Schets 2: Openbaring 5

 

De boekrol (Dag 1 vers 1,2)

 

Johannes heeft de troon in de hemel gezien. De hemel is het paleis van God. De HERE zit daar op de troon. Johannes ziet dat de Here God een boekrol in Zijn hand heeft.  Het gaat echt om een boekrol. Je moet bedenken dat er in die tijd nog geen gewone boeken met bladzijden   waren. Het papier dat er was, was dik en werd op een stok gerold.

Een gewone boekrol was alleen aan de binnenkant beschreven. De buitenkant was leeg. Dat is niet zo met de boekrol die de HERE in Zijn hand heeft. Die is van binnen en van buiten beschreven. Het is niet de eerste keer dat we in de Bijbel over zo’n boekrol lezen. Een ander voorbeeld daarvan komen we tegen in Ezechiel 2:9-3:2: “Ik keek, en zag een hand die naar mij was uitgestrekt en een boekrol vasthield.  Die werd voor mijn ogen uitgerold en ik zag dat hij aan beide kanten beschreven was. Dit stond erop te lezen: Klaagliederen, en gezucht en gesteun. De stem zei tegen mij: “Mensenkind, eet op wat je wordt voorgehouden; eet deze rol op en ga naar de Israêlieten om te profeteren.”  Ik opende mijn mond en kreeg de boekrol te eten,  en de stem zei: “Mensenkind, vul je maag en je buik met deze rol, die ik je geef.” Ik at de rol op; hij was zo zoet als honing.”

Wat betekent het dat de boekrol in Openbaring 5 van binnen en van buiten beschreven is? Het laat zien dat de boodschap van God overvloedig is. Hier staat de boekrol vol met Gods boodschap, met Zijn plan voor de toekomst. We kunnen de boodschap op de boekrol samenvatten met wat we lezen in Openb 4:1: “Kom hierboven, dan laat ik je zien wat er hierna gebeuren moet.”

Het is nog niet duidelijk wat dit concreet betekent want de boekrol is nog met 7 zegels verzegeld. Niemand kan de inhoud van de boekrol lezen. Om dat te kunnen moeten die 7 zegels verbroken worden. Het getal 7 is het getal van de goddelijke volmaaktheid. Het laat zien dat het hier om de hele toekomst gaat die de HERE bepaald heeft. Zijn hele plan die uitloopt op Zijn uiteindelijke doel met Zijn schepping.

Deze 7 zegels wijzen ook op een bepaald gebruik in het Romeinse rijk van  toen. Vaak werd een testament met 7 zegels verzegeld. Als mensen na het sterven van de persoon van wie het testament was konden bewijzen dat ze wettige erfgenamen waren, mochten ze de 7 zegels verbreken.  Dan kregen ze wat er in het testament over hun geschreven stond. Dit testament van God kan uitgevoerd worden als er iemand is die de 7 zegels mag verbreken. Die persoon moet daartoe het recht en de bevoegdheid hebben.

Wanneer er niemand is die dit kan doen, zal Gods plan zoals opgeschreven staat in de boekrol niet uitgevoerd worden. Dan komt Zijn plan met Zijn schepping niet tot Zijn doel.  

 

Wie mag dat doen? (dag 2 vers 3,4)

 

Wie kan en mag de 7 zegels verbreken? Wanneer dit gevraagd wordt, komt er niemand. Geen engel, geen mens is in staat om dit te doen. Niemand heeft de waarde en de kracht om dit te doen.

Johannes ziet dit en begint te huilen. Vol spanning heeft hij gekeken maar er komt niemand. Het maakt hem in en in verdrietig. Waarom is er dit grote verdriet bij Johannes?

Omdat het er op lijkt dat het werk van de Here Jezus uiteindelijk voor niets geweest is. Het lijkt alsof de Here Jezus voor niets gekomen is. Het lijkt erop dat al die gelovigen die om hun geloof  gestorven en vervolgd zijn voor niets het offer van hun leven hebben gebracht. Het lijkt of de definitieve verlossing niet zal komen. Je kunt je voorstellen hoe groot de teleurstelling van Johannes is. Hij is bijna wanhopig. Het niet opengaan van de boekrol zou voor de hele schepping verschrikkelijke gevolgen hebben. Een vraag daarover vind je aan het einde van deze schets.

 

Er is er 1 waardig om te openen! (Dag 3 vers 5-7)

 

Een van de vertegenwoordigers van de kerk in de hemel wijst dan op Christus. Tot nog toe heeft Johannes hem nog niet zien zitten in de hemel. Deze oudste zegt tegen Johannes: Het is niet nodig om zo verdrietig te zijn. Kijk daar!

Wat ziet Johannes dan? Hij ziet een lam staan. Het lam lijkt geslacht. De oudste noemt Hem: de Leeuw uit Juda’s stam en telg van David. 

De titel: ‘leeuw uit Juda’s stam’ wijst terug naar wat Jakob op zijn sterfbed gezegd heeft. Hij laat dan als profeet zien wat er met zijn 12 zonen en hun nakomelingen in de toekomst gaat gebeuren. Je kunt het Gods plan of testament over de 12 zonen van Jakob noemen. Over Juda lees je in Gen 49:8-12. Juda zal onder de 12 stammen de belangrijkste en sterkste zijn. Hij heeft de kracht van een leeuw. Juda zal de sterkste blijven doordat uit deze stam de Verlosser zal voortkomen.  De Verlosser die de eeuwige Koning zal zijn. Hij zal voor altijd over de hele schepping regeren. Jakob profeteert hierover als hij zegt: “De scepter zal  van Juda niet wijken en evenmin de heersersstaf van tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en Hem zullen de volken gehoorzamen.” Gen 49:10 HSV

Niemand kan de Leeuw uit de stam van Juda, Jezus Christus tegenhouden. Hij zal de hele schepping tot haar prachtige doel brengen. Om dat te kunnen doen moest Hij niet alleen de Leeuw uit de stam van Juda zijn maar ook het Lam.  

Waarom moest Christus ook het Lam zijn? Omdat de grote hindernissen voor de komst van Gods grote toekomst eerst weggenomen moesten worden. De zonden zijn de grote hindernis  van ons als mensen. Juist in verband daarmee moest ook de duivel overwonnen worden. Dit kon alleen als de Leeuw uit de stam van Juda zich als een lam liet offeren. Zie o.a. Jes 53:7; Joh 1:29.

 Juist door zichzelf aan het kruis te offeren heeft Christus de duivel overwonnen. Hij heeft op Golgotha voor de zonden en schuld van de gelovigen de prijs betaald. Zo heeft Hij verdiend dat Hij de 7 zegels van de boekrol kan en mag openbreken. Hij is de sleutel naar de toekomst. Zo zorgt Hij ervoor dat Gods geweldige plan uitgevoerd wordt.

Jezus Christus is een heel bijzonder lam. Hij is geslacht, Hij is doodgemaakt en toch staat Hij in de hemel. Niet als een opgezet dier maar als de Levende! Dit maakt duidelijk dat de Here Jezus echt gestorven is maar daarna ook heel echt uit de dood is opgestaan. Hij mag door Zijn werk als de Verlosser de boekrol openbreken. Hij kan de boekrol uit de rechterhand van Zijn Vader aanpakken en beginnen om Gods plan voor de toekomst uit te voeren.

 

Aanbidding (Dag 4 vers 8-10)

 

Christus ontvangt de boekrol uit de handen van de Vader. Dan zijn het de 4 wezens en de 24 oudsten die op hun knieën neervallen. Ze knielen. Ze nemen de houding van onderdanigheid en eerbied aan. Ze erkennen het Lam als hun Koning. Ze erkennen het Lam als God. Ze hebben namelijk allemaal een schaal vol reukwerk bij zich.  Dat wijst op hun gebeden. Ze laten die opgaan tot Christus.

Tot wie mogen we bidden? Voor wie mogen we zo knielen? Alleen voor de HERE. Alleen bidden tot de enige God. De engel die Johannes rondleidt, wijst hem daar later op. Dan is het Johannes die de engel wil aanbidden. De reactie van de engel is dan: “’Doe dat niet! Ik ben een dienaar zoals jij en zoals je broeders en zusters die van Jezus getuigen. Je moet God aanbidden. ’Want getuigen van Jezus is profeteren.” Openb 19:10

De gouden schalen vol reukwerk herinneren ook aan wat er in de tabernakel en de tempel gebeurde. Het reukoffer dat elke morgen en middag gebracht moest worden, wees erop dat de gebeden van Gods kinderen bij God komen en Hij echt naar je luistert. Zo zeker als de mensen toen de rook van het altaar omhoog zagen gaan.  Wanneer Johannes die schalen met reukwerk in de hemel ziet is de tempel in Jeruzalem al meer dan 20 jaar verwoest. Het reukwerk wordt niet meer in de tempel gebruikt. De tempel is na het offer van Christus als het Lam niet belangrijk meer. Belangrijk voor ons is dat we in Openbaring 5 zien dat het gebed van de gelovige nog altijd het hemels heiligdom en dus de HERE als onze Vader bereikt.  

 

Lofzang (Dag 5 vers 11-14)

 

De vier wezens en de 24 oudsten die voor het lam zijn neergevallen, aanbidden Hem. Het lijkt erop dat de 24 oudsten daarna zijn gaan staan. Ze vormen daarna namelijk een koor dat gaat zingen. Om zo het Lam de eer te geven die Hij verdient. 

Je ziet hier wat lof op God eigenlijk is. Wanneer je iemand lof brengt, gaat het niet over jezelf. Dan wijs je van jezelf af en laat je horen hoe geweldig die ander is. Je eert Christus omdat je jouw leven en je redding aan Hem te danken hebt. De mensen die bij God horen en al bij Hem in de hemel leven, erkennen dat ze hun leven aan het Lam te danken hebben. Aan Hem die zich voor hen heeft laten slachten en met Zijn leven voor hen betaald heeft. Zo heeft Christus voor de gelovigen de toegangsbewijzen tot Gods paleis verdiend. Daardoor mogen zij zelfs als koningen  regeren. Hebben zij in de hemel een heel goede positie in de schepping. Christus heeft de gelovigen vrijgekocht. Het woord dat hier gebruikt wordt betekent dat Hij ze losgekocht  heeft.

Met het  woord gekocht, herinnert de Heilige Geest aan een bepaald gebruik. Een slaaf kon losgekocht worden door geld in een tempel van een god te leggen. Dan was die slaaf niet meer het eigendom van zijn menselijke heer maar van die bepaalde god. Hij had zich dan helemaal aan die god gewijd. Wanneer het hemelse koor zingt dat de gelovigen door Christus’ bloed gekocht zijn, betekent dit dat ze niet meer in de macht van de duivel zijn. Ze zijn nu Christus’ eigendom. Ze zijn uit de greep van de duivelse slavendrijver bevrijdt en staan nu in dienst van God.  

Eerst is het de kerk die in de hemel de lofzang zingt. Daarna is het de kerk die samen met de engelen Christus de hoogste eer en lof brengt. We lezen dat in vers 11,12. Het is een geweldig koor. Het doet je denken aan wat er in de nacht dat de Here Jezus op aarde geboren werd, gebeurde. Toen was er dat indrukwekkende koor van engelen. Zie Lukas 2:13-15. Het werk van verlossing is verder gegaan. Jezus Christus heeft Zijn werk gedaan en daardoor kunnen engelen en mensen nu samen een koor vormen die de HERE de lof toezingen.

Het koor dat God en het Lam vereert, wordt nog groter. Eerst was het alleen de kerk. Daarna de kerk en de engelen. In vers 13 zie je dat ieder schepsel meezingt. Niets en niemand in Gods schepping kan nog zwijgen. De Schepper en Verlosser wordt geëerd door mensen, engelen en de hele natuur. Omdat de drie-enige God na de zondeval Zijn Zoon als het lam gegeven heeft om zelfs de hele natuur van de gevolgen van de zonden te redden. Omdat God zo ervoor zorgt dat Zijn schepping toch tot Zijn heerlijke doel zal komen.  

Op die geweldige lofzang antwoorden de vier wezens, de lijfwachten rond Gods troon met: Amen. Zo is het en niet anders. De kerk antwoord op de lofzang van de schepping met de aanbidding van de eeuwige God. 

 

Vragen die voor bespreking gebruikt kunnen worden:

 

  1. Waarom heeft de hele schepping, ook de natuur er zoveel belang bij dat de nieuwe hemel en aarde er komen? Zie o.a. Rom 8:19-21
  2. Wat betekent de uitdrukking: telg van David? Zie hierbij o.a.: Jesaja 11:1,10; Psalm 110:1 en Mat 26:44-46.
  3. Wat heeft de uitdrukking: ‘Lam van God’ met het Pesachfeest te maken? Wat is de betekenis voor ons vandaag? Zie o.a.: Ex 12:1-4; 1 Kor 5:7
  4. Als je ziet hoe geweldig groot God is wat betekent dat dan voor jouw manier van bidden?
  5. De hele schepping is in Openb 5 enthousiast over Christus. De hele schepping brengt Hem lof en eer. Waarover ben jij enthousiast en hoe staat het met jouw enthousiasme voor Christus en Zijn kerk?
  6. Kunnen we zeggen dat Christus met Zijn bloed de duivel betaald heeft en ons zo vrijgekocht heeft? Of heeft Christus aan God betaald?