Nu staat nog alleen de preek vanuit artikel 27 hier. Zodra de die over artikel 28 en 29 gehouden zijn, zal ik die dan DV toevoegen.
ORDE VAN DIENST
Votum
Vrede/Zegengroet
Psalm 80:1,10
Lezing van Gods wet
Psalm 92:1,2,3
Gebed
Schriftlezing: 1 Koningen 19: 9-18
Openbaring 11: 1-14
Psalm 87
Tekst: Artikel 27 NGB
Verkondiging van het Woord
Gezang 32:1,3
Dankgebed
Collecte
Psalm 122:2,3
Zegen
Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes
Als we naar de kerkelijke wereld kijken in ons land. Ook naar kerken die zich gereformeerd noemen zien we een heel grote variatie en verdeeldheid. Dit terwijl Christus juist die ene kerk wil waarin Zijn Woord en liefde heerst. Ook als we ons heel gereformeerd voelen, gaan we daardoor makkelijk een verkeerde kant op. Bedenk je eens dat er die ene kerk was zoals Christus dat wil. Je bent het niet met de kerkenraad op bepaalde punten een. Ook na verschillende keren daarover praten verandert dat niet. Wel wordt Gods Woord in de gemeente verkondigd en doop en avondmaal worden volgens Gods Woord gevierd en de kerkelijke tucht wordt naar beste weten volgens God bedoeling toegepast. Natuurlijk kun je gebreken in de gemeente en bij de kerkenraad aanwijzen. Zoals die er ook bij jezelf zijn. Ook voor de kerkenraad en gemeente geldt de zwakheid zoals die in het eerste avondmaalsformulier wordt uitgesproken. Dan moet je je afvragen of je in de situatie van die ene kerk zoals die er was je mogen afscheiden en je eigen kerk zou mogen beginnen. Wij leven in een tijd als we ontevreden zijn, het met bepaalde dingen niet eens zijn makkelijk ergens anders na toe kunnen gaan. Dat is en blijft zonde. Die hele kerkelijke verdeeldheid onder mensen die de HEERE volgens Zijn Woord willen dienen is onze schuld. Wij mogen ons niet beter voelen als anderen ook al zijn we ervan overtuigd dat we in een kerk zijn waar volgens Christus Woord in alle zwakheid en met gebreken geleefd wordt. Het is goed om ook hier het gebed van Daniël op onszelf toe te passen: “Ik bad tot de HEERE, mijn God, en deed belijdenis en zei: Och Heere, grote en ontzagwekkende God, Die Zich houdt aan het verbond en de goedertierenheid ten aanzien van hen die Hem liefhebben en Zijn geboden in acht nemen, wij hebben gezondigd, wij hebben onrecht gedaan, wij hebben goddeloos gehandeld, wij zijn in opstand gekomen door af te wijken van Uw geboden en bepalingen. Wij hebben niet geluisterd naar Uw dienaren, de profeten, die in Uw Naam spraken tot onze koningen, onze vorsten en onze vaderen, en tot heel de bevolking van het land.” Daniel 9:4-6
Daniël sluit zich daarbij in. Menselijke gezien zou je je van een gelovige als Daniel kunnen voorstellen dat hij voor het volk zou bidden maar zelf daar toch buiten bleef want hij heeft van jongs af aan de HEERE met zijn hart gediend. Ons tot een voorbeeld. Toch sluit hij zichzelf in en belijdt samen met dat zondige en hardnekkige volk schuld. Laten we dat ook doen als het om de kerkelijke verdeeldheid gaat en elkaar zoeken die op hetzelfde fundament staan en vandaaruit ook wil leven en het evangelie verkondigen.
De artikelen 27-29 hebben in de geschiedenis van onze kerken een grote rol gespeeld. Dat is bij de jongeren onder ons minder. De ouderen weten daar alles van. De vrijgemaakt gereformeerden stonden bekend op het steeds maar weer wijzen op deze artikelen. Er zijn uitgebreide discussies geweest over wat deze artikelen nu concreet betekenen.
In die discussie kwamen meerdere gedachten en theorieën naar voren. Ik ga ze nu niet noemen. Daarbij werden de namen van Abraham Kuyper en Klaas Schilder vaak genoemd. Toch ga ik in de komende zondagen dat niet doen. In de prediking ga ik het niet over mensen en hun discussies hebben. Iemand moet ook niet denken dat hier een Kuyperiaan of een Schilderiaan spreekt. Dan zou ik als dienaar van het Woord tekort doen aan Christus en Zijn Woord. Ik heb ooit een scriptie geschreven over een predikant in de Afgescheiden kerken. Ds Juch. Toen hij predikant wilde worden moest hij examen doen op de classis. Een van de vragen die hem werd gesteld was: Bent u een Voetiaan of een Coccejaan. Voetius en Coccejes waren theologen in de 17 e eeuw die in de kerk van toen op bepaalde punten verschillende gedachten hadden. Het antwoord van Jacob Juch was toen: Ik ben een Christiaan. Een volgeling van Christus. Hem wil ik volgen. Hij en Zijn Woord is mij alles.
Zo gaan wij in de komende weken heel rustig vanuit de Schrift bekijken wat in deze artikelen belijden. Om vanuit deze kennis te leven in de wereld, ook de kerkelijk wereld van 2024.
Dan zullen we juist letten op de positieve inhoud van wat we hier belijden. Om juist zelf positief Christus te volgen en dat uit te dragen. Als mensen die zichzelf niet op de borst slaan maar in diepe afhankelijkheid Christus willen volgen en deel van Zijn kerk willen zijn.
Ik verkondig jullie het evangelie van Jezus Christus onder het volgende thema:
WE GELOVEN DAT DE KATHOLIEKE KERK ER IS
- Christus bracht die kerk in het verleden bij elkaar
- Christus brengt deze kerk nu bijelkaar
- Christus brengt deze kerk in de toekomst bijelkaar
- Christus bracht die kerk in het verleden bij elkaar
Artikel 27 begint met de zin: “Wij geloven en belijden een katholieke of algemene kerk”. Het woord katholiek valt op. Juist omdat we mensen die paus erkennen als hun leider door ons katholiek genoemd worden. We hebben het dan vaak over de katholieken.
Hoe zit dat? Het woord katholiek komt van een Grieks woord. Dat woord betekent dat iets overal, over heel de aarde is. Het woord katholiek laat zien dat Christus Zijn kerk van over heel de aarde en uit heel de geschiedenis bij elkaar brengt.
Het is de kerk over de hele wereld en door de hele geschiedenis heen. Wie horen er bij deze kerk? Dat zijn de echte gelovigen. Dat zijn zij die in de geschiedenis, die tijdens hun leven op Christus gericht waren, zijn of zullen zijn. Dat zijn de mensen die zichzelf verloochenen, die hun leven laten bepalen door Christus en in liefde aan hem verbonden zijn.
Dat zijn zij waarvan we in artikel 29 dit belijden: “Zij die bij de kerk horen, zijn te kennen aan de kenmerken van de christenen, namelijk aan het geloof en hieraan dat zij, na de enige Heiland Christus aangenomen te hebben, de zonde ontvluchten en de gerechtigheid najagen, de ware God en hun naaste liefhebben, niet naar rechts of naar links afwijken en hun oude mens met zijn werken kruisigen. Dat wil echter niet zeggen dat er geen grote zwakheid meer in hen zou zijn, maar door de Geest strijden zij daar elke dag tegen, hun leven lang. Zij nemen voortdurend hun toevlucht tot het bloed, de dood, het lijden en de gehoorzaamheid van de Here Jezus, in wie zij vergeving van hun zonden hebben door het geloof in Hem.”
De gelovigen van alle tijden horen bij Christus. Dat is Zijn kerk die Hij overziet. Dat is minder dan de mensen die lid zijn van kerkverbanden die wij als echte kerken van Christus zijn want daarin zijn ook mensen die met hun hart niet echt geloven.
Het zijin er ook meer dan de leden van kerken die wij als echte kerken van Christus kennen. Om twee redenen omdat er meer echte kerken van Christus zijn dan wij als mensen kunnen zien en ook omdat er mensen zijn in kerken waar wij niet willen zijn die toch met hun hart de HEERE dienen. Bij echte gelovigen kan er op het punt van de keuze voor een kerk op aarde grote zwakheid zijn, kan er ook een gebrek aan kennis en inzicht zijn.
Christus vergadert Zijn kerk. Dat deed Hij ook in de geschiedenis. Vanaf Adam en Eva. Dat deed Hij ook toen de echte gelovigen vervolgt en verdrukt waren. In zulke tijden kan het lijken alsof de kerk bijna verdwenen is. Dat je nog met een heel clubje of bijna alleen overgebleven bent. Je kan dan moedeloos worden, je kunt zelfs gaan twijfelen of Christus echt wel regeert en echt Koning is.
Een voorbeeld in de geschiedenis is tijdens het leven van Elia:
Hij zei: Ik heb mij zeer voor de HEERE, de God van de legermachten, ingezet. De Israëlieten hebben immers Uw verbond verlaten, Uw altaren omvergehaald en Uw profeten met het zwaard gedood. Ik alleen ben overgebleven, en zij staan mij naar het leven om het mij te benemen. De HEERE zei tegen hem: Ga heen, keer terug op uw weg, naar de woestijn van Damascus. Wanneer u daar komt, moet u Hazaël zalven tot koning over Syrië. En u moet Jehu, de zoon van Nimsi, zalven tot koning over Israël. En Elisa, de zoon van Safat, uit Abel-Mehola, moet u tot profeet zalven in uw plaats. En het zal gebeuren dat Jehu zal doden wie aan het zwaard van Hazaël ontkomt, en Elisa zal doden wie aan het zwaard van Jehu ontkomt. Maar Ik zal er in Israël zevenduizend overlaten, allen die de knieën niet gebogen hebben voor de Baäl, en allen van wie de mond hem niet gekust heeft.” 1 Koningen 19:14-18
Dit na Gods werk op de Karmel.
In het boek Openbaring wijst Christus op een voorbeeld in de tijd tussen Zijn hemelvaart en Zijn terugkeer op de wolken. We vinden dat in Openbaring 11: “En wanneer zij hun getuigenis volbracht hebben, zal het beest dat uit de afgrond opkomt, oorlog met hen voeren en het zal hen overwinnen en hen doden. En hun dode lichamen zullen liggen op de straat van de grote stad, die in geestelijke zin genoemd wordt Sodom en Egypte, waar ook onze Heere werd gekruisigd. En de mensen uit de volken, stammen, talen en naties zullen hun dode lichamen drieënhalve dag zien, en zullen niet toelaten dat hun dode lichamen in het graf gelegd worden. En zij die op de aarde wonen, zullen zich over hen verblijden, en zullen feest gaan vieren en elkaar geschenken sturen, omdat deze twee profeten hen die op de aarde wonen, zo gekweld hadden. En na die drieënhalve dag kwam er een levensgeest uit God in hen en zij gingen op hun voeten staan. En grote vrees overviel hen die hen zagen. En zij hoorden een luide stem uit de hemel tegen hen zeggen: Kom hier omhoog. En zij gingen omhoog naar de hemel, in de wolk, en hun vijanden keken hen na.” Vs. 7-12
Wie horen bij de kerk die Christus als de Goede Herder bij elkaar brengt?
Wie horen er dus echt bij de kerk: de ware gelovigen. De HEERE kent deze hele kerk. De uitverkorenen van alle tijden en plaatsen. Het gaat om de kerk zoals Christus die kent. Wij kunnen niet overzien. Zijn werk is groter dan ons leven als kerk. Wij laten ons vergaderen door Zijn stem. Bij de kerk horen zoals Christus die kent valt niet samen met onze kerk!
Het is wel nodig en zo goed om te zien hoe Christus Zijn kerk ook nu bij elkaar brengt. We letten daarop in het tweede punt
- Christus brengt Zijn kerk nu bij elkaar
De kerk is maar niet een zaak van het verleden. Gelukkig niet. Christus is de Koning die ook vandaag een volk heeft waarover Hij regeert. Hij regeert over alles en iedereen. Maar nooit bestaat de hele wereldbevolking uit ongelovigen. Altijd zijn er mensen die Christus persoonlijk en samen in liefde als hun Koning erkennen. Mensen die leven van de genade die Hij voor zondaren verdiend heeft. In zondag 21 belijden we dat ook. Daar komt zo heel mooi uit dat Christus dat doet. Hij handelt ook vandaag. Luister maar: “Wat gelooft u van de heilige, algemene, christelijke kerk?
Antwoord: Dat de Zoon van God uit het hele menselijke geslacht Zich een gemeente, die tot het eeuwige leven uitverkoren is, van het begin van de wereld tot aan het einde vergadert, beschermt en onderhoudt. Hij doet dit door zijn Geest en Woord in eenheid van het ware geloof.
En ik geloof dat ik van deze gemeente een levend lid ben en eeuwig zal blijven.”
Het is goed om deze dingen goed te bedenken in en tijd waarin in ons werelddeel het erop lijkt dat de kerk al kleiner en kleiner wordt. Het lijkt er soms op dat de kerk een verschijnsel in de geschiedenis was die tot grote hoogte en veel macht is gekomen maar die nu stervende is. Mensen ervaren het vaak alsof de kerk nog iets is waar je bijna alleen maar grijze en kale hoofden ziet en dat er over 50 jaar bijna niets meer van over zal zijn. Is God dan dood? Is de Here4 Jezus dan toch niet uit de dood opgestaan?
Was en is de kerk dan toch niet een cultuurinstelling voor een bepaalde tijd die niet meer bij onze tijd past. Was de kerk dan toch iets menselijks dat wel moet vergaan? Je kunt ook heel erg inzitten over je kinderen en kleinkinderen. Over vrienden. Is het niet zo dat ze wel tot ongeloof gedoemd zijn omdat het in deze tijd zo moeilijk is om te geloven. Omdat de samenleving zo anders leeft en denkt en er daardoor een soort grote verleiding en vervolging op ons afkomt.
Laten we als we daarover nadenken toch nog even teruggaan naar de tijd van de Bijbel. Als we de Bijbel eerlijk lezen zien we vooral in het Oude Testament steeds weer de afval in de kerk. Hoe vaak is het niet dat na een tijd van verlossing door de HEERE, na een tijd van reformatie er weer de afval is en de HEERE Zijn profeten stuurt, Zijn straffen stuurt, klopt op het hart van het volk om terug te keren naar Hem. Tot in ballingschap toe.
Wij leren hiervan dat afval van de HEERE ons in het bloed zit als mensen. Dat wij ons niet door Christus laten vergaderen tot Zijn volk is niet vreemd. We moeten daarbij ook bedenken dat het uiterlijk allemaal heel mooi voor elkaar kan zijn. De tempel staat er nog en we roepen om onszelf gerust te stellen: “De tempel van de HEERE, de tempel van de HEERE is hier.” Alles lijkt in orde. Alles gaat nog volgens de regels maar in het hart is er niet de liefde voor de HEERE. We denken vanuit de regels maar niet vanuit de verbondenheid aan de HEERE en Zijn Woord. Dan wordt kerk-zijn een soort uiterlijke huls die op een moment uit elkaar spat en de afval veel harder gaat dan je ooit had kunnen denken.
Dan is er een ding nodig en dat is bekering met het hart. Leven in eerbied, in vrees voor de HEERE. Dan elkaar zoeken om samen weer volk van God te zijn. Dan is niet de geschiedenis, wel de geschiedenis van Gods spreken en handelen, maar niet onze geschiedenis beslissend. Dan gaat het om het samen leven met Christus volgens Zijn Woord nu en in de toekomst. Want hoe brengt Christus Zijn volk bij elkaar: “Door Zijn geest en Woord in de eenheid van het ware geloof” We hebben al beleden in artikel 7 dat daarbij niet beslissend zijn: “Men mag ook geen geschriften van mensen, hoe heilig de schrijvers ook geweest zijn, op één lijn stellen met de goddelijke Schriften, ook de gewoonte niet met Gods waarheid - want de waarheid gaat boven alles -, evenmin het grote aantal, de ouderdom, de ononderbroken voortgang in de tijden of de opvolging van personen, of de concilies, decreten of besluiten. Want alle mensen zijn uit zichzelf leugenaars (Ps. 116 : 11) en ijdeler dan de ijdelheid zelf. Daarom verwerpen wij uit de grond van ons hart alles wat met deze onfeilbare regel niet overeenkomt.”
Ik noem twee dingen die voor het kerk-zijn van nu en morgen zo belangrijk zijn:
- Ons vertrouwen stellen op Christus. Ook in een tijd van afval. Hij kan en wil ons geven om trouw te zijn aan hem en Zijn Woord. Ook in een tijd waarin de afval zo groot is. Samen en persoonlijk ook bidden dat Christus mensen en een samenleving terug wil brengen naar Hem. Laten we niet moedeloos worden maar blijven bidden en vertrouwen op Christus. Ook het wonder zien dat jij vandaag met Christus verbonden bent en dat niet aan jezelf te danken hebt.
- Zelf trouw in liefde blijven aan Christus. Aan wat de HEERE ons zuiver door de Geest zegt in de Bijbel. En juist ook uitzien naar anderen en ook andere kerken die echt in liefde en trouw volgens Gods Woord leven. Ieder die zo leeft hoort bij Christus kerk. Dat geldt ook voor de toekomst.
- Christus brengt deze kerk in de toekomst bijelkaar
Wanneer het om de kerk van Christus gaat is het zo belangrijk om te letten op wat de Here Jezus tegen Petrus zegt. Laten we eens samen kijken in Mattheus 16: “Hij zei tegen hen: Maar u, wie zegt u dat Ik ben? Simon Petrus antwoordde en zei: U bent de Christus, de Zoon van de levende God.
En Jezus antwoordde en zei tegen hem: Zalig bent u, Simon Barjona, want vlees en bloed hebben u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is. En Ik zeg u ook dat u Petrus bent, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen.
En Ik zal u de sleutels van het Koninkrijk der hemelen geven; en wat u bindt op de aarde, zal in de hemelen gebonden zijn; en wat u ontbindt op de aarde, zal in de hemelen ontbonden zijn.” Vs. 15-19
“Van toen aan begon Jezus Zijn discipelen te laten zien dat Hij naar Jeruzalem moest gaan en veel zou moeten lijden van de kant van de oudsten en de overpriesters en de schriftgeleerden, en dat Hij gedood zou worden en op de derde dag zou worden opgewekt. En Petrus nam Hem apart en begon Hem te bestraffen; hij zei: God zij U genadig, Heere, dit zal beslist niet met U gebeuren! Maar Hij keerde Zich om en zei tegen Petrus: Ga weg achter Mij, satan! U bent een struikelblok voor Mij, want u bedenkt niet de dingen van God, maar die van de mensen.” Vs. 21-23
Samen staan in het ene geloof, samen sterk in Christus zijn we veilig voor de duivel en de kracht van de hel. In Christus een en altijd toekomst.
AMEN