OPENBARING VAN  JEZUS CHRISTUS

 

Schets 1: Openbaring 4

 

Hierna (Dag 1 vers 1)

 

Jezus Christus is naar de hemel gegaan. Hij regeert vanuit de hemel. De hemel is voor Hem niet de plaats om niets te doen. Hij werkt in en vanuit de hemel. De Here Jezus laat Johannes bijvoorbeeld in Openbaring 2 en 3  brieven schrijven aan 7 kerken. Elke kerk krijgt een persoonlijke brief van de Here Jezus. Hij geeft een beoordeling van de gemeente en laat zien wat de goede weg is.

Na deze hoofdstukken trekt Christus onze aandacht weer naar de hemel. Hij zorgt ervoor dat Johannes meer ziet dan wat op aarde is. Johannes en zo ook wij krijgen een kijkje in de  hemel. Christus laat ons zien wat er in de hemel gebeurt. Juist dat is troost voor de kerk die in moeilijke omstandigheden is. Die in die tijd sterk vervolgd werd. Johannes zelf is op het eiland Patmos in ballingschap omdat hij openlijk van Christus  getuigt. Christus laat ook aan het volk van God dat het moeilijk heeft,  zien dat Hij als koning regeert.

De Here Jezus laat nu vanaf hoofdstuk 4 zien wat er vanaf dat moment tot Zijn terugkeer gaat gebeuren.  Hij laat zelfs nog zien hoe het leven op de nieuwe aarde zal zijn. We krijgen in het boek Openbaring een Goddelijk overzicht van de geschiedenis. De Here God laat ons hier zien hoe Zijn plan zeker tot Zijn geweldige doel komt.

 

Rondom de troon (Dag 2 vers 2,3)

 

De Heilige Geest zorgt ervoor dat Johannes nu dingen ziet die je in gewone omstandigheden niet ziet. We lezen dat Johannes een visioen kreeg. Hij kwam in vervoering. Letterlijk staat er dat hij in de geest was. Het is de heilige Geest die op een bijzondere manier over Johannes komt. Hij neemt Johannes mee zodat die ziet wat er in de4 hemel gebeurt. Zonder dat werk van de Geest is dat voor een mens onmogelijk.

Christus laat Johannes dan iets zien wat heel belangrijk is. Het is jammer dat je dat niet meer kunt zien in de Nieuwe Bijbel Vertaling(NBV).  Daarom geef ik hier vers 2 weer in de Herziene Staten Vertaling(HSV): “En meteen raakte ik in geestvervoering. En zie, er stond een troon in de hemel, en op die troon zat Iemand.” Die woorden: en zie  betekenen: Let op!

Johannes moet goed kijken. Dan ziet hij een troon. Deze troon laat zien dat we in de hemel als Gods paleis gekomen zijn. We zijn in de troonzaal. Je ziet de troonzaal van waaruit de hele schepping geregeerd wordt. Het gaat om het regeringscentrum van het hele heelal.

De persoon die op de troon zit, is de HERE. Zie hierbij ook: Jes 6;  Ezechiel 1 en Dan 7:9. Je leest over God in redelijk vage bewoordingen. Dat geeft aan dat wij ons God in Zijn volledige heerlijkheid niet kunnen indenken. Dat gaat ons voorstellingsvermogen van nu te boven.

De grootheid van God wordt hier onderstreept doordat die met kostbare edelstenen vergeleken wordt. De edelstenen die hier genoemd worden, laten veel glans zien. Zie ook Openb 21:11.  

De HERE regeert als de enige en grote God. De manier waarop Hij regeert door Zijn trouw gekenmerkt. Zijn trouw aan Zijn eens gegeven Woord. Dat is de boodschap die naar ons toekomt in de regenboog die we om de troon van God zien. Zie voor de regenboog als teken van Gods trouw: Gen 9:1-17; Ezechiel 1:28.

 

Wie zien we om de troon? (Dag 3 vers 4)

 

We lezen in vers 4 over 24 tronen waarop 24 oudsten zitten. Ze zitten op tronen die om de troon van God staan. De troon van de HERE is als de troon van de grote Koning het meest indrukwekkend. Het is uit de tijd dat Johannes dit opschrijft bekend dat het meerdere keren voorkwam dat bij een koning er voor zijn troon twee halve cirkels met stoelen waren met daarop de belangrijkste raadgevers. Dan kon iedereen elkaar zien.

Wie zijn nu die 24 oudsten? Het gaat hier om mensen. Mensen die de kerk van Christus vertegenwoordigen. Zij zijn op een bijzondere manier bij het regeringswerk van Christus betrokken. Je ziet dat het hier gaat om de kleren die deze mensen aan hebben. We lezen dat ze witte kleren dragen. Letterlijk staat er dat ze met die witte kleren bekleed zijn. Iemand heeft ze deze kleren gegeven en aangetrokken. Dat laat zien dat het werk dat Christus gedaan heeft hun toegerekend wordt. Daardoor krijgen ze kleren aan die door het bloed van de Here Jezus gewassen zijn. Hun zonden zijn daardoor weggewassen. Zie o.a. Openb 3:5, 21.

Waar komt het getal 24 vandaan? Dat heeft met het Oude Testament te maken.

We lezen daar dat de priesters op een bepaald moment in 24 afdelingen verdeeld worden. Zie 1 Kronieken 24:1-19.  Die afdelingen moesten  op hun beurt hun werk in de tempel gaan doen.

De kerk, het volk van God is een volk van priesters. Zie Openb 1;16. De vertegenwoordigers van Gods volk zitten rond Gods troon in de hemel. Het grote verschil met het Oude Testament is dat nu echt heel Gods volk als priesters dienst doet. Een ander verschil is dat de priesters in het Oude Testament in een afbeelding van de hemel hun werk deden maar de gelovigen in Openbaring 4 echt in de hemel zijn. Een derde verschil is dat de priesters in het Oude Testament maar tijdelijk in de tempel waren  terwijl de gelovigen in de hemel altijd bij de HERE in Zijn paleis zijn. 

De vertegenwoordigers van de gelovigen zijn niet alleen priesters maar ook koningen. Zij hebben kronen op hun hoofd. Ze mogen samen met Christus regeren.

 

Wat komt er vanuit Gods troon? (Dag 4 vers 5,6)

 

Bliksemschichten, donderslagen en groot geraas. Dat is het wat vanuit de troon van God komt. Deze dingen laten zien dat God heilig is. Zie o.a. Ex 19:16; 20:18. Het laat zien dat God ook Zijn oordelen over de wereld laat komen. De HERE regeert. Hij straft wie tegenover Hem gaat staan. De HERE is Koning. Het is de duivel die dat koningschap van God bestrijdt. De duivel is als het ware de tegenkoning. Hij zit ook op een troon. Zie o.a: Openb 2:13; 13:2. Gods troon zal juist door de oordelen die van Hem uitgaan eens de troon van de duivel volledig vernietigen.

De zeven vurige fakkels herinneren ons weer aan de tempel. Aan de zeven-armige kandelaar die in het heilige stond. Zie o.a. Ex 25:31-40. De kandelaar liet o.a. zien dat de HERE altijd met Zijn Geest bij Zijn volk is. Zo bemoedigt de HERE Zijn volk. Ze hoeven nooit zonder Hem en Zijn hulp.

Hoe is het voor zondige mensen mogelijk om in de hemel te komen waar alles van Hem en Zijn heiligheid spreekt?   Moeten ook wij niet heel bang voor Gods oordelen zijn?

Het antwoord op deze vragen komt naar ons toe als we zien dat voor de troon er een zee van glas, van kristal ligt. Hier wijst Christus weer terug naar de tempel. In het Heilige der  heiligen stond de ark. De troon van God op aarde. God woonde in de tempel. Wanneer de priesters hun werk in de tempel moesten doen, gingen ze eerst hun handen en voeten wassen bij het wasvat. Dat wasvat werd ook wel de koperen zee genoemd. Het stond tussen het brandofferaltaar en de ingang van het Heilige. Zie o.a. Ex 30:17-21; 1 Kon 7:23-26, 38-40, 43.

De priesters moesten zo zorgen dat ze schoon bij de HERE kwamen. Zo konden ze heel dicht bij de heilige God komen. Deze zee van glas, van kristal wijst op het bloed van Christus. In dat bloed zijn Gods kinderen gewassen en daardoor blinken ze als kristal. De deur naar de hemel, naar Gods paleis staat zo voor ze open.

 

De vier wezens (Dag 5 vers 6-7)

 

We lezen over 4 wezens die voor en om de troon staan. Dat lijkt vreemd. Hoe kunnen deze wezens nu voor de troon zijn en er omheen? We moeten hierbij bedenken dat koningen in die tijd vaak grote tronen hadden. Tronen met hoge en brede trappen. Die trappen waren er vaak aan meerdere kanten van een troon. Als deze wezens in dienst van God iets doen, bewegen ze. Soms zijn ze voor de troon, soms er omheen.

Deze vier wezens zijn de lijfwacht van de HERE. Zij houden de wacht bij Gods troon. Waarom wordt hier gesproken over vier wezens? Het getal 4 wijst op de 4 windstreken. Zij bewaken de Koning van alle kanten. Deze wezens zijn goede bewakers want ze hebben overal ogen. Ze hebben bij het kijken geen dode hoek. Niets ontgaat hen.

De achtergrond van het Oude Testament bij deze 4 wezens vind je in Jesaja 6 en Ezechiel 1. Vanuit deze hoofdstukken zijn er grote overeenkomsten met de 4 wezens in Openbaring 4. Die overeenkomsten zijn o.a:

                Ze werken rond de troon van God

                Er zijn duidelijk overeenkomsten als het om hun gezichten gaat. Zie Ez 1.

                Het aantal vleugels komt overeen. Zie Jes 6.

Wanneer je op deze overeenkomsten let zie je ook wat voor een soort personen deze wezens zijn. Het zijn engelen. De engelen waarover we in Ez 1 lezen zijn cherubs. Zie ook Ez 10:20. Hierover is er ook een vraag.

De 4 wezens zijn Gods lijfwacht. Een indrukwekkende lijfwacht. Dat zie je al aan hun uiterlijk. De eerste lijkt als een leeuw. Dat wijst op grote kracht.

De tweede lijkt als een jonge stier. Ook dit wijst op kracht en energie.

De volgende heeft een gezicht zoals van een mens. Dat wijst vooral op verstand. De mens is juist door zijn verstand boven de andere schepselen verheven.

De laatste lijkt als een adelaar. De adelaar was in die tijd het symbool van hoogheid, van verhevenheid. De lijfwacht die God heeft maakt duidelijk hoe geweldig en onaantastbaar de HERE zelf is. De 4 wezens bewaken niet alleen maar ze zingen ook.

 

De lofzang van de 4 wezens (Dag 6 vers 8)

 

 De vier wezens doen hun werk. Ze doen wat de cherubs in het Oude Testament ook deden. Ze doen zelfs meer. Zij doen ook wat een andere groep engelen deden. Ze zingen zoals de serafs in Jesaja 6. Steeds weer zingen de 4 wezens. Ze gebruiken tot drie keer toe het woord heilig. Daarmee beklemtonen ze heiligheid, de zuiverheid en de grootheid van God.

De vier wezens komen steeds met hun dankbaarheid bij God. Ze aanbidden en eren de HERE. Ze doen het zonder dat zij verlossing van hun zonden nodig hebben. Toch zijn ze voluit dankbare schepselen. Ze brengen hun dank aan het enige juiste adres. Hierin zijn de engelen ons ten voorbeeld. Zie Zondag 49 van de Heidelbergse Catechismus.

 

De lofzang van de vierentwintig oudsten (Dag 7 vers 9-11)

 

De vertegenwoordigers van de kerk beamen de lofzang van de vier wezens. Zij erkennen daarmee de HERE als de Koning. Ze erkennen zo dat we helemaal van God afhankelijk zijn. Daarom knielen ze.

De vierentwintig oudsten zitten op tronen. Ze hebben van de HERE de positie van onderkoningen gekregen. Dat wijst terug naar de schepping van de mens. De HERE heeft de mens volgens Zijn beeld gemaakt. De mens is vertegenwoordiger van God op aarde. Juist als de door God aangestelde onderkoning. De vertegenwoordigers van de kerk in de hemel erkennen dat ze deze positie hebben. Juist daarom is hun blik gericht op de HERE als de Koning. Dan alleen kunnen ze echt als onderkoningen het beeld van de grote Koning laten zien. Als teken van hun onderdanigheid aan de Koning leggen ze hun kronen, hun kransen voor Gods troon. Deze vierentwintig oudsten wijzen ook zelf terug naar de schepping in vers 11.

Het is heel opvallend wat de vierentwintig oudsten in  vers 11 zeggen. Het zijn woorden die voor burgers van het Romeinse Rijk in die tijd heel bekend waren. Wanneer de keizer van Rome een grote overwinning behaald had en weer in Rome terug kwam riepen de mensen: “U keizer, komt alle lof, eer en macht toe.”

Christus maakt hier duidelijk dat dit niet de keizer toekomt maar de enige God die in de hemel woont. De Drie-enige God. Hij is de Schepper van hemel en aarde. Van het hele heelal.

 

Vragen die gebruikt kunnen worden bij de bespreking

 

  1. Wat was het bijzondere aan de cherubs onder de engelen? Zie Gen 3:23,24; Ex 25:10-22; 26:31; Psalm 80:2; 99:1.
  2. De gelovigen mogen met Christus in de hemel regeren. Zie: 2 Tim 2;12; Openbaring 5:10; 20:6; 22:5
  3. Wat betekent het dat de HERE heilig is? Wat betekent dat voor jouw leven hier en nu?
  4. Hoe dank je God in je leven? Welke plaats neemt de aanbidding en verheerlijking van God in je gebed in?
  5. De HERE wordt in vers 8 de Almachtige genoemd. Waarin zie jij Zijn almacht in de geschiedenis? Waarin zie je dat in onze tijd en in je eigen leven?
  6. Wanneer je Openbaring 4 gelezen hebt wat zie je dan als het grote doel van je leven?