en als een gevaar voor de kinderen. We zeggen dat er vrijheid van meningsuiting is, dat er vrijheid is om ook het evangelie uit te dragen maar in de praktijk lijkt dat al minder te worden. De burgerwaarden van de meerderheid of van de mensen die het voor het zeggen hebben moeten uitgedragen worden. Dat doet zeer. Dat zijn we als christenen in dit land niet gewend. We hebben de neiging om in onze schulp te kruipen. Dat moeten we niet doen want Gods wil is heilig en goed voor ons allemaal. Ook als het bij onszelf anders voelt. Niet in onze schulp kruipen en dan eventueel vervolging ondergaan. Daarbij moeten we dan o.a. bedenken dat de Here Jezus in Mattheus 5 ook dit heeft gezegd: “Zalig bent u als men u smaadt en vervolgt, en door te liegen allerlei kwaad tegen u spreekt, omwille van Mij. Verblijd en verheug u, want uw loon is groot in de hemelen, want zo hebben ze de profeten vervolgd die er vóór u geweest zijn.” Vs 11,12
Blijven getuigen en blijven opvoeden en onderwijs geven volgens Gods Woord. Blijven getuigen zonder ooit tot geweld over te gaan. Dan geeft de Geest de moed en zelfs de woorden om als Gods kind in de wereld te staan. Om als ouders en scholen trouw aan Christus in de wereld je plaats in te nemen. Zelfs als de overheid je tot zwijgen wil brengen.
GODS TROON IN HEMEL EN OP AARDE
"In het jaar dat koning Uzzia stierf, zag ik de Heere zitten op een hoge en verheven troon, en de zomen van Zijn gewaad vulden de tempel." Jesaja 6:1
Dit is een tekst waarbij mij bij de voorbereiding van de preek over Psalm 47 voor Hemelvaartsdag iets opviel. Iets dat ik nog nooit zo gezien had. De ark stond in de tijd van Jesaja nog in de tempel. De ark is de troon van God op aarde. De HERE woonde op een heerlijke en bijzondere manier in de tabernakel en de tempel onder Zijn volk. Hier zien we dat de ark een deel van Gods troon is. Het onderste gedeelte. Het zijn de zomen van de kleren die de HERE aan heeft die tot in de tempel reiken. Tot in het Heilige der heilige. De HERE is daar heel bijzonder aanwezig. Het was daar echt heilige grond. Toch was de ark niet meer dan het onderste gedeelte van de troon. De HERE zit op Zijn troon in de hemel! Zijn troon reikt van de hemel tot op de aarde. Denk dan ook aan de woorden van de Here Jezus vlak voor Zijn hemelvaart dat Hem alle macht in hemel en op aarde is gegeven. Hij gaat in Gods troon zitten aan de rechterhand van de Vader. De Vader en de Zoon zorgen dat de Geest op aarde Zijn bijzondere werk gaat doen. Pinksteren. De HERE is op aarde niet de God op afstand! Hij regeert in heel de schepping! De aarde heeft ook Zijn hart. Zijn troon, Zijn bijzondere aanwezigheid is er ook op aarde. Hemel en aarde worden eens een. Dan zien we God met eigen ogen op de troon zitten. Voor wie nu onder Zijn regering bij Christus schuilen, is dat zo goed. Wat zullen we daar jubelen van vreugde omdat we de Vader en het Lam dan in de troon zien zitten met eigen ogen!
DERDE GEBOD - LEVITIKUS 24 (II)
“Jy mag die Naam van die HERE jou God nie ydellik gebruik nie, want die HERE sal die een wat sy Naam ydellik gebruik, nie ongestraf laat bly nie.” Eksodus 20:7
Die woord laster wat in Lev 24:11 gebruik word, wys daarop dat die seun verkeerde dinge van die HERE sê, dat Hy die HERE smaad aandoen. Hy noem God se Naam, wat HERE is, en smeer die HERE swart.
Dit beteken dat hy openlik sê dat die HERE nie die God is wat Hy sê dat Hy is nie. Dat hy die HERE se mag en trou openlik aanval. Dit beteken dat hy openlik sê dat die HERE nie die enigste God is nie. Dalk het hy in daardie omstandighede gesnou dat die HERE sy volk nog steeds nie na Kanaän gebring het nie en dat hulle nou nog steeds in die woestyn sukkel. Is dit nie ‘n bewys dat die HERE glad nie die Almagtige is nie?
Laster is dat God se reputasie, wat Hyself vir ons geopenbaar het, aangeval word.
Die tweede ding wat hierdie seun doen is dat hy God se Naam vloek. Waaraan moet ons by vloek dink? Die woord vloek wat hier gebruik word, wys veral daarop dat iets wat ernstig is , ligsinnig gemaak word. Iets of iemand word verkleineer. Dit beteken dat die HERE se Naam ligvaardig gebruik word. Hier kom ons ook by die woord wat in die derde gebod genoem word: ydellik. Ydellik gebruik beteken dat ‘n mens God se Naam op ‘n manier gebruik wat nie by die eerbied vir die HERE pas nie. Die HERE se Naam word dan nie uitgespreek op die manier wat by sy statuur pas nie.
As ons na Levitikus 24 terugkeer. is dit duidelik dat die een seun gesondig het. Die volk herken ook die sonde en saam met Moses is hulle daarvan oortuig dat hy vanweë sy sonde gestraf moet word. Hulle sit hom in die tronk. (vs 12) Hulle bewaak hom daar totdat die HERE vir hulle duidelik gemaak het wat die straf is wat hierdie seun verdien het. Die HERE het nog nie gesê wat met iemand moet gebeur wat Hom so laster en vloek nie.
HEMELVAARTSDAG 2022
“En Hij hief Zijn handen op en zegende hen.” Lukas 24:50
De wereld staat in brand. Jouw leven is misschien wel heel onrustig. Toch vieren we dag waarop de Here Jezus naar de hemel is gegaan. Veertig dagen na Zijn opstaan uit de dood. Hij vaart op naar de hemel terwijl Hij Zijn leerlingen, Zijn kerk zegent.
Hij laat zo zien dat Zijn zegen er altijd is voor wie op Hem bouwt als de Koning van hemel en aarde. De Here Jezus gaat niet maar naar een veilige plaats om de aarde aan haar lot over te laten. Zijn Goddelijke zegen die Hij zelfs voor zondaren die tot Hem vluchten verdiend heeft, blijft van Hem komen. Hoe klein de kerk ook was op dat moment, toch wordt ze door Christus die de Almachtige Koning is, gezegend. Zijn hulp, Zijn leiding, Zijn bescherming, Zijn vergeving, Zijn liefde enzovoort enzovoort komt over wie in diepe liefde en eerbied Hem wil volgen. Volgens het Woord van de hemelse Vader. Hij stuurt over 10 dagen de Heilige Geest om je alle kracht en woorden te geven om in geloof te leven en te blijven leven. Om als kerk tegen alles in trouw te blijven aan het Woord. Hoe er ook aan je getrokken wordt door mensen die vinden dat je je moet aanpassen aan de cultuur tegen Gods Woord in. Hoe er ook aan je getrokken wordt doordat mensen zeggen: moet je eens kijken wat een ellende op de wereld. Zou je dan nog in Christus als Koning geloven?
De Geest van Christus wil tegen alles in heel dicht bij je zijn, zelfs in je hart om op weg te zijn naar Gods toekomst. Christus laat wie met al zijn of haar nood tot Hem komt niet alleen. Dan sta je onder de zegen van de Koning van de koningen. Dan geldt wat we aan het einde van Romeinen 8 lezen: “Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard? Zoals geschreven staat: Want omwille van U worden wij de hele dag gedood, wij worden beschouwd als slachtschapen.Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad. Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch krachten, noch tegenwoordige, noch toekomstige dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere.”vs 35-39
De hemelvaart van Christus is echt iets om feestelijk te vieren!
DERDE GEBOD - LEVITIKUS 24 (I)
“Jy mag die Naam van die HERE jou God nie ydellik gebruik nie, want die HERE sal die een wat sy Naam ydellik gebruik, nie ongestraf laat bly nie.” Eksodus 20:7
Ons wil die derde gebod aan die hand van ‘n sekere Skrifgedeelte behandel. Dis nie 'n baie bekende verhaal nie, waarskynlik omdat dit tussen allerhande wette wat die HERE vir sy volk gee, geskryf staan.. Ons vind hierdie verhaal in Levitikus 24.
Moses is in die tent van die samekoms. Die HERE vertel daar vir hom hoe die volk moet lewe. Hy gee vanaf Levitikus 19 steeds weer dieselfde rede vir die manier waarop Israel moet lewe.. Twee voorbeelde daarvan is:
19:2: “Spreek met die hele vergadering van die kinders van Israel en sê vir hulle: Heilig moet julle wees, want Ek, die HERE julle God, is heilig.”
22:31,32: Hou dan my gebooie en doen dit. Ek is die HERE. En ontheilig my heilige Naam nie, sodat Ek geheilig kan word onder die kinders van Israel. Ek is die HERE wat julle heilig.”
Dit is hier duidelik dat dit in God se gebooie om sy naam gaan. Sy gebooie wys die pad na die goeie lewe. Die goeie lewe sal ook uitloop op die lof op God.
Terwyl die HERE vir Moses sy gebooie gee, gebeur daar iets in die laer wat juis God se eer en Naam aantas. Die HERE se Naam, wat sy reputasie is, word swart gesmeer.
Twee seuns in die laer begin met mekaar baklei. Ons weet egter nie waarom nie. Die een seun is volledig ‘n Israeliet en die ander een kom uit 'n gemengde huwelik. Sy pa is ‘n Egiptenaar en sy ma ‘n Israeliet. Dit lyk asof die tweede seun en sy ouers by die groep behoort wat met Israel saam uit Egipte getrek het maar nie volledig deel van die volk was nie. Ons lees in die Bybel by 'n paar geleenthede van hierdie groep. Dis hulle wat meer as een keer die volk tot opstandigheid teen die HERE opsweep. Hierdie groep van gemengde bloed (sien Eks 12:38) is dit wat o.a. in Numeri 11 begin kla. Dit is vir hulle nie goed genoeg dat die HERE elke dag manna in die woestyn as voedsel gee nie. Die begin van hierdie opstandigheid lees ons in Num 11:4: “En die gemengde bevolking wat onder hulle was, is met lus bevang. Toe het die kinders van Israel ook weer geween en gesê: Wie sal vir ons vleis gee om te eet?”
Die geskiedenis in die woestyn bewys dat God se Naam in hierdie groep nog minder geëer word as in Israel.
Dus‘ n seun uit hierdie groep baklei met ‘n Israelitiese seun. Maar hulle stamp en slaan nie net aan mekaar nie. Daar word ook woorde heen en weer geslinger. En dan klink daar woorde op uit die mond van die seun van gemengde bloed, wat die omstanders laat skrik. Hy laster en vloek die Naam van die HERE!
STRAF GOD DIE KINDERS OM DIE SONDES VAN DIE OUERS? (II)
“want Ek, die HERE jou God, is ‘n jaloerse God wat die misdaad van die vaders besoek aan die kinders, aan die derde en aan die vierde geslag van die wat My haat.” Eksodus 20:5
As ‘n mens die HERE dien, soos Hy dit wil, is jy daarvan verseker dat jy nie vir ewig gestraf sal word nie. Die HERE vergewe dan al jou sondes. Christus het ook vir die sondes van die gelowiges teen die tweede gebod gesterf. Die sondes van 'n mens se voorgeslagte kan dit nie verhinder nie.
Nou bly daar nog een vraag oor. As dit alles so is, wat beteken dan die woorde dat die HERE die sondes van die vaders aan die kinders besoek? Hierdie woorde is ‘n ernstige waarskuwing vir elke ouer. Wat gebeur as ouers sekere dinge in die HERE se diens nie so ernstig neem nie? Wat gebeur as ouers slordig in hulle kerkgang is? As hulle nie die liefde vir Christus in hulle lewe wys nie? As pa en ma baie van Christus praat maar self op allerhande punte hulle lewe nie volgens God se Woord wil inrig nie? As pa aan drank verslaaf is, as pa en ma gedurig kwaad vir mekaar is en nie werklike versoening en vrede soek nie?
In sulke situasies sien ‘n mens dikwels dat die kinders nog verder van die HERE wegraak. ‘n Mens sien dan in die geslagte dikwels verdere afval van die HERE. Kinders en kleinkinders gaan verder as wat die ouers se bedoeling was. Die HERE waarsku in die tweede gebod teen hierdie manier van lewe en opvoed. Hoe belangrik is ‘n egte Christelike opvoeding! Hoe belangrik is egte Christelike, gereformeerde skole. Gesinne en skole waar vanuit opregte liefde vir die HERE en sy Woord onderwys en leiding gegee word. Hoe belangrik is dit dat ons ook die volgende geslag weer leer om nie op ‘n eiewillige manier die HERE te dien nie. Hoe belangrik is dit wat die HERE in Deut 6: 1-9 en Psalm 78: 1-8 vir ons sê.
Die HERE is die God van die verbond wat juis in die lyn van die geslagte Sy volk by die diens aan Hom, soos Hy dit wil, wil bewaar. Hy bewaar hulle wat Hom volgens Sy wil dien en skenk hulle vergifnis en bly hulle beskerm. Dis die duisende aan wie Hy barmhartigheid bewys.
DE KERK IS NIET VAN MIJ (III)
DE KERK IS NIET VAN MIJ (II)
Want mij is ver u bekendgemaakt, mijn broeders, door de huisgenoten van Chloe, dat er ruzies onder u zijn." 1 Korinthe 1:11
Ruzies in de kerk. Een kerk die bekend staat omdat er regelmatig ruzies zijn. Ik heb het nog niet over scheuringen maar over ruzies die dooretteren. Die de sfeer in de gemeente van liefde in wantrouwen veranderen. Een sfeer die steeds weer voor botsingen zorgt. In de afgelopen 35 jaar heb ik teveel gehoord dat dit nou eenmaal zo is. Dat bepaalde mensen nu eenmaal zo zijn. Ze geloven echt wel, ze hebben veel kennis en zijn heel serieus in de leer. Heel gereformeerd maar ja ze zijn wat moeilijk en ze zeggen de dingen van tijd tot tijd wat heel scherp en ieder die het niet helemaal met ze eens is, zien ze als toch wel verdacht. Niet helemaal gereformeerd. Mensen die bepaalde dingen wat anders doen dan zij gewend zijn, zijn toch wat verdacht in de kerk. Ze passen niet echt bij onze groep. Dat is nu eenmaal zo hoor je mensen dan zeggen. Het zijn toch mensen die samen vooraan staan om het tegen de kritiek op Gods Woord op te nemen! Dat laatste dat je de Schrift voor de volle 100% serieus neemt omdat het het zuivere Woord van God is, is nodig. Onmisbaar. We hebben het Woord vande HERE en het is zo heerlijk om op Zijn Woord te geloven en zo te leven!
Maar dat doen we niet als we ruzie maken over dingen die Gods Woord niet raken maar wel onze mening en onze smaak. Dan zijn we liefdeloos bezig. Dan gaat het in de kerk om mijn of onze zaak. Dan wordt de kerk mijn of onze club waar het moet gaan zoals wij het gewend zijn of wij het willen. Dan zijn we van onszelf en niet het eigendom van Jezus Christus. Dan volgen we bepaalde mensen uit het verleden of het heden die voor ons beslissend zijn in plaats van Gods Woord, in plaats van Christus. Daar komen heel veel ruzies in de kerk van omdat het niet meer om de HERE gaat maar om ons menselijk gevoel en onze menselijke mening.
Dan kun je het over Schriftkritiek hebben maar dan doe je daar zelf als persoon of gemeente aan. Je leeft dan tegen de wil an God in en je praat het nog goed ook of je laat het bestaan. Een zijn in Christus betekent ook dat je werkelijk liefdevol met elkaar omgaat. Dat je ruzies haat en uit de wereld wil hebben. Dat je je schuldbewust voor de HERE buigt en je eigen bijdrage in dat verkeerde belijdt en de echte vrede in liefde herstelt. Wat Christus is niet gedeeld en mag niet gedeeld worden! Zie vers 13. Christus roept tot de vrede volgens Zijn Woord op. Wat een ellende als de kerk een menselijke club dreigt te worden. Dan staan we op de kruising of we kerk of secte willen zijn. Gods vrede brengt eensgezindheid in het echte geloof en daardoor in een liefdevolle band aan de HERE en aan elkaar! Dat is de weg die Christus ons wijst om te gaan. Trouw aan Zijn Woord in liefde.
DE KERK IS NIET VAN MIJ (I)
'Let namelijk op uw roeping, broeders: er zijn onder u niet veel wijzen naar het vlees, niet veel machtigen, niet veel aanzienlijken. Maar het dwaze van de wereld heeft God uitverkoren om de wijzen te beschamen, en het zwakke van de wereld heeft God uitverkoren om het sterke te beschamen." 1 Korinthe 1:26,27
We zeggen altijd weer dat Christus Zijn kerk bijelkaar brengt. Het is Zijn werk van genade. Hoe doet Hij dat? Dat lezen we hier in vers 24: "Maar voor hen die geroepen zijn, zowel Joden als Grieken, prediken wij Christus, de kracht van God en de wijsheid van God." Het gaat dus altijd om de verkondiging van Christus die ons brengt bij God als onze Vader. Het is de verkondiging van Christus als onze Verlosser, onze God en onze Koning die ons tot een eenheid als gemeente heeft te smeden. Wij hebben zo vaak onze verwachtingen hoe de kerk waar we bij horen er uit moet zien. Wij verwachten het vaak diep van binnen toch voor een deel van het aantal, van wat voor mensen er bij de gemeente horen, van de leeftijdsopbouw van de gemeente. Van allerlei dingen die wij belangrijk vinden. Als het dan anders gaat, raken we zomaar teleurgesteld. Dan worden we kritisch op de gemeente omdat die niet zo is als wij gehoopt en verwacht hadden. We zoeken toch eigenlijk volgens onze smaak en wijsheid. Wat is het belangrijk om dat aan de kant te zetten. Om op Christus te bouwen als het om deze dingen gaat. Om te willen leven van de Christus die ons verkondigd wordt hoe de gemeente ook lijkt als het gaat om de mensen die er deel van zijn. Vaak mensen die jezelf niet had uitgezocht. Christus heeft dat wel gedaan!
Dat betekent niet dat de gemeente geen roeping zou hebben. We hebben in de eerste plaats de roeping om echt dat evangelie van Christus te laten klinken en daarnaar intensief te luisteren. Daar blijft het niet bij want luisteren betekent ook een leven volgens dat evangelie. Wie je ook bent en wat voor achtergrond je ook hebt. We zijn geen een of andere menselijke club die kan zeggen: Zo zijn we nu eenmaal. De kerk bestaat niet uit wijzen naar het vlees maar wel als het goed is naar mensen die al meer wijs willen zijn volgens Gods Woord. Dat betekent o.a. dat de manier waarop we met elkaar omgaan en we omgaan met de mensen om ons heen van de liefde van Christus heeft te getuigen. Wijs zijn door de Geest betekent al meer volgens het beeld van Christus te willen leven. Om dat vanuit het evangelie van Christus als de Verlosser die je elke dag voor de vergeving van jouw eigen zonden nodig hebt, te doen. Een kerk zijn, een kerkverband zijn dat bekend staat zoals Christus daarvan spreekt in Johannes 13: "Een nieuw gebod geef Ik u, namelijk dat u elkaar liefhebt; zoals Ik u liefgehad heb, moet u ook elkaar liefhebben. Hierdoor zullen allen inzien dat u Mijn discipelen bent: als u liefde onder elkaar hebt." vs 34,35
Met minder mogen we in de kerk van Christus geen genoegen nemen. Dat vraagt om bidden en werken. Daarom is ruzie in de kerk ook zo erg. Wie echt wijs is, zoekt de ander. Altijd weer. Met liefde omdat Christus zelfs mij liefgehad heeft! Die liefde is een wonder en niet vanuit mijzelf te verklaren.
STRAF GOD DIE KINDERS OM DIE SONDES VAN DIE OUERS?
“want Ek, die HERE jou God, is ‘n jaloerse God wat die misdaad van die vaders besoek aan die kinders, aan die derde en aan die vierde geslag van die wat My haat.” Eksodus 20:5
Die laaste deel van die tweede gebod roep dikwels vrae op. Veral die gedeelte waar ons hoor: “want Ek, die HERE jou God, is ‘n jaloerse God wat die misdaad van die vaders besoek aan die kinders, aan die derde en aan die vierde geslag van die wat My haat.”
Is dit so dat die HERE die ouers se sondes aan die kinders straf? As jou pa of ma ‘n sekere sonde gedoen het, ontvang jy die straf daarvoor? Straf die HERE jou dan, al wou jy niks met daardie sonde te doen gehad het nie?
Die Bybel is op hierdie punt baie duidelik. Die HERE straf nie die sondes van die ouers aan die kinders nie en ook nie die sondes van die kinders aan die ouers nie. Die HERE se reël is dat die mens, die siel wat sondig, moet sterwe. Sien hiervoor Esegiël 18. Die HERE wys in hierdie hoofstuk aan die hand van meerdere voorbeelde dat Hy elkeen persoonlik beoordeel op dit wat hy doen. Die HERE laat jou nie die gevangene van jou kinders wees nie. Hy laat kinders ook nie die gevangenes van hulle ouers wees nie. Hy laat mense nie die gevangenes van hulle voorgeslagte wees nie. ‘n Duidelike voorbeeld daarvan is dit wat met Korag, Datan en Abiram gebeur, na aanleiding van hulle opstand teen Moses en Aäron.
Ons lees van hierdie opstand in Num 16. Die HERE straf hierdie opstandelinge deur hulle met hulle volgelinge en gesinne te dood. Hulle gesinne word nie gestraf omdat hulle hul vrouens en kinders was nie. Hulle wat saam met Korag, Datan en Abiram in die dood saamgesleep word het geen afstand van hulle verkeerde dade geneem nie. Later lees ons naamlik dat Korag se seuns nie deur God se straf getref is nie. Ons lees dit in Numeri 26: 9-11: “Dit is Datan en Abiram wat na die vergadering opgeroep was, wat getwis het teen Moses en Aäron in die bende van Korag toe daar teen die HERE getwis is. En die aarde het sy mond oopgemaak en hulle verslind, saam met Korag, toe die bende gesterf het deurdat die vuur die tweehonderd-en-vyftig man verteer het; en hulle het tot ‘n teken geword. Maar die seuns van Korag het nie gesterf nie.”
GOD BEDENKSEL VAN MENSEN?
“En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis”. Genesis 1:26a
Dominee, is God geen bedenksel van ons als mensen? Is het niet zo dat de mensen er eerst waren en dat daarna God kwam? Is het niet zo dat God bestaat bij de gratie van mensen? Dit zijn vragen die in onze tijd zomaar naar ons toe kunnen komen. Mensen in onze tijd vinden dit heel logische gedachten. Je kunt ze bij je opleiding, op je werk en op allerlei plaatsen zomaar horen. Deze vragen kunnen jou gesteld worden en misschien raakt het je hart ook wel.
Het mooie is dat je al in de eerste hoofdstukken van de Bijbel het antwoord van de HERE op deze vragen krijgt. Ik noem een paar dingen die laten zien dat niet de mens eerst was maar de enig levende God.
Genesis 1:1: “In het begin schiep God de hemel en de aarde.” De oorsprong van alles komt niet van ons als mensen. Het komt ook niet van een of ander heel heet deeltje dat ontploft is bij de oerknal. Het komt van de enige God die er altijd al was.
“En God zei”. We lezen het steeds weer in Genesis God sprak 1 en dan komt er weer een deel van Gods goede schepping. De HERE spreekt als eerste. Hij spreekt scheppend. Hij is de eerste die woorden gebruikt! Hij is de eerste Spreker. Hij is het die de mens het vermogen geeft om te praten. Hij is het die de mens het vermogen geeft om te reageren op Zijn spreken en op Zijn werk!
We lezen in 2:8: “Toen vormde de HEERE God de mens uit het stof van de aardbodem en blies de levensadem in zijn neusgaten; zo werd de mens tot een levend wezen.” Het is niet de mens die God maakt maar God die de mens maakte. Het is niet de mens die God en goden het leven geeft maar het is de enig levende God die de mens de adem geeft om te leven. God is geen bedenksel (projectie) van de mens maar de mens is een schepsel door God geschapen. Laten we onszelf zo ook gedragen en vol eerbied en verwondering over Hem spreken!
SKRIF EN TRADISIE
“Jy mag nie vir jou ’n gesnede beeld maak nie – enige afbeelding van wat in die hemelruim daar bof op die aarde hier onder, of in die water onder die aarde is nie. Jy mag nie voor hulle in aanbidding buig nie, en jy mag hulle nie dien nie; want Ek, die HERE jou God, is ’n besitlike God” Eksodus 20:4,5
Ons het net gesien hoe Sondag 35 by die uitleg van die tweede gebod die verkondiging van die evangelie beklemtoon. Die Bybel en die verkondiging van die evangelie moet vir elke mens die norm wees.
As ‘n mens menslike tradisie, hoe goed ook al, aan die Bybel gelykstel, is ‘n mens met beeldediens besig. Dan sondig hy teen die tweede gebod.
Dis ook nie reg om iets uit die verlede met die Bybel gelyk te stel nie. Die Bybel en daarmee wat die HERE gesê het, moet altyd ons enigste norm wees. Nou kan die vraag kom: Hoe is dit dan moontlik dat die kerke wat uit die groot Reformasie kom Belydenisskrifte het? Is die Belydenisskrifte soos die Heidelbergse Kategismus, die Nederlandse Geloofsbelydenis en die Dordtse Leerreëls geen oortreding van die tweede gebod nie?
Dit sou oortreding van hierdie gebod wees as ons hierdie Belydenisskrifte aan die Bybel sou gelykstel. Dit is nie wat gebeur nie. Ek gee daarvoor nou twee redes:
- Die Belydenisskrifte wil niks anders as om dit wat in die Bybel staan na te spreek nie.Die doel daarvan is om opsommings te gee van wat die Skrif oor sekere onderwerpe leer. Die gereformeerde Belydenisskrifte wil in alles aan die Bybel gebind wees.
- Die tweede punt hang baie nou met die eerste saam. Die Belydenisskrifte is nie onveranderbaar nie. As aangewys word dat ‘n Belydenisskrif op ‘n sekere punt met die Bybel in stryd is, moet dit verander word. Die Bybel bly altyd die norm.
As ‘n mens die Belydenisskrifte nie teen die agtergrond van die Skrif lees nie, maar dit aan die Bybel gelykstel, is ‘n mens besig om afgodery met ‘n menslike geskrif te pleeg. Hier is dit baie belangrik wat ons in een van die Belydenisskrifte bely, in artikel 7 van die Nederlandse Geloofsbelydenis: “Ons mag ook geen geskrifte van mense, hoe heilig die mense ook al was, met die Goddelike Skrif gelykstel nie; ook mag ons nie die gewoonte of die groot getalle of oudheid of opvolging van tye of van persone of kerkvergaderings, verordenings of besluite met die waarheid van God gelykstel nie, want die waarheid is bo alles.”
HET BEEST UIT DE ZEE (VI)
“En (het beest) opende zijn mond tot lasteringen tegen God, om zijn naam te lasteren en zijn ātentā en hen, die in de hemel wonen. En hem werd gegeven om tegen de āheiligenā āoorlogā te voeren en hen te overwinnen”. Openbaring 13:6,7a
Je ziet het ook in ons land en onze tijd gebeuren. Het is onze overheid die het verbod op godslastering schrapt. God lasteren moet kunnen. In de naam van de vrijheid van meningsuiting moet in de samenleving er slecht over de HERE en over Christus gesproken kunnen worden. Ze moeten belachelijk gemaakt kunnen worden. Dit terwijl de HERE juist de bron van al het goede is. Terwijl in Christus Gods liefde schittert als nooit te voren. Terwijl er bij Christus alleen toekomst is te vinden voor zondige en schuldige mensen. De duivel zet alles op alles om mensen met valse berichten bij Christus weg te houden en weg te halen. Om ze een negatief beeld van de HERE te geven.
Je ziet dat de duivel en ook de politieke arm van de duivel op aarde ruimte krijgt. Hij krijgt de ruimte om met zijn godslasterlijke mond tegen de kerk van Christus oorlog te voeren. We zien op meerdere momenten in de geschiedenis dat in die oorlog de kerk bijna uit het leven lijkt te verdwijnen. De kerk wordt klein. Of in het openbare leven wordt de stem van Christus’ kerk en van het evangelie bijna niet meer gehoord. Wordt al meer teruggedrukt. Er zijn tijden dat het er op lijkt dat elk normaal denkend mens niet in Christus gelooft en met Hem leeft als de enige Verlosser en Heer. Dat moet je niet willen. Dan doe je jezelf tekort. Je wilt toch vrij zijn. Je wilt toch meetellen in de samenleving en bij de mensen om je heen. Het kan heel ver gaan. Denk maar eens aan geluiden over de vervolging van Christus’ kerk bijvoorbeeld in Noord Korea. Wie jonge kinderen vertelt over de HERE en die kinderen praten daarover op school, loopt de kans dat je kinderen van je afgenomen worden om opgevoed te worden op een manier die juist tegenover het leven met Christus staat. De overheid gebruikt dan haar beestachtige macht.
Christus vertelde ons ongeveer 2000 jaar geleden al dat deze dingen gaan gebeuren. Dat laat zien dat alles in Zijn hand is. Dat we zelfs in zulke omstandigheden niet hoeven te wanhopen. We zijn veilig en geborgen in Zijn hand. Hij houdt Zijn kerk in stand!
DIE BYBEL WYS WIE GOD IS
“Jy mag nie vir jou ’n gesnede beeld maak nie – enige afbeelding van wat in die hemelruim daar bof op die aarde hier onder, of in die water onder die aarde is nie. Jy mag nie voor hulle in aanbidding buig nie, en jy mag hulle nie dien nie; want Ek, die HERE jou God, is ’n besitlike God” Eksodus 20:4,5
Hoe kan ons nou weet hoe die HERE gedien wil word? Die enigste bron wat ons het, is die Bybel. Die Bybel is God se eie Woord en daarin hoor ons Sy stem. Hy vertel ons wie Hy is en hoe Hy wil dat ons Hom moet vereer, aanbid en volg.
In Eksodus 32 sien ons hoe belangrik dit is om werklik na die HERE se stem te luister.
God se volk is in die woestyn en het die Tien Gebooie by die berg Sinai gehoor. Dit was vir hulle ‘n besondere ervaring. Die besondere het daarin gelê dat Moses die Tien Gebooie nie namens die HERE vir hulle gegee het nie. Die HERE beklemtoon die erns van hierdie gebooie as die grondwet van sy Koninkryk deur dit met Sy eie stem vir die volk af te kondig. Israel het met vrees en bewing na die HERE se stem geluister, selfs so dat ons net daarna in Eks 20 lees: “En toe die hele volk die donderslae en die blitse en die geluid van die basuin en die rokende berg bemerk, het die volk dit gesien en op ‘n afstand bly staan. En hulle het vir Moses gesê: Spreek u met ons, dat ons kan luister; maar laat God nie met ons spreek nie, anders sterwe ons.” (18,19). Sien ook Hebr 12:18,19.
Hoe die volk ook al deur God se stem beïndruk was notans oortree hulle ‘n rukkie daarna reeds die tweede gebod. Hulle laat 'n beeld van ‘n goue bulkalf bou om die HERE te aanbid omdat hulle voel dat Moses te lank wegbly. Hulle is bang hy kom nie weer van die berg af terug nie. Hulle soek ‘n sigbare waarborg dat die HERE bestaan en dat hulle met die HERE kan kommunikeer. Hier sien ons hoe diep die sonde en die hardkoppigheid van ’n sondige mens is.
HET BEEST UIT DE ZEE (V)
“En ik zag uit de zee een beest opkomen, dat zeven koppen en tien hoorns had, en op zijn hoorns waren tien diademen, en op zijn koppen een godslasterlijke naam. ….. En het werd een mond gegeven om grote woorden en godslasteringen te spreken, en het werd macht gegeven om dit
tweeënveertig maanden lang te doen.” Openbaring 13:1,5
We moeten niet vergeten dat wat we in hoofdstuk 13 lezen het gevolg is van het oorlog voeren tegen Christus’ trouwe kerk waarvan we in hoofdstuk 12:17 lezen. In deze oorlog worden ook de politieke machten ingeschakeld. Zo was het in de tijd van het Nieuwe Testament en ook in de tijd van de vervolging door de Romeinse overheid en keizers. Zo is het ook nu.
Het beest laat zijn ware aard zien in wat we lezen in vers 1 en 5. We lezen daar hoe vanuit hem de godslasteringen komen. Dan gaat het om het lasteren van de enig ware God. Dan gaat het om het lasterlijk spreken over Christus als de Verlosser en Koning van het leven. Alsof de HERE als Hij al bestaat een slavendrijver zou zijn. Dat als Hij bestaat en het offer van Christus in onze plaats wil een bloeddorstige God zou zijn. Alsof het leven met Christus als de Heer van je leven je eigen mens-zijn en je eigen vrijheid zou aantasten. Een god die dat wil, wil jij toch niet. Allerlei normen in de Bijbel op bijvoorbeeld seksueel terrein en ook de taak die we als vrouw en man op aarde hebben, worden belachelijk gemaakt. Die zouden onderdrukkend zijn.
Wie vandaag menselijk gevoel en verstand als het hoogste aanprijst. Wie zegt: maar zo voel ik toch, krijgt applaus en hoeft eigen leven niet onder de norm van de HERE en Zijn Woord te leggen. In feite betekent dit dat we met elkaar dan het beest en de draak aanbidden. Dat we dan eigenlijk willen horen bij het koninkrijk van de duivel. De macht van dit denken en ook het opleggen van dit denken zie je in de geschiedenis. Zie je nu en in de toekomst. De HERE is Koning en laat dit het ook voor een tijd toe. Toch kan het beest niet overwinnen. Wie tegenover het beest op Christus zijn of haar leven bouwt, bouwt op de rots. Wie achter het beest aanloopt bouwt op het zand. Het beest moet na 42 maanden ophouden met dit godslasterlijk gedoe. Wat die 42 maanden betekenen zien we later.
GOD DIEN DEUR JOU EIE GEDAGTEBEELD
“Jy mag nie vir jou ’n gesnede beeld maak nie – enige afbeelding van wat in die hemelruim daar bof op die aarde hier onder, of in die water onder die aarde is nie. Jy mag nie voor hulle in aanbidding buig nie, en jy mag hulle nie dien nie; want Ek, die HERE jou God, is ’n besitlike God” Eksodus 20:4,5
Hoe kan ‘n mens God nou deur ‘n gedagtebeeld dien? Ek noem enkele voorbeelde:
- Jy leef in ‘n sekere sonde. Niemand in jou eie omgewing weet daarvan nie. Jy breek nie met daardie sonde in jou lewe nie en jy leef asof die HERE nie kan sien wat jy doen nie. Jy moet dan mooi bedink dat die HERE nie die God is wat sekere dinge nie opmerk nie. Geen muur is dik genoeg dat jy jou daar agter vir die HERE kan wegsteek nie.
- Jy kan so oor God praat en dink dat Hy vir jou net die God van liefde en genade is. Hoe ‘n mens ookal sondig en aanhou sonde doen, volgens hierdie gedagtebeeld sal Hy jou nie straf nie. God sou dan die Vader wees wat vanweë Christus se offers alles deur die vingers sien. Wie so oor die HERE dink, ken Hom nie werklik nie. Mense het God se beeld dan aangepas by hoe hulle volgens eie gedagtes wil hê dat God moet wees. Hy is dan aan menslike gedagtes en verlangens aangepas.
- Jy kan ook so oor God praat en dink dat Hy net ‘n streng Regter is. ‘n Mens wat so dink en praat sal vir iemand wat van die HERE se liefde en barmhartigheid praat, dadelik sê dat die HERE ook ‘n verterende vuur is. So’n mens sal dadelik reageer deur te sê dat God geen sonde ongestraf laat nie. Hy sal dan net God se toorn en straf sterk beklemtoon. Ook dan is ‘n mens besig om sy eie gedagtebeeld van God te volg en praat nie van die HERE soos Hy is nie. Iemand wat so praat maak mense bang en onseker. Hy skilder God as ‘n tiran sonder Sy wonderlik groot liefde. Dan glo jy in jou eie gedagtebeeld en nie in die Vader van die Here Jesus nie.
HET BEEST UIT DE ZEE (IV)
“En ik zag een van zijn koppen als dodelijk gewond, maar zijn dodelijke wond werd genezen. En de hele aarde ging het beest met verwondering achterna. En zij aanbaden de draak, omdat hij aan het beest macht gegeven had. En zij aanbaden het beest en zeiden: Wie is aan dit beest gelijk? En wie kan er oorlog tegen voeren? ” Openbaring 13:3,4
De duivel vindt het helemaal niet nodig dat ze in hem geloven. Het is prima als mensen, organisaties en overheden zeggen dat je in de mens gelooft. Dat je de normen en waarden in jezelf moet vinden. Dan weet de duivel dat we ons eigen zondige hart volgen en op weg gaan naar de eeuwige ellende.
In onze samenleving is het de mens die op troon komt. Al meer. Het gaat om mij, het gaat om ons. Het gaat om ons leven hier en nu. Dat zijn de ideeën die leven en je ziet hele massa’s daarachteraan gaan. Mensen gaan leven voor zichzelf, voor wat je op deze wereld ziet. Ze willen ook nog wel leven voor de toekomst van hun kinderen maar dan draait het nog altijd om ons als mensen. Leven voor deze wereld en voor je eigen belang dat zit in onze tijd op de troon. Daarvoor leven mensen en zo wordt het beest aanbeden zoals we dat lezen in vers 4. Je ziet dan de macht, de invloed van de draak, van de duivel. Hij is het die achter dit soort bewegingen, gedachten, filosofieën zit. Als je kijkt naar de opkomst van dit soort gedachten in onze tijd kun je je voorstellen wat we ook in vers 4 lezen: “en zij aanbaden het beest, zeggende: Wie is aan het beest gelijk? en: Wie kan er oorlog tegen voeren?” Mensen gaan in zichzelf geloven en willen niet meer dat de HERE, dat Christus hen de weg wijst. De mens denkt koning te zijn op zijn eigen mesthoop, waar het zo stinkt van de zonden en het onrecht, terwijl ze slaven van de draak en het beest zijn. Terwijl de mestlucht van de zonden vaak als heerlijk parfum vinden ruiken. Het beest is elke macht op deze wereld die ons een richting opstuurt om zonder Christus en Zijn Woord te leven. Elke macht die ons ertoe wil verleiden en later zelfs dwingen dat we de waarden en normen die we uitdragen moeten vinden in onszelf, in de cultuur, in de geest van eigen tijd. We staan in onze samenleving heel geregeld oog in oog met deze macht. Leven volgens de normen van de Bijbel, van de HERE zelf is achterlijk en bedreigend en daar moeten we vanaf. Zo moeten onze kinderen opgevoed worden. Daarom zoekt de overheid in onze tijd ook al meer invloed in christelijke, gereformeerde en reformatorische scholen om dit te kunnen doen. Hoe vriendelijk ook toch hebben we dan te maken met de invloed van het beest uit de zee. Je herkent hem juist in wat hij doet. In de ideeën die hij laat verkondigen.
DIE MENS 'N FABRIEK VAN AFGODSBEELDE.
“Jy mag nie vir jou ’n gesnede beeld maak nie – enige afbeelding van wat in die hemelruim daar bof op die aarde hier onder, of in die water onder die aarde is nie. Jy mag nie voor hulle in aanbidding buig nie, en jy mag hulle nie dien nie; want Ek, die HERE jou God, is ’n besitlike God” Eksodus 20:4,5
Dit was Calvyn wat die mens ‘n fabriek van afgodsbeelde genoem het. Ons sien in die Bybel dat hierdie woorde van Calvyn waar is. Dikwels lees ons dat die volk Israel beelde gebruik het om God te vereer.
‘n Ander voorbeeld van beelde verering lees ons in Rigters 17. ‘n Sekere Miga laat ‘n beeld maak om die HERE daarmee te dien. Dit is in ‘n periode van die geskiedenis wat die HERE met die volgende woorde omskryf: “In die dae was daar geen koning in Israel nie: elkeen het gedoen wat reg was in eie oë.” (Rig 17:6) Hoe weet ons nou dat die beeld wat Miga laat maak het nie bedoel was om ‘n ander god as die HERE te aanbid nie? Dit word volledig duidelik as ‘n Leviet by Miga kom wat bereid is om as priester by sy beeld op te tree. Dan sê Miga: “Nou weet ek dat die HERE aan my goed sal doen, omdat ek ‘n Leviet as priester het.” (13)
Hierdie beeld en die verering daarvan het in Dan plaasgevind. Dit lyk baie waarskynlik dat dit die begin van beeldediens in Dan is en dat Jerobeam later hierby aansluit as een van sy kalwers in Dan staan gemaak word.
Dis duidelik dat die mens steeds weer die neiging het om die HERE deur ‘n beeld te wil vereer. Ons merk hier hoe aards ons as mense dink. Die mens wil ‘n menslike, ‘n aardse beeld ontwikkel. Die mense in die Ou Testament het dit deur beelde probeer doen. Die meeste mense wat ons vandag ken, dink nie daaraan nie om voor ‘n beeld te kniel nie. Hulle dink verseker nie daaraan om die HERE deur middel van ‘n beeld te aanbid nie. Nogtans is ook die moderne mens nog altyd geneig om God deur volgens hulle eie denkbeelde te dien.
RUS
"Kom na My toe, almal wat vermoeid en belas is, en Ek sal julle rus gee." Mattheus 11:28
Dinge in jou lewe gebeur wat jou en ander skok. Dinge wat by mense vir vrae sorg. Hoe kan dit gebeur terwyl ons bely dat Christus regeer? Ook gelowiges kry met dinge te doen wat jou hele lewe moeilik maak. Dit val my op dat juis in samelewings waarin mense baie welvarend is die twyfel en vraag of die HERE regtig bestaan meer aanwesig is. Daar waar mense in 'n samelewing leef waar jy moet oorleef, waar die dood ook deur geweld naby is, waar mense armoede ken, word hierdie vrae minder gevra. Dan sien jy baie meer die gebed tot die Here God om in die swaarkry by jou te wees. Om in die swaarkry vir jou te sorg. Ons is dikwels te veel bederf in ons lewe en dink dat ons reg op welvaart en gesondheid het. Die wonder van God se genade word dikwels nie meer regtig raakgesien nie. Mense dink byna dat hulle reg op God se genade het en dat daarom welvaart en gesondheid ook iets is wat die HERE moet gee. As Hy dit nie doen nie bestaan Hy nie of is Hy nie 'n goeie God nie.
Dit is nodig en ook goed om daarby te begin dat ons nerens reg op het nie. Hoe kan jy in allerhande dinge wat jou lewe of die lewe in die sameling baie moeilik maak nogtans rus vind? 'n Mens vind rus as jy raaksien dat dit 'n wonder is dat Christus vir jou die deur jou verdiende straf gedra het. As jy raaksien dat dit net genade is dat jy deur Christus in jou grootste nood na die HERE as jou Vader kan gaan. Dit gee die ware rus. Dan kan jy baie hartseer wees. Dan kan dit wees dat jy nie weet hoe dit in die lewe verder moet nie. Nogtans hoef jy nie met gebalde vuiste teenoor God te staan nie. Jy weet de HERE is goed! Dat ek Christus as my Verlosser mag ken, is so heerlik. Sop 'n grootwonder! Wat ook gebeur ek is in God se hande en Hy bring my tuis. Christus het vir my verdien dat ek in God se liefde mag deel. Die liefde is so baie groter dan ek maar kan bedink. Dan leer jy deur die Gees ook in rou en hartseer wat ons in Psalm 46 lees: " God is vir ons 'n toevlug en sterkte; as hulp in benoudhede is Hy in hoe mate beproef. Daarom sal ons nie vrees nie, al waggel die aarde en al wankel die berge weg in die hart van die see." vs 2,3
DODENHERDENKING- BEVRIJDINGSDAG
Als dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult u werkelijk vrij zijn." Johannes 8:36
Dodenherdenking, Bevrijdingsdag. De een gisteren en de andere vandaag hier in Nederland. We hebben gedacht aan de mannen en de vrouwen die hun leven voor onze vrijheid hebben gegeven. Daarbij denken we ook aan al die mensen die tegenover een machthebben die hun land is binnengevallen is voor eigen vrijheid strijden. Wij vieren in de wereld van vandaag onze vrijheid. Wanneer we zo de vrijheid vieren is de vraag hoe vrij we eigenlijk zijn?
Daarover spreekt de Here Jezus in het gedeelte waaruit de tekst hierboven komt. Jezus maakt de Joodse leiders duidelijk dat ze zich ergens van vrij moeten maken. De Joodse leiders trekken daar terecht de conclusie uit dat de Here Jezus zegt dat ze niet vrij zijn. Dat ze bevrijding nodig hebben. De Joodse leiders protesteren daartegen. Zij zijn nakomelingen van Abraham, zij horen bij Gods volk en zijn dus vrij. Dan laat de Here Jezus zien dat wie eigen zonden niet ziet, die niet belijdt en niet naar Hem als de Verlosser gaat niet vrij is. Dan ben je nog altijd een slaaf van de zonde. Dan zit je ondanks dat je misschien alles kunt doen wat je wilt in de gevangenis van de zonde. Van de duivel. Dan kun je je nog zo vrij voelen, dan kun je op een bevrijdingsfestival uit je dak gaan maar dan is de toekomst die je wacht een heel slechte toekomst. Zonder leven met en voor Christus als de Verlosser die voor jouw schuld geleden heeft, is er geen altijd prachtige toekomst. Je bent echt vrij als je met Christus leeft en daarom wilt leven volgens Gods wil. Dan kun je vervolgd worden, dan kun je achteruitgezet worden, dan kun je zelfs in een dodencel zitten en toch kun je uitzien naar die eeuwige toekomst waarin je als door Christus bevrijd zal leven. Zonder leven met Christus geen vrijheid voor altijd.
Ik vraag me wel eens af of we nog echt beseffen dat wie zonder Christus als de Verlosser leeft verloren gaat. Zijn we daarover bewogen? Laten we daardoor ons bestaan als kerk en ons leven wel echt bepalen? Of zijn we toch ook in dit opzicht niet teveel, te egoistisch met onszelf bezig? Of is het misschien zo dat we dat eigenlijk te confronterend vinden? Dat eigenlijk ook niet meer helemaal met ons hart geloven? Geloven we nog echt dat je alleen door geloof in Christus gered wordt? Ik las een paar dagen geleden de volgende uitspraak die mij trof: "De kerk is het enige instituut dat bestaat voor het welbevinden van niet-leden." Laat ik het nog iets scherper zeggen: De kerk is het enige instituut dat er juist voor de redding van niet-leden wil zijn. Dat juist anderen wie het ook zijn en wat voor verleden ze ook hebben tot Christus als de enige Redder roept. Die niet-leden daarom graag ziet komen om te luisteren naar het evangelie. Uit bewogenheid voor mensen die dreigen verloren te gaan.
Leven we daar als kerk en persoon voor? Om mensen de echte Bevrijder en bevrijding te laten zien en op te roepen om tot Christus als de Verlosser te komen.
STERVEN EN TOCH HOOP
En nu, wat verwacht ik, Heere? Mijn hoop is op U!/En nou, wat verwag ek, o Here? My hoop is op U." Psalm 39:8
Ruim 50 jaar oud. Enkele maanden terug sterft je vrouw. Je hebt zelf ook kanker maar samen met je kinderen en kleinkinderen hoop je nog op herstel. Hoop je nog een tijd te krijgen samen met je kinderen en kleinkinderen. Je grijpt de middelen ook aan die er zijn. Het gaat niet zo goed. Je wordt magerder. Toch is er nog hoop. Je probeert weer wat gewicht er bij te krijgen. We praten samen over Psalm 91 zonder dat dit voor ons betekent dat de HERE zegt dat er dus genezing komt. In liefde en vertrouwen op de HERE wordt er doorgesproken. In het vertrouwen op Christus als de Verlosser, de Verzoener van eigen schuld en zonden. Er is vrede met God. Ook geen opstandigheid over de weg die de Here met hem gaat. Dan toch nog onverwacht de boodschap dat hij overleden is. De sterfelijkheid van ons als mensen komt zo indringend op je af als iemand in onze ogen zo jong sterft. De kinderen moeten ook dit verwerken.
In Psalm 39 lezen we juist over de zwakheid van ons leven. De zwakheid die er na de zondeval gekomen is. We lezen daar in vers 6: "Zie, U hebt mijn dagen een handbreed gemaakt en mijn levensduur is voor U niets. Ja, ieder mens is niet meer dan een zucht, hoe vast hij ook staat."
Wat voor een uitzicht heb je dan? Is het leven dan toch eigenlijk voor niets? Is je leven mislukt als je niet hebt kunnen doen en zien wat je graag wilde? Heb je dan als geliefden van iemand die sterft nog wel ergens houvast, hoop en toekomst? Juist als je weet dat je geliefde met Christus heeft geleefd, is er ondanks ziekte en sterven hoop. Bij de Here God. Bij Christus. De God van het leven laat Zijn kind ook bij het sterven niet alleen. Dat mag je zeker weten want God, want Christus liegt nooit! Hij vertelt ons zelfs als ik niet kan praten van verdriet en rouw dat er bij Hem hoop is. Dan mag je weten dat de dood op aarde jouw geliefde niet dood gemaakt heeft. Hij of zij leeft verlost van zorgen, pijn, last hebben van eigen tekorten en zonden bij de HERE. Verlost van de dood door Christus. Zelfs dat afgebroken lichaam zal eens als een volmaakt lichaam opstaan. Wanneer de Here Jezus terugkomt. Door tranen en vragen en stom van verdriet heen hoop. De hoop om ook zelf in geloof vast te pakken. Om zo uit genade het eeuwige leven te krijgen. Van de Enige die meer dan een schepsel is: De Drie-enige God!
HET BEEST UIT DE ZEE (III)
“En ik zag een van zijn koppen als dodelijk gewond, maar zijn dodelijke wond werd genezen. En de hele aarde ging het beest met verwondering achterna.” Openbaring 13:3
Nu vers 3. Daar lees je namelijk dat het dier uit de zee op een bepaald moment dodelijk gewond is. Het lijkt erop dat zijn laatste dagen geteld zijn. Tegen alle verwachting in geneest het dier weer. Staat weer op en gaat weer grote macht uitoefenen. Je kunt aan veel voorbeelden daarvan denken. Ook bij concrete machthebbers die zich tegen Christus en Zijn kerk opstellen in de geschiedenis. We moeten goed bedenken dat Christus ons dit niet laat zien om alleen op een gebeurtenis in de geschiedenis te wijzen. Dit is wat je steeds weer ziet gebeuren. Het moet ons niet verbazen als de macht tegen Christus en Zijn kerk weer opstaat. Daar moeten we als gelovigen niet moedeloos van worden en ook niet denken dat Christus niet de Koning en de Overwinnaar is. De Geest vertelt ons dit juist om juist dan te schuilen bij Christus en bij Hem alleen. We kunnen hierbij ook denken aan wat er in de geschiedenis van Europa aan het gebeuren is. Europa was in de tijd van Christus een gebied waar buiten Joden om die in bepaalde gebieden woonden, de HERE niet werd gediend. De mensen leefde zonder de enig ware God en waren daardoor in handen van de duivel. Het evangelie gaat door Gods genade op een bepaald moment met kracht naar Europa. Zelfs zo dat Europa uiterlijk een christelijk werelddeel wordt. Ik weet dat daar veel meer over te zeggen is. Toch is het zo dat tot in regeringen van landen het christelijk geloof officieel leidend was. Dat is meer dan 1000 jaar zo geweest. Je zou zeggen hier is de duivel zo’n diepe en dodelijke wond toegebracht. Hij zal in Europa nooit meer kunnen opstaan en het christelijke geloof kunnen terugdringen. We leven nu in een tijd waarin we in ons werelddeel zien hoe de dodelijk wond genezen is. Het beest uit de zee is weer opgestaan en al meer instellingen en overheden maken duidelijk dat ze vooral niet christelijk zijn. Toch hoeven we de moet niet te verliezen want Christus regeert. Hij is niet van Zijn troon te stoten.
DIE VERSKIL TUSSEN DIE EERSTE EN TWEEDE GEBOD
“Jy mag nie vir jou ’n gesnede beeld maak nie – enige afbeelding van wat in die hemelruim daar bof op die aarde hier onder, of in die water onder die aarde is nie. Jy mag nie voor hulle in aanbidding buig nie, en jy mag hulle nie dien nie; want Ek, die HERE jou God, is ’n besitlike God” Eksodus 20:4,5
As ‘n mens die Tien Gebooie lees, kan jy begin wonder wat die verskil nou eintlik tussen die eerste en die tweede gebod is. Ons leer om die verskil raak te sien as ons na koning Agab se lewe kyk. Agab is koning oor die Tienstammeryk en hy is met die heidense prinses Isebel getroud. Terwyl Agab koning is gaan die inwoners van sy ryk na Dan en Betel om daar voor die beeld van ‘n kalf te gaan buig. Maar met watter doel gaan die grootste deel van God se volk na Dan en Betel toe? Wil hulle ‘n ander god as die HERE dien en aanbid?
Nee, hulle wil die HERE aanbid deur die kalwers te dien. Hulle gebruik daar beelde om God te vereer.
Wat gebeur as Agab koning word? Ons lees dit in 1 Konings 16:30-32: “En Agab, die seun van Omri, het gedoen wat kwaad is in die oë van die HERE, meer as al sy voorgangers. En dit was nog die minste dat hy in die sonde van Jerobeam, die seun van Nebat, gewandel het: hy het Isebel, die dogter van Et-Baäl, die koning van die Sidoniërs, as vrou geneem, en Baäl gaan dien en voor hom neergebuig, en vir Baäl ‘n altaar opgerig in die huis van Baäl wat hy in Samaria gebou het.”
Hier sien ons duidelik die verskil tussen die eerste en tweede gebod. Die HERE verbied in die eerste gebod om geen ander god as Hom alleen te dien nie. Agab dien ‘n ander god, dit is Baäl.
Die HERE verbied in die tweede gebod om Hom deur ‘n beeld te aanbid. Dit is wat 10 van die 12 stamme van Israel al vanaf die tyd dat Jerobeam koning oor hulle was, gedoen het. Sien 1 Konings 12:26-33.
Ons kan die betekenis van die tweede gebod so opsom: Die HERE verbied dit om Hom op ‘n ander manier te vereer as dit wat Hy in sy Woord vir ons gesê het.
BEEST UIT DE ZEE (II)
“En ik zag uit de zee een beest opkomen, dat zeven koppen en tien hoorns had, en op zijn hoorns waren tien diademen, en op zijn koppen een godslasterlijke naam. 2En het beest dat ik zag, leek op een panter, en zijn poten waren als die van een beer, en zijn muil was als de muil van een leeuw. En de draak gaf hem zijn kracht, zijn troon en grote macht.” Openbaring 13:1,2
Wat voor macht heeft nu dit beest? Waar komt deze macht vandaan? Dat zien we heel goed aan het einde van vers 2: “En de ādraakā gaf hem zijn kracht en zijn troon en grote macht.” Het is dus de duivel, de satan die aan dit beest zijn macht geeft. Vaak verborgen achter een ander uiterlijk maar uiteindelijk niets anders dan de macht. Alles uiteindelijk onder de toelating van de HERE. Zonder ooit voor het verkeerde en verleidelijke van die macht naar de HERE te kunnen wijzen. Het komt van de duivel en de duivel en wijzelf zijn verantwoordelijk voor het kwaad, voor de zonden. Ook in eigen leven.
Dit beest zijn de machten en de invloed die vanuit de wereld komen om het Christus’ kerk en de gelovigen ook persoonlijk het zo moeilijk als mogelijk te maken.
Het zijn vaak ook politieke machten die zich tegenover Christus en een leven in Zijn dienst en volgens Zijn wil verzetten. Een macht die zich uiteindelijk kenmerkt door het lasteren van God. Het kunnen ook politieke machten zijn die zich voordoen als christelijke macht en zelfs als verdedigers van het christelijke geloof. Je kunt zelfs met een kerkleider het paasfeest vieren en toch iemand zijn die dood en verderf zaait op een schaal die onvoorstelbaar is. Dan ben je een macht in dienst van de duivel geworden terwijl je het doet onder de naam van de opgestane Christus. Een macht die dood en verderf zaait kan niet in dienst van Christus die de Vredevorst is, staan. De macht, de politieke macht die zo tekeergaat, is in feite bezig de naam van Christus, de naam van God te lasteren. Die macht komt niet van God maar van de draak. Wie haat zaait staat nooit in dienst van de HERE.
DIEN DIE HERE ALLEEN!
“Jy mag naas My nie ander gode hê nie.” Eksodus 20:3
Die HERE gee Sy wet vir Sy volk en dit is die eerste gebod: “Jy mag geen ander gode voor my aangesig hê nie.” Die rede daarvoor is dat Hy die enigste God is. Niemand en niks anders het reg op Goddelike eer nie. Let 'n mens daarop, sien jy dat om sowel iemand anders in God se plek te eer, as om iemand anders naas God goddelike eer te bewys, deur hierdie gebod geraak word.
Dit gaan regtig alleen om die HERE. As ek of jy aan iemand anders as die HERE alleen, Goddelike eer gee, as ons ons vertroue in sekere dinge op iemand anders stel, kom ons in stryd met hierdie gebod.
Dit raak ook ons daaglikse lewe in die 21ste eeu. Hoe lewe ons as ons siek word, dokter toe gaan en medisyne drink? Bid ons die HERE om genesing of vertrou ons eintlik op die dokter en die medisyne? Sien ons medisyne as middele wat die HERE in Sy sorg vir ons lewe gegee het terwyl ons daarby altyd nog afhanklik van Sy seën is?
Die eerste gebod het ook groot betekenis vir die vraag omtrent die prioriteite in ons lewe. Is dit welvaart, sport, of mense waarvoor ons baie lief is? Ek sou nog baie ander voorbeelde kan noem. Dit gaan daarom dat geen skepsels God se plek mag inneem en die werk in Sy Koninkryk in ons lewe mag verdring nie. Hoe belangrik is dit vir ons vandag wat die HERE deur Jesaja vir ons sê: “Verkondig en bring voor, ja, laat hulle saam raad hou: Wie het van ouds af laat hoor, lank tevore dit verkondig? Is dit nie Ek, die HERE, nie? En buiten My is daar geen ander God nie: ‘n regverdige en reddende God is daar buiten My nie.” (45:21)
Die HERE wat die enigste God is, wil dat ons Hom as die enigste God erken. Niks en niemand mag die verbondsverkeer, die lewe met Hom verhinder nie.
KONINGSDAG
“De HEERE is immers onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze Koning; Híj zal ons verlossen.” Jesaja 33:22
Koningsdag in Nederland. Een feestdag. Met vaak een uitgelaten stemming. Vooral als het weer goed weer is. Elke koning en machthebber op deze wereld verwijst naar de HERE of ze het nu willen of niet. Ze verwijzen naar Jezus Christus die in de hemel de Koning van de koningen is. In de tekst die hierboven staat, zie je dat heel duidelijk.
Het allerbelangrijkste is dat wij God als Koning erkennen. Dat betekent dat aardse koningen en machthebbers de plicht hebben om de HERE als de Wetgever te erkennen. Dat ze geroepen zijn om volgens de wet van God te regeren. Als de overheden dat niet doen is het nog altijd de roeping van ieder mens om dat wel te doen. God meer gehoorzaam zijn dan mensen. Het is o.a. zo belangrijk om dit te doen omdat Christus de Rechter is die het laatste oordeel uitspreekt. Ook over koningen en machthebbers. Een goede koning, een goede machthebber is hij die met Zijn hart naar de HERE luistert. De koningen van Gods volk in het Oude Testament moesten ook altijd de wet van God dichtbij zich hebben. Er moest steeds weer uit gelezen worden. Steeds weer moest de HERE als de grote Koning zo geraadpleegd worden. Dat betekent ook dat een goede machthebber er is voor de burgers. Dat hij het goede zoekt voor de burgers van het land waarover hij regeert. Een voorbeeld daarvan vinden we in Prediker 5:8: “Een voordeel voor het land bij dit alles is een koning die de akkerbouw begunstigt.” Vertaling 1951
De HERE draagt de verlossing en het geluk van Zijn volk op het hart. Daartoe roept de HERE de machthebbers op aarde. We bidden dat onze koning in liefde voor Christus daaraan zijn steentje zal bijdragen. Machthebbers die eigen eer zoeken en daarbij over lijken gaan, liggen onder Gods oordeel.
Een goede Koningsdag!
DIEN CHRISTENE, JODE EN MOSLEMS DIESELFDE GOD? (IV)
“Jy mag naas My nie ander gode hê nie.” Eksodus 20:3
Die Islam het die Koran as heilige boek. Daarin word baie dinge wat ook in die Bybel staan beskryf. Hulle aanvaar die Here Jesus selfs as een van die profete. Dien hulle dan net soos ons die HERE?
Wanneer ‘n mens enkele aanhalings uit die Koran lees, word dit gou duidelik of die Islamiete die Vader van Jesus Christus, die Drie-enige God, dien en aanbid.
Oor die Drie-enige God lees ons in die Koran o.a.: “O, mense van die Skrif, (hiermee word hier die Christene bedoel, RV) oorskry nie die grense in julle godsiens nie en sê niks anders oor Allah as die wesenlike nie. Die Masih, Isa, die seun van Marjam (dit is Jesus, RV) is net die boodskapper van Allah en sy Woord …. Glo dan in Allah en sy boodskapper. En sê nie: Drie nie. Hou daarmee op; dis beter vir julle. Allah is immers die een enige God; ver is dit van sy lofprysing dat hy kinders sou hê.” Soera 4:171.
Hier word duidelik die HERE as die Drie-enige God verwerp. ‘n Ander plek in die Koran waar dit ook die geval is, is Soera 5:77-79. Ons lees daar weer dat Jesus nie God se Seun kan wees nie, want God kan geen kinders hê nie. Jesus sou niks anders of meer as ander profete wees nie.
Christus se kruisdood word in die Koran ook ontken. Ons lees dit in Soera 4:157,158: “Daar is mense wat sê: “Ons het Masih, Isa, die seun van Marjam, boodskapper van Allah gedood. Maar hulle het hom nie gedood nie en hulle het hom nie gekruisig nie. Vir hulle is ‘n skynbeeld van hom gemaak. Hulle wat van hierdie siening verskil, dink waarlik nie reg oor hom nie. Hulle het omtrent hom werklik geen kennis nie anders as dat hulle een of ander siening volg nie. Hulle het hom verseker nie gedood nie. Nee, Allah het hom tot Hom verhoog. Allah is geweldig en wys.”
Die belangrikste van die waarheid, van die prediking, word hier ontken. Die Gees sê deur Paulus in 1 Korinthiërs 2: “En toe ek by julle gekom het, broeders, het ek nie aan julle die getuienis van God kom verkondig met voortreflikheid van woorde nie, want ek het my voorgeneem om niks anders onder julle te weet nie as Jesus Christus, en Hom as gekruisigde.” (vers 1,2)
Ook Moslems het nodig om hulle tot Jesus Christus God se Seun wat gekruisig is te bekeer. Tot Christus wat uit die dood opgestaan het en nou vanuit hemel regeer.
BEEST UIT DE ZEE
“En ik zag uit de zee een beest opkomen, dat zeven koppen en tien hoorns had, en op zijn hoorns waren tien diademen, en op zijn koppen een godslasterlijke naam. 2En het beest dat ik zag, leek op een panter, en zijn poten waren als die van een beer, en zijn muil was als de muil van een leeuw. En de draak gaf hem zijn kracht, zijn troon en grote macht.” Openbaring 13:1,2
Christus laat Johannes en daarmee ons een nieuw tafereel zien. Uit de zee komt iets tevoorschijn. Het vindt op een bepaalde manier zijn oorsprong is de zee. Wat zegt dat? We lezen in de Bijbel meerdere keren over de volkerenwereld als een zee. Ik geef daarvan 2 voorbeelden:
Jesaja 17:12,13: “Wee, een rumoer van vele volken, die rumoer maken als rumoerige zeeën, en een gebruis van natiën, die bruisen zoals geweldige wateren bruisen. Natiën bruisen zoals geweldige wateren bruisen, maar dreigt Hij ze, dan vluchten zij ver weg en worden opgejaagd als kaf op de bergen vóór de wind uit en als een werveldistel vóór de storm uit.”
Openbaring 17:15: “En hij zei tegen mij: De wateren die u gezien hebt, waaraan de āhoerā zit, zijn volken, menigten, naties en talen.”
We hebben al gezien dat de draak een heel machtige vijand is. Met koppen, horens en kronen. Ook zijn helper die uit de zee opkomt is machtig. Je kunt die niet zomaar afschrijven. Je ziet dat deze medewerker van de draak ook machtig is en veel op de draak lijkt. Hij heeft net als de draak veel horens, koppen en kronen, Zie 12:3. Zoals de mens beeld van God moet zijn op aarde zonder zelf God te zijn zo is dit beest uit de zee beeld van de duivel zonder zelf de duivel te zijn. Dit beest is werkelijk beestachtig sterk. Dat zie je ook in vers 2. Wat we daar lezen herinnert ons aan Daniël 7. We lezen ook daar over de duivel en zijn helpers. Ook daar zie je hoe gevaarlijk ze zijn. De bedreiging en de macht van de helpers van de duivel worden benadrukt. Juist doordat zo’n helper sterke beestachtige trekken vertoond. Een machtig roofdier. Kijk maar eens mee. Dit beest lijkt op een luipaard. Een luipaard staat bekend om zijn ongezien kunnen besluipen van zijn prooi en is in de achtervolging van zijn prooi ontzettend snel. Als je in de handen van dit geniepige en o zo snelle beest valt dan kun je heel moeilijk ontsnappen want hij heeft de poten van een beer. Zo sterk, zo dodelijk! Je bent als je in zijn poten gevangen bent menselijk gezien reddeloos verloren. Zelfs als je nog leeft, staat de dood je voor ogen. Dit beest lijkt ook op een leeuw. Als je in zijn muil gevangen bent dan is de dood zo goed als zeker. Hij laat niet los en maakt je met zijn kaken tot zijn voedsel.
Toch is er geen volk dat sterker dan Christus is. De toekomst ligt in Zijn handen. Dat is ook nu ons houvast. Christus is het die deze dingen ons laat zien.
DIEN CHRISTENE, JODE EN MOSLEMS DIESELFDE GOD? (III)
“Jy mag naas My nie ander gode hê nie.” Eksodus 20:3
Die ooreenkoms tussen die Jode en die Christene is baie groot. Die grootste deel van die Bybel is vir hulle letterlik dieselfde as vir Christene. ‘n Mens is dan geneig om te sê dat ons seker dan dieselfde God dien. Maar is dit werklik so?
Hier is baie belangrik wat die Here Jesus in Johannes 14:6,7 sê: “Ek is die weg en die waarheid en die lewe; niemand kom na die Vader behalwe deur My nie. As julle My geken het, sou julle My Vader ook geken het, en van nou af ken julle Hom en het julle Hom gesien.”
Die enigste pad na die Vader en om God te ken, is deur Christus. Na Christus se koms is dit die enigste pad vir die ware kennis van God. Dieselfde lees ons op ‘n ander manier in 2 Kor 4:5,6: “Want ons verkondig nie onsself nie, maar Christus Jesus as Here, en onsself as julle diensknegte om Jesus wil. Want God wat gesê het dat daar uit die duisternis lig moet skyn – dit is Hy wat in ons harte geskyn het om die verligting te bring van die kennis van die heerlikheid van God in die aangesig van Christus.”
Wie God vandag nie as die Vader van Jesus Christus ken en dien nie, wie Hom vandag nie as die Drie-enige God deur Jesus Christus ken nie, dien nie die HERE nie. Dien nie dieselfde God as wat God se kinders aanbid nie, want Hy is die Vader van Jesus Christus en niemand anders nie.
Die apostels moes juis daarom ook vir die Jode die evangelie van die Here Jesus verkondig en hulle oproep om hulle tot Christus te bekeer. (Sien o.a.: Hand 2:37 e.v.; 4:12) Wie God dien sonder om Hom as Vader van Jesus Christus te erken, aanbid in werklikheid ‘n ander god.
Paulus skryf van die Jode in Romeine 10:2: “Want ek getuig van hulle dat hulle ‘n ywer vir God het, maar sonder kennis.” Is dit nou nie weer ‘n argument teen die gevolgtrekking wat ons hierbo maak nie? Paulus sê hier dat die Jode nog steeds dink dat hulle vir God ywer. Dit is hulle oortuiging maar in werklikheid ken hulle God nie. Hulle ken God nie werklik nie. Eintlik dien hulle hulself. Dit sien ons as ons vers 3 ook lees: “Want omdat hulle die geregtigheid van God nie ken nie en hulle eie geregtigheid probeer oprig, het hulle hul aan die geregtigheid van God nie onderwerp nie.”
Die ywer van die Jode vir God is ‘n ywer waarmee die Jode dink om God te dien maar dit is nie in werklikheid so nie. Hulle mis die egte kennis van God. Hoe nodig is dit om ook die Jode met liefde te wys wie Christus is en dat hulle Hom so nodig het.
BEESTACHTIG
“En ik zag uit de zee een beest opkomen, dat zeven koppen en tien hoorns had, en op zijn hoorns waren tien diademen, en op zijn koppen een godslasterlijke naam.” Openbaring 13:1
De komende tijd hoop ik voor de meditaties in Nederlands mij op Openbaring 13 te concentreren. Eerst iets over de aanleiding. Dat is wat een verschrikkelijke slager en moordenaar vanuit het Kremlin allemaal aan het doen is. Zonder dat ik daarmee zeg dat er ook niet anderen dingen doen die niet goed zijn. Maar de omvang van de leugens, de omvang om zelfs burgers in grote getale te doden en te verwonden zijn verschrikkelijk. Als je ziet hoe deze man, van wie ik moeite heb om zelfs zijn naam nog te noemen, het nodige voor gewone burgers in puin schiet dan is dat beestachtig. Hij durft dan zelfs nog te spreken over nobele doelen. Het is in een woord niet te geloven. Het is in een woord duivels. Het is opvallend dat in Openbaring 13 over twee beesten en over de duivel zelf als draak gesproken wordt. Zij zijn niet meer menselijk, zij zijn beestachtig zoals sommige beesten na de zondeval geworden zijn. Ze zijn uit op vernieling, ze zijn uit op eigen macht en eer. Ze zijn zelfs onder vrome woorden uit op vernietiging. In een woord verschrikkelijk. De Geest laat ook zien waarop de duivel uit is als we lezen in 1 Petrus 5:8: “Wees nuchter en waakzaam; want uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden.”
Wie er op uit is om zoveel mogelijke levens kapot te maken, leeft als een beest. Al is hij of zij nog zo machtig. Macht rechtvaardigt nooit maar dan ook nooit onrecht! Dan ook geen smoesjes dat hij daartoe eigenlijk wel gedwongen werd. Macht rechtvaardigt in Gods ogen en als het goed is ook niet in onze ogen dat je burgers en woningen en leefgebied waarop gewoond en gegeten moet worden zoveel mogelijk in puin schiet. Dan kun je nog zoveel diademen, kronen, koppen en hoorns op je hoofd hebben. Hoe machtiger je bent hoe meer verantwoordelijkheid je hebt om niet te vernielen maar mensen op deze wereld zoveel mogelijk het nodige en goede te geven. Laten we bidden dat de HERE de menselijke beesten op deze wereld stopt. Laten we vanuit Openbaring 13 gaan zien wat de HERE ons daar over de geschiedenis zegt. Om te kunnen ontmaskeren en om in alles de hoop te behouden. Die er in Christus is en blijft.
DIEN CHRISTENE, JODE EN MOSLEMS DIESELFDE GOD? (II)
“Jy mag naas My nie ander gode hê nie.” Eksodus 20:3
Voordat ons nou verder oor die Jodedom en die Islam praat, moet nog ‘n opmerking oor 2 Kon 17 gemaak word. Mense gebruik juis die verse 32,33, maar lees nie verder nie. As ‘n mens vers 34 ook lees, word dit moeiliker om hierdie verse te gebruik om te bewys dat mense wat God nie volgens sy Woord dien nie, nogtans wel die HERE kan dien. Want wat lees ons in 2 Konings 17:34? “Tot vandag toe handel hulle volgens die vroeëre gebruike: hulle vrees die HERE nie, en handel ook nie volgens hulle insettinge en volgens hulle gebruike nie, of volgens die wet en volgens die gebod wat die HERE die kinders van Jakob beveel het, aan wie Hy die naam van Israel gegee het.”
Die Samaritane het sekere dinge van die HERE geweet en ook aanvaar, maar daarmee bestaan daar nog geen eenheid van die geloof met hulle wat die HERE toe in waarheid aanbid het nie. Hulle beeld van God was daardeur tog ‘n ander een as die ware beeld en daardeur het hulle die HERE nie werklik gevrees en gedien nie. Hulle het die HERE se naam in hulle mond geneem sonder om Hom werklik te dien.Ons leer hieruit dat nie die uiterlike dien van die HERE beslissend is nie. Dut gaan om die inhoud. Word die HERE, word Christus regtig volgens Sy eie Woord gedien? Of noem mense dikwels God se naam, praat hulle baie oor Christus maar gaan hulle nogtans teen God se wil in en maak daarvan nie ‘n probleem nie.
Die HERE wil volgens Sy wil soos ons die in die Bybel lees gedien word. Volgens sy hele Woord soos Hy dit gegee het.
DIEN CHRISTENE, JODE EN MOSLEMS DIESELFDE GOD? (I)
“Jy mag naas My nie ander gode hê nie.” Eksodus 20:3
Christene is nie die enigstes wat een God dien nie. Ook die Jode en die Moslems doen dit. Die Jode sê dat hulle die HERE dien en die Moslem aanbid Allah. Net soos ons het hulle ook een boek wat vir hulle die Woord van God is. Vir die Jode is dit die Ou Testament en vir die Moslems die Koran.
Is Jode en Moslems mense wat ook die HERE dien maar net op ‘n ander manier? Soms wys mense op een van die gebede wat agter in ons Psalmboek opgeneem is: Die Gebed vir al die behoeftes van die gelowiges. Ons lees daar o.a: “Ons bid U vir die arbeid van die sending onder Jode, Mohammedane en heidene, en vir alle evangeliearbeid onder hulle wat nog die naam van Christen dra, maar van die waarheid ver afgewyk het.”
Hier word ‘n sekere onderskeid getref. Beteken dit dat die Joodse godsdiens en die Islam die HERE dien of dat hulle nog tot bekering moet kom? Is die Jodedom en die Islam sonde teen die tweede gebod en nie teen die eerste gebod nie? Mense wat meen dat die Jode en Islamiete die HERE ten diepste dien, voer 2 Koning 17 as bewys daarvoor aan.
Hierdie hoofstuk gaan oor die Samaritane. Toe Israel (die tienstammeryk) in ballingskap gevoer is, is verskillende bevolkingsgroepe na Israel se grondgebied verban. Hieruit het die Samaritane, wat aanvanklik nie die HERE gedien het nie, ontstaan. Die HERE het egter leeus onder hulle gestuur wat verskeie mense doodgemaak het. Die mense het toe vanweë die ou heidense geloof dat die land aan ‘n sekere god behoort wat gedien moet word, die HERE gesoek om Hom te dien.
Nadat nog meer dinge gebeur het lees ons in vers 32,33: “Hulle het die HERE ook gevrees en vir hulle priesters van die hoogtes uit al hul stande aangestel, wat vir hulle in die tempels van die hoogtes diens doen. Hulle het die HERE gevrees en hulle eie gode gedien volgens die gebruik van die nasies waar hulle vandaan weggevoer is.”
As ons hier lees dat die Samaritane die HERE gevrees het, moet ons dan ook nie van die Jodedom en die Islam sê dat hulle die HERE dien nie?
Môre meer hieroor.
PASEN: JEZUS STAAT OP OP DE EERSTE DAG VAN DE WEEK
“En op de eerste dag van de week gingen zij”. Lukas 24:1
De Here Jezus staat op de eerste dag van de week op. Op de zesde dag van de week maakte Hij het werk dat Hij kwam doen af. Hij kwam om verloren mensen, om zondige mensen, om mensen die door eigen schuld geen echte hoop kunnen hebben van al dat donkere te verlossen. Om jou en mij bij al de vragen en moeilijkheden, verleidingen, oorlog, depressie en rouw te laten zien dat er niet alleen het donker en het oordeel is.
De Here Jezus ving de straf op voor de gelovigen. Hij is voor wie tot Hem vlucht als de eerste van zijn of haar leven voor je gaan staan om de slagen van Gods verdiende oordeel op te vangen. Hij deed dat tot Gods straf en boosheid helemaal uitgewoed was. En toen klonk er over Golgotha de overwinningskreet: “Het is volbracht.” Op de zesde dag maakte de Zoon van God Zijn werk af. Tot in het graf. Zoals de HERE bij de schepping op de zesde dag met de schepping van Adam en Eva de kroon op Zijn scheppingswerk had gezet.
De HERE rustte op de zevende dag, op de sabbat van Zijn scheppingswerk. De Here Jezus rust op de zaterdag, op de zevende dag van Zijn verlossingswerk. Een welverdiende rust. Als voorbereiding op het nieuwe hoogtepunt in Gods werk met deze wereld. De door Hem verdiende verlossing van zonden en dood moet tot een nieuw hoogtepunt komen. Het hoogtepunt waarop gezien wordt dat Jezus Christus leeft en de verlossing gaat uitdelen. Dat niets en niemand, zelfs de duivel, de dood en ook de machthebbers Hem niet kunnen tegenhouden. De vertegenwoordigers van de machthebbers de soldaten bij het graf kunnen niet anders dan wegvluchten als de Here Jezus opstaat. De dood kan Jezus niet vasthouden als Hij Zijn eerste bewegingen in het graf op de eerste dag weer begint te maken. De duivel kan de steen niet voor het graf houden, hij kan Jezus niet opsluiten. Nee, op de eerste dag van de week staat Jezus met Goddelijke macht op.
Het licht van het leven schijnt in de duisternis. De Here Jezus nodigt je uit om in Zijn licht te gaan staan. Om elke eerste dag van de week te rusten en dan in Zijn licht te gaan staan om al de andere dagen van de week Hem weer te volgen.
MATTHAES-PASSION -- STILLE ZATERDAG
“Jezus zei: De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen; bekeer u en geloof het Evangelie.” Markus 1:15
Ik ga nu iets schrijven wat me al jaren bezighoudt. Waarbij ik de kans loop op tenen van anderen te gaan staan. Toch is het iets waarover het nodig is om na te denken.
Stille zaterdag. De Here Jezus ligt in het graf. Het lijkt alsof de Here Jezus voor altijd van de aarde verdwenen is. Toch is het in de tijd rond Pasen zeker niet stil. Er wordt bijvoorbeeld veel gezongen. Je kunt bijvoorbeeld naar de Matthaes-Passion. Je hoort mensen vol bewondering over dit werk van Bach spreken. Of je nu gelooft of niet. Het is zo prachtig, de muziek is van zo’n uitzonderlijke klasse. Bij dat laatste stel ik geen vraag. Toch wil ik iets anders voorleggen.
Stel er is een professionele uitvoering van dit werk van Bach. Voor de uitvoering komt iemand nog iets zeggen. Het komt hierop neer: Die persoon vertelt nog even kort de gang van Jezus leven als voorbereiding op de uitvoering van de Matthaes. De laatste zinnen voor de uitvoering zijn: “Het gaat dus om Jezus Christus. Om Hem die de straf gedragen heeft voor zondaren die met verdriet en berouw over hun zonden tot God vluchten. Zonder het geloof in Christus, die jij en ik als zondaren elke dag nodig hebben, is er geen redding van de straf die wij verdiend hebben. De kernboodschap van Jezus Christus en ook van de uitvoering van de Matthaes is: “Bekeer u en geloof het Evangelie.” Deze oproep klinkt van de kant van Jezus Christus ook nu door de uitvoering van dit werk. Wie dat niet gelooft en wil geloven zingt, speelt en luistert tot verzwaring van zijn of haar eigen oordeel. U staat voor de keuze. God roept u.”
Gaan er dan mensen weglopen? Krijgt de spreker dan heel boze blikken en wordt hij na die tijd nog net niet door woedende mensen belaagd? Heeft deze man of vrouw de avond verpest? Nee, die persoon heeft laten zien dat wie alleen voor de kunst, voor de prachtige muziek komt die muziek tot afgod heeft gemaakt en Christus zelf verloochent. Laten we met een hart vol liefde en eerbied Christus aannemen en ons van ons eigen zondige ik keren tot Hem.
VERRAAD
“Maar Jesus sê vir hom: “Judas, is dit met ’n soen dat jy die Seun van die Mens oorlewer?” Lukas 22:48
Die Here Jesus het Sy stryd in Getsemane gestry. Hy het gebed in Sy groot angs. Hy het Sy angstig hart by Vader in die hemel gebring. Sy Vader het duidelik gemaak dat die verlossing nie op ’n ander manier kan gebeur nie. Die Vader het hom bemoedig deur ’n engel vanuit die hemel te stuur. Met heel Sy hart het die Here Jesus gesê: “Laat nogtans nie my wil nie, maar U wil geskied.” Die Here Jesus dra Vader se wil en die wil om sondaars te red op Sy hart. Hy wat een en al liefde vir God en Sy naaste is.
Die Here Jesus het rust gevind in Vader se wil en dan kom die soldate. Dan kom Judas. Een van Sy vertrouelinge wat Hom aanwys om gevange te kan neem. Hy doen dit selfs deur die Here Jesus te soen. Dit lyk asof Judas van die Here Jesus hou nogtans veroordeel hy Hom deur die soen tot die dood. Judas wys wat gebeur as jy liefde vir jouself of vir jou saak met die liefde vir God verbind. Dan gaan jy vir jouself en gebruik jy daarvoor die naam van Jesus. Nogtans verraai jy die regte Jesus, in werklikheid leef jy nie volgens God se wil nie. As mense daarvoor gaan om eie eer, eie mag, eie gedagtes oor hoe magtig hul land en hulle politiek moet wees en dit met God en Jesus verbind, is hulle verraaiers. Dan word ons mense wat God se naam gebruik vir jou eie saak en stel jy jouself nie meer onder die kritiek van die HERE se gebooie nie. Ons sien dit in die wêreld rondom ons gebeur.
Laat dit so wees dat ons ook vir onsself doen wat ons in 2 Korinthe 10 lees: “Die wapens van ons stryd is immers nie menslik nie, maar, danksy God, kragtig om sterk vestings af te breek, redenasies te vernietig, en ook elke skans wat opgerig word teen die kennis van God. Ook neem ons elke gedagte gevange tot gehoorsaamheid aan Christus.” Vs 4,5
Dan gaan ons nie vir ons saak in Christus se naam nie. Dan sou ons mos verraaiers wees. Ons gaan dan vir Christus se saak en wil ons hart al hoe meer daarmee in ooreenstemming bring. Ook as dit lyding beteken.
HET HUIDIGE ISRAëL ONZE BROEDER?
“En toen zij dit hoorden, werden zij diep in het hart geraakt en zeiden tegen Petrus en de andere apostelen: Wat moeten wij doen, mannenbroeders? En Petrus zei tegen hen: Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen.” Handelingen 2:37,38
De laatste tijd lees en hoor ik steeds weer dat er te weinig aandacht en steun voor het volk Israël is. Dan komt ook naar voren dat juist het volk Israël onze broeder is. De broeder van de kerk. Als ik dit hoor kan ik niet anders denken dan dat de kerk van Christus en het volk Israël een familie zouden zijn. Door de HERE.
Voordat ik verder schrijf, wil ik wel dit kwijt. Er is bij mij een warm hart voor de Joden. Er is bij mij een warm hart voor de staat Israël. Ik moet niets hebben van antisemitisme. Dat is een grote zonde die niet genoeg bestreden kan worden. Een zonde waar delen van de kerk zich in de geschiedenis schandelijk aan schuldig gemaakt hebben.
Na dit gezegd te hebben, heb ik heel grote bedenkingen bij het spreken over het Israël van nu als onze broeder. Wanneer zo gesproken wordt moet ik altijd weer denken aan de tekst hierboven. De Joden worden opgeroepen om zich tot Christus te bekeren. Zonder het geloof in Christus is er ook voor hen geen vergeving en verlossing. De Here Jezus riep ook hen tijdens Zijn leven op tot bekering, tot geloof in Hem. Ik moet dan ook altijd denken aan Paulus die zo’n diep verdriet heeft omdat hij zoveel familie kent die niet in Christus geloven en hij weet dat je zonder geloof in Christus verloren gaat. Zie Romeinen 9:1-5. Ik moet ook altijd denken aan Efeze 2:11-22 waar we juist lezen hoe zij die uit Israël en uit al de andere volken tot Christus komen een volk van God zijn.
Het spreken over Israël als broeder ondermijnt de oproep tot bekering. Een oproep vanuit en met liefde. Het is ook een steek in de rug van de Messiasbelijdende Joden die er zijn. Die in Christus als de enige weg naar de Vader zijn gaan geloven. Ik bid met een hart vol liefde dat velen uit het Israël van vandaag tot hun verlossing in Christus als de beloofde Verlosser gaan geloven.
NIE BAAL EN DIE HERE DIEN NIE
“Jy mag naas My nie ander gode hê nie.” Eksodus 20:3
Baäl se woning was volgens die Kanaäniete veral die berg Safon. Hierdie berg is 'n goeie 500 kilometer noord van Megiddo af. Dit was nog in die gebied waar die Kanaänitiese godsdiens geheers het. As die reënbuie uit die rigting van die Middellandse See gekom het, was die berg Safon gou in swart wolke gehul en het mense gedink dat reën en donderweer van Baäl kom. Vanuit die gedagte dat Baäl op die berg Safon woon, het die geloof ontwikkel dat Baäl die god van die berge is. Die berge is sy terrein, dis waar hy oppermagtig is. Die god van die donderweer heers daar op die berge, niemand kan hom daar verslaan nie.
Wat gebeur op die berg Karmel in 1 Konings 18? Agab het toe oor Israel geregeer. Hy en die volk het Baäl amptelik vereer. Hulle het die HERE sowel as vir Baäl vereer en vir hulle geoffer. Die HERE straf die volk daarvoor deur juis van hulle te ontneem waarvoor Baäl moet sorg: reën. Drie en 'n half jaar lank het geen druppel reën die hemel uitgesak nie.
As die profeet Elia na Israel terugkeer en koning Agab ontmoet, maak hy duidelik dat dit nou moet blyk wie regtig God is, die HERE of Baäl. Dit kan nie die HERE en Baäl of ander gode wees nie.
Die HERE sê dan deur Elia waar en hoe dit duidelik moet word. Hoe opmerklik is dit dan dat die HERE beveel dat dit op die top van die berg Karmel moet gebeur. Dus juis daar waar die Baäl aanbidders dink dat dit hulle god se onoorwinlike terrein is. In en op die berge. Die Baälvereerders het sekerlik vol moed na die berg Karmel getrek. Hier op die toppe van die berge is hulle god mos onoorwinlik!
Elia vertel dan wat moet gebeur. Dit gee Baäl se aanhangers nog meer moed. Hulle het in hulle harte gejuig. Want die teken wat van die hemel moet kom, is juis die teken waaroor god Baäl beskik. Die teken is ‘n flits wat van die hemel kom en ‘n altaar aan die brand moet steek. Baäl is die god van die donderweer. Hy stuur die flitse van die hemel na die aarde. Dit is juis hy wat die hout op die altaar aan die brand sal kan steek. Die HERE kies juis die tekens wat volgens die mense daar en toe in Baäl se mag is. Deur die top van ‘n berg en deur vuur van die hemel as die beslissende teken te kies, ontmasker God vir Baäl onmiskenbaar as ‘n afgod, as ‘n niks. Die HERE is God en niemand anders nie.
Hy wys in die vervolg van 1 Konings 18 dat dit Hy is wat vir reën sorg en niemand anders nie. Die HERE is die enigste God. Hy alleen verdien Goddelike eer.
DE HEERE REGEERT
"De HEERE regeert; laten de volken sidderen". Psalm 99:1
De HEERE regeert. Jezus Christus is uit de dood opgestaan en naar de hemel gegaan. Hij zit in de hemel aan de rechterhand van God en regeert vanuit de hemel de hemel en de aarde. De HEERE heeft ons na de zondeval niet aan onszelf overgelaten. Al de ellende en moeite in ons eigen leven en in de wereld is de schuld van ons als mensen. Ook van de mensen die het goed gaat. Al de ellende laat zien dat het voor ons allemaal nog veel erger zou zijn als de HEERE alles op zijn beloop zou laten. Het is een onverdiende zegen dat Christus de Verlosser regeert. Dat Hij de geschiedenis en zo de schepping tot Zijn doel zal brengen. Wanneer Hij terugkomt op de wolken.
Hierin klinkt ook een duidelijke boodschap voor de machten en de machthebbers op deze wereld. Volken en machthebbers kunnen hun eer en grootheid zoeken. Het kan lijken dat ze niet gestopt kunnen worden. Wanneer ze onrecht doen, wanneer ze als slagers van anderen optreden, wanneer zij anderen onderdrukken is er alle reden om te sidderen. Mensen en machten kunnen op aarde nu ontkomen aan een eerlijk en rechtvaardig oordeel. Gelukkig is dat maar uitstel. De reden daarvoor is dat Christus regeert. Hij komt terug op de wolken. Ieder wordt dan door Hem op zijn of haar daden beoordeeld. Daar is geen ontkomen aan. Machten en mensen kom tot bezinning en kom tot Christus. Leef vol liefde voor de ander en voor anderen. Eens komt Gods oordeel. Vast en zeker.
‘n KULTUURVREEMDE GEBOD.
“Jy mag naas My nie ander gode hê nie.” Eksodus 20:3
Die eerste en die tweede gebod was in die omgewing waarin Israel geleef het, vreemde gebooie. Dit het volledig met die denke en die kultuur van die volke daar gestry.
Die HERE sê in die eerste gebod: “Jy mag geen ander gode voor my aangesig hê nie.”
Die ander volke het almal meer gode gedien. Godsdiens was ‘n saak van veelvuldige gode. Dikwels was een god die hoofgod of die magtigste god maar nie die enigste god wat mense gedien en aanbid het nie.
Ek wil daarvan nou ‘n voorbeeld gee wat in die Bybel self ‘n groot rol speel en in Israel se geskiedenis steeds weer voor gekom het. Die voorbeeld is die Kanaänitiese godsdiens. Hierdie godsdiens was nie net die godsdiens van die inwoners van die land Kanaän voordat Israel dit in besit geneem het nie. Lande rondom Israel is deur hierdie godsdiens of ‘n variasie daarvan beheers.
Die hoofgod van hierdie godsdiens was El. Hy was die vader van die gode en die skepper van alle dinge. Hy was die vriendelike en heilige koning. Hy word as ‘n stier voorgestel. Hy het meerdere vroue gehad en 70 kinders. Hierdie kinders was ook gode.
Na ‘n tyd het Baäl en sy vrou Astarte die belangrikste gode geword. Baäl was die god van storm, donderweer, wind en reën en daardeur ook van die vrugbaarheid van die land. Astarte was die godin van die seksualiteit en menslike vrugbaarheid.
Jaarliks verslaan die god van die dood Mot vir Baäl en hy sterf dan. As daar geen reëns meer uitsak nie, weet ‘n mens dat Baäl dood is. Baäl staan weer uit die dood op as sy suster, die godin Anat, Mot verslaan. Sou Anat in ‘n sekere jaar nie daarin slaag nie, bly Baäl dood en reën dit nie daardie jaar nie. Jare van droogte bewys dat die god van die dood, Mot, nie verslaan is nie. Maar die koms van die eerste reëns is dan weer 'n bewys van die opstanding van Baäl. Dit was in daardie kultuur so dat verskillende terreine van die lewe verskillende gode gehad het . As jy op ‘n sekere terrein van die lewe sukses wou behaal, moes jy weet tot watter god om te bid en vir wie om te offer. Wie reën vir sy lande gesoek het, het tot Baäl gebid. Dit was in daardie kultuur baie vreemd om net een god te vereer. Die HERE sê in sy Woord dat Hy die enigste God is en daarom Hy alleen as God vereer en aanbid mag word. Juis dit het in die geskiedenis van God se volk groot stryd veroorsaak. Hoe belangrik is dit om nie met die kultuur saam te gaan maar die HERE as die enigste God te ken.
DOOD WAAR IS JOUW MACHT?
“En wanneer dit vergankelijke zich met onvergankelijkheid bekleed zal hebben, en dit sterfelijke zich met onsterfelijkheid bekleed zal hebben, dan zal het woord geschieden dat geschreven staat: De dood is verslonden tot overwinning. Dood, waar is uw prikkel? Graf, waar is uw overwinning? De prikkel nu van de dood is de zonde, en de kracht van de zonde is de wet. Maar God zij dank, Die ons de overwinning geeft door onze Heere Jezus Christus.” 1 Korinthe 15:54-57
Mensen die doodgeschoten zijn, liggen op straat. Steden aan puin geschoten. Mensen sterven van de honger. Niet alleen in de Oekraïne. Hongersnood dreigt. In zekere gebieden op deze wereld sterven mensen in armoede van de honger. Van tijd tot tijd zien we er de beelden van. Wat een ellende. Wat zijn de honger, oorlog en de dood een verschrikkelijke vijanden. Wanneer je al deze dingen ziet, lijkt het alsof de liefdeloosheid, de dood, de haat en al de ellende die er is uiteindelijk toch wint. Hoe je ook werkt aan vrede, aan gezondheid er komt de dag van de dood. Je staat daar uiteindelijk machteloos tegenover. Alles lijkt er op te wijzen dat de duivel overwint. Wat we ook doen. Dan zie ik vanuit de straten van Boetsja, dan zie ik daar waar mensen van honger sterven, dan zie ik op het bed van ziekte dat sterfbed wordt, dan zie ik als de kanonnen bulderen en schoten knallen en mensen om mij heen sterven het kruis van de Here Jezus. Het lijkt er op dat zelfs bij die ene Zondeloze op aarde de dood overwint.
Hij roept het uit: ‘Het is volbracht’. De juichkreet van een stervende. Hij heeft de dood en alle gevolgen van de zonde gedragen. Hij heeft door zelfs in de helse drie uren duisternis aan God in liefde gehoorzaam te blijven de straf op de zonde gedragen. Hij maakt zelfs de dood door. De duivel en de dood zijn verslagen. Na drie dagen laat Hij dat zien door uit de dood op te staan. Duivel hoe je ook tekeer gaat in Boetsja en waar dan ook. De lijken daar en op al die andere plaatsen in de wereld zullen eens opstaan. De gelovigen onder de mensen staan eens met een volmaakt lichaam op dat nooit en nooit meer stuk te krijgen is. Uiteindelijk staat de duivel met al zijn gewelddadige helpers voor schut. Gaan ze zelfs de eeuwige dood in. De slachtoffers die bij Christus hun leven gezocht hebben op aarde kunnen vol van leven zeggen: “Dood waar is uw prikkel? Graf waar is uw overwinning?” Dood en graf zijn voor Gods kinderen overwonnen. Dat kan niemand meer veranderen. Eens zullen ook de straten van Boetsja door Christus kracht verlost zijn van de dreiging van de dood. Dan leven daar Gods kinderen in eeuwige blijdschap.
TWEE KLIPTAFELS
“Ek is die HERE jou God wat jou uit Egipteland, uit die plek van slawerny uitgelei het.” Eksodus 20:2
Die Heilige Gees vertel ons hoe die HERE die Tien Gebooie op twee kliptafels geskryf het. Ons lees in Eks 32:15,16: “En Moses het omgedraai en van die berg afgeklim, met die twee tafels van die Getuienis in sy hand, tafels wat op altwee kante beskrywe was. En die tafels was die werk van God. Die skrif was ook die skrif van God, in die tafels gegraveer.” Sien ook Eks 34:28,29; Deut 4:13.
Hoekom was daar 2 tafels? Was hulle nodig om die Tien Gebooie op te kan skryf? Of het ons hier met twee eksemplare van die Tien Gebooie te doen? Ons kan hierdie vrae nie met volledige sekerheid beantwoord nie. Nogtans het opgrawings en die ontdekking van bepalings wat daardie tyd vir verbonde gegeld het, vir ons gewys dat daar by 'n verbondsluiting twee kliptafels ter sprake was, met dieselfde bepalings op beide geskryf. Elke party wat by die verbond betrokke was het so’n kliptafel gekry. Dit sou vir die 2 kliptafels met die Tien Gebooie beteken dat twee identiese eksemplare deur die HERE geskryf is.
Een van die reëls wat toe gegeld het, was dat as een van die partye iets van dit wat geskryf is probeer verander het, of hom nie aan hierdie reëls gehou het nie, die hele verbond ongeldig geword het. En om hierdie ongeldigheid aan te dui, is die kliptafels dan stukkend geslaan en vernietig. Dit alles pas baie mooi by dit wat ons in die Bybel lees. As Moses na die sonde met die goue kalf die twee kliptafels stukkend slaan is dit nie uit woede nie maar om daarop te wys dat God se antwoord op hierdie sonde die verbreking, die ongeldig verklaring van die verbond is wat Hy by Sinai met hulle gesluit het. Daarna is die HERE so genadig dat Hy tog nog sy verbond met die volk sluit. Ons lees dit in Eks 32:30-34:35. Dan is daar weer 2 kliptafels met die Tien Gebooie daarop.
FUNKSIES VAN GOD SE WET
“Ek is die HERE jou God wat jou uit Egipteland, uit die plek van slawerny uitgelei het.” Eksodus 20:2
As ons van God se wet praat, onderskei ons 3 funksies van die wet. Hulle is die volgende:
- God se wet maak ons bewus van ons sondes. Hierop wys o.a. Sondag 2 van die Heidelbergse Kategismus. Wie sy lewe nie aan die HERE se wil en wet toets nie, weet nie wat die sondes in sy lewe is nie en kan sy sondes nie bely en hom nie bekeer nie. Die Heilige Gees noem die wet dan ook ‘n spieël waarin ons ons lewe aan God se wil toets. So sien ons dan die verskille en dus ook ons sondes. Sien Jakobus 1:22-25. Dit gaan dan ni net om die wet ni. Dit gaan daarom dat die HERE Sy gebooie gegee het om juis elke dag weer by Christus ons lewe en die vergifnis wat ons nodig het te soek. Christus leer ons om elke dag vergifnis te vra in die Ons Vader.
- Die HERE se wet is vir God se kinders die reël vir hulle lewe uit dankbaarheid. Hierop wys die plek waarop die Tien Gebooie in die Heidelbergse Kategismus behandel word. Dit gebeur in die gedeelte van die dankbaarheid in Sondag 34-44. Jy is so bly met die wonder van God se genade deur Christus dat jy jouself wil verloën en Christus volgens God se wil wil volg.
- Die derde gebruik van die HERE se wet noem ons die politieke gebruik. Die Tien Gebooie moet ook as die grondwet vir die openbare lewe ge-eerbiedig word. Die owerheid is dienaar van God en behoort hom ook so te gedra. Sien o.a. Rom 13:3,4.
BOETSJA EN MIJN NAASTE
“U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dit is het eerste en het grote gebod. En het tweede, hieraan gelijk, is: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Aan deze twee geboden hangt heel de Wet, en de Profeten.” Mattheus 22:37-40
Mensen door God geschapen. Mensen bedoeld als beelden van God. De HERE heeft ons het leven gegeven om Hem te eren. Hij heeft ons de adem gegeven om in vrede met elkaar te leven. Om de Hem en de mensen om ons heen lief te hebben. Om juist ook de andere mensen liefde te geven. Je kijkt een ander in de ogen. Het is iemand zonder wapen. Het is iemand die geen militair is. Hij of zij of dat kind is geen bedreiging voor jou leven. Een beeld van God om lief te hebben. Hij hoort wel bij het volk dat voor jou de vijand is. Toch een beeld van God. Je kijkt in die mens God in de ogen.
Toch wordt zo iemand gemarteld, doodgeschoten. Als een stuk vuil op de straat of in een kelder achtergelaten. Dan hoor ik mijn God, mijn Verlosser, mijn Koning zeggen: “Maar Ik zeg u: Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten; en bid voor hen die u beledigen en u vervolgen; zodat u kinderen zult zijn van uw Vader, Die in de hemelen is, want Hij laat Zijn zon opgaan over slechte en goede mensen, en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Want als u hen liefhebt die u liefhebben, wat voor loon hebt u dan? Doen ook de tollenaars niet hetzelfde? En als u alleen uw broeders groet, wat doet u meer dan anderen? Doen ook de tollenaars niet zo? Weest u dan volmaakt, zoals uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is.” Matt 5: 44-48
Dan zie ik mijn Heiland hangen aan het kruis. Voor zondaren zoals jij en ik. Hij gaf het offer van de volmaakte liefde voor mij toen ik nog een vijand van God was. Om mij te leren beeld van God te zijn en mijn naaste zo te behandelen. In de straten van Boetsja en andere steden was het de duivel, was het God grote tegenstander die tekeer ging. Die zijn ware aard liet zien. Hij die haat, dood en verderf zaait. Ieder die zich daarmee verbindt, staat in dienst van de duivel. Gelukkig heeft Christus overwonnen. Eens zal er op de plaats waar Boetsja nu ligt een en al vrede zijn die niet meer stuk te krijgen is. Eens zal het leven er weer bloeien onder de regering van Christus. Kom Here jezus kom toch gauw! Herstel het recht en geef Uw vrede.
DIE WET VAN DIE ENIGSTE GOD
“Ek is die HERE jou God wat jou uit Egipteland, uit die plek van slawerny uitgelei het.” Eksodus 20:2
Die HERE is die enigste God en Hy wil dat almal na Hom luister. Hy wil dat elke volk en nasie Sy wet sal eerbiedig. Hy het Hom juis aan Israel as Jahwe geopenbaar en daarmee die verbondsvolk opgeroep om dit wat Hy vir hulle gesê het ook aan die ander volke te vertel. Ons lees dit o.a. in Psalm 96: “Vertel onder die nasies sy eer, onder al die volke sy wonders. Want die HERE is groot en baie lofwaardig; Hy is gedug bo al die gode. …… gee aan die HERE, o geslagte van die volke, gee aan die HERE eer en sterkte. …… Sê onder die volke: Die HERE is Koning! Ook staan die wêreld vas, sodat dit nie wankel nie. Hy sal die volke regverdig oordeel. (3,4,7,10)
Ons sou te klein dink, die HERE 'n oneer aandoen, as ons sou sê dat die HERE Sy wet net vir die kerk gegee het. Sien vir die grootheid van die Verlosser wat nie net vir Israel gekom het nie Jes 49:6,7.
In ‘n tyd en omgewing waar dit byderwets is om God se gebooie opsy te skuif, is die versoeking vir die kerk groot om die HERE se wil tot die private lewe te beperk en om God se wet nie met krag na buite uit te dra nie.
Dit sou ‘n vorm van van lydelikheid, van jou terugtrek uit die wêreld wees as ons in die openbare lewe nie meer aan God se wet herinner en die oproep laat klink om die hele lewe daarvolgens in te rig nie. Dit sou verkeerd wees om in ons omstandighede in die een en twintigste eeu, te wil sê dat ons net in die kerk waar ons lewe ‘n voorbeeld moet wees en nie met opset na buite sou gaan getuig nie. Dit sou ongehoorsaamheid aan die HERE wees. Ons onttrek ons dan aan Sy leër wat vir Hom stry. Dit sou ook baie onbarmhartig wees, want dan laat ons ander mense sonder enige waarskuwing aan God se oordeel oor. Dan werk ons nie tot heil van die naaste, tot heil van die samelewing en tot heil van die wêreld nie. Dis juis waartoe elke kind van God en die hele kerk geroep is. Die banier van God se wet en evangelie moet steeds omhoog gehou word. Daartoe is Christus se kerk tot die wederkoms geroep. Die kerk is geroep om die wêreld die voorbeeld van die bevryde lewe te wys en die wêreld in al sy fasette daartoe op te roep.
Dit gaan daarom dat die HERE deur alle volke en nasies as die enigste God vereer word.
WIE IS JOUW NAASTE?
“U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dit is het eerste en het grote gebod. En het tweede, hieraan gelijk, is: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Aan deze twee geboden hangt heel de Wet, en de Profeten.” Mattheus 22:37-40
Je eigen groep, jouw eigen volk als het allerbelangrijkste zien, leidt tot een ramp. Het zorgt er voor dat je eigenlijk jezelf, jouw groep, jouw volk als God gaat zien. Wat dienstbaar is aan jou en jouw groep is goed. Dat moet gebeuren. De belangen van jou en jouw mensen staan boven alles. Dan kan het zijn dat in zo’n groep of volk veel over God en Christus gesproken wordt. Maar het wordt nog erger wanneer de kerk zich in dienst van zulke gedachten stelt. Alsof God vooral de God van de Nederlanders, de Duitsers, de Afrikaners, de Zoeloes, de Russen of de Oekraïners zou zijn. Je eigen groep is God geworden. Jouw naasten zijn eigenlijk alleen maar de mensen van jouw groep of volk. De rest is minder en daarom kun je met die ander doen wat je wilt.
Die andere mensen zijn niet echt je naaste. Er is niets mis met liefde voor je volk maar dat mag nooit ten koste gaan van al de andere mensen op aarde als jouw naaste. Er is niet mis mee dat er een groep om je heen is met wie je in liefde op een bijzondere manier optrekt. Maar dat mag er nooit toe leiden dat je het verkeerde in die groep niet vanuit Gods Woord aan de orde stelt. De liefde voor eigen groep of volk mag niet blind maken voor dingen die tegen Gods wil ingaan. Geen volk of groep is uit zichzelf beter, belangrijker dan andere groepen of volken. Dat betekent dat de band in geloof en ook vandaaruit het liefde bewijzen aan de naaste boven eigen belang en eer uitgaat. De Here Jezus geeft ons de opdracht om mensen uit alle volken tot Christus te leiden. Om samen Gods ene volk en kerk te zijn. Dat geeft liefde voor alle mensen en zorgt er voor dat we niet onze groep of volk in de praktijk God maken.
ZIE JE NAASTE IN HET LICHT VAN GODS WET
“U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dit is het eerste en het grote gebod. En het tweede, hieraan gelijk, is: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Aan deze twee geboden hangt heel de Wet, en de Profeten.” Mattheus 22:37-40
Er zijn ideeën. Er zijn mensen met vergezichten. Dat kan mooi zijn. Dat kan mensen op een goede manier inspireren. Er zijn ook gevaren. Een daarvan is dat het om de ideeën gaat en de mens zelf vergeten wordt. Het doorzetten van die vergezichten wordt dan belangrijker dan het omgaan met de mensen met wie je te maken krijgt.
Ik moest hieraan denken toen ik las over Alexander Doegin. Een Russische filosoof die veel invloed op Poetin heeft. Hij meent o.a. dat de wereld in machtsgebieden verdeeld moet worden. Machtsgebieden waar dan eigen normen en waarden gelden. Waarin bepaalde landen de baas zijn. Waarin die landen met macht en als het moet met geweld die normen en waarden afdwingen. Zo zou Rusland dan de christelijke waarden in o.a. Europa moeten verdedigen en handhaven. Uiteindelijke zouden andere machtsblokken dan bestreden moeten worden om de overwinning te behalen.
Is zo’n manier van denken die uiteindelijk over lijken gaat en een bepaald land de rol van door God gestuurd geeft volgens Gods eigen Woord? Ook als je niets moet hebben van allerlei los van God denken in onze maatschappij, ook als je juist vanuit Gods Woord allerlei moderne waarden en normen als zondig aanmerkt, zijn deze ideeën nog verwerpelijk. Wanneer we met het geweld dat we nu zien de eer van eigen land en de normen die je hebt, wilt afdwingen ben je onchristelijk bezig. Je ziet dan niet meer dat de Here Jezus laat zien dat het bij Gods geboden, ook voor de staat, om mensen gaat. De Here Jezus formuleert heel persoonlijk dat we onze naaste (enkelvoud!) moeten liefhebben. Wie met grof geweld eigen eer en eigen normen wil afdwingen, stelt zich juist tegenover Christus op. Denken vanuit het idee van de recht van de sterkste heeft veel met evolutiedenken te maken maar niets met christelijk geloof.
VIR WIE?
“Ek is die HERE jou God wat jou uit Egipteland, uit die plek van slawerny uitgelei het.” Eksodus 20:2
Vir wie het God die Tien Gebooie gegee?
Om hierdie vraag te kan beantwoord, is verseker 3 dinge belangrik. Die eerste is dat God Homself as die HERE voorstel
as Hy die Tien Gebooie by die Sinai gee. Die tweede is dat die HERE die enigste God is. Die derde is dat die HERE die Skepper van alle dinge is. Ons het aan die derde punt reeds eerder aandag gegee. Ons kyk vandag na die 1e wat ek genoem het.
- Die aanhef van die Tien Gebooie lui so: “Ek is die HERE jou God wat jou uit Egipteland, uit die slawehuis, uitgelei het.” (Eks 20:2) God gebruik hier sy verbondsnaam. Hy het Homself hierdie naam gegee. Sien Eks 3: 13,14. As ons die naam HERE met 4 hoofletters lees is dit die naam waarmee die HERE deur sy kinders genoem wil word. Ons spreek hierdie naam in die Hebreeus as Jahwe uit. Dit beteken: Ek is wat Ek is. Die HERE wys in sy naam daarop dat Hy die Betroubare is. As Hy sy wet gee is dit die goeie wet. Hy wil en kan daardeur net sê wat goed en betroubaar is.
Dis baie jammer en ook ‘n groot beswaar teen die Nuwe Vertaling dat daarin geen onderskeid tussen HERE en Here gemaak word nie. Ons lees daar net Here. Nogtans bestaan daar 'n groot verskil in die Hebreeus. Die naam Jahwe is in die Ou Vertaling met HERE vertaal en die titel Adonai met Here. Adonai beteken meester, heerser, iemand wat my baas is. ‘n Mens kan in die Nuwe Vertaling nie meer sien wanneer dit God se eie Naam is wat gebruik word en wanneer die titel gebruik word wat sy mag uitdruk nie. Gelukkig in dit in die 2020 Vertaling anderste. Daar is die onderskeid weer duidelik sigbaar.
Die naam Jahwe dui daarop dat Hy die enigste God is. Die God wat hom met hierdie naam aan Israel geopenbaar het, is nie net die God van Israel nie. En sy wet geld ook nie net vir hierdie volk nie. Dis wel ‘n groot voorreg dat die HERE juis vir Israel sy wet en wil so duidelik gegee het. Sien Ps 147:19,20.
ZOEN VAN DE VERRADER
“En terwijl Hij nog sprak, zie, een menigte; en een van de twaalf, die Judas heette, liep voor hen uit en kwam bij Jezus om Hem te kussen.” Lukas 22:47
Nog een paar weken en het is Goede Vrijdag en Pasen. Het is de tijd waarin het lijden en de opstanding van de Here jezus op een heel nadrukkelijke manier naar ons toekomen. Het is steeds weer heel bijzonder als je ziet hoe de Here Jezus moest lijden. Niet maar als een algemene theorie maar heel concreet voor mij. Voor mij die door eigen zonden schuld bij God opgebouwd heeft. Voor mij die het niet redt om zelf die schuld minder te maken. Laat staan dat ik die zelf weg zou kunnen krijgen.
Dan hoor ik uit de meest betrouwbare bron die er in de hele schepping bestaat, uit de Bijbel dat de Zoon van God voor mij heeft willen lijden. Hij komt naar de wereld om de straf te dragen die ik verdiend heb. Hij wordt mens om zondaren te redden van God welverdiende oordeel. Hij komt om voor wie in geloof tot Hem vlucht de straf te dragen in mijn plaats. Hij heeft dat gedaan terwijl Hijzelf in alles en altijd in liefde voor God en de naaste geleefd heeft. Wat heeft Hij intens voor mij moeten lijden! Dat laat zien hoe groot mijn schuld is.
Hij van wie het hele leven echt en betrouwbaar was. Hij deed altijd wat Hij zei. Bij Hem was er nooit een doen alsof. Wat heeft het Hem een pijn gedaan als anderen dat wel deden. Dat was deel van Zijn lijden dat Hij dat moest meemaken. Mensen die zich mooi voordoen en je toch met een mes in de rug steken. Dat zie je gebeuren wanneer Judas, een van Zijn leerlingen, Hem zoent. Met het doel om anderen te laten zien: Die man moeten jullie hebben. Die moeten jullie gevangennemen. Wat was dat een vuil spel! Dat overkwam de Here Jezus om voor ons te lijden. Om ons troost te geven als dit soort dingen ons overkomen. Om ons te laten schrikken als wij met zulke dingen bezig zijn. De Here Jezus wordt onder leiding van Judas die zo onbetrouwbaar is, gevangengenomen om ons zo in de vrijheid te zetten. Om ons het uitzicht te geven dat de tijd komt dat we daarvan voor altijd verlost zijn. Wie het bij Christus zoekt heeft altijd houvast en uitzicht.
DIE WET VAN DIE BEVRYDER
“Ek is die HERE jou God wat jou uit Egipteland, uit die plek van slawerny, uitgelei het.” Eksodus 20:2
As die HERE die Tien Gebooie by die Sinai vir Israel gee, doen Hy dit met klem as die Bevryder van sy volk. Die aanhef van God se wet is dan: “Ek is die HERE jou God wat jou uit Egipteland, uit die slawehuis, uitgelei het.” (Eks 20:2)
‘n Periode van meer as 400 jaar van slawerny in Egipte is verby. Die HERE het gesorg dat Israel uit die greep van die wêreldmag Egipte gered kon word en nou ‘n vry volk is. God maak sy grondwet weer aan die volk wat Hy bevry het, bekend. Dadelik as die HERE begin praat sê Hy dat Hy as die Bevryder hierdie gebooie vir sy volk gee. Hy is nie die verdrukker wat wette uitvaardig om mense in probleme of slawerny te dompel nie. Hy is nie die verdrukker of tiran wat sy eie belange ten koste van die mense soek nie. Hy is juis die God wat sy volk uit verdrukking bevry het. Hy wys sy volk nou hoe hulle moet lewe om regtig ‘n bevryde en vrye volk te bly. Die HERE bewys Hom as ‘n egte Vader vir sy kinders, vir sy volk. Hy maak vir sy volk duidelik hoekom Hy vir hulle hierdie gebooie gee.
Israel het by die berg gehoor hoe hulle Redder vir hulle die Tien Gebooie gee. Die HERE het Hom daarna met nog meer krag as die Redder van sy volk bewys. Hy het Israel dikwels van vyande wat hulle aangeval het, gered. Hy het Israel, wat vanweë ongehoorsaamheid aan die HERE in ballingskap was, daaruit verlos. Die grootste bewys van sy liefde en verlossing is dat Hy sy eie Seun, Jesus Christus, gestuur het. Dat die Here Christus gesorg het dat God se volk verlos is uit die greep van die duiwel, die dood en die skuld van hul eie sondes. Dis die HERE wat die Verlosser is wat Sy wet gegee het om sy volk by die verlossing te bewaar. Wie die HERE se gebooie liefhet en dit in liefde wil volbring, het ‘n goeie lewe. Die HERE se wet is nie 'n swaar juk nie maar praat in alles van die liefde wat goed vir die lewe is. Sien o.a: Matt 22:34-40; Rom 13:8-14.
KLEREN EN SCHOENEN DIE NIET SLIJTEN
“Ik heb u veertig jaar door de woestijn laten gaan; uw kleren zijn bij u niet versleten, en uw schoenen zijn niet versleten aan uw voeten; brood hebt u niet gegeten, en wijn en sterke drank hebt u niet gedronken, opdat u zou weten dat Ik de HEERE, uw God, ben.” Deuteronomium 29:5,6
Er kwam een vraag over het leven van het volk Israël in de woestijn binnen. Veertig jaar heeft dat volk van tussen de 2 en 3 miljoen mensen in de woestijn geleefd. De HERE heeft ze toen vanuit de hemel het manna gegeven om te kunnen eten. Het was ook een tijd zonder wijn en sterke drank. De HERE liet zien dat je zonder dit ook goed kunt overleven en een goed leven kunt hebben.
De vraag gaat over het eerste wat genoemd wordt. Dat de kleren en de schoenen van de Israëlieten in die tijd niet sleten. Dat is een groot wonder. Daarin zien we de zorg van de Almachtige voor Zijn volk. Maar hoe zat het met de kinderen die groeiden? Hun voeten werden groter. Hun hele lichaam werd groter. Je kon dus niet altijd dezelfde schoenen houden en dezelfde kleren blijven dragen. Het is natuurlijk mogelijk dat de HERE schoenen en kleren zou laten meegroeien. Voor de HERE is niets onmogelijk. Toch lezen we dat hier niet. Er wordt gezegd dat de kleding en de schoenen niet sleten. Als het niet slijt kan het heel goed weer gebruikt worden door anderen als het voor iemand te klein geworden is. Het was een tijd geleden in ons land ook bij velen zo dat als de kleren die nog goed waren later door het jongere zusje of broertje gedragen werden. We kennen nu het verschijnsel van kringloopwinkels heel goed. Het bijzondere in de woestijn toen was dat het echt niet sleet. Je kon niet zien dat het tweedehands was. De HERE zorgt altijd weer voor Zijn kinderen volgens de omstandigheden die er dan zijn. De macht en wijsheid van de HERE is nooit te klein om het goede te geven. Om op weg te zijn naar het volmaakt verloste leven.
DIE WET VAN DIE SKEPPER
“Ek is die HERE jou God wat jou uit Egipteland, uit die plek van slawerny uitgelei het.” Eksodus 20:2
Dit is die eerste woorde van God se wet wat ons in Eksodus 20 lees. Die HERE is die Almagtige wat vir Sy volk Sy wt laat hoor. Dit is ook God se wil wat vior die hele wêreld geld en vanaf die begin aan die mense bekend gemaak is.
Die HERE het as die Almagtige,die aarde in 6 dae gemaak. Hy het dit volgens sy plan gedoen. Elke diertjie, elke plantjie, hoe klein ook is volgens sy Goddelike plan gemaak. Die HERE het die hele skepping so gemaak dat alles daarin volgens sy volmaakte wil mag funksioneer. Die Almagtige Vader het die pootjie van die mier en die olifant se slurp so gemaak dat dit juis by daardie dier gepas het. Dat elke dier goed op die aarde kon lewe.
Dit is vir die mens nie anders nie. Die HERE het vir hom sowel liggaamlik as geestelik alles gegee om regtig goed te kan lewe. Ons bely dit in Sondag 3 van die Heidelbergse Kategismus so: “God het die mens goed en na sy ewebeeld geskep. Dit beteken: in ware geregtigheid en heiligheid, sodat hy God, sy Skepper, reg kon ken, Hom van harte kon liefhê en saam met Hom in die ewige saligheid kon lewe om Hom te loof en te prys.”
Die HERE het die mens nie alleen goed gemaak nie. Hy het die mens, as kroon van sy skepping, ook 'n baie goeie plek in ‘n sekere omgewing gegee. Die verhouding met die natuur was goed, die natuur het vir die mens geen bedreiging ingehou nie. Die natuur het die heerskappy van die mens as ‘n natuurlike feit aanvaar. Sien Gen 2: 19,20.
Die Skepper van hemel en aarde het ook nog op ‘n ander manier vir die mens ‘n ideale omgewing gemaak. Die HERE het met die mens gepraat en vir Hom Sy wil, Sy goeie wet bekend gemaak. Die HERE het die mens onderrig en so het die mens geweet hoe hy ‘n lewe lei waardeur hy voluit kan geniet, voluit sy lewe kan ontplooi, voluit as mens aan sy doel kan beantwoord. Die Skepper ken die moontlikhede van die mens soos niemand anders nie. Solank die mens binne die ruimte van God se wil lewe, is sy lewe goed.
DE HERE KENT MIJ
“HEERE, U doorgrondt en kent mij. U kent mijn zitten en mijn opstaan, U begrijpt van verre mijn gedachten. U onderzoekt mijn gaan en mijn liggen, U bent met al mijn wegen vertrouwd.” Psalm 139: 1-3
De HERE is de enige die mij helemaal kent. Hij kent mij zelfs beter dan ik mijzelf ken. Ik lig volledig open in Zijn ogen. Elk motief, elke gedachte, elk gevoel, elk woord, elke daad van mij is bij Hem bekend. Hij kent mij van binnen en van buiten. Ik kan niets voor Hem verbergen. Er is geen enkel middel dat ik daarvoor zou kunnen gebruiken. Als ik denk dat ik iets voor Hem kan verbergen, bedrieg ik mijzelf.
Dat betekent o.a. dat het nodig is dat ik om vergeving en om Zijn leiding vraag. Om de Geest die me leert voor Christus te leven en niet voor mijzelf. Daarom aan het einde van deze Psalm ook dit gebed: “Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart, beproef mij en ken mijn gedachten. Zie of er bij mij een schadelijke weg is en leid mij op de eeuwige weg.”vs 23,24
Deze dingen zijn ook een troost en houvast als we naar de wereld van vandaag kijken. Ook wereldleiders kunnen niets voor de HERE verbergen. De HERE zal ook hun oordelen voor wie ze tijdens hun leven echt waren. De HERE ontgaat niets.
Ook op een andere manier is dit troost en houvast. Het kan zijn dat je door geruchten die er verspreidt worden oneerlijk behandeld wordt. Het kan zijn dat iemand jou beschuldigt van iets waar niemand bij was. Het is niet waar maar toch horen mensen dit. Je bent officieel niet schuldig en toch loop je dingen mis omdat mensen gehoord hebben …. Ze weten niet of ze het geloven moeten maar houden toch maar afstand. Het kan diep ingrijpen als je zoiets moet meemaken. Ook dan mag je weten dat het laatste en beslissende oordeel bij God ligt die alles weet. Je kunt op Hem aan. Hij ziet als je ingezet hebt voor mensen die later met oneerlijke verhalen komen die jou schade toebrengen. Dat beïnvloedt Gods oordeel niet!
DIE HEILIGE GOD ONTMOET (IV)
“En op die derde dag toe dit môre word, was daar donderslae en blitse en 'n swaar wolk op die berg en die geluid van 'n baie sterk basuin, sodat die hele volk wat in die laer was, gebeef het. Daarop het Moses die volk uit die laer gelei om God te ontmoet, en hulle het gaan staan by die voet van die berg. En die hele berg Sinai het gerook, omdat die Here in 'n vuur daarop neergedaal het. En sy rook het opgetrek soos die rook van 'n oond, en die hele berg het vreeslik gebewe.” Eksodus 19:16-18
Die derde dag het aangebreek. Die HERE laat by dagbreek hoor dat Hy na die Sinai afgedaal het. Die mense wat nog in hulle tente is, hoor donderslae en sien die weerligte deur hulle tentdoeke heen. Wie buite staan sien waar hierdie geweldige geluid en weerligte vandaan kom. Van die berg Sinai. Hulle sien ook die donker wolk wat op die berg hang en dan hoor hulle ook nog die geluid van die basuin.
Die HERE wys dat Hy nou op ‘n besondere manier aanwesig is en dat die volk vir Hom moet verskyn. Die basuin roep die volk op om saam te kom en voor die HERE te verskyn. Die tekens wat op ‘n besondere geluid en op vuur wys laat ons ook dink aan wat later in Handelinge 2 op Pinkster by die uitstorting van die Heilige Gees gebeur het. Kyk Hand 2:2,3.
Dit wat die volk sien en hoor is oorweldigend. Hulle kan net bewe. Dit is so groot dat ‘n mens daardeur diep beindruk word. Ook Moses is vol van skrik. Kyk Hebr 12:21.
Moses lei die volk nou uit die laer en bring hulle by die voet van die Sinai. Hier verskyn hulle voor God. Hulle sien dan die vuur wat op die Sinai neerdaal en wat ook baie rook veroorsaak. Die rook soos dit uit ‘n oond kom herinner ons aan God se verskyning aan Abraham in Genesis 15:17. Ons lees daar dat die HERE op die volgende manier tussen die diere wat geslag en middeldeur gesny is, deurgaan: “En na sononder, toe dit heeltemal donker was, gaan daar ‘n rokende oond en vurige fakkel tussen die stukke vleis deur.”
God se heerlikheid verskyn selfs so op die Sinai dat die hele berg beef. Dit lyk asof ‘n aardbewing hierdie gebied tref. Kyk ook Psalm 68:9; 114:4.
Hoe groot is die HERE. Niks en niemand kan met Hom vergelyk word ni. Selfs nie die hele skepping nie. Wie by Hom skuil is regtig vir ewig veilig.
DOOR GOD GEMAAKT - MARIOEPOL
“Want Ú hebt mijn nieren geschapen, mij in de schoot van mijn moeder geweven. Ik loof U omdat ik ontzagwekkend wonderlijk gemaakt ben; wonderlijk zijn Uw werken, mijn ziel weet dat zeer goed.” Psalm 139:13,14
Ieder mens door de HERE gemaakt. Daarom komen we op voor het recht op leven. Ook voor het ongeboren kind. Daarom zijn we tegen abortus. Terecht. Toch zeggen deze woorden van God zoveel meer. Het leven is iets dat we uit Gods hand ontvangen. Daarom mogen we het leven van onszelf en van anderen niet onnodig aantasten. Ik denk hier ook aan wat de HERE in Genesis 9 zegt: “Vergiet iemand het bloed van de mens, door de mens zal diens bloed vergoten worden; want
naar het beeld van God heeft Hij de mens gemaakt.”vs 6
Het doden van mensen. Het initiatief nemen om dat te doen, zien we zo vaak in de geschiedenis. Ook in onze eigen tijd. In Marioepol liggen vandaag de lijken op straat en waarschijnlijk in de schuilkelders en in de huizen die verwoest zijn en waarin niemand op dit moment durft te komen. Konvooien om mensen daar eten en medicijnen te brengen, worden tegengehouden. Die mensen moeten maar een verschrikkelijke dood sterven. Beelden van God moeten maar verminkt en uitgehongerd worden. Zieken moeten maar sterven. Uit machtswellust.
Mensen door God gemaakt. Mensen gemaakt met het doel om hun rust, vrede en toekomst in Christus te vinden. Het werk van de ene grote God wordt aangetast uit eigen belang. Als je dat ziet zonder om alles van anderen goed te praten, weten wie er lacht. Dat is de duivel die van dit soort dingen houdt. Toch kunnen de duivel en zijn aanhangers Gods werk niet definitief stuk krijgen. Zelfs al ben je bij je dood aan flenters geschoten of gebombardeerd. Wie in Christus zijn of haar leven gezocht heeft, al was je nog maar een baby of nog maar 3 jaar en je hoorde op aarde bij Christus dan is het God die jou alle zorg en leven geeft. Gods werk in Zijn kinderen is niet stuk te krijgen. Ze staan bij Jezus terugkeer met een verheerlijkt lichaam op dat door niets en niemand stuk te krijgen is. Wee hem of haar die Gods beelden ook lichamelijk wil schenden. Die wordt zonder bekering eens definitief geschonden door Christus als de Rechter. Dat is rechtvaardig en goed.
DIE HEILIGE GOD ONTMOET (III)
“Geen hand mag hom aanraak nie; maar hy moet sekerlik gestenig of sekerlik met 'n pyl geskiet word; of dit 'n dier of 'n mens is — hy mag nie lewe nie. As die ramshoring lang geluide blaas, mag hulle op die berg klim. Toe het Moses van die berg af na die volk gegaan en die volk geheilig, en hulle het hul klere gewas. En hy het aan die volk gesê: Hou julle klaar teen die derde dag; moenie naby die vrou kom nie.” Eksodus 19:13-15
Die HERE gee ook die oomblik aan wanneer elkeen weer die berg mag opgaan. Dit is as die volk die geluid van ‘n ramshoring hoor waarop stadig gespeel word.
Dit gaan hier nie om die geluid wat hulle op die derde dag hoor nie. Kyk vs 17. Ons lees in vers 17 dat nie die geluid van ‘n ramshoring maar van ‘n basuin gehoor word. Dit gaan in vers 13 en 17 om twee verskillende instrumente. Die een is in die Hebreeus ‘n jobel en die ander ‘n sjofar.
As die volk op ‘n sekere oomblik die geluid van ‘n ramshoring hoor waarop stadig gespeel word, mag hulle weer die berg Sinai uitklim. Dit is dan God se teken dat Hy nie meer op ‘n spesiale manier op die Sinai woon nie. Hy het weer van hierdie berg weggegaan en daarom is die toegang tot hierdie berg weer vir elkeen vry.
Moses gaan weer terug na die volk en gaan doen wat die HERE vir hom gesê het. Moses hou daarop toesig dat die Israeliete hulle werklik heilig. By hierdie heiliging behoort ook dat hulle hul twee dae van seksuele gemeenskap onthou. Dit wys nie daarop dat in God se oë seksuele gemeenskap tussen man en vrou sonde is nie. Ons lees juis op ander plekke in die Skrif dat die seksualiteit ‘n mooi geskenk van God vir die mens is. Kyk o.a: Gen 2:23-25; Spr 5:18,19; Hooglied.
Dit gaan daarom dat die mens wys dat hy bereid is om hom van sekere dinge te onthou om hom met al sy aandag op die ontmoeting met God voor te berei.
DIE HEILIGE GOD ONTMOET (II)
“Want op die derde dag sal die Here voor die oë van die hele volk op die berg Sinai afdaal. Ook moet jy vir die volk 'n grens rondom aanwys en sê: Pas op dat julle nie op die berg klim of sy voet aanraak nie. Elkeen wat die berg aanraak, moet sekerlik gedood word. Geen hand mag hom aanraak nie; maar hy moet sekerlik gestenig of sekerlik met 'n pyl geskiet word; of dit 'n dier of 'n mens is — hy mag nie lewe nie.” Eksodus 19:11-13
Al hierdie voorbereidings op die eerste twee dae is daarop gerig om die HERE op die derde dag te kan ontmoet. Dan sal die HERE sigbaar vir die volk wys dat Hy vanuit die hemel op ‘n besondere manier op die berg Sinai is. Die berg Sinai word dan vir ‘n ruk heilige grond soos dit later die tabernakel en die tempel is.
Moses moet vir die volk die grens wys waaroor niemand mag kom nie. As hulle daardie grens oorgaan, kom hulle op verbode grond. Dan kom hulle op die stuk grond wat die HERE op ‘n besondere manier vir Hom bestem het. Hulle moet die afstand tussen Hom en hulle erken. Hulle moet Sy heiligheid so erken.
Die grens moet daar getrek word waar die Sinai begin. Hulle het sopas belowe om na al God se woorde te luister en daarvolgens te leef. Dit is wat hulle nou moet wys. Kyk vs 8.
Hierdie verbod om die berg op te gaan is totaal. Jy mag die berg selfs nie met jou vingers aanraak nie. Die Israeliete moet ook daarop let dat nie diere die berg opgaan nie. Wie die berg aanraak of opgaan moet of gestenig of met ‘n pyl doodgeskiet word. Ons ken in ander dele van die Ou Testament wel die doodstraf deurdat iemand met klippe doodgegooi word maar nie dat iemand met ‘n pyl doodgeskiet word nie. Die beste verklaring hiervoor lyk dat die doodskiet met ‘n pyl bedoel is vir die mens of dier wat nie van die berg wil terugkom nie. Die Israeliete kon hom nie agtervolg nie want dan moet hulleself op die gebied kom wat vir hulle verbied was.
VERLANGEN NAAR GELD EN MACHT
“Maar wie rijk willen worden, vallen in verzoeking en in een strik en in veel dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang. Want geldzucht is een wortel van alle kwaad. Door daarnaar te verlangen, zijn sommigen afgedwaald van het geloof, en hebben zich met vele smarten doorstoken.” 1 Timotheus 6:9,10
Nederland heeft gestemd. We krijgen nieuwe gemeenteraden. De wereld staat op zijn kop vanwege de oorlog in de Oekraine. Wat gaat dit voor ons betekenen? Hoe zal het met de voedselvoorziening in de wereld gaan? Hoe gaat de economie zich ontwikkelen? Het zijn allemaal dingen die ons bezighouden.
We zien in deze wereld hoe het verlangen naar macht en rijkdom voor heel veel ellende zorgt. De zucht naar macht waardoor hele steden in elkaar geschoten worden. Waardoor hele gezinnen hun huis kwijtraken. Verwoest. Waardoor zelfs vrouwen en kinderen nergens veilig zijn en mensen uitgehongerd worden. In een woord verschrikkelijk en met geen woord goed te praten. De zucht naar geld en aanzien zorgt er voor dat ook andere mensen bijna niets hebben en een heel moeilijk bestaan hebben. Omdat wij al meer welvaart willen hebben. Mensen raken door de zucht naar macht en geld ook de ware God kwijt. Ze kennen alleen nog een god die hun eigen belang moet dienen. Die kun je dan God, HERE of Christus noemen. Toch is het dan niet meer dan een afgod, dan de Mammon. Je dient dan in de naam van God jezelf en zaait dood, armoede en verderf. Uiteindelijk sta je dan straatarm en schuldig voor God bij je sterven. Dan moet je het zonder de echte Verlosser Jezus Christus doen.
Voor ons allemaal geld dat het belangrijk is ook in het besturen van het land dat we er op uit zijn dat iedereen genoeg heeft. Dat we leren om tevreden te zijn. Tevreden zoals we ook daarvan lezen in 1 Timotheus 6: “Maar de godsvrucht is inderdaad een bron van grote winst, vergezeld van tevredenheid. …. Want wij hebben niets de wereld ingedragen, het is duidelijk dat wij ook niets daaruit kunnen wegdragen. Als wij echter voedsel en kleding hebben, zullen wij daarmee tevreden zijn.” Vs 6-8
Dan leren we delen en omzien naar onze naaste! Dan is ons verlangen niet om altijd meer te krijgen maar om samen genoeg te hebben. Dan is daarop ook de politiek gericht.
DIE HEILIGE GOD ONTMOET (I)
“En die Here het met Moses gespreek: Kyk, Ek sal in 'n dik wolk na jou toe kom, dat die volk kan hoor as Ek met jou spreek, en hulle ook vir altyd aan jóú kan glo. Want Moses het die woorde van die volk aan die Here meegedeel. Verder het die Here aan Moses gesê: Gaan na die volk en heilig hulle vandag en môre, en laat hulle hul klere was” Eksodus 19:9,10
As Moses weer op die berg is, sê die HERE dat Hy nou ‘n donker wolk oor Moses sal laat kom. Hierdie wolk is weer die aanduiding van God se besondere aanwesigheid. As die wolk sigbaar vir die hele volk by Moses kom, sal die volk ook hoor dat die HERE met Moses praat. Die volk hoor nie wat die HERE vir Moses sê nie maar wel dat Hy met hom kommunikeer. Die HERE doen dit sigbaar en hoorbaar om vir die volk duidelik te maak dat Moses Sy besondere kneg is waarna hulle moet luister. By hulle mag daar geen twyfel wees dat hy God se woorde vir hulle vertel nie. Hulle moet daarvan oortuig wees dat die HERE Moses aangewys en aangestel het om die middelaar tussen God en Sy volk te wees. Hy bring God se woorde en die volk se woorde oor. As ons lees dat die HERE dit doen sodat Israel “altyd aan jou glo”, gaan dit daaroor dat hulle altyd Moses vertrou as God se spesiale kneg.
Die HERE gee aan Moses weer ‘n boodskap vir die volk saam. Die Israeliete moet hulle op ‘n besondere ontmoeting met die HERE voorberei. Hy sal meer naby die volk kom as tot nou toe. Moses moet daarom sê dat die volk hulle vandag en môre moet heilig. Dit beteken dat hulle alles moet wegdoen wat hulle onrein vir die HERE maak. Hulle moet alles in gereedheid bring om God te kan ontmoet. Moses moet twee dae so met die volk werk dat hulle daarmee dan klaar is. Dit wys vir ons hoe belangrik dit is om jou op ‘n ontmoeting met God voor te berei. Die HERE is baie meer as ‘n mens se vriend. Die ontmoeting met God vra van Sy volk altyd weer uiterlike en innerlike voorbereiding. Vra altyd weer om te breek met alles wat sondig is en om ook in ons uiterlik te wys dat ons besef dat ons voor die enige God verskyn wat meer as enige mens is. Dit is ook daarom dat Israel die opdrag kry om hulle klere te was. Dit wys ons ook hoe ons voor die HERE in die kerkdienste moet verskyn.
HET EINDE?
“En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen.” Mattheus 24:14
Het gaat me nu vooral om de woorden: “en dan zal het einde zijn”. We zien een wereld in oorlog. Mensen zijn bang en denken dan aan het einde van de wereld. Komt er aan de wereld en het leven een einde. Is het vreemd om zo te denken? Kunnen wij als mensen zorgen voor het einde van het leven op aarde?
Als we daarover nadenken moeten we weten dat als je alleen naar de schepping kijkt er zeker eens een einde aan deze aarde komt. Het is vanuit wat we zien in de schepping duidelijk dat er het moment komt dat de aarde zal opbranden en er geen leven meer mogelijk is op aarde. Vanuit wat we wetenschappelijk weten is dat een vaststaand feit. De aarde heeft als je naar de schepping kijkt geen blijvende toekomst. Hoe er een einde aan leven op aarde komt, is dus niet het grote punt. Als dat door een kernramp zou komen of doordat de aarde zo warm wordt dat alle leven onmogelijk is, maakt dan niet het grote verschil.
Juist als je dat weet, geeft het zoveel uitzicht en hoop wat we in de Bijbel lezen. De aarde heeft vanuit het perspectief van alleen de schepping geen blijvende toekomst. Toch heeft de aarde toekomst. Toch kan een atoombom en zelfs de berekende opbranding van de aarde niet voor het einde zorgen! Wie op Christus bouwt mag weten, ook als de bommen om je heen vallen, dat bij Zijn terugkeer het einde komt van de oude aarde. Een aarde waarop alle gevolgen van de zonde, dus ook de oorlog, te zien en te voelen zijn. Wanneer Christus terugkomt, maakt Hij alles nieuw. We lezen dat zo in Openbaring 21: “En Hij Die op de troon zit, zei: Zie,Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zei tegen mij: Schrijf, want deze woorden zijn waarachtig en betrouwbaar. “
Dan wordt de oude aarde de nieuwe aarde. Hemel en aarde worden een. Gods vrede heerst daar voor eeuwig en de aarde heeft door Gods regering dan eeuwig geweldig toekomst. Laten we het evangelie geloven en door Christus zo het eeuwige leven hebben dat niemand stuk kan maken.
ANGST VOOR DE ATOOMBOM EN NOG IETS
“De HEERE bewaart de eenvoudigen; ik was uitgeteerd, maar Hij heeft mij verlost. Mijn ziel, keer terug tot uw rust, want de HEERE is goed voor u geweest.” Psalm 116:6,7
Strijd en oorlog. Uit onderzoek blijkt dat een deel van de Nederlanders op dit moment bang is. Bang is dat de oorlog ons nog directer zal raken. Dat we met een atoombom te maken kunnen krijgen. Spanning kan ons leven heel erg beïnvloeden ook in andere situaties. Bijvoorbeeld als we onrechtvaardig behandeld worden. Tot in de kerk toe kan de spanning zo geweldig oplopen. In dit soort situaties kan het zijn dat onrust je gaat beheersen. Dat je in je slaap van alles droomt en ineens weer wakker schrikt. Dat deze dingen je dreigen te slopen.
Wanneer de situatie niet snel verandert wat moet je dan? Waar vind je dan rust? De echte rust kun je dan alleen bij de HERE vinden. Hij kent je. Hij weet wat er in je hart gedacht en gevoeld wordt. Hij was er altijd bij. Hij is het die ook die het onrecht eens helemaal zal herstellen. Ook als je nu het idee hebt dat je tegen een muur oploopt. Dan mag je het uit jouw handen geven en in Gods handen leggen. Niet als een dooddoener maar in het geloof dat die HERE alles weet en het rechtvaardige oordeel komt.
Nog even terug naar die atoombom. Laat die dreiging ons leven niet beheersen. Dan heeft de duivel zijn zin. Dan wordt het leven vol onrust en het kan juist als christen zo anders. De HERE regeert. Zelfs een atoombom kan de Here God niet van Zijn plaats wegblazen. Christus is de Rots die niet weg te krijgen is. Hij staat boven alle geweld. In het geweld mag je jou aan Hem toevertrouwen. Dan kun je verder met het gewone leven. Gewoon je werk doen, gewoon naar school gaan en je opleiding volgen. Zorgen dat je huis schoon en op orde blijft. Een huis kopen. Plezier maken met je vrienden en familie. Bijbelstudie doen. Op zondag naar de kerk om het evangelie te horen en samen na de dienst nog wat napraten. Niet in angst maar in de rust die je hebt als je met Christus in geloof leeft. Die atoombom kan als hij valt ons lichaam misschien dood maken maar dan leven bij HERE in de hemel in alle rust. Door Christus terugkeer komt de nieuwe aarde er waar geen enkel wapen meer zal zijn. Altijd vrede zonder bedreiging want de duivel zit voor altijd gevangen zonder dat hij ooit kan ontsnappen. Dan is elke oorlog voorbij. Rust hebben we in Christus. Hij is niet kapot te krijgen. Hij oordeelt eens. Ook over de wereldleiders. In Zijn handen zijn we veilig.
ROUW NIET HET EINDE
“En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan. En Hij Die op de troon zit, zei: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zei tegen mij: Schrijf, want deze woorden
zijn waarachtig en betrouwbaar.” Openbaring 21:4,5
In alle eenvoud geloven. Je leven richten op Christus zonder dat je iemand veel woorden bent. Weten en geloven dat, zoals we in het boek Openbaring lezen, dat Christus regeert. Ook als er rouw, gemis en verdriet is. Ook als er zoveel onrust en ook angst voor de toekomst is. Terwijl er in een oorlog zoveel doden vallen. Wat een ellende, wat een verdriet, wat een rouw.
Juist dan is het zo vol van troost dat wie in al zijn of haar zwakheid en in alle eenvoud naar de stem van de Here Jezus heeft leren luisteren bij de HERE is. Dat de laatste ademhaling op aarde gevolgd wordt door de eerste in de hemel. Wat we hierboven over het Nieuwe Jeruzalem lezen die bij Christus terugkeer op de aarde neerdaalt, geldt nu al van de hemel. Daar zijn Gods gestorven kinderen bij de HERE. Daar zijn zij samen Gods volk. Wie alleen achterblijft door het sterven van een geliefde die op aarde met Christus leefde mag weten dat het goed is. Dat de benauwdheid, dat de tranen, dat de moeite en de strijd voor jouw geliefde voorbij zijn. De HERE is met al Zijn zorg en liefde om de gestorven gelovigen in de hemel. Hij zal dat ook zijn op de nieuwe aarde. Bedenk ook dat het hier om het Nieuwe Jeruzalem gaat dat op aarde neerdaalt. Hemel en aarde worden een en alles wordt nieuw. Alles wordt zo goed dat er niets meer is dat voor tranen zorgt. Nooit meer. Dat kan alleen God de Schepper van alle dingen geven. Dat alleen om het werk van de Zoon Jezus Christus. Daarin mag je delen door het werk van de Geest aan en in je. Bij de HERE is de echte troost ook bij het sterven van een geliefde die bij Christus als de Verzoener van eigen zonden heeft geschuild. Zo worden we dan ook zelf in het geloof door de HERE getroost. Door tranen heen is Christus dan ons onwankelbaar houvast.
DIE VOLK WIL DIE HERE DIEN
“En Moses het gekom en die oudstes van die volk laat roep en hulle al hierdie woorde voorgehou wat die Here hom beveel het. Toe antwoord die hele volk eenparig en sê: Alles wat die Here gespreek het, sal ons doen. En Moses het die woorde van die volk aan die Here oorgebring.” Eksodus 19:7,8
Moses klim weer van die berg af en bring God se woorde nou aan die oudstes van die volk oor. Dit lyk dus asof hierdie oudstes, die leiers dit weer vir die volk vertel.
Die volk hoor God se woorde en gee daarop antwoord. Hierdie woorde van God is vir hulle goed. Hulle besluit saam om God se verbondsvolk te wil wees. Hulle stel hulle onder die verpligting om na al Sy woorde te luister en dit te doen. Dit is Israel se eenparige antwoord. Ons lees later in die geskiedenis nog verskillende kere dat hierdie verbond tussen God en Israel vernuwe word. Een van die voorbeelde is as Israel in die land Kanaan is en Josua sy afskeidsrede van die volk hou. Dan herinner Josua aan God se dade in die geskiedenis en vra hy vir die volk of hulle die HERE wil dien of ander gode. As die volk gesê het dat hulle die HERE wil dien lees ons in Josua 24 die volgende: “Maar Josua het vir die volk gesê: Julle kan die HERE nie dien nie, want Hy is ‘n heilige God, Hy is ‘n jaloerse God; Hy sal julle oortreding en julle sondes nie vergewe nie. As julle die HERE verlaat en vreemde gode dien, sal Hy julle weer kwaad aandoen en julle vernietig, nadat Hy aan julle goed gedoen het. Toe sê die volk vir Josua: Nee, maar ons sal die HERE dien. Daarop sê Josua aan die volk: Julle is getuies teen julleself dat julle vir julleself die HERE gekies het om Hom te dien. En hulle sê: Ons is getuies. Verwyder dan nou die vreemde gode wat onder julle is, en neig julle hart tot die HERE, die God van Israel. Daarop sê die volk aan Josua: Ons sal die HERE onse God dien en na sy stem luister.” Vs 19-24.
Ek kom volgende week nog terug op wat ons hier lees oor die woorde dat die HERE nie vergeef nie.
Moses het vir die HERE vertel wat die volk se reaksie was. Moses doen dit nie omdat die HERE dit nie sou weet nie maar omdat hy Israel se verteenwoordiger by die HERE is. Hy moet nou hoor wat hy in God se naam vir die volk moet gaan sê.
DIE HERE SE EIENDOM UIT GENADE (III)
“En júlle sal vir My 'n koninkryk van priesters en 'n heilige nasie wees. Dit is die woorde wat jy aan die kinders van Israel moet meedeel.” Eksodus 19:6
Die volk wat in volle wyding vir God as hulle Koning leef, ontvang van Hom koninklike waardigheid en mag. Eendag sal hulle saam met Christus regeer. Kyk Openb 1:6; 22:5.
Die HERE maak Israel tot ‘n heilige nasie. Kyk ook Deut 28:9 Die woord heilig kan beteken: sonder sonde maar kan ook die betekenis van afgesonder hê. Ons moet hier aan die laaste betekenis dink. Dit wil sê dat die HERE Israel uit alle volke afgesonder het. Hy het hulle in die wêreld ‘n aparte plek onder die volke gegee om van Hom te getuig. As Petrus die heerlikheid van God se volk aanwys, wys hy wat die doel daarvan is: “om te verkondig die deugde van Hom wat julle uit die duisternis geroep het tot sy wonderbare lig.”
Die HERE wys vir Israel baie duidelik hoe ‘n heerlike rykdom Hy vir Israel wil gee. Hulle moet baie goed bedink dat Hy dit gee as hulle na Sy stem luister en werklik volgens Sy verbond lewe. So is die rykdom wat die HERE wil gee, vir Israel ook 'n opdrag. Kyk 1 Pet 2:5. Ons sien so met die aanhaling in die eerste brief van Petrus dat ons vandag saam met die gelowiges uit die Jode God se volk mag wees. Juis om aan al die volke Christus as die enigste Verlosser te verkondig.
Moses moet die onderwys by die Sinai met hierdie heerlike en indrukwekkende onderwys begin.
BIDDAG IN OORLOGSTIJD
“Maar koning Hizkia en de profeet Jesaja, de zoon van Amoz, baden om die reden en riepen naar de hemel.Toen zond de HEERE een engel, die alle strijdbare helden, leiders en bevelhebbers in het legerkamp van de koning van Assyrië uitroeide. Zo is hij in openlijke schande naar zijn eigen land teruggekeerd”. 2 Kronieken 32:20,21
Het is vandaag in Nederland biddag voor gewas en arbeid. We bidden in een situatie die we al heel lang niet meer kennen. Een situatie waarin oorlog dichtbij gekomen is. Omstandigheden waarin de gevolgen van de oorlog in de Oekraïne ook ons gaan raken. Het lijkt er op dat onze koopkracht dit jaar geraakt zal worden. Dat vooral de mensen die niet veel hebben er door geraakt zullen worden.
Dat is nog heel iets anders dan mensen die in een stad opgesloten zijn en geen kant op kunnen. Het eten dat er is wordt al minder. Er zijn nog weinig medicijnen. De toekomst lijkt donker, de angst is er en wordt meer. De vijand heeft zelfs ziekenhuizen platgeschoten. Waar moet je met de zieken en gewonden heen?
Jeruzalem is belegerd door Sanherib. Koning Hizkia kan met de inwoners van Jeruzalem geen kant op. Het lijkt er op dat niets kan helpen. Dat ze ten dode zijn opgeschreven. Sanherib schrijft een brief waarin hij in hoogmoedswaanzin laat weten dat de HERE toch niet kan redden. De anderen volken met hun goden zijn al verslagen en Gods volk moet niet denken dat de HERE meer dan die andere goden is.
Je kunt in deze tijd zeggen dat je een verdediger van de christelijke beschaving bent maar als je tekeergaat als een geweldenaar kun je dat niet zijn. Het is zo dat in onze tijd ook vanuit heel andere moderne en postmoderne oorden de HERE aan de kant geschoven wordt. Daartegen moeten we een geestelijke strijd strijden zoals we daarvan lezen in Efeze 6:10-20. Niet door kracht of geweld maar door Gods Geest. Zacharia 4:6. De Here Jezus zegt dan ook dat er niet voor Hem gestreden moet worden met het zwaard. Mattheus 26:51,52.
Laten we bidden om een bijzonder ingrijpen van de HERE zoals dat er was in de tijd van Hizkia. Hij bad en legde de nood aan de HERE voor. Tegenover de geweldenaar. Hoe het ook gaat de HERE hoort naar het gebed van Zijn kinderen over de hele wereld en geeft wat we nodig hebben. Laten we zo in Christus die vanuit de hemel regeert onze rust en moed vinden. Juist ook op deze biddag!
DIE HERE SE EIENDOM UIT GENADE (II)
“En júlle sal vir My 'n koninkryk van priesters en 'n heilige nasie wees. Dit is die woorde wat jy aan die kinders van Israel moet meedeel.” Eksodus 19:6
Die HERE maak Israel by die Sinai tot Sy besondere eiendom. Hy sê in vers 6 wat dit vir Israel beteken. Die besondere van Israel sal deur God se uitverkiesing wees dat hulle ‘n koninkryk van priesters en ‘n heilige nasie is.
Wat beteken dit dat hulle ‘n koninkryk van priesters sal wees? Die hele volk is priesters. Dit wil sê dat hulle hele bestaan diens aan God is. Hulle lewe word deur die aanbidding van die HERE beheers. Hulle is in die wêreld van die volke die voorbeeld hoe die lewe werklik goed is. Israel is dan as ‘n volk van priesters ook ‘n koninkryk. Die priesterskap wys daarop dat mense dien. Hulle staan in God se diens. Nogtans is Israel nie ‘n minderwaardige volk as hulle regtig God se knegte in alles wil wees nie. Hulle ontvang dan juis koninklike heerlikheid. Die volk wat in die HERE se diens wil staan, is ook ‘n volk van konings. Petrus skryf van God se volk dat uit alle volke kom: “Maar julle is ‘n uitverkore geslag, ‘n koninklike priesterdom, ‘n heilige volk, ‘n volk as eiendom verkry, om te verkondig die deugde van Hom wat julle uit die duisternis geroep het tot sy wonderbare lig.” 1 Pet 2:9. Kyk ook 1 Kor 3:17; 1 Pet 2:5.
Die volk wat in volle wyding vir God as hulle Koning leef, ontvang van Hom koninklike waardigheid en mag. Eendag sal hulle saam met Christus regeer. Kyk Openb 1:6; 22:5. Hierdie houvas het ons ook vandag as die toestand in die wêreld ons beangstig. Christus is Koning en niemand kan Hom Sy mag ontneem nie.
RADICALE THEOLOGIE?
“Het geloof nu is een vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet.” Hebreeën 11:1
In het Nederlands Dagblad was op 1 maart het volgende citaat in de krant te vinden: “Zeker weten moet niet langer het startpunt zijn voor geloof. Het gaat erom je te committeren aan iets of iemand zonder allerlei zekere garanties. Zonder de garantie dat je het echt bij het rechte eind hebt of er iets mee opschiet. Die garanties krijg je bij radicale theologie niet. Er komt geen kerk van de radicale theologie waar je je kunt aanmelden. Het is een uitnodiging om de theologie die zich op een vast omschreven geloofsleer baseert op te schudden. Om open te blijven staan. Ten diepste weten we allemaal niet zeker hoe het uiteindelijk zit, denk ik. Dat lijkt me een vruchtbaarder uitgangspunt, dan die waar precies vast staat wat God de wereld wil vertellen.”
Dit komt uit een interview met de schrijvers van het boek ‘Onzeker Weten’. De schrijvers hiervan zijn: Rikko Voorberg, Gerko Tempelman en Bram Kalkman. Zij komen met een zogenaamde ‘radicale theologie’. De grote vraag is of je hier nog van theologie kunt spreken. Het gaat in deze ‘theologie’ altijd om jouw eigen beeld van God. De zekerheid van het geloof en de onzekerheid over jezelf wordt niet gevonden in het 100% betrouwbare Woord van God. Johannes zegt in zijn eerste brief van mensen die anders geloven, anders denken over God en Christus als zoals de Geest daarover spreekt in Zijn Woord dat ze leugenaars zijn en God tot een leugenaar maken. 1 Joh 1:10;2:4,22; 4:20; 5:10.
Je kunt op God en Zijn Woord aan. Zijn Woord maakt allerlei van mijn gedachten en stellingen onzeker en bewijst die verkeerd. Dat vraagt om bekering tot Christus en Hem volgen op Zijn stem. Dan mag ik me al meer vasthouden aan wat de HERE zegt. Dat is de zekerheid van mijn leven. Wie ook God en de Bijbel in eigen menselijke onzekerheid laat delen is geen theoloog. Die speelt een beetje met zijn of haar eigen wijsheid. Dat verdient op geen enkele manier het woord theologie. In God en Zijn Woord vinden we vastheid en zekerheid die echte rust geeft door je leven en denken steeds weer te toetsen aan Gods betrouwbare Woord! Dan ben je pas echt radicaal bezig.
DIE HERE SE EIENDOM UIT GENADE (I)
“Maar Moses het opgeklim na God toe, en die Here het hom van die berg af toegeroep en gesê: So moet jy aan die huis van Jakob sê en aan die kinders van Israel verkondig: Julle het self gesien wat Ek aan die Egiptenaars gedoen het, en dat Ek julle op arendsvlerke gedra en julle na My toe gebring het. As julle dan nou terdeë na my stem luister en my verbond hou, sal julle my eiendom uit al die volke wees, want die hele aarde is myne.” Eksodus 19:3-5
Die eerste waaraan Moses hier by die Sinai vir die volk, wat uit Jakob voortgekom het, moet herinner, is hoe die HERE hulle uit Egipte bevry het. Die HERE gebruik nou ‘n beeld om Sy liefdevolle sorg vir Sy volk nog duideliker te maak. Ons vertaling sê: “Ek het julle op arendsvlerke gedra en julle na My toegebring.” Dit kan wees dat ons hier nie aan ’n arend maar aan ’n aasvoël moet dink nie. Die beeld bly dieselfde. Dit gaan daarom dat die voël wat die HERE noem baie breë vlerke het. Vlerke wat ander kan dra en bo gevaar en moeites kan laat uitstyg en so op ‘n ander plek rus en veiligheid kan gee. Die HERE het uit die verdrukking en slawerny bevry en hulle in die woestyn ‘n plek gegee waar Hy hulle versorg en veiligheid gee. Kyk ook Openb 12:6.
Die HERE sê voordat Hy Sy onderwys, Sy wet vir Israel gee dat as hulle regtig na Hom luister, hulle Sy volk uit alle volke op die aarde sal wees. Die inhoud van die verbond vir die volk is dat hulle in liefde God se wil doen. Die HERE wys hoe groot Hy is. Hy is die God wat oor die hele skepping en dus ook oor alle volke regeer. Hy kies dan in Sy genade, in Sy vryheid Israel as Sy volk uit. Die genadekarakter van Israel se uitverkiesing word in Deut 7 so beklemtoon: “Want jy is ‘n volk heilig aan die HERE jou God; jou het die HERE jou God uitverkies om uit al die volke wat op die aarde is, sy eiendomsvolk te wees. Die HERE het ‘n welgevalle aan julle gehad en julle uitverkies, nie omdat julle meer was as al die ander volke nie, want julle was die geringste van al die volke. Maar omdat die HERE julle liefgehad en die eed gehou het wat Hy vir julle vaders gesweer het, het die HERE julle met ‘n sterke hand uitgelei en jou uit die slawehuis, uit die hand van Farao, die koning van Egipte, verlos.” Vs 6-8 Kyk ook: Deut 4:20; 10:14,15; 14:2; 26:18,19; Psalm 135:4 .
Israel is God se eiendom. Na Christus se werk is dit God se volk uit alle volke. Kyk o.a: Titus 2:14; 1 Pet 2:9. ’n Volk wat onder die HERE se vleuels vir ewig veilig is.
MOSES EN JETRO (VII)
“Moses het toe geluister na sy skoonvader en alles gedoen wat hy gesê het — Moses het bekwame manne uit die hele Israel gekies en hulle as hoofde oor die volk aangestel — owerstes oor duisend, owerstes oor honderd, owerstes oor vyftig en owerstes oor tien. En hulle het voortdurend oor die volk die regspraak uitgeoefen: die moeilike sake het hulle na Moses gebring, maar in al die klein sake self reggespreek. Toe het Moses sy skoonvader laat gaan, en hy het na sy land getrek. En die derde maand ná die uittog van die kinders van Israel uit Egipteland, op dieselfde dag, het hulle in die woestyn Sinai gekom — hulle het van Ráfidim af opgebreek en in die woestyn Sinai gekom en in die woestyn laer opgeslaan. En Israel het daar teenoor die berg laer opgeslaan.” Eksodus 18:24-19:2
Moses luister na Jetro se wyse raad. Hy stel ander manne aan wat die gewone regsake kan afhandel. Ons lees in Deut 1 hoe Moses dit gedoen het. Hy het nie netso manne aangestel nie. Hy het eers van die volk name gevra van manne wat volgens hulle aan die voorwaardes voldoen. Kyk Deut 1:9-18.
Moses stel die manne aan wat bekwaam is. As hierdie manne met ‘n saak te doen kry wat vir hulle baie moeilik is, bring hulle dit by Moses. Moses kry so meer tyd vir die belangrike sake.
Moses laat sy skoonpa weer gaan nadat sy besoek baie vrugbaar vir Moses en die volk was. Jetro gaan weer na sy eie land Midian terug.
Israel is nou “in die derde maand” nadat hulle uit Egipte uitgetrek het. Dit is die periode tussen die negende en twaalfde week na die uittog. Die Joodse oorlewering sê dat Israel die eerste dag van die derde maand van die jaar by die Sinai aangekom het en dat op die sesde dag van daardie maand die HERE Sy wet van die Sinai afgekondig het. As dit so is, het die afkondiging van die wet vanaf die Sinai toe met die viering van die Pinksterfees saamgeval. Die Pinksterfees moes vyftig dae van die Pasga gevier word. Dit is hierom dat vir die Jode die Pinksterfees die oesfees is wat die einde van die oes wys en ook die dag waarop aan die gee van die wet op Sinai gedink word.
Ons weet seker dat die HERE met die wolkkolom die volk van Rafidim laat weggaan het en hulle die pad na die Sinaiwoestyn gewys het. Dit beteken dat hulle nog weer meer oos getrek het. Die doel van hierdie trek was nie net die berge in die Sinaiwoestyn nie maar die een berg wat die naam Sinai en Horeb dra. Hier moet God se volk ‘n rukkie bly. Hulle slaan hier hulle laer op.
MOSES EN JETRO (VI)
“Maar kies jy uit die hele volk bekwame manne wat God vrees, betroubare manne wat onregverdige wins haat. En stel dié aan oor hulle: owerstes oor duisend, owerstes oor honderd, owerstes oor vyftig en owerstes oor tien; en laat hulle voortdurend oor die volk die regspraak uitoefen: al die groot sake moet hulle na jou bring, maar in al die klein sake moet hulle self regspreek. Maak dit so ligter vir jou, en laat hulle saam met jou dra. As jy dit doen en God dit jou beveel, kan jy dit uithou en sal ook al hierdie mense tevrede na hulle woonplek gaan.” Eksodus 18:21-23
Jetro gaan verder met sy advies. Moses moet ander manne kry wat ‘n groot deel van sy werk oorneem. Die meeste sake waarin hy regspreek kan ook ander manne onder die volk doen. Die voorwaarde moet wees dat dit manne is wat geskik is om te kan regspreek en wat naby God lewe. Manne wat net volgens Sy goeie wil wil leef. Ons sien hier in die kern wat ook later die voorwaardes is vir mans wat ampsdraers in Christus se gemeente mag word. Kyk Hand 6:3; 1 Tim 3; Titus 1:5-9.Dit is baie belangrik dat hierdie mans nie gevoelig vir geld is nie. Hulle moet onafhanklik die reg en waarheid wil dien. Die aanneem van geskenke en geld word in die Bybel vir regters en ander verantwoordelike persone streng verbied. Kyk o.a. Spr 17:23Die manne wat aan die voorwaardes voldoen moet in verskillende range onder die volk aangestel word. Dan kan die kleinste saak by die laagste regter afgehandel word en ‘n moeiliker een by ‘n hoër een. Dan is dit ook moontlik om op die hoër regter ‘n beroep te doen.Moses kry dan nog net met die moeilikste sake te make. Dan dra ander saam met Moses die las wat met die lei van die volk saamkom. Hierdie organisasie het twee voordele:
- Moses kan sy werk doen sonder dat hy heeltemal uitbrand.
- Die volk sal meer tevrede wees want dit is nie nodig om so lank te wag voordat hulle saak afgehandel word nie.
MOSES EN JETRO (V)
“Maar Moses se skoonvader sê vir hom: Die ding wat jy doen, is nie goed nie. Jy sal heeltemal uitgeput raak, jy sowel as hierdie volk wat by jou is. Want die saak is te swaar vir jou; jy kan dit nie alleen doen nie. Luister nou na my; ek sal jou raad gee, en God sal met jou wees. Wat jou betref, wees jy die verteenwoordiger van die volk by God en bring jy die sake voor God, en onderrig hulle in die insettinge en die wette, en maak hulle die weg bekend waarop hulle moet gaan, en die werk wat hulle moet doen.” Eksodus 18:17-20
Jetro het baie mooi gesien wat gebeur. Die HERE gebruik hom om ‘n baie goeie en nugtere advies vir Moses te gee. Moses moet besef dat hy ‘n mens is en dat hy nie alles kan doen nie. Hy kan nie elke dag van die vroeë oggend tot in die aand werk nie. Hy kan nie altyd met baie verantwoordelike werk besig wees nie. ‘n Mens het ook rus en ontspanning nodig. Ons sien dit later ook by die Here Jesus. Ook hy soek na ‘n baie besige periode rus saam met Sy leerlinge. Kyk Markus 1:35;6:31
Jetro wys sy skoonseun daarop dat sy besondere taak is dat hy tussen die volk en God staan. Hy is die middelaar en daarom Israel se verteenwoordiger by God. As daar sake en probleme is waarop ook Moses vanuit die kennis van God se wil kan gee nie laat hy dan vir God vra wat nou moet gebeur. Ons sien dit selfs later nog gebeur as die HERE die tien gebooie afgekondig het en al baie insettinge en wette gegee het. Voorbeelde daarvan is Lev 24:10-23; Num 15:32-36.
Verder moet Moses die man wees wat die volk leer wat God se goeie reëls vir hulle is. Sy onderwys moet die volk in die kennis van God se wil laat groei en hulle leer om daarvolgens te lewe. Ons mag volgens God se wil lewe. Dat gee rus. Ons staan in Sy diens en as ons moeg is mag ons rus. Ons kan die lewe dan met een geruste hart in God se hande gee.
DE VREDE VAN CHRISTUS EN POETIN EN BAUDET
“Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld die geeft, geef Ik die u. Laat uw hart niet in beroering raken en niet bevreesd worden.” Johannes 14:27
Het is ongeveer 25 jaar geleden. We rijden door Charkov. We zijn in de Sovjetrepubliek Oekraine. Om door smokkelen christenen Bijbels te kunnen brengen. We rijden naar onze bestemming waar we volgens de aanwijzingen van de autoriteiten moeten slapen. In hotel Mir. De naam van het hotel betekent vrede.
Het hotel bestaat nog altijd. De kans bestaat dat ook rond dit hotel de clusterbommen van Poetin zijn ingeslagen. Om zoveel mogelijk slachtoffers te maken. Geen vrede maar oorlog. Geen vrede maar hoe kan ik zoveel mogelijk mensen de dood in jagen. Dan zijn er zelfs in ons land nog mensen die Poetin en zijn inval niet echt veroordelen. Mensen als Baudet die zeggen we dat niet te doen in belang van ons land. Natuurlijk zijn er veel meer leiders en ideeën om te veroordelen vanuit Gods Woord maar dat mag nooit een excuus zijn om mensen die zo op macht uit zijn en dood en verderf zaaien maar niet scherp en duidelijk te veroordelen. Dan hoor je zelfs dat mensen als Poetin en Baudet voor christelijke waarden opkomen. Met de mond is dat zo maar dat is niet zo als je naar de daden kijkt. Laten we Poetin en Baudet eens op een paar punten met de Here Jezus vergelijken:
Baudet komt op voor het zogenaamde belang van ons land. Eigen belang dus – Christus gaf Zijn leven voor anderen om hen te redden. Tot op het kruis, tot in de dood!
Poetin is uit op eigen macht en glorie – Christus gaf zichzelf tot in de dood en vernederde zichzelf daarvoor.
Poetin zaait dood en verderf- Christus geeft zichzelf om mensen van de eeuwige dood te redden.
Poetin wil macht – Christus komt om te dienen en roept ons allemaal daartoe op.
Poetin zoekt de oorlog – Christus zoekt de vrede.
De duivel zoekt de oorlog – Christus verslaat Hem door te lijden en Gods straf die wij verdiend hebben te dragen.
Bij wie hoort Poetin bij Christus of de duivel?
Laten we de vrede van Christus in ons hart hebben en zo leven. Dan zijn we niet uit op oorlog en ook niet op het stelen wat van een ander is.
HERE grijp toch in en kom over de wegen van Lviv, Kiev, Charkov, Donetk, Odessa en Belgorod om de geweldenaar die niet de vrede maar de oorlog dient te stoppen.
MOSES EN JETRO (IV)
“En Moses antwoord sy skoonvader: Omdat die volk na my kom om God te raadpleeg. As hulle 'n saak het, kom hulle na my; en dan moet ek regspreek tussen die partye en die insettinge van God en sy wette bekend maak.” Eksodus 18:15,16
Moses wys in sy antwoord vir sy skoonvader daarop dat die volk nou eenmaal na hom kom om reg te spreek. Die volk erken Moses as hulle leier en regter. Hoe anders was dit veertig jaar gelede. Kyk 2:14.
Hulle verwag van hom as hulle leier dat hy God vir hulle vra. Dit beteken hier nie dat Moses op een of ander geheimsinnige manier God vra en dan antwoord kry nie. Die volk kom na hom om te vra wat God se wil in daardie omstandighede is. Hierop wys ook die tweede deel van vers 16 as ons daar lees dat Moses die insettinge en wette van God vir die volk bekend moet maak. Moses kan hierdie werk vir ‘n groot deel aan ander oorgee omdat die eenvoudiger sake volgens bekende reëls afgehandel kan word. Dit lyk daarop dat onder die volk baie wette en insettinge van die HERE vergeet is en Moses moet hulle as hy regspreek weer toelig en aan die volk bekend maak.
Moses doen al hierdie werk nie omdat hy homself onmisbaar voel of bo die volk verhewe voel nie. Dit is ook nie so dat hy alles in sy eie hand wil hou nie omdat hy al die toutjies in sy hande wil hou nie. Dit gaan hier nie om ‘n verkeerde gesindheid by hom nie. Hy sien al die werk op hom afkom en meen dat hy dan in diens van die volk en daardeur in die HERE se diens moet staan.
Die las wat op Moses lë is baie groot. ’n Mens kan selfs vanuit ’n goeie motivering te veel in God se Koninkryk doen. Die las kan so groot wees dat jy die ni kan dra nie. Veral as daar ander mense is aan wie werk oorgedra kan word. Die HERE gee krag vir dit wat nodig ism om te doen in Sy Koninkryk.
MOSES EN JETRO (III)
“En die volgende dag het Moses gesit om reg te spreek vir die volk; en die volk het voor Moses gestaan van die môre tot die aand toe. En toe Moses se skoonvader sien alles wat hy vir die volk doen, sê hy: Wat is dit wat jy vir die volk doen? Waarom sit jy alleen, en die hele volk staan voor jou van die môre tot die aand toe?” Eksodus 18:13,14
Die dag nadat Jetro gekom het, gaan die lewe in die kamp weer gewoon aan. Moses moet weer sy gewone take waarneem. Dit is nodig dat Moses hierdie dag as regter baie dinge afhandel. Baie mense verskyn omdat hulle ‘n saak het. Moses kan geen rus neem nie. Die hele dag het hy nodig om reg te spreek.
Jetro sien dit en begin aan die einde van die dag daaroor met Moses praat. Hy vra vir Moses waarom hy al hierdie dinge vir die volk doen en hoekom hy dit alleen doen.
Ek wil hier nog daarop wys dat Moses hier regspreek voordat die HERE die tien gebooie vanaf die Sinai afgekondig het. Dit maak duidelik dat Israel nie in die duister tas om te weet wat reg en verkeerd is nie. God se wil was vir hulle al bekend. Ook toe hulle in Gosen gewoon het, ook vir Abraham, Isak en Jakob en selfs al vir Adam in die paradys. Die grondreëls van God se wil het die mense vanaf die paradys al geken. Die tien gebooie is daarvan bevestiging en die skriftelike vasstelling daarvan. Moses kon al regter wees omdat hy die grondreëls van God se verbond al geken het.
God se wet wys hoe mense op hierdie aarde die regtig goeie lewe kan leef. Wie los van God leef, wie los van God se wet leef is besig om sy of haar eie lewe te beskadig. Dan is jy besig om jou eie lewe en dit van ander te verpes. Hoe belangrik is dit dat God se reg oor ons lewe heers. Die reg van Christus.
DE GEWELDENAAR (Poetin-Oekraine)
“Ik zal de trots van de hoogmoedigen doen ophouden, en de hooghartigheid van de geweldplegers zal Ik vernederen.” Jesaja 13:11
Poetin de hooghartige tiran. Poetin de verschrikkelijke leugenaar. De man die zijn troepen de Oekraine heeft laten aanvallen. Niet alleen in een klein gebied maar over bijna heel het land. Ook op veel plekken waar ik zelf heb mogen lopen. Mensen die in vrede leefden, worden vanwege iemand die honger naar macht heeft, aangevallen. Er wordt dood en ellende gezaaid. We kijken toe. We gebruiken grote woorden en toch lijkt het alsof de mensen daar het moeten doen en waarschijnlijk onder de voet worden gelopen. Door een hoogmoedige die zich zelfs vergelijkt met Stalin. Een man die voor miljoenen onschuldige doden heeft gezorgd. HERE wees met de mensen die aangevallen worden. Doe hen recht.
HERE wees met de mensen in de Oekraine. HERE wilt U het zijn die zo ingrijpt dat deze en andere mensen die op geweld en macht uit zijn uit eigen belang gestopt worden. Mensen die praten over diplomatieke oplossingen maar er alleen maar uit zijn op dat het zo gaat zoals zij het willen hebben. Mensen die over lijken gaan. Mensen die over vredesmissies spreken maar alleen uit zijn op oorlog en daarmee op macht voor zichzelf. We weten ook dat dit onrecht, dit verschrikkelijke dat ook niet goed te praten is door over het onrecht van anderen te praten, er steeds weer in de geschiedenis is. Het zal er ook blijven totdat de Here Jezus terugkomt. Wanneer iemand nu niet tegen wordt gehouden dan zal het moment komen dat hij of zij gestopt wordt wanneer Christus terugkomt. Dan zullen dit soort tirannen voor Christus verschijnen en vernederd worden voor de ogen van de hele wereldbevolking. Dan worden hen al die doden en al dat onrecht toegerekend waar zij voor gezorgd hebben. HERE grijp toch in! Als ze nu niet gestopt worden, zal het moment toch komen dat over de Poetins van de geschiedenis komt wat we in Jesaja 13:9 lezen: “Zie, de dag van de HEERE komt, meedogenloos, met verbolgenheid en brandende toorn, om van het land een woestenij te maken en zijn zondaars eruit weg te vagen.” De hoogmoedige, leugenachtige geweldenaars komen niet met hun daden weg. Daar zorgt Christus voor!
TEVEEL?
“En Moses antwoord sy skoonvader: Omdat die volk na my kom om God te raadpleeg. As hulle 'n saak het, kom hulle na my; en dan moet ek regspreek tussen die partye en die insettinge van God en sy wette bekend maak.” Eksodus 18:15,16
Moses wys in sy antwoord vir sy skoonvader daarop dat die volk nou eenmaal na hom kom om reg te spreek. Die volk erken Moses as hulle leier en regter. Hoe anders was dit veertig jaar gelede. Kyk 2:14.
Hulle verwag van hom as hulle leier dat hy God vir hulle vra. Dit beteken hier nie dat Moses op een of ander geheimsinnige manier God vra en dan antwoord kry nie. Die volk kom na hom om te vra wat God se wil in daardie omstandighede is. Hierop wys ook die tweede deel van vers 16 as ons daar lees dat Moses die insettinge en wette van God vir die volk bekend moet maak. Moses kan hierdie werk vir ‘n groot deel aan ander oorgee omdat die eenvoudiger sake volgens bekende reëls afgehandel kan word. Dit lyk daarop dat onder die volk baie wette en insettinge van die HERE vergeet is en Moses moet hulle as hy regspreek weer toelig en aan die volk bekend maak.
Moses doen al hierdie werk nie omdat hy homself onmisbaar voel of bo die volk verhewe voel nie. Dit is ook nie so dat hy alles in sy eie hand wil hou nie omdat hy al die toutjies in sy hande wil hou nie. Dit gaan hier nie om ‘n verkeerde gesindheid by hom nie. Hy sien al die werk op hom afkom en meen dat hy dan in diens van die volk en daardeur in die HERE se diens moet staan.
Die las wat op Moses lë is baie groot. ’n Mens kan selfs vanuit ’n goeie motivering te veel in God se Koninkryk doen. Die las kan so groot wees dat jy die ni kan dra nie. Veral as daar ander mense is aan wie werk oorgedra kan word. Die HERE gee krag vir dit wat nodig is om te doen in Sy Koninkryk.
MACHTSWELLUSTELINGEN
“Maar Jezus riep hen bij Zich en zei tegen hen: U weet dat zij die geacht worden leiders te zijn van de volken, heerschappij over hen voeren, en dat hun groten macht over hen uitoefenen. Maar zo zal het onder u niet zijn; maar wie onder u belangrijk wil worden, die moet uw dienaar zijn.” Markus 10:42,43
Macht, aanzien, gerespecteerd willen worden, over anderen willen heersen het zijn vreselijke dingen van na de zondeval. Wat hebben we onszelf na de zondeval verminkt. Wat zijn we een andere mensen geworden dan dat de HERE ons gemaakt heeft! Wat een ellende brengt dat zoeken van onszelf. Het zet de wereld op de rand van een ellendige oorlog zoals nu in de Oekraïne dreigt. Wat lopen er een mannetjes rond die als haantjes op het wereldtoneel rondlopen. Mensen die oorlog zoeken of de dreiging van oorlog gebruiken om zelf meer macht te zoeken. Al zou het duizenden of miljoenen mensen het leven kosten. Machthebbers die macht willen hebben om te heersen, om eigen macht te handhaven of uit te breiden in plaats van om te dienen. Wat wordt de wereld door deze machtswellustelingen op kosten gejaagd waardoor er veel geld en inzet in wapens en militaire zaken moet worden gestoken in plaats van mensen met honger en ellende van dat geld en met die energie te kunnen helpen. We zien mensen als Poetin en anderen in deze wereld steeds weer zo optreden.
Hoe ouder je wordt hoe meer je daarvan de ellende gaat zien. Hoe minder respect je kunt hebben voor mensen die zo op het wereldtoneel optreden. Hoe meer je ook gaat zien dat dit soort dingen ook in veel kleinere verbanden een rol speelt. Onze invloed, onze macht, wij moeten gerespecteerd worden. Laten we bidden dat de Geest ons leert om zulk gedrag te verwerpen en al meer als een ander mens te leven. Bidden voor de machtigen van de aarde dat ze dat ook leren doen en zo ook hun macht gaan gebruiken. Laten we leren om te dienen en niet te willen heersen. Gelukkig hebben we die Koning in de hemel die tot op het kruis gediend heeft en een wereld zal brengen waar voor machtswellustelingen geen plaats is. Waar Gods kinderen om het offer van Koning Christus eeuwig mogen leven.
HERE laat hen struikelen die nu eigen macht en eer zoeken. Die dat over de lijken van anderen doen. Leer ons om te dienen en voor anderen het echte goede te zoeken.
CHRISTUS AANBIDDEN?
“Maar zelfs als wij, of een engel uit de hemel, u een evangelie zouden verkondigen, anders dan wat wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt. Zoals wij al eerder gezegd hebben, zo zeg ik ook nu weer: Als iemand u een evangelie verkondigt anders dan wat u ontvangen hebt, die zij vervloekt.” Galaten 1:7,8
Een ander evangelie. Een andere goede boodschap die reddend zou zijn. Dat in de naam van de Christus. Dat in naam van de liefde. Dat voorstellen juist als een reformatie. Dat zie je ook in onze tijd gebeuren. Heel goed en mooi verwoord. Juist naar aanleiding van een reactie over wat ik vorige week over Jezus+ geloof schreef, kwam me dat voor ogen. Je moet dan eerst eens nadenken en ook kijken wat er eigenlijk gezegd en geleerd wordt.
Laat ik twee voorbeelden noemen die ik daarbij tegenkwam. Het eerste was dat er geleerd wordt dat wij net als de Here Jezus kunnen zijn op aarde. Wij hoeven Hem niet te aanbidden want wij kunnen zoals Hij zijn. Het betekent in wezen dat we of ontkennen dat Christus God is of dat we onszelf goddelijk maken. Is het waar dat wij zoals Christus worden of zijn. Nee, en nog eens nee. De Here Jezus Christus is God en mens en wij worden nooit God. In Gods eigen Woord lezen we dat wij als alleen schepselen niet aangebeden mogen worden. Als we dat toch doen zijn we bezig met afgodendienst. Een voorbeeld daarvan is wanneer Johannes voor de engel die hem in het boek Openbaring de weg wijst, gaat knielen. Dan is de reactie: “En ik viel voor zijn voeten neer om hem te aanbidden, maar hij zei tegen mij: Pas op dat u dat niet doet! Ik ben een mededienstknecht van u en van uw broeders, die het getuigenis van Jezus hebben. Aanbid God. Het getuigenis van Jezus is namelijk de geest van de profetie.” Openbaring 19:10 zie ook 22:8,9
De aanbidding komt alleen God toe. De Here Jezus Christus is God en wij niet. Hij laat zich dan ook aanbidden. Een voorbeeld daarvan vind je in Mattheus 28:17: “En de elf discipelen zijn naar Galilea gegaan, naar de berg waar Jezus hen ontboden had. En toen zij Hem zagen, aanbaden zij Hem, maar sommigen twijfelden.”
Wie dan ook zijn eigen leer en gevoel als evangelie wil verkondigen, moet er wel toe komen om de Bijbel zoals de Geest die ons gegeven heeft niet als Gods onfeilbare Woord te zien. Om daarvan af te doen. Om zo in strijd te komen met o.a. 2 Petrus 1: En wij hebben het profetische woord, dat vast en zeker is, en u doet er goed aan daarop acht te slaan als op een lamp die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw hart. Dit moet u allereerst weten, dat geen enkele profetie van de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat; want de profetie is destijds niet voortgebracht door de wil van een mens, maar heilige mensen van God, door de Heilige Geest gedreven, hebben gesproken.”vs 19-21
Zo’n ander evangelie vind je onder de prachtige naam Way of Grace. Een website die zich presenteert als reformatie maar een andere leer verkondigt dan de Geest ons in Gods eigen Woord leert. O.a. in de verwijzing naar deze site wordt het woord reformatie gebruikt: https://wayofgrace.nl/reformatie
Wat is het belangrijk om bij het echte evangelie te blijven zodat we de echte Christus volgen en aanbidden.
HET STORMT
“Onze God komt en zal niet zwijgen; voor Zijn aangezicht verteert een vuur, rondom Hem stormt het geweldig.” Psalm 50:3
Na de grote storm van gisteren en vannacht vanochtend eerst even om het huis gelopen. Het lijkt alsof alles nog heel is. Iets om heel dankbaar voor te zijn. De storm Eunice heeft over ons land geraasd. De naam van deze storm betekent overwinning of goede overwinning. Gelukkig is aan de storm niet het laatste woord. Dit gevolg van de zondeval overwint niet. Zoals ook de dood en de duivel over ons leven kunnen razen maar voor wie op de HERE bouwt, kunnen dood en duivel niet winnen. Ze kunnen ons veel pijn doen maar de blijvende overwinning is aan Christus.
De HERE blijft niet stil. Het stormt rondom Hem. Dat laat zien dat Hij actief is. Hij laat de schepping niet aan haar lot over. Wanneer de storm op het meer van Gennesaret rondom Christus de Zoon van God opsteekt. Wanneer Hij samen met Zijn leerlingen in een boot is die dreigt te vergaan, gaat de storm liggen op een woord van Hem. Christus de Verlosser die opgestaan is uit de dood is de Overwinnaar. Wie zich in de storm aan Hem toevertrouwt is veilig. Die komt voor eeuwig thuis bij Hem waar er geen verwoestende stormen meer zijn.
Het kan ook figuurlijk stormen in jouw en mijn leven. Het kan zelfs door de zonde die ons nog altijd parten speelt, stormen in de kerk. Doordat mensen voor zichzelf gaan en niet voor de vrede van Christus. Er zijn zelfs mensen die zeggen dat ze van stevige storm onder elkaar houden. Dat zou goed zijn. Grote onzin en in feite dwaalleer. Christus wil de vrede. Die is in Hem te vinden. Als het stormt in je leven dan is er bij Christus vrede en rust. Laten we dit uitstralen! Dan zijn wij meer dan overwinnaars. Dan zijn we op weg naar de vrede waar de storm nooit meer opsteekt. Dan leren we in dit leven vredestichters te zijn en onszelf niet te zoeken. Dan gaan we misschien gebutst en gewond het eeuwige leven in. Maar dan was en is en zal ons leven door Christus goed zijn.
MOSES EN JETRO (II)
“En Jetro het hom verheug oor al die goeie wat die Here aan Israel gedoen het, dat Hy hulle uit die hand van die Egiptenaars verlos het. Daarop sê Jetro: Geseënd is die Here wat julle verlos het uit die hand van die Egiptenaars en uit die hand van Farao, wat die volk onder die hand van die Egiptenaars uit verlos het. Nou weet ek dat die Here groter is as al die gode, naamlik in die saak waarin hulle vermetel was teen hulle. Daarop het Jetro, Moses se skoonvader, 'n brandoffer en slagoffers geneem tot eer van God. En Aäron en al die oudstes van Israel het gekom om saam met Moses se skoonvader brood te eet voor die aangesig van God.” Eksodus 18:9-12
Jetro hoor hoor van Moses oor al die verskillende probleme wat tydens hierdie reis gekom het en oor die HERE wat steeds weer Sy liefde, trou en almag gewys het.
Jetro is saam met Moses bly. Hoe heerlik is dit om die HERE te sien werk tot redding en versorging van Sy volk. Jetro kom ook tot ‘n pragtige belydenis as hy hoor wat die HERE gedoen het. Hy sien dit as ‘n bewys dat die HERE sterker en groter is as al die gode van Egipte. Die gode van Egipte, waarby ook die Farao behoort, het hulle teen die HERE en Sy mag verset. Dit was die magte van die duiwel wat daarin sigbaar was. Nogtans het die HERE Sy Naam bewys deur hulle met Sy mag op die knieë te dring. Ons lees daarvan o.a. ook in Psalm 86:8-10: “Daar is niemand soos U onder die gode, Here, en daar is niks soos u werke nie. Al die nasies wat U gemaak het, sal kom en hulle voor u aangesig neerbuig, Here, en hulle sal u Naam eer; want U is groot en doen wonders, U alleen is God.”
Ons kan die vraag vra of Jetro met hierdie belydenis die HERE as die enigste God bely soos dit o.a. in Psalm 86 gebeur. Was hy iemand wat priester van die HERE is maar Hom meer as die oppergod sien en nie meer nie? Was hy in sy hart ‘n heiden wat ook die HERE wou dien? Dit is nie moontlik nie want Jetro bring onder God se volk offers vir die HERE. Hy tree daar amptelik as ‘n priester van die HERE op. Sy diens word amptelik bevestig deurdat Aaron saam met die ander ampsdraers ‘n maaltyd met Jetro hou. Ons lees dan selfs dat hulle dit doen “voor die aangesig van die HERE.” Dit beteken dat hulle besef dat die HERE by hulle is, dat Hy as die groot Gasheer optree. Ons moet dalk daaraan dink dat terwyl hulle maaltyd hou die wolkkolom naby hulle is en die HERE wys dat Hy daarin is. Jetro wat tot God se eer geoffer het, eet nou saam met die leiers van God se volk terwyl die HERE op ‘n besondere manier aanwesig is. Dit wys dat Jetro op die regte manier die HERE dien en Sy priester is.
MOSES EN JETRO
“En Jetro, Moses se skoonvader, het met sy seuns en sy vrou na Moses gekom in die woestyn waar hy by die berg van God met die laer gestaan het. En hy het Moses laat weet: Ek, jou skoonvader Jetro, kom na jou met jou vrou en haar twee seuns saam met haar. Daarop gaan Moses uit, sy skoonvader tegemoet, en hy het gebuig en hom gesoen; en hulle het na mekaar se welstand gevra en in die tent ingegaan. Moses vertel toe aan sy skoonvader alles wat die Here aan Farao en aan die Egiptenaars, ter wille van Israel, gedoen het; al die moeilikheid wat hulle op die pad oorgekom het, en dat die Here hulle verlos het.” Eksodus 18:5-8
Jetro het uit Midian getrek en is na Moses op pad. Hy slaan kamp by God se berg op. Dit is die Horeb wat ook Sinai genoem word. Hy stuur vanaf die Horeb ‘n boodskap na Moses dat hy saam met Sippora en die seuns na hom sal kom. Die berg Horeb neem in die hele geskiedenis van Moses ‘n belangrike plek in. Dit was die HERE wat Hom by hierdie berg aan hom in die doringboom wat gebrand het maar nie uitgebrand het, gewys het. Hier het die HERE Moses geroep en vir hom gesê dat een van die tekens wat Hy vir hom gee is dat Moses saam met die volk by die berg Horeb sal kom. Kyk Eks 3 en vir die teken vers 12. Dit is hierdie berg waar die HERE vir Sy volk hoorbaar die tien gebooie sal gee.
Jetro het iemand gestuur om sy koms aan te kondig. As die boodskapper by Moses gekom het, is sy antwoord dat hy hulle tegemoet gaan. Hy wys daarin sy respek vir sy skoonvader en sy blydskap dat Sippora en die seuns weer by hom sal wees. Hy eer sy skoonvader deur hom te soen en vir hom te buig. Hulle vra soos dit gebruiklik was vir mekaar hoe dit gaan.
Almal loop nou saam na die Israeliete se laer. Hier voer Moses en Jetro ‘n private gesprek in ‘n tent. Hier vertel Moses hoe die HERE Farao en die hele wêreldmag Egipte verslaan het. Hoe Hy so Israel bevry het. Jetro hoor hoe Moses in diens van die HERE wat die enigste God wat leef is, staan. Die verslaan van Frao en Egipte staan in die perspektief van die oorwinning wat Christus later op die duiwel, die sonde en die dood behaal het. Die HERE is die Betrouwbare aan wie ons ons ook vandag en al die dae wat nog kom mag toevertrou.
JESUS-GELOOF
“Maar zelfs als wij, of een engel uit de hemel, u een evangelie zouden verkondigen, anders dan wat wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt. Zoals wij al eerder gezegd hebben, zo zeg ik ook nu weer: Als iemand u een evangelie verkondigt anders dan wat u ontvangen hebt, die zij vervloekt.” Galaten 1:7,8
We hebben het over een Jesus+ geloof gehad. Je zou de Here Jezus nodig hebben maar ook nog andere dingen om van de straf verlost te worden. Dat Jezus+ geloof betekende concreet bij de Galaten dat mensen Jood moesten worden, dat de mannen besneden moesten worden anders zou er geen redding zijn. In feite wordt de Here Jezus als de enige Verlosser dan van minder belang gemaakt. Naast dit zogenaamde Jezus+ is er ook het Jezus- geloof. Dat zien we heel veel om ons heen.
Ik geloof in Jezus maar ik hoef toch niet alles te geloven wat de Here Jezus mij vanuit de Bijbel leert. Bij Jezus zien we toch ook dingen van een oud wereldbeeld waarin wij vandaag niet meer kunnen geloven. Jezus draagt toch ook ethische standpunten uit over bijvoorbeeld huwelijk en echtscheiding die we vandaag niet meer voor onze rekening nemen. De Here Jezus zegt dingen over Gods oordeel die toch niet meer van deze tijd zijn. Dat Jezus het hele Oude Testament en ook Gods goede wet voor Zijn rekening neemt, is toch niet meer iets voor mensen van onze moderne wereld. Geloven in Jezus kan toch ook wel als ik zo mijn twijfels heb bij zekere woorden van Jezus en ook bij wonderen die in de Bijbel beschreven worden? Jezus is voor mij een inspirerend voorbeeld en ik haal de goede en mooie dingen van wat ik over Hem lees er uit. In die Jezus geloof ik. Dat is toch ook heel goed en mooi?
Dan hebben we te maken met een Jezus- geloof. Dan geloof we in ons eigen beeld van Jezus en eigenlijk in onze eigen ideeën. Dan is de Here Jezus in ons leven eigenlijk aan de kant gezet. Met vaak woorden over Jezus gaat het niet meer om de echte Jezus zoals Hij op aarde was en als de Zoon van God leerde hoe het echt is. Ook dat Jezus- geloof valt onder het oordeel dat het vervloekt is. Dus altijd terug naar Jezus Christus zoals Hij ons door de Geest voor ogen geschilderd wordt in Gods eigen Woord: de Bijbel.
GOUDEN MEDAILLE
“Weet u niet dat zij die in de renbaan lopen, allen wel lopen, maar dat slechts één de prijs ontvangt? Loop dan zo dat u die verkrijgt. En iedereen die aan een wedstrijd deelneemt, beheerst zich in alles. Zij nu doen dat om een vergankelijke krans te ontvangen, maar wij om een onvergankelijke te ontvangen.”1 Korinthe 9:24,25
Een medaille halen op de Olympische Spelen. Er zijn sporters die daar voor leven. Er wordt met spanning uitgekeken naar de prestaties van Team.nl op de Winterspelen die nu in China aan de gang zijn. Er zijn al heel wat medailles voor Nederland. Voor sommige is zelfs een bronzen of zilveren medaille een teleurstelling. Het moet eigenlijk goud zijn. Met minder zijn ze niet tevreden. Wat soms een tranen als het geen goud is. Wat een kritiek van media en van allerlei andere mensen als er geen goud of als er geen medaille behaald wordt. Wie niet 1,2 of 3 wordt, krijgt geen medaille die als een grote eer gezien wordt.
Paulus gebruikt het beeld van de medaille. Een medaille in de vorm van een krans zoals die er in die tijd was. Naast de Olympische Spelen waren er in die tijd ook de Istmische Spelen. Zij werden elke twee jaar gehouden onder toezicht van de stad Korinthe. Mensen die daar wonnen, kwamen in hoog aanzien te staan. Er was maar een prijs te winnen. Wie tweede of derde werd kreeg niets. De winnaar kreeg een palmtak in zijn of haar hand en een krans van pijnbladeren op zijn of haar hoofd. Voor niemand anders was er een medaille. Het ging alleen om de winnaar. Al de inspanning en oefening van de 2 jaar daarvoor was daarop gericht. Paulus maakt met dit voorbeeld duidelijk dat het beslissend in ons leven is dat wij ons met ons hart en leven op Christus richten. Om die ene prijs te krijgen die Christus voor ons verdiend heeft. Dat we voor eeuwig vrede met God hebben en bij Hem altijd mogen leven.
Dat heeft Christus niet voor 1 gelovige verdiend. Nee, voor miljoenen en miljoenen die in liefde voor de HERE leven. Die steeds weer naar Christus willen met hun leven. Concentreer je in liefde op Christus om Hem te volgen. Oefen je daarin elke dag. Sta weer op als je gevallen bent en belijd dan je zonden om weer door de Geest op de goede weg gezet te worden. Dan is het niet meer belangrijk of ik bij Team.nl hoor. Dan is het niet meer belangrijk dat ik op de Olympische Spelen een medaille behaal. Dan is er zo’n geweldige troost en bemoediging hoe ik ook stumper, hoe langzaam ik ook ben gaan bewegen. Dan is er dat geweldige houvast ook voor de toekomst dat als ik bij Christus mijn leven zoek, hoe gebrekkig ook nog, de Here Jezus voor mij die gouden medaille verdiend heeft. Leven met Hem is deel uitmaken van het geredde team van God. Zijn volk dat eeuwig vrede met Hem heeft.
MOSES SE FAMILIE KEER TERUG
“Toe Jetro, die priester van Mídian, Moses se skoonvader, hoor alles wat God aan Moses en aan sy volk Israel gedoen het — dat die Here Israel uit Egipte uitgelei het — het Jetro, Moses se skoonvader, Sippóra, die vrou van Moses, geneem — nadat hy haar teruggestuur het — en haar twee seuns. (Die naam van die een was Gersom, want hy het gesê: Ek het 'n vreemdeling geword in 'n vreemde land; en die naam van die ander was Eliëser; want, het hy gesê, die God van my vader is my hulp en het my van Farao se swaard verlos.)” Eksodus 18:1-4
Ons kry nou Moses se skoonvader Jetro weer in beeld. Hy is in Midian en hoor daar die verhale wat met die volk Israel gebeur het. Hoe die HERE hulle uit Egipte bevry het en in die Suidpunt van die Negev gebring het. Jetro besluit om met Moses se vrou Sippora en haar twee seuns, Gersom en Elieser na Moses te gaan. Hy bring Moses se vrou en sy seuns weer by Moses terug om die gesin weer te verenig.
Ons lees in vers 2 dat Moses Sippora en die seuns op ‘n stadium teruggestuur het. Die laaste keer dat ons van hulle gelees het, was in Eks 4:24-26. Moses het toe met sy gesin in die pad geval om na Egipte te gaan. Sippora besny dan een van haar seuns wat nog nie besny was nie en red so Moses se lewe. Dadelik daarna lees ons dat Moses vir Aaron by die berg Horeb ontmoet. Dit lyk my die mees waarskynlike dat Moses toe sy gesin weer na Midian teruggestuur het om saam met Aaron eers hulle moeilike taak in Egipte te doen. Natuurlik kan dit ook so wees dat Sippora en die twee seuns nogtans na Egipte saamgegaan het en dat Moses hulle later, toe hy baie teenstand gekry het, weer na Midian laat gaan het.
Vers 3,4 vertel ons wie Moses se twee seuns is en watter name hulle gekry het. Kyk vir Gersom by 2:22. Die naam Gersom beteken: vreemdeling daar. Dit wys daarop dat Moses op die tyd dat gersom gebore is as ’n vreemdeling in die land Midian bly. Die naam Eliëser beteken: My God is my hulp. Toe Moses langer in Midian was het hy daar rus gevind en het sy dankbaarheid groter geword as die gevoel van vreemdeling wees waarvan ons by die geboorte van Gersom hoor. Moses bely in sy vreemdelingskap dat God, wat aan sy voorvaders gewys het dat Hy sorg en trou bly dit ook aan hom bewys. Hy bely by die geboorte van Eliëser dat dit God is wat daarvoor gesorg het dat Farao hom nie kon doodmaak nadat hy ‘n Egiptenaar doodgeslaan het nie. Die HERE het hom van die doodsdreiging deur die Farao verlos. Kyk 2:15 e.v. Die HERE sorg vir Sy kinders altyd en orals.
NOG EEN KEER JEZUS+
“Maar zelfs als wij, of een engel uit de hemel, u een evangelie zouden verkondigen, anders dan wat wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt. Zoals wij al eerder gezegd hebben, zo zeg ik ook nu weer: Als iemand u een evangelie verkondigt anders dan wat u ontvangen hebt, die zij vervloekt.” Galaten 1:7,8
Een Jezus+ geloof is wat Paulus door de Geest geleid bestrijdt. Het is een ander evangelie schrijft hij. Concreet was het Jezus+ geloof toen dat het niet genoeg was dat de Here Jezus de toorn van God tegen onze zonden gedragen had. Het evangelie dat Paulus in 1 Korinthe 2 zo omschrijft: “ik had mij voorgenomen niets anders onder u te weten dan Jezus Christus, en Die gekruisigd.” Vs 2
Elke dag hebben we Jezus Christus als de Verzoener van onze schuld nodig. Van wat voor volk we ook zijn, wat voor een positie we ook al in de samenleving innemen. De Here Jezus leert ons in het volmaakte gebed elke dag bidden om de vergeving van onze zonden. De vergeving die Hij door het betalen van onze schuld verdiend heeft. De Geest leert ons om vanuit de liefde van God elke dag in de spiegel van Gods wet te kijken. Om dan niet weg te kijken en onze eigen gang te gaan maar vanuit Gods liefde onze zonden te belijden en door de kracht van de Geest al meer in dat nieuwe leven te staan. De Zoon van God vernederde zich zo dat Hij echt mens werd. Ons in alles gelijk. Op een ding na: de zonde. Hij leefde in een lichaam geteisterd door de gevolgen van onze zonden. Hij was zelf de Zondeloze die tot zonde werd gemaakt om wie tot Hem met eigen schuld vlucht te redden. Wat een heerlijk en onvoorstelbaar evangelie komt zo vanuit Gods eigen Woord naar ons toe.
Wie dan daarbij zegt dat je nog wel een Jood moet worden door de besnijdenis om voor eeuwig gered te worden maakt er een Jezus+ evangelie van. Niets veranderen en niets toevoegen aan het evangelie zoals dit vanuit Gods Woord tot ons spreekt. Anderen die last ook niet opleggen. Dat is de vrijheid waarin we dan als kinderen van God staan. Vrij van het oordeel door Christus alleen! Hem komt de eer toe.
JEZUS+
“Maar zelfs als wij, of een engel uit de hemel, u een evangelie zouden verkondigen, anders dan wat wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt. Zoals wij al eerder gezegd hebben, zo zeg ik ook nu weer: Als iemand u een evangelie verkondigt anders dan wat u ontvangen hebt, die zij vervloekt.” Galaten 1:7,8
Paulus is de man die met de boodschap van de Here Jezus naar de Galaten gekomen is. Leven vanuit Jezus Christus die vergeving verdiend heeft en leven voor Hem is alles. Een boodschap die zegt dat het Jezus en nog iets anders is een ander evangelie. Deze woorden zijn vaak gebruikt om mensen die zeggen dat bepaalde dingen in de Bijbel door de moderne mens niet meer gelooft kunnen en hoeven worden aan te spreken. Om hen te waarschuwen, op te roepen tot bekering, voor hen te waarschuwen.
Dat is terecht. Toch moeten we er op letten dat deze woorden dieper gaan. Dat ze ook mensen raken die zeggen alles in de Bijbel te geloven. We moeten goed bedenken dat de mensen die bij de Galaten gehoor vonden geen vrijzinnige mensen waren. Het waren mensen die waarschijnlijk vanuit de zustergemeente in Jeruzalem kwamen. Die als Joden het Oude Testament kenden en geloofden. Ook als het om de Here Jezus zelf ging geloofden ze dat Hij de Zoon van God was, de beloofde Verlosser die voor de zonden van de gelovigen de straf gedragen had. Niets mis mee. Toch leerden ze dat er iets meer nodig was. Om behouden te worden moest je wel een Jood worden. Je moest je wel laten besnijden. Het ging er dus om dus in Jezus als de Christus te geloven en je laten besnijden. Een Jezus+ geloof. Juist dan moeten ook wij gaan nadenken. Hoe staat dat met ons? Wat is voor ons een echte gelovige, wat is echt gereformeerd? Jezus+ of niet meer en minder dan wat de Geest ons leert in Gods eigen Woord? Dat is een belangrijke en ernstige zaak want wie een Jezus+ geloof verkondigd, is vervloekt. Ik kom er nog op terug wat dat Jezus+ geloof is en ook op die vervloeking.
AMALEK
“Maar die hande van Moses het swaar geword; daarom het hulle 'n klip geneem en dit onder hom neergelê, dat hy daarop kon sit. En Aäron en Hur het sy hande ondersteun, die een duskant en die ander anderkant. So het sy hande dan vas gebly tot sononder.En Josua het Ámalek en sy volk met die skerpte van die swaard 'n neerlaag toegebring. Toe sê die Here vir Moses: Skrywe dit as 'n aandenking in 'n boek en prent dit Josua in, dat Ek die gedagtenis van Ámalek onder die hemel heeltemal sal uitdelg.” Eksodus 17:12-14
Moses word moeg en dit is moeilik om die kierie nog omhoog te kan hou. Hy gebruik dan weer sy een hand en dan weer die ander en tog word altwee baie moeg. Let daarop dat in vers 11 die enkelvoud hand gebruik word en daarna in vers 12 gesê word dat sy hande, meervoud, swaar geword het. Aaron en Hur sorg daarvoor dat Moses wat moeg is, kan gaan sit en dat hulle Moses se hande kan ondersteun. So kan Moses dit volhou om met die kierie na die hemel te wys en so behaal Israel ‘n volledige oorwinning op Amalek.
Die aanval van Amalek op Israel is so belangrik dat die HERE dadelik vir Moses sê dat dit wat nou gebeur het opgeskryf moet word. Ons lees later dat die HERE vir Moses ook die bevel gegee het om op te skryf al die plekke waar Israel tydens sy reis deur die woestyn gekom het. Kyk Num 33:2. Ons lees in die boek Ekodus ook op ander plekke van Moses se skryfwerk. Kyk Eks 24:2; 34:27.
Die HERE beklemtoon die belangrikheid daarvan dat Sy volk nie vergeet wat Amalek gedoen het nie deur Moses op te dra om Josua in te prent dat Amalek uitgeroei moet word. Josua moet dit as die volgende leier weer oordra. Dit mag nie vergeet word nie. Israel moet alles daaraan doen om die Amalekiete eendag heeltemal van die aarde uit te roei. Dit het Amalek vanweë sy optrede verdien. Sien vir die stryd teen en vernietiging van Amalek: Num 24:20; Deut 25:17-19; 1 Sam 15; 30:1-20; 1 Kron 4:42,43. Let ook op die stryd tussen Mordegai, ‘n nakomeling van Saul se pa Kis en Haman wat ‘n Agagiet was. Hy was ‘n nakomeling van koning Agag wat in Saul se tyd koning van die Amalekiete was. Kyk Ester 2:5,6; 3:1. Vergelyk 1 Sam 15.
Hierdie heilshistoriese perspektief van die boek Ester word nog versterk deurdat die Jode op die Purimfees juis Eksodus 17:8-16 lees. Die Purimfees is die fees wat aan God se bewaring van Sy volk in Babel herinner toe Ahasveros koning was en Ester koningin.
DIE HERE GEE DIE OORWINNING
“En telkens as Moses sy hand ophou, was Israel die sterkste; maar as hy sy hand laat sak, was Ámalek die sterkste.” Eksodus 17:11
Die stryd het begin. Dit is nie ‘n maklike geveg nie. Die Amalekiete is sterk. Later wys Bileam daarop as hy gedwing word om God se profesie uit te spreek: “Toen hy Amalek sien, het hy sy spreuk aangehef en gesê: Amalek is die eersteling van die heidene, maar sy einde is ondergang.” Num 24:20.
Die geveg maak duidelik dat Israel self nie sterk genoeg is om Amalek te verslaan nie. Israel het God se hulp nodig. Die HERE wil dit in hierdie gebeurtenis beklemtoon. Voordat Israel teen ander volke en teen die inwoners van Kanaan moet oorlog voer, wys die HERE dat Israel sonder Hom niks kan maak ni. Hy wys dat hulle met Hom selfs die “eerste onder die volke” kan verslaan.
As Moses met God se kierie na die hemel wys, kan almal sien dat Israel Amalek terugdryf.. Wanneer Moses die kierie laat sak, dryf die Amalekiete Israel terug. Dikwels word gesê dat Moses se ophef van die kierie ‘n teken was dat hy tot die HERE bid. Dit klink aantreklik maar ons moet besef dat ons hier nêrens lees dat Moses bid nie. Hy moet na die hemel wys en so vir die volk bly duidelik maak dat net met God se hulp oorwinnings behaal kan word. Moses hef nie net sy hand op nie maar het die kierie in sy hand wat na die hemel wys. As die HERE help, as in Sy opdrag geveg word is die oorwinning deur Sy krag seker. Kyk ook Psalm 33:15-22.
Wanneer ons ons aan Christus wat die dood oorwin het, is ons ook oorwinnaars deur Hom. Ons lees daarvan in Romeine 8 die volgende: “Maar in al hierdie dinge is ons meer as oorwinnaars deur Hom wat ons liefgehad het. Want ek is versekerd dat geen dood of lewe of engele of owerhede of magte of teenwoordige of toekomende dinge of hoogte of diepte of enige ander skepsel ons sal kan skei van die liefde van God wat daar in Christus Jesus, onse Here, is nie.” Vs 37-39
SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG
“U hebt gehoord dat tegen het voorgeslacht gezegd is: U zult geen overspel plegen. Maar Ik zeg u dat al wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren, in zijn hart al overspel met haar gepleegd heeft.” Mattheus 5:27,28
Grensoverschrijdend gedrag als het om seksualiteit gaat. Vaak van mannen tegenover vrouwen. Ook van vrouwen tegenover mannen. Het is volop in het nieuws. De moderne media geven daarvoor ook weer nieuwe mogelijkheden. Mensen komen er achter hoe beschadigend dit gedrag is. Hoe mensen macht over je krijgen die je niet wilt. We zien zo ook dat het juist de wet van God is die ons ook op dit punt de goede weg wijst. Wat mensen door schade en schande ontdekken, heeft de HERE duizenden jaren geleden ons al geleerd. Het is Gods gebod vanaf het begin! Wij als mensen proberen de diepte en scherpte van Gods wet altijd weer minder te maken. Het is de Here Jezus die laat zien dat de HERE in de hemel altijd al elk seksueel grensoverschrijdend gedrag veroordeelt.
Wij proberen dit te bestrijden door aan machtsverhoudingen te werken. Door mensen assertief te maken. Dingen die in een zondige wereld nodig zijn. Toch wijst Christus ons een veel effectievere en betere weg. Die vaak in de kerk ook niet gevolgd wordt. Toch is dat de weg die God wijst. Dat is dat je op Hem en op je hart en je verlangens let. Dat je gaat inzien dat als seksuele verlangens naar een andere vrouw of man dan je eigen man of vrouw jouw leven binnenkomen je die al in je hart hebt te bestrijden. Dat er dan het moment is om de Geest om de kracht te vragen om die verlangens terug te dringen. Om vanuit de verbondenheid aan de HERE die alles ziet tot in je hart, je handen thuis te houden. Ook als het gaat om het tikken van berichten en het versturen van afbeeldingen. De verbondenheid in liefde aan Christus is het beste medicijn. Dat laat ook zien dat als er in de kerk sprake is van seksueel misbruik er niet de echte band met Christus is. Leef zo dat Christus je rustig op je handen kan kijken zonder dat jij je schuldig tegenover Hem hebt te voelen.
WIE IS PAULUS EIGENLIJK?
“Maar zelfs als wij, of een engel uit de hemel, u een evangelie zouden verkondigen, anders dan wat wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt. Zoals wij al eerder gezegd hebben, zo zeg ik ook nu weer: Als iemand u een evangelie verkondigt anders dan wat u ontvangen hebt, die zij vervloekt.” Galaten 1:7,8
Wie is Paulus nu eigenlijk? Hij heeft de mensen aan wie hij schrijft van de Here Jezus vertelt. Hij heeft de mensen duidelijk gemaakt dat ze het niet moeten hebben van allerlei goden. Hij heeft ze verteld dat die druïden, die soort medicijnmannen die er onder hen zijn niet de mensen zijn aan wie ze zich moet toevertrouwen. Het zijn niet hun kruidendrankjes en toverdrankjes die je het goede kunnen geven. Je moet ver van die occulte wereld wegblijven. Je moet bij de enige God die hemel en aarde gemaakt heeft, zijn. Je moet zijn bij de Vader van Jezus Christus. Jezus Christus de Zoon van God is het die je echt kan redden en je toekomst geeft wanneer je jou aan Hem toevertrouwt. Het echte goede nieuws voor jouw leven en voor de wereld vind je bij Christus. Hem heb je nodig.
Deze dingen heeft Paulus aan de mensen daar vertelt. De Geest heeft daarvan gebruik gemaakt om mensen ook werkelijk te laten geloven in de enige Verlosser Jezus Christus. Dat is het evangelie dat Paulus gebracht heeft. Dat heeft Paulus wel verteld maar hoe weet hij eigenlijk wel wie Jezus Christus echt is en wat Hij gedaan en gezegd heeft? Paulus was niet elke dag bij de Here Jezus zoals de apostelen. Is Paulus wel een echt betrouwbare getuige van Christus? Zijn zijn motieven wel goed? Met dit soort vragen probeerden de mensen die de gemeenten binnenkwamen de betrouwbaarheid van Paulus als apostel te ondergraven. Ze probeerden wantrouwen te zaaien.
Dat kan in onze tijd ook gebeuren. Mensen zeggen dan buiten de boodschapper om tegen anderen dat ze zich afvragen of de boodschapper wel goed gereformeerd is. Zou hij wel goede motieven hebben als hij bepaalde dingen zegt? De enige manier om de betrouwbaarheid te toetsen is door wat gezegd is te vergelijken met wat de Geest in de Bijbel zegt. Wanneer het Woord nagesproken wordt, is er voor ons geen ruimte voor wantrouwen. Dan spreekt de HERE ons aan en daarin hebben wij ons te voegen.
LEIERS
“En Moses het aan Josua gesê: Kies vir ons manne en trek uit, veg teen Ámalek. Môre sal ek op die top van die heuwel staan met die staf van God in my hand. En Josua het gedoen soos Moses aan hom gesê het, om te veg teen Ámalek. Maar Moses, Aäron en Hur het op die top van die heuwel geklim.” Eksodus 17:9,10
Dit is die eerste keer dat ons van Josua lees. Dit is duidelik dat hy al ‘n belangrike leier onder die volk is. Moses benoem hom nou tot generaal van die leër en so kry hy ‘n posisie wat hom daarop voorberei dat hy later Moses as leier van die volk sal opvolg. Josua moet môre met sy leër teen Amalek veg terwyl Moses dan met God se kierie in sy hand op die top van die heuwel sal staan. Moses kan dan die strydtoneel oorsien.
Die volgende dag begin die stryd terwyl Moses met twee ander baie belangrike leiers, Aaron en Hur op die top van die heuwel staan. Ons lees ook van hierdie Hur in Eks 24:14. Dit wat ons daar lees wys daarop dat Aaron en Hur na Moses die belangrikste leiers van die volk is. Moses klim dan saam met Josua die Sinai op om met die HERE te praat en sê vir die oudstes: “Wag hier vir ons tot ons na julle terugkom. En kyk, Aaron en Hur is by julle; wie regsake het, kan na hulle gaan.” Eksodus 24:14
Ons lees hier duidelik dat die leiers van die volk God se leiding erken. Hulle wil in dienst van die HERE staan en verwag dit in die lewe en ookin die stryd van die HERE. Sonder God se hulp kan ons ni oorwin nie Sonder Christus wat die dood oorwin het kan ons vandag ni met hoop en uitsig lewe nie.
VERWARRING
“Ik verwonder mij erover dat u zich zo snel afwendt van Hem Die u in de genade van Christus geroepen heeft, naar een ander evangelie, terwijl er geen ander is; al zijn er ook sommigen die u in verwarring brengen en het Evangelie van Christus willen verdraaien.” Galaten 1:6,7
Paulus kan het bijna niet geloven dat de Galaten zich voor een deel laten meenemen door mensen die hen andere dingen leren dan dat hij ze als apostel van Christus geleerd heeft. Paulus heeft aan hen het evangelie gebracht. Ze zijn tot geloof in Christus gekomen. Paulus is verder gegaan om ook anderen van Christus te vertellen en ze tot Hem te roepen. Er zijn ambtsdragers aangesteld die de gemeenten volgens dat evangelie hebben te leiden.
Dan komen er na een tijdje andere mensen in deze kerken. Joden die in Christus zijn gaan geloven. Waarschijnlijk mensen die uit de omgeving van Jeruzalem komen. Zeker als kleine gemeente ben je blij met iedereen die als broer of zus in geloof bij je komt. Daarbij komt nog bij dat de kerken waar het hier over gaat vooral bestaat uit mensen die geen Joden zijn. Mensen die weinig van het Oude Testament weten. Ze weten dat Christus in het Oude Testament beloofd is en dat Hij is komen vervullen wat er in het Oude Testament staat. Dan is het toch heerlijk dat er mensen komen die veel van dat eerste deel van Gods Woord weten! Mensen die in Christus geloven en hen verder kunnen helpen in de kennis van Gods Woord. Heel begrijpelijk dat ze met open armen ontvangen worden. Je ziet dat ook in onze tijd wanneer mensen die deskundig zijn deel van een gemeente zijn. Zij zullen het wel weten.
Toch gebeurd er dan iets opvallends. Deze mensen met veel kennis van het Oude Testament zeggen iets dat toch vragen oproept. Ze geloven in Christus als de Zoon van God en als de Verlosser van onze zonden en schuld. Allemaal heel vertrouwd en goed. Toch zeggen ze dat Paulus niet het echte evangelie heeft gebracht. Om echt gered te worden moeten ze niet alleen in Jezus als de Christus geloven maar ook besneden worden. Het is Jezus en de besnijdenis. Paulus had het volgens deze mensen verkeerd. Dat is volgens hen ook niet zo vreemd want hij was geen echte apostel.
Mensen raken in verwarring. Dan is er maar een weg en dat is terug naar het echte evangelie. Wat zogenaamde deskundige daar ook over zeggen. Volgende keer verder.
AANGEVAL
“Daarop het Ámalek gekom om teen Israel by Ráfidim te veg. En Moses het aan Josua gesê: Kies vir ons manne en trek uit, veg teen Ámalek. Môre sal ek op die top van die heuwel staan met die staf van God in my hand.” Eksodus 17:8,9
Die volk het weer alles wat nodig is. Elke dag gee die HERE voedsel en Hy het daarvoor gesorg dat nou water uit die rots stroom. Vir elkeen is daar genoeg water.
Nou kom ‘n ander bedreiging op Israel af. Die Amalekiete kom om teen Israel te veg. Die aanval van die Amalekiete is plotseling. Dit is regtig ‘n verradelike oorval. Moses herinner hieraan in sy groot toespraak aan die einde van sy lewe. Hy sê dan: “Dink aan wat Amalek op die pad by julle uittog uit Egipte aan julle gedoen het, hoe hy jou op die pad teëgekom het en by jou die agterhoede, al die swakkes agter jou, verslaan het terwyl jy moeg en mat was, en hy God nie gevrees het nie. As dan die HERE jou God vir jou rus gee van al jou vyande rondom, in die land wat die HERE jou God jou as erfenis sal gee om dit in besit te neem, dan moet jy die gedagtenis van Amalek onder die hemel uitdelg; vergeet dit nie.” Deut 25:17-19.
As die volk deur Amalek die eerste keer aangeval is, gee Moses vir Josua die opdrag om manne uit te kies wat die volgende dag teen Amalek sal veg. Die Amalekiete moet verslaan word want hulle vorm ‘n bedreiging vir die volk. Die Amalekiete het die Israeliete dalk aangeval omdat hulle hierdie gebied as hulle besitting beskou. Hulle leef in die Suidland, in die Negevwoestyn. Kyk Num 13:29; 14:25,43-45.
God se volk is op pad na die beloofde land. Ons is in die geloof op pad na die Nuwe Jerusalem. Christus het die duiwel as ons groot vyand verslaan. Hy gee krag om te stry en om die beloofde land te bereik. Ons sien in die vervolg dat dit die HERE is wat stry vir Sy volk.
DIE HERE IN ONS MIDDE?
"En Moses het so gedoen voor die oë van die oudstes van Israel en die plek Massa en Mériba genoem vanweë die twis van die kinders van Israel en omdat hulle die Here versoek het deur te sê: Is die Here in ons midde of nie?" Eksodus 17:6b-7
Die HERE beloof vir Sy kneg dat as hy met God se kierie op daardie rots sal slaan water uit die rots sal stroom. Moses bou op God en doen wat Hy gesê het. Die water kom uit die rots. God se water wat Sy volk weer nuwe lewenskragte gee, stroom. Ons lees van die water wat uit die rots gekom het in Psalm 78: “Kyk, Hy het op die rots geslaan, dat waters gevloei en spruite gestroom het”. Vs 20.
Hierdie rots waaruit lewendige water kom, wys al op Jesus Christus wat die rots is wat met Israel saamgetrek het. Kyk 1 Kor 10:1-4. Die hele volk het vanweë Christus se werk toe al in God se genadige liefde en sorg gedeel. Daarvan was die deurtog deur die Skelfsee en die water uit die rots vir almal ‘n baie duidelik teken. Christus is die rots uit die die strome van lewendige water stroom. Kyk Joh 7:37-39.
Moses gee aan hierdie plek die name Massa en Meriba. Kyk vir die betekenis van hierdie name hierbo. Wat was nou die kern van Israel se sonde? Ons lees dit in die laaste deel van vers 7 dat Israel gesê het: “Is die HERE in ons midde of nie?” Dit beteken dat Israel aan die betroubaarheid van die HERE twyfel. Hulle twyfel of die HERE nog Sy Woord hou dat Hy hulle na die beloofde land Kanaan sal bring. Hoe erg is dit dat hulle twyfel aan Hom wat in Sy Naam HERE, Ek is wie Ek is, van Sy volkome betroubaarheid getuig en dit steeds weer vir hulle in en buite Egipte gewys het. Wat dit vir ons ook nog gewys het in die stuur van die Here Jesus. In die laat opstaan van Christus uit die dood uit. Ons weer dat Christus vanuit die hemel regeer en sal terugkeer. Christus het vir ons beloof dat waar 2 of 3 in Sy naam saam is Hy by hulle is. Laat ons ni twyfel ni maar ons vasgryp aan die HERE en Sy belofte.
VERWARRING GEZAAID
“Ik verwonder mij erover dat u zich zo snel afwendt van Hem Die u in de genade van Christus geroepen heeft, naar een ander evangelie, terwijl er geen ander is; al zijn er ook sommigen die u in verwarring brengen en het Evangelie van Christus willen verdraaien.” Galaten 1:6,7
Paulus kan het bijna niet geloven dat de Galaten zich voor een deel laten meenemen door mensen die hen andere dingen leren dan dat hij ze als apostel van Christus geleerd heeft. Paulus heeft aan hen het evangelie gebracht. Ze zijn tot geloof in Christus gekomen. Paulus is verder gegaan om ook anderen van Christus te vertellen en ze tot Hem te roepen. Er zijn ambtsdragers aangesteld die de gemeenten volgens dat evangelie hebben te leiden.
Dan komen er na een tijdje andere mensen in deze kerken. Joden die in Christus zijn gaan geloven. Waarschijnlijk mensen die uit de omgeving van Jeruzalem komen. Zeker als kleine gemeente ben je blij met iedereen die als broer of zus in geloof bij je komt. Daarbij komt nog bij dat de kerken waar het hier over gaat vooral bestaat uit mensen die geen Joden zijn. Mensen die weinig van het Oude Testament weten. Ze weten dat Christus in het Oude Testament beloofd is en dat Hij is komen vervullen wat er in het Oude Testament staat. Dan is het toch heerlijk dat er mensen komen die veel van dat eerste deel van Gods Woord weten! Mensen die in Christus geloven en hen verder kunnen helpen in de kennis van Gods Woord. Heel begrijpelijk dat ze met open armen ontvangen worden. Je ziet dat ook in onze tijd wanneer mensen die deskundig zijn deel van een gemeente zijn. Zij zullen het wel weten.
Toch gebeurd er dan iets opvallends. Deze mensen met veel kennis van het Oude Testament zeggen iets dat toch vragen oproept. Ze geloven in Christus als de Zoon van God en als de Verlosser van onze zonden en schuld. Allemaal heel vertrouwd en goed. Toch zeggen ze dat Paulus niet het echte evangelie heeft gebracht. Om echt gered te worden moeten ze niet alleen in Jezus als de Christus geloven maar ook besneden worden. Het is Jezus en de besnijdenis. Paulus had het volgens deze mensen verkeerd. Dat is volgens hen ook niet zo vreemd want hij was geen echte apostel.
Mensen raken in verwarring. Dan is er maar een weg en dat is terug naar het echte evangelie. Wat zogenaamde deskundige daar ook over zeggen.